FRANS MOLLE'S ONZE NAAR EGYPTE JOHS. H. BLOM DE TUIN IN BLOEI TROUW AAN DE EIGEN WET GEEF KINDEREN NIET TE VEEL ARCHITECTENBUREAU KORTEGRACHT 22 TELEF. 1054-1338 AMERSFOORT BELAST ZICH MET HET MAKEN VAN ONTWERPEN, PLANNEN BESTEK EN BEGROOTINGEN. TOEZICHT HOUDEN OP BOUWWERKEN. KOSTELOOS INLICHTINGS BUREAU BETREFFENDE NIEUW- EN VERBOUWPLANNEN BEDDEN- en-: TAPIJTHANDEL LANGESTRAAT 5, TEL. 639 Het adres, waar elke rang en stand, tegen lage prijzen, prima goederen koopt. door II. G. CANNEGIETER. Woensdag zal het vijftig jaar geleden zijn, dat een groot en goed man is gestor ven: de Amerikaansclie wijsgeer en dich ter Ralph Waldo Emerson, aan wiens woord menig menschenhart levenskracht heeft ontleend. Emerson heeft dc aandacht van zijn hoorders en lezers telkens weer trachten te vestigen op de allereerste nood zakelijkheid tot een gelukkig en vruchtbaar bestaan' het geloof van den mensch in zichzelf; het vertrouwen, dat men als per soonlijkheid een zelfstandige schepping is; een oorspronkelijk kunstwerk uit dc hand der natuur en geen confectie artikel uit een fabriek. Dc grooté fout, waaraan dc meeste men- schenlevcns ten gronde gaan en welke ook de vorming van een krachtige menschcn- gemeenscliap belemmert, is volgens dezen heldhaftigen denker het gebrek aan ver trouwen in den eigen aard, het persoonlijk karakter, dc innerlijke wetten, waaraan ieder leven te gehoorzamen heeft en die voor ieder leven weer anders zijn. Erneivon noemt dezen angst om zichzelf te zijn, de kapitale misvatting van den kin- lijken mensch, die groot tracht te zijn door de grooten na te volgen en voordeelen hoopt te behalen van een ander. In onze maatschappij is, vijftig jaar na dat de dichter-wijsgeer er tegen gewaar schuwd heeft, deze kapitale misvatting nog geenszins verdwenen. Wij kijken, om ons levensgedrag te bepalen, allen nog steeds naar elkaar en toetsen onze opvattingen, wenschen en, idealen aan den maatstaf der openbare meening. Xog steeds is ons leven het antwoord op dc vraag, wat anderen zouden doen en wat anderen er van zou den denken en niet, wat onze eigen inner lijke aai-d cischt en wat onze eigen inner lijke wetten ons voorschrijven. Nog steeds zijn deugd en waarheid door de omgeving gemonopoliseerd cn door de omgeving voor ons afgepaald. Emerson heeft het gedurfd, in een tijd, waarin de conventie, oogenschijnlijk al thans, nog sterker was dan heden ten dage, te verklaren, dat hij datgene altijd het bes- Ie vond, wat hem aan zichzelf gaf en hij heeft zich welbevonden bij het voorschrift van de groote stoicijnsche leer, welke als eerste gebod had: gehoorzaam aan uzelf' Tegen navolging van anderen meende hij niet genoeg te kunnen waarschuwen. „De navolging", heeft hij gezegd, „kan niet uit gaan boven haar model. De navolging doemt zichzelf tot hopelooze middelmatig heid." Zou het niet ook heden nog altijd zoo zijn, «lat „in ieders geestes-ontwikkeling een oogenhik komt, waarop hij beseft, dat afgunst onwetendheid is; dat navol ging zelfmoord beteekent; dat hij zichzelf moet nemen voor wat hij waard is"? Zou den wij ook heden geen reden hebben om aan de levensspreuk te worden herinnerd: „Niets tenslotte dan de onaantastbaarheid van uw eigen geest is heilig"? Zoodra wij het vertrouwen hebben ver overd, waartoe iemand als Emerson ons tracht te bezielen, zullen wij breken met de gewoonte, steeds naar anderen te ver wijzen, maar wij zullen durven uitspreken: „Dit denk ik", of „zoo ben ik". De dichter-wijsgeer aanschouwt dc rozen, die