J. A. SCHOTERMAN Zn.
HET VERGIFTIGINGSGEVAL TE BERGEN
IN MASSA'S SLIJTERIJ
Cognac Vieux XXX per flesch f 3.85
A. H. van NIEUWKERK N.V.
DE ZAAK VOOR DE
RECHTBANK
Tegen beide verdachten
6 jaar geëischt
De Fa. M. R. N. Oosterveen
Prijscourant o.t. «o.«r FJ
Wijnhandel
HAARVELOURS- en BOUCLé-KARPETTEN
HUMORHOEKJE
,Zljn dood zou een mooie
opruiming zijn"
Alkmaar, 24 Februari In het be
gin van November is melding gemaakt
van het feit, dat op last van den
burgemeester van Bergen (N.-H.) de echtge-
noote van den rentenier J. B. aldaar in het
huis van bewaring le Alkmaar was opgeslo
ten onder verdenking van pogingen om door
middel van vergif haar man van het leven
te berooven. B. was reeds eentge weken
ziek en de hem behandelende geneesheer,
dr. J. H. Pameijer uit Alkmaar, had het
vermoeden gekregen, dat het met de ziekte
niet in den haak was en daarom op 23
October de overbrenging van den patient
naar het Centraal Ziekenhuis te Alkmaar
bewerkstelligd, waar de man nog steeds
wordt verpleegd en de nadeelige gevolgen
van de vergiftiging ondervindt.
Na een onderhoud, dat de burgemeester
van Bergen, in tegenwoordigheid van dr.
Pameijer met B. had, teekende deze een
verklaring, welke den dokter ontsloeg van
zijn ambtsgeheim. De mededeelin.gen van
den medicus waren van dien aard, dat de
justitie ingreep, met het gevolg, dat twee
dagen later de Alkmaarsche kaashandelaar
E., die als tijdelijk buurman met de vrouw
vriendschap had gesloten, eveneens in ar
rest werd gesteld. Hetgeen tijdens de ver-
hooren bij den rechter commissaris aan het
licht kwam was van dien aard, dat de
rechtbank de voorloopige hechtenis voor
beide verdachten verlengde.
Op 15 Januari werd het onderzoek in de
zaak gesloten en Dinsdag stonden de 48-
jarige vrouw en de 48-jarige man terecht
wegens poging om B. door vergiftiging van
het leven te berooven.
Er bestond voor deze zaak zulk een be
langstelling, dat honderden buiten moesten
blijven. Ook de advocatenbanken waren ge
heel bezet
De rechtbank was samengesteld als volgt:
president mr. Ledeboer, rechters mr. Krab
be on mr. Offers, officier van justitie mr.
van der Feen de Lille, griffier mr. Couvée.
De vrouw verklaarde tot haar daad te
zijn gekomen, omdat haar man gedreigd
had haar te zullen doodschieten, als zij nog
langer met verdachte E. bleef omgaan.
Daarna heeft verdachte E. gezegd: Dan
moeten wij hem vóór zijn, en hij gaf haar
in het laatst van Juni jodium, dat zij onge
veer vijfmaal in de thee van haar man had
gedaan, niet wetend dat dit een middel was
om iemand dood te maken. Haar man had
do thee geweigerd en verdachte E. had
haar toen iets anders gegeven, dat na
schudden een groene kleur kreeg. Van de
fleschjes van 200 gram, die zij geregeld ont
ving, heeft zij alleen het eerste gebruikt en
alleen als haar man haar uitschold.
Verdachte E. ontkende, dat hij met ver
dachte B. gesproken heeft over het dood
schieten. Hij gaf haar in Juni jodium, om
dat zij hem iets gevraagd had om haar
man een beetje suf te maken. Hijzelf ge
bruikte jodium wel eens bij verkoudheid
en gaf het in de hoop, dat het hem zóó
suf zou maken, dat hij zijn vrouw niet
meer zou mishandelen. Later hoeft hij een
aftreksel van Parijsch groen gegeven, waar
van hij wist dat het een middel was tegen
luizen. Hij ontkende evenwel te hebben ge
weten, dat dit een groote hoeveelheid arse
nicum bevatte en ontkende ook pertinent
met verdachte B. afgesproken te hebben
om B. om het leven te brengen. Verdachte
B. bleef evenwel bij de door haar afgelegde
verklaring.
