Maandag 4 Juli 1932 'AMERSFOOHTSCH DAGBLAD' -DE EEMLANDER" 31e Jaargang No. 3 TWEEDE BLAD Oost^Indië het vonnis in de zaak- de wit me ml u:t de staatscourant officiersexamen geen treinen tusschen kampen en hattem de nederl. bank en de ponden-crisis Fortifibras' Too ver macht Een jaar en drie maanden ge: vangenisstraf, tegen Noya een jaar Batavia, 1 Juli (Ancta). In de zittin,_ van den Raad van Justitie alhier heeft de president onder een buitengewoon groote belangstelling van de zijde van het pu bliek voorlezing gedaan van het vonnis te gen den journalist F. M. de Wit. liet von nis dat een jaar en drie maanden gevan genisstraf luidde, bevat ecu uitvoerig ex posé avn de aanrakingen, die De Wit met den ambtenaar Noya licdfi gehad en van de levering der stukken door dezen, et voorts een relaas van de diverse gesprek ken tusschen beiden terzake van de aan biedingen, gevoerd o.a. over de geheime no tulen van den Raad van Ned. indië. Het vonnis staat vervolgens stil bij het vraagstuk van de mededaderschap en de daarmede samenhangende feiten en bevat tenslotte de schuldigverklaring wegens het nemen van inzage van een geheim stuk be treffende de Landsdefcnsio van een amb tenaar onder belofte van een gift tenein de dezen er toe te bewegen handelingen te plegen strijdig met zijn plicht. Het vonnis in de zaak tegen den ambtc naar Noya luidde een jaar gevangenis stra,f. Onmiddellijk nadat uitspraak was ge daan in de zaak-De Wit verliet het publiek de tribune. Het vonnis tegen Noya is gebaseerd op de aanneming van eene bclooning voor een handeling in strijd met zijn plicht. Noya krijgt het in beslag genomen bankbiljpt van 50.— terug. Beide verklaagden zijn veroordeeld tot de kosten van het geding, terwijl de bei de vonnissen luiden met aftrek van den tijd in preventieve hechtenis doorgebracht. OVERSTROOMINGEN OP TIMOR. Buitenzorg, 2 Juli (Aneta). Een offi cieel telegram uit Koepang meldt, dat in de kampong Losina, ten zuiden van Beloc, zware overëtroomingen hebben plaats ge vonden. 90 huizen, vele cocospalmen, de tweede maisoogst en vee zijn hierbij veT- loron gegaan. Totnutoc werden geen per soonlijke ongelukken gerapporteerd. De autoriteiten van liet Binnenlandsch Be stuur, die zich naar de plaats des onhcils begaven tot vaststelling van de schade toe gebracht door de onlangs plaats gevonden eruptie ten Oosten van Hokong. melden, dat de lavastroom heeft opgehouden. Bij K. B. is benoemd tol officier in de Oranje-Nassau-ordc Th. H. F. W. Husipann le Kerkrade, technisch directeur der Dom. Mijn Mij.; zijn met dankbetuiging voor de wijze, waarop zij zich van hun taak hebben ge kweten, ontbonden het eere-comité en hoofd-comité, ingesteld ten behoeve van de stichting in de Minahassa van een uit par ticuliere bijdragen van het Ned. volk te be kostigen blijvend aandenken, ter herinne ring aan den dag. waarop voor 250 jaren de eerste staatkundige band tusschen Ne derland en de Minahassa werd gelegd. is aan den fotograaf lo klasse C. Jenc- zon ,en aan den graveur le klasse .1. W. Slicker, beiden werkzaam bij den topogra- fischen dienst, met ingang van 1 Sopt. eer vol ontslag uit hun betrekking verleend, zulks wegens verandering in de inrichting van hun dienstvak. Bij het to Breda gehouden officicrsexa- cnm zijn alle cadetten geslaagd. De namen van de geslaagden zijn- Infanterie hier te lande: G. A. v. d. Bcrgh, 1. J. W. Bcihoudt. II. F. H. v. Boek hout, C. W. Boruwers, P. J. Cornclissen, A. J. M. Groot, J. P. F. v. d. Horst, li. A. de Jongh, J. Kroph, E. C. J. M. v. d. Laar schot, D. Overbcckc, J. Serré, R. M. E. F. Sevenstern, H. M. Stam, A. L. M. Vrees wijk, J. de Vries en J. C. Zuidema. Infanterie Ncd.