bloeien onder zijn venster en die geen andere rozen ten voorbeeld nemen, doch slechts zijn wat ze zijn en juist hierdoor elk in haar soort volmaakt zijn. Deze aan blik kan ook den mensch leeren: „Houd aan u zelf vast; imiteer nooit. Ieder oogen- blik kunt gc uw eigen talent verrijken met de steeds groeiende kracht van een levens lange zelfontwikkeling. Maar dc geestes gave, die gc van een ander overnaamt, is slechts een ontijdig cn half bezit." O, wij weten, evengoed als de dichter- wijsgeer het heeft geweien, dat voor een dergelijke standvastigheid aan de eigen bi zonderen aard en do eigen oorspronkelijke levenshouding moed en vaak offervaardig heid noodig zijn. Zelfstandige naturen heb ben het niet het gemakkelijkst. En het is ons in onze zwakheid en onze behoefte aan vrede cn rust tc vergeven, dat wij het eigene, dat dc natuur ons bij de schepping van onze persoonlijkheid heeft meegegeven, verloochenon om de uniform der conventie aan tc trekken en ons te richten naar het gelid van dc massa. Doch de prijs, welke wij in den strijd om Oq handhaving van onze persoonlijkheid Tunnen behalen, weegt ruimschoots tegen dc moeiten op. Heerlijk is het, vrij te staan Jegens dc wisselende moden en meeningen van den dag en zich gebonden tc voelen al leen door het zich tijdloos bestendigende leven, dat zijn onuitputtelijken rijkdom openbaart aan elk zijner menigvuldige scheppingen, voorzoovcr ze elk aan hun eigen wet trouw blijven. Het is een prijzenswaardige eerzucht, zoo vroeg mogelijk dc lente ook in den tuin in tocht tc doen houden. Niemand zal kunnen beweren, dat hij geen plaatsje over had voor die weinig vceleischcndc lenteboden als anemonen of sneeuwklokjes, crocusscn of narcissen. Onze primula's zijn zoo be scheiden dat zij wel in eiken tuin geplant kunnen worden, zonder dat men iets bij zonders aan den grond behoeft te doen. Men kan ze langs den rand van een perk planten of tusschen de struiken, wanneer tlezc niet tc dicht op elkaar staan cn dat moest nooit liet geval zijn, want elke struik dient zich vrij te kunnen ontwikke len om haar volle schoonheid te ontplooien. Anemonen hebben een humuslaag van ver gane bladeren noodig om zoo goed moge lijk tc groeien, vandaar dat liet beter is, in den herfst de bladeren niet weg te har ken, doch ze rustig te laten liggen. Dc anemonen breiden zich elk jaar verder uit cn zullen een steeds grooterc oppervlakte gaan sieren, wanneer men maar geregeld dc bladeren laat liggen. De dichte schaduw van dc struiken in don zomer is volstrekt niet nadeelig voor de anemonen, want deze hebben zich dan al lang in den grond te ruggetrokken; in den herfst kan men ze ook opnieuw planten cn wel zoo, dat dc wortelstokken 5 cM diep in dc humuslaag komen te liggen. Reeds in tic eerstvolgende lente zullen de anemonen dan bloeien. In kleine tuinen wordt dikwijls de fout gemaakt, dat bij de indeeling alle afmetin gen tc klein worden genomen. Het gaat niet aan, de indccling van een grootcrcn tuin verkleind over te nemen; er moet een nieu we indecling worden ontworpen. Anders zal men tot dc onaangename ontdekking komen, dat de noodige werkzaamheden in den tuin slechts met moeite verricht kun- .worden, onulat de paden te smal. de perken te klein, zijn.. Bovendien wordt de algemeeno indruk, dien men van den tuin krijgt, op die""wijze niet bepaald verbeterd. Gewoonlijk is het kiezen van een dergelij ke indeeling het gevolg van den wcnsch, een tc groot aantal planten in den tuin on der te brengen. Het