Maandag 4 Juli 1932
'AMERSFOOHTSCH DAGBLAD'
-DE EEMLANDER"
31e Jaargang No. 3
TWEEDE BLAD
Oost^Indië
het vonnis in de zaak-
de wit
me ml
u:t de staatscourant
officiersexamen
geen treinen tusschen
kampen en hattem
de nederl. bank en de
ponden-crisis
Fortifibras' Too ver macht
Een jaar en drie maanden ge:
vangenisstraf, tegen Noya
een jaar
Batavia, 1 Juli (Ancta). In de zittin,_
van den Raad van Justitie alhier heeft de
president onder een buitengewoon groote
belangstelling van de zijde van het pu
bliek voorlezing gedaan van het vonnis te
gen den journalist F. M. de Wit. liet von
nis dat een jaar en drie maanden gevan
genisstraf luidde, bevat ecu uitvoerig ex
posé avn de aanrakingen, die De Wit met
den ambtenaar Noya licdfi gehad en van
de levering der stukken door dezen, et
voorts een relaas van de diverse gesprek
ken tusschen beiden terzake van de aan
biedingen, gevoerd o.a. over de geheime no
tulen van den Raad van Ned. indië.
Het vonnis staat vervolgens stil bij het
vraagstuk van de mededaderschap en de
daarmede samenhangende feiten en bevat
tenslotte de schuldigverklaring wegens het
nemen van inzage van een geheim stuk be
treffende de Landsdefcnsio van een amb
tenaar onder belofte van een gift tenein
de dezen er toe te bewegen handelingen te
plegen strijdig met zijn plicht.
Het vonnis in de zaak tegen den ambtc
naar Noya luidde een jaar gevangenis
stra,f.
Onmiddellijk nadat uitspraak was ge
daan in de zaak-De Wit verliet het publiek
de tribune.
Het vonnis tegen Noya is gebaseerd op
de aanneming van eene bclooning voor een
handeling in strijd met zijn plicht. Noya
krijgt het in beslag genomen bankbiljpt
van 50.— terug.
Beide verklaagden zijn veroordeeld tot
de kosten van het geding, terwijl de bei
de vonnissen luiden met aftrek van den
tijd in preventieve hechtenis doorgebracht.
OVERSTROOMINGEN OP TIMOR.
Buitenzorg, 2 Juli (Aneta). Een offi
cieel telegram uit Koepang meldt, dat in
de kampong Losina, ten zuiden van Beloc,
zware overëtroomingen hebben plaats ge
vonden. 90 huizen, vele cocospalmen, de
tweede maisoogst en vee zijn hierbij veT-
loron gegaan. Totnutoc werden geen per
soonlijke ongelukken gerapporteerd. De
autoriteiten van liet Binnenlandsch Be
stuur, die zich naar de plaats des onhcils
begaven tot vaststelling van de schade toe
gebracht door de onlangs plaats gevonden
eruptie ten Oosten van Hokong. melden,
dat de lavastroom heeft opgehouden.
Bij K. B. is benoemd tol officier in de
Oranje-Nassau-ordc Th. H. F. W. Husipann
le Kerkrade, technisch directeur der Dom.
Mijn Mij.;
zijn met dankbetuiging voor de wijze,
waarop zij zich van hun taak hebben ge
kweten, ontbonden het eere-comité en
hoofd-comité, ingesteld ten behoeve van de
stichting in de Minahassa van een uit par
ticuliere bijdragen van het Ned. volk te be
kostigen blijvend aandenken, ter herinne
ring aan den dag. waarop voor 250 jaren
de eerste staatkundige band tusschen Ne
derland en de Minahassa werd gelegd.
is aan den fotograaf lo klasse C. Jenc-
zon ,en aan den graveur le klasse .1. W.
Slicker, beiden werkzaam bij den topogra-
fischen dienst, met ingang van 1 Sopt. eer
vol ontslag uit hun betrekking verleend,
zulks wegens verandering in de inrichting
van hun dienstvak.
Bij het to Breda gehouden officicrsexa-
cnm zijn alle cadetten geslaagd. De namen
van de geslaagden zijn-
Infanterie hier te lande: G. A. v. d.