Als eerste getuige werd gehoord dr. J. H.
Pameijer, arts te Alkmaar, die verklaarde
reeds vele jaren de nuisdokter van de fami
lie te zijn. Getuige B. leed aan een zweer
in den twaalfvingerigen darm en getuige
zijn nog steeds verkrijgbaar
BOERENMEISJES
BOERENJONGENS
VOORBURGH
PRIMA ADVOCAAT
/h het bekende S. H. M. „Schilletje"
diverse merken „OUDE KLARE"
enz.
HAVTK 41. TeL 292
Telefoon 77
heeft de alleen
verkoop van onze
heerlijke thee
Melange's
volgens o.s.
E.F. (China Congo) - 2-10
ÉNAK 5EXALI
Imperial f 2.50
Fijne Ceylonf - 2.10
Ceylon Peccof 1.90
Britsch-Ind.
Pecco. - 1.80
Java Assam thee f 1.80
Java Grove thee - 1.70
Jave Gebr thee - 1,60
Aanbevellend:
HOLLANDSCHE THEEVERBRUIK
VEREENIGING
AMSTERDAM OPGERICHT 1881
had hem daarom een dieet voorgeschreven.
In September was de zweer tot rust ge
komen, doch in den toestand van B. kwam
geen verbetering. Spr. constateerde een aan
doening m de mondholte. Het was een
eigenaardig ziektebeeld.
Hij verzocht het Centraal laboratorium te
Utrecht een onderzoek naar het verschijnsel
in te stellen. De patiënt kreeg last met slik
ken. een uitslac en een aandoening van de
neuszenuw. Getuige kreeg tenslotte den in
druk, dat er iets niet in orde was met het
eten, doch de mededeelingen van de vrouw
stelden hem gerust.
De vergiftigingsverschijnselen bleven cch
ter aanhouden en getuige kreeg zekerheid
te doen te hebben met arsenicumvergifti
ging. Op 23 October heeft hij tot getuige B.
gezegd: Je hebt mij je geheelo leven ver
trouwd, maar ik moet je zeggen, dat je
leven op het spel staat, als je niet onmid
dellijk naar het ziekenhuis gaat.
De man is toen dadelijk daarheen ver
voerd. Getuige nam in het ziekenhuis een
zuster in vertrouwen en de faecalien van
B. werden naar het centrale laboratorium
te Utrecht verzonden, voorzien van een
brief van getuige. Getuige kreeg later be
richt, dat het onderzoek positieve resulta
ten had opgeleverd.
Ook het urineónderzoek wees uit, dat ge-
ruimen tijd arsenicum was toegediend.
Eenmaal moet een vrij groote hoeveel
heid vergif zijn toegediend.
Verd. B. zegt, dat zij eenmaal twee
lepeltjes in het eten heeft gedaan.
De verdediger van E., mr. Muller Massis,
zegt, dat het urinaal en de trechter, die
bij het onderzoek gebruikt zijn, niet gepa
raffineerd zijn geweest.
Dr. Pameijer verklaart, dat jodium zoo
walgelijk is, dat het in geen eten is te neu
traliseeren.
Mr. Muller Massis, de verdediger, vraagt
of getuige B. wel eens gewaarschuwd heeft,
dat hij voorzichtig moest zijn met zijn
vrouw, omdat deze verschijnselen van ver
standsverbijstering vertoonde.
Getuige herinnert zich dit niet.
Verdachte E. deelde mee, dat aan de over
zijde van B. een vrouw woonde, die door
mond- en klauwzeer besmet was.
Verdachte B. heeft deze vrouw nooit be
zocht.
Verdachte E. zegt, dat wellicht haar kind
de besmetting heeft overgebracht.
Getuige Ernmelot, bediende bij het Cen
traal Laboratorium te Utrecht, herinnerde
zich, dat hij een pakje had ontvangen,
waarbij een brief van den geneesheer was
gevoegd.
