J. A.SCHOTERMAN Zn. ST. EMILI 1928 ItlüTCl GEWELDIGE UITVERKOOP De hagel en zijn oorzaken Grootte en structuur UIT DE STAATSCOURANT WIJNHANDEL CREMATIE LU1T.-GENERAAL H. J. KR0N0UER WAT BETEEKENT Nog enkele dagen duurt onze A. H. v. NIEUWKERK N.V. COMPLETE MEUBILEERING HUMORHOEKJE Een grillig spel van ondoon zichlig ijs Geen op zich zelf staand verschijnsel Onze weerkundige medewerker schrijft ons: De hagel is een meteorologisch verschijn sel, waarvan de verklaring heel wat moeite heeft gekost. Het is toch in de eerste plaats een wonderlijk verschijnsel dat groote stuk ken ijs uit de lucht vallen, waarbij men zich moet afvragen hoe het mogelijk is, dat zulke brokken ijs gevormd worden op een oogenblik, dat de hitte haast niet te ver dragen is. Dc grootste hagelstecnen vallen namelijk in het warmste jaargetijde. Wanneer men een verklaring voor het ontstaan van den hagel vinden wil moet men de volgende feiten met. elkander in overeenstemming zien tc brengende groot ste hagelkorrels vallen in den zomer, de kleinste in den winter, de grootste hagel- steenen vallen altijd tijdens een onweers bui, zij vallen echter niet over het geheele gebied, waar het onweer woedt doch slechts in lange, smalle streken, die evenwijdig met de trekrichting van het onweer verloopen, het onweer draagt een bijzonder karakter, de hagelsteenen hebben zeer bijzondere vor men. Dit zijn de hoofdzaken, waarop wij onze aandacht moeten gevestigd houden. In de eerste plaats moeten wij de groot te en de structuur der hagelkorrels cn -stee- nen bekijken. Er komen verschillende soor ten hagel voor. In den winter en het voor jaar valt dikwijls de zachte, witte hagel, die waarschijnlijk moet worden beschouwd als te zijn gevormd uit opeengepakte ijskristal letjes. Deze soort hagel is zeer zeker van een anderen aard dan de ijshagel. die voor- bomt in verschillende grootte, van af kleine korreltjes tot stukken met een gewicht van dicht bij het kilogram. De meteorologen zijn het er niet over eens hoe groot dc grootste hagelsteenen zijn, die men gevonden heeft. Dat men in Engelsch-Indië stukken hagel ter grootte van een olifant heeft gevonden kan wel waar zijn maar dan moeten deze worden bcschóuwd als zijn gevormd door samensmelten van een groot aantal hagel steenen op den grond cn moet men voorts in aanmerking nemen, dat men een daar zoo veelvudig voorkomend dier als de oli fant misschien gauw als maatstaf gebruikt. Intusschen mootcn wij oppassen, dat wij de vele andere berichten over groote hagelstee nen, al worden deze daarin veel kleiner dan „zoo groot als een olifant" opgegeven, niet te gauw in iwjjfol te trekken. Twintig ja ren geleden werd in de meteorologie een hagelsteen met een gewicht van 1 K.G. als de grootste beschouwd, maar sedert dien tijd heeft men als vaststaand moeten aan nemen, dat stukken ijs met een grootste af meting van 20 c.M. en een gewicht van 5-6 K.G. wel uit de lucht zijn komen valhn. Maar zelfs als men die gevallen als een hooge uitzondering beschouwt is het toch nog merkwaardig, dat hagelsteenen niet een gewicht van 800 gram en zoo groot als ci troenen veelvuldig zijn waargenomen, zelfs in ons land. Dit moet verklaard worden. De bestudecring van dc structuur der ha gelsteenen brengt ons echter al veel dichter bij een verklaring. Wij merken n.l. op, dat in de meeste gevallen de hagelsteenen be staan uit afwisselende lagen van helder, doorzichtig en wit, ondoorzichtig ijs. Blijk baar is zoo'n hagelsteen groolcr geworden onder tweeërlei, met elkaar afwisselende omstandigheden. Men verklaart dit nu als volgt: Er wordt eerst een kernsteentje of kernkorrel gevormd, die door sterke, op stijgende luchtstroomen naar boven wordt gestuwd of geslingerd. Deze kernsteen komt daarbij op een hoogte waar de temperatuur ver onder nul is. Hier slaan waarschijnlijk rondzwevende ijskristallen cn sneeuwvlok jes erop neer. Daarna geraken de op die manier grooter geworden lichamen buiten den opstijgenden luclvtstroom en vallen dan weer naar beneden, misschien zelfs lang zaam, wanneer zij in een minder sterk op stijgenden luchtstroom geraken. De sterk afgekoelde lichamen komen in lagere, war mere luchtlagen, waar nu weer water, in- plaats van ijs neerslaat. Dit trekt gedeel telijk in de poreuze omhulling en maakt er vast maar wit en ondoorzichtig ijs van, waarna de hagelsteen verder mot een hel dere doorzichtige ijslaag wordt bedekt, door VAK KEN» MARKT UIM dat er nog meer water op neerslaat en be vriest. Dit spel schijnt zich nog een of meer keeren te kunnen herhalen, want men kent hagelstecnen, die een aantal van die af wisselende lagen laten zien. Men kan dit ook heel goed aannemen, omdat in een on weersbui, waaruit hagel valt, meerdere sterk opstijgende luchtstroomen kunnen voorkomen. Hoe meer keeren het spel her haald wordt eh hoe sneller het aanslag ge vormd wordt, hoe grooter de hagelsteenen zullen worden en met behulp van die ver klaring kan men zich best voorstellen, dat stukken ijs ter grootte van een citroen uit de lucht vallen. Deze theorie wordt door verschillende fei ten ondersteund. Vooreerst is het zeker, dat in hagelgeven de onweersbuien zulke sterke lucht-opstij gingen plaats vinden, dat zelfs de grootst bekende hagelsteenen daardoor in de hoog te geslingerd kunnen worden. Het voor komen van zeer sterke opstijgende lucht stroomen in onweerswolken blijkt uit haar bloemkoolvorm cn do snelle bewegingen, die men daarin zelfs op vele kilometers afstand duidelijk onderscheiden kan. Ook uit het geen ballonvaardcrs enkele malen onder vonden hebben, toen zij in een onweersbui geraakten en hun ballon met groote snel heid werd opgetrokken. Verder uit recht- streeksche waarnemingen van lucht-opstij- ging in zeer zwakke buitjes, waarbij reeds vrij groote snelheden gevonden werden. Het is daarom zeer waarschijnlijk, dat in do zware, bagelgevende onweersbuien de lucht met orkaankracht naar boven stijgt. Schat tingen van 40 meter per seconde zijn stellig niet overdreven Het is verder in het geheel geen bezwaar voor de verklaring van den hagel de zeer lage temperaturen in de bovenlucht aan te nemen, die voor de vorming noodig zijn. Men heeft n.l. niet alleen te doen met het feit, dat zelfs bij heet zomerweer boven twee duizend meter hoogte de invloed van de dagelijksche verwarming geen rol van be- teekenis speelt, zoodat reeds op 4 K.M. hoogte de temperatuur ecnige graden lager dan het vriespunt is, maar ook is het zeer waarschijnlijk, dat de hagelsteenen tot veel grootero hoogten kunnen worden opgeslin- gerd. dus in nog veel koudere luchtlagen komen. Bij het op den grond komen hebben zij vaak een temperatuur van 5—10 graden onder nul Wij kunnen dus aannemen, dat de bekend geworden feiten een voldoenden steun zijn voor de verklaring van den grooten hagel. Waar nu een der voornaamste voorwaar den voor de hagclvorming het voorkomen van zeer krachtige opstijgende luchtstroo men is, zal het duidelijk zijn, dat de hagel gebonden is aan een bepaald soort van on weders. Weliswaar kan de kleine hagel val len uit buien zonder elcclrische verschijnse len, maar het gaat ook niet om de electri- sche verschijnselen alleen, hoewel