Bcrgh, 1. J. W. Bcihoudt. II. F. H. v. Boek
hout, C. W. Boruwers, P. J. Cornclissen,
A. J. M. Groot, J. P. F. v. d. Horst, li. A.
de Jongh, J. Kroph, E. C. J. M. v. d. Laar
schot, D. Overbcckc, J. Serré, R. M. E. F.
Sevenstern, H. M. Stam, A. L. M. Vrees
wijk, J. de Vries en J. C. Zuidema.
Infanterie Ncd.-Indië: G. v. Aspercn Ycr-
venne, K. B. A. Blom. F. M. F. Claassen,
P. A. Coors, S. Da Costa, D. W. Couwon-
berg, J. H. Cox, li. R. d'Egclbroner, J. C.
A. Faber, li. A. Feytes, J. A. Freudenberg,
J. L. J. M. Geelcn, I-I. W. Gerth van. Wijk,
L. E. Hinrichs, J. P. Hou pst, H. C. A.
Kleyn, O. A. L. Korinth, R. v. d. Leest, Y.
Meet er, M. P. A. den Ouden, J. Postma,
A. A M. v. Rest, J. L. W. Rhacsa, F. II.
Sangster, II. J. Schradcr, II. Sippcl. W.
Spiering, D. II. Stcphan, .1. C. L. Stoll, F.
O. Stuker, J. Stuker, E. V. F. Toers Bijns,
F. F. W. v. Velthooven, M. M. II. B. Vol
kert, D. P. de Vos tot Nedervcen Cappel,
F' J A. Was, C. D. Winter, H. E. Wijn
malen, f. v. Zuylon en J. W. Zijlstra.
Cavalerie hier to lande: R. A. Baron van
Hecckercn van Brandscnburg en J. L. Ma-
ris.
Cavalerie Ned. Indie: M. Bassa en M.
W. v. d. Poel.
Artillerie hier te lande: L. W. C. Adank,
A. J. W. Becht, K. W. M. Brantjes, L. E.
Brouwer, S. H. Iloogterp, F. Ii. Lager-
werff, II. L. T. Ubbink.
ï-tillcrie Ned.-lndic. B. Andringa cn II.
Maurcnbrecher.
Genie hier te lande J W. Ackerstoff, II.
Cool, W. v. Dijk, II. J. v. d. Hagc, J. II.
Hogcndoorn. .1. Kroes en A. Noteboom.
Genie Ned.-Indië- W. F. J. v. Dun, A. v.
ITouwelingen, W. J. Komnntas, B W. J. v.
Linden en J. L. v. d. Vliet.
Militaire administratie hier tc lande: J.
J. R. Reeringh, A. IT. S. Tieleman, II. B.
Ydo.
Militaire administratie Ned.-IndiG. G.
Ferguson'en H. G. J. de Leeuw.
De procedure tusschen de gemeente
Kampen en twee spoorweg:
maatschappijen
FELLE BRAND TE ROTTERDAM
Rotterdam, 2 Juli Hedenavond heeft
een felle brand gewoed in een mcubelfa
brick, gevestigd in een oude opslagplaats
van een verdieping die aan het Zwaans
hals is gelegen. De brand ontstond, toen de
eigenaars van de fabriek do gebr. Hagoor
bezig waren, het dak dat bouwvallig was,
met mastiek te repareoren. Zij gebruikten
hierbij een brandenden pctrolcumkach-l.
Waarschijnlijk door het omvallen van die
kachel is de brand ontstaan. In do fabriek
bevond zich een groote voorraad houten
-adiokastcn en onbewerkt hout. In een mi
nimum van tijd stond de gehccle. fabriek
in lichter laaie, zoodat dc Gebr. Hagoor
moesten vluchten'. De brandweer, die met
groot materieel werkte, bestreed het vuur
met negen stralen. Na ccn uur was het
gevaar voor uitbreiding geweken. De fa
briek was volkomen vernield. De schade die
door het vele verloren g^gane hout aan
zienlijk is, wordt door verzekering gedekt.
J. MEERKAMP VAN EMEDEN. t
In den ouderdom van 47 jaar is zeer on
verwachts overleden dc heer J. Meerkamp
van Embden, ontvanger der gemeente Bus-
sum.