worden dan poppetuin- tjes, waarin dc menschcn inccr dan levens groot schijnen en dc planten elkaar ver dringen. Men bereikt het tegengestelde van wat men gehoopt had: dc tuin schijnt klei ner dan hij is cn men krijgt er minder bloe men van dan mogelijk zou zijn bij oen meer verstandige indeeling. Wanneer dc ruimte dus beperkt is, moet men weten tc kiezen. Alleen dan maakt men van den tuin wat er van te maken is. Nóch bloeien de struiken, nöcli bloemperken vormen op zichzelf de schoonheid van een tuin; zij kunnen slechts schoon zijn binnen het ka- door Prof. Dr. H. E. Winlock. Directeur van het Metropolitan Museum of Art, New York en leider der Egyptische opgravin gen voor dit museum. II. GEEN WERK ZONDER TELEURSTELLING liet beeld van Hatsjcpsoct op den schoot van haar min was niet het eenige stuk, dat wij niet konden voltooien. De zandsteenen sfinxen werden onze grootste teleurstel lingen. Wij hadden eenige tonnen materiaal verzameld: levendig gekleurde stukjes hoofdtooi, "groote stukken van verminkte gel3 gezichten met felblauwe baarden cn monden, waarom eenmaal êen verheven glimlach had gelegen, groote platte stukken van de zijden der lecuwenlichamen en frag menten van witte voetstukken met ingc- kerfde gele versieringen. Uit verschillen de plaatsen hadden wij fragmenten ver zameld van minstens 18 hoofden, 10 bor sten met inscripties cn 10 voorpooten, bene- V3ns tal van onderdeelen van lichamen cn voetstukken, doch wij konden cr niet in slagen, ook maar cén volledig exemplaar samen tc stellen. Bij dc granieten beelden hadden wij althans de grootste helft van de stukken, die onze „legkaart" vormden, tot onze beschikking, doch bij dc sfinxen vormden dc fragmenten slechts een zeer klein deel van het geheel, hoewel de hoe veelheid van het materiaal kolossaal was. Dit kwam echter, doordat dit materiaal afkomstig was van een zeer groot aantal sfinxen; geen dezer figuren was echter in het minst gespaard gebleven. Hoe kwam dat? Toen in 1827 Sir Gardiner Wilkinson zijn kaart van Thebc maakte, was de woestijn practisch niet veranderd door mcnschcn- haiul sinds dc grijze oudheid. In dc laatste dertig jaar hebben er echter ingrijpende der van een harmonische indccling, waar bij zoowel met dc levensbehoeften van de planten als met dc bewegingsvrijheid der menschen rekening is gehouden Vele beginners kunnen er niet goed loc komen, na het planten van een boom don grond cr omheen vast te trappen. Zij zijn bang dc wortels tc beschadigen Ilun voor zichtigheid is echter overdreven; bet hangt er geheel van af, op welke wijze men tc werk gaat. Doch dc aarde moet vastgc- trapt worden, want de pas geplante struik of boom kan slechts wortel schieten wan neer dc aarde de wortels vast cn dicht om sluit. Wanneer dc wortels slechts losjes in dc aarde zitten, hebben zij ook licht van de droogte te lijden, vooral wanneer er een periode van droog weer komt, waarop uien bU planten in het voorjaar dient té reke nen. Bij het vasttrappen dient dc voet ech ter met den punt naar den stam gericht te zijn, terwijl men niet maar willekeurig er op los trapt, doch den voet langzaam in jen lossen grond drukt. In de 2c helft dezar maand kunnen we verschillende eenjarige bloemsoorten in den vollen grond zaaien. Wc zaaien dan o.a. Eschscholtzia of slaapmutsjes, Ibcris of scheefblocm, Gaillardia, Dianthus chi- nensis of Cliineesclic anjers, Delphinium Ajacis of eenjarige riddersporen, Clar- wia, Crysanthemum carinatuin, Centaucr of