-Indië: G. v. Aspercn Ycr- venne, K. B. A. Blom. F. M. F. Claassen, P. A. Coors, S. Da Costa, D. W. Couwon- berg, J. H. Cox, li. R. d'Egclbroner, J. C. A. Faber, li. A. Feytes, J. A. Freudenberg, J. L. J. M. Geelcn, I-I. W. Gerth van. Wijk, L. E. Hinrichs, J. P. Hou pst, H. C. A. Kleyn, O. A. L. Korinth, R. v. d. Leest, Y. Meet er, M. P. A. den Ouden, J. Postma, A. A M. v. Rest, J. L. W. Rhacsa, F. II. Sangster, II. J. Schradcr, II. Sippcl. W. Spiering, D. II. Stcphan, .1. C. L. Stoll, F. O. Stuker, J. Stuker, E. V. F. Toers Bijns, F. F. W. v. Velthooven, M. M. II. B. Vol kert, D. P. de Vos tot Nedervcen Cappel, F' J A. Was, C. D. Winter, H. E. Wijn malen, f. v. Zuylon en J. W. Zijlstra. Cavalerie hier to lande: R. A. Baron van Hecckercn van Brandscnburg en J. L. Ma- ris. Cavalerie Ned. Indie: M. Bassa en M. W. v. d. Poel. Artillerie hier te lande: L. W. C. Adank, A. J. W. Becht, K. W. M. Brantjes, L. E. Brouwer, S. H. Iloogterp, F. Ii. Lager- werff, II. L. T. Ubbink. ï-tillcrie Ned.-lndic. B. Andringa cn II. Maurcnbrecher. Genie hier te lande J W. Ackerstoff, II. Cool, W. v. Dijk, II. J. v. d. Hagc, J. II. Hogcndoorn. .1. Kroes en A. Noteboom. Genie Ned.-Indië- W. F. J. v. Dun, A. v. ITouwelingen, W. J. Komnntas, B W. J. v. Linden en J. L. v. d. Vliet. Militaire administratie hier tc lande: J. J. R. Reeringh, A. IT. S. Tieleman, II. B. Ydo. Militaire administratie Ned.-IndiG. G. Ferguson'en H. G. J. de Leeuw. De procedure tusschen de gemeente Kampen en twee spoorweg: maatschappijen FELLE BRAND TE ROTTERDAM Rotterdam, 2 Juli Hedenavond heeft een felle brand gewoed in een mcubelfa brick, gevestigd in een oude opslagplaats van een verdieping die aan het Zwaans hals is gelegen. De brand ontstond, toen de eigenaars van de fabriek do gebr. Hagoor bezig waren, het dak dat bouwvallig was, met mastiek te repareoren. Zij gebruikten hierbij een brandenden pctrolcumkach-l. Waarschijnlijk door het omvallen van die kachel is de brand ontstaan. In do fabriek bevond zich een groote voorraad houten -adiokastcn en onbewerkt hout. In een mi nimum van tijd stond de gehccle. fabriek in lichter laaie, zoodat dc Gebr. Hagoor moesten vluchten'. De brandweer, die met groot materieel werkte, bestreed het vuur met negen stralen. Na ccn uur was het gevaar voor uitbreiding geweken. De fa briek was volkomen vernield. De schade die door het vele verloren g^gane hout aan zienlijk is, wordt door verzekering gedekt. J. MEERKAMP VAN EMEDEN. t In den ouderdom van 47 jaar is zeer on verwachts overleden dc heer J. Meerkamp van Embden, ontvanger der gemeente Bus- sum. Z u t p h c n. 30 Juni. De rechtbank tc Zutphcn heeft lieden uitspraak gedaan in de procedure tusschen den Burgemeester van Kampen, als eiscli voor die gemeente optre dend, tegen de N.V. Koninklijke Nederland- sclie Lokaal Spoorwcgniaatschapij en tegen dc Hollandschc IJzeren Spoonv. Maatschap pij als gedaagde in vrijwaring. Deze procedure ging hierom, dat de Lo kaal Spoorwegmaatschappij geen trein meer liet loopon op het traject Kampen—Hattem, hetgeen zij naar cischers niecning in gevol ge de bestaande concessie verplicht was. De gemeente Kampen ondervindt hierdoor een aanzienlijke schade, welke