J. A.SCHOTERMAN Zn.
ST. EMILI
1928
ItlüTCl
GEWELDIGE UITVERKOOP
De hagel en zijn oorzaken
Grootte en structuur
UIT DE STAATSCOURANT
WIJNHANDEL
CREMATIE LU1T.-GENERAAL
H. J. KR0N0UER
WAT BETEEKENT
Nog enkele dagen duurt onze
A. H. v. NIEUWKERK N.V. COMPLETE MEUBILEERING
HUMORHOEKJE
Een grillig spel van ondoon
zichlig ijs
Geen op zich zelf staand
verschijnsel
Onze weerkundige medewerker schrijft
ons:
De hagel is een meteorologisch verschijn
sel, waarvan de verklaring heel wat moeite
heeft gekost. Het is toch in de eerste plaats
een wonderlijk verschijnsel dat groote stuk
ken ijs uit de lucht vallen, waarbij men
zich moet afvragen hoe het mogelijk is, dat
zulke brokken ijs gevormd worden op een
oogenblik, dat de hitte haast niet te ver
dragen is. Dc grootste hagelstecnen vallen
namelijk in het warmste jaargetijde.
Wanneer men een verklaring voor het
ontstaan van den hagel vinden wil moet
men de volgende feiten met. elkander in
overeenstemming zien tc brengende groot
ste hagelkorrels vallen in den zomer, de
kleinste in den winter, de grootste hagel-
steenen vallen altijd tijdens een onweers
bui, zij vallen echter niet over het geheele
gebied, waar het onweer woedt doch slechts
in lange, smalle streken, die evenwijdig met
de trekrichting van het onweer verloopen,
het onweer draagt een bijzonder karakter,
de hagelsteenen hebben zeer bijzondere vor
men. Dit zijn de hoofdzaken, waarop wij
onze aandacht moeten gevestigd houden.
In de eerste plaats moeten wij de groot
te en de structuur der hagelkorrels cn -stee-
nen bekijken. Er komen verschillende soor
ten hagel voor. In den winter en het voor
jaar valt dikwijls de zachte, witte hagel, die
waarschijnlijk moet worden beschouwd als
te zijn gevormd uit opeengepakte ijskristal
letjes. Deze soort hagel is zeer zeker van
een anderen aard dan de ijshagel. die voor-
bomt in verschillende grootte, van af kleine
korreltjes tot stukken met een gewicht van
dicht bij het kilogram. De meteorologen zijn
het er niet over eens hoe groot dc grootste
hagelsteenen zijn, die men gevonden heeft.
Dat men in Engelsch-Indië stukken hagel
ter grootte van een olifant heeft gevonden
kan wel waar zijn maar dan moeten deze
worden bcschóuwd als zijn gevormd door
samensmelten van een groot aantal hagel
steenen op den grond cn moet men voorts
in aanmerking nemen, dat men een daar
zoo veelvudig voorkomend dier als de oli
fant misschien gauw als maatstaf gebruikt.
Intusschen mootcn wij oppassen, dat wij de
vele andere berichten over groote hagelstee
nen, al worden deze daarin veel kleiner dan
„zoo groot als een olifant" opgegeven, niet
te gauw in iwjjfol te trekken. Twintig ja
ren geleden werd in de meteorologie een
hagelsteen met een gewicht van 1 K.G. als
de grootste beschouwd, maar sedert dien
tijd heeft men als vaststaand moeten aan
nemen, dat stukken ijs met een grootste af
meting van 20 c.M. en een gewicht van 5-6
K.G. wel uit de lucht zijn komen valhn.
Maar zelfs als men die gevallen als een
hooge uitzondering beschouwt is het toch
nog merkwaardig, dat hagelsteenen niet een
gewicht van 800 gram en zoo groot als ci
troenen veelvuldig zijn waargenomen, zelfs
in ons land. Dit moet verklaard worden.
