„LAAT ONS EINDELIJK DADEN ZIEN"
MIDDENSTANDSCONGRES
TE ARNHEM
Als het ontwaken komt
NIEUW PARIJS
KRISTAL
FLY-TOX
WAAROM GEEN VERLOF?
Zoo ook thans!
A. H. V. NIEUWKERK N.V. - K. Beekstraat 6 - Tel. 543
Beekensteinschelaan 10
Uw adres voor Complete Meubileering
HUMORHOEKJE
Openingsrede van Ed. G.
Schürmann, getiteld:
„Realiteit"
Het 23e Nationaal Middenstandscongies is
Woensdagmiddag in „Musis Sacrum" te
Arnhem door den voorzitter van den Kon.
Ned. Middenstandsbond, den heer Ed. G
Schürmann, geopend met een rede, ge
titeld „R e a 1 i t c i t'\ waaraan het volgende
is ontleend:
„Hoewel de ernst der tijden het bestuur
van den Koninklijken, Ncderlandschen Mid
denstandsbond heeft doen besluiten af to
zien van een feestelijke herdenking van het
dertigjarig bestaan onzer organisatie, het
geen in normale tijden zeker niet achterwe
ge zou zijn gebleven, acht ik het mijn plicht
bij den aanvang van dit congres Uw aan
dacht op dit feit te vestigen, al ware het
slechts om, zooals het goede kooplieden be
taamt, de balans op te maken over het he
den afgesloten tijdperk.
Htt zou overbodig zijn in bijzonderheden
te treden over de geschiedenis van onzen
bond, daar deze, naar ik meen te mogen ver
onderstellen U allen bekend zal zijn uit het
in 1927 ter gelegenheid van het. zilveren
feest, van de hand des heeren Ingcnool ver
schenen voortreffelijk gedenkboek.
Wanneer ik evenwel toch het verleden
aanroer, dan is dit om een vergelijking te
maken tusschen de positie van den midden
stand- in 1902.cn die van thans. In 1902
slechts hier en daar een plaatselijke rpidden
standsvereeniging ter behartiging van so
ciale belangen, weinig standsbesef, weinig
offervaardigheid en als gevolg weinig aan
dacht van de autoriteiten.
Ofschoon in de afgeloopcn dertig jaren
niet alles kon worden bereikt wat men
wenschte, is zooveel verkregen, dat men
zonder aarzelen kan spreken van een batig
saldo.
Ale voornaamste bate beschouw ik het
feit, dat ondanks felle tegenkanting, er niet
alleen nog een middenstand bestaat, maar
zelfs een krachtige middenstand, die vooral
in de laatste jaren het bewijs heeft kunnen
leveren ten algemcene nutte werkzaam te
zijn.
Reeds om die reden alleen zou in norma
le tijden feestvieren alleszins gewettigd zijn.
niet alleen voor den middenstand, maar
vöor on6 gansche \olk.
Hoe geheel anders zou de toestand heden
zijn indien de Nederlandschc middenstand
in 1902 niet had kunnen beschikken over de
krachtige energieke mannen, bezield met
groote liefde voor hun stand, met aan het
hoofd de stichter van onzen bond, Meuwsen,
aan wien het initiatief tot oprichten onzer
landelijke organisatie is te danken. Sedert
1902 dateert de opleving van den midden
stand, zoowel in stands- als in vakorganisa
tie, met als gevolg, dat do midden
stand in tal van college's zijn stem krachtig
kan doen hooren, en de gelegenheid heeft
voor zijn rechtmatige belangen op te komen.
Middenstandsraad, Kamers van Koophan
del, Hoogc Raad van Arbeid, commissie
voor de economische politiek, gemeentera
den, provinciale staten en tal van andere
colleges geven thans den middenstand de
gelegenheid mede te werken aan besluiten
en verordeningen, die zonder een krachtige
middenstandsorganisatie over ons en zonder
ons genomen zouden worden. Men beschou-
we dit alles niet als een gunst. Integendeel!
