ONZE EXPEDITIE NAAR EGYPTE
VAN KUNSTENAARS
IN KOPI
EN KLADSCHILDERS
KREUGER'S DROOM VAN
GROOTHEID
door
PROF. DR. H. E. WINLOCK.
Directeur van het Metropolitan Museum of
Art, New-York en leider van de Egyp-
tische opgravingen voor dit Museum.
De
III
Osirisbeelden on de
Sen-Moet.
graven van
De derde groep fragmenten verschafte
ons betere resultaten. Het waren alle stuk
ken van beelden, die Ilatsjcpsoet voorstel
den in dc gedaante van Osiris. Do tempel
te Dcir cl Bahri was behalve een tempel
ter eere van Amoon n.l. ook een grof-
tempel voor dc koningin; de Pbarao'shad
den de gewoonte, roods bij hyn leven te
zorgen voor een schoon cn kostbaar graf
met alles wat cr volgens het gebruik van
dien tijd bijbehoorde. En dc doode vorstin
kon men niet beter voorstellen dan in de
gedaante van Osiris, de vorst van het
doodenrijk. Van het bestaan dezer bcel
den was nauwelijks eenig spoor overge
bleven na dc verwoesting, die op last van
Thutmoses III was aangericht. Het ont
dekken daarvan was dus con der merk
waardigste resultaten van ons werk. Wij
hadden reeds kunnen aantooncn, dat de
zuilengangon tor weerszijden van de eer
ste trap aan do uitoindon version! worden
door rousachtigo Osirisbeelden tor hoogte
van S M., terwijl de bovensto zuilengang,
waartoe de breede trap toegang gaf, feite
lijk eon aaneenschakeling van dcrgolijko
beelden was. Deze beelden waren 5*/s M
hoog en konden niet slechts gezien wor
den vanaf de boide tcmpcltcrrasson, doch
ook vanuit de vlakte, waar de bevolking
ze da.delijk na bot overstekon van don
Xijl hij Karnak in bet oog kreeg. Deze
beelden behoorden bij hot metselwerk van
den tempel en waren dan ook in series
tegelijk gemaakt. Van dezo groote blok
ken zijn er verscheidene in stukken ge
vallen bij het verniolen der beelden: het
puin werd voor het grootsto gedeelte weg
geworpen in de diopste gedeelten van de
steengroeve, waar soras zooveel regenwa
ter in stond, dat het materiaal geheel ver
teerde. Een van de beide beelden van 8
M. heeft toevallig slechts weinig to lijden
gehad van het water en dit hebben wij
dan ook ter plaatse kunnen restaurecren.
Van al de beelden der bovensto zuilen
gaanderij konden wij er echter geen en
kele in zijn geheel restaurecren; de enke
le toonbare stukken werden verdeeld tus
schcn ons museum en dat van Cairo.
Wij hadden nog een derdo groep Osiris
beelden gevonden van 3.35 M. hoogte. Ze
waren dus voel kleiner dan de andere
beelden, maar toch altijd nog tweemaal
levensgroot cn behoorden kennelijk bij de
groote nissen in den achterwand van bet
binnenhof van den tempel. In do nissen
kon men nog zien, waar zij waren inge
bouwd en de omtrekken van het silhouet
kon men duidelijk ondcrschoidcn, doordat
daar de versieringen ophielden, die de
rest van dc nis bedekten. Wij hadden och
ter fragmenten van meer dan tien beel
den, terwijl or slechts tion nissen waron.
Het was een raadsel, doch bot liep roods
tegen het einde van het seizoen en wij
zouden wel niet meer do gelegenheid krij
gen, het op te lossen. Alles was druk in
de weer met inpakken en wij maakten
nog slechts inderhaast enkele dingen af.
