/Mé kwarten NIEUWSTE GRAMOFOONPLATEN o.a. F, H. LOMANS - Utrechtschestraat 15 - Tel 483. ELECTRO- EN RADIO-TECHNISCH BUREAU F. H. LOfViANS - Utr.str. 15 Tel. 483 Wij vertegenwoordigen de bekende DUCRETET en PHILIPS toestellen Betaling in overleg met den kooper ISCUf RADIONIEUWS JM Zondag. Huizen en Mil versu in. Er is méér, natuurlijk. Maar wederom zorgt het (phi- losophisch met bestaande) toeval voor niet minder dan vier strijkkwartetten in den Nederlandschen omroep: strijkkwartetten dag dus. De K.R.O. laat het Stradivarius kwartet spelen, een ensemble, dat de zeld zaamste Stradivariusinslrumenten tot zijn beschikking heeft en de A.V.R.O. brengt het Dresdener kwartet voor zijn microfoon. Het half-Europceschc, half-Amerikaansclie Stra divariuskwartet opent het programma 's middags met het laatste (C gr. terts) kwar tet van de reeks van zes, die Mozart tus- schen 1782 en 1785 te Weencn heeft geschre ven. Dat wil zeggen: er was geen opdracht gever. Want gewoonlijk componeerden de 17e en 18e eeuwschc toonkunstenaars op be stelling. De een of andere gefortuneerde kunstbeschermer had bijvoorbeeld voor zijn kapel muziek noodig. Zeg: een divertimen to, een concerto, een symphonic. Deze wen schen kon hij tegen betaling van eenige du caten laten vervullen door Mozart, Haydn, Beethoven en tientallen andere kleinere go den. Er werd vooraf een leveringstijd over eengekomen, waaraan de componist zich moest houden. Ook uitgevers verstrekken later opdrachten tegenwoordig vinden de componisten de hond in de pot Dat ze soms wel erg in verlegenheid zaten illu streert het aardige geval met Michael Haydn (den jongeren broer van Joseph). Deze was door ziekte verhinderd zes duo's voor viool en alt, die hij op bestelling aan den Aartsbisschop van Salzburg moest le veren, op tijd klaar te hebben. Hij vroeg daarom Mozart, of deze niet iets voor hem had. Mozart zond hem 2 duo's en pas in onze jaren is gebleken, dat er van de zes duo's op naam van Michael Haydn, twee van Mozart stamden. Diit was nog eens collegialiteit! De zes kwartetten vonden in den begin ne weinig instemming, omdat men ze har moniscb nogal hard vond. Bovendien ging Mozart hier nieuwe wegen op, die van te veel compositorisch-Technischen aard zijn om er diep op in te gaan. In elk geval: Mozart kwam hier tot zich zelf; het voor beeld Ilaydn imponeerde hem niet meer zoo intens en de belangstelling der vier partijen is hoogst origineel. Beethoven heeft ongetwijfeld veel van deze kwartet ten geleerd. Misschien wel niet het minst van dit grandioze kwartet in C. Des avonds speelt het Dresdener kwartet een werk van Mozart,-dat .vrijwel onmiddellijk bij dit C- dur kwartet aansluit. Mozart schreef name lijk één kwartet tusschen de hier bedoelde werken in, dat een weinigje „voor het pu bliek" was bedoeld: gracieus, doorschijnend cn een wat zoetelijk. Doch de laatste drie kwartetten (in D, Bes cn F) zijn weer mees terstukken. Deze werden weer op bestel ling geleverd voor rekening van Frederik Willem II, koning van Pruisen. Deze was een befaamd dilettant cellist, zoodat Mo zart in deze „Berlijnsche" kwartetten de cello, wat meer aan bod moest laten ko men. Het grappige van het geval is nu, dat Mozart in doze kwartetten de altviool meer te doen moest geven, vermits de cellopartij niet altijd bij machte bleek om de zoo zeer gewenschte grondstem er uit te brengen; liet ging namelijk dikwijls te hoog. Maar koning Frederik Willem zal met welge vallen naar deze beschaafde verpoozings- muziek geluisterd hebben. Ze geeft mij ten minste een grooter voldoening dan de jong ste „schlager"... Over de beide andere kwartetten kan ik niet veel zeggen, omdat de krant anders een extra-editie zou moeten uitgeven. Het „Harfen-quartett" van Beethoven is zoo ge noemd naar de harp-achtige afwisselende pizzicati in het eerste