(Mibf
„DE WITTE"
THEE COMPLET
x
x
x
x
ALS DE VACANTIE KOMT
Gebruikt nu
Uw GESOIGNEERDE
a 60 CENT
VAN 2i/2-5y2
10 JAAR
GARANTIE
|J.W.v. Achterhergh
LANGS ELKAAR
ROALD AMUNDSEN
X
X
X
X
X
v%
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
n
X
X
X
X
X
X
52
X
'"'XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
RECLAME IN DE NATUUR
door GUUS BETLEM Jr
OP HET HEERLIJKE TERRAS VAN
FAUTEUILS
w
Firma
WESTSINGEL 10-13
door
H. G. CANNEGIETER.
Talrijk zijn de ongevallen, welke in deze
wereld door botsingen worden veroorzaakt.
Maar tegenover een enkelo botsing staan
toch altijd nog tienduizend ontmoetingen,
waarbij men langs elkaar heen gaat. En
vaak zijn deze laatste gevallen nog tragi
scher dan dc eerste.
Ik bedoel nu niet het passeeren van de
talrijke onbekenden, die wij dagelijks op on
zen weg tegenkomen. Maar er zijn zooveel
menschen, op wier ontmoeting wij prijs stel
len, menschen, met wie wij graag in aanra
king zouden komen en wier omgang wij
zoeken, omdat zij belangstellen in dezelfde
dingen als wij of met ons door eenzelfde ge
meenschap verbonden zijn. Het is pijnlijk,
met deze menschen in botsing te komen,
maar pijnlijker is 't nog, wanneer men, on
danks alle moeite van weerszijden, het ge-
wenschte contact niet kan vinden.
Wij voeren in huis of in den vrienden
kring een gesprek over het onderwerp van
den dag. Er ontspint zich een gedachtenwis-
seling. Maar in negen van de tien gevallen
praat men daarbij langs elkaar heen. Men
begrijpt elkaar niet, omdat men elk van een
verschillend standpunt uitgaat en elk aan
een bepaald gedachtenstelsel gebonden is.
Zulk een gesprek blijft onvruchtbaar. Aan
de botsing tusschen de meeningen ont
springt de waarheid, maar wanneer de mee
ningen elkander passeeren zonder elkaar
aan tc raken, is dc schermutseling zinne
loos.
Er bestaat een slag menschen, dat aan dc-
batteeren behoefte heeft. Querulante natu
ren, die niet zonder woordentwist kunnen
leven. Beroepsboksers in het kampwerk van
het leven, geestelijke Don Ouichots, die bij
gebrek aan ridders een steekspel beginnen
tegen schapen en windmolens. Maar er zijn
anderen, die het niet om gelijkhebben te
doen is, maar die in allen ernst worstelen
om een levensopvatting. Zulke menschen
stellen uit diepen zielsnood belang in de
meening van door hen hooggeschatte perso
nen, want zij hopen, door hun eigen gedach
ten aan die van anderen te toetsen, tot
klaarheid te zullen komen.
Voor zulke naturen is het een inderdaad
tragisch verschijnsel, dat er zoo weinig kans
bestaat, met het gedachtenleven van mede-
mcnschen in aanraking te komen. Ook wan
neer men zich voorneemt, geduldig te luis
teren, nauwlettend te onderzoeken en eigen
ooropgezette opvattingen prijs te geven om
zich beter in de tegenovergestelde opvatting
te kunnen plaatsen, gelukt het slechts zel
den, het andere standpunt tc naderen.
Wij menschen denken nu eenmaal groeps
gewijze in verschillende categorien. Geest
verwantschap is niet zoozeer een zaak van
weloverwogen overtuiging als wel van toe-
valligen aanleg en voorbeschiktheid. Er zijn
menschen, die denken met hun gevoel zoo
goed als er menschen zijn, die denken met
hun verstand. Men kan denken met zijn
hersens, maai- ook met zijn hart en zelfs
rnet zijn vuist.
