IS DE EX-VERDACHTE BETROUWBAAR? HET O.M. EISCHT 4 JAAR DE POSTROOF De verdediger concludeert tot vrijspraak wegens gebrek aan bewijs Verdachte blijft ontkennen *s-Gravenhage, 26 Jan. Onder grootc belangstelling werd heden vcor de Haag- sche rechtbank de zaak van den postover val aan den Van Lennepweg (Wittebrug) behandeld. In herinnering zij gebracht, dat in den avond van 29 September j.l. nabij de Witte brug uit een postauto, die even tevoren aan bet bijpostkantoor van Lennepweg eenige zakken poststukken had afgehaald, iemand ui een kort moment, juist toen de postauto wilde vertrekken om zijn rondrit voort te zetten, kans zag het achterportier te openen en uit den wagen een zak met geldswaarden weg te nemen, waarmee de dader ijlings per gereedstaanden personenauto de vlucht nam. De postbeambte had nog even gele genheid het nummer van den wegsnellen den auto althans ongeveer op te nemen, welke aanwijzing, gevoegd bij andere, leid de tot de opsporing van twee verdachten. F. J., groentekoopman en J. Klos werk man en tot terugvinding van een dec! van den buit, ongeveer 8000, welke buit in totaal plus j 17000 had bedragen. Aanvankelijk werd aan beide verdachten diefstal in vereeniging ten laste gelegd, doch de officier van justitie heeft later den verdachte J. buiten vervolging gesteld, hoewel deze een volledige bekentenis had afgelegd, waarbij hij zijn mede verdachte K. als mededader aanwees en ofschoon ten huize van J. ongeveer 8000 van den buit in de W. C verborgen was gevonden. Bij dagvaarding werd nu aan J. K. ten laste gelegd: „dat hij te 's-Gravenhage in den avond van 29 September 1931 heeft weggenomen met het oogmerk om zich wederrechtelijk toe te eigenen uit een vierwielig motorrij tuig der Ned. posterijen een postzak, in houdende een geldsbedrag van omstreeks 17000, alsmede een groot aantal brieven met en zonder geldswaardigen inhoud, een en ander tocbehoorende aan den Staat der Nederlanden, althans aan een of meer an dere dan aan hem „verdachte". De rechtbank is samengesteld als volgt: jhr. mr. De Joncheere, president; mr. van Laer en mr. De Vries, rechters; mr. Blok, officier van Justitie. Er zijn van de zijde van het O. M. 14 ge tuigen en deskundigen opgeroepen en van de zijde van den verdediger, rnr. M. H. Huy gens, vier getuigen en een psychiater a décharge. De heer J. Kuipers, commies der P. T. T„ was op 29 Sept. belast met de verpak king van de poststukken in laatstgenoemd bijkantoor. De zakken werden verzegeld met het daarvoor gebruikelijke zwarte lak; zij werden in den postauto geladen, die daarna werd gesloten. Een van de zakken bevatte een waarde van 17000. De zak is als corpus delicti aanwezig en wordt door getuige herkend. De derde getuige is de 37-jarige hulpbe steller-chauffeur bij de posterijen J. J. Go- vers, die in gezelschap van den hulpbe steller O. van Nieuwenhuijzen welke laatste wegens ziekte niet als getuige kan worden gehoord. Hij verklaart, den wagen bij de Charl. de Bourbonstraat niet een krukslot te hebben gesloten. Pres.: Behooren do postauto's waarin geldswaarden zijn geladen, niet levens met 'n Yale-slot te worden gesloten? Getuige: Ja meneer de president. Pres.: Waarom hebt u dat dien avond niet gedaan? Get.: In de haast is dat niet gebeurd. Pres.: Dat was dan wel hoogst onvoor zichtig. Enfin, u hebt er, meen ik, wel 'n berisping voor ontvangen van de zijde van uw chefs. Get.: Ja, president. Pres.: En toen bent u naar den van Lennepweg gereden. Hebt u daarna den wagen weer op dezelfde nonchalante ma nier gesloten? Get.: Weer met het krukslot. Pres.: Hebt u daarna gemerkt dat iets uit den wagen werd weggenomen? Get.: Ja meneer de president, ik