VERKOOPTNEDERLANDSCH
PRODUCT
Geen goede wil alleen -
ook reclame
BEROEPSÏNÖREKER OF
FANTAST?
DE DOOD OP DEN OVERWEG
Adres van 7608 inwoners
van ons land
DEPRESSIES BIJ IJSLAND
De depressie-theorie
van Bjerknes
De gedachte van „service''
moei hier nog meer
doordringen
In „Maatschappij-Belangen", hot tijd
schrift van de Ned. Mij. voor Nijverheid en
Handel, lezen wij:
Wanneer ik, bij mijn driewekelijksch be
zoek bij mijn kapper, hem vraag, of hij mij
al een stuk Nederlandsche scheerzeep kan
verschaffen, is het geregelde antwoord dat
hij die niet heeft omdat hij behalve aan
mij die toch niet zou kunnen verkoopen.
Zoodat ik, voor mijn behoefte aan dit arti
kel, mij wend tot mijn drogist die, naast
vele producten uit het buitenland, gewoon
lijk ook wel een enkel stuk van „Neder-
lundsch fabrikaat'' heeft.
Maar zoo gaat het niet alleen met scheer
zoep, niet alleen bij mijn kapper, niet al
leen met mij. Er zijn veel raenschen met
genoeg goeden wil om, wanneer zo voor
hetzelfde of minder geld een goed Neder-
landsch product kunnen krijgen, niet een
buitcnlandsch te koopen. Maar deze goede
wil is niet voldoende, hij moet geregeld
aangewakkerd en in de gewenschte richting
gestuurd worden; hij moet niet. al te veel
tegenstand te overwinnen hebben; hij moet
vooral niet gedwongen worden tot de er
kenning, dat hij zich vergist heeft. En in
alle drie dezo opzichten hapert er nog heet
wat aan den verkoop van vele Nederland
sche producten.
Er wordt al genoeg gezegd over die
naievo bewonderaars van buitenlandsche
producten, die zonder de Nederlandsche bc
proefd te hebben, weten, dat de buitenland
schc beter zijn, omdat ze uit het buiten
land komen. Hierin leeft nog iets na van
de kinderlijke mentaliteit, die gelooft, dat
het wonderland aan gene zijde van do grens
begint. laten deze blijven gelooven zij
laten hun illusie toch niet verstoren door
de steeds herhaalde vermaning Neder
landsch product te koopen.
Het gaat vooral om de grooto rnassa, die
♦vel bereid zou zijn meer producten van
Nederlandschen bodem te koopen in plaats
van buitenlandsche wanneer deze maar
even gemakkelijk te verkrijgen waren, even
prettig er uit zagen, even goed zouden zijn.
Het helpt ongetwijfeld dezen steeds weer
voor tc houden: vraagt eerst Nederlandsch
product. Maar bet zou meer helpen na te
gaan, waarom desondanks nog steeds te
weinig Nederlandsch product verkocht
wordt. Hier zou een kleine verhandeling
noodig zijn over de psychologie van den
kooper cn de techniek van den verkoop.
De psychologie van den kooper is betrek
kelijk eenvoudig. Deze wordt in het alge
meen niet bepaald door rationeele nationa
le overwegingen. Enkelen mogen redence-
ron over het nut, dat zij stichten door hun
geld aan vadcrlandsche industrieën ten
goede te doen komen de massa wordt
door andere gevoelens geleid. Dit zouden
sterke nationalistische gevoelens kunnen
zijn, die het vanzelfsprekend maken, dat
men nationale producten koopt. Het is mo
gelijk, dat sommigen zich daardoor zullen
laten leiden maar ons volk is voor der
gelijke gevoelens veel minder vatbaar dan
sommige andere. Daarvoor zijn wij te veel
internationaal ingesteld, te veel bewust van
de waarde en de noodzaak onzer interna
tionale betrekkingen. Het „koopt Neder
landsch product" wordt over het algemeen
slechts als noodzakelijkheid aanvaard; wij
geven noode onze vrijheid op om te koopen
wat wij wcnschcn zoo wij die al opge
ven.
