a HET BLOEMEH-GIETSTERTJE Kleurenblind Raadselhoekje Oplossingen der raadsels uit 't vorige nummer. Voor grooteren. Voor kleineren. Om op te lossen. Voor grooteren. Voor kleineren. RubriekvanOomPam xxxxxxxxx x x DE 100-SPRONG Wij hebben bij ons in den tuin Veel mooie bloempjes staan! Doch weet je, wat zoo jammer is? 't Wil maar niet reeg'ncn gaan! En a.ch, die mppie blocrqetjes Zijn nu in grootcn nood. Moes zegt, wanneer 't niet anders wordt, Dan gaan ze alle dood! Maar 'k weet daarop >vel goeden raad. Wat denk je, dat ik doe? 'k Ga met mijn eigen gietertje Vlug naar die bloempjes toe! En 'k geef ze flink te drinken, hoor! 'k Begiet ze kper op keer! Als 't morgen nog niet reeg'nen wil, Zeg bloempjes, kom ik weer! r R. WIKKEL. (Nadruk verboden). 1. Patagonië. Geit, Piet, Taag, ton, toga. H A N S A D E h N E W A S L A P X Erica (heidebloompje en plaats in Drente). 4. Een viool. 1. r w ia (1 wind. 2. Schel, de; Schelde. 3. Aal, bes; aalbes. i G s n s Uleters. „Moeder, wat is kleurenblind?" vraagt Pietje. Moeders antwoord luidt: „Iemand, die de verschillende kleuren niet onderscheiden kan, die b.v. een roode roos groen noemt en een groen blad blauw." Pietje kan zich wel niet goed voorstellep, dat er zulke menschen zijp hij vindt ze zelfs erg dom! maar als Moeder het zegt, ia het natuurlijk zoo. Een paar dagen later moet hjj voor Moe der een boodschap doen. 't Is in dep schoon maaktijd en hjj moet blau>v kastpapier halen. Pietje is echter met zijp gedacjiten elders, als Moeder 't hem zegt en onthoudt alleen, dat het kastpapier moet zijn. De vereischte kleur vergeet hij. En als hjj nu in den wipkel staat en daar toevaljig rood kastpapier ziet, zegt hij: „Twaalf vel rood kastpapier, alsjeblieft.'' Als hij er mee thuis komt on Moeder het verkeerde papier ziet, roept zij veroptwaar- digd uit; „Maar Pietje, j ij bent toch niet kleuren blind!" De jongen kijkt haar vragend aan en Moeder gaat voort: „Ik had toch gezegd, dat je blauw kastpapier halen moest!" Pietje krijgt er eon kleur van; zóó schaamt hij zich. Plotseling Bchijnt hem echter iets in te vallen en hij zegt oolijk: „Ik ben misschien kleuren doof, Moe der. Toen ik in den winkel stond, wist ik heusch niet, wat voor kastpapier ik hebben moest." „Je bent een domme jongen! Ga 't maar gauw rullen!" zegt Mooder lachend, want ze hoeft toch schik in het antwoord van Pietje. CARLA HOOG. (Nadruk verboden). Op de heide kruisjeslijnen komen groote roofdieren. XXX G a P I 1 e b o b e i r a 1 lo rij 2 o 3o 4o 5o Go een medeklinker, iets, dat geleerd moet worden, een vogel, dien men jn de nabij heid vap )ict strand vindt, 't gevraagde woord, iets, dat men in een ei vinden kan. een weefsel van een heel klein diertje. een medeklinker 2. Verborgen bloemen. Ik zal het briefje aan je reisgenoot sturen. Moeder laat liever Ben alle boodschap pen doen. Marietje was te roekeloos met haar poppen. Jan Bolle liep den hond tevergeefs ach terna. 3. Mijn geheel noemt een bepaald soort berg. die met 7 letters geschreven wordt. 1. 5, 3, 4 is een roofvogel. Een 4, G, 7 kan een vloeistof bevatten. 7, 2, 3 is al heel weinig. 1, 5, 6, 4 beteekent dikwijls. 4. Mijn tante maakte een reis naar Als zii deed, zooals de plaats heette, had zij niets geon plezier. Waar ging mijn tante naar toe? 1. Met w ben ik oen govaarlijk dier, met D een jongensnaam en met g vindt men mij in de zee. 2. Vluchtigjes, luchtigjes Zweef ik in 't rond, Kus er de bloempjes, maar Baak niet den grond! Geeltje of witje of Andore tint, 'k Donk vast, dat jodcr mij 'n Beeldje wel vindt! 