Het meest dringende werk was in het hei
ligdom van Amocn te doen. Wilkinson
maakte daar copieèn van nog niet ge
publiceerde tafereelen op de wanden, ter
wijl een metselaar, die ons voor dot doej
was geleend door den Franscben archeo
loog Baraizc, nog enkele neergevallen
stee.neo op hun plaats moest terugbren
gen cn ecnige reparaties had te verrichten
aan een kast. Dc zon kwam vroeg op en
stond reeds ver genoeg naar hot Noorden
om recht in het heiligdom to schijnen;
om liet werk van den metselaar bij het
helderste licht te bezien, ging ik daarom
's morgeps voor het ontbijt naar den tem
pel. Gewoonlijk was het in het betrokken
vertrek donker en somber, doch nu be
scheen do zon den gcheelen Westclijkon
wand en do steonen, dio van den öostclij
ken uand waren afgevallen on nu op den
grond lagen, totdat dc metselaar zijn
work zou doen. In het heldere licht zag
ik nu ietè merkwaardigs. Uit dc vier hoe
ken van het vertrek was iets weggehakt.
De steen was nog ruw en het eigenaardigo
feit, dat reeds vroeger onze aandacht had
getrokken, n.l. dat dc verslering der wan
den niet tot in do hoeken doorliep, was
nu zeer goed te verklaron.
Er waren beelden weggehakt uit die
hoeken, ovenals zij waren weggehakt uit
de nissen. In allerijl koerde ik terug naar
onze magazijnen cn daar kon ik spoedig
allen twijfel uit den weg ruimen. Een
nauwkeurige inventarisatie van dc frag
menton bracht aan het licht, dat wij frag
menten van li beelden hdddcri govonden,
terwijl het nu ook gemakkelijk to verkla
ren was, dat vier der beelden in afwij
king van do andere rozeroode gezichten
hadden inplaats van roode of gele en gc-
vornist waren. Dat waren dc vier beeld on
uit het heiligdom. Bij twee der hoofden
paste dc breuklijn nog precies. Tonslottï
kon reeds een rcconstructiotcckcning wor
den gemaakt van den Westelijken wand
mot do boelden, dio een volkomen geheel
met dc ovorjge vorsioringen vormden. Wij
wisten hierdoor tevens wat meer van het
dool, waaraan dc tempel te Dcir cl Bahri
dienstbaar word gornaakt. Het vertrek was
feitelijk do bergplaats van de boot. waar
mee Amoon zijn jaarlijkscho bezoek
bracht tijdens het „feest van het dal". Dit
voornaamste deel van den tempel bestond
uit een lange, hooge kamer met een voet
stuk voer dc boot in het midden op de
wanden was het ritueel afgebeeld, dat
Ilatsjepsoet ter gelegenheid van het feest
moest uitvooren. Nadat de offers waren
gebracht, werd het vertrek weer afgeslo
tep; de boot daarbinnen werd bewaakt
door c]e vier groote, serene beelden, die
dc kronen van het Noorder- cn Zuiderland
droegen: de personificatie van Hatsjepsoet
als Osiris. Bij deze portretbeeldcn wijken
de best bewaard geblcveno op oigcnaardi
gc wijze af vap de andere in den tempel
Het gezicht cn vooral de neus is langer
en smaller, vermoedelijk is dc reden hier
van, dat het hoiligdom van Amoen het
alloreerst is voltooid cn dat de beelden
daarvoor gemaakt zijn door een ouderen
beeldhouwer, die nog vasthield aan <3*
conventies uit den tijd van Hatsjepsoot's
voorgangers.
Terwijl wij ons bezighielden met het
restaureeren der beelden van den tempel
van Halsjepsoet verrichtten wij daarnaast
opgravingen op den heuvel van Sjeik Ab
del Koernch, welke de Zuidzijde vormde
van de bocht in de rotsen, waarin de tem
pels gebouwd zijn. Het voornaamste deel
van dit werk betrof het graf van Sen-Moet,
dat dicht bij den top van den heuvel lag
en reeds in liet seizoen 1926/1927 door on9
was gevonden. Als architect van den tem
pel van Hatsjepsoet was hij erin geslaagd,
de hand te leggen op een terrein vlak
buiten het tempelcomplex en door een
lange gang door dc rotsen te laten gra
ven, wist hij zelfs do eigenlijke grafkamer
onder het heiligdom te plaatsen. Deze
ontdekking door ons was des to merk
waardiger, aangezien er reeds een graf
van Sen-Moet op den heuvel bekend was,
Djt graf zal wel het eerste zijn, dat Sen-
Moet voor zichzelf gemaakt, heeft, terwijl hij
oerst later do gelegenheid kreeg om zijn
graf feitelijk binnen het gebied van den
Reconstructietcekening van den Westelijken wand van het
heiligdom van Amoen na het terugplaatsen van de
Osirisbeelden.