De beide verdedigers wijzen er op, dat
deze getuige iets anders verklaart dan hij
voor de politie te Utrecht heeft meegedeeld.
Getuige zegt, dat hij het pakje in het
expeditielokaal heeft laten staan en den
volgenden dag in de zuurkast heeft gezet.
Hij geeft toe, dat in het expeditielokaal
ook anderen kunnen komen en erkent de
mogelijkheid, dat het briefje met dat van
een ander pakje is verwisseld. Getuige wist
niet, dat het hier een ernstig onderzoek
gold, anders had hij den directeur daarvan
dadelijk in kennis gesteld.
Mej. A. J. Kam, scheikundige bij het Cen
trale laboratorium, deelde mee, op 26 Octo
ber een en ander in de zuurkast gevonden
te hebben. Het is mogelijk, dat de brief die
er bovenop lag met een anderen is verwis
seld doch het is niet waarschijnlijk. Zij
heeft het onderzoek, omdat zij uit moest,
na een paar dagen aan anderen overgege
ven.
Mr. de Groot oordeelde het een fout van
deze getuige, dat zij bij het onderzoek is
uitgegaan van de wetenschap, dat het
fleschje Parijsch groen bevatte, terwijl het
wetenschappelijk juister was geweest te
onderzoeken, wat er in het fleschje zat. Hij
meent te hebben aangetoond, dat het on
derzoek van deze getuige niet volledig is
geweest, zoodat de omschrijving, door den
«ïfficier in de dagvaarding opgenomen, niet
juist is.
Hierop verscheen de drogist-bediende De
Vries, die verklaarde, einde September of
begin October aan verdachte F. een flesch
je met Parijsch groen te hebben verkocht
Als hij dit vergift verkoopt, zegt hij er
steeds bij, dat het vergift is en dit wordt
ook op het zakje gezet Verdachte E. zegt
dat hij het heeft gekocht in het begin van
September. Ook in Maart kocht hij daar
een hoeveelheid van dezelfde stof, maar,
als hij een bestelling heeft gedaan, gaat hij
gewoonlijk een praatje maken met den pa
troon, zoodat hij zich niet kan herinneren
dat getuige heeft gezegd, dat het vergift
was. Toen hij de eerste maal het goed
kocht, heeft hij nog prijsgroeii gevraagd,
aangezien hij dit zoo verstaan had van
dengene. die het hem gezegd had.
Een andere bediende had daarop gezegd'
U bedoelt zeker Parijsch groen. Deze ge
tuige was daarbij. Getuige zegt zich dat
niet te herinneren.
Daarna wordt dr. Hooneveld als getuige-
óeskundige gehoord. Deze doet verklaringen
over de resultaten van zijn onderzoek naar
het zenuwstelsel van patiënt B. Getuige
had geconstateerd, dat deze leed aan arse
nicumvergiftiging. Met zekerheid kon hij
echter niet zeggen, dat de man in levens
gevaar heeft verkeerd. Daarvoor is het noo
dig, dat de zenuwen, die het middenrif be-
heerschen, zijn aangedaan. En die waren
slechts zwak aangedaan. Thans is het ge
vaar voor den patiënt geheel geweken.
Dr. Pameyer, nog eens gehoord, zegt, dat,
wanneer de patiënt thuis was gebleven en
doorgegaan svas met innemen van arseni
cum, die patient in levensgevaar zou heb
ben verkeerd. Hij constateerde een moeilij
ke ademhaling en sterke inzinking, krach
teloosheid en zwakheid.
Dr. Hoeneveld zegt, dat niet op grond
van vermagering of zwakheid van iemands
stem gezegd kan worden, dat hij in levens
gevaar verkeert Hij had geconstateerd, dat
de man er slecht aan toe was. De mogelijk
heid was echter grooter, dat het geval den
goeden kant uitging. Naar zijn oordeel was
er sprake van 'n sleepend lijden, doch niet
van een doodelijk lijden.
