IS DE EX-VERDACHTE BETROUWBAAR?
HET O.M. EISCHT 4 JAAR
DE POSTROOF
De verdediger concludeert tot
vrijspraak wegens gebrek
aan bewijs
Verdachte blijft ontkennen
*s-Gravenhage, 26 Jan. Onder grootc
belangstelling werd heden vcor de Haag-
sche rechtbank de zaak van den postover
val aan den Van Lennepweg (Wittebrug)
behandeld.
In herinnering zij gebracht, dat in den
avond van 29 September j.l. nabij de Witte
brug uit een postauto, die even tevoren aan
bet bijpostkantoor van Lennepweg eenige
zakken poststukken had afgehaald, iemand
ui een kort moment, juist toen de postauto
wilde vertrekken om zijn rondrit voort te
zetten, kans zag het achterportier te openen
en uit den wagen een zak met geldswaarden
weg te nemen, waarmee de dader ijlings
per gereedstaanden personenauto de vlucht
nam. De postbeambte had nog even gele
genheid het nummer van den wegsnellen
den auto althans ongeveer op te nemen,
welke aanwijzing, gevoegd bij andere, leid
de tot de opsporing van twee verdachten.
F. J., groentekoopman en J. Klos werk
man en tot terugvinding van een dec! van
den buit, ongeveer 8000, welke buit in
totaal plus j 17000 had bedragen.
Aanvankelijk werd aan beide verdachten
diefstal in vereeniging ten laste gelegd,
doch de officier van justitie heeft later den
verdachte J. buiten vervolging gesteld,
hoewel deze een volledige bekentenis had
afgelegd, waarbij hij zijn mede verdachte
K. als mededader aanwees en ofschoon ten
huize van J. ongeveer 8000 van den buit
in de W. C verborgen was gevonden.
Bij dagvaarding werd nu aan J. K. ten
laste gelegd:
„dat hij te 's-Gravenhage in den avond
van 29 September 1931 heeft weggenomen
met het oogmerk om zich wederrechtelijk
toe te eigenen uit een vierwielig motorrij
tuig der Ned. posterijen een postzak, in
houdende een geldsbedrag van omstreeks
17000, alsmede een groot aantal brieven
met en zonder geldswaardigen inhoud, een
en ander tocbehoorende aan den Staat der
Nederlanden, althans aan een of meer an
dere dan aan hem „verdachte".
De rechtbank is samengesteld als volgt:
jhr. mr. De Joncheere, president; mr. van
Laer en mr. De Vries, rechters; mr. Blok,
officier van Justitie.
Er zijn van de zijde van het O. M. 14 ge
tuigen en deskundigen opgeroepen en van
de zijde van den verdediger, rnr. M. H. Huy
gens, vier getuigen en een psychiater
a décharge.
De heer J. Kuipers, commies der P. T.
T„ was op 29 Sept. belast met de verpak
king van de poststukken in laatstgenoemd
bijkantoor. De zakken werden verzegeld
met het daarvoor gebruikelijke zwarte lak;
zij werden in den postauto geladen, die
daarna werd gesloten. Een van de zakken
bevatte een waarde van 17000. De zak is
als corpus delicti aanwezig en wordt door
getuige herkend.
De derde getuige is de 37-jarige hulpbe
steller-chauffeur bij de posterijen J. J. Go-
vers, die in gezelschap van den hulpbe
steller O. van Nieuwenhuijzen welke
laatste wegens ziekte niet als getuige kan
worden gehoord. Hij verklaart, den wagen
bij de Charl. de Bourbonstraat niet een
krukslot te hebben gesloten.
Pres.: Behooren do postauto's waarin
geldswaarden zijn geladen, niet levens met
'n Yale-slot te worden gesloten?
Getuige: Ja meneer de president.
Pres.: Waarom hebt u dat dien avond
niet gedaan?
Get.: In de haast is dat niet gebeurd.
Pres.: Dat was dan wel hoogst onvoor
zichtig. Enfin, u hebt er, meen ik, wel 'n
berisping voor ontvangen van de zijde van
uw chefs.
Get.: Ja, president.
Pres.: En toen bent u naar den van
Lennepweg gereden. Hebt u daarna den
wagen weer op dezelfde nonchalante ma
nier gesloten?
Get.: Weer met het krukslot.
Pres.: Hebt u daarna gemerkt dat iets
uit den wagen werd weggenomen?
