HET NIEUWE ROME DE EVANGEUSTE MET DE SLANGEN DE RADIO IN 1931 door ETHA FLES DE KRACHTVOORRAADSCHUUR DER WERELD n BRIEF DIT AMERIKA New York, Januari 1932. Zuster Smothers is een evangeliste. aie In den Amerikaanschen staat Tennessee en ook wel daarbuiten bijeenkomsten houdt. Dit zou haar nog niet tot een bekonde fi guur maken, doch zij koestert door de kracht van haar geloofsvertrouwen geen vrees voor de meest vergiftige slangen en door dit feit komen velen onder den indruk van haar woorden. Er worden geregeld door „twijfelaars" slangen meegebracht naar de bijeenkomsten en het was inderdaad op merkelijk, dat deze dieren Zuster Smothers nooit beten. Doch eenigen tijd geleden kwam de zwaarste proef van haar geloof. Een der meegebrachte slangen, een zeer vergiftige ratelslang, beet haar en de hevig verschrik te aanwezigen dachten niet anders, of zij zou binnen enkele oogenblikken 6terven Dit gebeurde echter niet; zij ging rustig voort met het leiden der bijeenkomsten en na afloop daarvan, 50 minuten nadat zij gebeten was, ging zij naar huis. Van de beet heeft zij slechts weinig ongemak on dervonden, hoewel over het algemeen de beet van een ratelslang, wanneer zij al niet doodelijk is, toch zeer ernstige koortsen en andere ziekteverschijnselen veroorzaakt. Ongetwijfeld is het geval van Zuster Smo thers zeer merkwaardig en vele medici heb ben er zich naderhand mee beziggehouden, toen het gerucht van het voorval zich ver spreidde. Haar naam was plotseling door het geheele land bekend en haar levensloop werd in alle dagbladen beschreven. Deze was zeer eenvoudig tot aan het oogenblik, dat er voor het eerst een slang op de bij eenkomst van Zuster Smothers werd bin nengebracht Zij was toen een pas begin nend evangelistc en kon de menschen niet boeien. Wellicht was dit ook een gevolg van het feit dat zij zich in dien tijd ernstige zorgen maakte om haar man. Hoe het ook zij, het publiek kwam meer om haar te be spotten en zich over haar vroolijk te ma ken, dan om ernstig naar haar te luisteren. En op zekeren avond, toen zij zeide, dat er geen kwaad kon overkomen aan dogenen, die op God vertrouwen, antwoordde een man uit het publiek: „Ik heb buiten de deur een ratelslang staan in een emmer. Wilt U hem eruit halen en ons laten zien, dat God met U is?" Het was voor Zuster Smothers geen ge makkelijk geval. Zij trachtte de aanwezigen uit te leggen dat haar slechts dan geen kwaad zou overkomen, wanneer het God's wil was, dat zij ongedeerd zou blijven, maar daarmee verloor zij nog meer terrein. Zij voelde bovendien een ingeving, dat zij op het voorstel van den man in moest gaan. Dit deed zij dan ook en bij bracht nu den em mer binnen, die met een stuk blik was af gedekt. Zij plaatste den emmer voor zich op het podium, nam bet blik wog en haal de de ratelslang eruit. Later heeft zij dik wijls verteld, dat zij op dat oogenblik het meest verbaasd was over haar eigen ge voelens. Zij gevoelde geen zweem van angst in haar hart. En de slang beet haar niet. Met één 6lag had zij haar toehoorders ge wonnen. Het barstte uit in luidruchtige toe juichingen. Dit had op zichzelf de slang reeds onrustig kunnen maken, doch het dier bleef kalm en liet zich gewillig in den emmer terugplaatsen. Daarna bedaarde het rumoer en kon nog een mooie avond volgen. Sindsdien werden er herhaaldelijk slan gen meegebracht op haar bijeenkomsten. Het is onjuist, dat haar geloofsgenooten dit doen. Het zijn juist de z.g. twijfelaars, die haar op de proef willen stellen of aan be drog denken. De bergbewoners van West- 'Tunnessee, waaronder zij voornamelijk werkt, gelooven geen onaannemelijk schij nende verhalen en moeten het feit zelf moe gemaakt hebben, voordat zij eraan geloo ven. Vanaf 1920, toen