HOE MEN HET
JAAR INGAAT
DE RELATIVITEIT DER DINGEN
GEDEMPTE VREUGDE
Een jaar van beslissingen
EEN TREÏNOVERVAL
VIT BERLIJN
Von Hindenburg zal met pensioen
kunnen gaan
(Van onïen correspondent)
Berlijn, 2 Januari
De echte Berlljner is gehecht aan tra
ditie.
En traditioneel is do wijze, waarop hij
het Nieuwe jaar begToet.
Op zijn feesttafel moeten karpere staan
te dampen, waarna hij tot gebraden eend
overgaat, een en ander met Rijn- of Moe
zelwijn weg te spoelen. Dan komen de
punchgroc cn de met diverse vruchten of
gelei gevulde „bollen" aan do beurt, en
kan bruin het trekken, dan mag natuur
lijk den „Schaumwcin" niet ontbreken.
Men bereidt zich voor op maskerade-
stemming. Daartoe behooren toeters van
bordpapier, kindertrompetjes, confetti,
serpentines, aangeplakte neuzen en vooral
gekleurde hooge hoeden (Ik schrijf u dit
alles in de veronderstelling, dat men in
Nederland deze Duitsche gewoonten nog
niet heeft overgenomen!) en in zier, zeer
vele gezinnen etolt men er ook hoogen
prijs óp, in dien nacht van 31 December
op 1 Januari „een brom in" te hebben,
een twijfelachtig genoegen, daf. in volks-
kringen bijna altijd tot heftige botsingen
en straatgevechten gevoerd heeft, waarbij
steeds dooden te betreuren waren.
Gisternacht is het rustiger dan gewoon
lijk in Berlijn geweest. Van dooden en
zwaar gewonden hebben we gelukkig niets
gelezin. Maar ook „het vuurwerk" was
niet zoo oordoovend als in vroeger
jaren. Het is hier namelijk oen oer-Ber-
lijnsche gewoonte, tegen middernacht, cf
direct na Twaalf uur als men elkaar vol
doende afgokust hoeft, op de balcons en
d e loggia's of de opengeschoven ven
sters te verschijnen en dan vuurwerk af
te'steken, elkaar naar links en rechts,
naar boven en beneden, en natuurlijk ook
naar den overkant, een daverond „Prosit
Neujahr!" toe te brullen en zulke heil-
wcnschor telkens weer vergezeld te doen
gaan van een knetterend concert van
vuurpijlen, zevenklappers, „rotjes", „ster
ren" en wat daar internationaal zoo bij
behoort
Dan antwoordt, de „straat" met even
welgemeende wenschen en oven luiden ont
ploffingen, en het gebeurt wel eens, dat
jonge vlegels daarbij met scherp schieten
en de politie meer werk krijgt dan haar
lief is".
Maar gelijk gezegd, het is ditmaal rus
tiger geweest. Zelfs „Unter den Linden".
Daar zijn tegen twaalf uur natuurlijk de
twee of driehonderd stamgasten voor „het
boekje van Kranzlcr"- aan de Friedrich-
strasso verschenen, en hebben er het
Nieuwe juar Ingeluid op de eigenaardige
manier, die in Berlijn 6edert zeker 100
jaren nog niet in onbruik geraakt is en
die hierin bestaat, dat men met elkaar
in het ronde danst, vuurwerk afschiet,
ook wel eens ruiten etuk gooit, en bij
voorkeur jacht maakt op hoeren mei
hooge hoeden op, wier hoofddeksel dan
zonder meedoogen plat geslagen wordt
Ik las in een van de Berlijnsche bladen,
dat ook ditmaal een meneer „met z'n
hooge hoed" dit middelpunt van herrie en
jolijt gepasseerd is (men begrijpt nauwe
lijks waar zoo uitgedoste menschen mid
den in den nacht vandaan komen en
waarom ze don met alle geweld langs de
gevaarlijke Kranzler-Ecke als het ware
uitdagend voorbij willen guanï?) maar
dat de opvallend rustige stemming op dit
historische hoekje niet boter geteekend
kan worden dan door do vermelding van
het feit, dat de hooge hoed zonder het
minste deukje zijn weg vervolgen kon!