Het zou een grove onbillijkheid zijn, in
dien een zoo krachtige groep van burgers,
arbeidende in het algemeen belang, een der
zuilen waarop het maatschappelijk leven
rust, van dit recht zou verstoken zijn
gébleven. En toch zou dit zonder krachtige,
landelijke organisatie het geval zijn ge
weest, omdat het niet voldoende is recht
matige verlangens te bezitten, maar dat
men die ook moet kunnen kenbaar maken
Daartoe ontbreekt den enkeling de macht.
Onbekend maakt onbemind!
Mindere bekendheid met den midden
stand heeft bij de regeering het verlangen
doen ontstaan nog meer van den midden
stand te weten.
Het research-Instituut, genaamd „Econo
misch Instituut voor den Middenstand"
heeft in de commissie van bijstand van dit
instituut ruimschoots gelegenheid voor zijn
belangen op te komen, daarbij voorgelicht
door mannen van de wetenschap. Te oor-
deelen naar de resultaten van de cer6te jaren
van zijn bestaan, kan voor de toekomst nog
veel van deze instelling worden verwacht.
Twee verblijdende feiten zijn nog te consta
teren In de eerste plaats, dat ondanks het
bedanken van de leden, die uit kortzichtig
heid mcenen, dat het sparen van enkele
guldens aan contributie hen uit de crisis
zal voeren, het ledental van onzen bond nog
is toegenomen.
Dit bewijst, dat dezelfde crisis, die vobr
hen een aanleiding tot bedanken is, ande
ren doet besluiten toe te ticden tot de or
ganisatie. waartoe zij behooren en door
wier actie zij toch, zonder de lasten te hel
pen dragen, de voordeden zouden genieten.
Moge de erkenning van hun dwaling den
uitgetreden middenstanders een aanleiding
worden hun fout spoedig te herstellen. Het
tweede feit, en zeker niet minder belang
rijk is, de opkomende en groeiende bewe-1
ging onder de middenstandszonen, 't men-
schelijk leven is beperkt, worden de suc
cessievelijk openvallende plaatsen niet door
jongeren ingenomen, dan is al het werken
der ouderen te vergeefs geweest. Men moet
'den fakkel doorgeven;
De jonge middenstanders beseffen nu, da
op hen een zware verplichting rust. De
plicht om den arbeid der ouderen voort te
zetten, en, zooals in het leven, voort te bou
wen op het werk van ouderen, als kinde
ren van hun tijd, met moderne inzichten,
die op hun beurt weer voor komende ge
slachten zullen moeten plaats maken. Mo
ge Ifet hun gegeven zijn op hun beurt hun
opvolgers een batig saldo van het dan ver
streken tijdperk te kunnen aanwijzen. Dat
verleden is thans nog toekomst en de toe
komst ziet er op het moment niet bepaald
helder uit.
Ook de handeldrijvende en de industrieele
middenstand ondervindt in hevige mate de
gevolgen van de wereldcrisis. De strijd te
gen warenhuizen, filiaalzaken, coóperatiev
verbruiksverecnigingen, door hooge tarie
ven, hooge exploitatiekosten en groote con
currentic reeds zoo zwaar, is sedert eenige
jaren in hevigheid toegenomen door de we
relddepressie, waaraan geen enkele onder
neming kan ontkomen, en die op den duur
zelfs voor den staat noodlottig kan worden.
De middenstand lijdt onder den druk der
omstandigheden en ziet door de daling der
inkomsten van het publiek zijn omzet ach
teruitgaan, hetgeen in vele zaken zelfs de
bestaansmogelijkheid heeft aangetast. Toch
is er geen reden om te wanhopen. Zoolang
deze wereld door mcnschen zal worden be
woond, die niet terug willen keeren tot de
primitieve levensvoorwaarden der negers
van Centraal-Afrika, zal men moeten wo
nen, gevoed en gekleed worden, zal men
door meerdere ontwikkeling behoefte aan
geestelijke ontspanning hebben, waardoor
een uitwisseling van goederen moet plaats
hebben, door middel van de vervoermidde
len te land, te water of door de lucht. Een
groot deel der huidige depressie is kunst
matig door de hooge tolmuren, die elk land
ujt verkeerd begrepen eigenbelang heeft op
getrokken. Men leeft in een waan. die, hoe
lang deze ook moge duren, eenmaal zal
moeten plaats maken voor het besef der
realiteit. Op dien dag zal het herstel begin
nen. Op dien dag zal elke zaak weder door
haar eigen voortreffelijkheid haar bestaans
recht moeten bewijzen, zonder dat de staat
behoeft bij te springen om noodlijdende on
dernemingen in het leven te houden.