De bestudecring van dc structuur der ha
gelsteenen brengt ons echter al veel dichter
bij een verklaring. Wij merken n.l. op, dat
in de meeste gevallen de hagelsteenen be
staan uit afwisselende lagen van helder,
doorzichtig en wit, ondoorzichtig ijs. Blijk
baar is zoo'n hagelsteen groolcr geworden
onder tweeërlei, met elkaar afwisselende
omstandigheden. Men verklaart dit nu als
volgt: Er wordt eerst een kernsteentje of
kernkorrel gevormd, die door sterke, op
stijgende luchtstroomen naar boven wordt
gestuwd of geslingerd. Deze kernsteen komt
daarbij op een hoogte waar de temperatuur
ver onder nul is. Hier slaan waarschijnlijk
rondzwevende ijskristallen cn sneeuwvlok
jes erop neer. Daarna geraken de op die
manier grooter geworden lichamen buiten
den opstijgenden luclvtstroom en vallen dan
weer naar beneden, misschien zelfs lang
zaam, wanneer zij in een minder sterk op
stijgenden luchtstroom geraken. De sterk
afgekoelde lichamen komen in lagere, war
mere luchtlagen, waar nu weer water, in-
plaats van ijs neerslaat. Dit trekt gedeel
telijk in de poreuze omhulling en maakt
er vast maar wit en ondoorzichtig ijs van,
waarna de hagelsteen verder mot een hel
dere doorzichtige ijslaag wordt bedekt, door
VAK KEN» MARKT
UIM
dat er nog meer water op neerslaat en be
vriest. Dit spel schijnt zich nog een of meer
keeren te kunnen herhalen, want men kent
hagelstecnen, die een aantal van die af
wisselende lagen laten zien. Men kan dit
ook heel goed aannemen, omdat in een on
weersbui, waaruit hagel valt, meerdere
sterk opstijgende luchtstroomen kunnen
voorkomen. Hoe meer keeren het spel her
haald wordt eh hoe sneller het aanslag ge
vormd wordt, hoe grooter de hagelsteenen
zullen worden en met behulp van die ver
klaring kan men zich best voorstellen, dat
stukken ijs ter grootte van een citroen uit
de lucht vallen.
Deze theorie wordt door verschillende fei
ten ondersteund.
Vooreerst is het zeker, dat in hagelgeven
de onweersbuien zulke sterke lucht-opstij
gingen plaats vinden, dat zelfs de grootst
bekende hagelsteenen daardoor in de hoog
te geslingerd kunnen worden. Het voor
komen van zeer sterke opstijgende lucht
stroomen in onweerswolken blijkt uit haar
bloemkoolvorm cn do snelle bewegingen, die
men daarin zelfs op vele kilometers afstand
duidelijk onderscheiden kan. Ook uit het
geen ballonvaardcrs enkele malen onder
vonden hebben, toen zij in een onweersbui
geraakten en hun ballon met groote snel
heid werd opgetrokken. Verder uit recht-
streeksche waarnemingen van lucht-opstij-
ging in zeer zwakke buitjes, waarbij reeds
vrij groote snelheden gevonden werden. Het
is daarom zeer waarschijnlijk, dat in do
zware, bagelgevende onweersbuien de lucht
met orkaankracht naar boven stijgt. Schat
tingen van 40 meter per seconde zijn stellig
niet overdreven
Het is verder in het geheel geen bezwaar
voor de verklaring van den hagel de zeer
lage temperaturen in de bovenlucht aan te
nemen, die voor de vorming noodig zijn.
Men heeft n.l. niet alleen te doen met het
feit, dat zelfs bij heet zomerweer boven twee
duizend meter hoogte de invloed van de
dagelijksche verwarming geen rol van be-
teekenis speelt, zoodat reeds op 4 K.M.
hoogte de temperatuur ecnige graden lager
dan het vriespunt is, maar ook is het zeer
waarschijnlijk, dat de hagelsteenen tot veel
grootero hoogten kunnen worden opgeslin-
gerd. dus in nog veel koudere luchtlagen
komen. Bij het op den grond komen hebben
zij vaak een temperatuur van 5—10 graden
onder nul
Wij kunnen dus aannemen, dat de bekend
geworden feiten een voldoenden steun zijn
voor de verklaring van den grooten hagel.
Waar nu een der voornaamste voorwaar
den voor de hagclvorming het voorkomen
van zeer krachtige opstijgende luchtstroo
men is, zal het duidelijk zijn, dat de hagel
gebonden is aan een bepaald soort van on
weders. Weliswaar kan de kleine hagel val
len uit buien zonder elcclrische verschijnse
len, maar het gaat ook niet om de electri-
sche verschijnselen alleen, hoewel deze mis
schien een rol spelen bij het aangroeien van
de hagelstecnen. doch veel meer om het
stelsel der luchtbewegingen in de buien
cn dit is voor de kleine winterbuien het
zelfde als voor de groote hagelonweders.