do Lokaal Spoor wegmaatschappij haar dient te vergoeden; terwijl dc gemeente tevens verzocht, dat op gemeld traject de dienst wederom worde hervat. Do Lokaal Spoorwegmaatschappij beroept zich o.m. op liet feit, dat dc IT.Y.S.M. haar cxplotatie heeft overgenomen, zoodat deze Maatschappij in het onderhavige geval dient te worden aansprakelijk gesteld, op grond waarvan zij deze in het geding heeft betrok ken om haar te vrijwaren tegen ccn eventu elo veroordeeling. De gemeente Kampen vroeg allereerst ver goeding van de schade, die tot op lieden reeds is geleden, nader bij staat op te ma ken, cn voorts vergoeding van nog tc lijden schade, doordat de maatschappij hare ver plichting nog niet zal nakomen, en welke gesteld wordt op 10ö.— por dag. Dc rechtbank besliste in- het vonnis van heden het navolgde: In de hoofdzaak ten eerste verstaat, dat gedaagde gehouden is om de exploitatie van dc lijn ITattem—Kampen te hervatten of tc doc-n hervatten en op die lijn dagelijks te loen loopon drie treinen in heide richtin gen. te Hatlcm directe aansluiting hebbende van cn naar Apeldoorn. Ten 2c veroordeelde dc Rechtbank gedaagde om hét sub. I ge -ïoemde te praestcorcn cn veroordeelde ge laagde om, ingeval zij in gebreke mocht blijven, om aan de sub. 2 genoemde vcroor- Tc'eling bin hen drie dagen na het in kracht van gewijsde gaan van het ten deze te wij den" vonnis te voldoen, aah cischer een ver goeding der schade, welk dc gemeente Kam pen dientengevolge zal lijden, tc betalen f 10.per dag. ie. Veroordeelde gedaagde, om aan cischer te vergoeden allo kosten, SQhado cn. interessen, door hare bovenom schreven wanpracstaUe (Ifiör de gemeente Kampen reeds geleden cn nog tot den sub. 3 enoemden dag te lijcfcn, nader op tc maken bij staat en te vereffenen volgens de wet; ontzegt liet meergevorderde; veroordeelt ge daagde in de kosten cn begroot die kosten tof heden op 305.40. In de vrijwaring: verleent acte, waarvan acte Werd gevraagd: le. Verstaat, dat gedaagde in vrijwaring gc- ïoud enis, om de exploitatie van do lijn Iattem—Kampen te hervatten of tc doen hervatten, cn om op die lijn dagelijks te. doen loopen drie treinen in heide richtin gen, le Hattem direct aansluiting hebbende van en naar Apeldoorn. 2. Veroordeelt gedaagde in de vrijwaring om het sub. 1 genoemde tc praesteeren; 3. Veroordeelt gedaagde in vrijwaring om j uaneisclierès in vrijwaring tegen kwijting to betalen al datgene, waartoe deze bij onher roepelijke rechtelijke uitspraak ten behoeve van principaal eist hcresop de dagvaar ding van IS Juli 1929 gewezen, is vcroor dceld; Veroordeelt wijders gedaagde in de vrij waring in dc kosten van dc procedure in do vrijwaring, aan zijde van eischcr in vrijwa ring gevallen, en begroot die kosten tot he den op f 209,20. EEN AANHOUDING AAN DE GRENS. Aan het douanekantoor Strasz, nabij Kerkrade gelegen, hebben douanebeambten Vrijdag een Nederlandschcn auto aange houden tegen welks bestuurder een bevel tot gevangenneming was uitgevaardigd. Dc man is naar Aken gebracht, In den auto vonden de beambten in een geheime berg plaats negen revolvers. Onteigening zonder schade: vergoeding Mr. C. de Wilde schrijft ons: In mijn opstel, opgenomen in het tweede avondblad van het Utrcchtscli Dagblad van 26 October 1.1., heb ik erop gewezen, dat het Permanente Hof van Internationale Justi tie reeds enkele malen is geroepen tc be slissen, waar belangen van particulieren waren geschaad