AMEOSFÓOKT5CH DAGBLAD
Donderdag 11 Februari 1932
-DE EEMLANDER"
30e Jaargang No. 192
TWEEDE BLAD
DE VERDUISTERINGEN
TE ALKMAAR
TIJDELIJKE KORTING OP
JAARWEDDEN
Veel critiek op het ontwerp
RESTRICTIE-CIJFERS VOOR
JAVA-SUIKER
HET TEMPO DER ZUIDER
ZEEWERKEN
EEN LEVEN OM EEN LEVEN
Het O. M. eischf drie jaar
gevangenisstraf
In de oerjóddgmorgen heropende zit-
ung der Alkmaarsche rechtbank was bet
woord a<an het 031,
Dc ofl'icier zeide, blijkens hel Hand els-
blad, in zijn requisitoir, dat het voor
hem pijnlijk is te moeten optreden tegen
iemand, die hier als pleiter steeds ridder
lijk en met open vizier heeft eestreden. Ili}
moet evenwel zijn persoonlijke gevoelens
ter zijde stellen en voor de wet optreden.
Naar. aanleiding van geruchten stelde spre
ker een onderzoek in. Verdachte werd in
\oorloopige hechtenis gesteld, maar we
gens zijn slechten gezondheidstoestand
daaruit ontslagen, toen hij zijn woord gaf
niet te zullen ontvluchten. Uitvoerig ging
spreker de stichting en den bestuursvorm
van het „Huis van Zessen" na. Verdachte
beeft de effecten van Amsterdam naar Alk
maar gebracht, maar het bestuur had kun
hen weten, dat bij de Nederlandscbe Bank
geen open be waarneming bestaal.
Verdachte bad dan ook een geheel ander
doel. Hij bad alleen beheerrecht, maar niet
bet recht de effecten te verkoopen. Het be
trof bier wel degelijk een instelling van
weldadigheid. Spr. aclitte verduistering vol
gens artikel 323 wettig en overtuigend be
wezen. Ten aanzien der effecten beeft ver
dachte een bekentenis gedaan, al ontkent
hij den onzet.
Verdachte beeft familieleden gesteund
met bedragen, die hij onmogelijk uit zijn
privé-kas kon betalen.
Spr. noemt bet wettig en overtuigend be
wijs geleverd en neemt als verduisterd be
drag een som aan van 10.150. Dat bet
delict gepleegd werd door iemand als ver
dachte, maakt de zaak des te ernstiger. Hier
is een doorloopende verduistering, wat ge
heel iets anders is dan dat men zich eens
vergrijpt om uit moeilijkheden te komen.
Spr. eischic tegen verdachte een gevange
nisstraf van drie jaren. Verdachte heeft
steeds hoop gehad, dat dc zaak in verband
met zijn gezondheidstoestand niet zal wor
den voortgezet.
Hij trachtte zelfs bij den minister op
medische gronden de zaak stop te zetten en
heeft ten slotte tevergeefs verzet tegen de
dagvaarding gevoerd. Na de reeds daar
door in hoogere instanties gevallen uit
spraken zal dit optimisme wel voor een
groot deel verdwenen zijn. Gezien de rela-
lies van verdachte met het buitenland vor
dert spr. verdachte's onmiddellijke gevan
genneming.
Verdachte antwoordde hierop, dat hij
nooit laf is geweest en als straf moet vol
gen, zal hij zich daaraan niet onttrekken.
Hij is thans straatarm. De goedheid van
rhenscheh, die hij vroeger heeft geholpen,
is niet evenredig aan hetgeen hij deed.
Waarom wil men hem nu broodeloos ma
ken, nu hij voor het eerst, na twee jaar weer
een betrekking heeft gekregen. Hij verze
kerde de rechtbank nadrukkelijk, dat hij
zich niet door de vlucht aan zijn straf zal
onttrekken en hoopte, dat de officier dit
zal willen aanvaarden.