zag iemand met een postzak, nadat die man de deur had weten te openen, hard weg- loopen. Het was donker Cs avonds vóór half negen), zoodat ik niet veel kon onder scheiden. Wel heb ik het nummer van den personenauto zoo goed mogelijk opgeno men, het was H 28832 of 2S833. De verdediger mr. II u y e n s vraagt in hoeveel tijd zich een en ander heeft afge speeld. Get.: Alles binnen ten hoogste 3 minu ien. Vervolgens wordt de ex-medeverdachte F. J. gehoord. Hij legt den eed af, en verklaart den personenauto op Maandag 28 Sept. ge huurd te hebben omstreeks zes uur in de garage Binda aan de Vaillantlaan. Daar mee is hij weggereden tot een punt waar later de verdachte K. in de auto is komen zitten. Onderweg heeft getuige nog een re paratie aan een der lampen van den auto verricht. Van het voornemen om dien avond de poetauto te borooven is toen ech ter afgezien. Getuige, had er geen zin meer in. Pres.: Toen hebt u daarmee gewacht tot den volgenden avond. Get.: Ja, meneer de president. In de de Heemstraat is den volgenden avond (29 Sept.) ingestapt Daarop zijn we naar de Wittebrug gereden, waar wij de komst van den postauto hebben afgewacht Na Óen zak met geldswaarden daaruit te hebben weggenomen is get. met den personenauto weggereden. Een deel van den inhoud werd bij hem thuis verborgen op zoodanige wijze, dat zijn huisgenooten het niet bemerkten. Verdachte K. heeft daarna den leegen post zak verborgen.. Het bankpapier heeft hij bij hem thuis op tafel neergelegd en later in de W.C. ver borgen in een ruimte onder den grond. In beslag werd later een pet genomen, waarvan get verklaart dat zij den ver dachte toebehoort. Verdachte ontkent dit en zegt dat het een pet van Junior is. Pres. tot getuige: Zet u de pet oens op. (De pet blijkt veel tc klein voor getuige). Pres.: Deurwaarder, zet de pet eens op het hoofd van verdacht. (Aldus geschiedt: de pet past). Do verdediger vraagt den getuige of deze dien avond bijzonder zenuwachtig was. Getuige beaamt dit. Voorts antwoordt hij op een desbetreffende vraag, den bewus- tcn vooravond een stuk van een touw (drooglijn) in den tuin te hebben afgesne den. Verdachte verklaart omtrent de pet, dat getuige wel degelijk heeft gezegd, dat het zijn pet was Voorts betoogt verd. dat deze getuige iemand is die 12 jaar van zijn leven in de gevangenis heeft doorgebracht. Deze getuige wil verdachte tot ondergang brongen en deinst voor geen middelen of leugens terug. Evenals een sadist in staat is een kind te vermoorden, waarmee hen on tucht heeft gepleegd en dan de schuld nog op een ander te laden, evenzeer is deze ge tuige tot alles in staat om mij eronder te brengen. Hij is daar al 20 jaar lang mee bezig. Dat zal straks nader door den ver-! dediger worden aangetoond. Pres.: U hebt zelf ook in de gevangenis gezeten. Verdachte: Dat doet er hier niet toe. Volgende getuige is de hulpbcsteller J. P Soy e r, die op 28 Sept. (den avond vóór den postroof) op den postauto zat. Hij heeft toen wel enkele personen opgemerkt, die zich bij de Wittebrug verdacht ophielden. Een hunner had uitpuilende oogen. Verdediger: Deze verdachte niet. Vervolgens wordt de garagehouder R. P. Th. Binda gehoord, die den personenauto in de garageVaillantlaan heeft verhuurd Hij verklaart de auto niet persoonlijk op 28 Sept. te hebben afgegeven, doch wel op 29' Sept. na den rit in ontvangst genomen Het nummer weet hij niet precies meer. Pres.: Gaat u dan nu naar hui6 om het nummer op te nemen en komt u (het is nu half 12) om 2 uur terug. Wij hebben uw verklaring omtrent het nummer noodig. Verder worden gehoord de schoenmaker J. H. van Loenon, die eenige onder geschikte mededcelingen doet en de tram