J. A. SCHOTERMAN Zn. G. VAN DUIN BeldanopNo.42 HET DRAMA OP DEN MAJELLATOREN Engelsche Eetkamers Goud, Zilver of Horloges A. H. van NIEUWKERK N.V. DE BRIEFJES IN 'T HUIS VAN BEWARING Hebt U een Taxi of Auto noodig? Wijnhandel Cognac Vieux XXX per flesch f 3.85 UIT DE STAATSCOURANT DE NEDERLANDERS TE SJANGHAI Onze Postvliegers onderweg HAARVELOURS- en BOUCLé-KARPETTEN HUMORHOEKJE „Henk, de tanden op elkaar; we moeten gladder zijn dan de heeren" De juffrouw en de confrontatie 'Amsterdam, 23 Febr. Voor het ge rechtshof te Amsterdam is heden in hooger beroep de behandeling begonnen van bo venvermelde befaamde 6trafzaak. (Het betreft hier, naar men weet, de strafzaak tegen den leidekkerspatroon M., die, om zich van de verzekeringssom meester te maken, zijn compagnon in den nok van den Majellatoren te Amsterdam om het leven zou hebben gebracht). De belangstelling voor de zaak is zeer groot, de publieke tribune is tot de uiter ste hoeken gevuld. Nadat eenige arresten zijn voorgelezen, wordt te kwart over tien de zaak afge roepen. Tusschen twee rijksveldwachters wordt hij binnengebracht. Kortaf geeft hij den president antwoord op diens vragen naar naam, leeftijd, enz. Nadat de procureur-generaal de dag vaarding heeft voorgelezen, vraagt de pre sident mr. Jolles aan verd.: „Waarom bent u in hooger beroep ge komen?" Verdachte (zenuwachtig en gejaagd): Ik ben onschuldig, daar blijf ik bij zoolang ik leef, zoolang de wreld bestaat. Ik weet van niets." Pres.: „Dus U hebt het niet gedaan?" Verd.: „Duizend millioen maal neen! Bin nenkort zal het wel uitkomen, dat ik on schuldig ben, maar ik wil graag naar Leeuwarden; als ze me in de put trappen, moeten ze me er later weer uitlaten." Verd. wil een breedvoerige uiteenzetting van het gebeurde geven, doch de president snijdt zijn woordenvloed af met de woor den: „dat bespreken we wel als de getui gen zijn gehoord." Als eenste getuige wordt inspecteur J. F. van Slobbe gehoord. Toen de politie arg waan tegen verd. begon te krijgen, is het lijk van Arkenbout onder leiding van ge tuige opgegraven. Het gezicht was, na VA jaar, nog wel te herkennen. Voorts waren door getuige foto's gemaakt van de bloedsporen, gevonden op den koe pel en bij het luik van den omgang. De'brigadier-rechercheur G. B. de Boer heeft direct na de arrestatie huiszoeking bij M gedaan. Voorts had get. een tweetal bewoners van de Halmaheirastraat gehoord (de straat is in de nabijheid van den to ren) De politieman had hen foto's van M. en Arkenbout getoond. Deze bewoners hadden op vrij grooten afstand M. en A. het luik binnen zien gaan. Eén van de be wonera had M. zoowel als Arkenbout pertinent herkend uit de getoonde foto's. Mr. Kokosky (tot get.): „Herkenning van een foto, nadat men iemand éénmaal op een grooten afstand heeft gezien." De brigadier-rechercheur M. Veenstra vertelt, dat hij M. gevraagd heeft of hij on danks zijn dikte nog op torens kon klim men. M. had toen gezegd: „Ik vlieg naar boven". Verdachte verklaart in zijn gebroken Ne- derlandsch (hij blijkt van Duitsche afkomst te zijn), dat hij bedoelde acht jaar geleden, toen hij de dakbedekking van den toren Fa. J. W. VAN ACHTERBERGH WESTSINGEL 10-13 Juwelier. Tel. 898 Opticien lines 10 GRANDS PRIX Wanneer U een aardig en niet te duur cadeau zoekt in kunnen wij U helpen. U vindt deze al tesen zeer bescheiden prijzen voorradig in prima afwerking. van de R.