Als getuige A décharge was al eens ge
hoord de boomkweeker Groot, uit Blokker,
die zegt voor de behandeling van vrucht-
boomen tegen bladluis van verdachte den
raad te hebben gekregen Parijsch groen te
gebruiken. Hij verklaarde, dat fruitkwee-
kers veel Parijsch groen gebruiken en dat
zelfs werkjongens het overal kunnen beko
men. Eens kocht hij het zelfs op een open
bare verkooping.
De dienstbode van de vrouwelijke ver
dachte verklaarde anderhalf jaar bij haar
werkzaam te zijn geweest. Naar haar oor
deel was de vrouw niet vriendelijk tegen
haar man. Tegenover getuige was de vrouw
goed De man was geen vriendelijk mensch
en mevrouw hoeft wel eens gezegd: Als hij
dood was, zou het een mooie opruiming
zijn. Dit werd gezegd als man en vrouw ru
zie hadden gehad. Voorts verklaarde ge
tuige, dat mevrouw meermalen als zij het
eten had klaargemaakt alvorens dit haar
man te brengen die boven ziek lag, naar
de voorkamer ging. Zij heeft ook gehoord,
dat de man klaagde over de sterke smaak
van de thee. Verdachte zegt, dat haar man
ook wel eens gezegd heeft, dat haar dood
cen mooie opruiming zou zijn.
Daarna wordt gehoord *een broer van
verdachte E., die zijn broer teekent als
iemand, die zijn verdriet in stilte verwerkt.
Mij is echter van een lichtzinnige gemakke
lijkheid. Uit aangeboren neiging gaat hij
de moeilijkheden uit den weg. Met beslist
heid spreekt getuige tegen, dat zijn broer
de vlotte zakenman zou zijn, waarvoor
men hem algemeen houdt. Door het succes
van zijn vader heeft hij het nooit moeilijk
gehad. Ovrigens is hij een zeer goed
mensch, die getuige beslist niet in staat
acht, er aan te zullen medewerken, dat
iemand opzettelijk van het leven wordt be
roofd. Getuige zegt overtuigd te zijn, dat
de vrouw niet geweten heeft, dat er in Pa
rijsch groen arsenicum zit.
Vervolgens komen cen koopman uit Enk
huizen, een collega van verdachte uit Alk
maar, een boekhoude. van verdachte en fen
bankwerker uit Oosthuizen verklaren, dat
zij allen verdachte kennen als iemand, die
graag bereid is anderen te helpen en dien
zij niet in staat achten er aan mede te ^er
ken, dat iemand opzettelijk van het leven
wordt beroofd.
Een handelsreiziger uit Avenhorn ver
klaarde, dat hij op 2 Augustus met verschil
lende personen in den trein van verdachte
E. zat, waar getuige's schoonvader aan E.
den raad gaf, Parijsch groen en zemelen aar:
te wenden tegen slakken, waarvan hij lasl
had. Ook getuige verzekert, dat in tuinders
kringen bekend is, dat Parijsch groen een
middel is tegen insectenkiemen in boom
gaarden. Hij zegt, dat men het goed overal
gemakkelijk kan krijgen. Om dit te bewijzen
kocht hij gistermorgen in een filiaal te
Hoorn van de zaak, waar verdachte E. het
in Alkmaar kocht en hij legt een ons Pa
rijsch groen aan den president over, onder
mededeeling, dat er niot bij gezegd is, dat
het zwaar vergift was.
Een vrouw uit Schagen en een achternicht
van verdachte B. komen hierna verklaren,
dat het met de betrekking tusschen de echt
genooten B niet in orde was. Dat E. de oor
/.aak was van de verkeerde betrekking, ge-
looven zij niet, maar die slechte bctrekkina
heeft reeds jaren bestaan.
Dr. Kruytbosch. zenuwarts te Castricum.
verklaarde, dat verdachte mevrouw B. in
tellectueel te kort schiet en moreel ook ver
beneden het normale blijft. Wel heeft zij
kunnen begrijpen, dat zij ontoelaatbare han
delingen heeft gepleegd. BoerensMmheid
heeft zij wel. Zij wilde goed gekleed gaan
en uitgaan en de man verzette zich daar
tegen Aangezien zij het geld had aange
bracht, meende zij, dat zij wel recht had op
hetgeen zij wilde. Zij was overtuigd, dat
haar man haar geluk in den weg stond en
dat hij uit den weg moest worden geruimd.