deze mis schien een rol spelen bij het aangroeien van de hagelstecnen. doch veel meer om het stelsel der luchtbewegingen in de buien cn dit is voor de kleine winterbuien het zelfde als voor de groote hagelonweders. Bij alle onweersbuien, die ook hagelslag brengen, gaat het om het verbreken van het natuurlijk evenwicht tusschen de on derste en de hoogere luchtlagen, dat ge- handhaaft blijft, zoolang de temperatuur van beneden naar boven niet meer dan on geveer een hal ven graad per 100 meter af neemt maar dat labiel wordt zoodra door ovorverwarming van de onderste luchtlagen (op hecte zomerdagen b.v.) of door sterke afkoeling der hooge lagen het temperatuur- verval een zeker bedrag per 100 meter gaat overschrijden. Daarom gaat aan een hagcl- onweer altijd heet weer vooraf. Een andere voorwaarde, die vervuld moet worden, is, dat de lucht veel waterdamp be vat want niet alleen, dat deze noodig is voor de vorming van regen en hagel, maar hij moet de energie leveren voor het in bewe ging brengen en onderhouden van de gewel dige luchtstroomen in de bui. Het is de fout van alle regen- en hagelmakers en bestrij ders. dat zij een natuurproces, waarin mil- liarden arbeidseenheden verbruikt worden, willen beinvloeden met evenzoo vele tien tallen arbeidseenheden. Het rekensomme tje, dat elke meteoroloog voor het verbruik van arbeidsvermogen in een onweersbui kan maken, zou stellig overtuigend genoeg zijn om alle kunstmatige weermakerij naar het rijk der onmogelijkheden te verwijzen. Bij een kleine onweersbui, die met een front breedte van 10 K.M. over een afstand van 25 K.M. 30 m.M. regen brengt komen bij de condensatie reeds ongeveer 12 milliard paardekrachten vrij, om eens een eenvoudig voorbeeld te noemen. Zoodra tengevolge van het verbroken even wicht tusschen onderste en hoogere lucht lagen lucht in opstijging geraakt, zal in do opstijgende lucht een deel van den water damp condenseeren cn de daarbij vrij komende zgn. verdampingswarmte vormt dan energie, die gebruikt wordt om het ge heele stelsel van luchtbewegingen, waaruit het onweer wordt opgebouwd, in het leven te roepen en eenigen tijd te houden. Daar om komt het in den zomer en in warme luchtstreken, waar de lucht veel waterdamp bevat, spoedig tot zware onweders en daar om zal de hevigheid van een bui altijd recht evenredig zij met de hoeveelheid re gen, die geleverd wordt. Omgekeerd is het natuurlijk uitgesloten, dat een of ander rcsulteerend verschijnsel in de bui buiten evenredigheid zou staan tot de oorzaken en in dit verband kan men dus nooit ver wachten, dat kleine kunstmatige pogingen om de bui te beinvloeden zouden beloond worden met groote gevolgen, zooals alle weermakers ons willen doen gclooven. Bij de weerprocessen geldt onvoorwaardelijk de wet: niets om niet. Het soort onweders, die zwaren hagel le veren, komt voornamelijk voor in het Zuid oostelijk kwadraat van een vlakke depres sie, waarin een abnormale hooge tempera tuur heerscht. Ook deze omstandigheid is een onmisbare voor het ontstaan van den hagel en het licht dus wel voor de hand, dat het niet tot hagelbrengende onweders komt, wanneer niet zulk een depressie aan wezig is. De mogelijkheid van het ontstaan van zulk een depressie eischt weer andere omstandigheden in en buiten haar gebied, die wij evenmin kunstmatig in het leven kunnen roepen. Zoo zouden wij nog verder kunnen gaan om aan te toonen, dat de hagelslag een ver schijnsel is, dat past in een geheel com plex van andere verschijnselen en meteoro logische omstandigheden maar het boven staande mogo voldoende zijn om