tempel te bouwen. Hot eerste graf was zeer
groot en er lag een grooto hoeveelheid puin
voor, dat de werklieden van de steenen had
den afgeslagen om dc verschillende voor
werpen te maken. Het is ook teckenend voor
de eerzucht van Sen-Moet. dat hij voor zich
zelf een sarcophaag maakte, welke blijkens
de daarvan teruggevonden fragmenten zeer
sterk deed denken aan do koninklijke sar
cophagen van dien tijd. Dezo fragmenten
bevonden zich bij den achteringang van de
grafkamer en zoowel dezo als de sarcophaag
waren geheel afgewerkt en versierd
Slechts de rotsgang naar de grafkamer
inoest nog gemaakt worden; nauwelijks waa
men echter hieraan begonnen, of Sen-Moot
liet bet werk staken om aan zijn tweode graf
te beginnen. De sarcophaag was reeds naai
den ingang van den rotsgang gebracht om
na de voltooiing daarvan naar do graf
kamer te worden vervoord; do dienaars van
Thutmoses III konden hem dus dadelijk
zien liggen cn vernielen.
Een eigenaardig geval deed zich tenslotte
nog voor bij het onderzoek van dc reusach
tige hoop steenslag voor het graf. Daar vond
men de lijken van con jongeman van om
streeks twintig jaar cn van een oude vrouw,
dio vreeselijk aan ruggemergstoring moet
hebben geleden. Waarschijnlijk waren hol
bloedverwanten van de werklieden en zijn
zij voor het gemak in de steenslag begra
ven, temeer waar het werk toch gestaakt
werd. De jongeman was slechts in ccn mat
gerold en de oude vrouw lag in oen ecnvou
dige doodkist, dio achteloos op haar zijde
was geplaatst. Bij haar werd een potjo
zwarte oogenverf gevonden cn aan haar
vinger had zij een scaraba met den naam
van Nefroe-Re, het dochtertje van Hatsjep
soet eu ecu leerlinge van Sen-Moet, Het
werk bij hot graf van Sen-Moet belooft zeo»*
interessant te wordon, doch wij konden er
ons destijds niet langer mee bezighouden,
daar er andere en moer dringende werk
zaamheden vorricht moesten wordon.
De grootste zwendelaffalro van alle
tijden.
Stockholm, April 1932.
Een Zweedsch blad heeft de daden van
Ivar Krcuger „de grootsto zwendelaffaire
van alle tijden" genoemd. Inderdaad is het
moeilijk, vormoedelljk zelfs onmogelijk,
ook wanneer men de geschiedenis der
groote zwendelaars op financieel gebied
kent, om onder ben er een te vinden, dfe
met Kreugcr vergeleken kan worden, het
zij naar zijn persoonlijkheid of naar den
omvang van den zwendel cn dc aangerich
te schade. De opmerking van een ander
blad, dat Kreuger in éC'n naam noemt met
John Law als financieele zwendelaars, is
dan ook ten eer.enmale onjuist. John Law
was geen zwendelaar. Om te beginnen
handelde bij niet voor eigen rekening,
maar als minister van financiën voor
Frankrijk. Hij heeft ons het moderne pa
piergcld gegeven, waarvoor hij oen in zij:,
soort geniaal dekkingssysteem had opge
bouwd.