Z u t p h c n. 30 Juni. De rechtbank tc
Zutphcn heeft lieden uitspraak gedaan in de
procedure tusschen den Burgemeester van
Kampen, als eiscli voor die gemeente optre
dend, tegen de N.V. Koninklijke Nederland-
sclie Lokaal Spoorwcgniaatschapij en tegen
dc Hollandschc IJzeren Spoonv. Maatschap
pij als gedaagde in vrijwaring.
Deze procedure ging hierom, dat de Lo
kaal Spoorwegmaatschappij geen trein meer
liet loopon op het traject Kampen—Hattem,
hetgeen zij naar cischers niecning in gevol
ge de bestaande concessie verplicht was. De
gemeente Kampen ondervindt hierdoor een
aanzienlijke schade, welke do Lokaal Spoor
wegmaatschappij haar dient te vergoeden;
terwijl dc gemeente tevens verzocht, dat op
gemeld traject de dienst wederom worde
hervat.
Do Lokaal Spoorwegmaatschappij beroept
zich o.m. op liet feit, dat dc IT.Y.S.M. haar
cxplotatie heeft overgenomen, zoodat deze
Maatschappij in het onderhavige geval dient
te worden aansprakelijk gesteld, op grond
waarvan zij deze in het geding heeft betrok
ken om haar te vrijwaren tegen ccn eventu
elo veroordeeling.
De gemeente Kampen vroeg allereerst ver
goeding van de schade, die tot op lieden
reeds is geleden, nader bij staat op te ma
ken, cn voorts vergoeding van nog tc lijden
schade, doordat de maatschappij hare ver
plichting nog niet zal nakomen, en welke
gesteld wordt op 10ö.— por dag.
Dc rechtbank besliste in- het vonnis van
heden het navolgde:
In de hoofdzaak ten eerste verstaat, dat
gedaagde gehouden is om de exploitatie van
dc lijn ITattem—Kampen te hervatten of tc
doc-n hervatten en op die lijn dagelijks te
loen loopon drie treinen in heide richtin
gen. te Hatlcm directe aansluiting hebbende
van cn naar Apeldoorn. Ten 2c veroordeelde
dc Rechtbank gedaagde om hét sub. I ge
-ïoemde te praestcorcn cn veroordeelde ge
laagde om, ingeval zij in gebreke mocht
blijven, om aan de sub. 2 genoemde vcroor-
Tc'eling bin hen drie dagen na het in kracht
van gewijsde gaan van het ten deze te wij
den" vonnis te voldoen, aah cischer een ver
goeding der schade, welk dc gemeente Kam
pen dientengevolge zal lijden, tc betalen
f 10.per dag. ie. Veroordeelde gedaagde,
om aan cischer te vergoeden allo kosten,
SQhado cn. interessen, door hare bovenom
schreven wanpracstaUe (Ifiör de gemeente
Kampen reeds geleden cn nog tot den sub. 3
enoemden dag te lijcfcn, nader op tc maken
bij staat en te vereffenen volgens de wet;
ontzegt liet meergevorderde; veroordeelt ge
daagde in de kosten cn begroot die kosten
tof heden op 305.40.
In de vrijwaring:
verleent acte, waarvan acte Werd gevraagd:
le. Verstaat, dat gedaagde in vrijwaring gc-
ïoud enis, om de exploitatie van do lijn
Iattem—Kampen te hervatten of tc doen
hervatten, cn om op die lijn dagelijks te.
doen loopen drie treinen in heide richtin
gen, le Hattem direct aansluiting hebbende
van en naar Apeldoorn.
2. Veroordeelt gedaagde in de vrijwaring
om het sub. 1 genoemde tc praesteeren;
3. Veroordeelt gedaagde in vrijwaring om j
uaneisclierès in vrijwaring tegen kwijting to
betalen al datgene, waartoe deze bij onher
roepelijke rechtelijke uitspraak ten behoeve
van principaal eist hcresop de dagvaar
ding van IS Juli 1929 gewezen, is vcroor
dceld;
Veroordeelt wijders gedaagde in de vrij
waring in dc kosten van dc procedure in do
vrijwaring, aan zijde van eischcr in vrijwa
ring gevallen, en begroot die kosten tot he
den op f 209,20.
EEN AANHOUDING AAN DE GRENS.