Er moet daarom op andere eigenschap
pen van den kooper gewerkt worden. Hij
moet niet het gevoel hebben, dat hij, zij bet
ook met lichten, morcelen dwang, gedwon
gen wordt Nederlandsch fabrikaat te koo
pen. Dit dan juist niet tc doen zou een voor
een Nederlander niet onbegrijpelijke reac
tie zijn. Zijn vrijheid, zijn eigen voorkeur
moet hem ertoo brengen Nederlandsche
producten te koopen. Deze te bewerken is
de taak van fabrikanten en winkeliers
cn hieraan ontbreekt in vele gevallen nog
bijna alles.
Mijn kapper heeft natuurlijk volkomon
gelijk, wanneer hij beweert, dat hij Neder
landsche scheerzeep niot verkoopen kan.
Hoe zou het publiek weten, dat die bestaat?
Men moet door een toeval te weten komen,
welke merken er zijn en welko goed zijn.
Dat er Colgate bestaat, weet iedereen: over
al ziet men reclame daarvoor cn een re
clame, die spreekt; cn iedereen weet, dat
deze goed is. Dan zijn er waarschijnlijk
<x>k eenige Nederlandsche producten, die
mindcf goed zijn cn die het voor de betere
bederven, omdat, bij de onbekendheid der
merken, alles onder den naam „Neder
landsch product" gaat. Vcrdor zijn van
sommige dezer producten de verpakkingen
niet praktisch of minder degelijk. En ten
slotte zal, waarschijnlijk, de winkelier
meer voordeelen hebben van verkoop van
een buitcnlandsch dan van een Ncder-
Jandsch product zoodat er voor hem al
heel weinig reden bestaat het onbekende
en ongevraagde Nederlandsche product aan
te bevelen.
Zoo gaat het met allerlei artikelen. In
winkels cn couranten wordt men steeds
weer getroffen door goede reclame voor al
terlei buitenlandsche producten. Maar hoe
zelden ziet men, bebalvo voor onkele be
kende producten, een voldoende reclame
voor een Nederlandsch artikel? Er zijn een
aantal goede' en bekende producten, waar
voor reeds jarenlang sp -ekende reclame is
gemaakt en die er dan ook zoo „in" zijn,
dat niemand er meer aan denkt daarvoor
buitenlandscho te nemen. Verwachten nu
allo fabrikanten van al die andere Neder
landsche producten, die ook goed zijn, dat
het Nederlandsche publiek hun artikelen
vanzelf wel zal zoeken en vinden en koo
pen? En laten zij de propaganda hiervoor
maar liever over aan een vereenlging als
„Nederlandsch Fabrikaat", die collectieve
reclame voor alle Nederlandsche produc
ten maakt?
De goede wil om, waar hot ook goed cn
niet duurder is, Nederlandsch product te
koopen, is zeker aanwezig. Maar deze
moet. aangewakkerd en geleid worden door
goede reclame voor de afzonderlijke pro
ducton: het publiek moet weten wat hot
kan krijgen en w aar. Het moet niet, in
een opwelling van burgerdeugd, zich de
wat monotone leuze van Nederlandsch fa
brikaat herinnerende, een bepaald artikel
koopend, vragen- hebt u ook Nederlandsch
fabrikaat? Dc eenige mogelijkheid dit wer
kelijk te verkoopen is, dat het publiek weet
wat het hebben moet, dat het vraagt: geeft
mij een artikel van dat merk.
Zoolang die Nederlandsche fabrikanten
wier producten nog niet of weinig bckencl
zijn, zich niet de moeite getroosten om hun
artikelen dio bekendheid te geven, die nood
zakelijk is om er meer vraag naar te doop
ontstaan, zoolang zij niet samenwerken
met den winkelier, zoodat deze er belang
bij hoeft om hun product te verkoopen
zoolang moet noodzakelijk dc voorkeur van
den kooper blijven uitgaan naar het beter
bekende en beter verkrijgbare buitenland
sche product.
Maar verder is noodig, dat het artikel ook
prettig: cr uit ziet dat dc verpakking tot
koopen lokt en praktisch is. Hierin zijn bui
tenlandsche producten nog veelal de meer
dere van Nederlandsche en er zijn ook
weer enkele bekende Nederlandsche fabri
kanten, die hebben bewezen van hoeveel
belang dit voor den verkoop van een goed
artikel is.
En tenslotte moot het artikel goed zijn.