bestuurder A. v. d. Waal, die op dnn avond van den postroof dienst deed op den eenmanswagen van lijn 14 en nabij de Bad kapel te 8.52 iemand uit de tram heeft zien stappen, dragende een grijs costuum en met een tasch bij zich. Die inan had tijdens den rit bij eenige vorige haltes telkens nauwlettend naar buiten gekeken. Bij de Badkapel stapte de man uit en begaf zich naar iemand anders op het trottoir. De Verdediger vraagt dezen getuige, welke functies een bestuurder van een één- manswagen heeft te verrichten en of deze bestuurder dan nog gelegenheid heeft op allerlei bijzaken te letten. AMERIKA VERVOERT HEELE HUIZEN LANGS EEN WATERWEG. Eau Amerikaansch Ingenieur hesft een nieuw middel bedacht om gereed gemaakte vervoerbare halzen te expedieersn. Daar er geen spoorweg In de buurt was werden ze op groots vlotten geplaatst en te water bereikten ze zoodoende de plaats van bestemming. Getuige geeft een exposé van een en ander. Verdediger: De man begaf zich ter linkerzijde, en bij uw werk als bestuurder hebt u op rechts te letten. Getuige verklaart het zeer wel moge lijk te achten, op personen in of buiten den wagen te letten. De verdediger moet zich ruaar eens bij mij op den wagen daarvan komen overtuigen. Verdediger: Ik kom herhaaldelijk op 'n eenmanswagen, n.l. van lijn 2. Bij u kom ik niet; u let veel te erg op rne. (Gelach). Verdachte, daartoe door den presi dent in de gelegenheid gesteld, vraagt don getuige of de politie hem heeft opgezocht. Getuige antwoordt bevestigend. Verdachte houdt een twistgesprek met den getuige en eindigt met de opmer king dat de rechtbank den getuige z.i. niet zal kunnen vertrouwen. Dc volgende getuige zou de heer L. W. Galjaard zijn, doch deze is niet versche nen. Gehoord wordt nu de heer J. M. W a 11- man, politie-inspecteur, als deskundige Get. heeft de lakzegels van den postzak en eenige restanten van zegels (korreltjes) die hij in een in beslag genomen tasch had ge vonden, in onderzoek genomen. De korrel tjes pasten echter niet in de beschadiging van bet lakzegel van den postzak. De heer A. H. Schirm, directeur van de gemeente apotheek, heeft 7 korreltjes lak uit den tasch ter chemisch onderzoek ontvangen. Vier daarvan heeft hij onder zocht; zij hadden dezelfde physische en chemische eigenschappen als het lak van den postzak. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan spr. zeggen, dat de korreltjes lak, gevonden in den tasch en door hem onderzocht, afkomstig zijn van oen postzak. Ook heeft desk. eenige vezels, welke op een stukje lak werden aangetroffen, onder zocht, welke vezels van het materiaal van den postzak afkomstig kunnen ztjn. Verdediger: Was deze postzak van een bijzondere vezelconstructie? Gelooft u ook niet, dat dezelfde soort zakken in den handel worden gebruikt? Desk.: Daar zijn ze te duur voor. Verdediger: Dat geldt misschien voor 'n aardappelenhandel, maar bijv. niet voor 'n juwelier. Deskundige geeft toe, dat een juwe lier dergelijke zakken wel zou kunnen ge bruiken. Verder worden gehoord de rechercheur H. v. d. Burg, die eenige zakken in beslag genomen heeft, en de inspecteur van politie H. J. M e 1 s e, aan wien eerstgenoemde de zakken heeft overgedragen. Daarna worden de getuigen en de des kundige décharge, opgeroepen door den verdediger, gehoord. Allereerst dr. v. Op buy sen, psychia ter, die verklaart, het rapport van de docto ren Gerritsen en Scholtens omtrent het psychiatrisch onderzoek van den patient Junies te hebben gecontroleerd. In hoofd zaak kan hij dit rapport bevestigen, waar in ten aanzien van Junies wordt verklaard, dat deze een aangeboren geestelijk defect heeft en dat zijn geestelijke capaciteit