Aan het douanekantoor Strasz, nabij
Kerkrade gelegen, hebben douanebeambten
Vrijdag een Nederlandschcn auto aange
houden tegen welks bestuurder een bevel
tot gevangenneming was uitgevaardigd.
Dc man is naar Aken gebracht, In den auto
vonden de beambten in een geheime berg
plaats negen revolvers.
Onteigening zonder schade:
vergoeding
Mr. C. de Wilde schrijft ons:
In mijn opstel, opgenomen in het tweede
avondblad van het Utrcchtscli Dagblad van
26 October 1.1., heb ik erop gewezen, dat het
Permanente Hof van Internationale Justi
tie reeds enkele malen is geroepen tc be
slissen, waar belangen van particulieren
waren geschaad
Dit wordt niet belet door de bepaling om
trent de competitie van dit Hof, welke ge
vonden wordt in art. 34 van het Staat, en
luidt:
„Only States or Members of the League
„of Nations can be parties in cases before
„the Court."
Immers daarin wordt slechts bepaald dat
het ITof slechls geschillen behandelt, door
Staten tegen Staten bij het Hof aanhangig
gemaakt
In de door mij genoemde gevallen had de
Gricksche regeering op grond van benadee
ling der belangen van Mavrommafis in ver
band met concessies in Egypte, de proce
dure tegen Engeland begonnen, en de Duit-
sche regecring wegens schending van be
langen van den Duitschcn cessionaris, een
proces tegen Polen.
Uipt het verslag van dc Directie van de
Nederlandsche Bank blijkt nu dat dc Depu
ty Governor der Bank of England, nog op 29
Augustus 1931 aan de Directie der Neder
landsche Bank telegrafeerde:
„With reference to our conversation
„on Wednesday last you will no doubt
..have seen the official announcement
„to-day of the conclusion bij our Govcrn-
„ment of large credits in New York
„and Paris. I trust this announcement
„will serve to .abolish all doubts as to
„the safety of foreign funds in London."
En verder dat, nadat tot loslating van don
gouden standaard door het Engelsche Gou
vernement besloten was. en do Diroctie der
Nederlandsche Bank zich tot die dor Bank
of England gewend heeft, in verhand met dc
door hare Bank geleden schade, de Bank of
England zich op het standpunt heeft ge
steld, dat het loslaten van den gouden
standaard een maatregel is, die uitsluitend
voor de verantwoording komt van de En
gelsche rcgcering
Daar nu voormeld geruststellend telegram
dus niet. althans niet tijdig, werd achter
haald door een waarschuwing, dat wijziging
in den loestand gekomen- was, mag daaruit
de gevolgtrekking gemaakt worden dat óf
dc Directie der Bank of England zelf ver
rast is door het betreffende besluit der
Engelsche regecring, óf, op gezag, elke
mededeel ing om dc regeering moveerende
redenen, heeft moeien vermijden.
Is deze lezing juist, dan ligt de verant
woordelijkheid voor de loslating van den
gouden standaard, op 20 September 1.1., en
1 lo gevolgen van dien, uitsluitend bij de
Engelsche regeering, cn kon de Directie der
Nederlandsche Bank de haar daardoor ver
oorzaakte nadcelen niet voorzien.
Dat nadeel heeft daarin bestaan, dat door
dien maatregel de gouddekking der ponden-
vordering op de Bank of England verviel,
cn dientengevolge de waarde dier vordering
met bijna 30 pet. daalde.
Daarmede werd dus aan de Nederland
sche Bank (gelijk trouwens aan elk ponden-
crediteur), zonder ecnige vergoeding, een
deel van diens vermogen ontnomen.
Een onteigening voor bijkans 30 pet. dier
vordering, zonder schadevergoeding.
Moet de Nederlandsche Bunk zich dat
laten welgevallen?
Men gevoelt dit als een groote onbillijk
heid en reeds gaan er stemmen op die er
op aandringen dat toch getracht moet wor
den die schade vergoed te krijgen.
Er zijn er die mecncn dat arbitrage do
weg zou zijn; cveiTwel is de Bank of England
niet verplicht zich met een arbitrage hier
omtrent in te laten, cn zou ze dat vrijwillig
doen, dan zal ze wel hare condities stellen;
kans dat daardoor een oplossing zal kun
nen worden verkregen, bestaat er mijns in
ziens al heel weinig.