Dat ontwaken zal den middenstand niet
onvoorbereid vinden, gewend als hij is om
met beide boenen op den bodem der realiteit
te staan, om de zaken te zien. zooals zij zijn
en zich niet in te laten met utopien. Rea
liteitsbesef zal het parool der naaste toe
komst moeten zijn, de leuze bij de aanstaan
de economische renaissance. Realiteit zon
der prijsgeven van idealen, maar deze op
logische wijze tot verwezenlijking trachten
(e brengen, zij het streven der naaste toe
komst. De middenstand kan dezen weder
opbouw van het economisch leven helpen
bespoedigen door rustig voort te werken op
den ingeslagen weg. al zal dit menigeen
moeilijk vallen. Admiraal Nelson's woord:
„Engeland verwacht dat iedereen zijn plicht
zal doen", wijzige men aldus: ..Nederland
verwacht, dat iedereen zijn plicht zal doen".
Voor den middenstander bestaat die
plicht in de eerste plaats uit aansluiting bij
zijn organisatie, en zoo zij aangesloten is,
uit medewerking aan de plaatselijke en lan
delijkjc actie, om door krachtige samenwer
king de slechte tijden to boven te komen,
Wat men gedurende den wereldoorlog „Dé
faitisme" noemde, mag niet doordringen in
de gelederen van den middenstand. Inte
gcndecl! De middenstand, gewend zelfstan
dig zijn zaken te drijven, heeft reeds zoo
veel ups en downs doorgemaakt en is ten
slotte door alle crises gekomen, waarom
dan nu te wanhopen.
De realiteit is immers, dat de middenstand
een economische taak te vervullen heeft,
dat de jarenlange ondervinding heeft ge
leerd, dat de arbeid van den zelfstandigen
ondernemer ons land tot. zegen heeft ver
strekt en dat uitschakeling van dien stand,
zelfs in de moeilijke oorlogsjaren, onhoud
baar is gebleken. Men houde rekening met
de feiten en late zich niet door moedeloos
heid beïnvloeden. Hoe m cnook moge den
ken over den duur van den arbeidstijd, de
realiteit leert ons, dat werkloosheid tot
verval, dat arbeid tot welvaart voert. Door
rustig voort te werken steunt men de re
geering in haar moeilijke taak om ons volk
door de crisis te voeren.
De congresagenda bevat belangrijke en
actueele vraagstukken die wij gezamenlijk
tot oplossing moeten trachten te brengen,
in het vaste vertrouwen, dat de kentering
nabij is.
Laten wij op onze beurt ons herinne
rend de honderdjarige herdenking van
Goethe's sterfdag bij onze beraadslagin
gen de wijze woorden van dezen grooten
man indachtig zijn:
Woorden zijn genoeg gewisseld,
Laat ons nu eindelijk daden zien.
Arnhem, 20 Juli In de vergadering van
den Koninklijken Xederlandschon Midden-
tandsbond, welke alhier gehouden wordt,
heeft men heden uitvoerige besprekingen
gewijd aan de door de verschillende Bonds-
commissies uitgebrachte, rapporten.
Over het rapport der Reorganisatiecom
missie voerde de heer J. A. Meuyen (A.
W. V. Amsterdam) het woord. Spr. ontwik
kelde opnieuw bezwaren tegen het persoon
lijk lidmaatschap, omdat reeds in de prac-
tijk gebleken is, dat dit instituut de nadee-
len heeft, welke er van gevreesd werden.
De heer Jos. ten Berg (Utrecht) be
sprak de kwestie van het verbinden van
materieele voordeelen aan het lidmaat
schap. De Utrcchtsche Handelsvereeniging
is daar tegen. Het risico van de glasvcr-
zekering b.v. kan de middenstander best
zelf dragen.