zeer veel geringer is dan normaal, zoomede dat Junies uit de vrije maatschappij, waarvoor hij gevaarlijk is, behoort te worden verwij derd, echter niet door plaatsing in een ge vangenis, doch in een gesticht. Intus9chen heeft spreker wel eenige te genstrijdigheden in het rapport gevonden. Spr. ziet in den patiënt een psychopaat, die behept is met bepaalde eigenschappen, welke hem in staat stelden een handeltje te drijven, maar tevens misdrijven te plegen. Bij een vorige gelegenheid verklaarde de patiënt zijn medeverdachte K. ten onrechte van medeplichtigheid te hebben beschul digd. De politie-commissaris Kramer moet cp het gemoed van den verdachte Junies hebben gewerkt, om dezen ertoe te bren gen zijn mededader aan te wijzen. Tot deze aanwijzing is Junies eerst over gegaan, nadat het geld bij hem (J.) thuis in beslag was genomen. Spr. betreurt in het rapport o. m. een formuleering die geconstrueerd is op om keering van een bewijs. Het rapport bevat voldoende gegevens om zich een oordeel te vormen omtrent de geloofwaardigheid van verklaringen van Junior, maar diezelfde positiviteit kan er toe leiden, dat verklaringen, ten onrechte door J. gedaan om een ander te bezwaren als juist worden aangemerkt. De geloofwaardigheid van de verklarin gen van Junior in het onderhavige geding worden in het rapport van spr. niet ge noemd evenmin als in dat van de doctoren Gerritsen en Scholtens. Op een desbetreffende vraag van den officier van Justitie antwoordt spr. dat hij den patiënt Junier niet persoonlijk heeft onderzocht, doch dat spr. het rapport van de beide doctoren tot grondslag heeft genomen. Dr. Gerritsen wordt vervolgens als deskundige gehoord. De president vraagt hem of Junier al of niet als geloofwaardig in het onder havige geding moet worden beschouwd. Dr. Gerritsen: Zelfs de meest ge zonde mensch kan liegen. Hier gaat het evenwel om de pathologische eigenschap pen. Welnu, spr. meent, dat de psychische afwijkingen van Junier buiten diens ge loofwaardigheid omgaan, d.w.z. patholo gisch gesproken. Mevr. O p s t av. d. S t e e n e, als getui ge a decharge gehoord, heeft in de maand Mei de vrouw van verdachte als naaister in huis gehad. Zij verklaart, dat een 6tuk papier, ten huize van K. in beslag geno men, heeft behoord tot de emballage van een pakje naaigoed, dat zij destijds aan mej. K. heeft meegeven en dat uit haar (ge- tuige's) buis afkomstig was. Mej. K., echtgenoote van verdachte en naaister van beroep, antwoordt ontken nend op een vraag van den verdediger of baar man wel eens 'n pet droeg. De verdediger vraagt verder of haar man wel eens woorden heeft gehad met Junier. Getuige mej. K„ die echter nauwelijks Is te verstaan bevestigt dit met de noo- dige toelichting. Voorts zegt getuige, dat zij op den avond van 29 Sept boodschap IN EEN MOTORLOOS VLIEGTUIG OVER DE TOPPEN DER ALPEN EEN OPNAME VAN HET Z E EL VLIEGTUIG „FAFNIR" BOVEN DE ALPEN. Groenholl's tocht over dc Hooge Alpen in zijn zeilvliogtnig „Fafnir" vormt een der meest grootsche praestaties op dit gebied. Onze foto kan een indruk geven van de gevaren die den jongen vlieger bedreigden, wanneer hij ook maar één secoude de maoht over zijn vliegtuig verloren had. pen zou gaan doen. Toen zij wegging wa ren de winkels in de Hobbemastraat nog open; toen zij in de binnenstad kwam, wa ren de winkels hier gesloten. Bij haar te rugkeer, onmiddellijk daarna, vond zij haar man thuis in de keuken; dat zal om streeks half 10 zijn geweest. De verdediger vraagt of zij in haar tuin een drooglijn van touw heeft. Get. antwoordt ontkennend. De verdediger: Toch heeft J. ver klaard, dat hij een stuk drooglijn bij K. uit den tuin heeft gehaald. Getuige