Dat wil zeggen: niet alleon degelijk, maar
ook zoo, dat het al die kleine, bijkomstige
kwaliteiten heeft, dio het maken tot: „een
maal gekocht, steeds gekocht". Het is geen
geheim, dat. ook hieraan nog allerlei ont
breekt, zelfs bij bekendo Nederlandsche
producten, wier voortreffelijkheid in ver
gelijking met. buitcnlandsch fabrikaat her
haaldclijk wordt aangeprezen. Hoe dikwijls
hoort men niot van personen, dio vol goe
den wil besloten hadden om alleen Neder
landsche producten te koopen, maar na
eenigen tijd toch weer overgingen tot het
buitenlandsche, omdat het toch beter was,
of prettiger in gebruik?
Dergelijke opmerkingen mogen, soms
óverdreven zijn het zou te gemakkelijk
wezen, wanneer men ze zonder meer als
ongegrond ter zijde zou leggen. Wanneer
het werkelijk een kwestie van bestaan voor
do Nederlandsche nijverheid is om haar
binnenlandsch afzetgebied uit tc breiden
en dat is ongetwijfeld zoo dan zal ze zich
toch zooveel mogelijk hebben te voegen
naar dc wenschen van het Nederlandsche
publick, dat als kooper gewonsebt wordt
en meer moeite dan tot nu toe hebben lo
doen om dat publiek voor zich tc winnen.
De Amerikaanschc gedachte van „service"
rnoct hier nog meer doordringen.
Zou het daarom niet evenzeer noodig zijn
zich te richten tot fabrikanten cn verkoo-
pers als tot het publiek? En dan met dc
leuze:
„Verkoopt Nederlandsch product!"
EEGRAFENIS MR. D. VAN WELDEREN
RENGERS
Alleen een kort gebed aan
de groeve.
Vrijdagmiddag is het stoffelijk overschot
van rar. D. van Weideren baron Rengers,
die op 50-jarigen leeftijd te Leeuwarden is
overleden, bijgezet in den grafkelder van dc
familie van Weideren Rengers tc IJsbrecb-
tum.
Bij deze eenvoudige plechtigheid waren
talrijke besturen cn commissies, waarin de
heer Rengers zitting had, volledig aanwezig
of hadden een vertegenwoordiger gezonden.
Onder plechtig klokgelui naderde de rouw
stoet, die op het kerkhof gevolgd werd door
alle aanwezigen, onder wie ook vele vrien
den uit Holland, den grafkelder. Toen de
kist daarin was bijgezet, trad dr. R. Varen
kamp, Ned. Ilerv. predikant to Leeuwarden,
naar voren. Het is de wcnsch, van dc we
duwe, zeide spreker, dat bij het graf niet
gesproken zou worden, doch dat ik een
kort gebed zal uitspreken.
De heer M- Th. van Weideren baron Ren
gers dankto namens dc familie voor de be-
toondo belangstelling. Op verzoek van de
familie waren geen bloemen gezonden. Be-
halvo voor de naastbestaande was hierop
een uitzondering gemaakt voor de woning-
verecniging Leeuwarden, waaraan de over
ledene het langst zijn krachten heeft ge
wijd. Ook de wezen uit het Oud-Burger-
Weeshuis te Leeuwarden legden een bloem
stuk op de kist.
Ten teeken van deelneming in het over
lijden van den algemeen beminden voor
zitter van het college van regenten over de
gevangenissen te Leeuwarden is Vrijdag
middag op het tijdstip, waarop dc bijzetting
plaats vond. in alle gebouwen van het ge
sticht de arbeid onderbroken en heers elite
er gedurende twee minuten volkomen stil
te.
TRAANGAS-GUMMISTOK.
Gemeld wordt, dat bij het wapen der ma-
rcchaussée een traangas-gummistok is in
gevoerd, te gebruiken bij relletjes, enz. Het
ïs oen gewone gummistok, doch in het
handvat is een kleine loop. waarin een
traangaspatroon zit, die wordt afgeschoten
door middel van con veer met een naald.