De heer L. de Groot (bondssecretaris)
gaf een uiteenzeting, welke belangrijke voor
deelen de Bond op het gebied der verzeke
ring reeds geeft en nog kón geven. De leden
an den Bond van &ed. Schilderspatroons
garandeeren voor 5.85 per jaar aan hun
nagelaten betrekkingen bij een ongeval een
uitkeering van 8000, en dat kan geen
enkele verzekeringsmaatschappij doen.
LANGESTRAAT 35
De heer W. F. IT. van Z e 1 m 4 (Hengelo)
wenschte nog eens te wijzen op de onbillijk
heid, dat de groote verccnigingcn een maxi
mum contributie betalen. Een kleine ver-
ccniging heeft ook haar kosten, terwijl do
groote vereenigingen in veel grootere male
kunnen profiteeren van het Bondsbureau.
De heer Jos. ten Berg (Utrecht) er
kende, dat sommige onderlinge verzekerin
gen nuttig kunnen werken, o.a. de glasver
zekering, maar keurde af het te ver gaan
op dit terrein, zelfs al is het als bindmid
del voor de leden.
De lieer L. Vos (Den Haag) stelde bij
amendement voor, dat de leden der jonge
renvercenigingen vrijen toegang zullen heb
ben tot de bondsvergaderingen en congres
sen, doch slechts haar afgevaardigden daar
het woord zullen mogen voeren.
De heer R. J. Koopmeiners (Rotter
dam) waarschuwde, aan de hand van een
voorbeeld uit zijn ervaring, tegen een onder
linge glasverzekering.
De heer Ph. Spier (Dedemsvaart) ver
klaarde zich ook tegen het geven van mate
rieele voordeelen aan leden van den Bond
en van de aangesloten winkeliersvereenlgin-
gen.
De heer A. Th. Waalberg (V. v. A,
W, Amsterdam) vroeg, wat het Bondsbe-
stuur heeft gedaan inzake de algemecne
organisatie van jo/igeren in den winkeliers
stand.
De heer J. K. W. F. van B o m m e 1,
voorzitter der reorganisatie-commissie, con
stateerde met genoegen, dat het rapport
in het algemeen een gunstig onthaal heeft
gevonden. Dit rapport is natuurlijk te be
schouwen als een eerste rapport over onder
werpen, waarover do commissie vrijwel een
stemmigheid had verkregen en waarop ver
der is voort te bouwen.
Den heer Meuyen antwoordde spr., dat de
kwestie, die zich bij het persoonlijk lid
maatschap heeft, voorgedaan, het Bondsbe
stuur heeft geleerd, zeer voorzichtig te zijn
en daarbij zeer serieus te werk te gaan.
Inzake het maximum der contributie voor
organisaties met meer dan 1000 leden ver
zocht spr., het nadere rapport der commis
sic af te wachten. Spr. sloot zich gohccl
aan bij de waardeering van den heer Spier
voor het Bondsbureau, dat. buitengewoon
veel werk moet verzetten. Spr. dringt altijd
op uitbreiding der bezetting aan, opdat het
Bondsbureau nóg meer vraagstukken ter
hand kan nemen. Wat de jeugdorganisatie
betreft, aanvaardt het Bondsbestuur het
rapport der Permanente Commissie voor
Jeugd-aangelegcnhêden. Tegen het door den
heer Vos voorgestelde amendement is geen
bezwaar. Deze commissie neemt dit gaarne
over.
De heer F. L. van der Leeuw (secre
taris der commissie) deelde mede, dat ook
in de commissie verschillende opvattingen
omtrent het verbinden van materieele voor
declcn aan het lidmaatschap werden gehul
digd. Daarom is haar conclusie zeer voor
zichtig geformuleerd. ITct bondsbestuur zal
de zaak dan ook zeer nauwlettend overwe
en. Met de coöperatieve inkoopvereenigin
gen kon reeds zeer veel worden bereikt.