•t*
Men kan op zoon avond niet in alle
huizen kijken. En dat is ook maar geluk
kig. Want in de meeste binnenkamers
zal dezen keer do „vreugdè" wél zèer
gedempt of volkomen afwezig geweest
zijn. Velo „Scrooge's" zullen bezoeken
van „Marloy's" geest gehad hebbén, die
den heer des huizes in eenzame veria
heid bij een uitgedöófde kachel aan
troffen, failliet, zondér werk of zelf6
zonder maaltijd, wanhopend aan het
nieuwe jaar cn ook niet bereid, met
Geesten van het Verleden, het Heden of
de Toekomst aan het wandelen te gaan.
Zelfs Rijkspresident von Hindenburg
kon ditmaal den juieten toen niet te
pakken krijgen!
We zien en hooren niet veel meer van
den Si-jarigen Paul von Benéckendorff
und von Hindenburg. Zijn onmiddellijke
omgeving heeft den eerwaardige» Pre
sident van dc Duitsche Republiek om
zoo te zoggen „ingepekeld" Over men
schen, die zoo hoog geplaatst zijn, doen
steeds en in elk land wónderlijke ver
halen de rondo Van den heer \on Hin
denburg wist „men" al zeven jaren ge
loden, toen hij candidaat voor het
rijkspresidentschap was, te vertellen, dat
do oude heer vólkomen..kindsch was,
dat mon hem al tijdens den grooten
wereldoorlog toen hij als generaal veld
maarschalk aan het hoofd van de vcree-
nigde legers dér Centrale Mogendheden
stond, bijzondorheden over de posities
der troepen niet eens meer medeclde om
dat hij zo toch niet meer vatten kón;
cn dat do oude soldaat voor het hooge
politieke ambt, dat men voor hem uitgs-
kozen had, slechts de faam. dc uiterlijke
gestalte cn dc 76 ridderorders meebracht
maar overigens als Pnnopticumfiguur be
schouwd moest worden.
Nu, dat is intusschen een. vergissing
gebleken!
Von Hindenburg was zeven jaar go-
leden al oud, maar krachtig, kaarsrecht,
met veel neiging voor humor, voor een
goed glas bier en gezellige gesprekken in
kleinen kring, bij voorkeur met generaals
van zijn „lichting" F.n als het er op
aankwam te representeeren, dan maakte
de statige oude heer in loges van
schouwburgen, mfeestza'en en op straat
zelfs wel te voet, maar meestal per aulo,
een wat kranigen inldruk!
Zoo langzamerhand echter schijnt hij
dan toch wel £rg oud gawórdén te zijn!
Men zag hem al jaren lang 's avonds
slechts uiterst zelden en als het even
kon ging hij toch vóór elf uur naar zijn
slaapvertrek. Fenmaal per Jaar verscheen
„der alte Herr" op een feestmaaltijd, eri
wel op het jaarlijksch diner van de
Deutsche Ilerrenklub. waarvan hij eorclid
is. In December j.l. had hij zljrt ver
schijnen wederom toegezegd, maar moest
op het laatste oogenblik „wegens groote
vermoeidheid als gevolg van opwindende
politieke dagen" toch afz'ggen. En men
hoort, dot hij zwak ter been is, niet
lang kan stilstaan, heel veel slaap noodig
heeft en nog al eens aan het sukkelen
is. Ofschoon berichten van gevaarlijke
inzinkingen 6teeds weer worden tegen
gesproken.
