J. A. SCHOTERMAN Zn. HET VERGIFTIGINGSGEVAL TE BERGEN IN MASSA'S SLIJTERIJ Cognac Vieux XXX per flesch f 3.85 A. H. van NIEUWKERK N.V. DE ZAAK VOOR DE RECHTBANK Tegen beide verdachten 6 jaar geëischt De Fa. M. R. N. Oosterveen Prijscourant o.t. «o.«r FJ Wijnhandel HAARVELOURS- en BOUCLé-KARPETTEN HUMORHOEKJE ,Zljn dood zou een mooie opruiming zijn" Alkmaar, 24 Februari In het be gin van November is melding gemaakt van het feit, dat op last van den burgemeester van Bergen (N.-H.) de echtge- noote van den rentenier J. B. aldaar in het huis van bewaring le Alkmaar was opgeslo ten onder verdenking van pogingen om door middel van vergif haar man van het leven te berooven. B. was reeds eentge weken ziek en de hem behandelende geneesheer, dr. J. H. Pameijer uit Alkmaar, had het vermoeden gekregen, dat het met de ziekte niet in den haak was en daarom op 23 October de overbrenging van den patient naar het Centraal Ziekenhuis te Alkmaar bewerkstelligd, waar de man nog steeds wordt verpleegd en de nadeelige gevolgen van de vergiftiging ondervindt. Na een onderhoud, dat de burgemeester van Bergen, in tegenwoordigheid van dr. Pameijer met B. had, teekende deze een verklaring, welke den dokter ontsloeg van zijn ambtsgeheim. De mededeelin.gen van den medicus waren van dien aard, dat de justitie ingreep, met het gevolg, dat twee dagen later de Alkmaarsche kaashandelaar E., die als tijdelijk buurman met de vrouw vriendschap had gesloten, eveneens in ar rest werd gesteld. Hetgeen tijdens de ver- hooren bij den rechter commissaris aan het licht kwam was van dien aard, dat de rechtbank de voorloopige hechtenis voor beide verdachten verlengde. Op 15 Januari werd het onderzoek in de zaak gesloten en Dinsdag stonden de 48- jarige vrouw en de 48-jarige man terecht wegens poging om B. door vergiftiging van het leven te berooven. Er bestond voor deze zaak zulk een be langstelling, dat honderden buiten moesten blijven. Ook de advocatenbanken waren ge heel bezet De rechtbank was samengesteld als volgt: president mr. Ledeboer, rechters mr. Krab be on mr. Offers, officier van justitie mr. van der Feen de Lille, griffier mr. Couvée. De vrouw verklaarde tot haar daad te zijn gekomen, omdat haar man gedreigd had haar te zullen doodschieten, als zij nog langer met verdachte E. bleef omgaan. Daarna heeft verdachte E. gezegd: Dan moeten wij hem vóór zijn, en hij gaf haar in het laatst van Juni jodium, dat zij onge veer vijfmaal in de thee van haar man had gedaan, niet wetend dat dit een middel was om iemand dood te maken. Haar man had do thee geweigerd en verdachte E. had haar toen iets anders gegeven, dat na schudden een groene kleur kreeg. Van de fleschjes van 200 gram, die zij geregeld ont ving, heeft zij alleen het eerste gebruikt en alleen als haar man haar uitschold. Verdachte E. ontkende, dat hij met ver dachte B. gesproken heeft over het dood schieten. Hij gaf haar in Juni jodium, om dat zij hem iets gevraagd had om haar man een beetje suf te maken. Hijzelf ge bruikte jodium wel eens bij verkoudheid en gaf het in de hoop, dat het hem zóó suf zou maken, dat hij zijn vrouw niet meer zou mishandelen. Later hoeft hij een aftreksel van Parijsch groen gegeven, waar van hij wist dat het een middel was tegen luizen. Hij ontkende evenwel te hebben ge weten, dat dit een groote hoeveelheid arse nicum bevatte en ontkende