-K. kerk aan de Ceintuurbaan had aangebracht. Pres.: „Maar in '30 zat U toch nog boven in het nokje van een toren, dat klopt niet met Uw verklaring dat U last van duizelig heid hebt." Verd.: „Dat heeft een ontslagen knecht van me verklaard". Pres.: „Kort voor het ongeluk op 29 Maart 1929 bent U toch zélf in den Majellatoren geklommen?" Verd.: „Kort voor het ongeluk ben ik niet in Amsterdam geweest". Pres.: „Dat staat toch in Uw notitie boekje." Verd.: „Ik klom den laatsten tijd niet op torens, ik fluit de knechts naar beneden en controleer het werk met een veldkijker. Klimmen gaat me niet goed meer af door duizeligheid. Ik ben niet boven geweest, noch op Vrijdag noch op een anderen dag. Een volgende getuige, de arts W. E. Jak, heeft in het O. L. Vrouwegasthuis den pa tiënt op 29 Maart in ontvangst genomen; de man was bewusteloos. In tegenstelling met de verklaring voor de rechtbank afgelegd, vertelt get. thans, dat het verband wel is verwisseld. Get. had dit pas na de rechtbank-behandeling van een verpleger gehoord. Als doodsoorzaak gaf get. op schedelbasis- fractuur en beschadiging van de hersenen. Verder blijkt, dat iemand hem om een verklaring omtrent do doodsoorzaak heeft gevraagd. Get. herkont verdachte niet als zoodanig; wel weet hij, dat er iemand om vroeg. Dr. Hamer als deskundige had het opge graven lijk van Arkenbout onderzocht. Dood tengevolge van een val acht get, uit gesloten. De schedel was beschadigd door slagen met een hard, stomp voorwerp. Getuige legt een uitvoerige verklaring af over de plaatsen waar hij in den toren bloeddruppels heeft gevonden. Op den koe pel en aan de binnenzijde van het dak had hij waaiervormige bloedspatten aangetrof fen, dit wijst op slagen met een hard voor werp. Pres.: „Het zou ook het spuiten van een slagader kunnen zijn, maar dat is door een val onwaarschijnlijk. Dr. I-lammer motiveert daarna zijn con clusie, dat de dood is ingetreden door sla gen en niet door een val. Do hoofdhuid vertoonde verschillende wonden, de schedel had breuken, die niet in één systeem pas sen en die er op wijzen, dat geweld op ver schillende plaatsen is gebruikt Geen der in wendige organen is beleedigd, wat bij een val van groote hoogte wel zou zijn gebeurd. Een been- of armbreuk is niet geconsta teerd, alleen het hoofd was verwond. Mr. Kokosky (tot desk.): „Waar denkt U dan, dat do dader heeft gestaan? Deskundige kan dit niet pertinent zeggen. Dr. Hulst, deskundige, heeft het lijk na de opgraving geschouwd. Hij heeft vier ver schillende hoofdwonden, oa. bij den slaap en twee op het achterhoofd geconstateerd. De schedel vertoonde een uitgebreid complex van breuken; ook op andere plaatsen waren barsten in don schedel, corrcspondoorend met de uiterlijke wonden. De hersens ver toonden symptomen van bloedingen. An dere wonden, zooals schaafwonden en ver woningen van organen, had desk. niet ge constateerd. Een val van zekere hoogte was uitgesloten. Mr. Kokosky (tot desk.): „Wie was er grooter M. of de verslagene?" Deskundige „Naar mijn indruk was de verslagene grooter." De heer Constandse, van de Friesche Levensverzekering Maatschappij verklaart, dat M. in 1930 na het gebeurde met Arken bout met hem had onderhandeld over een compagnonsverzekering van vijf ton. De overeenkomst zou zóó worden geredigeerd, dat het geld alléén aan M. en zijn familie zou worden uitbetaald en niet aan den nieu wen „compagnon" Hampe. Per maand zou 4000.premie moeten worden betaald. Verd. M.: „Alles was maar pro forma. Het draaide om mijn gezondheid en om m'n cre- diet." President„U wilde nu eens goed gekeurd worden, maar dacht U, dat Uw crediet door de hooge aanvrage werd verstrekt?" Verdachte „Ja, alle levensverzekerings agenten zijn stille spionnen van informatie bureaux. Ik honpte door die aanvrage ge schrapt te worden uit het boek van „zwakke broeders", dat De Graaff (het informatie bureau) bijhoudt." Mr. Kokosky (tot get.): „Als do eerste pre mie niet werd betaald, zou de verzekering dus niet tot stand zijn gekomen?" Get.: „Neen." Pres.: „Maar M. had toch na den dood van Arkenhout 50,000.