Drie maanden nog, cn von Hindenburg
zal nu eindelijk met pensioen kunnen
gaan. Dan liggen namelijk de zeven
jaren van zijn rijkspresidentschap achter
hem. Het is bewonderenswaardig, hoe
„de oude héér" tel kans weer bereid was,
voor volk en vaderland ln de bres te
springen. Mén bedenke, dat hij vóór 1914
reeds als generaal met pensioen gegaan
was en nauwelijks voor mógelijk hield,
dat tóen zijn diensten nog eens zou noo
dig hebben. Dat bij des ondanks in
September 1914 opnieuw goroepen werd,
de volle verantwoordelijkheid voor alle
militaire operaties en ten slotte ook voor
dc politieke verwikkelingen te dragen
kreeg (waar de invloed van hem en van
Ludendorff grooter was dan die van de
Rijkskanselier), na November 1918 het
nauwelijks meer gehoorzaamde Groote
Leger in goede orde huiswaarts voerde
en na korte jaren van rust ten slotte
nog in Duitschland's zwaarsten tijd tot
hel Presidentschap geroepen werd!
Slechts een Clemenceau toonde op zoor
hoógen leeftijd nog soortgelijke energie
en vaderlandsliefde!
En zelfs nu zijn er nog kringen in
Duitschïand, die Hindenburg willen be
wegen om aan te blijven (waarvoor een
noodwet noódig ware) teneinde onlusten
als gevolg van do aanstaande verkiezin
gen te verdijden. Het schijnt echter
vast te staan, dat do „oude heer" dit
maal genoeg van alle baantjes heeft,
zijli landhuis in Wést-Pruisen betrekkon
wil en er zelfs aan denkt, riog een rel6je
naar Palestina en Egypte te ondernemen.
Duitschïand zal in .Maart cn April een
nieuwen President en een nieuwen Prul-
sischen Landdag moeten kiezen. En de
hemel beware het Duische volk voor de
gevolgen van een en ander!
Op oudejaarsavond hoeft de Rljkspreei-
dent door de radio tot dit Duitsche volk
renigc opwekkende woorden gooproken (die
helaas, gelijk u de telegrafische berichten
intusschen stellig reeds gemold hebben,
door communistische trucs, waarhij men
zich in de kabels inschakelde en door
eigen microfonen voor Moskou propagan
da maakte, op schandelijke wijze onderbro
ken werden), en aan -1e stem van den
eenvaardigen grüsaard kon then toch wel
heel duidcliik hoorèn, dat bijde oude
niet meer is" maar: een nog veel oudorel
En dat hij zijn rust nn honderdvoudig ver
diend heeft!
Een nieuw jaar begirit. Naar men hier in
Duitschïand vast gelóóft: een jaar van be
slissingen. Politieke en economische. Men
z>a! moeten afwachten, wat de toekomst,
brengen wil. Het. kan alles met een sisser
aflooncn, maar er kunnen nok botsingen
volgen, gelijk de wereldgeschiedenis ze zel
den heeft meegemaakt.
Aan e»tof voor ..Berlijnsche Brieven" zal
het in elk geval in 1932 geen oogenblik ont
breken.
En we willen op derae plaats trachten,
straks het belangrijkste samen te vatten en
toe te lichten, waar telegrammen vaak ver
warring zullen brengen en »i te vaak
groepsbelangen de waarheid zullen vertroe
belen. ROLAND.
UIT CHINA
Nachtelijk govsoht met een
bende Chinecsche zoovers.
Mét een flinke koorts had men mij uit
het overstroomde gebied naar Nsinyang, .rt
het Missie-hospitaal gebracht. Dank zij do
uitstekende verpleging van do padres van
dit Spaanscho station was ik echter spoe
dig zoover, dat ik de terugreis naar Pei-
ping kon aanvaarden. Aan deze re's zal ik
mijn leven lang moeten terugdenken.