Zuster Smothers voor het eerst een slang opnam, zonder gebeten te worden, zijn er herhaaldelijk slangen meegebracht door de „Twijfelaars", vele ratelslangen, doch ook slangen van andere vergiftige soorten. Geen van die dieren beet haar, totdat enkele maanden geleden bet opzienbarende voorval plaats had, dat wij boven noemden. Weer was het een ratel slang, die bij Zuster Smothers gebracht werd, ditmaal een diepzwarte, een groot exemplaar van 1 M. 20 c.M. Het dier was over een grooten afstand in een klein kistje vervoerd en blies van kwaadaardigheid. Toch beet het niet, toen Zuster Smothers het uit het kistje nam. Na eenige oogenblikken legde zij den 9lang weer in het kisje en toen gebeurde het onverwachte. De groote slang greep plotseling met zijn bek haar hand, niet de rechterhand, waarmee zij het dier vast hield, doch de linkerhand, waarmee zij het deksel van het kistje openhield. Eindelijk was dus ook Zuster Smothers gebeten Eenige vrouwen gilden; alle aanwezigen beschouwden haar als iemand, die ten doo- de opgeschreven was en waren zenuwach tig of verslagen, al naar hun karakter Zij weigerde medische hulp en bleef rustig. Zij ging door met het plaatsen van den ratel slang in het k *stje en toen zij dat gedaan had en bet kistje weer dicht was, zei zij eenvoudig: „Laten wij bidden". Zij bleef ook verder de bijeenkomst leiden, hoewel haar linkerhand bloedde van de beet van den slang. Zij zakte niet in elkaar, wat haar toehoorders elk oogenblik vreesden te zien gebeuren; na afloop der vergadering lfgde zij te voet den afstand van 800 M. naar haar pension af en ging als gewoon lijk naar bed. Den volgenden morgen was haar hand opgezwollen en gevoelde zij zich volgens haar eigen verklaring onwel, doch zij hervond al spoedig haar gelóofsvertrou- wen en knielde neer om te bidden. Nu vreesde zij niet meer voor de gevolgen van den beet en inderdaad was na verloop van twee dagen de zwelling geheel vérdwencn. Er waren ongeveer 400 personen getuige van hot feit, dat Zuster Smothers gebeten werd. Ook bij haar tegenstanders bestaat er geen twijfel aan de waarheid van het gebeurde. Sister Smothers is getrouwd en moeder van drie jongens. Door haar evan gelisatiewerk i6 zij veel van huis, doch de buren beschouwen het als een eer, om dan voor het huishouden te zorgen en haar ar melijke tabaks- en maïsveldjes te onder houden. 's Zondags komen de menschen van kilo meters uit den omtrek om haar te hooren. Met hun ouder we tache rijtuigen slechts enkelen zijn een rammelende auto rijk leggen zij de lange afstanden af over de bochtige, 6toffige bergwegen. En af en toe duiken er nog altijd twijfelaars op, die slan gen meebrengen. Zij willen het zelf zien. Er zijn den laatsten tijd echter ook medici en zoölogen onder haar gehoor. Zij zoe ken een verklaring voor de feiten, die zij voor hun oogen zien gebeuren. Voor die eene keer, dat Zuster Smothers gebeten werd zonder er noemenswaardige gevolgen van te ondervinden, is reeds een zeer aannemelijke verklaring opgesteld. De ratelslang, die haar beet, was beslist woe dend. Een der ooggetuigen zei bijv.: „Men had een speld kunnen hooren vallen, toen de kist met den slang op het podium was geplaatst, er was geen geluid te hooren be halve het sissen van het opgesloten dier". Het dier heeft dus zeer waarschijnlijk meermalen in het ijzeren gaas, waaruit het deksel van zijn hok bestond, gebeten en daarbij telkens wat vergif verloren. De beet was dus niet meer zoo gevaarlijk, als onder andere omstandigheden het geval geweest zou zijn. Bovendien moet haar hand vrij ernstig gebloed hebben, wat ook een gunstige factor was. Op het oogenblik houden de geleerden zich dan ook minder bezig met den keer, dat Zuster Smothers gebeten