Hei woord was hierna aan den verde
diger mr. Langeveld, die de persoonlijkheid
van mr. K. teekende en in het licht stelde
wat bij voor Alkmaar was, zijn blazoen als
advocaat is ongerept gebleven.
Voorts schetste hij verdachte's huiselijke
omstandigheden, daarbij wijzende op do
heldhaftigheid van verdachte's vrouw, die
te eenvoudig was opgevoed om zijn glorie
tijd te genieten, doch die als een heldin in
zijn zwaren tijd terzijde bleef staan.
Reeds is hij gestraft door de regelen der
advocaten en uitgesloten uit zijn katholiek
millieu. Velen zien dit toch met leedver
maak doch er zijn er ook, die van oordeel
zijn, dat een man als mr. K. reeds genoeg
gestraft is.
Do eisch oordeelde pleiter zoo boog als
bij nooit heeft kunnen verwachten en daar
om zal hij reeds thans medcdcelen, dat van
de zijde van de verdachte alles gedaan
zal worden om de zaak juridisch anders
belicht te krijgen dan de officier deed, wan
neer de rechtbank bet door hem gewilde
vonnis zal vellen.
Het gaat niet aan alleen verdachte de
dupe van de ellende te laten worden. Plei
ter wees op de gebrekkige administratie
voor verdachte gevoerd en betoogde met
nadruk, dat de zusters nooit serieus ver
antwoording hebben gevraagd. Voorts wees
hij op bet verschil van 21000 op oen be
drag van 100.000 waartoe twee deskun
digen zijn gekomen.
Er is slechts een huis- en keukenboek
houding gevoerd. Kascontrole heeft er niet
plaats gehad.
De volle verantwoordelijkheid op ver
dachte schuiven gaat niet. De fout zit in de
Alkmaarsche boekhouding of te Amersfoort
en strafrechterlijk kan men dit verdachte
niet aanwrijven.
Pleiter constateerde onder tal van details
dat in beide zaken vrijspraak zal moeten
volgen. 1-Iad verdachte morcele stevige lei
ding van een ander gehad, dan zou het
anders zijn gegaan. Het was hem echter te
veel. voor den wind gegaan.
Dank bracht hij den officier voor hel le
veren van zijn betoog, waaruit medeleven
sprak. Teleurstellend was evenwel zijn hard
slot.
Zich stellende op het standpunt, dat de
rechtbank zich met den officier zou ver-,
eenigen, wees hij er op, dat verdachte op
den rand vau een wettelijk verjaringsrecht
is geweest. Een jury zou zeker de zaak be
zien van alle omstandigheden, en verdach
te vrij spreken.
Pleiter wees er op, dat verdachte in het
proces volkomen zakelijk i& gebleven en
deed een beroep op de rechtbank oro een
oud-jurist niet zwaarder te straffen. Hij
bleef op vrijspraak aandringen.
De president verleende hierna liet woord
aan verdachte, die zich aansloot bij hel
pleidooi van mr. Langeveld en verklaarde
het liefst niets te zeggen. Beleefd wilde hij
de aandacht van de rechtbank er echter op
vestigen, dat het niet zoo is als do officier
zegt „dat hier van boos opzet sprake
is". Het gckl is niet weggegaan aan mijn
gezin of aan mijn vrouw, maar ten bate
van menschen, tegenover wie ik zwak ben
geweest, omdat ik moeilijk kon zien, dat
ik het beter had dan mijn familie. Ik was
de eenige, die-zich in de familie had opge
werkt. De officier, die mij beter kent dan
anderen, heeft van mij niets anders gezegd
dan slecht. Hij weet van mijn leven veel
goeds te vertellen. Dat hij dit heeft nagela
ten, is iets wat ik betreur en ik boop, dat
de rechtbank met mijn omstandigheden re
kening zal houden. Nogmaals verzeker ik
v»p mijn eerewoord, en ik hoop, dat men nog
aan het eerewoord van een verdachte waar
de hecht, dat men geen -vrees behoeft te
koesteren, dat ik zal vluchten. Liever ga ik
de gevangenis in, dan mijn vromv, die mij
altijd trouw is gebleven en mijn zoontje
in den steek te laten.