Na een hartelijk afscheid van de waar
dige Godsdionaren namen wij in don trein
plaats. Tot mUn groote verwondering was
er direct achter de locomotief een pantser
wagen aangekoppeld. Eerst meenden wij,
dat deze pantserwagen ter onzer beveili
ging om de een of andere reden was aan
gehaakt, maar de conducteur deelde ons
ter geruststelling mede dat de wagen om
strategische redenen een andere bestem
ming had gekregen on daarom slechts door
ons „vervoerdwerd. Maar geheel en al ge
rustgesteld was ik niet. Als men ons sol
daten meegaf, was de spoorweg niet geheel
en al veilig. Ik sprak mijzelf echter moed
in met het vermoeden, dat dc wagen waar
schijnlijk geld en kostbaarheden uit het
overstroomde gebied zou bevatten.
Wij reden door do laatste uitloopers van
hot Hwaigebergte. Kaal en troosteloos zag
het landschap er uit Plantengroei is hier
zeldzaam. Hier en daar een boom of een
struik, grasvlakten treft men er niet aan.
Nog één groot station en dan moest ik over
stappen. Maar dat zou nog ruim drie-en-
een-half uur duren. Het werd nl donker en
ik kon niet meer lezen. Het landschap naast
den trein werd onduidelijk, vervaagde...
Ik stond op om den conducteur om licht te
verzoeken. Maar toen ik op de wandel
gang was gekomen, werd ik plotseling door
een heftige schok tegen den grond gewor
pen. De trein stond stil!
Voordat ik nog kon opstaan, werd de
toestand mij door het knallen van verschei
dene schoten duidelijk. Ik bleef daarom Mg-
gen en trachtte mijn coupee weer te bo
reiken. Vanaf de andere zijde kwam de
conducteur gekropen, die mij in gebroken
Engelsch hoogst opgewonden meedeelde,
dat de trein door éen bende roóvers was
overvallen. Uit zijn diensttasch haalde hij
een geladen browning en drukte de ruslpal
omlaag. Ook ik zocht naar mijn revolver.
Uit de andere afdeolingen kwamen ver
bleekte gezichten te voorschijn, hier en daar
hoorde men iemand huilen. Men wist niet,
wat er te doen was en een onvoorzichtige
blik door eén van de vensters had kunnen
maken, dat men een kogel door het hoofd
kreeg. De conducteur kroop op handen on
voeten naar de deur van do wagen en richt
te zich daar gedekt op. Ik, de eenige
Yanguitso (vreemde duivel) in den trein,
wilde hem volgen. Maar hij scheen bevreesd
voor mijn leven. Gedurende de beelo réis
reeds had hij voor mij een bijzondere ge
dienstigheid aan den dag gelegd. Zoodra ik
trachtte naar bulten te zien, beduidde hij
rüij, dekking te zoeken.
Langs den trein werd het geweervuur
steeds heviger. Gelijken tred daarmede
hield het angstgeschreeuw van de reizigers
om ons heen. Tik! Met een droog getuid
6loeg een kofjei door de wand van onze
wagon en bleef in de tweede wand steken.
Alles dook nu naar beneden. Het werd dus
ernst! Ik kroop langs de buizen van de
verwarming, die genoeg dekking oplever
den, naar den conducteur. Daar zat thans
een rijkgekleedc Chinees, die met trillende
handen een revolver laadde. Het rinkeion
van een kapotgeschoten ruit schrikte ons
op. Behalve het feit, dat wij in een woeste
echietcrij waren terechtgekomen, wisten wij
vrijwel niets. Toen het even rustiger werd,
gluurden wij 6nel naar buiten. Niets te zien.
De aanvallers waren door de duisternis goed
gedekt. Maardaar schoot een felle
lichtstraal als een bliksem over de omge
ving, gleed over de verheffingen van het
landschap en verdween weer. Een schijn
werper uit do pantserwagen! Een tweed#
lichtstraal veroorzaakte een nieuwe roffel
van schoten. De schijnwerper scheen ver
plaatsbaar te zijn, want geen van de scho
ten troffen doel. Een tweede vuurpauze be
nutten wij om snel uit de wagen eri op do
rails te springen. Nauwelijks hadden wij
achter de massieve wielen dekking gezocht
en gévonden, of er floten reéds eenige kogels
om ons heen. Do conducteur had achter
een ander stel wielen dekking gevonden.