Zonderlinge verklaringen
van een gedetineerde
Eenige woken geleden werd te Amster
dam aangehouden dc 22-jarige P. W. H.,
diamantslijper, die tegen een zijner beken
den, terwijl hij niot meer geheel nuchter
was, verteld zou hebben, dat bij op tul van
plaatsen inbraken had gepleegd. Bij het
voorloopig verhoor, dat hem werd afgeno
men, deelde II, mede, dat bij zich zou heb
ben schuldig gemaakt, aan inbraken te
Voorschoten, Ocgstgeest, Hillegom, Mont-
foort, IJsselstein, Driebergen, Linschoten,
Abcoude en Wccsp. In verband met een
door hem gepleegde verduistering moest. II.
nog 6 maanden gevangenisstraf ondergaan,
waarvoor hij in dc strafgevangenis te Sehe-
vcningen werd ingesloten.
De verdere, door II. in dc gevangenis ge
dane onthullingen, had len ten gevolge, dat
II. onder geleide van veldwachters naar
verschillende der door hem genoemde plaat
sen werd overgebracht, alwaar de door
hem genoemde inbraken gepleegd zouden
zijn.
Bij bet hem afgenomen verhoor tc IJssel
stein deed zich do volgende bijzonderheid
voor: Hij verklaarde o.a. niet alleen op de
hoogte tc zijn en zich schuldig te bobben
gemaakt aan dc in bovenvermèldc plaat
sen gepleegde inbraken, doch ook te weten,
dat. in den eerstvolgenden nacht zou wor
den ingebroken tc Zeist Hij duidde ook ee-
nigszins de omgeving aan, waar do inbraak
zou plaats hebben. Toen de politie zich te
lefonisch in verbinding stolde met haar
collega's tc Zeist, bleek, dat juist in den af-
geloopcn nacht ingebroken was en wel op
een plaats, welke overeen kwam met het
geen H. verteld had.
Bij het tc Abcoude afgenomen verhoor
toonde de burgemeester aan II. eon foto
van iemand uit Amsterdam, die verdacht
werd van medeplichtigheid aan de inbra
ken tc Abcoude. Niet. zoodra zag II. die foto,
of hij zeide, dat dit inderdaad het portret
van zijn medeplichtige was. Onmiddellijk
werd toen de bewuste persoon uit Amster
dam naar Abcoude overgebracht, muar
toen hij met II. geconfronteerd werd, trok
deze weer zijn bewering in cn zeide, dat
de persoon, die voor hem stond, zijn mede
plichtige niet was. Intusschen heeft II. ver
zekerd, zich aan de verschMleride inbra
ken,- welke in den afgoloopcn winter te Ab
coude plaats hadden, te hebben schuldig
gemaakt. Hij handhaafde doze verklaring
ook. toen de politie hem naar de verschil
lende perccclcn bracht, waar ingebroken
was.
Tc VVeesp had het onderzoek weer een
geheel ander resultaat. Wel beweerde H.
ook de aldaAr gepleegde inbraken op zijn
geweten te hebben, doch toen hij op do ver
schillende plaatsen gebracht werd, kon hij
niet de perceelon aanwijzen waar hij dan
wel geweest zou zijn. En toen dc politie
voet bij stuk lucld en het hem met hare
vragen wat tc lastig maakte, kwam dc me-
dedecling, datII. nog nimmer m Weesp
was geweest.
Voorloopig staan verschillende politie
chefs voor een raadsel. De mogelijkheid be
staat, rlat H. niet meer dan een fatast is;
echter valt uil sommige mcdedeelingen wel
af te leiden, dat hij van sommige inbraken
wel meer afweet, zij het dan ook misschien
slechts, doordat hij met de inbrekers be
kend zal zijn.
Aan verschillende zijden wordt inmid
dels -verder een uitgebreid onderzoek inge
steld. (Stand.)
AANVOER VAN KOLEN IN BUITEN
LANDSCHE SCHEPEN
En een groot deel van onze
handelsvloot is opgelegd
Het lid der Tweede Kamer, de heer Boon,
heeft den Minister van Waterstaat, de vol
gende vragen gesteld:
1. Is het den Minister, sedert de behande
ling der begrooting van de Staatsmijnen
voor 1932, niet gebleken, dat in den loop
van het jaar 1931 de N.V. Nederlandsche
Steenkolen-Handelmaatschappij waarin het
Staatsmijnbedrijf voor 200.000 gulden aan
deelhouder is, uit het buitenland met
schepen heeft aangevoerd 191,471,318 K.G.,
dus ruim 191.471 ton kolen en dat daarvan
slechts 'n boe veelheid van 10.265.411 K.G. of
ruim 10.265 ton is aangevoerd mot Neder
landsche 6chepen, of wel ongeveer 5K pet.
van den geheelen aanvoer, die voor het
overige plaats heeft gehad in 105 schepen
ondor vreemde vlag?