De president verklaarde hierop het on
derzoek gesloten en de uitspraak op 23 Fe
bruari des morgens orn 10 uur.
EERSTE KAMER
CONSULAIRE DIENST.
Bij K B. is Ie Cahi (Corsica) een vice-
consulaat der Nederlanden opgericht en is
dr. H. C. van der Ileyde benoemd tot vice-
consul der Nederlanden aldaar, buiten be
zwaar van 's I.ands schatkist.
Het ressort van het vice-eonsulaat omvat
Caléria, Cahi en l Hc-Housse.
Van de leden van den Raad van
State, Rekenkamer enz.
Aan de orde was iri de vergadering van
heden het wetsontwerp tot vaststelling van
een tijdelijke korting op de jaarwedden van
de leden van den Raad van State, de al-
gemeene rekenkamer, de rechterlijke macht
en de militair rechterlijke macht.
De voorzitter geeft in overweging een
debat over het salarisvraugstuk uit te stel
len tot bij de algemeene beschouwingen
over eenige weken, omdat dau hel vraag
stuk weder ter sprake komt.
De heer Ossen dorp (S. U.) meent dat
dit vraagstuk hier aan dc orde is cn op
pert bezwaren togen de salariskorting. Den
toestand der rijksfinanciën acht hij niet
zoodanig dat een korting is gerechtvaar
digd. De ambtenaren en onderwijzers zijn
steeds slecht betaald en wanneer het geld
rijkelijk vloeit is het Rijk or niet zoo vlug
bij in de tekorten der ambtenaren le voor
zien. Spreker zet uiteen, dat de ambtenaren
geen middelen hebben om zich te verzetten,
in tegenstelling met de arbeiders in het
vrije bedrijf. Daarom had de regeering in
dezen zeer voorzichtig moeten zijn.
De heer van Embdeu (V. D.) zegt, dat
zijn fractie speciaal bezwaar heelt tegen do
korting op de salarissen der rechterlijke
macht, die reeds onvoldoende gesalarieerd
wordt. Zij zal dus tegen het ontwerp slem-
moD.
De heer Nivard (R. K.) verklaarde zich
tegen het ontwerp, ten eerste omdat de
ambtenaren recht hebben op stabilisatie in
hun salarissen; ten tweede omdat spreker
een korting niet billijk acht, ten derde om
dat liij deze korting ziet als een schakel in
de keten van salarisverlagingen door de
ïegeering ingeluid.
De lieer de Savornin Lobman (C.H.)
motiveert de stem zijner fractie voor het
ontwerp.
De lieer Janssen (It.-K.) ziet de salaris
korting als onderdeel van een complex, noo-
dig om door de crisis heen te komen. Ilij
vraagt den minister hoe wij er thans fi
nancieel voorstaan en hoe groot het tekort
nog is.
De heerM o 11 m a k er (S. D.) bespreekt
de cumulatie van pensioenen, de non-a cti-
viteitstractementen en de opeenstapeling
van rijksfuncties. I-Iij betoogt dat hier te
lande in dit opzicht tallooze misbruiken be
staan en heeft speciaal liet oog op Tweede
Kamerleden, wier functie hij onvereenig-
baar acht met andere functies, die een ge-
heele taak vragen. Thans is weder iemand
benoemd tot lid van den Raad van State,
die een aantal pensioenen zal genieten. Spr.
noemt dit gepatenteerde corruptie.
Minister De Geer betoogt, dat de laatste
maanden zeker wel gerechtvaardigd hebben
de regeeringshandeling van September. Cij
fers kan spreker nu niet noemen, maar wèl
staat vast, dat de toestand thans ernstiger
is dan in September. In de Tweede Kamer
heeft spreker reeds uiteengezet, waarom
de rechterlijke macht in de salariskorting
moest worden betrokken. Spreker merkt
op, dat pensioen vaak een verzekering be-
teekent tegen politiek risico, een maatre
gel dienaangaande zal hoegenaamd niets
beteckenen uit. bezuinigingsoogpunt.