Do Chinees zat naast mij. In ieder geval
was do dekking hier beter, dan achter de
houten wanden van dó waggon. I-Iet mon-
dingsvuur, dat wij zagen, toonde aan, dat
de tegenstanders tamelijk dicht bij zaten
Meer om hen te verschrikken, dan om tref
fers te maken, schoten wij in deze richting.
Weer verscheurde dc schijnwerper het don
ker. Eenigo helder-vcrlichtc gestalten lie
ten zich bliksemsnel vallenMaar daar
ratelde ook reeds het machinegeweer van
den pantserwagen. Alsof het uit den grond
getrokken werd, veerde een lichaam om
hoog, stootte een kreet uit en viel voorover
neer, midden in het onbarmhartigo licht.
Dan verplaatste zich de lichtstraal weer om
enkele seconden later weer te doovcn om
geen doelwit te bieden. Eenige ©ogenblik
ken later stroomde het licht over het land
schap aan de andere zijde van den wagen.
Ook daar licton eenige Chineezen zich ach
ter steenhoopen en terreinplooien vallen.
Dc soldaten wilden dc bandieten verblin
den. Op een aantal 6truiken bleef het lient.
even hangen Krakend ging er een schot
af. Dan nóg een schot Plotseling verlichtte
oen bliksemschicht voor en achter ons de
spoordijk. Scherven vlogen door de lucht
en kletterden tegen de ijzeren wielen. Wij
kropen dicht achter onze „pantserplaten".
Handgranaten!! De soldaten moesten do
pantscrwagendeur opengemaakt hebben om
deze bonbons te werpen! Do kegel van den
schijnwerper schoot heen en weer Hier j
sprong iemand overeind, dqar trachtte i
iemand zich voor het doordringende licht
te dekkenbij een ontbladerde struik
bewoog een bloedend lichaam en steündo
op een manier, die ons door merg en been
ging! Een korte serie schoten uit het ma
chinegeweer maakte een einde aan zijn
lijden. Een andere man stak de handen op,
maar genadeloos sloegen de kogels uit den
mitrailleur in zijn borst. In de schaduw ran
den eenige gestaltenvluchtende
roovers»
Ik nam een nieuwe houder met patronen
en schoof die in do browning. Tegenover
ons, op enkele Meters van ons vorwljderd,
sloop iets naderbij! Mijn buurman en ik
schoten tegelijkertijd. Wie raak schoot,
weet ik niet, ik hoop, dat ik het niet was!
De man greep naar zijn lichaam, smakte
voorover, en kromde zich van pijn.
Maar wij voelden geen medelijden
hij had zijn verdiende loon Wij had
den niet aangevallen en het ging om
zijn leven of het ónze. Steeds filtste het
Djingdsadjoe (tooverlicht) over het land
schap. Overal zag men vluebtonde gestal
ten. Slechts een enkele hield nog stand. Het
machinegeweer blafte zonder ophouden.
Man na man van onzo tegenstanders werd
het kind van de rekening. Steeds minder
werden de schoten, die op ons gericht wer
den. Nog drie- of viermaal het snerpende
gekraak van een ontploffende handgranaat,
het fluiten van de scherven en dan treedt
de ru6t in!
Do tsaphlau (conducteur) kroop tuescben
do wielen naar voren en do Chinees naast
mij overstroomde mij met een stortvloed
van Chinee9che woorden. Haastige schreden
kwamen in onze richting. De slobkousen,
die wij zagen, verrieden ons, dat wij mot
soldaten te doen hadden. Een officier rendo
op onze waggon toe. Nu kroop ik uit mijn
schuilplaats.