is, dan met de vele malen, dat zij niet gebeten is. Wat haarzelf betreft zij heeft eigenlijk een afschuw van slangen, doch zij overwint dit gevoel zonder moei te, wanneer een van haar toehoorders weer een slang voor haar meebrengt. „Als zij mij vroegen om een wilde kat vast te houden, zou ik dat evengoed doen in het belang dez goede zaak", verklaarde zij te genover do reporters, die haar natuurlijk in grooten getale kwamen bezoeken. Haar grootste voldoening is dat de man, wiens ratelslang haar gebeten heeft, door dit voorval en al wat hij daarna beleefde, ge- loovig is geworden. De man, die haar den eersten ratelslang bracht, heeft zij echter nooit teruggezien; zij heeft zelfs nooit zijn naam gehoord. RADIO ONGEWENSCHTE TOESTANDEN IN DE RADIO-INDUSTRIE VERDWENEN. door DAVID SARNOFF. President van de „Radio Corporation of Amerika". In vele opzichten is 1931 een slecht jaar geweest, doch het is ook een jaar, waarin veel van blijvende waarde is bereikt onder ongunstige omstandigheden. De techniek en de industrie staan op een geheel ander peil dan op 31 December 1930. Achteraf be schouwd hadden wij het jaar 1931 niet wil len missen. Nu is dc bloei der wetenschap ook onafhankelijk van den gunstigen of on- gunstigen economischcn toestand. Zij wordt het meest aangespoord door de noodzaak en nooit is wetenschappelijke vooruitgang ncodiger dan in moeilijke tijden, wanneer hot geld veel voorzichtiger wordt uitgege ven en de koopérs dus moeten worden aan gemoedigd door nieuwe producten en nieu we mogelijkheden. Slechts hierdoor kan de stagnatie in de economische samenleving weer opgeheven worden en dit is weer noo dig, ora een blijvende opleving mogelijk te maken. Als die opleving komt, zal pas ten volle blijken, van hoeveel waarde de we tcnschappelijke en technische vooruitgang is, die in 1931 is bereikt. De radio-industrie, onze jongste industrie in jaren, heeft natuurlijk ook to lijden ge had onder de verminderde koopkracht. Doch dat heeft geen invloed gehad op de wetenschappelijke resultaten. Ook de om roep is verbeterd en uitgebreid. Dc radio is een internationale beweging geworden, veel meer dan een jaar gclec^n het goval was. Onlangs hebben wij nog bij de huldi ging van Guglielmo Marconi gezien, hoe in éen programma uitzendingen voorkwamen uit vijftien verschillende landen, die in Eu ropa, Noord- en Zuid-Amorika en het verré Oosten waren gelegen. En wat de radio-in dustrie in engeren zin betreft: het streven om de radio binnen het bereik van elk ge zin te brengen, is met succes bekroond. Voor prijzen, die men in de eerste jaren der radio-beweging onmogelijk zou hebben geacht, zijn oneindig veel beter toestellen verkrijgbaar. Nieuwe instrumenten, combi naties met grarnofoons e.d. en verbetering van onderdeelen (o.a. voor de radiotelegra- fie op zee), hebben het afgeloopen jaar go kenmerkt De pogingen om het mogelijk te maken dat de sprekende films ook in de huis kamer komen, hebben zooveel succes ge had, dat dit onderwerp in 1932 de ali-e moene belangstelling tot zich zal trekken. De technische ontwikkeling der daarvoor benoodigdo toestellen is tot nu toe zeer bevredigend geweest en de studie, welke in tal van laboratoria over de ultrakorte golven wordt gemaakt, heeft goede resul taten gehad. Dit werk wordt nog steeds met groote enorgie voortgezet. Het aar.ia! tclevisieproeven was in het afgeloopen jaar grooter dan ooit tevoren. De bedrij ven, die aan de radio-industrie verwant zijn, kunnen ook wijzen op mooie weten schappelijke resultaten. Er bestaan thans gramofoonplaten, die zoo lang achtereen blijven spelen, dat men er een geheele symphonie op kan weergeven. De spreken de films zijn ook beter geworden door de uitvoering van geluidlooze opnametresicl