Het ontwerp wordt hierna aangenomen
met 22 stemmen voor; tegen 16.
Tegen stemden de sociaal-democraten,
de vrijzinnig-democraten cn de R.-K. De
Bruin, Visser, Serrarens en Nivard.
Aan de orde is liet ontwerp „Steun uit
's Rijkskas in do financiering der kasbo-
hoeften van do Gemeenten.
De heer de Veer juicht het ontwerp
toe cn acht het te juister tijd ingediend.
Hij stelt de vraag of het Rijk er n.et toe
zal moeten overgaan, definitieve leeningen
aan de gemeenten te verstrekken
De heer Dobbelmann vraagt 500.000
gulden kasgeld voor Nijmegen.
De heer Slingenborg betoogt dat het
in de wet opnemen van de voorwaarden
ongerustheid heeft guAekt, Mij zou bet
betreuren, als de ïegeering zic?j zou be
moeien met de goraccntelijko bui9boudin
gen.
De heer Wibaut meent, dat cr geen
enkele aanleiding is tot ongcrustheki.
Minister de Geer betoogt, dat de wet
slechts zal werken totdat de gemeenten we
der voldoende kunnen leenen op de open
rrmrkl. De inhoud der voorwaarden zal
niet zoodanig zijn, dat wordt ingegrepen
in de huishouding der gemeenten. De be
doeling is, na te gaan, waarvoor de ge
meenten het geld noodig hebben. Aan het
verzoek van den heer Dobbelmann zal
waarschijnlijk kunnen worden voldaan.
Het ontwerp wordt aangenomen z.h.st.,
evenals het ontwerp dat grootero bevoegd
heid geeft aan vroedvrouwen.
De vergadering wordt gesloten.
De oogst J933 beperkt tot bij nu
anderhalf niillioen ton
's Graveri li age, 10 Febr. Wij vernemen
van welingelichte zijde, dat thans dc res-
trictie-cijfers van de Java-suikerindustrio
voor oogst 1933 vaststaan en door het be
stuur van de Visaco reeds aan de Interna
tional Sugar council zijn medegedeeld.
De beperking is gebaseerd op het. nor
maal-product, d.w.z. de gemiddelde pro
ductie per II. A. in de jaren 192$, 1929 en
1930 vermenigvuldigd met de grootste op
pervlakte, in een dier jaren door de betrok
ken fabriek beplant. Deze normaalproductie
is op het oogenblik 2.9S1.047 ton.
Naar wij vernemen staat thans vast, dat de
oogst 1933 beperkt zal worden tot 1.496.351
ton. Een aantal fabrikanten, waaronder alle
leden van de Visaco, die 75 van de
Javaproductie omvat, hebben zich door af
spraken tot een dergelijke beperking ver
bonden. Een aantal fabrieken overwegen
echter nog een grootero restrictie, e.q. go-
heele sluiting, waardoor het niet uitgeslo
ten is, dat dc productie ingekrompen zal
worden tot 1.4 millioen ton. Dit zal echtet
spoedig bekend worden.
Van de niet-leden der Visaco zijn er
eenige, die zich door geen afspraken wen-
schen te binden, doch zij hebben wel hun
voornemens aan het bestuur medegedeeld.
Aangezien de planttijd eebter nadert, is
het- zeer onwaarschijnlijk dat in die plan
nen,nog verandering komt, zoodat de boven
genoemde cijfers er wel niet door aangetast
zullen worden.
Voorts vernamen wij nog, dat omtrent de
cijl'er» van Cuba nog niets vaststaat. Wel is
een voórloopig cijfer genoemd, maar daar
over zijn nog onderhandelingen gaande.
Wat Cuba betreft is deze zaak eerst defini
tief, wanneer de president zijn decreet uit
gevaardigd heeft
TWEEDE KAMER
De waarde van een groot waterreser*
voir in het centrum des lands
in een verre toekomst
Staatseiploitatie der gronden?