2. Moet dc minister dan niet erkennen,
dat de in de M. v. A. betreffende de voor
melde begrooting aan de Tweede Kamer
gedane verklaring;
In tegenstelling met hetgeen sommige
leden meenden te weten, voert deze maat
schappij (nwl. de N.V. Nederlandsche
Steenkolen-Handelmaatschappij), naar den
ondergeteekendc is medegedeeld, hare ko
len voor een groot deel in Nederlandsche
schepen aan",
op een volkomen onjuiste inlichting be
rust?
3. Is de minister bereid de herkomst
mede te doelen van de gegevens, waarop
deze inlichting gegrond is?
4. Acht de minister het oirbaar, dat de
Staatsmijnen, die aanspraak maken op den
steun van de Nederlandsche Overheid bij
den afzet barer producten cn die steun
ook in ruime mate ontvangen, een belan
gengemeenschap hebben aangegaan met
een onderneming, die als voormeld, onge
veer 184.000 ton buitenlandscho steenko
len verladen in 105 schepen van vreemde
nationaliteit heeft aangevoerd, zulks ter
wijl een groot deel van do Nederlandsche
handelsvloot, waaronder verscheiden in "t
bijzonder voor de kolenvaart bestemde
stoomschepen, werkeloos in dc haven is op
gelegd?
5. Is do minister niet van meening, dat
waar de Staatsmijnen nationalen steun ge
nieten, zij bij den invoer van vreemde ko
len door een onderneming, waarin zij groo-
te belanghebbenden zijn, aan de Nederland
sche scheepvaart een zekero voorkeur be-
hooren te verleenen?
6. Is de minister bereid mede tc dee-
len of hij sedert hem de sub 1 vermeide
feiten zijn bekend geworden, maatregelen
heeft genomen teneinde den aanvoer van
buitenlandsche kolen voor do Nederland
sche Steenkolen-Handelmaatschappij, voor
zooveel mogelijk, te doen geschieden door
Nederlandsche schepen, en zoo ja, welke?
7. Wil de minister mededeelen tot wel
ke resultaten voor de Nederlandsche
scheepvaart, dc sub 5 bedoelde maatrege
len, indien genomen, hebben golcid?
Men verbelere het uitzicht. Uit
breiding van het aantal be=
waakte overwegen ge
vraagd
Do heer A. J. ten Hope beeft aan den
voorzitter van den raad van ministers een
adres aangeboden, gcteckend door 71508 in
woners van ons land, in welk adres wordt
gezegd:
dat dc vele en ernstige ongelukken, wel
ke op onbewaakte overwegen plaats vin
den, dc verontrusting over de grooto geva
ren, waaraan het verkeer bloot staat, voort
durend doet stijgen;
dat niet volgehouden kan worden, dat
deze ongevallen in hoofdzaak een gevolg
zijn van onvoorzichtigheid of roekeloosheid
van dc zijde der weggebruikers;
dat behalve inzittenden van auto's im
mers ook herhaaldelijk die van voertuigen
voor langzaam verkeer, alsmede voetgan
gers, w. o. kinderen, bij het passeeren van
onbewaakte spoorwegovergangen ernstig
worden gekwetst of gedood;
dat adressanten van oordeel zijn, dat de
kosten, welke door opheffing van bewa
king worden uitgewonnen, in geencn dtele
kunnen opwegen tegen dc kostbare men-
schenlevens, die door de onbewaakte over
wegen telkens weder worden geeischt;
dat zij zich niet verhelen, dat het instel
len van bewaking op alle overwegen finan-
cieele opofferingen zoude vergen, die in net
huidige tijdsgewricht van economische de
pressie en dc daardoor ontstane moeilijk
heden, bezwaarlijk kunnen worden ge
bracht;
dat 'deze overweging er desniettemin
gezien den ernst der zaak niet toe mag
leiden, dat een toestand wordt bestendigd,
welke een voortdurend gevaar oplevert voor
