DRIE WERELDDEELEN SPREKEN...
JAC. VAN GELDER
HIEROP LANGESTRAAT 90
DE WILDEN VAN EUROPA
LEVENS IN EEN CARTOTHEEK
DE DOKTER AAN HET
WOORD
MANICURE EN GEZICHTS-MASSAGE
FLANELLEN PANTALONS
SLIP-OVERS
PLUS FOUR COSTUMES
KLEEDINGMAGAZIJN „DE ADELAAR"
DUPLICATORS
HANDCYCLOSTYLES
Fa. H. ELZENAAR
TELEFOON 288
Dingen, die niet in Baedeker staan
door
ANTON E. ZIEGFIELD.
Er zijn tegenwoordig tal van menschon,
die beweren, dat het maken van wereld
reizen do grootste onzin is, daar do tegen-
woordigo techniek, de „vorderingen der
beschaving" tegenwoordig alles overal ge
lijk hebben gemaakt!
Dezelfde Amerikaanschc katoenen klee-
ren van Noord-Alaska tot in de wateren
van de Zuidzee, dezelfde Chemnitzcr kunst
zijde bij de bazarkooplioden in Port-Said
en bij de marskramers van Bombay. Bo-
heemsche glaswaren in Marokko en in
Parijs, in Cairo en bij do Indianen der Pain
ted Desert-Reservation in Arizona
Zeer zeker, dat is alles volkomen de
waarheid. En men zou er nog aan toe kun
nen voegen, dat een Hispano Suiza op een
asfaltweg van Buenos Aires precies hetzelf
de eruit ziet als een wagen van hetzelfde
merk in Wecnen. Ondergrondscho treinen
en trams worden overal ter wereld volgens
hetzelfde systeem gebouwd, de New-York-
sche^Subway ziet er volkomen eender uit,
als de „Ondergrond" tc Tokio
Desondanks blijven er echter nog duizen
den kleinigheden over, vallen er nog mil-
liocnen dingen tc bewonderen en waar te
nemen, die karakteristiek voor een stad,
een land, een continent zijn
En daarover wil ik het thans hebben
Zelfs bij de reeds genoemde „Onder
grond" zijn er bizonderheden op to noemen:
New-Yorks Subwav heeft bijvoorbeeld ver
scheidene getegclde perrons. De tegels zijn
dan in de kleur van een hoogcschool. die
in de buurt is, uitgevoerd. Zoo is het station
aan de 137ste straat met lavendelkleurige
tegels bekleed, daar het City-College vlak
bij dit slation is gelegen. Het station der
Columbia-universiteit (Broadway-lijn) is
daarentegen blauw-wit getegeld, in de kleu
ren van deze hoogeschoolIn beido ge
vallen hebben dc studenten deze tegels be
kostigd. Maar daar zijn „Pa en Ma" goed
voor
Het station Astor Place is met steenen
geplaveid, waarvan ieder de afbeelding
♦•an een bever vertoont: Ier ecre van den
eersten Astor, die zijn geld als pelshande
laar verdiende
Toegegeven deze merkwaardigheid der
New-Yorker Subway heeft weinig beteeke-
nis voor het land als zoodanig. Maar
Noord-Amerika heeft nog een andere ver
keersmiddelen-sensatie to bieden. In Nome.
Alaska, heeft men namelijk de zeldzaam
ste spoorweg tor wereld. In 1900 werd daar
een smalspoor weg gebouwd, hoog in dë
bergen, waar duizenden goudgravers kam
peerden. De lijn bracht haar kosten niet
op. De locomotieven stonden te roesten en
tegenwoordig worden dc treinen door....
honden getrokken!
Een paar maanden geleden ging ik voor
het eerst met dezen treinen mee. Ik kwam
op een open wagen te zitten, waarop twee
of drio zitplaatsen waren aangebracht en
die door 7 tot 15 honden werd getrokken.