Dit wordt niet belet door de bepaling om trent de competitie van dit Hof, welke ge vonden wordt in art. 34 van het Staat, en luidt: „Only States or Members of the League „of Nations can be parties in cases before „the Court." Immers daarin wordt slechts bepaald dat het ITof slechls geschillen behandelt, door Staten tegen Staten bij het Hof aanhangig gemaakt In de door mij genoemde gevallen had de Gricksche regeering op grond van benadee ling der belangen van Mavrommafis in ver band met concessies in Egypte, de proce dure tegen Engeland begonnen, en de Duit- sche regecring wegens schending van be langen van den Duitschcn cessionaris, een proces tegen Polen. Uipt het verslag van dc Directie van de Nederlandsche Bank blijkt nu dat dc Depu ty Governor der Bank of England, nog op 29 Augustus 1931 aan de Directie der Neder landsche Bank telegrafeerde: „With reference to our conversation „on Wednesday last you will no doubt ..have seen the official announcement „to-day of the conclusion bij our Govcrn- „ment of large credits in New York „and Paris. I trust this announcement „will serve to .abolish all doubts as to „the safety of foreign funds in London." En verder dat, nadat tot loslating van don gouden standaard door het Engelsche Gou vernement besloten was. en do Diroctie der Nederlandsche Bank zich tot die dor Bank of England gewend heeft, in verhand met dc door hare Bank geleden schade, de Bank of England zich op het standpunt heeft ge steld, dat het loslaten van den gouden standaard een maatregel is, die uitsluitend voor de verantwoording komt van de En gelsche rcgcering Daar nu voormeld geruststellend telegram dus niet. althans niet tijdig, werd achter haald door een waarschuwing, dat wijziging in den loestand gekomen- was, mag daaruit de gevolgtrekking gemaakt worden dat óf dc Directie der Bank of England zelf ver rast is door het betreffende besluit der Engelsche regecring, óf, op gezag, elke mededeel ing om dc regeering moveerende redenen, heeft moeien vermijden. Is deze lezing juist, dan ligt de verant woordelijkheid voor de loslating van den gouden standaard, op 20 September 1.1., en 1 lo gevolgen van dien, uitsluitend bij de Engelsche regeering, cn kon de Directie der Nederlandsche Bank de haar daardoor ver oorzaakte nadcelen niet voorzien. Dat nadeel heeft daarin bestaan, dat door dien maatregel de gouddekking der ponden- vordering op de Bank of England verviel, cn dientengevolge de waarde dier vordering met bijna 30 pet. daalde. Daarmede werd dus aan de Nederland sche Bank (gelijk trouwens aan elk ponden- crediteur), zonder ecnige vergoeding, een deel van diens vermogen ontnomen. Een onteigening voor bijkans 30 pet. dier vordering, zonder schadevergoeding. Moet de Nederlandsche Bunk zich dat laten welgevallen? Men gevoelt dit als een groote onbillijk heid en reeds gaan er stemmen op die er op aandringen dat toch getracht moet wor den die schade vergoed te krijgen. Er zijn er die mecncn dat arbitrage do weg zou zijn; cveiTwel is de Bank of England niet verplicht zich met een arbitrage hier omtrent in te laten, cn zou ze dat vrijwillig doen, dan zal ze wel hare condities stellen; kans dat daardoor een oplossing zal kun nen worden verkregen, bestaat er mijns in ziens al heel weinig. Doch wel is er alle reden dat de Neder landsche Bank overwege of niet getracht moet worden de zaak bij het Pcrmanento Hof van Internationale Justitie aanhangig te