3. Mijn broertje had iets op zijn fiets om het pak onderweg niet te verliezen. Door oen vergissing deed hij het er echter niet. good om en 't zat zóó door elkaar, dat hot een insect werd. Hoe kan dat? 4. Vul de rijmwoorden in: In mijn droom was ik in Artis En lk' droomde van een gans, Die heel sierlijk en bekoorlijk Deed een nicuwerwetschcn In een hok met dikke tralies Stond een logge, bruine beer Even verder liep een ijsbeer Steeds maar, steeds maar heen en 'k Hoordo papegaaien krijsehen En ik zag heusch waar! een aap Koffie malen en zelfs lezen Als een doodgewone - Juist zou Jumbo 't olifantjo Kunsten doen, maar 't was plots uit, Want hij blies mij met zijn slurfjo Wakker en dat was 't be (Nadruk verboden.) Beste Nichten en Neven. Deze weck zal ik jullie een en ander ver tollen over het bozoek aan dc wereldbe roemde Aareschlucht, dit is een geweldig groote kloof tusschen de rotsen in de nabij heid van Meiringen, waar de rivier de Aar tusschendoor stroomt en waar ook menige waterval is. Deze tocht hebben we on een morgen gemaakt bij vrij goed weer; dat wa. de eerste dag waarop we maar evpn regen hebben gehad en waarop we voor een groot deel van den dag de mooie sneeuwtoppen hebben kunnen zien. Jullie begrijpt dus zeker wel, (lat wc in een reu zen yroolijitp stemming waren. Wij hebben dien dag ook van die aardige groene nlpep- hoedjes gekocht en die verwisseld met onze doodgewone hoofddeksels, 't Stond in 'den beginne wel vreemd, doch later vonden we het ook al weer heel gewoon. Wij waren al vrij spoedig bij de mooie Aareschlucht, welke onze verwachtingen verre overtrof fen heeft. Het is moeilijk om precies te gaan beschrijven wat we daar gezien heb ben, doch als ik jullie vertel, dat \ye ruim een uur in die rotskloof hebben gewandeld, kan je misschien een idee krijgen van dc geweldige grootte. Men heeft langs den stellen rotswand brugjes gebouwd, welke gedragen worden door ijzeren balken, welke in den rotswand zijn aangebracht. Sommir gen van ons vonden het eng om van die hoogte naar beneden te zien, doch ik heb gelukkig nooit hoogtevrees. Het bezopk aan deze mooie Aareschlucht zal me lang in het geheugen blijven! Het overige deel van den dag werd be steed aan een mooie wandeling over den Haslibcrg via de prachtige bergdorpjes Holifluh, Wosscrwendi en Golderen. Hier hebben we genoten van de vele mooie uitzich ten en de watervalletjes, die daar even groot in aantal zijn als hier in Holland dc slooten. Wij hebben zelfs in een van die watervallen een paar leden van ons gezel schap op een rotsblok gezet en hen zoo ge fotografeerd. Ja, jullie begrijpt zeker wel, clat ik ljcel wat leuke foto's heb gemaakt onderweg. Dan heb ik op dien tocht nog iets moois gezien: het ontstaan van wolken. Zóó was liet beneden ons geheel helder en plotseling zag je op bepaalde hoogte een wolk ontstaan, hetgeen een verbazend in teressant gezicht is. Een prachtig uitzicht hadden we Qp dien tocht ook op liet hoog gebergte (Wettérhörner 370Q meter), op den Rosenlanigletscher en op het meer van Brienz. Het leuke van dezen tocht was ook het passceren van de verschillende herders- hutten en liet grazen van de bergkoeien, die met, hun giopto bellen om hup nek zoo'n eentonig concert geven. I-Iet viel me op deze wandeling bijzonder op, dat er op die betrekkelijk gróotc hoogte nog zooveel plantengroei is. WJj zagpn ongeveer dezelfde planten als bij ons in Holland in het weide landschap. Deze week is het verhaaltje een beetje kort, doch vólgende keer, als ik jul lie ga vertellen van rn'n tocht naar den gletscher, welke ongeveer 9 uur heeft ge duurd heen en terug, zal het wel grooter zijn. Dan vertel ik jullie van sneeuwpret en ijs-eten zoo uit de gletscher. En dat in Juni! Vinden jullie dat niet aardig'? DE CORRESPONDENTIE. G c r b e r a Jo bent van harte welkom. Je