deel. Beethoven schreef dit forsche werk precies 20 jaar na het kwartet van Mozart; in 1809 name lijk. Welk een enorm stijlverschil! De K.R.O. zendt 's avonds nog een Brahms concert uit, waarop de 2de symphonic en het dubbelconcert wordt uitgevoerd. Dit concert staat in a kleine terts en draagt het opusgetal 102. Het is niet gemakkelijk toegankelijk. Want de thematiek wordt over drie elementen verdeeld: soloviool, solocello cn orkest. Is het al soms bezwaar lijk een soloconcert te waardeeren, een dub belconcert zal dit ondernemen niet verge makkelijken. Temeer, daar de cello dik wijls in de lage liggingen speelt. B c r 1 ij n. Zondag is eigenlijk „de" dag voor radio- vrienden. In de week dienen de avonduren gemeenlijk voor veerpoozing (de meesten wenschen zich dan ook niet veel in te spannen) en overdag is men voortdurend druk. Daarom is ons overzicht 'k zou haast zeggen voor meer dan de helft in hoofdzaak geconcenteerd op den Zondag, rnet nevencentra op Dinsdag, Woensdag cn Donderdag. Berlijn geeft om 12.20 Mahlcrs zevende symphonic onder leiding van Hermann Scherchen. Deze symphonie wordt weinig uitgevoerd, waarschijnlijk omdat het grootc publiek haar niet begrijpt en wie haar kentMaar we mogen niet insinueeren. De zevende van Mahler sluit af in C grootc terts, dat is ten minste een troost, hoewel zij m een vreemde toonaard (e-klein) begint Waarom vreemd? Een verouderde opvat ting, hoor. Men nam gewoonlijk nimmer E groot of E klein voor symphonische vver ken, omdat de transponeerende instromen ten) klarinetten b.v.) dik en dik in de krui sen kwamen te staan. Kruisen waren name lijk tot voor kort vreeselijke dingen voor den klarinettist; voor bijna iederen musi cus. En daarom ontliep men de moeilijk heid eenvoudig. De symphonie bestaat uit 5 groote deelen. Het eerste deel is Largo 'Allegro con fuoco; het tweede allegro mo derato, bijgaand de „nachtmuziek"; het derde deel in een soort scherzo (schatten haft, flieszend, aber nicht schnell); het vierde is de tweede „nachtmuziek" cn het slotdeel is een krachtig, bravoureus en pralend stuk, behagelijk en gcnoegelijk hier en daar. M h 1 a c k e r. I)e mysterieënsonaten van Heinrich Ignaz Franz von Biber (164-1—1704), die men hier om 7.20 uitvoert zijn misschien niet zoo be langrijk als diens Fidicinium Sacro-profa num. Maar tocli ween een bijdrage tot hetere bekendmakind der muziekstijlen. Biber was vioolvirtuoos aan het Salzburg scbe hof. ten tijde van Mozart. De viool sonates, die men heeft uitgegeven, spiege len het tijdsbeeld zonder eenige bedenking; hier is dus een man van een zeer gewaar deerd en groot talent (voor zijn tijd) en die voor het nageslacht een vrijwel obscure persoonlijkheid is gebleven. Vermoedelijk zullen met „mpsteriën sonates" rie „pas- sions-sonates" bedoeld worden. Maandag. Hilversum. Het zooeven verjongde Utrechtsche Trio speelt zoowaar reeds voor de radio; het laatste trio van Beethoven voor piano, viool en cello en het bes-groote terts trio van Schubert, Beethoven schreef zijn laat ste trio in 1811. zestien jaren voor zijn dood Bij Scluibert ontstonden de beide piano trio's één jaar voor zijn dood. Dat is een feit van beteekenis. Beethoven ging uit van het. cèmbalo, het groote fundamcnteele in strument van barok en rococo en kwam tot het strijkkwartet. Schubert ging uit van het strijkkwartet cn concentreerde tenslotte zijn kamermuziek in zijn meest verdichten en gedrongen vorm. het pianotrio. Beetho ven schiep den vorm van het trio, krachti per en meer absoluut-geniaal dan Mozarl kon doen; Schubert nam dit type een jaar voor zijn dood weer op en bet bleef in de kamermuziekliteratuur tot. op dezen dag gehandhaafd. Het pianotrio vertakte zich over geheel Europa cn het kreeg allerlei opstalten. Maar de kern blijft het Beetho von-Schubert type. Daarom lijkt de keuze van liet Utrechtsche Trio stijl-historisch de daad van welbewust overleg. De drie kwartier „nationale" dansen door liet. V.A.R.A.