te doen zien, dat de hagelslag nooit is een geheel op zichzelf staand verschijnsel in den damp kring, dat als het ware met cén handgreep opgewekt of verhinderd kan worden. (Nadruk verboden). Benoemd met 1 Augustus tot burgomees- ter van Oostvoorne S. da Silva met toeken ning van gelijktijdig eervol ontelag als bur gemeester van Zwartewaal; benoemd tot burgemeester van Belfeld R. H. J. Harbers; op verzoek eervol'ontslagen met dank A. L. Rcimeringer als lid van het hoofdbureau voor de verkiezing van leden der Twoede Kamer in kieskring VII en is als zoodanig benoemd ir. G. L. Driessen, oud-directeur van gemeentewerken to Leiden; benoemd tot eerste luitenant bij hun tegenwoordig korpö de twéede luitenant A. P. M. van Rooij, van het 2e regiment infan terie; F. Soer, van het 2e regiment onbere den artillerie; D. W. van den Bosch, van het regiment kustartillerie, en W. de Bruyne, van het 7e regiment veldartillerie; benoemd tot officier van gezondheid twee- do klasse de arts L. C. Breebaarl, onder ge lijktijdig eervol ontslag als reserve-aerstc luitenant der infanterie. Belastingdienst. Bij beschikking van den minister van Fi nancien zijn verplaatst de ontvangers der directe belastingen, enz.: J. M. Muller van het kantoor Soxbierum naar het kantnor Uitgeest; G. Hovcnkamp van het kantoor Wommels naar het kantoor Akkrum; F. Padmos van het kantoor Domburg naar het kantoor Oude water: J. Dekker van het kan toor Waardenburg naar het kantoor Vrees wijk; M. H. de Roo van het kantoor Oude- Tonge naar het kantoor Wamel; K. Esbuis van het kantoor St. Maartensdijk naar net kantoor Asten; J. Jedema van hel kantoor Alkemade naar het kantoor Edam; M. Mon ster van het kantoor Balk naar het kan toor Goor: H. A. Kramer van het kantoor Blokzijl naar het kantoor Hardenberg; P. Oldenkamp van het kantoor Kollum naar het kantoor Ter Apcl; C. P. Vink van het kantoor Hedcl naar het kantoor Kouduni; J. Bulthuis van het kantoor Workum naar het kantoor Oosterwolde en S. Boonstra van het kantoor Hontenisse naar het kantoor It- ter voort. Zeedienst. Bij beschikking vaji den minister van De fensie is de luitenant ter zee der 2e klasse J. P. H. Perks den 30 Juli geplaatst aan boord Hm. Gelderland. Landmacht. Bij Kon besluit is op verzoek eervol uit den militairen dienst ontslagen de rcservc- dirigeerend officier van gezondheid der 2e klasse W. P. Wolffcnsperger; is benoemd tot reserve-paardenarts der 2e klasse de veearts A. J. Peeters; is op zijn verzoek eervol uit den militairen dienst ontslagen de reserve-paardenarts der 2e klasse W. Beernink; is benoemd tot reserve-eerste luitenant voor speciale diensten bij het dienstvak der intendance de reserve-eerste luitenant J. W. van der Heide, van het 8e reg. infanterie, zulks onder gelijktijdig eervol ontslag uit zijn tegenwoordige betrekking; is benoemd tot reserve-tweede luitenant voor speciale diensten, bestemd voor don dienst bij de Artillerie-Inrichtingen, ir. W. H. J. M. Vierling; zijn op hun verzoek eervol uit den mili tairen dienst ontslagen de reserve-kapitein H. P. Hocstra, van het 3e reg. veldartillerie de reserve-eerste luitenants mr. A. Koning, van het reg. jagers en D. H. Wallis de Vries van het 5e reg. veldartillerie en de reserve- eerste luitenant voor speciale diensten J. P. M. Staal, van het vrijwillig landstorm korps luchtwachtdienst; is op zijn verzoek eervol ontslagen de re serve-eerste luitenant-kolonel C. J. V. Jans sen van den staf van hot wapen der in fanterie en opnieuw benoomd tot res.