briefje was vorige week te laat orp nog te kunnen worden beantwoord. Wat heb jo een prachligen schuilnaam gekozen; heb je dien zelf bedacht Je wordt bedankt voor ie plaatjes. liet briefje moet voor Woens dagmiddag 2 uur bezorgd zijn. Huishoudstertje Bedankt voor je gift. Ja, je moet 'steeds erbij zetten wél ke bonnon je wilt hebben, want ik kan het niet steeds onthouden van al die nichten en neven. Deze weck heb ik alleen maar een' paar sigarettenbons voor je. Je gaat naar con prachtige streek; ik heb er vroe ger wel eens gekampeerd, het is er schitte rend! Zw a r t k o p j o. Kou zeg, dat is een mooie lange vacantie; Ga je nog uit logeeren? Ik hoop voor je dat het beter w eer wordt, want aan rogen heb je ook niet voel. S p r i n k h a a n. Bedankt voor je gift. Jullie zult in dat dierenpark wol veel pret gehad hebben hé, dat kan ik me zoo voor stellen. Ga jc met de vacantie ook nog uit? T o in poes Je* vertelt me zokcr wel oens hoe je rapport was hè; ik stol daar al tijd veel bolang in. Bedankt voor je gift. Ik hen blij voor jc, dat het book zoo in je smaak valt; het was zeker wel een verras sing hè? Kikker Gefclicitcord met je goede uitslag. Nu ben je ernog lang niet want nü komt pas dc lijd dat je hard moet- gaan werken! Ik zal het je heusch niet kwalijk nemen als je na de vacantie niet weer mee doet; schoolwerk gant altijd vóór!. Zilverblad Jullie boft tegenwoor dig aardig zeg, met die schoolreisjes; die pret heb ik vroeger nooit gekend. Ik zou haast weer naar school gaan terugverlan gen! Valk Bedankt voor je gift. Waren dc raadsels nu werkelijk zoo moeilijk of heb jo er niet voldoende tijd aan besteed? Ik heb nog maar een paar duifmerken voor jc; zc zijn erg schaarscl». Roodborstje Dat is leuk w^erk hè, zoo'n nacht te gaan visschen; ik heb hot vroeger ook veel gedaan, maar nu loont het haast do mooito niet meer. Dan ben je cr nog vrij goed afgekomen; veronderstel, dat er eons veel water in die sloot had gestaan! Dat ia oen ontzettend vermoeiende dag voor jc geweest Onrust Bedankt voor je gift. Het is maar te hopen, dat jullie aan zee wat be ter weer krijgt, want daar heb je wel wat warmte noodig! Vond je het eerste raadsel nu werkelijk zoo moeilijk? Cupido Bedankt voor je nieuwe raadsel; ik zal liet plaatsen, hoewel het niet gemakkelijk is, daar het geen bekend spreekwoord is, maar meer een gezegde. Jullio hebt jc op het schoolreisje toch nog aardig vermaakt. Kemphaantje Bedankt voor je plaatjes. Ik hoop voor je, dat je veel ple zier zult hebben in Rotterdam; je moet be slist eens een tochtje door de havens ma ken, dat is altijd wel aardig. C1 y v i a Ik hoop, dat je volgende weck een langer briefje zult schrijven, want nu is het wel erg kort. De oplossingen. I. (Ootmarsum) (Oostzaan) SCHOOLREISJE C u'l tivcci cn Huisduinen O 1 dc n a f}l Overvpcn L o c r d a rp R ij t u i g E m m e n Inkt Sok Jo E Hooge boomen vangen vaol wind met fio woorden: boeg, voeden, wind, Hoogland en Vccndam. De prijs is deze week vopr Kikker, die hem Maandag aan pns bureau kan komen afhalen. Nieuwe raadsels. X 9 - x X X Op c|e kruisjeslijnen komt de naam van een plaats in Groningen. Op de le rij: een medeklinker. Op de 2e rij: een lokmiddel. Op de 3e rij: een vrucht. Op de 4c rij: een droge sloot. Op de 5e rij: het gevraagde woord. Op de Ge rij: iets wat men op icderen brief vindt. Op de 7e rij: eep schoenmakerswerktuig. Op de 8e rij: iets >yat aan ieder huis zit. Op de 9e rij: een medeklinker. II. Mijn geheel is een spreekwoord, dat uit 5 woorden bestaat en met 30 letters >vordt gesphvevon. 25, ?Q, 1G, 10, 14 is een brandvrije ruimte. IS, 26, 1, 1, 30, 1?, 21 werpt men niet op stpao t. G, 2, 8, 3, 13, is een plantje met paarse bloe men. 5, 22, 19, 27 is een plaatsje in Zeeland. 