Zijn val is vooral te wijten aan dc onge
breidelde zucht tot spoculatie van bet Pa-
rijsche publiek en toen hij tenslotte nog
den verstandigsten maatregel nam, waar
toe hij in zijn wanhopige positie de toe
vlucht kon nemen, en de nominale waarde
der biljetten wilde verminderen, brak dc
woede van het volk tegen hem los. Hij
moest zijn ambt verlaten cn was toen per
soonlijk even arm als bij bet begin van zijn
carrière. In 1729 is bij te Venetië in ellen
de gestorven.
Intusschen zou bet zeer onrechtvaardig
zijn, wanneer bet Zweedscbo volk zich
volkomen van Ivan Krouger afkeerde en
hem als Zweed verloochende. Want hij
was een Zweed, een echte. Natuurlijk dra
gen hij en zijn helpers de moreele en, voor
zoover zij zich daaraan niet door zelfmoord
hebben ontrokken, ook do justitioneele
verantwoordelijkheid voor hun daden, doch
men mag niet vergeten dat grootheids-
droomen, die zoo moeilijk te onderscheiden
zijn van ongezonde eerzucht cn hoogmoeds
waanzin. bij vele Zweden worden aange
troffen. Men denkc bijv. aan Karei XII,
die wel met geen andere figuur in de ge-
heele wereldgeschiedenis te vergelijken is
wat betreft zijn fantastische cn met alle
eischen der werkelijkheid spottende zucht
tot avonturen. En Sigurd Ibsen, de laatste
vertegenwoordiger van Noorwegen aan bet
Zweedsche hof, gaf eens in een particulier
gesprek in het voorjaar van 1910 (het was
it: een Parijsch hotel tijdens de laatste
ziekte van zijn schoonvader Björnstjerue
Bjornson) uitdrukking aan zijn vrees, dat
de scheiding voor geen der beide landen
goed zou zijn. Noorwegen, zoo meende hij.
zou politiek en economisch gehoel aan den
leiband van Engeland loopen en in Zwe
den zag bij de teckcncn van een zekere
overspanning, waardoor het betrekkelijk
kleine volk in de verleiding zou komen,
al te veel in do wereld van zich te willon
laten spreken.
Wanneer men bedenkt, dat juist aan
Zweden de taak is toevertrouwd, de rall-
liocncn van Alfred Nobel in den vorm van
jnarlijksche prijzen te verdeelen, en dat
van Stockholm uit jaarlijks eon oordeel
wordt geveld over alles wat de wereld op
intellectueel gebied presteert, dan is het
nog mooi, dat het Zweedsche zelfbewust
zijn niet nog meer op den voorgrond treedt,
dan thans reeds het geval is. Bij Kreuger
hoeft dat zelfbewustzijn dat dikwijls
voorkomt onder don uiterlijken vorm van
persoonlijke bescheidenheid en terugge
trokkenheid zijn* geheelo wezen in be
slag genomen. Hij was eerzuchtig tot het
uitersto. Hij streefde ernaar, de reputatie
van een geniaal veldheer op financieel ge
bied te krijgen. En het is niet te ontken
nen, dat zijn manoeuvres van een praktl-
schen envoud en een geniaal bedachten
opzet waren. De staten hebben du eenmaal
geld noodig en het beste onderpand, dat
zij daarvoor kunnen geven, is oen mono
polie voor een artikel, dat iedereen ge
bruikt, zoonis lucifers, die Ivar Kreuger
^oordceliger kon producecren dan iemand
anders ter wereld. En hoe kwam Kreuger
aan het geld? Heel convoudig: dat kreeg
hij van het kapitaalkrachtige publiek, dat
inplaats daarvan gaarne Kreuger's obliga
ties in zijn brandkasten legde, aangezien
deze immers een goede rent'- opleverden
on zoo solide waren als baar goud.
Het was een goede kansrekoning, doch
juist in het kernpunt: hot vertrouwen op
den ondernemingszin van het publiek,
bleek Krouger's berekening oen gat te
vcrtooncn. Orn dat gat te stoppen, maakte
hij andere gaten, die weer verborgen wer
den achter vervalschtc balansen en zoo
werden die vervalschingen tenslotte tot
een moeras, waar hij niet meer uitkwam.