— ontvangen?" Mr. Kokosky: „Maar de tweede aanvrage werd een jaar later gedaan. Het geld was op." Verdachte poogt nu aan te toonen, dat hij door een compagnonsverzekering te sluiten, .spaarde." Pres.: „Alleen bij overlijden is een ver zekering voordeel, anders is het altijd na deel. Ook een voorschotbank geeft op de polis niet meer dan de afkoopwaarde." In tegenwoordigheid van een belasting inspecteur wordt M. nader aan den tand gevoeld over zijn uitgaven in 1929, nadat hij de verzekeringspremie had ontvangen. De 50.000 had hij aan de belastingsambte naren niet verantwoord. M. deed een uit voerig verhaal over de verschillende „strop pen" die hij bij zijn werk had gehad. Hij had veel geld verloren op dc werkzaam heden aan dc kerken te Sassenheim en Arnhem. „Ja het is een raar vak", voegde verdachte er aan toe. President: „Dat het een raar vak is. ge loof ik graag". Voorts voert M. nog aan, dat hem 16.000 is ontstolen in den trein. Voor den rechter-commissaris had hij daar maar over gezwegen. Wederom komt de gesloten compagnons verzekering op Arkenbout ter sprake. Een getuige kwam verklaren, dat M. ge zegd zou hebben, dat Arkenbout voor zijn werk niets waard was en 15 per week nog te veel voor hem wa? President (tot M.): En toch sluit u op Arkenbout een „compagnons verzekering' van een halve ton". Verdachte: Arkenbout was een goede aan nemer maar geen leidekker. Die 15 per eek was een aangifte voor de belastin gen en de belastingen snijden de menschen den hals af; we hadden allebei te weinig aangegeven. Hierop wordt gepauzeerd. Na de pauze wordt het omvangrijk getui genverhoor voortgezet. Wederom komt de afkoopwaarde van de polis van de com pagnonsverzekering ter sprake. Na drie jaar was naar get. Temmink, inspecteur van do verzekeringsmaatschappij ver- Haart de afkoopwaarde van dc verze kering Arkenbout 2000. De premie moest vooruit per maand worden betaald. In hot geval Arkenbout was Maring achter met do premiebetaling. Op 23 Maart 1929 be taalde verd. de premies over October, No vember, December en Januari, terwijl hij twee dagen voor het gebeurde met Arken bout de premie over Februari betaalde. Op 23 Maart had hij pl.m. 1000 betaald. Get. geeft voorts inlichtingen over do po gingen door verd. later aangewênd om een nieuwe compagnonsvorzekering te sluiten op naam van zijn knecht Hampe. Daar dc post zéér hoog was (acht ton) informeerde de maatschappij omstandig naar de fi- nancieole draagkracht van verd. De onder handelingen waren toen afgebroken. Eon man, die gelijktijdig met M. in het Huis van Bewaring was gedetineerd, brengt eenige afwisseling in do weinig op windende verklaringen van verzekerings agenten. De man vertelt, dat M. hem herhaalde lijk briefjes heeft gestuurd, waarin deze hem poogde over te halen om zich als ge tuige aan te melden en to zeggen, dat hij M. op 29 Maart '29 (den dag van het ongc- lug) in de Obistraat bij dc Majcllakerk had gezien en daar tusschen 11 en half twaalf met hem had staan praten en dat zij toen vanaf de straat twee mannen door het luik in een koepel van de kerk naar binnen hadden zien gaan. In do briefjes, die getuige had ontvangen, stond precies beschreven hoo verd. dien dag gekleed was, dat hij een verrekijker in dc hand had en naar boven stond to kij ken. Bij zijn ontslag uit het Huis van Be waring word hem een groote belooning cn een goede positie aangeboden. „Dus Ilenk", zoo stond or in do briefjes, „de tanden op elkaar, we moeten gladder zijn dan de heeren". President: Dat zijn wij dan vermoedelijk. Getuige had er zich echter niet mee in willen laten, daar hij geen valsche verkla ring wilde afleggen. Daarom had hij de briefjes en de teekeningen aan een gevan genbewaarder afgegeven. In oen van deze briefjes was hem een vacantierois naar Zwitserland beloofd, doch in dat zelfde briefje werd o.a. geschreven „Henk, doe het. maar, het gaat om een noodlougontjo". Het bleek, dat verd. nog aan tweo andere gedetineerden dergelijko briefjes had gestuurd. Pres. (tot verd.)