Het zijn gewone sledehonden, met één lei
der, evenals in het Poolgebied, waar de
6lcden door deze Pool honden w orden voort
getrokken en de voorste hond een leidbond
is. De koetsier van den wagen stuurt deze
dieren, die in een gewoon slcdespan loopen.
door luide uitroepen: „Gee!" of „Haw" en
„Mush", als het niet snel genoeg gaat. De
trekhonden schijnen zeer eerzuchtig te
zijn... want zij gaan er met den wagen
van door, dat hooren en zien vergaat en
dc vonken opspatten. Dertig tot veertig ki
lometer per uur gemiddeld wordt door de
zen „trein" afgelegd.
Dieren worden op deze wereld toch nog
al eens voor allerlei eigenaardige werkjes
gebruiktIn Siam b.v. zijn er honder
den apen op afgericht geldstukken te toot-
sen op echtheidOveral op de markten
in dc kleinere banken, in bazars en bij
geldwisselkantoren kan men deze dieren
zien zitten, naast den kassier, die hen nu
cn dan een geldstuk toewerpt, dat zij dan
trachten door te bijten
Siam wordt reeds lang door do verval-
6chers van muntgeld overstroomd. Men
toetst ieder stuk op zijn hardheid... Laat
het apengebit het muntstuk ongedeerd, dan
is het goed... in het tegenovergestelde ge
val is het valsch! Dc geldwisselaars zijn
meestal oud. hebben haast geen tanden
meer of willen de overblijfselen van hun
gebit sparenDaarom dresseeren zij
apen als controleurs
In Japan heeft men, ondanks moderne
techniek, ondanks het gemechaniseerde le
ven, een zeer eigenaardig alarmsein tegen
dieven: een krekel! Overal in dc bamboe
huisjes worden 's avonds kleine driepoot
jes opgesteld, die een héél klein kooitje
dragen, waarin een krekel gevangen zit.
Zonder onderbreking tsjirpen dc dieren.
Wanneer nu midden in den nacbt een
vreemde in het huis zou komen en deze
zou eenig geruisch in huis veroorzaken,
een licht gekraak van den grond, een stoot
je tegen de tafel enz., dan zouden do kre
kcls plotseling zwijgen
De plotselinge stilte echter wekt onmid
dellijk de Japansche familie, dio sedert ja
ren gewend is, bij het gesjirp der huiskre
kels te slapen.
Minder onschuldig is het gebruik, dat
men op het eiland Madagascar van dieren
pleegt te maken. In de nabijheid van de
hoofdstad Tananarivo ligt een heilige vij
ver, die een groot aantal heilige krokodil
len bevat. Ondanks alle straffen, ondanks
alle maatregelen, die de regeering Instelt,
steeds gebeurt het weer, dat deze dieren als
de hoogste rechter worden aangeroepen,
dat men beklaagden, inbrekers, die hun
daad loochenen, door den vijver laat zwem
men. Komen zij ongedeerd aan den over
kant, dan is hun onschuld bewezen, maar
in het tegenovergestelde geval, zoo denkt
men, wordt hun schuld tegelijkertijd door
de rechters bewezen cn hun daad gewro
kende op deze wijze „schuldig" be-
vondene wordt door de krokodillen om-
laaggeslourd en opgevreten
Twee maanden geleden had er weer zulk
een „krokodillengericht" plaats, dat met
den dood van den beklaagde eindigde en
waardoor de vijf aanklagers voor de Fran-
scho rechtbank kwamen, onder aanklacht
van moord...