ook pertinent met verdachte B. afgesproken te hebben om B. om het leven te brengen. Verdachte B. bleef evenwel bij de door haar afgelegde verklaring. Als eerste getuige werd gehoord dr. J. H. Pameijer, arts te Alkmaar, die verklaarde reeds vele jaren de nuisdokter van de fami lie te zijn. Getuige B. leed aan een zweer in den twaalfvingerigen darm en getuige zijn nog steeds verkrijgbaar BOERENMEISJES BOERENJONGENS VOORBURGH PRIMA ADVOCAAT /h het bekende S. H. M. „Schilletje" diverse merken „OUDE KLARE" enz. HAVTK 41. TeL 292 Telefoon 77 heeft de alleen verkoop van onze heerlijke thee Melange's volgens o.s. E.F. (China Congo) - 2-10 ÉNAK 5EXALI Imperial f 2.50 Fijne Ceylonf - 2.10 Ceylon Peccof 1.90 Britsch-Ind. Pecco. - 1.80 Java Assam thee f 1.80 Java Grove thee - 1.70 Jave Gebr thee - 1,60 Aanbevellend: HOLLANDSCHE THEEVERBRUIK VEREENIGING AMSTERDAM OPGERICHT 1881 had hem daarom een dieet voorgeschreven. In September was de zweer tot rust ge komen, doch in den toestand van B. kwam geen verbetering. Spr. constateerde een aan doening m de mondholte. Het was een eigenaardig ziektebeeld. Hij verzocht het Centraal laboratorium te Utrecht een onderzoek naar het verschijnsel in te stellen. De patiënt kreeg last met slik ken. een uitslac en een aandoening van de neuszenuw. Getuige kreeg tenslotte den in druk, dat er iets niet in orde was met het eten, doch de mededeelingen van de vrouw stelden hem gerust. De vergiftigingsverschijnselen bleven cch ter aanhouden en getuige kreeg zekerheid te doen te hebben met arsenicumvergifti ging. Op 23 October heeft hij tot getuige B. gezegd: Je hebt mij je geheelo leven ver trouwd, maar ik moet je zeggen, dat je leven op het spel staat, als je niet onmid dellijk naar het ziekenhuis gaat. De man is toen dadelijk daarheen ver voerd. Getuige nam in het ziekenhuis een zuster in vertrouwen en de faecalien van B. werden naar het centrale laboratorium te Utrecht verzonden, voorzien van een brief van getuige. Getuige kreeg later be richt, dat het onderzoek positieve resulta ten had opgeleverd. Ook het urineónderzoek wees uit, dat ge- ruimen tijd arsenicum was toegediend. Eenmaal moet een vrij groote hoeveel heid vergif zijn toegediend. Verd. B. zegt, dat zij eenmaal twee lepeltjes in het eten heeft gedaan. De verdediger van E., mr. Muller Massis, zegt, dat het urinaal en de trechter, die bij het onderzoek gebruikt zijn, niet gepa raffineerd zijn geweest. Dr. Pameijer verklaart, dat jodium zoo walgelijk is, dat het in geen eten is te neu traliseeren. Mr. Muller Massis, de verdediger, vraagt of getuige B. wel eens gewaarschuwd heeft, dat hij voorzichtig moest zijn met zijn vrouw, omdat deze verschijnselen van ver standsverbijstering vertoonde. Getuige herinnert zich dit niet. Verdachte E. deelde mee, dat aan de over zijde van B. een vrouw woonde, die door mond- en klauwzeer besmet was. Verdachte B. heeft deze vrouw nooit be zocht. Verdachte E. zegt, dat wellicht haar kind de besmetting heeft overgebracht. Getuige Ernmelot, bediende bij het Cen traal Laboratorium te Utrecht, herinnerde zich, dat hij een pakje had ontvangen, waarbij een brief van den geneesheer was gevoegd. De beide verdedigers wijzen er op, dat deze getuige iets anders verklaart dan hij voor de politie te Utrecht heeft meegedeeld. Getuige zegt, dat hij het pakje in het expeditielokaal heeft laten