Vijf Dsan (15 Meter) voor de locomotief
lagen een aantal dikko balken ovor de rails,
die den machinist gedwongen hadden te
stoppen. Op de pantserwagon hadden de
bandieten echter niet gerekend. Door den
schijnwerper was hun geheelo plan in dui
gen gevallen en de uitwerking van de hand
granaten dreef hen op do vlucht Juist toen
de officier mij beleefd tot een bezoek aan
den pantserwagen uitnoodigde, klonken in
bet halfdonker eenige hartverscheurende
gillen. De schijnwerper gleed in de richting
>«n net geluid. Do verbitterde en beang-
eilgac passagiers, voornamelijk boeren en
vluchtelingen uit het overstroomde gebied,
hadden eenige roovers ontdekt. Onder de
vreeselljkste scheldwoorden voleindden zij
wat de kogels begonnen hadden. De ge-
Steenlgden trachten kruipend te vluchten,
maar zij waren, omsingeld. De luchtstraal
zette dit toonee! op onbarmhartige wfjze
tn het vollo licht, zoodat ik getuige werd
van een gruwelijk volksgerecht
Behalve vier vleeschwonden en do gaten
ln de wand der wagons, haddon de roovem
ons geen schade toegebracht
ZENDERS OP 375 M. HOOGTE.
Op 1 Januari 1932 zal dc National Broad
casting Company, de groote Amerikaanscbe
omrocpmao(schappij, een radio- en televi
siezender in gebruik nemen, welker anten
nes 375 M. boven de straat liggen.
De studio's bevinden zich op de 84e ver
dieping van het Empire State Building, hot
hoogste gebouw van New-York. De zenders
hebbnn een energie van resp. 5 cn 2-5 K.W
en zullon uitzenden op golflengten tusschen
3.7 en 7 M. Men hoopt door de hooge lig
ging der zenders voor een groote deel do
storingen te vermijden, welke anders in een
grooto stad zeer talrijk cn hinderlijk zijn
Critiache philosophen vertellen ons gaar
ne, dat de dingen rondom on6 niet werke- j
lijk bestaan, dóch dat bet slechts voorstel-
lingen zijn, die onze hersenen vormen naar
aanleidingen van gewaarwordingen, die tot
on6 komen.
Do nuchtere prakticus zal hierbij opmer
ken, dat dit een zinloos beweren is, daar
zoowel het begrip ding als het begrip wer
kelijkheid weer steunt op gewaarwordingen
en dat, wanneer hij zich aan een tafel stoot
en die ziet, hij voldoende van hot bestaan
van die tafel overtuigd is.
Eén feit i6 het intusschen, dat, wanneer
ons oog eens gevoelig zou zijn voor radio
golven of x-stralcn, wanneer ons oor eens
veel lager en veel hooger tonen zou waar
nemen, wanneer onze reuk an onze tastzin
eens veel gevoeliger waren, we van velo
lichamen heel andere indrukken zouden
krijgen.
In ieder geval is duidelijk dat onze or
ganen ons slechts een zéér beperkt idee ge
ven over den werkelijk en toestand van een
voorwerp of een stof. Nader onderzoek over
het gedrag der lichamen onder verschillen
de omstandigheden heeft ons een ontzaglijk
feitenmateriaal gebracht, zonder dat wij
het einde dezer weg zien.
Schitterend zijn sommige resultaten zon
der twijfel en het feit, dat in bet nietigste
6tofdeelt'e nog een oneindig aantal solide
gebouwde stelsels voorbandon zijn. doet ons
met wat meer eerbied er naar zien. Deze
6telsels of atomen zijn voor ons praktisch
onvernletlvhaar, ofschoon we met groote
waarschijnlijkheid weten, dat ze uit één
enkele oerstof zijn opgebouwd Bouw en be-
wegingstoeatand zJjn verschillend, doch het
verschil tusschen die ongeveer honderd
diverse atomen is slechts relatief.