Bij alle onweersbuien, die ook hagelslag
brengen, gaat het om het verbreken van
het natuurlijk evenwicht tusschen de on
derste en de hoogere luchtlagen, dat ge-
handhaaft blijft, zoolang de temperatuur
van beneden naar boven niet meer dan on
geveer een hal ven graad per 100 meter af
neemt maar dat labiel wordt zoodra door
ovorverwarming van de onderste luchtlagen
(op hecte zomerdagen b.v.) of door sterke
afkoeling der hooge lagen het temperatuur-
verval een zeker bedrag per 100 meter gaat
overschrijden. Daarom gaat aan een hagcl-
onweer altijd heet weer vooraf.
Een andere voorwaarde, die vervuld moet
worden, is, dat de lucht veel waterdamp be
vat want niet alleen, dat deze noodig is voor
de vorming van regen en hagel, maar hij
moet de energie leveren voor het in bewe
ging brengen en onderhouden van de gewel
dige luchtstroomen in de bui. Het is de fout
van alle regen- en hagelmakers en bestrij
ders. dat zij een natuurproces, waarin mil-
liarden arbeidseenheden verbruikt worden,
willen beinvloeden met evenzoo vele tien
tallen arbeidseenheden. Het rekensomme
tje, dat elke meteoroloog voor het verbruik
van arbeidsvermogen in een onweersbui
kan maken, zou stellig overtuigend genoeg
zijn om alle kunstmatige weermakerij naar
het rijk der onmogelijkheden te verwijzen.
Bij een kleine onweersbui, die met een front
breedte van 10 K.M. over een afstand van
25 K.M. 30 m.M. regen brengt komen bij
de condensatie reeds ongeveer 12 milliard
paardekrachten vrij, om eens een eenvoudig
voorbeeld te noemen.
Zoodra tengevolge van het verbroken even
wicht tusschen onderste en hoogere lucht
lagen lucht in opstijging geraakt, zal in do
opstijgende lucht een deel van den water
damp condenseeren cn de daarbij vrij
komende zgn. verdampingswarmte vormt
dan energie, die gebruikt wordt om het ge
heele stelsel van luchtbewegingen, waaruit
het onweer wordt opgebouwd, in het leven
te roepen en eenigen tijd te houden. Daar
om komt het in den zomer en in warme
luchtstreken, waar de lucht veel waterdamp
bevat, spoedig tot zware onweders en daar
om zal de hevigheid van een bui altijd
recht evenredig zij met de hoeveelheid re
gen, die geleverd wordt. Omgekeerd is het
natuurlijk uitgesloten, dat een of ander
rcsulteerend verschijnsel in de bui buiten
evenredigheid zou staan tot de oorzaken
en in dit verband kan men dus nooit ver
wachten, dat kleine kunstmatige pogingen
om de bui te beinvloeden zouden beloond
worden met groote gevolgen, zooals alle
weermakers ons willen doen gclooven. Bij
de weerprocessen geldt onvoorwaardelijk de
wet: niets om niet.
Het soort onweders, die zwaren hagel le
veren, komt voornamelijk voor in het Zuid
oostelijk kwadraat van een vlakke depres
sie, waarin een abnormale hooge tempera
tuur heerscht. Ook deze omstandigheid is
een onmisbare voor het ontstaan van den
hagel en het licht dus wel voor de hand,
dat het niet tot hagelbrengende onweders
komt, wanneer niet zulk een depressie aan
wezig is. De mogelijkheid van het ontstaan
van zulk een depressie eischt weer andere
omstandigheden in en buiten haar gebied,
die wij evenmin kunstmatig in het leven
kunnen roepen.
Zoo zouden wij nog verder kunnen gaan
om aan te toonen, dat de hagelslag een ver
schijnsel is, dat past in een geheel com
plex van andere verschijnselen en meteoro
logische omstandigheden maar het boven
staande mogo voldoende zijn om te doen
zien, dat de hagelslag nooit is een geheel
op zichzelf staand verschijnsel in den damp
kring, dat als het ware met cén handgreep
opgewekt of verhinderd kan worden.
(Nadruk verboden).