En dan is er de verschillende waaide,
welke men hecht aan een woord. Dezelfde
uitdrukking brengt bij den één een geheel
anderen indruk teweeg dan bij den ander.
Woorden en uitdrukkingen zijn evenals ge
dachten en overtuigingen met een warnet
van wortels verwikkeld in de duistere
diepten van ons bewustzijn, waaruit het op
pervlakkige denk- cn spreek leven omhoog
groeit. Daar, in de diepte, zitten onze mcc-
ningen vast, cn wie met een handig argu
ment de topblaadjes afknijpt, raakt de on
uitroeibare plant zelf niet. Zoo blijven wij
ondanks woord cn wederwoord aan onze
oorspronkelijke overtuiging gehecht.
Slechts menschen van 't zelfde plan kun
nen in botsing komen en daardoor een we-
derzijdsche cn vruchtbare wisselwerking on
dergaan. Maar menschen, die volgens ver
schillende methoden voelen en denken, blij
ven op tragische wijze vreemdeling voor el
kaar. Zij kunnen elkander bcoordeelen, vei-
oordeclen, verketteren misschien, niaar deze
onderlinge taxatie mist alle vaarde. Zij bot
sen niet tegen elkaar, maar zijn gedoemd
langs elkaar te gaan.
Langs elkaar heen spreken, naast elkaai
leven zonder elkaar ooit te ontmoeten, hét
is het pijnlijke lot van velen onzer, die el
kander genegen zijn en met elkaar door den
band der vriendschap of de banden des
bloeds zijn verbonden, maar die voor immei
van elkander gescheiden blijven door ge
brek aan innerlijk contact.
Het is een van de moeilijkste levensopga-
ven, deze harde werkelijkheid zonder bit
terheid te aanvaarden.
Een heldenleven in den w*
ren zin des woords.
door
Professor dr. E. PETTERSOX.
Voor mij ligt een fotografie, de laatste
opname van Roald Amundsen, een portret,
dat zoo buitengewoon sprekend, zoo leven
dig is, dat riicn gelooft in een levend men-
schcn-gezicht te kijken.
Groote, open trekken met diep gesneden
vouwen, dikke borstelige wenkbrauwen
boven de heldere, ecnigszins moe uitzien
de oogen, een harde, smalle mond, een kin,
die uit ijzer gesmeed schijnt te zijn cn ver
vooruitspringt, en aan het gehecle gezicht
den stempel van buitengewone energie
geeft.
Deze foto, die toch zeker niet het werk
van een kunstenaar is, is voor mij een der
mooiste mannenportretten, die er bestaan.
Want uit deze trekken, die door een hard
en lang leven ontstonden, spreekt alles wat
den waren man kenmerkt, heldenmoed en
mcnschelijkheid, onbuigzame wil cn war
me goedheid, grootheid van hart cn over
leg, eerzucht en een lachend over alles
heen kunnen stapen.
Zooals deze foto hem teckenl. was
Amundsen. En omdat hij zoo was, een
prachtig mensch met elke sterkte en zwak
te, daarom was hij zoo geliefd door zijn
volk. Daarom is Roald Amundsen, die
nimmer meer terugkeerde van zijn vlucht
om Nobile te redden, voor Noorwegen nog
niet gestorven. Neen, hij leeft als een twee
de Barbarossa nog onder hen, nog in hen.
Ofschoon zijn eenvoudig huis .aan de
Trondhjem Fjord reeds vier jaar leeg
slaat
„Een Amundsen kan niet sterven", riep
destijds, den 14en December 1928. toen
overal in de Scandinavische landen het le
ven twee minuten zijn adem inhield om
den vermiste te eeren, een zijner vrienden.
Hij heeft slechts uitgesproken, wat ande
ren gevoeld hebben.
En deze woorden, dit gevoelen, zijn
meer waard dan het grootste standbeeld
van steen of metaal.