Spreker wees er voorts op, dat de commis
sie spreekt van onderlinge verzekering,
waarbij volstrekt niet de bedoeling voorzit,
tusschenpersoncn uit te schakelen, al zal
dit niet altijd geheel te voorkomen zijn. Na
tuurlijk zullen wij nooit groote risico's mo
gen aanvaarden, doch de reeds beschikbare
gegevens wijzen uit, dat op het terrein van
het verzekeringswezen zeer uitecnloopcnde
premies berekend worden. Kan de midden
stand op die wijze zijn bedrljfsonkosten
drukken, dan vergroot, dit zijn Konkur-
renzfahigkeit. Op dezelfde wijze le^ft in on
zen kring de gedachte, om door lagere ad
vertentietarieven de bcdrijfsonkosten te
drukken. Tegen een collectief advertentie
contract behoeft principieel geen bezwaar tc
bestaan. Immers hel is in den handel een
bekend gebruik om bij groote orders spe
ciale condities te 6tellen.
Tenslotte vroeg spreker machtiging der
vergadering om op den ingeslagen weg
voort te gaan.
Het rapport met de daarin vervatte con
clusies werd daarop aangenomen.
Tehuis voor den bejaarden Mid
denstander.
Over het rapport der commissie inzake
Tehuis voor den bejaarden middenstander
werd door verschillende sprekers het woord
gevoerd.
De heer S. W ij n s c h e n k (Den Haag)
achtte het plan te grootscheeps opgezet en
verzocht, een ontwerp op bescheidener
schaal te projecteeren.
De heer W. Krooshof (Deventer) acht
te een huurprijs voor gehuwden van 3000
en voor alleenwonendcn van 2000 te hoog,
wie dit bedrag kan verteren, maakt geen
gebruik van een dergelijk tehuis. Beter ware
het, wanneer men zich in verbinding stelde
met bestaande inrichtingen, b.v. de Tehui
zen van Pro-Senectute. Bovendien zou het
aanbeveling verdienen, een dergelijke gele
genheid te bieden zooveel mogelijk verdeeld
over het geheele land.
De heer S. Roselaar (A. W. V. te Am
sterdam) betoogde, dat men beter een be
staand gebouw zou kunnen aankoopen en
dat een aparte directeurswoning niet noodig
is; met een inwonende directrice zou kun
nen worden volstaan.
Spr. meende, dat deze voorziening tc duur
is, en er niet mee bereikt worden de krin
gen, die men hiermee bereiken wil.
Spr. verwees voorts naar zijn lezing, die
hij over dat onderwerp voor de Algemeene
Winkeliersvereeniging te Amsterdam heeft
gehouden.
De heer J. B e ij e r (Wagenlngen) ver
klaarde met sympathie van het voorstel
kennis te hebben genomen. Spr. deed na
mens zijn vereeniging de toezegging, voor
500 in het uit te geven aandeelenkapitaal
te zullen deelnemen. (Applaus).
De heer A. Ch. van Oorschot (Hil
versum) juichte het toe, dat de commissie
concludeert, dat het particulier initiatief
hier voor den middenstand iets tot stand
kon brengen. Maar dan moet de midden
stand ook zelf bereid zijn, dit toch nog vrij
kleine offer te brengen. Wordt het geld ren
teloos beschikbaar gesteld, dan zouden de
huurprijzen nog wat lager kunnen worden
gesteld.
De voorzitter der commissie, de heer H
J. Sin dram, beantwoordde de gemaakte
opmerkingen. Met genoegen had spr. gecon
stateerd, dat in het algemeen het rapport
de instemming der vergadering heeft.
De commissie stelt zich voor, het voor
beeld van Pro-Sencctute to volgen. Samen
werking met deze vereeniging wordt niet
wenschelijk geacht, wij willen baas blijven
op eigen terrein. Aan een nieuw gebouw
wordt de voorkeur gegeven, aangezien ver
bouwing van een bestaande villa duur en
onpradisch is.
Deze plannen dateeron uit oen tijd met
een betere conjunctuur, maar nu wij eco
nomisch in de dalende lijn zijn, wil de com
missie eventueel bij de uitvoering gaarne
rekening houden met de gewijzigde tijds
omstandigheden bij de vaststelling van de
huurprijzen.