staan en den volgenden dag in de zuurkast heeft gezet. Hij geeft toe, dat in het expeditielokaal ook anderen kunnen komen en erkent de mogelijkheid, dat het briefje met dat van een ander pakje is verwisseld. Getuige wist niet, dat het hier een ernstig onderzoek gold, anders had hij den directeur daarvan dadelijk in kennis gesteld. Mej. A. J. Kam, scheikundige bij het Cen trale laboratorium, deelde mee, op 26 Octo ber een en ander in de zuurkast gevonden te hebben. Het is mogelijk, dat de brief die er bovenop lag met een anderen is verwis seld doch het is niet waarschijnlijk. Zij heeft het onderzoek, omdat zij uit moest, na een paar dagen aan anderen overgege ven. Mr. de Groot oordeelde het een fout van deze getuige, dat zij bij het onderzoek is uitgegaan van de wetenschap, dat het fleschje Parijsch groen bevatte, terwijl het wetenschappelijk juister was geweest te onderzoeken, wat er in het fleschje zat. Hij meent te hebben aangetoond, dat het on derzoek van deze getuige niet volledig is geweest, zoodat de omschrijving, door den «ïfficier in de dagvaarding opgenomen, niet juist is. Hierop verscheen de drogist-bediende De Vries, die verklaarde, einde September of begin October aan verdachte F. een flesch je met Parijsch groen te hebben verkocht Als hij dit vergift verkoopt, zegt hij er steeds bij, dat het vergift is en dit wordt ook op het zakje gezet Verdachte E. zegt dat hij het heeft gekocht in het begin van September. Ook in Maart kocht hij daar een hoeveelheid van dezelfde stof, maar, als hij een bestelling heeft gedaan, gaat hij gewoonlijk een praatje maken met den pa troon, zoodat hij zich niet kan herinneren dat getuige heeft gezegd, dat het vergift was. Toen hij de eerste maal het goed kocht, heeft hij nog prijsgroeii gevraagd, aangezien hij dit zoo verstaan had van dengene. die het hem gezegd had. Een andere bediende had daarop gezegd' U bedoelt zeker Parijsch groen. Deze ge tuige was daarbij. Getuige zegt zich dat niet te herinneren. Daarna wordt dr. Hooneveld als getuige- óeskundige gehoord. Deze doet verklaringen over de resultaten van zijn onderzoek naar het zenuwstelsel van patiënt B. Getuige had geconstateerd, dat deze leed aan arse nicumvergiftiging. Met zekerheid kon hij echter niet zeggen, dat de man in levens gevaar heeft verkeerd. Daarvoor is het noo dig, dat de zenuwen, die het middenrif be- heerschen, zijn aangedaan. En die waren slechts zwak aangedaan. Thans is het ge vaar voor den patiënt geheel geweken. Dr. Pameyer, nog eens gehoord, zegt, dat, wanneer de patiënt thuis was gebleven en doorgegaan svas met innemen van arseni cum, die patient in levensgevaar zou heb ben verkeerd. Hij constateerde een moeilij ke ademhaling en sterke inzinking, krach teloosheid en zwakheid. Dr. Hoeneveld zegt, dat niet op grond van vermagering of zwakheid van iemands stem gezegd kan worden, dat hij in levens gevaar verkeert Hij had geconstateerd, dat de man er slecht aan toe was. De mogelijk heid was echter grooter, dat het geval den goeden kant uitging. Naar zijn oordeel was er sprake van 'n sleepend lijden, doch niet van een doodelijk lijden. Als getuige A décharge was al eens ge hoord de boomkweeker Groot, uit Blokker, die zegt voor de behandeling van vrucht- boomen tegen bladluis van verdachte den raad te hebben gekregen Parijsch groen te gebruiken. Hij verklaarde, dat fruitkwee- kers