Get.: Ja meneer de president, ik zag
iemand met een postzak, nadat die man
de deur had weten te openen, hard weg-
loopen. Het was donker Cs avonds vóór
half negen), zoodat ik niet veel kon onder
scheiden. Wel heb ik het nummer van den
personenauto zoo goed mogelijk opgeno
men, het was H 28832 of 2S833.
De verdediger mr. II u y e n s vraagt in
hoeveel tijd zich een en ander heeft afge
speeld.
Get.: Alles binnen ten hoogste 3 minu
ien.
Vervolgens wordt de ex-medeverdachte F.
J. gehoord. Hij legt den eed af, en verklaart
den personenauto op Maandag 28 Sept. ge
huurd te hebben omstreeks zes uur in de
garage Binda aan de Vaillantlaan. Daar
mee is hij weggereden tot een punt waar
later de verdachte K. in de auto is komen
zitten. Onderweg heeft getuige nog een re
paratie aan een der lampen van den auto
verricht. Van het voornemen om dien
avond de poetauto te borooven is toen ech
ter afgezien. Getuige, had er geen zin meer
in.
Pres.: Toen hebt u daarmee gewacht
tot den volgenden avond.
Get.: Ja, meneer de president. In de de
Heemstraat is den volgenden avond (29
Sept.) ingestapt Daarop zijn we naar de
Wittebrug gereden, waar wij de komst van
den postauto hebben afgewacht Na Óen
zak met geldswaarden daaruit te hebben
weggenomen is get. met den personenauto
weggereden. Een deel van den inhoud werd
bij hem thuis verborgen op zoodanige wijze,
dat zijn huisgenooten het niet bemerkten.
Verdachte K. heeft daarna den leegen post
zak verborgen..
Het bankpapier heeft hij bij hem thuis
op tafel neergelegd en later in de W.C. ver
borgen in een ruimte onder den grond.
In beslag werd later een pet genomen,
waarvan get verklaart dat zij den ver
dachte toebehoort.
Verdachte ontkent dit en zegt dat het
een pet van Junior is.
Pres. tot getuige: Zet u de pet oens op.
(De pet blijkt veel tc klein voor getuige).
Pres.: Deurwaarder, zet de pet eens op
het hoofd van verdacht. (Aldus geschiedt:
de pet past).
Do verdediger vraagt den getuige of
deze dien avond bijzonder zenuwachtig
was.
Getuige beaamt dit. Voorts antwoordt
hij op een desbetreffende vraag, den bewus-
tcn vooravond een stuk van een touw
(drooglijn) in den tuin te hebben afgesne
den.
Verdachte verklaart omtrent de pet,
dat getuige wel degelijk heeft gezegd, dat
het zijn pet was Voorts betoogt verd. dat
deze getuige iemand is die 12 jaar van zijn
leven in de gevangenis heeft doorgebracht.
Deze getuige wil verdachte tot ondergang
brongen en deinst voor geen middelen of
leugens terug. Evenals een sadist in staat is
een kind te vermoorden, waarmee hen on
tucht heeft gepleegd en dan de schuld nog
op een ander te laden, evenzeer is deze ge
tuige tot alles in staat om mij eronder te
brengen. Hij is daar al 20 jaar lang mee
bezig. Dat zal straks nader door den ver-!
dediger worden aangetoond.
Pres.: U hebt zelf ook in de gevangenis
gezeten.
Verdachte: Dat doet er hier niet toe.
Volgende getuige is de hulpbcsteller J. P
Soy e r, die op 28 Sept. (den avond vóór
den postroof) op den postauto zat. Hij heeft
toen wel enkele personen opgemerkt, die
zich bij de Wittebrug verdacht ophielden.
Een hunner had uitpuilende oogen.
Verdediger: Deze verdachte niet.
Vervolgens wordt de garagehouder R. P.
Th. Binda gehoord, die den personenauto
in de garageVaillantlaan heeft verhuurd
Hij verklaart de auto niet persoonlijk op
28 Sept. te hebben afgegeven, doch wel op
29' Sept. na den rit in ontvangst genomen
Het nummer weet hij niet precies meer.
Pres.: Gaat u dan nu naar hui6 om het
nummer op te nemen en komt u (het is nu
half 12) om 2 uur terug. Wij hebben uw
verklaring omtrent het nummer noodig.