De officier verklaarde van meening te
zijn, dat uit de brieven die de vrouw uit
haar voorarrest aan haar man schreef, blijkt,
dat zij haar handelingen betreurde en ge
schrokken is van de gevolgen.
Getuige gelooft dit niet. Hij blijft van
meening, dat voor haar het voornaamste is.
dat zij van haar vrijheid is beroofd. Op een
vraag van den verdediger, mr. De Groot,
zegt getuige van meening te zijn, dat haar
ontbrekend intellect in slechten zin aange
vuld wordt door haar moreel defect. Voorts
zegt getuige nog, dat de vrouw niet direct
dom is maar wel achterlijk. Het moet haar
echter worden aangerekend, dat zij het ge
heele plan van tevoren heeft opgemaakt en
lot de conclusie is gekomen, dat dit de beste
oplossing was en tóen tot uitvoering is over
gegaan.
Hierna is overgegaan tot verhoor van ver
dachte E., bij wien de president er op aan
dringt, de waarheid te zeggen. Verdachte
E. zegt, direct bekend te hebben, jodium te
hebben gegeven en ook een fleschje met
Parijsch groc.i, waar verdachte B. om ge
vraagd heeft, naar zij zeide, om haar man
lusteloos en kwijnend te maken. Hij had
gedacht, dat zij dit tenslotte zelf had moeten
weten, maar nooit heeft hij er op aange
drongen, dat zij het zou doen.
Vorvolgens is overgegaan tot een zitting
met gesloten deuren.
Nadat het verhoor van verdachte met ge
sloten deuren Dinsdagavond tot half 7 uur
had geduurd, werd Woensdagmorgen de
openbare zitting hervat.
De ambtenaar van het O. M. mr. G. v. d.
Feen de Lille begon zijn requisitoir met een
woord van deernis met den hoofdgetuige
B., die in het ziekenhuis ligt. Hij uit de
beste wenschen voor diens herstel.
Spr. schetste de voorgeschiedenis der
zaak en wees er o.a. op, dat, wat de hoe
veelheid arsenicum betreft, het onderzoek
2llt week na opname van den patiënt in het
ziekenhuis plaats vond; er was dus al
arsenicum uit het lichaam verwijderd. Toch
is nog een abnormaal hooge hoeveelheid ge
constateerd.
Spr. komt tot de vraag, hoe kreeg Br.
arsenicum naar binnen.
Verdachte E. heeft een aftreksel van Pa
rijsch Groen gemaakt en aan verd. B. ge
geven, die een aantal malen in Br.'s eten
of drinken een scheut daarvan deed. Het
afgietsel hield 51 pet. arsenicum in.
Spr. komt nu tot de juridische constructie
en vraagt, welk opzet hebben de beide ver
dachten gehad met het geven en toedienen
Utr.straat 17 Gevestigd 1878 Telefoon 145
van het vergif. Beider opzet is verschillend.
Verd. B. had den opzet haar man uit den
weg te ruimen.
In het begin heeft zij dat ontkend om E.
to sparen.
Den opzet te dooden had zij reeds in
Juni. Dit blijkt ook uit de zij het niet
vlotte verklaringen van een getuige, aan
wie was opgevallen dat verdachte B. naar
dc voorkamer ging met de pap voor Br. Dn
hond mocht de papresten niet hebben en het
zoontje mocht niet uit de glazen van zijn
vader drinken.
Die bedoeling om haar man te dooden
heeft verdachte meermalen geuit en een
dergelijke verklaring heeft zij dikwijls ge
geven.
Beide echtelieden leefden niet gelukkig
met elkaar.
Spr. beschouwt verdachte B. als de hoofd
schuldige van dc twee echtelieden. Do man
was niet haatdragend of wraakzuchtig. Hij
vermoedde niet dat zijn vrouw in staat was
vergif in zijn eten te doen.
Maar er zat oen ander achter. Spr. komt
tot den opzet van verdachte E. Deze zegt
slechts den opzet gehad te hebben Br. suf
en kwijnend te maken. We hebben hier
eigenlijk al een zwaar benadeelen van
iemands lichamelijke gezondheid.