Doch wel is er alle reden dat de Neder
landsche Bank overwege of niet getracht
moet worden de zaak bij het Pcrmanento
Hof van Internationale Justitie aanhangig
te maken.
Dat zou dan door den Staat dor Neder
landen namens cn ten behoeve der Neder
landsche Bank moeten gebeuren.
Dat men zich veelal stelt op het stand
punt dat zulks slechts dan zou kunnen, zoo
de gewone weg om horstel van schade to
verkrijgen eerst is bewandeld, en dat het
verkregen rechten moet betreffen, mag geen
beletsel zijn; de gewone weg, ccn procedure
voor den Engelschon rechter, is te voeren,
al zal die weinig succes vermoedelijk heb
ben. daar deze zich wel zal stellen op het
standpunt pond pond, vooral waar het
eene belegging in ponden gold.
Wat de verkregen rochten aangaat, is het
dc vraag of het Permanente Hof van Inter
nationale Justitie dien eisch zal stellen;
immers dat in beschaafde staten iemand,
zonder schadevergoeding, een deel van zijn
vermogen mag ontnomen worden, wordt
wel reeds vrij algemeen als ook internatio
naal geldend axioma aangenomen.
Dat ook andere moeilijkheden zouden
kunnen ontstaan, als de vraag of niet meer
deren gelijksoortige vorderingen zouden
kunnen instellen, en of niet in rekening ge
bracht moet worden de winst gemaakt door
de Nederlandsche ponden-debiteuren, op ge
lijk tijdstip beslaande, betreffen meer do
praktische uitwerking en gevolgen.
De hoofd-vraag is m. i.- zou de Directie
der Nederlandsche Bank wel verantwoord
zijn niet alles in het werk tc stellen haar
verlies vergoed tc krijgen en mogen nalaten
ook den boven aangegeven weg in tc slaan,
en zou dc Nederlandsche regeering verant
woord zijn haar daarin niet behulpzaam te
zijn.
Mijns inziens is het door dc Nederland
sche Bank geleden verlies wel waard do
moeite te wagen, de medewerking der re
geering te verkrijgen om de vordering bij
het Permanente ITof van Internationale
Justitie aanhangig tc maken.
INBRAKEN TE HAARLEM.
II a a r 1 e m, 3 Juli. Zaterdagnacht te
kwart over drie hoorde dc heer Holt, dio
gen'manufacturenwinkel heeft in den Ane-
gang. dat personen spraken in ccn kamer,
die naast zijn slaapkamer gelegen was.
Toen hij daar aankwam zag hij drie per
sonen met een wit masker voor hot gelaat.
Zij vroegen hem om geld. Bij het zien van
deze mannen begon mevr. II. luid te gillen,
waarop dc indringers de vluct namqn. Twee
hebben bet perceel door de voordeur ver
laten, terwijl do ander aan de achterzijde
ontkwam. eD politie werd van het geval
in kennis gesteld. De heer II. meende, dat
hij in een der daders zijn vroegoren loop
jongen, den 20-jarigen O. herkend had. Dezo
werd daarop door do politie van huis ge
haald. IIij bekende in gezelschap van S.
en N. gepoogd te hebben in to breken. Bei
de laatstgenoemden zijn nog voortvluchtig.
Zondagavond bemerkte de filiaalhouder
van het schoenenmagazijn der firma MESA
aan den Anegang no. 28, dat tijdens zijn
afwezigheid ingebroken was. Op een zijner
kamers waren dc kasten leeggehaald cn
was een doosje mot geld, inhoudende onge
veer twee .duizend gulden verdwenen. Van
dc daders ontbrak ieder spoor. Dc politic
onderzoekt de zaak.
Een oogenblik te ^verliezen schijnt ons
niets, maar hoeveel ^jaren gaan er op die
wijze verloren.
naar het Engelsch van William Locke
door J. E. d. B. K.
12
Eens werden ze overvallen door ccn onwe-
dcr en in den koestal, waarheen ze gerend
waren om beschutting te vinden, zat zij
doodsbenauwd tc rillen van angst en bij
iedcren slag hield zij de handen voor dc
ooren, terwijl hij, Martin, kalm met dc han
den in de zakken, in de open deur naar liet
flitsen van den bliksem stond tc kijken.