- Het is toch wel vreemd, dat u in drie menschen allo drie in het Huis van Bewaring de twee menschen herkent, waarmee u stond te praten in dc Obistraat. Bovendien wilde u nog getuigen per advertentie oproepen. Verd.: Ik wist niet meer wat ik deed, ik ben onschuldig, uit wanhoop weet ik niet meer wat ik moet doen om dat te bc wijzen. Pres.: Geen getuigen omkoopen. Een leidekker, vroeger in dienst bij M., vertelt dat hij samen met M. in den toren van do Majellakerk is geklommen. Dit zou gebeurd zijn na liet „ongeluk" met Arkenhout (zooals men weet beweert M. dat hij reeds lang niet meer in torons klom). Verd.: Onwaarheid. Die getuige liegt. President: Dat noemen wc hier vergis sen (gelach). L. A. Bongaards, bouwkundig opzichter, verklaart, dat M. en Arkenbout bij hem in pension waren geweest te Bilthoven. Dat was in 1926. M. was toen betrokken bij den bouw van dc Katholieke kerk aldaar. Ar kenhout was een zeer goedhartig man en stond geheel onder invloed van M. Deze stuurde hem b.v. 's avonds naar bed cn zat dan tegen getuige te vertellen, dat hij, M., een verhouding met de vrouw van Arken bout had. Al pratende had M. ook eens ge zegd (op A. doelende): „ik krijg z'n geld vandaag of morgen wel, anders zal ik hem van liet dakdaar kraait geen haan naar". Verdachte: „Leugens, allemaal leugens". Dc vrouw van den vorigen getuige on derschrijft de verklaringen van haar man. Arkenbout werd door M. behandeld als een klein kind, aldus get. „Het was M. altijd om de centen te doen", aldus get. Zij had Arkenbout her haaldelijk gewaarschuwd, dat zijn leven gevaar liep en dat M. bezig was zijn vrouw af te troggelen. Deze getuige zegt voorts, dat M. zeven vrouwen ongelukkig heeft gemaakt. Hij stond bij de vrouwen be halve bij mij nogal in een goed blaadje. M. maakte op deze woorden een buiging naar de dames op de gereserveerde tribu lie, waarna hij zich in een debat mot getui ge waagt, waarin hij echter het onderspit moet delven. Een juffrouw, wonende in de Halmahei rastraat, in de nabijheid van den toren, verklaart op 29 Maart *29 twee mannen bij hot luik in den koepel te hebben gezien. Een hunner was als heer gekleed, de andere als werkman. De „heer" was eerst naar binnen gegaan door liet luik, daarna do werkman. Uit foto's had get. M. (de „heer") aangewezen. In het Huis van Bewaring was zij met verschillende peraonen geconfron teerd, toen had zij M. ook horkend, zoo verklaart get. Pres.: „Er zijn u drie mannen getoond, bij den eersten zei u: „die komt me reuze be kend voor"; bij den tweeden „dat is 'm sprekend", en bij M. zei u „dat is hem!" (gelach). Ook met Wessendorp is de juffrouw ge confronteerd. Pres. (tot den bode): „Brengt u Wessen dorp als stuk van overtuiging (gelach). Als Wessendorp, de kroongetuige, die op (Jtr.straat 17 Gevestigd 1878 Telefoon 145 don dag van het gebeurde, met M. bij of op do kerk was, binnen is, drukt de pre sident hem met klem op het hart niets dan de waarheid te zeggen. De jufrouw blijft er bij, dat M. en Ar kenbout op den toren waren cn niet Arken bout en Wessendorp. M.: „Die juffrouw is een vriendinnetje van Wessendorp." Get.: „Dat is onzin, ik kende W. heele- maal niet". Pres.: „U zegt maar wat, zoo direct zegt u, dat mr. Kokosky er bij was (gelach). U noemt io'dercn getuige een dief, een moor denaar of een meinecdige." Naar de mecning van mr. Kokosky is pertinente herkenning op zoo'n afstand on mogelijk. Do zitting wordt geschorst tot Donderdag. Aan ir. R. P. Bonthuis, Rijkslandbouwcon- sulent in algemeenen dienst te 's-Graven- hage, is de persoonlijke titel van inspecteur van den landbouw verleend; benoemd tot rechter-plaatsvervanger in de rechtbank te Den Haag, mr. W. G. F. Borgerhoff Mulder, aldaar. Vreemde eereteekenen Bij Koninklijk Besluit is aan na te noe men personen verlof verleend tot het aan nemen van de achter haar namen vermel de vreemde eeretcekonon: C. R. F. baron Krayenlioff, voorzitter