Toon jodium niet hielp, gaf E. het Parij-
sche Groen.
Hij wist dat het vergif was; volgens hem
wist hij niet, dat men er menschen mee kon
dooden. Iemand van 48 jaar met een ge
zond verstand als E. kon toch niet denken
dat dit onschadelijk was.
Het vergif moest dienen om te maken dat
men geen last van Br. had. Er is dus mot
verdachte B. over den toestand van Br. ge
sproken. Doch toen de man sul' en kwijnend
was, werd hem nog meer toegediend; wer
den nog twee fleschjes gegeven, toon kon
Br. al niet ineer handen en voeten gebrui
ken. Spreker accepteert niet, dat cr geen
opzet orn te dooden was.
E. wilde Br. uit den weg ruimen.
Spreker neemt van beide verdachten op-
ze't aan. Ten opzichte van verdachte B.
neemt. spr. aan, poging om te dooden.
Door toeval trad de dood niet in. Het
scheelde maar weinig. Er was geen doode
lijk gevolg, doch een ernstige chronische
vergiftiging.
Dc kwantiteit bad den dood kunnen ver
oorzaken; als het. nog een week geduurd
had. Van de zijde van I. B. is hier dus vast
te stellen, poging tot. moord.
Verdachte E. heeft bekend opzettelijke
benadeeling van Br.'s gezondheid.
Br. heeft zwaar lichamelijk letsel beko
men en veel geleden. Spr. houdt zich aan
medeplichtigheid, als in de dagvaarding
genoemd.
Komende tot de persoon van de verdach
te B., bespreekt de officier het rapport van
dr. Kruijtbosch, die bij haar een moreel
en intellectueel tekort heeft geconstateerd.
We zien echter, dat we te doen hebben
met iemand die toerekeningsvatbaar is. Bij
het bepalen van de strafmaat zal spreker
in aanmerking nemen, dat zij een tekort
heeft, dat zij royaal alles bekend heeft, dat
zij berouw toont en haar man vergiffenis
heeft gevraagd. Na de boetedoening is er
de kiem van een beter leven.
Spreker wijst echter op de ontzettend
wreedaardige manier van behandeling van
haar man, wiens lijden zij steeds zag; hij
ging steeds achteruit; zij huichelde tegen
over hem.
Wat verdachte E. betreft, gaat spreker
de verklaringen na, van de getuigen a dé
charge. Spreker gelooft niet dat al deze
getuigen, verd. niet in zijn ware gedaante
gekend hebben.
Spreker ziet verdachte E. als een dub
bel mensch, eenerzijds als een zorgzaam
echtgenoot, anderzijds als een bedrieger.
Hij speelde een dubbele rol.
Spr. mist aan de zijde van E. alle schuld
besef, het besef verkeerd gedaan te hebben,
van berouw is niets te merken. Verdachte
B heeft wroeging, verdachte E. niet, anders
had hij het kunnen uiten, moeten uiten.
Eerst in Februari schreef hij aan Br. een
brief, waarin hij het woord „berouw" uitte;
het was een koud briefje.
Ook in brieven aan zijn bedroefden va-
dor, blijkt helaas niets van berouw.
Spreker ziet hier geen lichtpunten.
Als regel is een straf voor poging tot
moord zwaarder dan die voor medeplich
tigheid. Hier, in dit geval is het anders.
Voor verdachte B. zijn verzachtende om
standigheden. Het maximum bij de wet is
voor poging tot moord 13 jaar voor mede
plichtigheid 8!4 jaar. Sproker requireert
echter voor beide verdachten zes jaar ge
vangenisstraf.
De President spreekt verdachte E. nog
toe cn vraagt of hij nu niets te uiten heeft.
II staat daar aldus de president als
een boom, met een gezicht: „wie doet me
wat".
Verdachte: „Dat is mijn bedoeling niet"
Hij noemt de straf enorm zwaar cn vraagt
de clementie van de rechtbank. Hij had
niet gedacht dat zijn daden zulke afmetin
gen zouden aannemen.