len. Wat de fabrieken voor radiotoestellen en DIT ITALIË In December *25 hield Mussolini een van zijn korte kernachtige toespraken, waarin bij zei, dat Rome weer voor ons verrijzen moest als het Rome der Cesars, grootsch en wijd! De eerbiedwaardige ruïnen zou den vrijgelegd worden, breede straten loo- pen langs het mausoleum van Augustus en het Kapitool, van hier zou het Kolosseum binnenkort zichtbaar zijn „Die Botschaft hór ich wohl, albin mir fehlt der Glaube", dacht misschien menig een; maar wie er twijfelde aan de levens vatbaarheid van het fascisme of aan het ten uitvoer leggen van des Duce's plannen, die kende de wilskraoht van den Dictator n»iet;zij geloofden niet aan de mogelijkheid dat Italië, dat alle krachten moest inspan nen om zijn b-anenlandscioe regeering te versterken en zich door groote mogend heden te laten eerbiedigen, nog den durf, de werkkrachten en het geld zou hebben om een Dbuw Rome te scheppen! En toch groeit dit nieuwe Rome töet den dag, terwijl honderden, ja duizenden kar ren met puin» buiten de muren worden ge reden en we telkens voor nieuwe verras singen kermen te staan als er een schutting omver wordt gehaald waarachter het werk van opruimen der oude hulzen en het uit graven der overblijfselen der antieke Urbs, met koortachtigen ijver werd voortgezet. Goethe schreef in 1780 uit Rom», dat men nergens beter kon narekenen boe cte eene kuituur op de andere gevolgd was dan hier waar monumenten uit de belangrijke tijd perken vervallen of nog ongeschonden naast of boven elkander stonden; de ge heele geschiedenis van de eeuwige stad bouwde hij uit die gedenkteekenen op. Een eeuw na het bezoek van den grooten dich ter had» het derde Italië zijn schendende hand aan Rome geslagen; het zette *Je meest botte ministeries en banken, waar bloeiende parken en schilderachtige villa's stonden, alsof bet zich tot doel had gesteld het verleden plat te drukken en te vermor zelen. Maar nog geen vijftig jaar later stond de schepper van het vierde Italië op het Kapitool; hij liet zijn blikken gaan over d«j stad, die zich aan zijn voeten uit strekte en droeg bouwmeesters op het pi ah te ontwerpen, waarin het oude Rome geëer biedigd en bet moderne n»aar de buiten wijken teruggedrongen zou worden. „Binnen wélftge jaren moet hier een Ro me voor ons liggen, dat de geheele wereld met bewondering vervult, het moet zich ordelijk en machtig uitstrekken zooals ten tijde van Augustus'4, zei Mussolini en nu reeds, zes jaren nadat dit nieuwe Rome geconcipieerd werd, begint het zich duide lijk voor ons af te teekenen; met verassen de snelheid werden brokstukken van de antieke Urbs aan (het daglicht gebracht, straten verbreed en huizen die oude chris telijke kerkjes omknelden, weggebroken; binnen enkale jaren zal de reiziger het Ro me van Victor Emanuel en Garibaldi niet meer herkennen. In het Rome der Cesars leefden drie mil- lioen menschen; veertien eeuwen later, toen de Paus naar Avignon was uitgewe ken, telde het er niet meer dan zeventien duizend, maar in de XVde eeuw, vooral onder Nikolaas V, die het plan voor de ba siliek van het Vatikaan ontwierp. begint Rome zich als met een nieuw gewaad te bekleeden. Hot tijdperk der Renaissanse, dat nu volgt, kenmerkt zich door bewonde ring der oudheid; de kunstlievende Paus Sixtus IV en de maecenas die Julius II was (begin XVIde eeuw), lieten schitterende paleizen bouwen aan den oever van den Tiber, omdat de waterleidingen vernield waren en de stad dus slecht van water voorzien was. Met Sixtus V, de groote Paus, die in de vijf jaren dat hij ageerde zoo veel goeds tot stand bracht, begint Rome een moderne stad te worden; hij voert het water van do bergen hier terug en trekt braede verkeerswegen, zooals