Benoemd met 1 Augustus tot burgomees-
ter van Oostvoorne S. da Silva met toeken
ning van gelijktijdig eervol ontelag als bur
gemeester van Zwartewaal;
benoemd tot burgemeester van Belfeld
R. H. J. Harbers;
op verzoek eervol'ontslagen met dank A.
L. Rcimeringer als lid van het hoofdbureau
voor de verkiezing van leden der Twoede
Kamer in kieskring VII en is als zoodanig
benoemd ir. G. L. Driessen, oud-directeur
van gemeentewerken to Leiden;
benoemd tot eerste luitenant bij hun
tegenwoordig korpö de twéede luitenant A.
P. M. van Rooij, van het 2e regiment infan
terie; F. Soer, van het 2e regiment onbere
den artillerie; D. W. van den Bosch, van
het regiment kustartillerie, en W. de
Bruyne, van het 7e regiment veldartillerie;
benoemd tot officier van gezondheid twee-
do klasse de arts L. C. Breebaarl, onder ge
lijktijdig eervol ontslag als reserve-aerstc
luitenant der infanterie.
Belastingdienst.
Bij beschikking van den minister van Fi
nancien zijn verplaatst de ontvangers der
directe belastingen, enz.: J. M. Muller van
het kantoor Soxbierum naar het kantnor
Uitgeest; G. Hovcnkamp van het kantoor
Wommels naar het kantoor Akkrum; F.
Padmos van het kantoor Domburg naar het
kantoor Oude water: J. Dekker van het kan
toor Waardenburg naar het kantoor Vrees
wijk; M. H. de Roo van het kantoor Oude-
Tonge naar het kantoor Wamel; K. Esbuis
van het kantoor St. Maartensdijk naar net
kantoor Asten; J. Jedema van hel kantoor
Alkemade naar het kantoor Edam; M. Mon
ster van het kantoor Balk naar het kan
toor Goor: H. A. Kramer van het kantoor
Blokzijl naar het kantoor Hardenberg; P.
Oldenkamp van het kantoor Kollum naar
het kantoor Ter Apcl; C. P. Vink van het
kantoor Hedcl naar het kantoor Kouduni;
J. Bulthuis van het kantoor Workum naar
het kantoor Oosterwolde en S. Boonstra van
het kantoor Hontenisse naar het kantoor It-
ter voort.
Zeedienst.
Bij beschikking vaji den minister van De
fensie is de luitenant ter zee der 2e klasse
J. P. H. Perks den 30 Juli geplaatst aan
boord Hm. Gelderland.
Landmacht.
Bij Kon besluit is op verzoek eervol uit
den militairen dienst ontslagen de rcservc-
dirigeerend officier van gezondheid der 2e
klasse W. P. Wolffcnsperger;
is benoemd tot reserve-paardenarts der 2e
klasse de veearts A. J. Peeters;
is op zijn verzoek eervol uit den militairen
dienst ontslagen de reserve-paardenarts der
2e klasse W. Beernink;
is benoemd tot reserve-eerste luitenant
voor speciale diensten bij het dienstvak der
intendance de reserve-eerste luitenant J. W.
van der Heide, van het 8e reg. infanterie,
zulks onder gelijktijdig eervol ontslag uit
zijn tegenwoordige betrekking;
is benoemd tot reserve-tweede luitenant
voor speciale diensten, bestemd voor don
dienst bij de Artillerie-Inrichtingen, ir. W.
H. J. M. Vierling;
zijn op hun verzoek eervol uit den mili
tairen dienst ontslagen de reserve-kapitein
H. P. Hocstra, van het 3e reg. veldartillerie
de reserve-eerste luitenants mr. A. Koning,
van het reg. jagers en D. H. Wallis de Vries
van het 5e reg. veldartillerie en de reserve-
eerste luitenant voor speciale diensten J.
P. M. Staal, van het vrijwillig landstorm
korps luchtwachtdienst;
is op zijn verzoek eervol ontslagen de re
serve-eerste luitenant-kolonel C. J. V. Jans
sen van den staf van hot wapen der in
fanterie en opnieuw benoomd tot res.-
luitenant-kolonel bij dien staf;
zijn benoemd tot reserve-officier van ge
zondheid dér 2e klasse de artsen N. de
Voogd, J. H. Beckers en J. J. F. Brugman
laatstgenoemde dienstplichtig van vaan
drig van de 5e compagnie hospitaalsolda
ten.