herkent verder een in be slag genomen tasch als haar eigendom. Verdachte zegt nog, dat hetzij hij, hetzij zijn vrouw 's avonds altijd thuis was. Zij waren nooit samen afwezig. Dien avond is verdachte thuis gebleven. Dc president vraagt den verdachte of hij thans bekent Verdachte blijft ontkennen. Hij is noch den 28sten noch den 29sten Septem ber bij de Wittebrug geweest Wel heeft hij den 28sten September een eindje met Junier meegereden. Op een vraag of dit zijn eigen wagen was, antwoordde Junier toen tot verdachte: Neen, m'n eigen wagen staat In Amsterdam. Verdachte acht het voorts tc gek om los te loopen, dat hij 'n half uur nadat het misdrijf is geploegd met 'n tasch In een tramwagen zou hebben gezeten. Hij heeft nog nooit op lijn 14 gestaan, en zelfs nog nimmer op 'n eenmanswagen. Een grijs costuum bezit verd. niet; hij heeft geen ander dan wat hij thans draagt en dat een zwart costuum is. Te 1.15 wordt de zitting geschorst tot half drie, wanneer allereerst de getuige Binder zal worden gehoord. Te ruim half drie wordt de zitting her opend. Get. Binder verklaart, dat het num mer van den verhuurden auto is H 28833. Requisitoir. Mr. Blok, officier van Justitie, thans het woord verkrijgend, gaat na hoe dc postauto hoeft gereden on hoe deze bij den van Lennepweg werd gesloten, zij het niet op de gebruikelijk voorgeschreven wijze. De postbeambten hebben gezien, dat iemand den wagen aan de achterzijde had open gemaakt en zich met den postzak ver wijderde. Junier heeft een bekentenis afgelegd waaruit is geblekei., hoe een en ander in z'n werk is gegaan. Spr. wil omtrent de betrouwbaarheid van Junier hier niets zeg gen. Er is een rapport van de deskundigen dr. Gerritsen en Scholtens, waaruit valt te concludeeren, dat afgezien van den geestestoestand van Junier in het algemeen het afleggen van betrouwbare verklarin gen door J. zeer wel aannemelijk mag wor den geacht. Dit wordt ook niet door den psychiater decharge toegegeven. Wanneer echter de verklaring van J. op zichzelf was blijven staan, dan zou spr. daaraan niet die waarde hechten, die zij in het verband van de zaak thans heeft. De overige verklaringen van de getui gen bevestigen echter hetgeen Junior heeft gezegd. Op spreker maakt de verklaring van Junier den indruk van iemand, die, nu de zaak eenmaal is uitgekomen, er ge noeg van heeft en die nu verder de gebeele zaak aan het licht brengt Daarbij komt dat de trambestuurder den man, die thans te recht staat heeft her kend, althans heeft meencn te herkennen, als iemand,, die in zijn eenmanswagen heeft meegereden op den bewusten avond. Verder is gebleken uit het chemisch on derzoek dat de gevonden korrels lak uit den tasch van K. van dezelfde soort een bijzondere soort zijn als de lak, waarmee postzakken worden verzegeld. Hij acht het verder zeer wel mogelijk, dat verdachte K. den avonds van 29 September niet den ge- heelen tijd thuis is geweest Er is z.i. geen enkele reden om to twij felen aan de verklaring van Junier, dat deze tezamen met K. den roof heeft ge pleegd. Laatstgenoemde is evenmin als Junier in het bezit van een blanco strafregister al was het 1918 toen hij voor het laatst met 'Je Justitie had kennis gemaakt. Spr. concludeert, dat K. moet worden schuldig verklaard aan den diefstal, die hem is ten laste gelegd en dat hij» gezien den ernst van het feit tot de maximum straf, n.l. vier jaren gevangenis straf moet worden veroordeeld. PleldooL Mr. M. H. Huygens, verdachtes raade- man. vangt zijn pleidooi aan met te con- stateeren, dat de wijze, waarop met Junier, den ex-mede verdachte, is te werk gegaan n.l. buiten vervolgingstelling, hoewel hij volledig bekende om