- luitenant-kolonel bij dien staf; zijn benoemd tot reserve-officier van ge zondheid dér 2e klasse de artsen N. de Voogd, J. H. Beckers en J. J. F. Brugman laatstgenoemde dienstplichtig van vaan drig van de 5e compagnie hospitaalsolda ten. FILMRONDREIS „NEDERLANDSCH FABRIKAAT". Deze week werden de films achtereenvol gens met zeer vcef succes vertoond in IJmuiden, Beverwijk. Bloemendaal, Heem stede, Katwijk en Delft. In IJmuiden waren vele honderden, aan gelokt door de muziek, naar het 6tille Wil lemsplein getrokken om getuige te zijn van de filmvertooning. Uit het feit, dat men tot het einde toe bleef kon weer worden opge maakt, dat de films boeien en men er gaar ne naar kijkt. Te Beverwijk en Bloemendaal vielen de films ook in den smaak. Jammer was het, dat te Beverwijk de regen storend werkte. Heemstede werd Donderdag bezocht en de voorstelling in Katwijk werd door wel twee duizend personen bezocht, welk aantal ech ter nog niet haalt bij de drieduizend toe schouwers, welke de filmoperateur in Delft op het Marktplein gedurende meer dan een uur wist te boeien. Over het geheel genomen, wéér een go- slaagde week. De volgende zes voorstellin gen worden gegeven in Breda, Oosterhout, Princenhage, Steenbergen, Oudenbosch en 's-Hertogenbosch. GEVESTIGD 1878 UTR.STRAAT 17 TEL 145 per flesch f 1.45, per, anker f58.50 Grooie belangstelling op Westerveld Onder zeer veel belangstelling heeft in het crematorium te Westerveld de crema tie plaats gehad van liet stoffelijk over schot van dc luit.-gen. tit. van het Oost-In disch leger II. J. Kronoucr. De kist was versierd met do ordeteekenen van den overledene. Aanwezig waren o.a. gener. C. J. Snijders, voorz. en F. H. G. J. van Leeuwen, oud-ass. res., sccr. van de vereen. „Moed, Beleid cn Trouw", de oud-luit.-gcneraals Gerth van Wijk en van Rietschoten, beiden oud-leger commandant in Ned.-Indie, de oud-luit.-ge- neraal R. Dufour, de oud.-gen.-maj. R G. Doorman, van het Indisch leger, oud-luit gen. Ind. leger Blits, de oud-kol. hoofd in tendant Ind. leger, A. F L. Faubel, de oud gen.-majoor Ind. leger Mac Gillavry. oud- kol. Ind. leger H. van Tongeren, grootmees ter der orde van Vrijmetselaren in Neder land, mr. André dc la Porto, oud-lioogl. aan de rechtshoogeschool, oud-pres. van het hooggerechtshof cn nog tal van andere militaire cn burgerlijke autoriteiten. Gesproken is allereerst door oud-kol. hoofd-intend. A. F. L. Faubel, namens de Loge van het Groot Oosten der Nederlan den, namens de prov. Ned.-Indic en namens het kapittel van Hooge Raden der Orde van Vrij Metselaren Spreker zcide. dat er een groote droefheid was over het plotse ling verscheiden van generaal Kronoucr, die een zeer geacht lid van de Orde is ge weest. Wat hij als officier :s geweest, be wijst zijn schitterende staat van dienst. Ook in de Orde van Vrij Metselaren heet* hij den hoogsten rang bereikt. Ilij was gedepu teerd Groot Meester in Ned.-Indio, afge vaardigde van hot hoofdbestuur aldaar. Het bestuur der prov. Ned.-Indiê had spre ker verzocht hier zijn diepgevoeldcn dank te betuigen voor alles, wat generaal Kro noucr voor de Orde in Ned.-Indic is ge weest Spr. herdacht, den overledene, een ridderlijk man met een groot medegevoel voor misdeeldcn. Hij was ridder in cie Militaire Willemsorde en ridder van het Koningskruis der Vrij Metselaren. Spreker bracht den overledene een laatsten groet als vriend cn Vrij Metselaar en legde bloemen op de kist. Daarna sprak generaal de Ridder een woord van afscheid voor zichzelf cn voor den vriendenkring der promotic-genootcn. Spreker noemde het een tragisch toeval, dat juist op dozen dag, nu de vrienden ge denken, dat zij 50 jaar geleden tot officier promoveerden, men generaal Kronoucr do laatste eer moet bewijzen. Ten slotte heeft gesproken de heer V. L. Slors namens commissarissen en directie tier Ind. Pensioenfondsen cn 't Weduwen- en weezenfonds voor officieren Ned.