-orkest zullen bewijzen, dat er verscheidenheid cn eenheid in de rassen muziek bestaat. Het overzicht zou m.L beter cn duidelijker zijn, als er onderscheid gemaakt was tusschen oude en nieuwe mu ziek. Want tenslotte in de Hongaar sche dans van Brahms in wezen geon Hon gaarsche dans, doch een Hongaarsche dans wijze voorzien van en bezwaard door Brahms-sche harmonieën en rhythmen. Dit bezwaar geldt minder \oor Bartöks Roe- meensche dans, omdat deze man tenminste óók Slavisch bloed heeft. Maar ik zeg: een allergonoegelijkst cn leerzaam idee, zoo'n reeks. Huizen. Zeer stemmingsvol sluit de Haarlemsclie Orkest Vereeniging haar N.C.R.V.-uitzen- ding met de „Nachtelijke plechtige omme gang" van Henri Rabaud. Rabaud, de te genwoordige directeur van het Parijsche conservatorium, schreef dit symphonisch gedicht naar aanleiding van don Faust van Lenau. Het stuk behóórt tot. de reeks im pressionistische werken uit de Dcbussy- periode, waarop de Franscben met welge vallen wijzen. Ik hoor vooralsnog liever tien keer Iberia van Debussy dan éénmaal Rabaud. Smaakkwestie? Ilct zou wel eens kunnen. Dinsdag. Praag. Do resteeronde dagen der week moeten we verder maar doorgaloppeurcn. Maar Andres Segovia maakt aanspraak op eeni ge vermelding. Mij is „de" Spaansche gita rist, zeggen de kranten. Wellicht zijn er meerdere, maar hiervoor spant zich de re clame n*et in. Nog steeds denkt men het mooi9te te kunnen hooren, als het maar „eenig" is hetgeen natuurlijk „So-wie-so" nonsens beteekent. Je zou eerder verheugd moeten zijn nóg een on nóg een te hooren. Maar Segovia dan speelt origineele werken voor gitaar en hij doet dit onnavolgbaar mooi. Hij speelt mooier en levendiger en onderhoudender gitaar dan vele pianisten piano. En bovendien: de microfoon heeft een zwak voor gitaarspel; hij verwerkt het geluid bijna onveranderd. Segóvia is in 1894 te Jaén in Spanje geboren. Woensdag. Hilversum. Ja, nu moet ik toch even lachen. Dacht meneer Stierion (een onbokende spoorzoe ker in dc radio oorwouden) werkelijk, dat de aeolisch lydische toonaarden en de hy- pojonisrhe avonturen van zijn beweeglij ken geest eenigszins verstaan konden wor den door zijn luisterende schare? Wat weet men af van Di notte, de verjaardag van wicn? Ik zou niet gaarne bereid zijn om een populair-wetenschappelijke verhande ling te houden over het wezen der middel- eeuwsche kerktonen. Het probleem der middeleeuwsche modi's is nog niet opge lost en nu krijgen we waaratje al een ge heel divertimento van een thans levend retrospectief auteur. Morgen schrijft me neer Smit of Janssen of Pieterse een nieu we Ruusbroec, desgewenscht een nieuwe Meister Eckehardt, alles kan! Toch wel weer aardig, die radio. Hugo de Groot zorgt voor betere speci men der hedendaagsche muziek in den vorm van de (mij onbekende) 6uite van Ernst Toch. Deze Wecnsche componist was oorspronkelijk bestemd om dokter te worden, maar door autodidactische stu diën kwam hij al spoedig door de eerste voorposten van het vurig verdedigde hei lige rijk der toonkunst. Men heeft Toch (geboren in 1887) eerst geschuwd, maar te genwoordig „is" hij er. Zijn muziek is eer lijk; hij zwakt niet af in mystische bedoe lingen (gelijk Mahler), maar steunt op sterk beweeglijke rhythmische impulsen. Hij is wijders eenigszins campricieus. Toch voelt weinig om op een gegeven door te werken. Hij neemt den inval voor wat hij is en zet die op de notenbalken van zijn j muziekpapicr onvermengd, gelijk de lurni- nisten onder de schilders Door deze gees tesgesteldheid neigt hij sterk tot de suite en vanavond kan men zelfs een bonte suite hooren Donderdag. Hilversum. De avonduitzending der A.V.R.O. brengt ons weer in aanraking met