veel Parijsch groen gebruiken en dat zelfs werkjongens het overal kunnen beko men. Eens kocht hij het zelfs op een open bare verkooping. De dienstbode van de vrouwelijke ver dachte verklaarde anderhalf jaar bij haar werkzaam te zijn geweest. Naar haar oor deel was de vrouw niet vriendelijk tegen haar man. Tegenover getuige was de vrouw goed De man was geen vriendelijk mensch en mevrouw hoeft wel eens gezegd: Als hij dood was, zou het een mooie opruiming zijn. Dit werd gezegd als man en vrouw ru zie hadden gehad. Voorts verklaarde ge tuige, dat mevrouw meermalen als zij het eten had klaargemaakt alvorens dit haar man te brengen die boven ziek lag, naar de voorkamer ging. Zij heeft ook gehoord, dat de man klaagde over de sterke smaak van de thee. Verdachte zegt, dat haar man ook wel eens gezegd heeft, dat haar dood cen mooie opruiming zou zijn. Daarna wordt gehoord *een broer van verdachte E., die zijn broer teekent als iemand, die zijn verdriet in stilte verwerkt. Mij is echter van een lichtzinnige gemakke lijkheid. Uit aangeboren neiging gaat hij de moeilijkheden uit den weg. Met beslist heid spreekt getuige tegen, dat zijn broer de vlotte zakenman zou zijn, waarvoor men hem algemeen houdt. Door het succes van zijn vader heeft hij het nooit moeilijk gehad. Ovrigens is hij een zeer goed mensch, die getuige beslist niet in staat acht, er aan te zullen medewerken, dat iemand opzettelijk van het leven wordt be roofd. Getuige zegt overtuigd te zijn, dat de vrouw niet geweten heeft, dat er in Pa rijsch groen arsenicum zit. Vervolgens komen cen koopman uit Enk huizen, een collega van verdachte uit Alk maar, een boekhoude. van verdachte en fen bankwerker uit Oosthuizen verklaren, dat zij allen verdachte kennen als iemand, die graag bereid is anderen te helpen en dien zij niet in staat achten er aan mede te ^er ken, dat iemand opzettelijk van het leven wordt beroofd. Een handelsreiziger uit Avenhorn ver klaarde, dat hij op 2 Augustus met verschil lende personen in den trein van verdachte E. zat, waar getuige's schoonvader aan E. den raad gaf, Parijsch groen en zemelen aar: te wenden tegen slakken, waarvan hij lasl had. Ook getuige verzekert, dat in tuinders kringen bekend is, dat Parijsch groen een middel is tegen insectenkiemen in boom gaarden. Hij zegt, dat men het goed overal gemakkelijk kan krijgen. Om dit te bewijzen kocht hij gistermorgen in een filiaal te Hoorn van de zaak, waar verdachte E. het in Alkmaar kocht en hij legt een ons Pa rijsch groen aan den president over, onder mededeeling, dat er niot bij gezegd is, dat het zwaar vergift was. Een vrouw uit Schagen en een achternicht van verdachte B. komen hierna verklaren, dat het met de betrekking tusschen de echt genooten B niet in orde was. Dat E. de oor /.aak was van de verkeerde betrekking, ge- looven zij niet, maar die slechte bctrekkina heeft reeds jaren bestaan. Dr. Kruytbosch. zenuwarts te Castricum. verklaarde, dat verdachte mevrouw B. in tellectueel te kort schiet en moreel ook ver beneden het normale blijft. Wel heeft zij kunnen begrijpen, dat zij ontoelaatbare han delingen heeft gepleegd. BoerensMmheid heeft zij wel. Zij wilde goed gekleed gaan en uitgaan en de man verzette zich daar tegen Aangezien zij het geld had aange bracht, meende zij, dat zij wel recht had op hetgeen zij wilde. Zij was overtuigd, dat haar man