9, 7, 30, 12, 23, 20, 15, 29, 24 is een villadorp ip Utrecht. 22, 11, 28, is een plaatje in N. Brabant. ONZE RUILHANDEL. Huishoudstertje kan een paar si- gurcttenbonnen komen halen. Zwartkopje kan een paar postzegels krijgen. Gerbera kan een paar Drostebonncn en roodbandplaatjes komen halen. Tompoes kan een v. Nolle's merk, oen boekenbon en een paar Kwattasoldaatjes Krijgen. Valk kan een paar d 14 if werken, 1 peli- kaantje (&n paar Hagcnbcckplaatjes, Am- stelpenningen, cactusbonncn cn Hille's bon nen halen. Roodborstje kan een Turmacbon, eon paar andere 9igarettenbons en een paar Am- stelpenningen komen halen. De onbekende, dio me een paar v. Houten's bonnen heeft gestuurd, wordt vriendelijk voor zijn (haar) gift bedankt. Mevrouw P. kan in ruil voor haar gift eon paar cactusbonnen laten halen. Onrust kan oen paar. sigaretten dook- jes en een paar voetbalplaatjes komen ha len. Tom Mix kan in ruil voor zijn gift een paar roodbandplaatjes, een filmfoto en een paar Sickesz-wapentjes krijgen. Kabouter kan in ruil voor zijn gift een paar cactus-bonnen on oude Verkado's bon non komon halen. Kemphaantje kan een paar cactus- bonnon cn oen boekenbon komen halen. Alle bonnen en plaatjes kunnen na Maandagmiddag 3 uur wordon afgehaald. OOM PIM. (Vervolg). „Nee," zei Miesje kort, draaide zich om cn liep naar huis, het touw sleepte achter haar aan. Hetpleiziervandcndag was voor haar weg. De zonneschijn die ze altijd heer lijk vond, was haar nu veel te warm. Toen de poes van Tom cn Kitty spinnend togen haar beenen streek, trok ze haar beentje terug. „Akelige poes," zei Mies, „je bont net zoo naar als Tom en Kitty". Natuurlijk bodoelde ze liet niet zoo, maar zoo is iemand altijd die „het land" heeft. Dan is het of alles om jc heen veranderd is, maar dat komt omdat jo zelf anders bent. Thuis gekomen, zag Moeder dadelijk dat er wat aan de hand was, cn ze zei maar niets. „Ze is zeker moe", dacht ze bij zich zelf, cn ze vroeg aan Wies of ze Miesje oven naar bed wilde brengen. Aan Wies vertelde Miesje van do honderdsprong, en zc vroeg haar of ze die kende. „Ik ken hem niet," zei Wies, „maar we zullen het mor gen aan Moeder vragen. Die is zoo veel ouder die weet alle sprongen van vroe ger nog." Dat vond Miesje 'n goed idee. In haar bedje bedracht ze dat ze het aan haar grootmoeder kon vragen, als moeder het niet wist. Grappig, grootmoeder had vroe ger natuurlijk ook touwtje gesprongen. Dat kon je je niet meer voorstellen, van de kleine grijze dame. Miesje kon maar niet slapen. Ze hoorde Wies naar bed gaan, en even daarna ook Daan. Nu gaan Vader en Moeder ook di rect naar bed, dacht Miesje. Ze luisterde naar het tikken van de klok. Gek, als je lang luisterde was het of soms de klok op hield met tikken, en dan begon hij ineens weer. „Ting, ting..." begon opeens de klok to Slaan. Miesje telde: „één, twee, drie..." Bij de twaalfde slag was het of er plotseling iets op haar deken viel. Het kwam niet veel harder aan als een ping-pong-balletje. Miesje ging overeind zitten, en toen zag ze dat het niet een ping-pong-balletje, maar pen mannetje was. Zijn lichaampje leek wat op een rond balletje, zijn armpjes wa- j*ep duP als viicgcnpoptjcs, en zijn oogjes rolden op steeltjes uit zijn hoofd net een gclukspoppetje dacht Miesje. „Dat ben ik ook, Miesjo", zei het manne tje, „en ik geloof, dat je wel een beetje ge luk noodig hebt. Raad eens waarvoor ik kom." „Voor de honderdsprong," zei Miesje. „Goed geraden," zei het monnetje. „Kom piaar gauw-" „Moet ik zóó gaan," vroeg Miesje verle gen. „Ja natuurlijk," zei het mannetje onge duldig, „laat dat maar aan mij over." „Kan