Lutcmbc, dc heilige krokodil van het
Tanganyika-meer in Afrika, die een eigen
bewaker heeft cn die op het roepen van
zijn naam uit het water komt, heeft vroe
ger eveneens een dergelijke „rechtspraak
zonder beroep" uitgeoefend. Zoolang, tot
dat de Engelschen een bewaker aansteldep
en zijn heiligdom dag cn nacht lieten be
waken
Lutembes bewaker is overigens eon
Akamba. Een neger van den stam, die zoo
buitengewoon bijgeloovig op het gebied van
getallen is... drie geldt als een gclukstal,
daarna komt vijf, een en negen brengen het
grootste ongeluk aan, zes is slecht voor
vrouwen, zeven voor mannen. Dertien ech
ter, daarvoor hebben dc Akambas geen
angst. Zij kunnen evenals de meeste
Oost-Afrikaansche stammen, slechts tot
tien tellen
Reeds dikwijls heeft men in do laatste
jaren Pygmceënstammen op do filmstrook
kunnen bewonderen, men kent hen bijna
beter, dan menigen stam in Zuid-Oostelijk
EuropaDesondanks gruwt men, als
men een bezoek brengt bij do Pygmeeën-
stam van het Itoeri-woud cn de dis
tricts-controleur zal het bevestlgcu - daar
hoort, dat zij in ontbinding verkeerende
rnenscbonlijken gebruiken, om hun pijlen
to vergiftigen! Het wild, dat zij met, deze
vrceselijke pijlen treffen, graast rustig ver
der, want het zijn slechts héél kleine pijl
tjes, die even door de huid dringoneen
half uur lang bemerkt het dier niets... dan
pas begint het lijkenvergif te werken....
Eigenaardig is het te weten, dat dezelfde
Pygmeccnsiam met Klein, de bekende ar
rangeur van leeuwenjachten en filmexpe
dities, een overeenkomst heeft aangegaan,
om zich niet anders te laten fotografecren.
dan door menschen, die Klein heeft gezon
den wier opperhoofd een contract af
sloot. waarbij hij beloofde geen filmopna
men te dulden, behalve wanneer Klein het
toestond.
FILM
Ergens in Hollywood 6taat een grootc
kamer vol kasten. Elke kast is in tien
vakken verdeeld on in elk vak liggen 500
cartotheekbladen. Elk van die bladen ver
tegenwoordigt ?en menschenleven. Zoove-
len zijn er, die bij de film bun geluk be
proeven of na een leven van teleurstel
ling op de film hun laatste hoop hebben
gevestigd. Hun gohecle. levensloop is op
dezo witte, blauwe cn roodc kaarten vast
gelegd.
Ik grijp er willekeurig een kaart uit cn
laat mijn oog over het papier glijden. Janc
Maxfield een nietszeggende naam. Zij is
20 jaar en getrouwd; haar man is werk
loos. Zij is danseres van beroep en sedert
anderhalf jaar zonder engagement geweest.
Ik kijk naar de portretten: een van 1930,
waar zij op het tooneel staat, lachend, in
het traditioneele costuum van een danse
res en een van 1932: een jonge blonde
vrouw met een ernstig? trek om den kleinen
mond. Hot liaar ziet er niet erg verzorgd
uit en in haar oogen is -ion leegte. Zoo
krijgt men uit enkele kleinigheden een
beeld van dit leven. Zij is er een uit velen.
Een andere kaart: Robert. Brinken, vader
van vier kinderen, tooneelspeler bij rei
zende gezelschappen, in Hollywood beland,
karakterspeler. Momenteel krantcnverkoo-
per in de straten van Los Angeles. En een
zielige opmerking: figurant in „Menschen
achter tralies". Dat was een film, waar
honderden figuranten in meespeelden in
dc gevangenisscènes.
Frangoise Dcchattier, 17 jaar oud, Pa
risienne, spreekt Fransch, Engclsch, Duitsch
en Spaansch. Weer een aanteekening: zij
wordt gezocht door het Fransche consulaat.
Misschien is zij van huis weggeloopen.
En dan krijg ik toevallig een kaart in
handen, een kaart als al die andere met
een portret, een naam, een levensbeschrij
ving, maar tochde naam is Clark
Gable. Wij zien, dat hij student in de me
dicijnen is geweest, bij tal van rondrcizcn-
do tooneelgezelschappen heeft gespeeld.