maken. Dat zou dan door den Staat dor Neder landen namens cn ten behoeve der Neder landsche Bank moeten gebeuren. Dat men zich veelal stelt op het stand punt dat zulks slechts dan zou kunnen, zoo de gewone weg om horstel van schade to verkrijgen eerst is bewandeld, en dat het verkregen rechten moet betreffen, mag geen beletsel zijn; de gewone weg, ccn procedure voor den Engelschon rechter, is te voeren, al zal die weinig succes vermoedelijk heb ben. daar deze zich wel zal stellen op het standpunt pond pond, vooral waar het eene belegging in ponden gold. Wat de verkregen rochten aangaat, is het dc vraag of het Permanente Hof van Inter nationale Justitie dien eisch zal stellen; immers dat in beschaafde staten iemand, zonder schadevergoeding, een deel van zijn vermogen mag ontnomen worden, wordt wel reeds vrij algemeen als ook internatio naal geldend axioma aangenomen. Dat ook andere moeilijkheden zouden kunnen ontstaan, als de vraag of niet meer deren gelijksoortige vorderingen zouden kunnen instellen, en of niet in rekening ge bracht moet worden de winst gemaakt door de Nederlandsche ponden-debiteuren, op ge lijk tijdstip beslaande, betreffen meer do praktische uitwerking en gevolgen. De hoofd-vraag is m. i.- zou de Directie der Nederlandsche Bank wel verantwoord zijn niet alles in het werk tc stellen haar verlies vergoed tc krijgen en mogen nalaten ook den boven aangegeven weg in tc slaan, en zou dc Nederlandsche regeering verant woord zijn haar daarin niet behulpzaam te zijn. Mijns inziens is het door dc Nederland sche Bank geleden verlies wel waard do moeite te wagen, de medewerking der re geering te verkrijgen om de vordering bij het Permanente ITof van Internationale Justitie aanhangig tc maken. INBRAKEN TE HAARLEM. II a a r 1 e m, 3 Juli. Zaterdagnacht te kwart over drie hoorde dc heer Holt, dio gen'manufacturenwinkel heeft in den Ane- gang. dat personen spraken in ccn kamer, die naast zijn slaapkamer gelegen was. Toen hij daar aankwam zag hij drie per sonen met een wit masker voor hot gelaat. Zij vroegen hem om geld. Bij het zien van deze mannen begon mevr. II. luid te gillen, waarop dc indringers de vluct namqn. Twee hebben bet perceel door de voordeur ver laten, terwijl do ander aan de achterzijde ontkwam. eD politie werd van het geval in kennis gesteld. De heer II. meende, dat hij in een der daders zijn vroegoren loop jongen, den 20-jarigen O. herkend had. Dezo werd daarop door do politie van huis ge haald. IIij bekende in gezelschap van S. en N. gepoogd te hebben in to breken. Bei de laatstgenoemden zijn nog voortvluchtig. Zondagavond bemerkte de filiaalhouder van het schoenenmagazijn der firma MESA aan den Anegang no. 28, dat tijdens zijn afwezigheid ingebroken was. Op een zijner kamers waren dc kasten leeggehaald cn was een doosje mot geld, inhoudende onge veer twee .duizend gulden verdwenen. Van dc daders ontbrak ieder spoor. Dc politic onderzoekt de zaak. Een oogenblik te ^verliezen schijnt ons niets, maar hoeveel ^jaren gaan er op die wijze verloren. naar het Engelsch van William Locke door J. E. d. B. K. 12 Eens werden ze overvallen door ccn onwe- dcr en in den koestal, waarheen ze gerend waren om beschutting te vinden, zat zij doodsbenauwd tc rillen van angst en bij iedcren slag hield zij de handen voor dc ooren, terwijl hij, Martin, kalm met dc han den in de zakken, in de open deur naar liet flitsen van den bliksem stond tc kijken. Wat was er om bang voor te zijn? 