Wat was er om bang voor te zijn? 't Was
veel gevaarlijker om in Londen of Parijs dc
straat over te steken, of om een treinreis te
maken. Haar onredelijke angst was een
zwakheid, vrouwen eigen, niets dan een
kwestie van zenuwen. ITij zou toegevend
voor haar zijn; hij ging dus weg van de
deur cn legde zijn regenjas over haar heen,
cn de nederige manier, waarop ze zijn dien
sten aannam, gaf hem veel voldoening Na
tuurlijk, toen de zon door kwam, stak ze
haar neus weer in den wind en vond weer
dadelijk oorzaak voor een spottende plagerij
maar Martin peddelde rustig door. Dit was
een van die toestanden, waarin hij heer en
meester was.
Eens om een koppel stieren, die uit een
hek van een boerderij kwamen, te ontgaan,
was ze in een sloot gevallen en had ze haar
enkel verstuikt. Zc kon niet loopen of fiet
sen en hij beurde haar op zijn armen.
Ik zal je naar de boerderij brengen.
Je kunt mc niet dragen, protesteerde
zij.
Dat zal ik je eens gauw tooncn, zei
Martin, cn hij droeg haar weg.
En ofschoon zij volstrekt zoo licht niet
was cn zijn spieren zich spanden onder
haar gewicht, zoo genoot hij toch er van
dat zij, verwonderd, zijn kracht waardeer
de.
Maar halfweg, met witte lippen, begon zij
hem tc plagen:
Ik denk dat jc er nu heel zeker van
bent dat je mijn groote broer bent.
Volmaakt zeker, zei Martin.
En toen voelde, hij haar greep om zijn
hals slapper worden, loodzwaar hing haar
lichaam in zijn armen'cn hij zag dat ze
flauw was gevallen van pijn. Haar overla
tend aan de zorgen van de vriendelijke
mcnschcn op de boerderij, ging hij dc ach
tergelaten fietsen ophalen en dacht na over
het" gebeurde. Allereerst zou hij niet zijn
hoofd verloren hebben hij het ontmoeten
van een troepje makke stieren cn ten twee
de, als hij zijn enkel verzwikt had, zou Co-
rinna hem niet zoo kunnen dragen; ten
derde zou hij niet zijn flauw gevallen en ten
vierde, al klonken haar woorden nog zoo
spottend, zc had haar minderheid erkend cn
dat alles was zeer aangenaam voor zijn ge
voel van eigenwaarde. En ocnigen tijd daar
na, toen de hoer haar een plaats gaf in zijn
oude wagen, onder een groote huif en die
getrokken werd door een groot, zwaar
paard met roestig tuig, om liaar tc brengen
naar de naaste herberg, vijf Kilometers ver
der, ging Martin alles nog eens na en Co-
rinna had geen woord in te brengen. Als
iemand van de bereden politie reed hij
naast haar cn in de herberg gekomen droeg
hij haar naar haar kamer cn sprak met veel
autoriteit.
Toen ze dan Poitiers en Ruffec voorbij
waren gekomen, kwamen ze, drie weken nn
hun vertrek uit Parijs, in Angoulcme, een
bekoorlijke vestingstad, op ccn rots gelegen
boven de Charente. En daar dit het voor
laatste station van hun reis was, bicven ze
er een paar dagen.
Ze stonden op het schaduwrijke bolwerk
cn staarden over de roode daken der hui
zen te midden van groene boomen, en over
de wijde vlakte, met het gouden graan op
schoven, tintelend in het zonnelicht en zij
zuchtten.
Ik ben bang voor Brantöme, zei Corin-
na. Het is iets, dat zoo afgebakend is. Tot
hiertoe zijn we maar gcdachtcnloos verder
gegaan ais in een soort van droom. En in
Brantöme moeten wc weer gaan denken.
Ik twijfel er niet aan of het zal ons
goed doen, antwoordde Martin.
Dat zie ik niet in, zei Corinnn. Nu krij
gen we weer het oude gezeur.
Daar ben ik nog niet zoo zeker van, be
weerde Martin. In de eerste plaats zijn we
niet meer dezelfden als drie weken geleden.