haar geluk in den weg stond en dat hij uit den weg moest worden geruimd. De officier verklaarde van meening te zijn, dat uit de brieven die de vrouw uit haar voorarrest aan haar man schreef, blijkt, dat zij haar handelingen betreurde en ge schrokken is van de gevolgen. Getuige gelooft dit niet. Hij blijft van meening, dat voor haar het voornaamste is. dat zij van haar vrijheid is beroofd. Op een vraag van den verdediger, mr. De Groot, zegt getuige van meening te zijn, dat haar ontbrekend intellect in slechten zin aange vuld wordt door haar moreel defect. Voorts zegt getuige nog, dat de vrouw niet direct dom is maar wel achterlijk. Het moet haar echter worden aangerekend, dat zij het ge heele plan van tevoren heeft opgemaakt en lot de conclusie is gekomen, dat dit de beste oplossing was en tóen tot uitvoering is over gegaan. Hierna is overgegaan tot verhoor van ver dachte E., bij wien de president er op aan dringt, de waarheid te zeggen. Verdachte E. zegt, direct bekend te hebben, jodium te hebben gegeven en ook een fleschje met Parijsch groc.i, waar verdachte B. om ge vraagd heeft, naar zij zeide, om haar man lusteloos en kwijnend te maken. Hij had gedacht, dat zij dit tenslotte zelf had moeten weten, maar nooit heeft hij er op aange drongen, dat zij het zou doen. Vorvolgens is overgegaan tot een zitting met gesloten deuren. Nadat het verhoor van verdachte met ge sloten deuren Dinsdagavond tot half 7 uur had geduurd, werd Woensdagmorgen de openbare zitting hervat. De ambtenaar van het O. M. mr. G. v. d. Feen de Lille begon zijn requisitoir met een woord van deernis met den hoofdgetuige B., die in het ziekenhuis ligt. Hij uit de beste wenschen voor diens herstel. Spr. schetste de voorgeschiedenis der zaak en wees er o.a. op, dat, wat de hoe veelheid arsenicum betreft, het onderzoek 2llt week na opname van den patiënt in het ziekenhuis plaats vond; er was dus al arsenicum uit het lichaam verwijderd. Toch is nog een abnormaal hooge hoeveelheid ge constateerd. Spr. komt tot de vraag, hoe kreeg Br. arsenicum naar binnen. Verdachte E. heeft een aftreksel van Pa rijsch Groen gemaakt en aan verd. B. ge geven, die een aantal malen in Br.'s eten of drinken een scheut daarvan deed. Het afgietsel hield 51 pet. arsenicum in. Spr. komt nu tot de juridische constructie en vraagt, welk opzet hebben de beide ver dachten gehad met het geven en toedienen Utr.straat 17 Gevestigd 1878 Telefoon 145 van het vergif. Beider opzet is verschillend. Verd. B. had den opzet haar man uit den weg te ruimen. In het begin heeft zij dat ontkend om E. to sparen. Den opzet te dooden had zij reeds in Juni. Dit blijkt ook uit de zij het niet vlotte verklaringen van een getuige, aan wie was opgevallen dat verdachte B. naar dc voorkamer ging met de pap voor Br. Dn hond mocht de papresten niet hebben en het zoontje mocht niet uit de glazen van zijn vader drinken. Die bedoeling om haar man te dooden heeft verdachte meermalen geuit en een dergelijke verklaring heeft zij dikwijls ge geven. Beide echtelieden leefden niet gelukkig met elkaar. Spr. beschouwt verdachte B. als de hoofd schuldige van dc twee echtelieden. Do man was niet haatdragend of wraakzuchtig. Hij vermoedde niet dat zijn vrouw in staat was vergif in zijn eten te doen. Maar er zat oen ander achter. Spr. komt tot den opzet van verdachte E. Deze zegt slechts den