der Algemeenc Nederlandsche Vcrceniging voor Vreemdelingenverkeer te 's-Gravenhage, of ficier der Orde van het Legioen van Eer van Frankrijk; en S. L. J. M. Floric, hoofd commies ter secretarie der gemeente 's- Hertogenbosch, ridder dor Orde van het Heilige Graf van Jeruzalora (Heilige Stoel). Landmeter. Bij Kon. besluit is, met ingang van 1 Maart 1932, benoemd tot landmeter der do meinen, in vasten dienst, ter standplaats Leeuwarden, M. II. Geerts, aldaar, thans landmeter van liet kadaster aldaar. Middelbaar Onderwijs. Bij Kon. besluit is met ingang van 1 Sep tember 1932 benoemd tot directeur van en leeraar aan de Rijks Hoogero Burgerschool te Vlissingen: Dr. II. do Noo, mot gelijk tijdige toekenning van eervol ontslag als directeur van en leeraar aan dc Rijks Hoo gero Burgerschool to Ziorikzee. Rijkswaterstaat. Bij Koninklijk Besluit is met ingang van 16 Februari 1932 de tijdelijk opzichter le klasse van den Rijkswaterstaat F. Eiker bout to 's-Gravenhage benoemd tot opzich ter lc klasse van den Rijkswaterstaat. Curatoren Techn. Hoogeschool. Bij Kon. besluit is aan Ir. J. A. Kalff, op zijn verzoek eervol ontslag verleend als lid van het College van Curatoren der Tech nische Hoogeschool te Delft met dankbetui ging voor de in die betrekking bewezen diensten en is als zoodanig benoemd: Jhr. Mr. A. C. D. dc Gracff, oud-Gouverneur-ge- neraal van Ncderlandscli-Indië, wonende te O verveen. Lichamelijke Opvoeding. Bij Kon. besluit zijn te rekenen van 1 October 1931 opnieuw benoemd tot leden van het Algemeen College van Advies voor de Lichamelijke Op\oeding: Dr. F. S. van Bouwdijk Bastiaanse, Prof. R. Casimir, Dr. W. P. Hubert van Blyenburgh, P. W. Schar- roo en J. Warner; en tot lid cn secretaris van dit college P. Otto. Men wacht met ongeduld op den torpedojager Sjanghai, 22 Febr. (Aneta). Na het ul timatum van generaal Uycda bestormden de Nederlanders het consulaat en vroegen bezorgd naar de mogelijke ontwikkeling van den toestand. „Eerst als de torpedo- bootjager hier zal zijn aangekomen zullen de Nederlanders zich veilig voelen". Deze indruk kreeg de speciale correspondent van Aneta vandaag op het Nederlandsche Consulaat. Bij zijn vorige bezoeken aan dit consu laat was de stemming optimistisch. Blijk baar bestond toen geen twijfel omtrent do veiligheid van de Nederlanders. Nu is de zaak geheel anders. De Nederlandsche consulaire ambtenaren zijn blijkbaar be zorgd. Men doet uitkomen dat geen dade lijk dreigend gevaar bestaat, maar men vreest voor een onvoorzien noodgeval. Vernomen wordt dat de torpedoboot jager 29 Februari te Sjanghai zal aankomen. Vier Nederlandsche families, die ten noor den van de Kreek van Soetsjau wonen, hebben van het consulaat den raad ont vangen naar veiliger plaatsen te verhui zon. Tot nu toe heeft slechts een familie, bestaande uit man, vrouw en twee kinde ren dien raad opgevolgd. Do anderen zien blijkbaar de noodzakelijkheid van dadelijk verhuizen niet in. V ALeeu- Reiger Uü werik Amsterdam Boedapest Belgrado 18—2 of 11—2 Amsterdam 18—2 Parij9 11—2 Marseille 13—i' 19—2 Rome Brindisi 14i 20—2 Athene 15—2 21—2 Mersamtruh Caïro Ghaza 222 Rut ba wells 16—1 Bagdad 23—2 Basra Boeshir 17—i Djask 23—2 Karachi IS2 Jodpoer 22—2 19—2 Allahabad 21—2 20—2 Calcutta Akyab Rangoon 20-2 21—2 Bangkok Kohlak 22—2 Penang 19—2 Medan 23—2 Palembang 19—2 Batavia Bandoeng N In Europa kan thans uit twee routes gekozen worden. Beide zijn achteroen- volgens in bovenstaand staatje opgeno men. Vertrek van het eerstvolgende postvlieg tuig van Amsterdam 25 Februari 1932. HEDEN GEETALEERD IJZERSTERK, PRACHTIGE DESSINS. Bouclé 200 x 300 f 33.75- Haarvelours 200 x 300 f 39.— ZIET DE ETALAGES Uw ADRES VOOR COMPLETE MEUBILEER ING. „Dat laat me er aan denken. Ik heb mijn belasting nog niet heb betaald." (Passing Show)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 6