DE REGEERING EN DE KON. HOLL.
LLOYD.
De heer Schouten heeft aan den Minis
ter van Arbeid, Handel en Nijverheid ge
vraagd of de minister thans aan de Kamer
kon mededeelen, welke beslissing hij geno
men heeft inzake de overeenkomst met
de N.V. Koninklijke Hollandsche Lloyd,
naar aanleiding van het besluit der Ka
mer van 27 November 1931.
Aan mr. Weiy wordt op zijn verzoek eer
vol ontslag verleend als commies-griffier
(wegens zijn benoeming tot rechter), mei
ingang van een nader te bepalen dag. Zijn
opvolger wordt benoemd Vrijdag 19 Febr.
Voortgegaan wordt met de behandeling
van do begrooting van bet Zuiderzeefonds
1932.
De heer C o 1 ij n had overleg van de re
geering met de Kamer over de uitgiften
der gronden op prijs gesteld. Spreker be
toogt, dat de grondslagen van het rapport-
Lovink 1924 nog geldig zijn: versterking
van onzen landbouw, thans niet het minst
voor het verbouwen van bruodgraan, om
zooveel mogelijk onafhankelijk te zijn vau
bet buitenland. Spreker bepleit hot stre-
ven tot vermeerdering van nationale pro-
I ductio der goederen, die bier le lando nu
uioeten worden ingevoerd.
Spr. wijst op het belang der inpoldering
voor dc toeneming onzer bevolking. De on
zekere toekomst van den landbouw is juist
een argument voor verdere inpoldering.
Spr. overweegt, daar het volgend jaar
een verkiezingsjaar is, thans oen princi-
pieele uitspraak van de Kamer te vragen.
De beer B i e r e ra a (Lib.) wijst op de
waarde van een grootzoetwaterreservoir in
bet centrum des lands in de verre toekomst
Spr. is voor afwerking van den afsluit
dijk. Voor verdere inpolderingen zijn be
dragen voor afschrijving op do begroótin-
gen noodzakelijk, zeker van twintig mil
lioen, indien toch met verdere inpolderin
gen zal worden voortgegaan.
Spr. bestrijdt den heer van der Waerden
ten aanzien van de Staatsexploitatie bij do
inpoldering.
Liet is goed dat de Regeering verdere
werken thans tijdelijk wil stopzetten.
De heer Wcitkamp (C.H.) acht Staats
exploitatie der Zuiderzeegrondcn in de eer
ste jaren een vraagstuk uitsluitend van
doelmatigheid, niet van beginsel. Velen be-
oordeclen den toestand van den landbouw,
i og te optimistisch.
Do beer E b e 1 s OLD.) wcnscht een spe
cificatie van de o\erscbrijding der ramin
gen. Als de internationale landbouwcrisis
voorbij zal zijn, is het goed, een reserve
aan cultuurgrond te hebben.
De heer Lovink (C.H.) verkluart zicli
vóór stopzetting der werken.
Spr. gaat met den minister mede.
De heer Rutgers van Rozenburg
(C.H.) sluit zich aan bij den vorigen spre
ker.
De heer W ij n k o o p (Comm.) wil de ver*
dere inpoldering in elk geval doen door
gaan.
De heer Kupers (S.D.) bepleit eveneens
voortzetting der werken, en wel op ver
schillende gronden, o.m. als object van
werkverruiming.
De heer Zandt (Staat. Ger.) acht voort
zetting der werken iri dezen kommervolleii
tijd niet verantwoord.
Donderdag is minister Rcymer aan het
woord.
DR. SCHOKKING.
"Voor de vacature in de Tweede Kamer,
die ontstaan zal, als de heer Schokking het
lidmaatschap van den Raad van State aan
neemt, komt in de eerste plaats in aanmer
king het oud-Kamerlid Ds. J. Langman, to
Wassenaar.