Eenmaal speelde hij als figurant voor de
film onder regie van Lubitsch, maar toen
kwamen weer de reizende tooneelgezclSchap
pen en als een verademing een vast enga
gement in New York. Totdat hij een jaar
geleden definitief bij de film kwam en ach
tereenvolgens de hoofdrollen speeldo mot
Joan Crawford, Norma Shearer en Greta
Garbo (in „Susan Lenox"). En één veelzeg
gend woordjo op dc kaart: „star".
Dc kaart ligt daar alfabetisch garaug-
schikt in dc cartotheek. Ze is even verkreu
keld als de andere; het portret erop is niet
interessanter dan dat van vele andere; het
is een leven temidden van duizendc andere
levens.
WENKEN.
De kaakerstatistiek: een medisch raadsel
door
Dr. H. Wcsterman.
Wanneer wij dc kankerstatistiek van
vroegere jaren nog eens opslaan, blijkt dat
er in 1900 op do 10.000 menschen 6 a 7 aan
kanker stierven. In 1921 was dit aantal ver
dubbeld en op 12 gekomen en nu, in 1931
varieert het in de verschillende landen
van N.W. Europa tuschen 12 en 15. In de
Romaanscho landen worden veel minder
menschen door dezé onverklaarbare ziekte
weggerukt, daar bedraagt het sterftocijfer
voor kanker slechts (1 a 9, terwijl het op
den Balkan cn vooral in Griekenland nog
veel lager is; in laatstgenoemd land be
draagt liet slechts 3. Vele kankeronderzoc-
kers zijn door deze cijfers verrast cn zelfs
in verwarring gebracht. Die verwarring
voegde zich bij dc ontsteltenis over het
feit, dot het aantal sterfgevallen aan kan
ker de laatste tientallen jaren zoo is toe
genomen. Hoe komt dat? En hoe komt het,
dat do sterftecijfers in verschillende dce-
len van Europa zoo uiteenloopen. Ja, de
menschenrassen zijn eenigszins verschil
lend van elkaar, evenals dc klimaten en
levensomstandigheden; kleine variaties in
ie cijfers zouden daardoor kunnen worden
verklaard, maar het is toch niet aan tc ne
men, dat men daardoor twee- of driemaal
zoo vatbaar wordt voor kanker als iemand
uit een ander land. Zoowel de toenemende
sterfte aan kanker als het verschil tusschen
de sterftecijfers van dc verschillende lan
den hebben daar ook tal van interessante
en volstrekt niet onwaarschijnlijke veron
derstellingen uitgelokt, maar er bleef toch
bij elke theorie zooveel over, dat niet klop
te, dat men van een afdoende verklaring
tot dusver niet kon spreken. Iloe kon men
do verschillende resultaten zoodanig met
elkaar combineeren, dat een logische theo
ric ontstaat? liet antwoord op deze vraag
kan misschien een aanwijzing zijn. hoe men
het kwaad, dat de verwarring onder de ge
leerden toeli is, bij den wortel kan aangrij
pen.
Die verwarrende getallen zijn n.l. daar
om zoo verwarrend, omdat zij onjuist zijn,
omdat zij geen trouw beeld van do waar
heid geven Hot is wel aanlokkelijk, om zich
te verdiepen in vergelijkingen en beschou
wingen van cijfers, doch het is tevens zeer
gevaarlijk, omdat die cijfers zoo zelden be
trouwbaar zijn. Naast dc feiten en omstan-
De hik.