Herinneren wij ons, hoe het was, toen de
„oude uit het Noorden" opsteeg om in de
groote &nzaamlieid van de ijswoestijn, die
hij zoo liefhad, den dood te vinden.
Nobile, de kleinzielige, eerzuchtige Ita
liaan, droeg Amundsen geenszins vriend
schappelijke gevoelens toe. Amundsen had
n.l. geweigerd, en op zeer bruusken toon,
de Noordpoolvlucht \an de „Italia" mee te
maken. „Hij kan met ridderorden klap
peren, maar een luchtschip besturen kan
hij niet", zei toen de Noor, naar waarheid,
zooals later bleek.
Nobile antwoordde met een bcleediging,
die hetzelfde effect liad als een oorvijg.
„Is Amundsen 6oms bang?"
En toen de Italia verongelukte cn Nobile
hulpeloos in de roode tent lag op een ijs-
schol, die in den Oceaan ronddreef, steeg
Amundsen zonder een woord te zeggen,
met zijn vliegmachine op, alsof het van
zelf sprak en trok er op uit om zijn vijand
te redden. Niet om een goedkoope triomf
te vieren, maar allGen omdat hij wist, dat
niemand anders elke vierkante K.M. van
het Noordpoolgebied zoo nauwkeurig kende
als hij.
Amundsen is niet meer van zijn vlucht
teruggekeerd. Een heldenleven eindigde
daar, waar het begonnen was, in het eeu
wige üs.
In 1903 trok hij er voor het eerst op uit
om het Noorden te veroveren, den Noord
pool to bereiken. Met de „Gjöa", een oud
karkas van een scheepje, wist hij zich na
zijn tochten naar Groenland en Spitsbergen
een weg te banen in Noord-Westelijke
richting naar Amerika.
De wereld was enthousiast over deze
daad, toen hij in 1906 eindelijk terug
kwam.
Toen kwamen spoedig achter elkaar
steeds nieuwe tochten in het Noorden en
vervolgens dc Zuidpool-expcditie. Het werd
een wilde wedren tusSclicn 'Amundson en
Scott. Van verschillende kanten gingen de
twee concurrenten het ijs te lijf. Maar toen
Scolt aankwam, waaide aan de pool reeds
de Noorscho vlag cn lag er een steen met
de inscriptie: Amundsen.
Toen de overwinnaar, wien liet gelukte,
al zijn menschen naar het. punt van uil
gang terug te brengen, hoorde, dat de
Scott-cxpoditie verloren was, wilde hij da
delijk weer omkeeren cn trachten hulp te
bieden! Hij zou te laat zijn gekomen, want
Scott cn zijn kameraden waren intusschcn
omgekomen.
In 1919 cn 1922, nadat hij dc resultaten
van zijn expeditie, in schitterend geschre
ven boeken heeft opgeteckcnd, strijdt
Amundsen opnieuw met het ijs, ditmaal
weer in het Noorden. In 1923 onderneemt
hij dc eerste poging om dc Noordpool per
vliegmachine te bereiken. Maar dc machine
wordt vernield cn het eeriige wat hij van
deze reis meebrengt zijn schulden.
Niet veel beter gaat het met dc tweede
vlicgluigexpcditie, die hij met twee Dor-
nier-Wals onderneemt. 80 K.M. van het
doel moet hij een noodlanding maken cn
blijft maandenlang zoek. Als hij weer op
duikt, haalt lnj over dit mislukken de
schouders op cn begint met voorbereidin
gen voor een nieuwe vlucht. De „Norge",
liet eerste in Italië gebouwde luchtschip,
wordt gekocht en Nobile als piloot geënga
geerd.
In Mei 1928 volgde de start. Zij vlogen
van Kingsbay over de pool naar Teller op
Alaska, maar onderweg reeds kwam het
tusschen den rustigen, ervaren Noor cn den
ijdélcn, zelfgenoegzamcn Italiaan tot lioog-
loopende ruzie, die bijna in handtastelijk
heden overging.