korenbloem, Calliopsis, Calendula of goudsbloemen, Lupinus, Papaver of klap roos, Reseda odorata, Ilelianthus of zon nebloem e.a. Het zaaien moet met zorg geschieden. Wc maken dc grond vooraf fijn cn zaaien niet te dic'it, daar veel soorten moeilijk of in 't geheel niet te ver planten zijn cn allen toch een behoorlijks afstand moeten hebben. Uaarom moeten dc jonge plantjes vroegtijdig worden ge dund, al naar dc soort tot op 25 A 40 c.m. afstand. Dit raag niet worden ver zuimd daar tc dicht staande planten slap opgroeien, spoedig omvallen en kleine bloemen géven. We zaaien vooral op een zonnig plekje en nemen'onze maatregelen opdat het kiemende zaad ol dc jonge plantjes niet door droogte verloren gaan. Gieten doet gewoonlijk nicer kwaad als goed, daar het zaad of de jonge plantjes licht weggespoeld worden cn de grond te veel dicht slaat. Beter is het om het gezaaide met een mat, en dc jonge plantjes met fijn vertakt rijs tegen zon cn uitdrogende winden te beschutten. Met het zaaien van Godetia of zomerazalea, Balsamine cn Tropacolum of O.I kers wachten wc liefst nog tot begin Mei. Ten- veranderingen plaats gehad. Dc weg naar Deir el Bahri is door ontelbare wagenwie len doorsneden cn den laatstcn tijd nog verder gehavend door dc auto's, die over de onbestratc oppervlakte reden, terwijl daarnaast wegwerkers graven voor een modernen weg. Zelfs thahs kan men ech ter nog ecnigszins de voetstukken der sfin xen zien, die langs den weg stonden en op foto's van 20 jaar geleden kan men ze nog duidelijker waarnemen. Ongetwijfeld kon den zij een eeuw geleden met voldoende zekerheid worden geïndentificeerd en wij kunnen de kaart van Wilkinson beschou wen als een zeer goed document van wat er toen nog te zien was. Het schijnt dat de weg vanaf dc poort van Deir el Bahri tot een 550 M. verder naar het Oosten gelegen poort, die thans verdwenen is, ter weers zijden versierd was met sfinxen, welk 3 on geveer 10 M. uit elkaar 6tonden. Er moeten dus meer dan 100 sfinxen langs den weg hebben gestaan, voordat men bij den tem pel kwam; van de binnenplaats van den tempel zijn weliswaar zelfs de voetstukken der ëfinxen op bevel van Thutmoscs III verwijderd, doch do onderlinge afstanden zullen vermoedelijk dezelfde geweest zijn als langs den weg. Waar de afstand van dc poort lot de papyrusvijvers aan den voet van dc eerste trap 80 M. bsdraagt, moeten cr langs den weg en op het voor- bof minstens 120 zandsteenen sfinxen heb ben gestaan, terwijl dc door ons gevonden fragmenten nauwelijks op een twintigtal betrekking konden hebben. Zoowel de steengroeve ten Noorden van den grooten weg als dc holte in den bo dem ten Zuiden daar\an, juist buiten het voorhof van den tempel, vormden een ge schikte plaats om zich van de vernielde beelden te ontdoen. Voor zoover wij daar behalve de beelden uit den tempel nog fragmenten van sfinxen vonden, konden wij aannemen, dat dez: afkomstig waren van dc sfinxen op het voorhof cn hoogstens van sfinxen van het eerste gedeelte van slotte noemen wc nog een drietal minder b-'kende, ook in den vollen grond tc zaaien zomerbloemen. Schizanthus een V/* voet hoog groeiend sterk vertakt plantje, wat gedurende weken overdekt is met fraai gekleurde, fantastisch ge vormde bloempjes. Wc zuaicn zoo mo gelijk op een, tegen wind beschut liggend plekje, daar ze anders soms veel te lij den hebben. Koclua Childsi of zomercyprcs is eigen lijk mier ccn blad- dan een bloemplant, maar daarom niet minder mooi. Dc pjan- tcn worden GO tot 70 c.m. boog