nu na vier eeuwen Mussolini doet. Want er zijn men schen, en ook wel eens enkele regeerders, die niet langs kronkelende maar direct langs een breeden weg op hun doel afgaan entot dezulken behoort ook Mussolini en hei Rome van Mussolini zal den breeden blik van dezen grooien Italiaan nog na eeuwen als symboliseeren. Dö hoofdstad die in '70 ruim 200.000 Inwo ners tolde, had reeds in '85 het dubbele aantal; in 1921 waren er 900.000; nu is hot millioen reeds overschreden. Wanneer de- z3 aanwas blijft voortduren en de trek is nu eenmaal naar de hoofdsteden, zal Rome over vijftig jaar twee millioen inwoners rijk zijn; de uillegging van» de stad en het vrijleggen van de oude Urbs is gebaseerd andere radio-artikelen betreft, kunn-n wij zeggen, dat ook deze in 1931 tot overpro ductie zijn gekomen. Nog steeds wordt er veel meer geproduceerd dan het pjbliek verbruikt en zelfs in vroegere jaren was er reeds in geringe mate sprake van over productie in de radio-industrie. Er zijn dan ook bedrijven geliquideerd en do merkt is ontwricht. Voor tientallen eenwen voldoende. De „Witte Kolen" de energie der toekomst. door Dr. P. J. KUNST. Als wij de verschillende bronnen van energie op de aarde nagaan, dan komen wij tot de slotsom, dat de menscb nog ge durende tientallen eeuwen niet hoeft te vreezen voor uitputting dezer bronnen. Zonder rekening te houden, met de wind sterkte, de golven, de inwendige warmte van den aardbol, de electriciteit, die in de atmosfeer ligt opgezameld, noch de directe zonnestralen, de kracht der radioactieve stoffen en der atomen kunnen wij vaststel len, dat we over een zoodanige bron van energie beschikken, dat de levensstandaard der menschheid hiermede ongelooflijk zou kunnen worden verbeterd. De thans bekende kolenvoorraden bedra gen ongeveer 7.500 milliard ton of wel 750 milliard wagons. Deze hoeveelheid zou vol doende zijn voor 5000 jaar indien het ver bruik hetzelfde bleef als thans. Veronder stellen wij dat de stijging van het verbruik in denzelfden graad zou voortgaan als in den tegenwoordigen tijd, dan zou de onder aarde aanwezige kolenschat ons geduren de 1000 jaar van brandstof kunnen voor zien. Niet uit het oog echter worden verlo ren, dat er nog geregeld nieuwe kolenge- bieden ontdekt worden en in zekere aard lagen nieuwe kolengebieden ontstaan. De Europeesche kolen vertegenwoordigen ongeveer een hoeveelheid van 800 milliard tonnen, die volgens de huidige behoeften een rustig verbruik gedurende negen eeu wen verzr-keren. De te exploitceren „Witle Kolen", de wa terkracht, bedraagt ongeveer 600 millioen P.K. waarvan er op het oogenblik 28 mil lioen benut worden, terwijl men bezig is aan werken, die straks 7 millioen P. K. zul len opwekken. Doze krachtsenergie maakt ongeveer 6 van het wereldtotaal uit, maar heeft het voordeel, dat zij nooit uit geput raakt, immers zoolang er wolken, ri vieren en zeeën zullen bestaan, zal ook de waterkracht er zijn. De petroleumgebieden vertegenwoordigen eveneens een enorme energie-voorraad. Het tegenwoordige verbruik van petroleum be draagt jaarlijksch 170 millioen ton. Het is interessant, dit cijfer met dat van de ko len te vergelijken, dat ongeveer 1.400 mil lioen bedraagt, met dat van het hout, dat 400 millioen ton cn dat van natuurgas, dat 18.5 millioen ton bedraagt Den laatsten lijd is men erin geslaagd petroleum te winnen door middel van het vloeibaar maken van kolen. Deze nieuwe uitvinding, die volmaakt practisch bruik baar is, is door een groote petroleumtrust aangekocht welke op deze wijze de pro ductie van synthetische petroleum kan be perken. De distillatie van zokere plantaardige stoffen verschaft ons eveneens brandstof fen, die in staat zijn motoren in werking te brengen en die