dc gemeenschap;
dat immers in de meeste gevallen de on-
middellijko aanleiding tot do plaats gevon
den ongevallen met betreurenswaardigen
afloop daarin gezocht moet worden, dat bet
uitzicht op de spoorbaan belemmerd is;
•dat daarom begonnen zou kunnen wor
den met de noodigc werkzaamheden om
het uitzicht op de spoorbaan te verbeteren,
cn wel over een afstand van tenminste 600
A 700 Meter bij alle onbewaakte overwegen,
waar bet uitzicht onvoldoende moet wor
den geacht, althans niet zoodanig is, dat
dc spoorbaan ter weerszijden van den
overweg reeds bij het naderen daarvan kan
worden overzien over een afstand als hier
voor genoemd;
dat het requestrantcn daarnaast echter
dringend noodzakelijk voorkomt, dat al die
overwegen bewaakt worden, welke door
hun ligging, b.v. in do nabijheid van een
onoverzichtelijke bocht in den spoorweg,
bizondcre gevaren opleveren;
dat hun zulks evenzeer hoogst gowcnscht
voorkomt voor overwegen in verharde we
gen, welke door hun ligging, b.v. in de na
bijheid van een onoverzichtelijke bocht in
den spoorweg, bizondcre gevaren opleve
ren
dat hun zulks evenzeer hoogst gewenscht
voorkomt voor overwegen in verharde we
gen, welke spoorbanen kruisen, waar het
treinverkeer boven een bepaalde frequen
tie uitgaat;
dat het adressanten onbegrijpelijk voor
komt, waarom niot bevolen wordt dat een
proef wordt genomen met bet veiligheids-
systeem-Froger, temeer daar oen groote
schare van deskundigen vermeent dat dit
systeem afdoende is;
redenen, waarom zij zich veroorloven, tot
den ministerraad het verzoek te richten, de
noodige maatregelen te doen nemen, opdat
dc gevaren, verbonden aan het passeeren
van onbewaakte spoorwegovergangen, wor
den weggenomen, althans tot den geringst
mogelijken omvang beperkt.
DOODELIJKE VAL.
De heer E„ kassier van dc Boerenleen
bank te Laren (Geld.), is in den nacht van
Woensdag op Donderdag, toen hij van een
boerenbruiloft onder Lochem komende per
fiets op weg was naar huis. vermoedelijk
ten gevolge van een duizeling, gevallen.
Bewusteloos werd hij naar het ziekenhuis
te Lochem gebracht, waar hij Donderdag
middag is overleden.
Moeilijke problemen der
meteorologie
Onze weerkundigo medewerker schrijft
ons:
Uit den lczeiskring worden mij dikwijls
vragen gedaan, die van algemeen belang
zijn cn dio ik daarom graag in dc krant
beantwoord Gewoonlijk loopen deze vragen
over dc moeilijke problemen der meteoro
logie.
Een lezer deelt mij mede gedurende het
voorjaar te hebben opgemerkt, dat IJsland
dikwijls lag op de Oost-West verloopendc
grens tusschen koude in het Noorden en
warmer weer in het Zuiden en dat zich tel
kens nieuwe depressies vormden ten Zuiden
van IJsland, dus in het warmere gïbied,
en dat deze depressies dan in Oostelijke
richting verder trokken. Hij merkte verder
op, dat vóór het ontstaan der depressie een
grootere koude ten W. of Z.Wvan IJsland
,werd aangetroffen en dat daarna do de
pressie zich pas Oostwaarts verplaatste
wanneer dc temperatuurlijnen ten O. of Z.O.
van IJsland zich naar bet N of N.O. op
schoven. Deden ze dat niet, dan verdween
of verschrompelde do depressie.
Dit is alles zeer juist opgemerkt, cn ver
klaarbaar („met. wat. II.B.S.-kennis", zegt
deze lezer, maar ik twijfel eraan of een
H.B S.-lccrling dc verklaring vlotweg geven
kan).
De verklaring staat in het nauwste ver
band met do depressie-theorio van Bjerknes.