De Voorzitter stelde daarop voor,
dat vanwege het Bondsbureau aan de aan
gesloten vereenigingen een circulaire zal
worden gezonden met de vraag, voor welk
bedrag zij in het benoodigde kapitaal wen-
schen te participeeren.
Aldus word besloten.
Algemeone Middenstandsbodrljfs-
verzekoring.
Vervolgens deed de heer J. van B i n s-
b erg en Jr. eenige mededeelingen inzake
de „Alg. Middcnstandsbedrijfsvereeniging",
betreffende de uitvoering van de Ziektewet.
De uitkomsten over het jaar 1930 zijn zeer
gunstig geweest. Voor de groep winkels be
droeg de premie 13.70 per 1000 loon, te
gen 23 bij de ziekenkas van den Raad
van Arbeid. Over 1931 was dit 18.30, voor
de groep hotels 22, en voor de groep was-
scherijen eveneens 22 per 1000 loon.
Spreker drong cr op aan, dat de besturen
van de plaatselijke organisaties de midden
standers zullen opwekken om toe te treden
tot de eigen stichtingen van den Bond, want
de reorganisatio van do sociale verzekerin
gen zal hot mogelijk maken, niet alleen de
risico's, maar ook de schade- en contróle-
regeling in eigen hand te houden.
De Voorzitter dankte den heer Van
Binebergcn voor diens belangrijke uiteen
zetting, waaruit blijkt, dat de voordeelen
van aansluiting veel grooter zijn dan zou
volgen uit de contributie, die men betaalt.
Tenslotte deed do Voorzitter de voor-
loopigc toezegging, dat aan het verzoek van
de Alg. Winkeliersvereeniging Amsterdam
gevolg zal kunnen worden gegeven, om op
de agenda van de volgende jaarvergadering
te plaatsen het punt: de verzorging van
den bejaarden middenstander.
Hierna werd gepauzeerd.
Arnhem. 20 Juli. Het 29ste Midden
standscongres werd o.a. bijgewoond door
den burgemeester van Arnhem, Mr. de
Monchy, Baron Wijnbergen, lid van de
Tweede Kamer, den heer v. d. Sand, ver
tegenwoordiger van den R.K. Middenstands
bond, vertegenwoordigers van do K. v. K
en andere genoodigden.
Op verzoek van de Haagsche Winkeliers
vereeniging werd aan de orde gesteld een
bespreking van de Winkelsluitingswet. Na
eenige discussie werd met algemeene stem
men aangenomen een motie, waarin de
Middenstandsbond tot de regeering het
dringend verzoek richt ten spoedigste maat
regelen te nemen tot een zoodanige toepas
sing van de wet, dat ook -op Zondag aan
die winkeliers, voor wie de Zondagverkoop
de meest beteekenende bron van inkom
sten vormt, de gelegenheid wordt gegeven
door verkoopmogelijkheid op Zondag voor
hun gezin het brood te verdienen.
Deze motie werd telegrafisch aan de re
geering gezonden.
Vervolgens werd behandeld het prae-ad-
Doodt vliegen, muggen met
Gegarandeerd afdoende.
Let op de blauwe verpakking.
vies van Mr. B. Bouman, secretaris van
den Patroonsbond voor de Bouwbedrijven
over den „Middenstander-vakpatroon en de
Overheid".
Na langdurige discussie werd het prao»
advies van Mr. Bouman goedgekeurd, ter
wijl de uitwerking van dedetailpunten aan
hot Bondsbestuur werd overgelaten.
Bij acclamatie werd besloten een tele
gram van aanhankelijkheid en trouw te
zenden aan H.M. de Koningin.
Door den Bondsvoorzitter werd aan da
ontvangende afdecling een vlag geschon
ken, welke de emblemen van den Bond
draagt. Do voorzitter van do Arnhemsche
Vereeniging aanvaardde het geschenk en
overhandigde den Voorzitter een vlag in
do Arnhemsche kleuren.
Het congres werd daarop verdaagd tot
Donderdag.