en groeien fraai zuilvormig op. In het napaar worden dc fijne, lichtgroene blaadjes paarsrood. Dan zijn deze planten wel het mooist. En tenslotte Phacclia, een 10 c.m. hoog groei end plantje met zuiver blauwe bloempjes en zeer lang doorbloeicnde. Ook deze drie laatste zaaien wc pas in Mei. A. G. Laat nog iets te wenschen over. De onbereikbare fantasie is schooner dan het mooiste speelgoed. Zeer vele ouders zijn tegenwoordig, veel meer dan in onze jeugd het geval was, ge neigd alle wenschen hunner kinderen blin delings in tc willigen. Dit geschiedt vaak om verschillende re denen; eensdeels uit gemakzucht om niet verder lastig gevallen te worden en ook dikwijls omdat de ouders te toegevend zijn: „Hans heeft zoo graag zoo'n automo biel, die hij in den speelgoedwinkel zag staan, waarom mag hij die niet hebben?" Ook zijn er ouders die alles toegeven, om dat zij van mecning zijn, dat de kinderen zich in hun latere leven nog zooveel zul len moeten ontzeggen en ze dus maar moe ten' êfenïètcfi. Weer anderen zeggen: „Och laat hem of haar dit of dat nu maar doen, wij hebben als kind zooveel gcwenscht, wat wij nooit verwezenlijkt zagen". Vele ouders gaan zelfs zóó ver door van de kinderkamer een soort Oostcrsch des- potenhof tc maken, waar zijne heerlijkheid dc baby door glans omgeven regeert en naar de oogen gezien Wordt, Hoe verkeerd denken en bandelen deze ouders en hoe weinig in het waarachtige belang van hun kind. Geloovcn zij nu in derdaad, dat het kind nu ook maar een schijntje gélukkiger is, omd^t mep hem met het móóiste en kostbaarste speelgoed omringt? Integendeel, men neemt iets weg van het droomland, waarin dc kinderen zoo gaar- Fragment van het groote knielende beeld van Hatsjepsoet; het hoofd bevond zich vroeger te Berlijn, den weg. Verderop zullen de sfinxen wel weggeworpen zijn in ccn gedeelte van den weg, waar later Thutmoscs III zijn weg overheen zou bouwen. Onder den Noorde lijken muur van dezen weg vond de heer Lansing '3cn goed gewaard gebleven stel klauwen van »3en sfinx. Hier zullen door zeer ingewikkelde opgravingen op grooto diepte nog wel meer bewaard gebleven fragmenten kunnen worden gevonden van de sfinxen, die langs den weg stonden. Doch* van de sfinxen op het voorhof, die in dc steengroeve w erden geworpen, is minder be waard gebleven, immers zij werden niet door menschenhand begraven' om dan al- ne leven, wanneer men zijn wenschen steeds maar weer bij het eerste verlangen vervult. Er moet iets tc wenschen overblijven voor een kind. Wenschen en jong zijn cn wenschen cn kind zijn, zijn onafscheidelijk met elkan der verbonden. Wenschen is ccn spel zij ner fantasie. Men zegt wclccns: „Het be zit is het einde van het genot". Inderdaad is hier zeer veel waars in. Moe kan men zich soms niet verheugen bij dc gedachte ccn of ander in zijn bezit to hebben en hoeft men het inderdaad gekregen, dan is dc blijdschap, die men ervan heeft vaak zelfs vrij matig. Zoo gaat het ook met hot verlangen van een kind. Hansje wil oen gróótc, ccn hééle groote Teddybeer en krijgt hem, want zijn wil is wet. Nu hij Teddy eenmaal heeft, is deze lang zoo groot niet, als hij gedacht heeft en gelooft hij zeker, dat er nóg mooiere cn grootcr beren to krijgen zijn. Door toegeven aan zijn verlangen, waar van het bezit niet geheel en al aan zijn verwachtingen beantwoordt, hebben wij het kind ook zijn fantasie ontnomen. Hoe goed herinner ik mij nog, vele ja ren geleden hot kind van ccn mijner vrien dinnen de verzuchting to