't Was veel gevaarlijker om in Londen of Parijs dc straat over te steken, of om een treinreis te maken. Haar onredelijke angst was een zwakheid, vrouwen eigen, niets dan een kwestie van zenuwen. ITij zou toegevend voor haar zijn; hij ging dus weg van de deur cn legde zijn regenjas over haar heen, cn de nederige manier, waarop ze zijn dien sten aannam, gaf hem veel voldoening Na tuurlijk, toen de zon door kwam, stak ze haar neus weer in den wind en vond weer dadelijk oorzaak voor een spottende plagerij maar Martin peddelde rustig door. Dit was een van die toestanden, waarin hij heer en meester was. Eens om een koppel stieren, die uit een hek van een boerderij kwamen, te ontgaan, was ze in een sloot gevallen en had ze haar enkel verstuikt. Zc kon niet loopen of fiet sen en hij beurde haar op zijn armen. Ik zal je naar de boerderij brengen. Je kunt mc niet dragen, protesteerde zij. Dat zal ik je eens gauw tooncn, zei Martin, cn hij droeg haar weg. En ofschoon zij volstrekt zoo licht niet was cn zijn spieren zich spanden onder haar gewicht, zoo genoot hij toch er van dat zij, verwonderd, zijn kracht waardeer de. Maar halfweg, met witte lippen, begon zij hem tc plagen: Ik denk dat jc er nu heel zeker van bent dat je mijn groote broer bent. Volmaakt zeker, zei Martin. En toen voelde, hij haar greep om zijn hals slapper worden, loodzwaar hing haar lichaam in zijn armen'cn hij zag dat ze flauw was gevallen van pijn. Haar overla tend aan de zorgen van de vriendelijke mcnschcn op de boerderij, ging hij dc ach tergelaten fietsen ophalen en dacht na over het" gebeurde. Allereerst zou hij niet zijn hoofd verloren hebben hij het ontmoeten van een troepje makke stieren cn ten twee de, als hij zijn enkel verzwikt had, zou Co- rinna hem niet zoo kunnen dragen; ten derde zou hij niet zijn flauw gevallen en ten vierde, al klonken haar woorden nog zoo spottend, zc had haar minderheid erkend cn dat alles was zeer aangenaam voor zijn ge voel van eigenwaarde. En ocnigen tijd daar na, toen de hoer haar een plaats gaf in zijn oude wagen, onder een groote huif en die getrokken werd door een groot, zwaar paard met roestig tuig, om liaar tc brengen naar de naaste herberg, vijf Kilometers ver der, ging Martin alles nog eens na en Co- rinna had geen woord in te brengen. Als iemand van de bereden politie reed hij naast haar cn in de herberg gekomen droeg hij haar naar haar kamer cn sprak met veel autoriteit. Toen ze dan Poitiers en Ruffec voorbij waren gekomen, kwamen ze, drie weken nn hun vertrek uit Parijs, in Angoulcme, een bekoorlijke vestingstad, op ccn rots gelegen boven de Charente. En daar dit het voor laatste station van hun reis was, bicven ze er een paar dagen. Ze stonden op het schaduwrijke bolwerk cn staarden over de roode daken der hui zen te midden van groene boomen, en over de wijde vlakte, met het gouden graan op schoven, tintelend in het zonnelicht en zij zuchtten. Ik ben bang voor Brantöme, zei Corin- na. Het is iets, dat zoo afgebakend is. Tot hiertoe zijn we maar gcdachtcnloos verder gegaan ais in een soort van droom. En in Brantöme moeten wc weer gaan denken. Ik twijfel er niet aan of het zal ons goed doen, antwoordde Martin. Dat zie ik niet in, zei Corinnn. Nu krij gen we weer het oude gezeur. Daar ben ik nog niet zoo zeker van, be weerde Martin. In de eerste plaats zijn we niet meer dezelfden als drie weken geleden. Kletspraatjes, zei