Als Nobile thans, oi» den dag dat Amund
sen 00 jaar oud zou zijn geworden, aan
zijn grooten tegenstander denkt, moet hij
zich - toch wel bitter schamen over het
schreeuwende onrecht, dat hij destijds
Amundsen in woord en geschrift heeft aan
gedaan
En dan het einde
Er zijn nog menschen in Noorwegen, die
gelooven, dat Amundsen op zekeren dag
terug zal keeren, dat hij niet verdronken
is cn niet bevroren, maar dat. hij ergens
leeft bij de. Eskimo's, bij Magito, zijn klei
ne vriendin.
Terugkeeren zal Amundsen niet. Maar
gestorven is hij evenmin. Voor de Noren,
zijn landgcncolen niet en niet voor ons.
Omdat menschen, die helden zijn, in den
besten zin van liet zoo vaak misbruikte
woord, niet sterven kunnen in het hart
van diegenen, die hen liefhebben cn bewon
deren.
Amundsen was een held. Zijn leven, een
voortdurende strijd met het ijs en de kou
de, was eon heldenleven, vol ware groot
heid cn succes, maar ook een leven gevuld
door arbeid en gekenmerkt door een doel
bewustheid, zooals noch Barnes, noch Ste
phenson, noch Scott, noch N'ansen die be
zaten. Dat hij moest sterven ergens in het
ijs, is bitter voor ons, de levenden. Dien
dood had hij waarlijk niet noodig gehad
om onsterfelijk te zijn.
X
NU
Val
VN.
Nu komt de vacantietijd spoedig weer aan,
De tijd van het reizen en trekken,
De tijd, dat we allen naar buiten toe gaan,
Kampeeren op bosohrijkc plekken.
De buitenman trekt naar de stad of het strand,
Da's weer eens vcrand'ring van spijze,
De stadsmensch vertoeft oj> 't land'lij'kc land,
Is beu van 't vermoeiende reizen.
Nu maken we tochtjes per auto of fiets,
En heb je geen enk'lc van deze,
Een stevige wand'ling, wel die kost je niets,
En kan soms veel mooier nog wezen!
Nu is er voor klagen cn kliemen geen tijd
En doen we precies, wat we willen.
Vacantie wordt slechts aan genoegens gewijd;
Geen mensch, die ons nü kan bedillen.
Nu liggen we fijn languit op ons gemak,
Te lui'ren in geurige heide
We dragen ons oudste, maar prettig-stc pak,
Conventie zet dat' maar terzijde!
Toe menschen, geniet toch zooveel als het kan,
Geniet van die heerlijke dagen
Want straks zit je weer op kantoor, arme man,
Je hersens met cijfers tc plagen!
Geniet van dc heerlijke, vrije Natuur
En blijf toch zoo min-mooglijik binnen!
Dan zul je. met vécl plezier en vol vuur,
Daarna weer met werken beginnen!!
Slechts één ding, dat moet mc nog even van 't hart..
Voordat ik dit lied ga besluiten:
De liefde... daar kunnen, behalve de mensch,
Ook dieren en planten niet buiten!!
Wilt gij daaraan denken, wanneer gij zoo straks
W at versche... gezondheid gaat halen,
En wil deze (ja, want zoo zijn er helaas!)
Dan mèt met... vernieling betalen!!!