Kletspraatjes, zei Corinna.
Ik ben tenminste niet dezelfde.
Zij lachte.
Ja, omdat ie in den laatstcn tijd je airs
geeft.
Dat ik mc airs geef duidt al op een
verandering, antwoordde hij eenvoudig.
Maar het gaat dieper, het is moeilijk uit te
leggen. Ik voel dat ik aan mij zelf een hou
vast heb, wat ik voorheen niet had en
dat ik innig geniet van dingen, waarvan ik
vroeger niet genoot, 't Eerste half uur van
onzen tocht, in den vroegen, dauw igcn mor
gen; onze hoogst eenvoudige maaltijden bui
ten voor ue kleine café's de lange loome ach
termiddagen onder de boomen, wanneer we
lagen tc kijken naar het weinige verkeer op
dc wegen, de stille avonden, wanneer we
zwijgend bij elkaar zaten of een woordje
spraken met den houder van de auberge
(herberg) én luisteren naar zijn eenvoudige
levensfilosofie, dat alles was zoo mooi. En
om dan te slapen, verzadigd van lucht en
zonneschijn, tusschen schoonc, grove la
kens. To slapen als een os, totdat het le
ven in huis je bij het ochtendkrieken wak
ker maakt. Het was alles zoo heerlijk en er
is vroeger nooit zulk een genot in mijn le
ven geweest.
En na een korte pauze voegde hij cr bij:
't Kwam natuurlijk ook veel door jou.
Je tc remercic infiniment, mon frèrc,
zei Corinna. Dat wil dus zeggen dat ik niet
al te saai en vervelend ben geweest.
Je bent een alleraardigste metgezellin
geweest, zei hij echt jongensachtig. Ik dacht
niet dat een meisje zoo... zoo... met zijn
vingers snapte hij naar het goede woord.
Met lachende oogen zag ze hem aan en
haar lippen krulden zicli een beetje iro
nisch.
Zoo wat?
Zoo gezellig kon wezen, antwoordde hij.
Ze lachte weer. Wat bedoel je daar
mee.
Zoo verstandig, antwoordde Martin.
Weet je wel wat het beduidt als een
man een meisje verstandig noemt? Dan
bedoelt lnj, dat zij niet venvacht, dat hij
zijn hart aan haar verliezen zal. En ie hebt
je hart niet aan mij verloren, heb jc wel
Martin, die over de borstwering leunde,
sprong overeind.
Dat zou nooit bij me opkomen. j
Ze schaterde het uit cn hield hem vast
aan zijn jaspanden.
O, Martin, riep zc uit, jc bent een ju
weel, een zeldzaam juweel. Je bent hecle-
maal niet veranderd cn om 's hemelswil,
verander toch nooit.
Plotseling stak zc haar hand uit,
Martin, zei ze, wat voor jou ccn bron
van vreugde en genot is geweest, was voor
mii een pijnstillend middel. Geen meisje in
heel Frankrijk is ongelukkiger dan ik.
Ik wou dat jc mc dat wat eerder ver
teld liadt, zei Martin, want ik heb mij zelf
den gelukkigstcn man gevoeld.
HOOFDSTUK IV.
Daar slaat het zes uur en die Engel-
schen zijn er nog niet.
Zoo sprak Gaspard Marie Bigourdin, be
heerder van het hotel der Grottes, ccn groo
te man, gekleed in een bruin linnen pak,
met soepelen strooien hoed, met zeer bree-
den rand. Hij was zoo kolossaal, dat hij, in
een Weener luierstoel gezeten om van do
avondkoelte te genieten, aan alle kanten
buiten den stoel uitpuilde.
Ze hebben gezegd dat zc voor het di
ner zouden komen, mon oncle (oom) zei
Fé'ise.
Zij was ccn aardig slank meisje met don
kere oogen en een fijn gezichtje.
Met vaderlijke liefde had Forlinbras haar
vergeleken met een alpcnbloem, waamit
honig wordt gemaakt. En inderdaad creed
zij denken aan geurige, wildo bloemen. Haar
bruin haar was hoo.g opgemaakt met een
kam, zooals dat van dc boerendochters uit
het district, maar zij droeg blouse en stof
fen rok, als iemand uit den welvarenden
burgerstand.
(Wordt vervolgd).