Corinna. Ik ben tenminste niet dezelfde. Zij lachte. Ja, omdat ie in den laatstcn tijd je airs geeft. Dat ik mc airs geef duidt al op een verandering, antwoordde hij eenvoudig. Maar het gaat dieper, het is moeilijk uit te leggen. Ik voel dat ik aan mij zelf een hou vast heb, wat ik voorheen niet had en dat ik innig geniet van dingen, waarvan ik vroeger niet genoot, 't Eerste half uur van onzen tocht, in den vroegen, dauw igcn mor gen; onze hoogst eenvoudige maaltijden bui ten voor ue kleine café's de lange loome ach termiddagen onder de boomen, wanneer we lagen tc kijken naar het weinige verkeer op dc wegen, de stille avonden, wanneer we zwijgend bij elkaar zaten of een woordje spraken met den houder van de auberge (herberg) én luisteren naar zijn eenvoudige levensfilosofie, dat alles was zoo mooi. En om dan te slapen, verzadigd van lucht en zonneschijn, tusschen schoonc, grove la kens. To slapen als een os, totdat het le ven in huis je bij het ochtendkrieken wak ker maakt. Het was alles zoo heerlijk en er is vroeger nooit zulk een genot in mijn le ven geweest. En na een korte pauze voegde hij cr bij: 't Kwam natuurlijk ook veel door jou. Je tc remercic infiniment, mon frèrc, zei Corinna. Dat wil dus zeggen dat ik niet al te saai en vervelend ben geweest. Je bent een alleraardigste metgezellin geweest, zei hij echt jongensachtig. Ik dacht niet dat een meisje zoo... zoo... met zijn vingers snapte hij naar het goede woord. Met lachende oogen zag ze hem aan en haar lippen krulden zicli een beetje iro nisch. Zoo wat? Zoo gezellig kon wezen, antwoordde hij. Ze lachte weer. Wat bedoel je daar mee. Zoo verstandig, antwoordde Martin. Weet je wel wat het beduidt als een man een meisje verstandig noemt? Dan bedoelt lnj, dat zij niet venvacht, dat hij zijn hart aan haar verliezen zal. En ie hebt je hart niet aan mij verloren, heb jc wel Martin, die over de borstwering leunde, sprong overeind. Dat zou nooit bij me opkomen. j Ze schaterde het uit cn hield hem vast aan zijn jaspanden. O, Martin, riep zc uit, jc bent een ju weel, een zeldzaam juweel. Je bent hecle- maal niet veranderd cn om 's hemelswil, verander toch nooit. Plotseling stak zc haar hand uit, Martin, zei ze, wat voor jou ccn bron van vreugde en genot is geweest, was voor mii een pijnstillend middel. Geen meisje in heel Frankrijk is ongelukkiger dan ik. Ik wou dat jc mc dat wat eerder ver teld liadt, zei Martin, want ik heb mij zelf den gelukkigstcn man gevoeld. HOOFDSTUK IV. Daar slaat het zes uur en die Engel- schen zijn er nog niet. Zoo sprak Gaspard Marie Bigourdin, be heerder van het hotel der Grottes, ccn groo te man, gekleed in een bruin linnen pak, met soepelen strooien hoed, met zeer bree- den rand. Hij was zoo kolossaal, dat hij, in een Weener luierstoel gezeten om van do avondkoelte te genieten, aan alle kanten buiten den stoel uitpuilde. Ze hebben gezegd dat zc voor het di ner zouden komen, mon oncle (oom) zei Fé'ise. Zij was ccn aardig slank meisje met don kere oogen en een fijn gezichtje. Met vaderlijke liefde had Forlinbras haar vergeleken met een alpcnbloem, waamit honig wordt gemaakt. En inderdaad creed zij denken aan geurige, wildo bloemen. Haar bruin haar was hoo.g opgemaakt met een kam, zooals dat van dc boerendochters uit het district, maar zij droeg blouse en stof fen rok, als iemand uit den welvarenden burgerstand. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 5