Volgens dezo theorie ontstaat een depressie
op de scheiding tusschen een kouden lucht
stroom (in dit geval Noordelijker dan IJs
land liggende) en een warmen luchtstroom
(in dit geval Zuidelijker dan IJsland). Zoo
dra de depressie begint te ontstaan kromt
zich het schcidingsvlak tusschen dezi twee
luchtstroomcn en daarmede komt er een
bocht in de temperatuurlijnen. Natuurlijk
zal dit tengevolge hebben, dat na het ont
staan van een onderdruk ten Z. van IJsland
de koude stroom ten W. van IJsland naar
het Zuiden afbuigt, de warme stroom ten O.
van dit gebied naar het Noorden. Voor de
verdere ontwikkeling van do depressie is
deze afbuiging der twee luchtstroomen zeer
gunstig, ja noodzakelijk. Daarom zag de
lezer dat de depressie verschrompelde als
de teraperatuurlijncn die verandering niet
ondergingen.
Zoodra de depressie zich onder- gunstige
omstandigheden ontwikkelen kan krijgt zij
ook-de impuls om voort te schrijden. Dat
die voor 'schrijding dan in Oostelijke of
Noordoostelijke richting verloopt staat in
verband met het Oost-West vorloop der
temperatuurlijnen. Men wist trouwens reeds
lang, dat de depressie zich zoo verplaatst,
dat zij do hooge temperatuur aan haar
rechterhand houdt maar pas door dc theorie
van Bjerknes is een helder licht op deze
omstandigheid geworpen.
Hetgeen de steller van de vraag, die ik nu
ga beantwoorden, hcBft opgemerkt, is dus
volkomen logisch uit een weerkundig oog
punt en tegelijk van beteekenis voor de
weervoorspelling in ons land, omdat dezo
bij IJsland tot ontwikkeling komende do-
pressies het teeken zijn, dat. een warme
equatoriale luchtstroom in N.W.-Europa
doorkomt en daar den geheelen wcorstoc-
stand voor eenige dagen veranderen kan.
De vraag, die de lezer stelt, is nu deze: Is
het juist, dat zoolang de kou duurt, de on
derdrukken (depressies) pas ten Zuiden van
IJsland ontstaan?
Als ik de vraag goed begrijp, dan zie ik
niet in dat dez: bevestigend moet worden
beantwoord. Waarom zouden zij ook niet in
een warm jaargetijde kunnen worden ge
vormd? De beide tegengestelde stroomingen
behoeven slechts aanwezig tc zijn en die
kunnen er ook in hot warme jaargetijde op
treden. M. i. gaat het alleen om dc fre
quentie-kwestie. In den winter is dc tegen
stelling tusschen den polaircn en den equa-
torialen luchtstroom bij IJsland grooter dan
in den zomer en zullen de depressies daar
meer optreden, zoodat men eerder liet ver
schijnsel zal opmerken, dat door den lezer
ter sprake is gebracht.
Een paar andere vragen hoop ik later te
beantwoorden.
(Nadruk verboden).
HET WEGENSTELSEL IN DE BETUWE.
Actie voor een weg Gorin-
hemEist
Het is bekend, dat er in do Betuwe grooto
behoefte bestaat aan een flinken modernen
weg, die dit gebied van West naar Oost
doorsnijdt. Zoo'n weg staat dan ook op het
Rijkswegenpian. Maar tusschen een plan
en de uitvoering verloopt uit den aard dor
zaak tijd. Soms voel tijd. In dit geval
meer dan de Betuwe lief is. Daarom vraagt
zij de algèmeeno aandacht voor het isole
ment, waarin zij verkeert.
Uit een aantal Botuwsche gemeentebestu
ren en uit do Kamers van Koophandel te
Tiel, Arnhem en Nijmegen heeft zich een
commissie gevormd, welke ijvert voor oen
spoedige totstandkoming van den weg van
Dordrecht over Gorinchem en Tiel naar Arn
hem en Nijmegen. Deze commissie zal
op 6 Juni a.s. te Tiel een groote openbare
vergadering houden waar oud-minister Bon
gaerts een rede zal houden over: „De weg
GorinchemEist in het kader van het Rijks
egcnplan".
Voorts zal do heer W. O. A. Koster, di
recteur van de Chamottefahrieken te Gel-
dermalsen „Den weg Oost-West als nood*
zakeliike factor voor dc «economische ont
wikkeling van de Betuwe" behandelen.