Men wake tegen ontluistering
van het landschap
Het moderne stadsbeeld kunnen wij ons
zonder de reclame niet meer denken. Wie bij
avond wandelt door Amsterdam, door de
Kalvcrstraat, over het Muntplein bijvoor
beeld, ziet de glans en de schittering van de
moderne lichtreclame in uitbundige over
vloedigheid. We moesten daar eerst wel aan
wennen. Een jaar of tien geleden gaf het
uitzicht van het Koningsplein of op Singel
cn Munttoren nog het beeld van een intiem
oud-IIollandsch stadshoekje, waaraan de
fleurige bloementooi van dc markt aan de
Singeloever frissche bekoring gaf. Nu is veel
van dat intieme, fijne karakteristieke weg
gedrukt, doodgedrukt door de reusachtige
reclame-installaties die aan dc gebouwen
cn hoog op de daken brutaal zich naar vo
ren dringen; bij dag al, maar vooral bij
avond de aandacht voor zich opeischen en
voor zich alleen. 1-Iier cn elders heeft deze
reclame schadelijk voor het stadsschoon ge
werkt. Maar aan den anderen kant, in de
centra der groote steden, der wereldsteden,
zooals Amsterdam er ook een begint te wor
den, is de lichtreclame niet tegen tc hou
den en het valt zelfs niet te ontkennen, dat
zij hier en daar ook wel iets van nieuwe,
felle schoonheid heeft gebracht in het mo
derne stadsbeeld en allengs onvermijdelijke
factor is geworden.
W7cl zal het zaak zijn, niet overal en niet
onbeperkt alle reclame toe te laten. Er zijn
punten en plekken, wier stille, sobere, voor
name schoonheid door de felle klatering der
moderne kleur- en lichteffecten al te zeer
zou worden geschonden. Hier moet beper
kend en afwerend worden opgetreden.
Hoe staat het met de reclame in de vrije
natuur? Hier en daar treurig. Gij herinnert
U van uw treinreizen wel de gi'oote houten
chocoladekoppen, de zeepreclarnes, de ge
weldige bontbeschilderde borden die dc aan
dacht der reizigers willen trekken en dat
ook inderdaad doen op schreeuwerige wijze,
Ik koop juist als 't eenigszins kan niet bij
de firma's die op deze wijze het schoone
landschap schenden cn als wij ons allemaal
op dat standpunt stelden, dan was het met
deze ontsieringen spoedig gedaan. I-Iet
wordt al beter trouwens dan het geweest
is, nu verschillende provincies en gemeen
ten verordeningen hebben vastgesteld tot
wering van ontsierende reclame. In het
landschap, mogen wij wel kort en goed zeg
gen, werkt alle reclame ontsierend. In de
steden moest ordenend, regelend, beper
kend worden opgetreden; in de vrije natuur
is een absoluut verbod noodzakelijk. Wie in
Belgie en in Frankrijk langs dc groote we
gen gaat, ziet daar een ontstellende ontluis
tering van het landschap door een bonte
chaos van borden, die alle plezier voor den
tourist langs deze hoofdwegen bederft.
In ons land is het gelukkig zoo erg nog
niet, maar er dient ook gezorgd te worden
dat het hier zoover niet komt. Zoo af en
toe zijn cr dreigende symptomen: in een tot
dusver onbedorven landschap verschijnt op
eens een reclamebord, het begin van drei-
gendo voortgaande ontluistering. Dan is het
voor dc betreffende gemeentebesturen hoog
tijd zoo spoedig mogelijk een verordening
vast te stellen die deze reclame in het land
schap radicaal verbiedt.
In de komende weken zullen weer dui
zenden dicht bij huis of ver van hun woon
plaats de ontspanning cn de verpoozing zoe
ken, de stilte en de toewijding van 't wijde,
ongerepte land, de wolkenhemel, dc koren
velden, het bosch, de hei, de zee. Dan vra
gen wij rust, groen en bloemen, vogellied en
windgeruisch. Geen daverende geluiden,
geen schelle schatering van verblindend
licht en schreeuwende reclames.
Er zijn den laatsten tijd zelfs pogingen
gedaan om de vrije hemel te beschrijven
met reclames uit vliegtuigen. Die kant moe
ten wij zeker niet uit. Voor reclame is de
krant goed cn de Kalvcrstraat. Maar laat de
wei voor het gras, de bloemen en de koeien
blijven, de hei voor dc schapen, het bosch
voor dc vogels, de hemel voor de snelge
wiekte zangers ook en alles in zonnige zo
mer, rein en onbedorven tot vreugd voor den
mensch, die stilte en schoonheid begeeft.