Wees ijskoud of brandend heet maar
nooit lauw
MULTATULI-
Naar bet Engolsch van Morico Gerard
door Emma A. I-L
Robert trad liet vertrek door, kuste zijn
moeder, eerst op de eene, toen op de andere
wang cn tenslotte op haar blank voorhoofd.
Ik ben zoo blij, dat ik je terug zie.
Hij antwoordde niet zoo gauw; zij keek
op in zijn gelaat en las daar eenige ver
storing, of liever de weerspiegeling van
iets, dat hem onaangenaam had aangedaan
Wat heeft jo ergenis gewekt? vroeg
zij, met eenige bezorgheid in den toon van
haar stem.
IT1j glimlachte haar toe en als hij lachte,
had zijn gelaat een uitdrukking van zacht
beid, waarvoor al het stroevo en strenge
week.
Wat begTijpt u mij toch gauw, moeder!
Ik geloof, dat u mij beter kent, dan ik
roijzelven.
Misschien lieb ik je meer bestudeerd
antwoordde zij- Maar vertel mij eens, wat
het is.
Ik zou graag den strijd hebben aan
gebonden, maar ik heb er van afgezien.
Daar ben ik blij om; er hoort dik
wijls juist de grootste moed toe, om zich
te bedwingen.
Ik stelde de mijne dan wel op de
proef, antwoordde Robert, terwijl hij aaD
liet venster trad, en over de rivier uitkeek.
Hij zag de praam om den hoek verdwijnen,
daar de bedienden ze in de richting van hot
.schuitenhuis voerden, dat stond daar, waar
do oever zacht hellende afliep naar den
rand van het water. Lady Darcy merkte
met de voldoening van een moeder en ook
niet voor de eerste maal, hoe schoon de
krachtige lijnen van zijn gestalte uitkwa-
men tegen zijn zorgvuldige kleeding, het
snit van zijn fluweelen jas; rnaar weinigen
konden zich met hem meten in kracht en
bevalligheid.
Toch was er één cn aan dien dacht Ro
bert juist op dat oogenblik. Hij wendde
zich om en zei:
Zijn genade, de hertog van Bucking
ham, heeft mij met slijk bespat, vandaag
juist even na twaalven. Hij reed langs mij
heen met zijn vrienden; zijn majesteit in
liet midden, toen ik uit het koffiehuis van
Lambert kwam op the strand.
Het kan immers een ongeluk zijn ge
weest, opperde, zijn moeder.
Nen, hij deed het opzettelijk. Ilij reed
mij lachende voorbij, maar, daar hij zoo
gauw ging, was hij al weg, eer ik hen»
volgen kon. Ik was te voet; mijn paard
stond in den stal. Was dit niet het. geval
geweest, dan zou onze reis tot morgen zijn
uitgesteld, want dan had ik hem zeker
voldoening gevraagd.
Robert keek heel streng, terwijl hij die
woorden sprak.
Een huivering voer over het gelaat van
Lady Darcy, terwijl ze zei:
Ik ben blij. dat we gaan. Ik zou niet
graag hebben, dat je met hem overhoop
ag, hij kan met den Koning doen, wat hij
wil.
Ik ben niet bevreesd, antwoordde Robert.
Hij is er ongedeerd afgekomen, voor dit
maal tenminste, voegde hij er binnens
monds bij.
Lady Darcy haastte zich, van onderwerp
te veranderen.
Wat zit cr in dat pakje? vroeg zij. Een
boek?
Ja, een bundel gedichten van Master
Dryden; zoo juist veerschenen.
Hij liet het zijn moeder zien, terwijl hij
het papier er af deed. Het. was gebonden
in wit perkament, met. gouden letters op
den rug en op den omslag.
Lady Darcy liet een kreet van bewonde
ring hooren; toen glimlachte zij:
Ik kan wel raden, voor wie het is.
Ja, Moeder. Het is een verjaans-present.
Een bruidsgeschenk kon hi-t even goed
zijn in z'n ongerepte witheid.