Verder is uit beschouwingen en bereke
ningen der laatste jaren gebleken, dat
vroeger zoo stevig staande begrippen als
stof, electriciteit, massa, energie en kracht
bedenkelijk vervagen, zoodat men zich af
vraagt: „zijn dit nog wel aparte begrippen
en zijn alle krachten, die er werken cn al
het wereldgebeuren misschien terug te
voeren tot verschuiving oi relatieve ver
plaatsing der dingen ten opzichte van el
kander?".
De lezer ziet, dat we hier eigenlijk in de
nuchtere philosophic van Descartes terecht
komen, die ook alle wereldgebeuren terug
bracht tot het eenvoudige voortstooten van
het eene deeltje door het andere.
Men rnoet zich hierbij vooral niet voor
stellen. dat mon hier met een bevredigende
levensbeschouwing te doen heeft, waarbij
men zich gerust neer kan leggen. Immers
op do vragen „vanwaar?" en „waartoe?"
ontbreekt elk antwoord. Voor theologische
beschouwingen blijft nog alle ruimte en dc
theoloog zal misschien opmerken, dat hij
ook zonder do natuurkunde al lang over
tuigd was van het feit, dat er een eenheid
in het wereldgebeuren i«.
Hoogst merkwaardig zijn de resultaten
door Lorentz en Einstein verkregen by een
logische mathematische analyse van be
wegingstoestanden en de beperktheid van
ons waarnemingsvermogen daarbii. Z'l heb
ben gevoerd tot de beroemde relativiteits
theorie. die praktisch tot nog toe geen op
vallend nut heeft opgeleverd, doch die op
theoretisch gebied reeds enkele grootsche
resultaten heeft kunnen boeken. Diverse
verhandelingen op dit gebied zijn fraaie
voorbeelden van een zeer ruime en logische
fantasie. De meeste zijn zelfs voor ontwik
kelde leeken niet te volgen. Men kan ech
ter wel met enkele voorbeelden ook aan den
niet natuurkundige duidelijk maken, dat
bewegingstoestanden groote invloed op onzo
waarnemingen hebben en dat daarbij vol
komen betrouwbare waarnemers met de
zelfde instrumenten tot resultaten komen,
die volkomen met elkander in strijd zijn.
Laten we beginnen met een geluidsproef.
Het is bekend, dat de toonshoogte afhangt
van het rhytrae dus van het aantal stooten,
dat het oor per seconde ontvangt. Dit is in
normale gevallen gelijk aan het aantal
etooten, dat bet trillende lichaam aan de
lucht geeft. Dit verandert, wanneer wij het
Instrument op een snel bewegend voertuig
plaatsen. De inzittende hoort nog dezelfde
toon. De waarnemer voor het voertuig
ontvangt echter per seconde een hooger
aantal trillingen in zijn oor, daar do laatst
ontvangene op korter af6tand zijn afgege
ven. De waarnemer achter daarentegen ont
vangt een lager aantal en boort dus ook oen
lagere toon.
Zonderlinger nog worden do feiten, wan
neer het voertuig zich eens met geluids
snelheid gaat bewegen. De waarnemer voor
ontvangt dan alle stoöien gelijktijdig in zijn
oor, daar de trillingen in dit geval met het
voertuig medcreizen. De toon is nu on
eindig boog ro.a.w. we hooren niets!!!! De
waarnemer achter daarentegen ontvangt,
zooals een eenvoudige berekening leert per
seconde slechts de helft van het aantal af
gegeven stoeten, dus oen toon die half zoo
laag ia.
Daar men met vliegtuigen binnen efzion-
baren tijd wel de geluidssnelheid zal berei
ken, behooren deze verschijnselen volstrekt
niet tot de onmogelijkheden. Reeds thans
kan men bij snel vliegen en duikelen zeer
eigenaardige geluidswisselingen opmerken.