FILMRONDREIS „NEDERLANDSCH
FABRIKAAT".
Deze week werden de films achtereenvol
gens met zeer vcef succes vertoond in
IJmuiden, Beverwijk. Bloemendaal, Heem
stede, Katwijk en Delft.
In IJmuiden waren vele honderden, aan
gelokt door de muziek, naar het 6tille Wil
lemsplein getrokken om getuige te zijn van
de filmvertooning. Uit het feit, dat men tot
het einde toe bleef kon weer worden opge
maakt, dat de films boeien en men er gaar
ne naar kijkt.
Te Beverwijk en Bloemendaal vielen de
films ook in den smaak. Jammer was het,
dat te Beverwijk de regen storend werkte.
Heemstede werd Donderdag bezocht en de
voorstelling in Katwijk werd door wel twee
duizend personen bezocht, welk aantal ech
ter nog niet haalt bij de drieduizend toe
schouwers, welke de filmoperateur in Delft
op het Marktplein gedurende meer dan een
uur wist te boeien.
Over het geheel genomen, wéér een go-
slaagde week. De volgende zes voorstellin
gen worden gegeven in Breda, Oosterhout,
Princenhage, Steenbergen, Oudenbosch en
's-Hertogenbosch.
GEVESTIGD 1878 UTR.STRAAT 17
TEL 145
per flesch f 1.45, per, anker f58.50
Grooie belangstelling op Westerveld
Onder zeer veel belangstelling heeft in
het crematorium te Westerveld de crema
tie plaats gehad van liet stoffelijk over
schot van dc luit.-gen. tit. van het Oost-In
disch leger II. J. Kronoucr. De kist was
versierd met do ordeteekenen van den
overledene.
Aanwezig waren o.a. gener. C. J. Snijders,
voorz. en F. H. G. J. van Leeuwen, oud-ass.
res., sccr. van de vereen. „Moed, Beleid cn
Trouw", de oud-luit.-gcneraals Gerth van
Wijk en van Rietschoten, beiden oud-leger
commandant in Ned.-Indie, de oud-luit.-ge-
neraal R. Dufour, de oud.-gen.-maj. R G.
Doorman, van het Indisch leger, oud-luit
gen. Ind. leger Blits, de oud-kol. hoofd in
tendant Ind. leger, A. F L. Faubel, de oud
gen.-majoor Ind. leger Mac Gillavry. oud-
kol. Ind. leger H. van Tongeren, grootmees
ter der orde van Vrijmetselaren in Neder
land, mr. André dc la Porto, oud-lioogl.
aan de rechtshoogeschool, oud-pres. van
het hooggerechtshof cn nog tal van andere
militaire cn burgerlijke autoriteiten.
Gesproken is allereerst door oud-kol.
hoofd-intend. A. F. L. Faubel, namens de
Loge van het Groot Oosten der Nederlan
den, namens de prov. Ned.-Indic en namens
het kapittel van Hooge Raden der Orde
van Vrij Metselaren Spreker zcide. dat er
een groote droefheid was over het plotse
ling verscheiden van generaal Kronoucr,
die een zeer geacht lid van de Orde is ge
weest. Wat hij als officier :s geweest, be
wijst zijn schitterende staat van dienst. Ook
in de Orde van Vrij Metselaren heet* hij
den hoogsten rang bereikt. Ilij was gedepu
teerd Groot Meester in Ned.-Indio, afge
vaardigde van hot hoofdbestuur aldaar.
Het bestuur der prov. Ned.-Indiê had spre
ker verzocht hier zijn diepgevoeldcn dank
te betuigen voor alles, wat generaal Kro
noucr voor de Orde in Ned.-Indic is ge
weest Spr. herdacht, den overledene, een
ridderlijk man met een groot medegevoel
voor misdeeldcn. Hij was ridder in
cie Militaire Willemsorde en ridder van
het Koningskruis der Vrij Metselaren.
Spreker bracht den overledene een laatsten
groet als vriend cn Vrij Metselaar en legde
bloemen op de kist.
Daarna sprak generaal de Ridder een
woord van afscheid voor zichzelf cn voor
den vriendenkring der promotic-genootcn.
Spreker noemde het een tragisch toeval,
dat juist op dozen dag, nu de vrienden ge
denken, dat zij 50 jaar geleden tot officier
promoveerden, men generaal Kronoucr do
laatste eer moet bewijzen.