opzet gehad te hebben Br. suf en kwijnend te maken. We hebben hier eigenlijk al een zwaar benadeelen van iemands lichamelijke gezondheid. Toon jodium niet hielp, gaf E. het Parij- sche Groen. Hij wist dat het vergif was; volgens hem wist hij niet, dat men er menschen mee kon dooden. Iemand van 48 jaar met een ge zond verstand als E. kon toch niet denken dat dit onschadelijk was. Het vergif moest dienen om te maken dat men geen last van Br. had. Er is dus mot verdachte B. over den toestand van Br. ge sproken. Doch toen de man sul' en kwijnend was, werd hem nog meer toegediend; wer den nog twee fleschjes gegeven, toon kon Br. al niet ineer handen en voeten gebrui ken. Spreker accepteert niet, dat cr geen opzet orn te dooden was. E. wilde Br. uit den weg ruimen. Spreker neemt van beide verdachten op- ze't aan. Ten opzichte van verdachte B. neemt. spr. aan, poging om te dooden. Door toeval trad de dood niet in. Het scheelde maar weinig. Er was geen doode lijk gevolg, doch een ernstige chronische vergiftiging. Dc kwantiteit bad den dood kunnen ver oorzaken; als het. nog een week geduurd had. Van de zijde van I. B. is hier dus vast te stellen, poging tot. moord. Verdachte E. heeft bekend opzettelijke benadeeling van Br.'s gezondheid. Br. heeft zwaar lichamelijk letsel beko men en veel geleden. Spr. houdt zich aan medeplichtigheid, als in de dagvaarding genoemd. Komende tot de persoon van de verdach te B., bespreekt de officier het rapport van dr. Kruijtbosch, die bij haar een moreel en intellectueel tekort heeft geconstateerd. We zien echter, dat we te doen hebben met iemand die toerekeningsvatbaar is. Bij het bepalen van de strafmaat zal spreker in aanmerking nemen, dat zij een tekort heeft, dat zij royaal alles bekend heeft, dat zij berouw toont en haar man vergiffenis heeft gevraagd. Na de boetedoening is er de kiem van een beter leven. Spreker wijst echter op de ontzettend wreedaardige manier van behandeling van haar man, wiens lijden zij steeds zag; hij ging steeds achteruit; zij huichelde tegen over hem. Wat verdachte E. betreft, gaat spreker de verklaringen na, van de getuigen a dé charge. Spreker gelooft niet dat al deze getuigen, verd. niet in zijn ware gedaante gekend hebben. Spreker ziet verdachte E. als een dub bel mensch, eenerzijds als een zorgzaam echtgenoot, anderzijds als een bedrieger. Hij speelde een dubbele rol. Spr. mist aan de zijde van E. alle schuld besef, het besef verkeerd gedaan te hebben, van berouw is niets te merken. Verdachte B heeft wroeging, verdachte E. niet, anders had hij het kunnen uiten, moeten uiten. Eerst in Februari schreef hij aan Br. een brief, waarin hij het woord „berouw" uitte; het was een koud briefje. Ook in brieven aan zijn bedroefden va- dor, blijkt helaas niets van berouw. Spreker ziet hier geen lichtpunten. Als regel is een straf voor poging tot moord zwaarder dan die voor medeplich tigheid. Hier, in dit geval is het anders. Voor verdachte B. zijn verzachtende om standigheden. Het maximum bij de wet is voor poging tot moord 13 jaar voor mede plichtigheid 8!4 jaar. Sproker requireert echter voor beide verdachten zes jaar ge vangenisstraf. De President spreekt verdachte E. nog toe cn vraagt of hij nu niets te uiten heeft. II staat daar aldus de president als een boom, met een gezicht: „wie doet me wat". Verdachte: „Dat is mijn bedoeling niet" Hij noemt de straf enorm zwaar cn vraagt de clementie van de rechtbank. Hij had niet gedacht dat zijn daden zulke afmetin gen zouden aannemen. Verdachte B. zegt groote spijt en diep be rouw te hebben; ook zij vindt de straf zwaar. Hierna kwamen de verdedigers aan hef woord. Mr. C. A. de Groot, de verdediger van verdachto B.