bijgevolgd eveneens als krachtbronnen kunnen worden beschouwd. Daarboven verschaft de chemische indu strie ons oveneens brandstoffen, haar bij en afvalproducten, die ook motoren in be weging kunnen zetten, terwijl men water stofgas langs electrische weg kan bereiden. Onderzoekingen van den laatsten tijd bobben bewezen, dat het voortaan ook mo gelijk zal zijn, do electriciteit van de at mosfeer tc gebruiken. Het oorsponkelijke doel dezer onderzoekingen was, een buiten gewoon groote electrische energie op te wekken, om de atomen te splitsen. Langs dezen weg is men erin geslaagd een stoom- spanning van 15 millioen volt op te wek ken. Het laboratorium te Monte Generoso, waar men deze proeven nam, gebruikt reeds voortdurend dc atmosferische elec triciteit. Wat de practische bruikbaarheid van het zonnelicht betreft, is het interessant, te wij zen op een Californische werkplaats, waar de warmtebron gevoed wordt door gecon centreerde zonnestralen, dank zij een kun stig sumenstel van spiegels. De jaarlijkscbe energieproductie bedraagt 4.150 kilowattuur. Dit totaal ontstaan door: Kolen en turbines 1.100 milliard K.W.U. Petroleum 300 milliard K.W.U. Waterwerken 2.750 milliard K.W.U. Het volgende lijstje laat one 7ien, hoe veel KWU. electriciteit jaarlijks per hoofd der bevolking wordt verbruikt. Zwitserland 1.000 KWU. Ver. Staten 630 Canada 780 Noorwegen 650 Duitschland 330 i» Engeland 300 Frankrijk 210 n Italië 190 Japan 100 n Roemenië 20 i zekere groep ingenieurs blijft het te- genwoordige krachtopwekkingssysteem in stand houden, terwijl zij een geheele serie argumenten bij de hand hebben om te be wijzen, dat do waterkracht niet goedkoo- per uitkomt dan dc met brandstof gestook te machines, wat dc aanschaffingskoaten voor hydraulische krachtvoortbrenging zijn zeer boog en het kapitaalrendement is niet in verhouding tot de voordeelen, die het waterkrachtssysteem biedt. Deze argumen tatie is bijna steeds geïnspireerd door de kolen- en machinebouwindustrie. In werkelijkheid bedraagt het rendement van stoommachines in het gunstigste géval 18 terwijl die van de hydraulische tur bines dikwijls de 80 overtreft Ongeluk kigerwijze wordt de technische vooruitgang in onze dagen nog maar al te dikwijls be- heerscht door particuliere industriebelan- gen. RADIO EN ONTWAPENING. Sedert eind December brengt de B.BC. in het nationale programma ora 22.20 uur in samenhang met andere actueele vraag stukken, voordrachten over de moeilijkhe den van hot ontwapening^vraagstuk. Dezo voordrachten worden door de meest voor aanstaande personen uit de politiek, lite ratuur. 6trategie, financieele wereld en d* handelswereld gehouden. Hoewel het hltfr de uitzendingen van een bljzonderon offi- cieelen zender betreft zlin er maatregelen genomen, dat de vrije meeningsuiting zon der hindernisoen kan Dlaats hebben. Tot nog toe kwamen de conclusies ongeveer neer op een algèmcene. algeheels maar ver traagde ontwapening. Strenge contróle door den Volkenbond scheen de Engel- schen voldoende. In ieder geval wordt het ontwapenings idee, d.w.z. het algemeene ontwapenings idee, in Engeland door den Omroep in hoo- ge mate gepropageerd. De B.B C. ia zelfe zoover gogaan. dat zij od 15 December ceft middaggodsdicn6t voor de ontwapening heeft georganiseerd, waarbii dc aartsbis schop van Canterbury aanwezig was ea gebeden wei-den gehouden voor het slagen van do ontwapeningsconferentie. ZESTIEN MILLIOEN LUISTERAARSI Een record-vaststelling in het Ccntra-al- burcau voor Statistiek der Vcreenlerde Sr*<- ten is wei de korten tijd getrane. natueJijk dat iedere tweede persoon m het land der vrijheid een ontvan&ei bezit. Het Juiste •aantal ontvangers bedroeg op 1 Aprl 1930, waarop dc tolling oen aanvang nam, 