Men kan heel gemakkelijk van hik af
komen, indien men een vrij groote papieren
zak maakt cn deze voor het gezicht houdt,
zoodat de uitgeademde lucht niet weg kan
en dus in den zak blijft. Door de uitgeadem
de koolzuur, die in den zak spoedig het
hoogtepunt bereikt, zal de hik spoedig over
gaan.
digheden, wolke in Öie cijfers tot uitdruk
king zijn gebracht, is er nog zooveel meer,
dat in aanmerking moet worden genomen
cn dikwijls de conclusies, die men uit dc cij
fers op zichzelf zou trekken tegenspreekt
of slechts in beporkte mate toepasselijk
doet zijn. Juist omdat er zooveel bijkomsti
ge dingen zijn, die niet in cijfers kunnen
worden uitgedrukt, kan men met behulp
van statistieken precies bewijzen wat men
.vil. Het komt echter niet aan op con der
gelijke schijn van bewijs, maar op het vin
den van den kern der zaak. En wat de kan
kerstatistiek betreft, moeten wij onder
schrijven, wat onlangs een Bcrlijnsch ge-
leerdo eens erover zei: „Men is ontsteld",
verklaarde hij, „dat er zooveel menschen
aan kanker sterven, doch men vergeet, dat
het er in do wereld heel wat beter zou uit
zien, wanneer de menschen uitsluitend aan
kanker stierven. Kanker is n.l. een typische
ouderdomsziekte en het beste wat de hy
giëne zou kunnen bereiken, is, dat niemand
in zijn jeugd behoeft, tc sterven". Kanker is
dus een ziekte van oudere menschen. Nu,
dan kan het wel niet anders, of de kanker-
statistiek is onbetrouwbaar, aangezien bij
menschen van meer dan zestig jaar een
nauwkeurige opgave van de doodsoorzaak
gewoonlijk ontbreekt. Men spreekt in zoo'n
geval van „ouderdomszwakte", wat hoog
stens een symptoom van een ziekte kan
zijn. maar nooit de ziekte zelf cn dus ook
nooit dc werkelijke doodsoorzaak. In de
gevallen, waarin men die ouderdomszwak
te nader heeft onderzocht, bleek dikwijls
kanker de oorzaak ervan te zijn; deze zick-
to schijnt bij oudere menschen veel moer
voor tc komen, dan ooit wordt vermoed. Er
bestaat nu eenmaal een zekero onverschil
ligheid ten opzichte van de doodsoorzaak
bij oudere menschen. Sterft iemand in do
kracht van zijn leven, dan blijkt in 98
der gevallen een nauwkeurige diagnose van
de doodsoorzaak te zijn gesteld door een
medicus ep dikwijls door specialisten; van
de oude menschen sterven er echter 55
zonder dat er een dokter bij is geweest.
Het. begint langzamerhand wel duidelijk
to worden, dat de kanker als doodsoorzaak
van oude en zeer oude menschen tot dus
ver schromelijk onderschat is. Naarmate
de medici echter ook hij oude mcnsclien
een meer zorgvuldig onderzoek instellen
naar dc doodsoorzaak, neemt het aantal
gerapporteerde sterfgevallen aan kanker
toe. Zoo kunnen de sterftecijfers met ont
stellende snelheid stijgen, zonder dat de
werkelijke toestand nog veranderd is. En
zouden de onderlinge verschillen in de
sterftestatistiek der diverse landen hierdoor
niet eveneens voor een groot deel kunnen
worden verklaard?
BERGSTRAAT 39 - TEL. 334
Vanaf 4 Juli a.s. is aan onze zaak
verbonden een gediplomeerde Weensche
specialiste voor
VOOR DE REIS
LANGESTRAAT 40 TELEFOON 224
Drogisterij „de Gaper"
julianaple1n 4 telefoon 635
NAAST APOTHEEK DE HAAN
in voorraad
TAHEIROL
het indische nieuwe geneesmiddel
tegen spataderen en aambeien
Speciaal adres voor AMERSFOORT.
Langestraat 84 Telefoon 528
LETTERKUNDIGE KRONIEK.