Verder worden gehoord de schoenmaker
J. H. van Loenon, die eenige onder
geschikte mededcelingen doet en de tram
bestuurder A. v. d. Waal, die op dnn
avond van den postroof dienst deed op den
eenmanswagen van lijn 14 en nabij de Bad
kapel te 8.52 iemand uit de tram heeft zien
stappen, dragende een grijs costuum en
met een tasch bij zich. Die inan had tijdens
den rit bij eenige vorige haltes telkens
nauwlettend naar buiten gekeken. Bij de
Badkapel stapte de man uit en begaf zich
naar iemand anders op het trottoir.
De Verdediger vraagt dezen getuige,
welke functies een bestuurder van een één-
manswagen heeft te verrichten en of deze
bestuurder dan nog gelegenheid heeft op
allerlei bijzaken te letten.
AMERIKA VERVOERT HEELE HUIZEN LANGS EEN WATERWEG.
Eau Amerikaansch Ingenieur hesft een nieuw middel bedacht om
gereed gemaakte vervoerbare halzen te expedieersn. Daar er geen
spoorweg In de buurt was werden ze op groots vlotten geplaatst en te
water bereikten ze zoodoende de plaats van bestemming.
Getuige geeft een exposé van een en
ander.
Verdediger: De man begaf zich ter
linkerzijde, en bij uw werk als bestuurder
hebt u op rechts te letten.
Getuige verklaart het zeer wel moge
lijk te achten, op personen in of buiten den
wagen te letten. De verdediger moet zich
ruaar eens bij mij op den wagen daarvan
komen overtuigen.
Verdediger: Ik kom herhaaldelijk op
'n eenmanswagen, n.l. van lijn 2. Bij u kom
ik niet; u let veel te erg op rne. (Gelach).
Verdachte, daartoe door den presi
dent in de gelegenheid gesteld, vraagt don
getuige of de politie hem heeft opgezocht.
Getuige antwoordt bevestigend.
Verdachte houdt een twistgesprek
met den getuige en eindigt met de opmer
king dat de rechtbank den getuige z.i. niet
zal kunnen vertrouwen.
Dc volgende getuige zou de heer L. W.
Galjaard zijn, doch deze is niet versche
nen.
Gehoord wordt nu de heer J. M. W a 11-
man, politie-inspecteur, als deskundige
Get. heeft de lakzegels van den postzak en
eenige restanten van zegels (korreltjes) die
hij in een in beslag genomen tasch had ge
vonden, in onderzoek genomen. De korrel
tjes pasten echter niet in de beschadiging
van bet lakzegel van den postzak.
De heer A. H. Schirm, directeur van
de gemeente apotheek, heeft 7 korreltjes
lak uit den tasch ter chemisch onderzoek
ontvangen. Vier daarvan heeft hij onder
zocht; zij hadden dezelfde physische en
chemische eigenschappen als het lak van
den postzak. Met aan zekerheid grenzende
waarschijnlijkheid kan spr. zeggen, dat de
korreltjes lak, gevonden in den tasch en
door hem onderzocht, afkomstig zijn van
oen postzak.
Ook heeft desk. eenige vezels, welke op
een stukje lak werden aangetroffen, onder
zocht, welke vezels van het materiaal van
den postzak afkomstig kunnen ztjn.
Verdediger: Was deze postzak van
een bijzondere vezelconstructie? Gelooft u
ook niet, dat dezelfde soort zakken in den
handel worden gebruikt?
Desk.: Daar zijn ze te duur voor.
Verdediger: Dat geldt misschien
voor 'n aardappelenhandel, maar bijv. niet
voor 'n juwelier.
Deskundige geeft toe, dat een juwe
lier dergelijke zakken wel zou kunnen ge
bruiken.
Verder worden gehoord de rechercheur
H. v. d. Burg, die eenige zakken in beslag
genomen heeft, en de inspecteur van politie
H. J. M e 1 s e, aan wien eerstgenoemde de
zakken heeft overgedragen.
Daarna worden de getuigen en de des
kundige décharge, opgeroepen door den
verdediger, gehoord.
Allereerst dr. v. Op buy sen, psychia
ter, die verklaart, het rapport van de docto
ren Gerritsen en Scholtens omtrent het
psychiatrisch onderzoek van den patient
Junies te hebben gecontroleerd. In hoofd
zaak kan hij dit rapport bevestigen, waar
in ten aanzien van Junies wordt verklaard,
dat deze een aangeboren geestelijk defect
heeft en dat zijn geestelijke capaciteit zeer
veel geringer is dan normaal, zoomede dat
Junies uit de vrije maatschappij, waarvoor
hij gevaarlijk is, behoort te worden verwij
derd, echter niet door plaatsing in een ge
vangenis, doch in een gesticht.