Hij zag de gevangenis in het verschiet en
zijn zelfmoord is, behalve als zelfmoord,
nog om een andere reden immoreel: om
i,n vrees voor de straf der rechters en de
vervloekingen der bedrogen menigte. Dgd
aardschen rechter kon hij nog bijtijds ont
snappen, doeli zijn vlucht uit het loven
hoeftr dat gehcclo leven waardeloos ge
maakt en bóm dc laatste glorie, die van
een tragische heldenfiguur, ontnomen. Na
zijn dood is er trouwens nog meer aan het
licht gekomen. Zoo zocht hij zijn rolaties
in elk kamp. Zoolang hij nog geld in zijn
kassen had, gaf hij het uit voor elk doel,
waar hij voordcel in zag. Hij was bijv. een
..overtuigd Pan-Europcaan". Natuurlijk:
Europa zonder tolgrenzen is ondenkbaar
zonder Europeesche monopolies en wat lag
meer voor de band, dan dat bet alles bc-
heerschendc Kreuger-concern die gepacht
had? Maar ook de communisten kondon
nuttig zijn. De Sovjet-unie was n.l. de
grootste concurrent, van bet Kreuger-con
cern en bot was van belang, daarmee tot
opd vergelijk te komen. Ook een commu
nistisch georganiseerde staat heeft "kapi
taal noodig. Geen politieke beweging, van
welke richting ook, versmaadde hij trou
wens. Vroeg of laat kon zij immers de
macht in handen krijgen? Zijn documen-
lenkast zal misschien nog menige verras
sing opleveren.
UIT HET HOOGE NOORDEN
In Kopenhagen woont een beeldhouwer
die gedurende vijf jaren zooveel „Wischy"-
water kan bestellen als hij wil in ruil voor
een kop-in-marmer van de cchtgenoote van
den grootsten mineraalwatcrfabrikant van
de Koninklijke Dcensche hoofdstad. Een
zijner kunstbroeners bewoont een keurige
moderne flat a raison van een aquarel per
kwartaal. „Faun" in ruil voor een jaar
abonnement scheren en knippen, een brons
van Kung Christian te paard voor 200 kilo
boter, een ultra-moderne houtsnee voor een
nieuwe naaimachine en „Fabrieksstad" in
olie voor een tuinhek, dat bovendien nog
netjes groen en wit geschilderd wordt voor
een „Maan boven zee".
Het kbnkt wat vreemd dit alles.
Maar 't is ernst, nuchtere, zakelijke ernst
In de hoofdstad van bet land der gemoede
lijkheid kan een huiverende kunstenaar
zijn kleermaker opbellen cn hem een „Jong
Geitje" in palmhout aanbieden voor een
zoo hoog-noodigen warmen ulster-naar
maat, kan dc naar ware kunst dorstende
bierbrouwer een bekenden, maar dorstigen
schilder aanklampen en hem zoo en zoo
veel dozijn Gammel Carlsberg offreeren
voor diens „Nybrogade", die op de laatste
tentoonstelling in Charlottenborg veler be
wondering had zonder voor gek te wor
den aangezien.
Een jaar of zeven geleden opperde de
Kopenhaagsche schilder Aage Bertelsen in
een kring van vrienden en kunstbroeders,
die over de slechte tijden en de geringe be
langstelling voor kunst zaten te mopperen
het plan. een vereeniging op te richten, die
voor het mjlen van kunstwerken tegen goe-
deren of arbeidsprestaties, dus tusschen
kunstenaars ter eenre en zakenracnscben,
winkeliers, ambachtslieden, boeren enz. ter
anderer zij, zou zorgen. Het plan werd
spoedig verwezenlijkt, „Korist for Varer'
werd geboren en natuurlijk met ontelbare
witzen en sketches in liedjes en revues, met
gelach en afkeuring ontvangen. Men be
schouwde het heele geval als een vreemd
bedenksel van een stel met hun voeten in
de wolken staande artiestelingen, men
voorspelde „Konst for Varer" een kortston
dig lijden en een spoedigen dood, men voor
zag onsympathiek gesjacher met edele
kunstproducten.