Het is geen alledaagsch boekje, dat de
jonge dichter en schrijver A. den Doolaard
dc wereld heeft ingezonden. Gc bemerkt
dat reeds bij den eersten oogopslag aan
het uiterlijkaün de illustraties, aan
den titel cn aanhet portret \an
den schrijver, dat tegenover de titelpa
gina prijkt. Denk niet dat ge hem daar
voor u ziet met zijn glundere jongenskop,
een ferm gezicht, een paar pientere oogen
en een welig-warrelendc bos hoofdhaar.
Neen, ge aanschouwt hem van den an
derkant. En dan nog maar alleen tot de.
knieen. Hij staat l-'ijkbaar gebukt en hij
snijdt met een flin mes een homp brood
doormidden, dat hij tegen zijn linker on
derbeen rusten laat. Maar Liet bukkende
lichaam, met hals cn hoofd, is er niet op
de foto. Er zijn alleen zijn beenen-on-voc-
tcn, zijn armen-cn-handen. Gc. onderscheidt
de twee pijpen van een te-korte lampige
schooiers-broek en een paar knapen-van
spij kcrschoenen, die stevig op oen kiezcl-
achtigen zandweg slaan; ge onderscheidt
óók de onderarmen met de knoestige han
den, waarvan de een snijdt en de ander het
brood vasthoudt cn tegen den onkel drukt.
Ziedaar het jongste portret van Den
Doolaard. En als gc dit boekje gelezen hebt,
dan bogrijpt ge wel wat hij er mee zeggen
wil, en ge ontdekt er zelfs een zcor zuiver
illustratief beginsel in. Want stellig heb:
go u. wanneer ge bijvoorbeeld des Maan
dags genietende waart van de sportpagi
na's uwer lijfcourant, wel eens afgevraagd
waarom gc steeds van voetballers 011 boks
kampioenen de edele gelaatstrekken te aan
schouwen krijgt cn nimmer de staalharde
kuitspicren of de zwellende bicipites, de
welke toch, nietwaar, welsprekender de
monstratiemateriaal zouden bieden bij liet
glorieus relaas hunner Zondagsche over
winningen. Met Den Doolaard is het geval
natuurlijk héél anders; zijne arbeid heeft
tenslotte grootc geestelijke waarde cn do
bron daarvan zou men zeer zeker in de uit
drukking van zijn gelaat kunnen herken
nen. Maar hij is een geestig en bescheiden
man; met het beeld zijner extremiteiten al
leen wil hij zeggen: ziehier do deelen van
mijn lichaam, waarom h£t te doen is in dit
boekje: deze beenen eji voeten, die mij
zwervende langs 's Heeren wegen droegen,
deze armen en handen, waarmede ik in-
tusschen werkende mijn brood verdiende.
En dan is er de titel: De wilden van
E u r o p a". Dat laat ge u als Europeaan
tocb maar zoo klakkeloos niet zeggen, on
danks dc naarstige oorlogstoebereidsclen
in den vreemde, zelfs ondanks dc eigen
vadcrlandsche fabrikatic van massale
moordwerktuigen als marine-kruisers cn
onderzeeërs. Europa is „beschaaftl", en
„wilden" gelieve men te zoeken in Austra
lië of Afrika! He schrijver zelf geeft u
in zijn voorbericht een verklaring, die een
voudiger en onschuldiger is dan ge wel
licht gedacht zou&t hebben. Hij vertelt, dat,
toen hij eens een beschaafd en bereisd En-
gclschman vroeg wat diens definitie van
„een wilde" wast deze zonder aarzelen ant
woordde: „Iedereen die geen boord draagt'
.Den Doolaard voegt er aan toe, dat er in
Europa gelukkig nog veel van dergelijke
wilden leven, die nooit een boord gezien
■hebben, maar daarentegen de meest schil
derachtige costuums dragen. En het i6 van
hén dat hij in zijn boek u verhaalt: van
dansende Derwischen en Slowaaksche boe
renbruiloften, van Andorraansche herders
en Macedonische Zigeuners, van buffels,
comitadji's (nationale opstandelingen in
Macedonië), van stierengevechten, winter-
Iijke sledevaarten en skitochten door de
woeste Karpathen
Het zijn echter allerminst gewone „reis
brieven" die ge te lezen krijgt. Reizen is in
onzen tijd een vrij ordinaire liefhebberij ge
worden, en daar Jan-en-Alleman meeni
dat hij schrijven kan, schrijft Jan-en-Alle
man „reisbrieven"; dc loketkasten en...