hooren slaken: „Hè, als ik de maan eens had". Dc moeder zei: „Ja, Lol tic, dc maan is prachtig als jc die aan don donkeren he mel ziet staan cn het is een mooie gou den bal, maar hoe vindt je deze prachtige roodc gummibal wel?" Ilct kind was dol blij met haar geschenk on dc mooie bal had voor het kind iets van den toovcrglans van de maan. Moderne ouders zijn vaak in vele opzich ten ontwikkeld, maar weten zij dan niet, dat er heel precies genomen geen volko men vervulling van wenschen bestaat? Immers dc wensch, het werkelijke ver langen der fantasie zweeft altijd een wei nig boven dc mogelijkheid uit, daarom is het „een wensch". Wanneer men de verlangens der kinde ren zoo precies mogelijk tracht tc vervul len, dan komt er heel gauw weer een ande re en vaak zelfs een grootorc wensch bij het kind op. Ilct is daarom noodig, dat wij dc mooie droomwereld van het kind niet verstoren, door maar steeds aan alles tegemoet te ko men. Laten wij dc kinderen toch niet verwen nen door hun kasten vol kostbaar speel goed te geven, rnaar laten wij hen Iccrcn tevreden te zijn met kleinere dingen. Wij effenen den levensweg der kinderen niet door steeds maar weer toe te geven aan de nieuwe verlangens, maar wel zul len wij het kind in zijn latere leven behoe den voor allerlei teleurstellingen, als hij al vroeg leert zich in zijn wenschen te be perken. INA DOR LAGEN. thans tegjn verdere beschadiging be schermd zijn, doch zeer langzaam bedol ven door dc natuur. In dipn tusschentijd kon een ieder, die zandsteen noodig had, hier zijn slag slaan; zelfs uit den Grieksch- Romeinschen tijd zijn nog berichten over gebleven, waarin beschreven wordt hoo bouwmeesters hier materiaal vandaan naaiden voor zuilen. Dc collecctie van ons museum weid door al ons werk dus niet noemenswaardig aan gevuld, doch bij onzo pogingen om de sfin xen tc completecren hebben wij wel een beter inzicht gekregen omtrent dc inde ling van den tempel. In het eerste, lager gelegen voorhof was er ruimte voor min stens 7 paren, die den weg vanaf dc poort naar dc papyrusvijvers aan den voet van de trap markeerden. In het voorhof en in het daarvan afkomstige puin vonden wij niet minder dan 13 uraei, die pasten op hoofden, welke wij uit de steengroeve had den g3haald. Steeds droegen dc hoofden, waar zij op pasten, de ronde witte „khat" of de lange grocn-rood "gestreepte pruik; wij kunnen er dan ook zeker van zijn, dat de sfinxen binnen de tempelmuren deze hoofddrachten hadden. Er werden ook eeni- go fragmenten gevonden van hoofdon met dc „nemes", de hoofddracht der kniclendo figuren en naar onze meening zijn dezo sfinxen afkomstig van den weg naar den tempel. Welk een prachtige weg moet de proces sie ter eere van Amoen gepasseerd zijn! Ter weerszijden bevond zich een lange rij van groote sfinxen, hoog g?zetcn op hun 3 M. lange cn bijna 1 M. breedc voetstukken, waarop een fries was aangebracht, die ge knevelde krijgsgevangenen in beeld bracht. Die cindeloozc rij leeuwenlichamen was de personificatie van dc macht der Pharao's die onbeperkt heerschten over een onderwor pen wereld. Met zijn prachtige fleuren on der den zonnigen Egyptischen hemel moest de gaanderij wel den indruk geven van een bijna bovenmenschelijke macht en dc pre tentie van dc goddelijke afkomst der pha rao's aannemelijk maken. Doch het was slechts een pretentie, evengoed als de valsche baard, waarmee Ilatsjcpoct zich tooide als teckcn van haar waardigheid.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 15