een der mooi ste programma's van het Concertgebouw orkest onder Mengelberg. Het derde Bran- denburgscho concert van Bach is geschre ven voor drie violen, drie alten en drie celli. Van de zes concerten voor den mark graaf van Brandenburg is dit een -mooi specimen van een concert-symphonie voor driedeelig strijkorkest. Een merkwaardig heid van dit stuk is het ontbreken van ccn langzaam middendeel. Slechts twee breede accoorden 6taan tusschen do twee snelle deelen in: een zoogenaamde phrygische ca dens. Vele Bach-kenners vermoeden, dat de langzame middengroep verloren is go- gaan. Richard Strauss' „Ein Heldenleben" is opgedragen aan Willem Mengelberg en het Concertgebouworkest. In zekeren zin is dit ook een symphonisch gedicht, maar oen programma-muziek zonder literaire pers pectieven. De karakteristiek van den „held" is in dit werk muzikaal plastisch gereali seerd. Misschien, volgens sommige gevoeli ge naturen, een weinig te marziaal cn oor logszuchtig. Maar een markant orkeststuk, waarin Zimmermann de vioolsoli speelt Een bewonderd paradestuk van den gelief den concertmeester. Vrijdag en Zaterdag vallen deze week uit onze bespreking weg. Niet, omdat voor deze dagen onbelangrijke programma's zijn aangekondigd, doch een voudig uit de overweging, dat wij te veel aandacht voor één enkel onderdeel van het leven zouden opvorderen. Hetgeen onbe scheiden zou zijn P. T. His Master's Voice. Nog eenige jaren, dunkt ons, en de con servatoria benevens de muziekscholen voor vakopleiding, kunnen niet meer buiten een gramofoonplaten-archicf. Dc muziekge schiedenis en dc leer van den muzikalen vorm krijgen dan de beschikking over een bijna onuitputtelijke bron materiaal. Wer ken, die bijna niet meer worden uitge voerd, liggen goreed en de leerlingen kun nen de markante plaatsen van een com positie meermalen aan don klank bestudee- rcn. Ik weet wel, dat de graraotechniek (nog) niet volmaakt is, doch daarvoor is de discus ook maar een hulp- en leermid del. His Master's Voice zendt oiis een prach tige serie van deze werken. Om to begin nen: Le sacre du printemps van Strawinsky; vier dubbelzijdige platen, vervaardigd in de Amerïkaansche studio's van H.M.V. Het Philadelphia Orchest onder leiding van Leopold Stokowsky specldo voor den mi crofoon cn het resultaat overtreft de stout sic verwachtingen. De inzet der hooge fa gotten, waarmee het werk opent cn die een probleem der reproductie op zich zelf is, imponeert door de feillooze zekerheid en klankschoonheid. De phenomenale rhyth mische ingewikkeldheid der partituur lijkt i.i deze vertolking door Stokowsky zoo een voudig cn duidelijk als een natuurlijk ver haal. Het reuzenorkest uit niet minder dan 16 houtblazers, 8 hoorns, 5 trompetten, 3 b jinen, groot slagwerk en het dienover eenkomstige strijkkwintet bestaande, klinkt voortdurend doorzichtig cn plastisch van thematiek. Kortom, zoowel het werk van het orkest, als dat van de ingenieurs is gebleken perfect te zijn. Eén wensch ver- gezelle deze serie van Strawinsky: het ver dient aanbeveling bij de platen een be- schrijvenden tekst te voegen. Deze behoort namelijk bij de compositie en kan aanzien lijk bijdragen tot beter begrip cn waardee ring van dc opname. De nummers zijn D 1919/1922. Een volgend zeldzaam stuk is ook Tha- mar van Balakireff, ecu der grootc vrien den van Moussorgski cn van Rimsky-Kor- sakoff. Wanneer gc een weinigje op de hoogte zijt van dc composities dezer Rus sen, dan zal uw conclusie na Thamar ge hoord te hebben ongetwijfeld zijn, dat de vriendschapsbanden verder gingen dan een zekere cordiallteit. Immers, in Thamar hoort ge Moussorgski en ge hoort er Rimskv-Korsakoff. Niet alléén echter deze beiden; Balakireff ging ook te biecht bij Wagner, Liszt enRossini. Wagner is hier vertegenwoordigd met een bijna let terlijk citaat van het