tegen K. te kunnen getuigen afkeuring verdient, omdat al dus een prijs wordt gesteld op het beken nen, terwijl daar tegenover een straf op het ontkennen door dezen verdachte zou staan. Pleiter acht den ex-verdachte Junier als getuige geheel onbetrouwbaar. Het is zeer wel mogelijk dat er een derde in het spel is, dien J. er buiten tracht te houden om het restant van den buit te trachten to redden. In die richting wijst ook het vin den van een pet, die niet de pet van K., noch van J. is. De politie heeft huiszoeking gedaan bij K., doch zij heeft geen spoor van een drooglijn gevonden, waarvan Junier in den tuin van K. een deel zou hebben afgesneden Tenslotte verklaart spr. dat Junier reeds jaren en jaren geleden dezen ver dachte heeft bezwaard, hetgeen blijkt uit een door spr. ontvangen brief van den pro cureur-generaal v. d. Brandeler. Wat het costuum betreft verklaart een der getuigen n.l. de trambestuurder dat hij iemand met een grijs costuum heeft gezien' Uit andere verklaringen is echter op te maken, dat het een blauw costuum moet zijn geweest. Deze kleuren loopen wel zoo zeer uiteen, dat men niet één en dezelfde persoon op het oog kan hebben gehad. Ook zou er een half uur speling zijn tusschen het moment waarop de trambestuurder iemand op zijn wagen beeft gehad, die aan het signalement van K. zou beantwoorden en het tijdstip van den roof. In dat half uur zijn er stellig 4 trams voorbijgegaan van dezelfde lijn. Het is niet aan te ne men, dat verdachte K. een half uur met 'n tasch met gestolen waarden in de band zou hebben rondgewandeld. De auto van Junier zou hem toch stellig binnen 2 mi nuten naar de bewuste tramhalte hebben gebracht, indien K. in dien auto zou heb ben plaats genomen. De verklaringen van den tramconducteur hebben z.i. geen waarde. Spr. oefent verder critiek uit op het rap port van den heer Schirm c.s. In den tasch is een ratjetoe gevonden van voorwerpen, als korrels zand, enz. Het is volstrekt niet onmogelijk, dat daar ook eenige korrels lak bij ztjn geweest, die van eenzelfde soort zijn als lak dat bij verze geling der postwaarden wordt gebezigd. We hebben allemaal wel eens poststuk ken met lak bij ons; op zichzelf zegt dit dus niets. Verdachte K., was veel op reis, o.a. in België. De officier is wel zeer vluchtig over al lerlei zaken heen geglipt. Spr. pleit geen clementie; hij meent ech ter, dat de officier van Justitie er niet in is geslaagd, te bewijzen, dat deze verd. het misdrijf heeft gepleegd en concludeert, dat K. wegens gebrek aan bewijs zal wor den vrijgesproken. Verdachte K. houdt vervolgens nog een kort zelfpleidooi; waarbij hij gelegen heid vindt, den heer Huygens hartelijk te danken voor diens belangeloozen arbeid in deze zaak, en waarbij hij verklaart als eer lijk man door het leven te zijn gegaan sinds 1918. De uitspraak wordt bepaald op Dinsdag 9 Februari. NIEUWE INDUSTRIE IN NEDERLAND. t Naa;- wij vernemen, zal de N.V. Chem. bouw, een dochteronderneming van de N.V. Vereenigde Nederlandsche Chamotte-fa brieken te Geldermalsen. welke zich tot nu toe uitsluitend bezig hield met het aan brengen van zuurvaste beschermlagen voor apparaten, vloeren, e.d. voortaan ook de kitten en massa's, welke hiervoor noodig zijn, zelf vervaardigen. Tot nu toe werden deze speciale praepa- raten uit Duitschland ingevoerd. Thans heeft de N.V. Chembouw de betreffende li centies gekocht en zal deze producten, waarvan asphalten, zwavel, rubber, benzi ne en verschillende mineralen de voor naamste grondstoffen zijn in Nederland vervaardigen. Het juteweefsel wordt even eens van een Nederlandsche fabriek betrok- -keo.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 10