Nog gekker zal de zaak worden, wanneer
de snelheid grooter dan die van het geluid
wordt. Het geluid der machine zal dan na
het passeeren van twee kanten tot ons
komen. Het geluid, dat athter do machine
aan komt, zal heel andere tonen bevatten,
dan het geluid, dat uit de richting dor
machine tot ons komt. Voor ons oor klinkt
het dus als of plotseling twee verschillende
machines zich van ons verwijderden in
twee tegenovergestelde richtingen!!!
Veel belangwekkender ofschoon helaas
veel moeilijker waarneembaar worden do
feiten bij het licht. Daar de kleur van het
licht afhangt van het aantal stooten, dat
ons netvlies per seconde (we zien hier dui
delijk de belangrijke rol, die dc tijd bij alle
relativiteitsverschijnsolen speelt) ontvangt,
krijgen we hier volmaakt analoge feiten,
doch veel indrukwekkender. Denken wo
ons op het voertuig een warm zwart voor
werp, dat dus warmtestralen uitzendt Deze
hebbon oen laag trillingsgetal. Bij voldoon-
de snelheid kan de waarnemer voor nu
een zoodanig aantal trillingen ontvangen,
dat hl) b.v. rood liebt ziet en dus meent,
dat het voorwerp gloeiend staat De waar
nemer achter daarentegen zal een rood
voorwerp zwart kunnen zien.
Is de kleur van het voertuig groen, 1an
Zal deze bij nadering er blauw uitzien cn
na het passeeren rood!! Voor den verbili-
seerendon veldwachter om wanhopig te
worden.
Alle bewogingsverschijnselen gaan sneller
bij nadering en langzamer bij verwijdering.
Stel u voor, dat er een gróóte klok op hot
voertuig stAat. De waarnemer voor ziet
dat deze achter is. daar het licht tijd noodig
bad om tot hem le komen BIJ het passeeren
Izijn de klokken weer gelijk; hij krijgt dus
den indruk, dat die klok veel sneller loopt
don do zijne. Dc waarnemer achter ziet
eerst de klokken gelijk, daarna de aDdero
klok achter cn besluit dus dat die klok te
langzaam loopt!!
Nadert dc snelheid tot dio van het licht,
dan worden lichtstralen tot x-stralen en
radiogolven tot zichtbaar licht» Een raJio-
uitzending op het voertuig zou door oen
even snel bewogende waarnemer goed mor
den ontvangen. Do stilstaande waarnemer
voor ziet een antenne, die afwisselend
verschillende kleuren uitzendt» Do waarne
mer achter krijgt ontvangst op dubbele
golflengte.
Zelfs de vorm der lichamen is geheel ver
anderd, daar de punten van een lijn op on
gelijke afstanden van bet oog staan.
Een en ander geldt natuurlijk voor snel
heden, die niet gemakkelijk worden bereikt.
In den mikrokosmós bestaan ze eenter zeer
zeker en moet men er mee rekenen.
Maar ook «n den makrokosmos hebben
wij verandering in de normnlo trillingsge
tallen der vibreerende atoomstclsels kun
nen waarnemen, die ons zelfs in staat stel
len om snelheid on richting ton opzicht®
'/an onzo aarde vast te stellen.
Hoogst interessant zouden de verschijn
selen worden, wanneer ren machine ons
met een snelheid grooter dan die van het
licht naderde. (Volgens de relativisten *s
dit mogelijk). We zouden dan plotseling
twee verschillend gekleurde machines in
tegenovergestelde richtingen zien verdwij
nen'!
Hot bovenstaande overdenkende zal men
den sceptische» phllosoof gelijk moeten ge
ven. wanneer hij betoogt, dat onze v ia in
nemingen zelfs met de beato instrumenten
met eenige reserve mocton worden
erbouwd.
Do door Einstein ingeslagen weg zal on
getwijfeld nog rne*-k waardige resultaten
voor onze natuurphilosopbio opleveren.
V. SCHERING A.