Vragen van den heer Mendels
De heer Mendels heeft den Minister van
Justitie de volgende vragen gesteld:
1. Heeft de Minister kennis genomen
van de mededeeling van den voorzitter van
het Genootschap tot Zedelijke Verbetering
van Gevangenen, gedaan bij diens intree
rede, opgenomen in hot Julinummer 1932
van het Weekblad voor berechting en re-
classecring, inhoudende, dat Zijn Excellen
tie aan mevrouw HoncoopBeekveld, di
rectrice van het Rijksopvoedingsgesticht te
Zeist, en aan den heer Gijzen Weenink, di
recteur der strafgevangenis te Rotterdam,
geen verlof zal vorleenen om zitting te ne
men in een studiecommissie, door genoemd
genootschap ingesteld tot het ontwerpen
van een redelijk en doeltreffend s'lelsel van
straf en reclasseering voor vrouwen en
meisjes, en dat Zijn Excellentie geweigerd
heeft een ambtenaar van zijn Departement
aan te wijzen als lid dier commissie?
2. Zoo ja, zou de Minister dan willen
racdedeelen, wat hem tot die houding heeft
genoopt, en bepaaldelijk uit weiken hoofde
de Minister de bevoegdheid van de genoem
de personen om zitting te nemen in bedoel
de commissie afhankelijk meent te mogen
en to kunnen stellen van zijn voorafgaand
verlof?
HET PLAN-KOOPMAN VOOR DEN
BOUW VAN EEN SCHOUWBURG-
COMPLEX.
Het Amsterdamsche raadslid Wouden
berg (S.D.) heeft oen voorstel bij den Raad
ingediend, om het prae-advies van B. en
W. op het adres van dc naaml. venn. De
Amsterdamsche Groote Schouwburg aan to
houden en B. en W. uit te noodigen, dit
praeadvies aan de orde te stellen tegelijk
met het rapport van de commissie ter be
studeering van het schouwburgvraagstuk
te Amsterdam en met het nog uit te bren
gen praeadvies op het voorstel van het
raadslid Boekman c.s. tot voorbereiding
van den bouw van een tweeden Stads
schouwburg van 4 Juni 1929.
De heer Koopman heeft, als directeur van
de N.V. De Amsterdamsche Groote Schouw
burg, nog een kort adre6 aan den Raad ge
richt, waarin hij opmerkt, dat hij de argu
menten in het prae-advies van B. en W.
heeft gemeend te kunnen weerleggen, doch
dat het tijdsbestek van eenige weken on
voldoende is geweest om alle motieven van
het prae-advies aan do meening van
experts te toetsen.
Daarom beveelt hij, zoo de Raad zich te
dezer zaken nog onvoldoende voorgelicht
zou achten, een verdaging der beslissing
tot eind September aan.
Onze Etalages z'u'n steeds de moeite van het bezichtigen waard.
BRAND IN EEN KOLENTOREN.
Sluiskil, 21 Juli. Door het warmloo-
pen van een motor geraakte gisteravond
een transportband van den kolentoren op
de cokesfabriek te Sluiskil in brand. Hel
vuur dreigde over te slaan naar de kolen
in den toren. Door spoedig ingrijpen van de
brandweer van Sluiskil, die onmiddellijk
gevolgd werd door die van Terneuzen, was
de brand met de motorspuiten spoedig ge-
bfuscht, terwijl het ook gelukt was drie
werklieden, die op den vijf-cn-derlig meter
hoogen toren werkzaam waren, te redden.
De schade bepaalt zich tot den verniel
den transportband en de door de hitte ont
zette machinerie, welker herstel eenige da
gen zal vorderen. Doch vermoedelijk zal
het bedrijf geen stagnatie ondervinden.
KIND VERBRAND.
De 5-jurige C. V. in de Pieter de Hoogh-
straat te Schiedam, is in een emmer met
kokend water gevallen. Het meisje is naar
het ziekenhuis vervoerd en daar overleden.
Nieuwe dienstbode: „Hoe moet ik hef
maal aankondigen, moet ik zeggen „het
eten is klaar" of „het eten is opgediend"?"
Mevrouw: „Als het net zoo is als giste
ren, kun je wel zeggen „het eten is aange
brand"^ (Gazzettino Illustratoi
f