Intus9chen heeft spreker wel eenige te
genstrijdigheden in het rapport gevonden.
Spr. ziet in den patiënt een psychopaat,
die behept is met bepaalde eigenschappen,
welke hem in staat stelden een handeltje te
drijven, maar tevens misdrijven te plegen.
Bij een vorige gelegenheid verklaarde de
patiënt zijn medeverdachte K. ten onrechte
van medeplichtigheid te hebben beschul
digd. De politie-commissaris Kramer moet
cp het gemoed van den verdachte Junies
hebben gewerkt, om dezen ertoe te bren
gen zijn mededader aan te wijzen.
Tot deze aanwijzing is Junies eerst over
gegaan, nadat het geld bij hem (J.) thuis
in beslag was genomen.
Spr. betreurt in het rapport o. m. een
formuleering die geconstrueerd is op om
keering van een bewijs.
Het rapport bevat voldoende gegevens
om zich een oordeel te vormen omtrent de
geloofwaardigheid van verklaringen van
Junior, maar diezelfde positiviteit kan er
toe leiden, dat verklaringen, ten onrechte
door J. gedaan om een ander te bezwaren
als juist worden aangemerkt.
De geloofwaardigheid van de verklarin
gen van Junior in het onderhavige geding
worden in het rapport van spr. niet ge
noemd evenmin als in dat van de doctoren
Gerritsen en Scholtens.
Op een desbetreffende vraag van den
officier van Justitie antwoordt spr. dat
hij den patiënt Junier niet persoonlijk
heeft onderzocht, doch dat spr. het rapport
van de beide doctoren tot grondslag heeft
genomen.
Dr. Gerritsen wordt vervolgens als
deskundige gehoord.
De president vraagt hem of Junier
al of niet als geloofwaardig in het onder
havige geding moet worden beschouwd.
Dr. Gerritsen: Zelfs de meest ge
zonde mensch kan liegen. Hier gaat het
evenwel om de pathologische eigenschap
pen. Welnu, spr. meent, dat de psychische
afwijkingen van Junier buiten diens ge
loofwaardigheid omgaan, d.w.z. patholo
gisch gesproken.
Mevr. O p s t av. d. S t e e n e, als getui
ge a decharge gehoord, heeft in de maand
Mei de vrouw van verdachte als naaister
in huis gehad. Zij verklaart, dat een 6tuk
papier, ten huize van K. in beslag geno
men, heeft behoord tot de emballage van
een pakje naaigoed, dat zij destijds aan
mej. K. heeft meegeven en dat uit haar (ge-
tuige's) buis afkomstig was.
Mej. K., echtgenoote van verdachte en
naaister van beroep, antwoordt ontken
nend op een vraag van den verdediger of
baar man wel eens 'n pet droeg.
De verdediger vraagt verder of haar
man wel eens woorden heeft gehad met
Junier.
Getuige mej. K„ die echter nauwelijks
Is te verstaan bevestigt dit met de noo-
dige toelichting. Voorts zegt getuige, dat
zij op den avond van 29 Sept boodschap
IN EEN MOTORLOOS VLIEGTUIG OVER DE TOPPEN DER ALPEN
EEN OPNAME VAN HET Z E EL VLIEGTUIG „FAFNIR" BOVEN DE ALPEN.
Groenholl's tocht over dc Hooge Alpen in zijn zeilvliogtnig „Fafnir" vormt een
der meest grootsche praestaties op dit gebied. Onze foto kan een indruk geven
van de gevaren die den jongen vlieger bedreigden, wanneer hij ook maar één
secoude de maoht over zijn vliegtuig verloren had.
pen zou gaan doen. Toen zij wegging wa
ren de winkels in de Hobbemastraat nog
open; toen zij in de binnenstad kwam, wa
ren de winkels hier gesloten. Bij haar te
rugkeer, onmiddellijk daarna, vond zij
haar man thuis in de keuken; dat zal om
streeks half 10 zijn geweest.
De verdediger vraagt of zij in haar
tuin een drooglijn van touw heeft.
Get. antwoordt ontkennend.