Lohengrin motief: „Nie solist du micli befragen". Hetgeen tusschen haakjes nogal geestig is. want naar de herkomst behoeft niemand te vragen: deze is glashelder! Liszt her leefde met een fragment uit zijn Orpheus en Rossini heeft door dc Tancrcdi-ouver- ture suggestief op het musisch bewustzijn van Balakireff gewerkt. Ik vind: zoo'n gramofoonplaat is onmisbaar, zoowel voor den practiseerenden musicus als voor de muziekstudenten. Wanneer we over Bala kireff spreken, dan beschikken we over een enkel pianostuk (Islamey b.v.), maar het orkest voert zoo goed als nooit een werk van hem uit. Vóór ik dit werk op de gramofoon heb gehoord, was mijn oordeel over Balakireff dus gebaseerd op onvol ledige gegevens. We mogen H. M. V. dank baar zijn voor deze aanwinst, temeer, daar het symphonische gedicht een voortreffe lijk specimen is van laat-negentiend' eeuwsche Russische muziek. Want, on danks de invloeden, is het werk toch on gemeen friscb van kleur en knap geor kestreerd. U noteert voor Balakireff DB 4801/4802. Een feestprogramma. Buenos Aires. Ter gelegenheid van zijn zesjarig bestaan zal de zender Radio Prieto te Buenos Aires een groote feestuitzending organisecren, waarbij meer dan 200 personen voor den microfoon zul len optreden. Nieuwe zenders. Parijs. Het tweede Fransche station op het Amerikaan sche vasteland is in be drijf genomen, het is de zonder van het dagblad La Patrie. De nieuwe zender te Limoges werkt voorloopig .slechts met een energie van 500 Watt op een golflengte van 293.5 M., doch de antenne-energie zal spoe dig verhoogd worden. Op Martinique zijn twee kortegolf zenders opgericht, voorname lijk ten dienste der meteorologische be richtgeving. Het Roraeinschc televisiestation. Rome. liet nieuwe radiogebouw be vat een speciale televisiestudio, van waar uit binnenkort proefzendingen zullon wor den verricht on wel over de korte golf van ('rato Smeraldo (80 M.) Er wordt oebter uit drukkelijk op gewezen, dat do eorstc proef zendingen nog geen praktische botookenis kunnen hebben, daar er vooral bij een tel<* visiezender altijd zeer vele verbeteringen moeten worden aangebracht. Knlundborg versterkt. Kopenhagen. Reeds lang werd overwogen om den lange golfzondor Ka- lundborg te versterken; thans is daartoe definitief besloten. Met dc uitvoering der technische projecten is reeds een begin ge maakt. De nieuwe zender te Kalundborg zal een energie van 60 k.W. verkrijgen en zoo mogelijk in den herfst van dit jaar in bedrijf worden genomen. Over den niouwen zender. Boedapest. Het werk aan den nieu we» zender te Boedapest is begonnen en vordert op bevredigende wijze. De zonder zal echter eerst in 1933 geheel gereed zijn. Tegelijkertijd wordt er gewerkt aan de op richting van vier Ilongaarscho rclaiszon- ders. Een zender te Sofia? Sofia. Do regeering van Bulgarije had reeds eenigen tijd geleden plannen om te Sofia een regeeringszender van 15 k.W. op te richten. Dc aanbesteding ervoor ia reeds gehouden, doch er loopen geruchten, dat het plan toch niet zal worden uitge voerd uit financieele overwegingen. In dat geval zal Sofia dus moeten volstaan met den kleinen particulieren zender, dien hef reeds bezit Gratis meeluisteren. B e r 1 ij n. Onder de 3.980.852 luiste raars, waarmee Duitschland bet nieuwe jaar is ingegaan, bevinden zich 283.960 werkloozen. blinden cn oorlogsinvaliden, die vrijgesteld zijn van de betaling der radio- belasting. Elemont Nr. 87 voor tolevisie bruikbaar. N e w-V o r k. Dc Amerikaanscbo telc- visiedeskundigcn stellen zeer veel belang in het kort geleden ontdekto element No. 87, dat grootc overeenkomst vertoont met bet caesium, dat gebruikt wordt in foto- electnsclie cellen. liet nieuwe element zou zoodanig gecon centreerd kunnen worden, dat de foto-elec- trische cel nog reageert op licht, dat zich aan dc andere zijdo van