Verdachte B. zegt groote spijt en diep be
rouw te hebben; ook zij vindt de straf
zwaar.
Hierna kwamen de verdedigers aan hef
woord.
Mr. C. A. de Groot, de verdediger van
verdachto B.\ kwam tot de conclusie, dat
verdachte niet toerekeningsvatbaar kan ge
noemd worden, zij is abnormaal, daarom
moet hier eerder een maatregel worden
toegepast, b.v. voorwaardelijke terbeschik
kingstelling.
PI. concludeert vrijspraak en vraagt dé
rechtbank anders genade voor recht t«
doen gelden.
De verdediger van E. mr. Muller Massia
zegt dat niets is bewezen, dat er geen sprai
ke is van mededaderschap en geen opzet
van moord; op deze gronden moet vrij
spraak volgen.
Voor do benadeeling van de gezondheid,
waarvan de dagvaarding spreekt, is abso
luut noodig, dat de dader zelf heeft gehan
deld. E. heeft echter nooit B. iets toege
diend.
Verd. is slechts medeplichtig aan bena
deeling van gezondheid. Dat staat niet In
de dagvaarding. Pleiter besluit, dat als er
termen gevonden worden E. te straffen dan
hoopt hij dat de rechtbank in uitersto mate
van het recht gebruik zal maken om E.,
als medeplichtige een mindere straf te go-
ven, welk recht hein bij dc wet gegeven is.
Na een re- en dupliek werd dc uitspraak
bepaald op Dinsdag 8 Maart.
VECHTPARTIJ TE LEIDEN.
Eén zwaar gewonde.
Leiden, 2 4 Febr. Hedennacht om
streeks kwart over twaalf is er op de Bree-
straat te Leiden oneenigheid ontstaan tus
schen burgers en studenten. Hierbij kreeg
de 49-jarige H. van D. een kaakslag, waar
door hij zoo ongelukkig kwam te vallen,
dat hij een gecompliceerde onderbeenbreuk
bekwam. Hij is door den eersten hulpdienst
naar de Academische klinieken vervoerd.
Zijn toestand is vrij ernstig. De politie stelt
een nader onderzoek in.
LOONSVERLAGING VOOR DE MIJN
WERKERS.
Bij Staats- en particuliere
mijnen.
Heerlen, 24 Febr. De contact-commis
sie voor het mijnbedrijf ontving, volgens de
Tel., het navolgende schrijven van de di-
lecties der staats- en particuliero mijnen:
Wij brengen te uwer kennis, dat de bij
voortduring slechter wordende toestand
van onze bedrijven het ons onmogelijk
maakt ons aan de tegenwoordige loonen
langer gebonden te houden dan tot en met
31 Maart 1932. Wij zien ons derhalve ge
noodzaakt de loonovereenkomst van 2 No
vember 1925 bij deze tegen 1 April 1932
op te zoggen.
HEDEN GEETALEERD
IJZERSTERK, PRACHTIGE DESSINS.
Bouclé 200 x 300 f 33.75- Haarvelours 200 x 300 f 39.—»
ZIET DE ETALAGES
Uw ADRES VOOR COMPLETE MEUBILEER ING.
BRAND BIJ EEN KASTEEL.
Tegen half één Dinsdagmiddag is brand
uitgebroken op de voorraadzolders boven de
paardenstallen van kasteel Hillenrath te
Swalmen. De Swalmer brandweer en de
Roerinondsche autobrandspuit konden het
geweldige vuurspel gelukkig bedwingen
Paarden, auto's en voertuigen werden nog
bijtijds gered. Een 4000 K.G. wintervoorraad
booi ging verloren. Verzekering dekt de
schade. De oorzaak is onbekend.
(Handelsblad).
KAMERVACATURE L1NGBEEK.
In de plaats van den heer Woldendorp,
te Groningen, die bedankt heeft, is thans
tot lid der Tweede Kamer in de vacature
l)s. Lingbeek benoemd verklaard Ds. A. C.
G. de Hertog, te Rotterdam.
„O mevrouw, dat oorlogschip-grijs ie juist
uw kleur P Pudge).