prullemanden onzer couranten-redacties
bersten er van. Maar het is met het reizen
als met elke levensuiting die meer dan
gewone waarde wil hebben óók voor ande
ren: niet dat men reist is hoofdzaak, maar
hoe men reist. Den Doolaard heeft pirami
daal gelijk wanneer hij zegt, dat reizen
met een lakkoffer, en een reiscredietbrief
vol nullen met een 1 er voor, geen kunst
is en tenslotte ook oen twijfelachtig genot
schenkt. Want op dergelijke luxe-reizen zie
je alleen maar luxe-menschen die met. luxe-
stemmen over luxe-landschappen spreken.
Maar de kunst van het zwerven ls juist
met weinig of geen geld veel tc beleven, en
zulke zwerftochten zijn alleen op een spor
tieve manier te volbrengen, te voet, per ski,
te paard, op een muilezel, of desnoods,
wanneer de weg erg lang en recht is, In
andermans auto's.
Den Doolaard is inderdaad geen reizi
ger, maar een zwerver, een zwerver dio,
dolende van het ecne land naar het andere,
zijn kostje ophaalt in de meest-verschil
lende, soms zonderlingste beroepen, maar
dio juist daardoor de wereld, vooral do
wereld der menschen, te ontdokken weet
op diepe, beteekenisvollo wijze. Hij bekijkt
het vreemde land niet, maar hij belééft het;
hij geeft geen verslag van wat hij aan
schouwde, maar zijne ervaringen worden
een deel van zijn eigen dieper, innerlijk
wezen cn van daaruit laat hij ze u op in
tense wijze mede ondergaan.
Om zóó te kunnen zwerven als Den Doo
laard het doet, dient men niet allcer jong
en gezond te zijn, maar men moet ook durf
en fantasie bezitten, en bovenal: men moet
met vele „zegeningen" onzer „beschaafde
cultuur" grondig hebben afgerekend. Men
moet vierkant dc maling hebben aan mi
nisters, generaals, professoren en wat dies
meer zij, men moet de hereditaire dwaas
heid van het maatschappelijk levensdoel
glorieus overwonnen hebben, men moet
dc begeerten hebben gefnuikt van een va
der die aldoor wil dat je studecren zult (of
wat men dan „studecren" gelieft te noe
men), die wenscht dat je de erfgenaam zult
worden van zijn trieste hoopje wisselvallige
effecten of zijn opvolger zult zijn in de
nette en soliede koekebakkerszaak, je
moet geen „meneer" willen zijn en geen
examens willen doen, je moet met een
gat in je broek durven loopen en het zalig
vinden in een hooiberg te overnachten,
enfin, je moet een achttien karaats jong
stuk leven zijn met een eigen wil en een
eigen noodlot.
Ik heb wel erg van dit boekje genoten.