-Ind. le ger, van welke beide de overledene presi dent-commissaris was. Nadat de kist was gedaald onder de tonen van het Wilhelmus heeft de zoon in een kort woord het leven van huoge idealen, trouw aan de leuze van het opschrift op twee zijner ridderorden n.l. „Ik zal hand haven" en „moed, beleid cn trouw". Spr. dankte daarna voor de groote belangstel ling. EEN EXAMENOPGAVE. Hersengymnastiek, Op het toelatingsexamen van een H.B.S. tc Amsterdam werd aan cie 12- en 13-jarige jongens en meisjes in deze warme zomerda gen de volgende puzzle voorgelegd: Op een station A. staat een automaat, waar men kaartjes kan nemen voor het sta tion B. Als men 3 guldens in de automaat doet, geeft deze behalve het kaartje éen kwartje, één dubbeltje en één stuivertje te rug. Naast de automaat staat de concierge. Hij helpt, als de menschcn vorlegen zitten. Gisteren kon van elke drie menschcn er één niet met dc knop terecht. In dat geval hielp de concierge en kreeg hij van zoo een passagier voor zijn moeite het dubbeltje, of het stuivertje, dat de automaat teruggaf. Hij ontving gisteren 2 maal zooveel dubbel tjes als stuivertjes. Gistermorgen had dc concierge de auto maat gevuld met een gelijk aantal kwar tjes. dubbeltjes en stuivertjes. Zij hadden samen een waarde van 60.—. Gisteravond, toen de concierge de auto maat leegmaakte, bleek er (met de guldens mee) f 257.40 meer in tc zitten dan des morgens. 1. Hoeveel kost een kaartje van A naar B.? 2. Hoeveel kaartjes waren er verkocht? 3 Hoeveel geldstukken zaten er 's morgens in de automaat? 4. Hoeveel zaten er 's avonds in? 5. Hoeveel maal had de con cierge een fooi gekregen? 6. Hoe groot was het bedrag, dat hij aan fooien had ontvan gen? De minister licht den heer Beumer nader in Op de vraag van den heer Beumer be treffende het antwoord op de d.d. 12 Mei j.l. schriftelijk gestelde vraag in zake de instelling bij ministerieel besluit van 25 April 1932 van een zoogenaamde commis sie van overleg voor de wegen: Is de minister bereid aan te geven, wat bij benadering moet worden verstaan, in bet door hom onder dagteekeningen van 11 Juni 1932 ingezonden antwoord op de de zerzijds op 12 Mei 1932 gestelde vraag, on der le. eerlang. 2e. betrekkelijk korten tijd; 3e. verloop van tijd; 4e. meer duurzaam karakter; luidt het antwoord van den heer Rey- iner, minister van waterstaat: Zooals kan blijken uit het antwoord, in gezonden bij brief van 11 Juni 1932, is het de bedoeling, clat do commissie van over leg voor de wegen zal worden ont bonden zoodra voorbereiding van de thans aanhangige werken tot aanleg en verbete ring van rijkswegen zoo ver is gevorderd, clat haar diensten kunnen worden gemist. De ondergctcekendc vertrouwt, dat zulks zich na verloop van de nieuwe vijfjarige periode wel zal afleekcnen. Mocht alsdan blijken, dat de commissie rok na clcn afloop van deze taak nog nut tig werk kan verrichten, dat een definitief karakter draagt, clan zal het oogenblik zijn gekomen om haar als vast college in den zin van artikel 7S van cle grondwet in te stellen. H. BEEKSTRAAT 6. TEL. 543 AMERSFOORT. BEZOEKT ONZE 18 MODELKAMERS. lTl!\ „De schoonmaakster vraagt een uur overwerk." „Wat, heeft ze dan een uur langer over haar werk gedaan „Nee mevrouw, over haar eten." (Passing Show).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 6