Maar al zeer spoedig bleek bet plan nog
niet zoo gek geweest te zijn. Het eerste jaar
werden schilderijen en sculpturen voor een
waarde van 45,000 kronen door bemidde
ling van do snel populair wordende ver
eeniging geruild. De omzet steeg het vol
gende jaar tot 75,000, bleef dan een paar
jaar om en bij de 100,000, om in 1930 tot
125,000 kronen te stijgen. En 't laatste jaar
kwam men een eind boven dc 150,000 kro
nen, hetgeen waarschijnlijk een indirect ge
volg is van de crisis, omdat een goed kunst
werk niet zelden veiliger beleggingsobject
blijkt te zijn dan een bundel effecten.
Aanvankelijk in 't klein en bescheiden
begonnen met een nogal primitief tentoon-
stellingslokaaltje aan Storragade, beschikt
„Konst for Varer nu over een reeks prach
tige zalen in een paleisachtig gebouw aan
Ny Vestergade, vlak bij Raadhuspladsen.
dio door den staat gratis ter beschikking
zijn gesteld. Want men ziet in Denemar
ken algemeen de groote beteekenis en het
nut dezer vereeniging in. De kunstenaars,
die immers vaak moeite genoeg hebben om
hun werken kwijt te raken al heeft hun
naam nog zoon goeden en bekenden klank
kregen door „Konst for Varer" beter ge
legenheid hun werken aan den man te
brengen en het staat vast, dat aan den an
deren kant door dezo instelling vrij veel
goede kunst reeds onder het groote publiek
kwam.
Het idee, kunstwerken te ruilen tegen
waron of diensten is geenszins nieuw. Hoe
vele schilders brachten het niet op eigen
initiatief in de praktijk als ze eens finaal
blut waren of een oude rekening moesten
betalen? Kent men ook ten onzent niet ver
scheidene artiestenkroegen, waar de wan
den vol gehangen zijn met. schilderijen, die
in betaling genomon werden voor een serie
maaltijden en hobben de autoriteiten van
het aan duizenden toeristen welbekende
plaatsje Leksand in Midden-Zweden den
schilder Anckercrona niet een flinke be
lastingschuld kwijtgescholden in ruil voor
zijn ontwerp voor het mooie rechtsgebouw?
Maar de wijze waarop men in Kopen
hagen het idee heeft uitgewerkt geeft toch
veel betere resultaten. Daar heeft b.v. een
slager, die voor honderd kronen vleeschwa
ren wil leveren in ruil voor een schilderij
bij „Konst for Varer" keuze uit vele tiental
len doeken en kan een chirurg of een lood
gieter of een bloemist zich op de lijst laten
zetten voor 't geval, dat eens een kunste
naar zijn diensten noodig heeft. En het be
hoeft niet te verwonderen, dat het Deen
sche voorbeeld in Stockholm eD Parijs, mis
schien ook elders, reeds nagevolgd is. Ik
geloof, dat een dergelijke instelling ook in
ons land voor vele kunstenaars een uit
komst zou zijn. Wellicht zou een vereeni
ging als „Kunst aan hot volk" of „Kunst
voor a'.len" door zich aanvankelijk voor
zaalhuur 'en administratiekosten garant U
stellen, ook op dit terrein nuttig werk kun
nen verrichten.
Een indirect gevolg van de Kopenhaag-
sche „Konst for Varer" is, dat de belang
stelling voor de beeldende kunsten opder
het groote publick geleidelijk groeit, dat
steeds meer mcnschen, die zich tot nu toe
met leelijkc oleographieen of rejuoductics
van bekende meesters tevreden 6telden.
origincele werken in hun bezit willen heb
ben, al is dat niet zelden ook uit puur
snobisme. Die toenemende belangstelling
stemt natuurlijk, om meer dan een reden,
verblijdend en rechtvaardigt ten volle den
steun, dien de 6taat aan „Konst for Varer'
verleent. Maar eenige heeren hebben er
snoodelijk misbruik van gemaakt. Zij wa
ren pal voor het beginsel „Kunst aan het
volk", docb vonden, dat de kunstschilders
eigenlijk veel te veel voor hun werken vroe
gen, en besloten daarom, geheel in over
eenstemming met den geest van dezen tijd,
de productiekosten van schilderijen te ver
lagen, door die in 't groot te fabriceeren
en een streng doorgevoerde artieidsverdee-
ling toe te passen.