De verdediger: Toch heeft J. ver
klaard, dat hij een stuk drooglijn bij K.
uit den tuin heeft gehaald.
Getuige herkent verder een in be
slag genomen tasch als haar eigendom.
Verdachte zegt nog, dat hetzij hij,
hetzij zijn vrouw 's avonds altijd thuis was.
Zij waren nooit samen afwezig. Dien avond
is verdachte thuis gebleven.
Dc president vraagt den verdachte
of hij thans bekent
Verdachte blijft ontkennen. Hij is
noch den 28sten noch den 29sten Septem
ber bij de Wittebrug geweest Wel heeft
hij den 28sten September een eindje met
Junier meegereden. Op een vraag of dit
zijn eigen wagen was, antwoordde Junier
toen tot verdachte: Neen, m'n eigen wagen
staat In Amsterdam.
Verdachte acht het voorts tc gek om los
te loopen, dat hij 'n half uur nadat het
misdrijf is geploegd met 'n tasch In een
tramwagen zou hebben gezeten. Hij heeft
nog nooit op lijn 14 gestaan, en zelfs nog
nimmer op 'n eenmanswagen. Een grijs
costuum bezit verd. niet; hij heeft geen
ander dan wat hij thans draagt en dat een
zwart costuum is.
Te 1.15 wordt de zitting geschorst tot
half drie, wanneer allereerst de getuige
Binder zal worden gehoord.
Te ruim half drie wordt de zitting her
opend.
Get. Binder verklaart, dat het num
mer van den verhuurden auto is H 28833.
Requisitoir.
Mr. Blok, officier van Justitie, thans
het woord verkrijgend, gaat na hoe dc
postauto hoeft gereden on hoe deze bij den
van Lennepweg werd gesloten, zij het niet
op de gebruikelijk voorgeschreven wijze. De
postbeambten hebben gezien, dat iemand
den wagen aan de achterzijde had open
gemaakt en zich met den postzak ver
wijderde.
Junier heeft een bekentenis afgelegd
waaruit is geblekei., hoe een en ander in
z'n werk is gegaan. Spr. wil omtrent de
betrouwbaarheid van Junier hier niets zeg
gen. Er is een rapport van de deskundigen
dr. Gerritsen en Scholtens, waaruit valt
te concludeeren, dat afgezien van den
geestestoestand van Junier in het algemeen
het afleggen van betrouwbare verklarin
gen door J. zeer wel aannemelijk mag wor
den geacht. Dit wordt ook niet door den
psychiater decharge toegegeven.
Wanneer echter de verklaring van J. op
zichzelf was blijven staan, dan zou spr.
daaraan niet die waarde hechten, die zij
in het verband van de zaak thans heeft.
De overige verklaringen van de getui
gen bevestigen echter hetgeen Junior heeft
gezegd. Op spreker maakt de verklaring
van Junier den indruk van iemand, die,
nu de zaak eenmaal is uitgekomen, er ge
noeg van heeft en die nu verder de gebeele
zaak aan het licht brengt
Daarbij komt dat de trambestuurder den
man, die thans te recht staat heeft her
kend, althans heeft meencn te herkennen,
als iemand,, die in zijn eenmanswagen
heeft meegereden op den bewusten avond.
Verder is gebleken uit het chemisch on
derzoek dat de gevonden korrels lak uit
den tasch van K. van dezelfde soort een
bijzondere soort zijn als de lak, waarmee
postzakken worden verzegeld. Hij acht het
verder zeer wel mogelijk, dat verdachte K.
den avonds van 29 September niet den ge-
heelen tijd thuis is geweest
Er is z.i. geen enkele reden om to twij
felen aan de verklaring van Junier, dat
deze tezamen met K. den roof heeft ge
pleegd.
Laatstgenoemde is evenmin als Junier in
het bezit van een blanco strafregister al
was het 1918 toen hij voor het laatst met
'Je Justitie had kennis gemaakt.
Spr. concludeert, dat K. moet worden
schuldig verklaard aan den diefstal, die
hem is ten laste gelegd en dat hij» gezien
den ernst van het feit tot de maximum
straf, n.l. vier jaren gevangenis
straf moet worden veroordeeld.