je me het niet in fle gang leeren?1 vroeg Miesje. „Neen, natuurlijk niet, dan wordt ieder een wakker." „Moeten we het dan op straat leeren," vroeg Mies. Toen kon ze niets meer vragen. Ze werd opgepakt en door de lucht geslin gerd, tot ze merkte dat ze langs een mane straal rolde op een groot weiland! Ze was nu zoo klein als het mannetje dat naast haar stond. Hij klapte in zijn handjes en toen rolden er pog meer kereltjes langs de manestralen naar beneden. Allemaal ge- luksmannctjes," zei Miesje. „Ja, wij zijn de geluksmannetjes die de kinderen helpen moeilijke raadsels op te lossen. Nu zullen wij je de honderdsprong leeren. Eerst moeten we een touw hebben". Dat was er gauw genoeg. Een kruisspin draaide een flink lang springtouw in el kaar van haar draden. Zouden ze misschien met zijn honderden tegejijk springen? Twee mannetjes draai den het touw. „Ik één, ik twéé..." riepen de mannetjes door elkaar. ,,Pat bqeft niet," zei pet geluksjnanne- t jc, „wp springen al jen tegelijkertijd: staan Yolgeps grootte". Dat hoefde pok niet, want ze waren .even groot. Toen probeerden ze tegelijk een sprong te doen. Dot ging heele- maal niet, ze rolden over den grond. Ze deden het nqg eens ze pakten elkaar bij cJ6 hand, en telden: „éón, twee, drie." Pat ging beter, maar na acht sprongen ging het weer mis. „Zoo moeten we honderd sprongen ma ken," zei het geluksmannetje. „O! Houd op, houd pp," riep de maan. „IK word dol van dat gespFing!" „Laat ons toch springen," riepen de ge-i luksmannetjes. Ze sprongen tot twintig. „Houd op, houd op," riep de maan weer. hardop, zóó hard dat zo plotseling haar oogon opensloeg, en toen keek ze in het gezioht van liaar Moedor, dio lachend riep: „Iloud op, houd op.,." Miesje lachto plotseling om haar Moeder die ze in haar droom voor do maan had aangozien. Ze vertelde hot ook aan Wies. Wies lach te hartelijk, en toon zei ze plotseling: „Nu houdon wij Oom Jean voor de gek, want het was natuurlijk een grapje van hem. Als hij je naar de honderdsprong vraagt, dan zog Je dat je een heel lang springtouw en honderd kinderen noodig hebt om de sprong to doen. Voor het touw en de kin deren moet hij dan maar zorgen." Dat leek Mies een goedo oplossing. Het was weer Woensdagmiddag, en 's middags wachtte Miesje op straat op Oom Jean. Ze zag hom in de verte al aankomen, en zo sprong in looppas naar hem toe. „Dag Mlos." „Dag Oom Joan." „En Mies... ken je dc honderdsprong....* „Ja, Oom Jan." „Hè....?" Oom Jean zette groote oogen op. Ilij had zelf nog nooit van de honderd sprong gehoord, het was een verzinsel van hem. „Ja Oom," zei Miesje met haar ernstigste gezicht. „Ik hoef alleen maar een touw van een K.M. lengte en 100 kinderen te hebben, dan zullen wij voor U de honderdsprong doen." Oom Jean schoot in do lach. „Dio is goed. Dan mogen we wel de straat afhuren voor al die springers. Je hebt het nu begrepen, en je raag met mij mee hoor kleintje, en Daan en Wies ook, maar het springtouw blijft thuis, begrepen." Mot Mies op zijn rug kwam Oom Jean thuis, en ze vertelden do honderdsprongen- geschiedenis aan tafel. „Nu weet ik nog een raadsel," zei Vader. „Wie kan in zijn eentje de duizendsprong maken?" Dat was moeilijk. Mies wist bet niot te bedenken. „Het is een dier met veel pooten," hielp Vader. „O," juichte (piesje, „een duizendpoot!" „Goed zoo," lachte Vader. „Eigenlijk is het verkeerd," zei Daan, „want hij heeft twee pooten noodig om te draaien, hot is dus de negenhonderd acht en negentig sprong." „Dat is al te moeilijk om uit te spreken zei Oom Jean. „Wij gaan zeilen, wat jij Mies." „Even de honderdsprong leeren Oom," zei Miesje ondeugend.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 20