Robert kreeg een kleur onder de gezonde
olijftint van zijn huid
't Kon zijn, antwoordde hij.
Ik vertrouw, dat het wel zoo id, ant
woordde zij. meer zijn gedachten, dan zijn
woorden volgend.
Dien nacht sliep lady Darcy slecht en
was blij, toen de ochtendzon haar een aan
leiding bood om haar kamenier te bellen,
dat. die haar haar chocolade bracht en
haar daarna met klceden zou helpen.
Overdenkingen van dingen, waarover zij
zich voor een deel ongerust maakte, had
den haar uren wakker liggen gevuld. Zou
Robert slagen in het ondernemen, waartoe
hij met zooveel ernst overging? Zij begreep
de diepte van zijn natuur, de kracht cn den
aard van zijn trouw; al* hij daagde, als hij
overwon, wat misschien de vooroordeclen
van een jong meissje waren, dan was lady
Darcy niet bang voor den afloop. Niemand
kon leven rnet haar zoon. zonder onder den
indruk te komen van dc fijne beschaving,
den adel van zijn karakter.
Maar als hij nu teleurgesteld werd; als
hem vriendschap word geboden, maar lief
de geweigerd; eerbied, maar geen spoor
van vuriger gevoelens?
Lady Darcy vreesde, dat dan die neiging
tot droefgeestig gepeins cn stroeve overden
kingen, die school onder zijn vermogen voor
meer teedere gevoelens, don man geheel
overheerschen zou en een misantliroop van
hem zou maken.
Tegen den tijd, dat zij lcl&ar was om naar
beneden te gaan, was Robert in den tuin in
de weer Hij moest instructies geven aan
de hoofdbedienden, voor binnen en buiten
bet huis, want hij en lady Darcy zouden op
z'n minst een zes weken wegblijven.
HOOFDSTUK II.
Hel Bosch.
Lady Darcy en haar zoon reisden iri de
familiekoets; de kamenier van haar lady
schap zat ook binnenin. Het voertuig werd
getrokken door vier paarden van krachti-
gen bouw, maar zorgvuldig door Robert
zei ven uitgekozen.
Een lakei stond op den achtcrbok, of reed
voorop, naast den koetsier, John Coleman,
die al vele jaren in dienst van lady l>arcy
was geweest. Longstaffe reed nu eens ach
teraan,- dan weer vooruit met Maanlicht als
ios paard, zoodat zijn heer, naar verkie
zing. zijn plaats in dc koels voor het zadel
kon verwisselen.
De wegen waren tamelijk goed buiten
Londen, zoolang men zich maar aan do
hoofdaderan van het verkeer hield, maar
zouden veel minder worden gedurende do
laatste veertig of vijftig mijlen, wanneer zo
door een minder bezocht district moesten
reizen.
Coleman kende den weg goed; hij had
dien, op z'n minst, al zes malen heen cv
terug afgelegd; al de mannen waren gewa
pend, zelfs do koetsier, die een donderbus
had, op een leeren uitsteeksel rustend,
voor den bok.
GeeD weg op dat tijdstip, die niet onvei
lig gemaakt werd door losbandigen, struik^
roovera en landloopers; sommige van hen
waren ontslagen soldaten, die geen eerlijke
manier van leven meer konden of wilden
vinden; enkele heeren van afkomst, zelfs
adellijken van geboorte, achtten het niet
benoden zich om een beurs te stelen, mits
dit maar gedaan werd op een fatsoenlijke
wijze; er waren er velen, die de ongelijk
heid van het maatschappelijk leven tracht
ten te vereffenen door te stelen van de rij
ken, om van dien overvloed uit te d&eleit
onder hen, die gebrek leden Het woord van
den koning en het wettelijk gezag telden
maar heel weinig; zelfs in Londen was liet,
na het vallen van den avond, onveilig en
op de buitenwegen bleef er van ruau.
die zich niét verdedigen kon. niets nieer
over.
Wordt vervolgd.