PleldooL
Mr. M. H. Huygens, verdachtes raade-
man. vangt zijn pleidooi aan met te con-
stateeren, dat de wijze, waarop met Junier,
den ex-mede verdachte, is te werk gegaan
n.l. buiten vervolgingstelling, hoewel hij
volledig bekende om tegen K. te kunnen
getuigen afkeuring verdient, omdat al
dus een prijs wordt gesteld op het beken
nen, terwijl daar tegenover een straf op
het ontkennen door dezen verdachte
zou staan.
Pleiter acht den ex-verdachte Junier als
getuige geheel onbetrouwbaar. Het is zeer
wel mogelijk dat er een derde in het spel
is, dien J. er buiten tracht te houden om
het restant van den buit te trachten to
redden. In die richting wijst ook het vin
den van een pet, die niet de pet van K.,
noch van J. is.
De politie heeft huiszoeking gedaan bij
K., doch zij heeft geen spoor van een
drooglijn gevonden, waarvan Junier in den
tuin van K. een deel zou hebben afgesneden
Tenslotte verklaart spr. dat Junier
reeds jaren en jaren geleden dezen ver
dachte heeft bezwaard, hetgeen blijkt uit
een door spr. ontvangen brief van den pro
cureur-generaal v. d. Brandeler.
Wat het costuum betreft verklaart een
der getuigen n.l. de trambestuurder dat hij
iemand met een grijs costuum heeft gezien'
Uit andere verklaringen is echter op te
maken, dat het een blauw costuum moet
zijn geweest. Deze kleuren loopen wel zoo
zeer uiteen, dat men niet één en dezelfde
persoon op het oog kan hebben gehad. Ook
zou er een half uur speling zijn tusschen
het moment waarop de trambestuurder
iemand op zijn wagen beeft gehad, die aan
het signalement van K. zou beantwoorden
en het tijdstip van den roof. In dat half
uur zijn er stellig 4 trams voorbijgegaan
van dezelfde lijn. Het is niet aan te ne
men, dat verdachte K. een half uur met 'n
tasch met gestolen waarden in de band
zou hebben rondgewandeld. De auto van
Junier zou hem toch stellig binnen 2 mi
nuten naar de bewuste tramhalte hebben
gebracht, indien K. in dien auto zou heb
ben plaats genomen.
De verklaringen van den tramconducteur
hebben z.i. geen waarde.
Spr. oefent verder critiek uit op het rap
port van den heer Schirm c.s.
In den tasch is een ratjetoe gevonden
van voorwerpen, als korrels zand, enz. Het
is volstrekt niet onmogelijk, dat daar ook
eenige korrels lak bij ztjn geweest, die van
eenzelfde soort zijn als lak dat bij verze
geling der postwaarden wordt gebezigd.
We hebben allemaal wel eens poststuk
ken met lak bij ons; op zichzelf zegt dit
dus niets. Verdachte K., was veel op reis,
o.a. in België.
De officier is wel zeer vluchtig over al
lerlei zaken heen geglipt.
Spr. pleit geen clementie; hij meent ech
ter, dat de officier van Justitie er niet
in is geslaagd, te bewijzen, dat deze verd.
het misdrijf heeft gepleegd en concludeert,
dat K. wegens gebrek aan bewijs zal wor
den vrijgesproken.
Verdachte K. houdt vervolgens nog
een kort zelfpleidooi; waarbij hij gelegen
heid vindt, den heer Huygens hartelijk te
danken voor diens belangeloozen arbeid in
deze zaak, en waarbij hij verklaart als eer
lijk man door het leven te zijn gegaan
sinds 1918.
De uitspraak wordt bepaald op Dinsdag
9 Februari.
NIEUWE INDUSTRIE IN
NEDERLAND.
t
Naa;- wij vernemen, zal de N.V. Chem.
bouw, een dochteronderneming van de N.V.
Vereenigde Nederlandsche Chamotte-fa
brieken te Geldermalsen. welke zich tot nu
toe uitsluitend bezig hield met het aan
brengen van zuurvaste beschermlagen voor
apparaten, vloeren, e.d. voortaan ook de
kitten en massa's, welke hiervoor noodig
zijn, zelf vervaardigen.
Tot nu toe werden deze speciale praepa-
raten uit Duitschland ingevoerd. Thans
heeft de N.V. Chembouw de betreffende li
centies gekocht en zal deze producten,
waarvan asphalten, zwavel, rubber, benzi
ne en verschillende mineralen de voor
naamste grondstoffen zijn in Nederland
vervaardigen. Het juteweefsel wordt even
eens van een Nederlandsche fabriek betrok-
-keo.