12.078.345 of 40.3 procent van het totaal aantal Amerikaansche huishoudens. Dit aantal bedraagt 29.980.146. De laatste tel ling leverde circa 16 millioen bezittere van ontvangers op. op deze uitzetting van Rome, waardoor haar antieke schoonheid niet geschaad wordt. Een breede weg voert direct van het Kapitool naar het Kolosseum en het mau soleum van Augustus, den stichter van het Imperium zal geïsoleerd worden. Als een ster waaruit stralen naar alle richtingen gaan zal het een centrum vormen. Buiten de poort van St. Jan van Latera- nen zal de nieuwe stad verrijzen met par ken, speelplaatsen en theaters; de archi- techten zullen hier werk in ovarvloed vin den en zoowel het Administratiegebouw (naast het parvenu-achtige paleis van» Ju stitie) als het „Tehuis voor de blinden" die in den oorlog het gezicht verloren (via Nomentana) overtuigen ons, cLat er hier weer in de toekomst mooi gebouwd zal worden. Naarmate de straten verbreed worden zal het verkeer minder gevaarlijk worden voor den voetganger; het is een feit, dat er nu elk jaar 6000 automobielen m3er door Rome tuffen en dat dit kleine vervoermid del op zijn geweten heeft dat de oude stad telkens weer iets van haar schoonheid moet prijsgeven. Vier sporen zullen in ver schillende richtingen voor treinen onder den grond worden aangelegd om de voor steden met het centrum fa verbinden; bo- von de huizen zullen echter geen treinen loopen uit aesthetische overwegingen en uit respect voor het glorieus© verleden van Rome dat hier den modernen mensch al tijd weer met -bewondering vervult In vroeger jaren moest de stedeling, dio wat van de natuur en van de frissche luoht wilde genieten, zich opmaken naar Fras- cati, naar Gastel Gandolfo of Albanoo maar nu gaat er geen jaar voorbij, waariD niet een nieuw park voor de stedelingen geopend wordt. Wie noemt z i alle, deze heerlijke plekken groen en bloemen, van waar we een vrij uitzicht hebben, zooaols uit villa Mattel en villa Glorie? En wie ge niet er niet zoo menigen voorjaarsochtend in Villa Sciarra, een prachttuin op den Ja- niculus, die Mussolinu van een Amerikaan ten geschenke ontving en met een vorste lijk gebaar :ian de stad afstond. Een sprookj es-acht i ge veelheid van pauwen wiegt zich bier en onder d2 bosschages er bij de barokke fonteinen. Zij slepen hun als met edelsteenen bezotten staart door het zijige gras, hun hals en staart fonkelt met duizend kleuren in den zonneschijn. Zóó zijn de bonte pauwen, maar naast deze vijlen zich ontelbare zilveren pauwen neer, blank en smetteloos als sneeuw. In de maand Mei is het een wonder hier rond te loopen; dan pronkt de vogel van Juno, de witte pauwen zagen we in een halven cirkel geschaard om het bekken van een fontein; langzaam ging de zware staart omhoog en bundels zilveren stralen teekenden zich af tegen het donkere ge boomte. Als groote waaiers wiegden zij langzaam heen en weer, een eigenaardig geluid trilde door de lucht- Wonderlijk lang bleven die dieren daar pronkend staan»; zij schenen ons betooverde prinses sen waarvoor wij met zekeren schroom te rug weken! Hier zijn we niet meer in Rome maar in een irrieeële wereld verplaatst en wc zou den hier onzen tijd verrlroomen, als. wï niet door bontgekleurde kinderen en men schen er aan herinnerd werden, dat dit fee ërieke park openstaat voor een publiek, dat, laat ons maar alleen zeggen: «cht Ro- meinsoh is! Op zoo'c moment begrijpen «dj 'den aristocraat, die zijn villa voor het pu bliek sluit om er alleen, wel egoïstisch maar ook heel voornaam, van te genieten. De atmosfeer van deze villa vraagt vjëV rust en stilte maar om deze te vinden moe ten we in Rome wel heel vroeg o' -staan! ETHA FLES.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 16