Ik heb gesidderd van plezier, getrild van
vreugde toen itc deze fijne, sterke kerel
door Bourgondië zag zwerven, hem in-nood
arbeider zag worden in een steengroeve,
hem op een boerderij paarden, vee en
dorschmachines zag hanteeren alsof het
van-jongs-af zijn dagelijksch werk was ge
weest, en een paar dagen later weer
haalt hij ergens anders feestelijk den wijn
oogst mee naar binnen, of hij slijpt den
sikkel om het geurende lavendelkruid te
snijden. En wat weet hij er aldoor boeiend
en geestig van te vertellen, „smakelijk"
had ik bijna geschreven, maar dit woord
is in dit geval veel te „smakelóós. Zeker,
land en volk vindt go „weerspiegeld", zoo
als het heet en zooals het immers past in
het verhaal van een mededeelzaam reizi
ger dio goed uit zijn oogen heeft gekeken
cn die schrijven kan, maar de spiegel is
zóó kleurig en klaar, en zoo vol flitsende
beweging, dat ge aldoor verrast opkijkt en
geen moment los komt van het immer-wis-
selend beeld. En veel meer nog. Dc schrij
ver is beurtelings (cn dikwijls ook tegelij
kertijd) dichter, dramaturg en epicus,
geheel het vreemde leven is in hem neer
geslagen cn gecondenseerd en het berst
weer naar buiten als een kleurige, waaie
rende vuurpluira. Achter deze, uiterlijk zoo
eenvoudige, soms zelfs schijnbaar luchtige
zwerversvcrhalen brandt een gloed van
zeer veelzijdige, sterke menschelijkheid,
menschelijkheid ook met de volle maat van
haar romantiek, humor en... noodlot. Elk
der menschen, die hij ontmoet, ziet hij zóó
danig, doorpeilt hij zóó diep, en voert hij
(al geschiedt het met enkele woorden) zóo
duidelijk vóór u. dat ge in hen alle onver
woestbare levenselementen herkent en
deze mede-ondergaat, tot zelfs dc ironie
hunner tragiek. Zie bijvoorbeeid zijn kame
raden. mede-arbeiders bij den dri ivenpluk:
De Rus Pjotz, die dof voor zien uitkeek
met gcelblauwe oogen. die door de staar
bedreigd werden. Hij vertelde steeds het
zelfde verhaal: „Ik heb limonade gcmaaKr.
en suikerbieten gerooid, en ook ben ik wis
sel wachter geweest in dc buurt van net
Baikalmeer, maar dat is lang geleden, toen
ik een vrouw had en een kind; ze zijn dood
en ik zal wel blind worden: maar de wijn
is hier goed en overdag is 't warm
dc Duitsch-Roemcen Eberhard, die er
van door ging zoodra hij 200 francs bij el
kaar had, omdat hij door 't lange kijken
naar de hergen plotseling razend heimwee
kreeg; hij bad een fiets en een kaart van
Europa, uit een oude schoolatlas ge
scheurd, en tweo maanden fietsen vond hij
niet erg; de Algerijn Henri, die het van
iedereen won wat zingen on tatoeëringen
betrof; zijn fandango's waren onweerstaan
baar; zijn armen zaten vol visschen en ster->
ren, en op zijn borst stonden drie blauwe
vrouwen: Anna zat op een zonnebloem.
Adèle op een slang cn Madeleine op een
scheepsanker; Ilaaientand, een oud wal-
vischvaarder, die nu wegens rheumatiek
de zon van de Provence zocht en in de
snikheete velden voordeed hoe je bij Groen
land wal visschen torpedeerde
Ieder dezer levens is een drama in zich
zelf, „met hunne avontuVcn ware een
boek te vullen", zegt Den Doolaard, en ge
weet hoe bij zelf dat gedtfan heeft in zijn
kostelijkcn roman „De Druivenplukkers".
Hiermede geef ik u slechts één inkijkje
in dc rijke en heerlijke inhoud van dit
boek. Er is nog twintigmaal meer waar
over ik zwijgen moet. Maar lees het zelf,
wat ik u bidden mag, lees van de laven
delplukkers, van het stierengevecht, van
de limonade-verkoopers in Skoplje, van
het Macedonische Bruidje, van den sneeuw
storm in de Karpathen. lees èlles.
HERMAN POORT.