een houten wand ter dikte van 2% c.M. bevindt. Ook Saint-Sacns' Phaeton is een werk, dat „nooit" wordt gespeeld. Deze Fransche meester schreef eenige symphonische ge dichten; drie daarvan hebben repertoire gehouden. Dat zijn: Phaëton, Le rouet d'Omphalc cn La jeunesse d'Hercule. Deze symphonische werken zijn geheel naai den romaanschen geest edel en boeiend van bouw. Saint-Saëns kende het métier, maar was tevens bezittPi- en kenner van het groote geheim, waardoor muziek geen ijdcl geparadecr van klanken wordt. Denk eens Richard Strauss naast Saint-Saëns. De eerste uitbundig, steeds in een stor mende vervoering, steeds arbeidende met vervaarlijke tegenstellingen. Dc tweede welopgevoed, zich zelf steeds meester, be scheiden in vertrouwelijke mededeelingen (hij laat u altijd meer raden naar do emo tie, dan baar uit te schrijven of voor te spellen), steeds niet de maat kennende van tijd cn klank expansie. Met andere woorden: zijn stukken zijn doorgaans be knopt en weinig luidruchtig. De plaat, waarover het thans gaat loont deze eigen schappen onder de luchtige leiding van Pierre Coppola volkomen. De behandeling vap het koper is in één woord af. De om spelende pizzicati zijn dynamisch mooi verzorgd, de exposities der thema's door de verschillende instrumentengroepen is steeds gevarieerd, steeds zeer onderbou dend. Ik kan het niet helpen, dat ik in de ze bespreking meermalon wijzen moet op het leerzame dezer opnamen. In Phaëton van Saint-Saëns herkent gc Wagner, Beet hoven, Liszt en Mendelssohn. Maar toch eigen karakter! Hoe het mogelijk is? Daar op geeft Saint-Saëns zelf antwoord; luister maar eens naar DB 4807! Ook hier is een korte beschrijving van den „inhoud" ge- wenscht. Willem Mengclbcrg's vertolking van dc Bes-dur Symphonie van den jongsten zoon van Bach, John Christian (den Londen- schcn Bach) is onzen lezers reeds bekend. II. M. V. heeft baar nu ook in bot fonds opgenomen. Hoe bekend moet het den Ne derlandschen muziekliefhebber voorkomen, als hij Mengelberg weer eens op de gramo foonplaat hoort! Welk een verschil met andere dirigenten! Mengelborg's opvatting is streng cn bewust. Het cerebrale over- hecrscht en dat moet ook bij dezen pionier van het classicisme. De symphonic neemt drie zijdon van de twee platen in beslag; de vierde zijde werd bestemd voor Bach's onvolprezen „Air" uit de Suite in D-dur (D 1988/1989). Mischa Elman is een der grootste viool- wonderen der twintigste eeuw. Hij was de held mijnor jeugdjaren, maar nu ik hem weer eens gehoord heb in het Concerto in g van Vivaldi staat hij weer in het middel punt van mijn aandacht. Welk een subliem vioolspel! Welk een toonvorming, welk een rhythmische bewustheid! Elman kiest een tempo en hij blijft dat tempo onwankelbaar trouw. Magistrale bebeersching in ieder op zicht. Mogen wij deze opname in ieders belangstelling aanbevelen? De nummers zijn D B 1595/1596. Tenslotte nog een plaat voor liefhebbers van pianospol: „Goyescas" van Granados, gespeeld door Arthur Rubinstein. Dit stuk, Jat gedragen wordt door Spaansche rhyth men en door Spaansche melodie-wendin gen, heeft iets moeten inboeten van zijn atmosfeer. Het klinkt wat korrelig, eenigs zins droog. Maar met een pick-up wordt het werk veel zonniger en voller van klank. Op de keerzijde is de Mazurka in g van Chopin vastgelegd, vol uitdrukking ge speeld in een zeer uitvoerig rubato. Rubin stein's meesterschap als pianistisch-knap kunstenaar wordt door deze plaat bewezen. Het koele nummer van dezen droomerigen discus is DB 1462. t P. T. RICHARD TAUBER, RICHARD CROOKS, WILLY DERBY, KEES PRUIS> DUO HOFMANN, BOB SCHOLTE, LILIAN HARVEY UND WILLY FRITSCH, WILLY FORST, ENZ. ENZ. GROOTE SORTEERING HARMONICA-, ORGEL-, MARSCH- EN HAWAÏ l-MU ZIEK VRAAGT DE NIEUWSTE SORTEERING

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 17