Ten slotte heeft gesproken de heer V. L.
Slors namens commissarissen en directie
tier Ind. Pensioenfondsen cn 't Weduwen-
en weezenfonds voor officieren Ned.-Ind. le
ger, van welke beide de overledene presi
dent-commissaris was.
Nadat de kist was gedaald onder de tonen
van het Wilhelmus heeft de zoon in een
kort woord het leven van huoge idealen,
trouw aan de leuze van het opschrift op
twee zijner ridderorden n.l. „Ik zal hand
haven" en „moed, beleid cn trouw". Spr.
dankte daarna voor de groote belangstel
ling.
EEN EXAMENOPGAVE.
Hersengymnastiek,
Op het toelatingsexamen van een H.B.S.
tc Amsterdam werd aan cie 12- en 13-jarige
jongens en meisjes in deze warme zomerda
gen de volgende puzzle voorgelegd:
Op een station A. staat een automaat,
waar men kaartjes kan nemen voor het sta
tion B. Als men 3 guldens in de automaat
doet, geeft deze behalve het kaartje éen
kwartje, één dubbeltje en één stuivertje te
rug. Naast de automaat staat de concierge.
Hij helpt, als de menschcn vorlegen zitten.
Gisteren kon van elke drie menschcn er
één niet met dc knop terecht. In dat geval
hielp de concierge en kreeg hij van zoo een
passagier voor zijn moeite het dubbeltje, of
het stuivertje, dat de automaat teruggaf.
Hij ontving gisteren 2 maal zooveel dubbel
tjes als stuivertjes.
Gistermorgen had dc concierge de auto
maat gevuld met een gelijk aantal kwar
tjes. dubbeltjes en stuivertjes. Zij hadden
samen een waarde van 60.—.
Gisteravond, toen de concierge de auto
maat leegmaakte, bleek er (met de guldens
mee) f 257.40 meer in tc zitten dan des
morgens.
1. Hoeveel kost een kaartje van A naar
B.? 2. Hoeveel kaartjes waren er verkocht?
3 Hoeveel geldstukken zaten er 's morgens
in de automaat? 4. Hoeveel zaten er
's avonds in? 5. Hoeveel maal had de con
cierge een fooi gekregen? 6. Hoe groot was
het bedrag, dat hij aan fooien had ontvan
gen?
De minister licht den heer
Beumer nader in
Op de vraag van den heer Beumer be
treffende het antwoord op de d.d. 12 Mei
j.l. schriftelijk gestelde vraag in zake de
instelling bij ministerieel besluit van 25
April 1932 van een zoogenaamde commis
sie van overleg voor de wegen:
Is de minister bereid aan te geven, wat
bij benadering moet worden verstaan, in
bet door hom onder dagteekeningen van 11
Juni 1932 ingezonden antwoord op de de
zerzijds op 12 Mei 1932 gestelde vraag, on
der
le. eerlang.
2e. betrekkelijk korten tijd;
3e. verloop van tijd;
4e. meer duurzaam karakter;
luidt het antwoord van den heer Rey-
iner, minister van waterstaat:
Zooals kan blijken uit het antwoord, in
gezonden bij brief van 11 Juni 1932, is het
de bedoeling, clat do commissie van over
leg voor de wegen zal worden ont
bonden zoodra voorbereiding van de thans
aanhangige werken tot aanleg en verbete
ring van rijkswegen zoo ver is gevorderd,
clat haar diensten kunnen worden gemist.
De ondergctcekendc vertrouwt, dat zulks
zich na verloop van de nieuwe vijfjarige
periode wel zal afleekcnen.
Mocht alsdan blijken, dat de commissie
rok na clcn afloop van deze taak nog nut
tig werk kan verrichten, dat een definitief
karakter draagt, clan zal het oogenblik zijn
gekomen om haar als vast college in den
zin van artikel 7S van cle grondwet in te
stellen.
H. BEEKSTRAAT 6.
TEL. 543 AMERSFOORT.
BEZOEKT ONZE 18 MODELKAMERS.
lTl!\
„De schoonmaakster vraagt een uur overwerk."
„Wat, heeft ze dan een uur langer over haar werk
gedaan
„Nee mevrouw, over haar eten." (Passing Show).