\ kwam tot de conclusie, dat verdachte niet toerekeningsvatbaar kan ge noemd worden, zij is abnormaal, daarom moet hier eerder een maatregel worden toegepast, b.v. voorwaardelijke terbeschik kingstelling. PI. concludeert vrijspraak en vraagt dé rechtbank anders genade voor recht t« doen gelden. De verdediger van E. mr. Muller Massia zegt dat niets is bewezen, dat er geen sprai ke is van mededaderschap en geen opzet van moord; op deze gronden moet vrij spraak volgen. Voor do benadeeling van de gezondheid, waarvan de dagvaarding spreekt, is abso luut noodig, dat de dader zelf heeft gehan deld. E. heeft echter nooit B. iets toege diend. Verd. is slechts medeplichtig aan bena deeling van gezondheid. Dat staat niet In de dagvaarding. Pleiter besluit, dat als er termen gevonden worden E. te straffen dan hoopt hij dat de rechtbank in uitersto mate van het recht gebruik zal maken om E., als medeplichtige een mindere straf te go- ven, welk recht hein bij dc wet gegeven is. Na een re- en dupliek werd dc uitspraak bepaald op Dinsdag 8 Maart. VECHTPARTIJ TE LEIDEN. Eén zwaar gewonde. Leiden, 2 4 Febr. Hedennacht om streeks kwart over twaalf is er op de Bree- straat te Leiden oneenigheid ontstaan tus schen burgers en studenten. Hierbij kreeg de 49-jarige H. van D. een kaakslag, waar door hij zoo ongelukkig kwam te vallen, dat hij een gecompliceerde onderbeenbreuk bekwam. Hij is door den eersten hulpdienst naar de Academische klinieken vervoerd. Zijn toestand is vrij ernstig. De politie stelt een nader onderzoek in. LOONSVERLAGING VOOR DE MIJN WERKERS. Bij Staats- en particuliere mijnen. Heerlen, 24 Febr. De contact-commis sie voor het mijnbedrijf ontving, volgens de Tel., het navolgende schrijven van de di- lecties der staats- en particuliero mijnen: Wij brengen te uwer kennis, dat de bij voortduring slechter wordende toestand van onze bedrijven het ons onmogelijk maakt ons aan de tegenwoordige loonen langer gebonden te houden dan tot en met 31 Maart 1932. Wij zien ons derhalve ge noodzaakt de loonovereenkomst van 2 No vember 1925 bij deze tegen 1 April 1932 op te zoggen. HEDEN GEETALEERD IJZERSTERK, PRACHTIGE DESSINS. Bouclé 200 x 300 f 33.75- Haarvelours 200 x 300 f 39.—» ZIET DE ETALAGES Uw ADRES VOOR COMPLETE MEUBILEER ING. BRAND BIJ EEN KASTEEL. Tegen half één Dinsdagmiddag is brand uitgebroken op de voorraadzolders boven de paardenstallen van kasteel Hillenrath te Swalmen. De Swalmer brandweer en de Roerinondsche autobrandspuit konden het geweldige vuurspel gelukkig bedwingen Paarden, auto's en voertuigen werden nog bijtijds gered. Een 4000 K.G. wintervoorraad booi ging verloren. Verzekering dekt de schade. De oorzaak is onbekend. (Handelsblad). KAMERVACATURE L1NGBEEK. In de plaats van den heer Woldendorp, te Groningen, die bedankt heeft, is thans tot lid der Tweede Kamer in de vacature l)s. Lingbeek benoemd verklaard Ds. A. C. G. de Hertog, te Rotterdam. „O mevrouw, dat oorlogschip-grijs ie juist uw kleur P Pudge).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 6