Zij kochten linnen bij honderden vier
kante meters tegelijk, sloegen de verf niet
bij tubes, maar bij bussen tegelijk in en
buurden een aantal aankomende schilders-
knechies. Voor de schilderijen werden en
kele standaardmaten vastgesteld cn ver
schillende standaard-onderwerpen. Voor de
bevolking op Jutland moesten het doeken
zijn met duinen of heide, voor de men
schcn van Seeland stukken met beuken
boscb of kustgezichten, voor de stedelingen
idyllische landschappen met een boerderij
tje of een kerkje of wat koetjes. De schil
ders kennen hun werk. De eene doet nim
mer iets anders dan bliksemsnel met
mallen de schetsen maken, de tweede zet
altijd een blauwe lucht op, de derde zaait
er wat wolken in, de vierde vult de
groene partijen op, de vijfde de bruine, de
zesde is specialiteit in boomen, de zevende
fabriceert met een paar streken de prach
tige branding en de achtste weet precies
hoe je in twee minuten een boerderij moet
schilderen. Zoo gaan de doeken door tien
tallen handen, die er allemaal wAt aan
prutsen, om tenslotte te belanden bij een
aap jager wal geraakten, kunstschilder, die
er zijn niet geheel onbekenden naam on
der zet.
Hoeveel merschen er in do schilderijen-
fabriek werken en hoeveel doeken er per
dag geproduceerd worden, is onbekend,
maar de capaciteit moet ontstellend groot
zijn. Een stuk of twintig agenten bewerken
al weken lang het geheele land en keeren
telkens met een leege vrachtauto naar de
fabriek terug om nieuwen voorraad te ba
len. Te Kopenhagen is een vertegenwoor
diger, die met een handwagen de huizen
langs gaat en niet zelden tegen dc honderd
„kunstwerken" per dag aan den man
brengt. Het gaat alles op afbetaling, een
jaar lang, vijftig ore per week, waarvan de
vertegenwoordiger de helft mag behouden.
En aan het beroemde Stroget beeft men
voor ongeveer 30,000 kronen per jaar een
winkel gebuurd, waar de schilderijen voor
den schappelijken prijs van 9.95 kr. con
tant betalen aan dc kassa tc koop zijn.
Het zaakje moet op een goeden dag na
tuurlijk 6paak loopen, want als men nog
een tijd lang doorwerkt in het tegenwoor
dige tempo, dan zal er spoedig in heel De
nemarken geen huis meer zijn, waar de
agenten hun schoone verhalen over schil
derijen als geldbelegging en over „Kunst
aan de massa" niet hebben afgedraaid. In
tusschen breiden dc fabrikanten hun afzet
gebied geleidelijk uit. Malmó ligt vlak bij
kopenhagen cn heeft al doorloopend bezoek
van handelaren in goedkoope Deenscbe
schilderijen. En van Malraö zoeken zij hun
koopers verder Zweden in. Men zegt, dat
verschillende series schilderijen apart voor
Zweden zijn gemaakt, schilderijen met elan
den onder oude sparren, met motieven uit
do scheren, met rood-houten schuren en
blauwe berg op den achtergrond. Het is
zelfs al zoo erg, dat men te Stockholm er
ernstig over denkt de Dcensche autoritei
ten te verzoeken om spoedig maatregelen
te nemen, omdat men op de veilingen in
het Notarishuis het werk niet af kan van
wege de vele Deonschc kunstwerken, die er
3e laatste weken aangeboden worden.
Stockholm, ApriL
BERTIL t*