„HET WORDT WEL WEER BETER" DE A.V.R.O. IN 'T AFGELOOPEN JAAR EEN SALDO OVERSCHOT VAN 4 TON De omroepstrijd verstard Onze Postviiegcr s onderweg BIJKANTOOR Amersfoortsch Dagblad SOESTERWEG 107 TEVREDENHEID OVER DE LUISTERVINKEN De kwestie over de 1875 M. ,,'AIs de A.V.R.O. is de omroep van de millionairs, dan zijn het gierige millionairs" Zaterdagmiddag is te Rotterdam de alge- meene vergadering van de A.V.R.O. gehou den. De voorzitter, de heer G. de Ciercq, heeft de vergadering geopend met de vol gende rede: Openingsrede. Ik open deze jaarlijksche algemeene ver gadering van de A.V.R.O. en ik heet u, af gevaardigden van de 12 gewesten onzer vereeniging, hartelijk welkom als de ver tegenwoordigers van de leden-luistervin- ken uit het gehcele land. Zelden hebben wij zooveel luistervinken op een algemeene vergadering bijeen ge zien als deze keer het geval is. Ik schrijf dat toe aan de plaats der vergadering, waarvoor ditmaal Rotterdam is aangewe zen, en Rotterdam is altijd een geweldig sterk A. V. R. O.-bohverk geweest. Ik begin met te verklaren, dat het onze vereeniging in het afgeloopen jaar buiten gewoon voor den wind gegaan i6. De bijdragen van de luistervinken waren verleden jaar begroot op /5S0,0O0. In wer kelijkheid 6telden de luistervinken ons ech ter een bedrag ter beschikking van bijna ƒ678,000. De netto baten uit de Radiobode begroot ten wij op 450,000, terwijl ze in werkelijk heid bedroegen ruim ƒ485,000. De baten uit de A.V.R.O.-uitgeverij, zoo als schema's etc., werden begroot op ƒ5000, doch beliepen in werkelijkheid ruim 42,000. De interest van het belegde kapitaal 6teeg tot bijna 48,000. Het saldo overschot, dat verleden jaar ge raamd werd op 200,000, bedroeg in wer kelijkheid meer dan 400,000. Hiervan moet ik echter ongeveer 166,000 aftrek ken, wanneer ik het zuiver boekhoudkun dig verlies op de waarde van ons effecten bezit. in rekening breng. Met deze cijfers voor oogen i6 het niet noodig, dat de voorzitter van de A.V.R.O. nog lang uit\Vijdt over den toestand der vereeniging; die toestand is kerngezond en als een granietrots zoo krachtig. Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat wij vernamen, dat er in officieele kringen, die iets met den Omroep te maken hebben, gezegd werd: „Weet'u waf'wij nu zoo on sympathiek vinden bij die A.V.R.O.. dat is het rammelen in deze droevige tijdsom standigheden met den geldzak." Dames en hecren, tegen zulk een bewe ring moet ik protesteeren. Het protsig ram melen met den geldzak is onder alle om standigheden en door wio het ook gebeurt, een weerzinwekkend bedrijf. Ik roep ech ter alle aanwezigen, die geluisterd hebben naar microfoonpraatjes en die de Radio bode hebben gelezen tót getuige, om te ver klaren, dat de A.V.R.O. zich nooit schul dig gemaakt heeft aan het „rammelen met den geldzak". Integendeel, voortdurend is er op gewezen, dat de groote bijdragen, die aan onzen omroep ter beschikking wor den gesteld, in een behoorlijke verhouding staan tot onze behoeften. Wij hebben ge lukkig groote inkomsten, maar daar tegen over staan groote uitgaven. De programmakosten in 1931 bedroegen bijna ƒ578,000, terwijl de bedrijfskosten be liepen 276,000. Voorts bedroegen de kos ten van het drukken, administreeren, re dactie en verspreiden van ons officieel or gaan ƒ882,000, zoodat alles tezamen de uit gaven ruim 1,732,000 bedroegen. Men zegt nu, dat de A.V.R.O. is een om roep van de bourgeoisie of een omroep van millionnairs. Als het een omroep is van millionnairs, zijn het nogal gierige million nairs, die aan de A.V.R.O. contribuecren, want dc gemiddelde bijdrage dier million nairs is 2.50 per halfjaar. Iedereen van ons weet, dat de A.V.R.O. is een werkelijk algemeene omroepvereeni- ging, die onder haar leden telt welgestelde burgers, zoowel als eenvoudige arbeiders en de laatste categorie is de grootste. Verleden jaar was het ledental tengevol ge van allerlei oorzaken met enkele duizen den teruggeloopen. Op dit oogenblik heb ben wij ruim 165,000 leden en onze propa- gandadienst heeft tot doel gesteld en de vooruitzichten zijn goed, om op 1 October a.s. dc 175,000 te overschrijden. Met betrekking tot de bezetting van den voorzitterstoel in onze vereeniging een en kel woord. Ik heb deze functie sedert de vorige jaar vergadering na liet aftreden van dr. Mol- huysen ad interim waargenomen. Sinds dat oogenblik heeft het voorzitterschap herhaaldelijk een punt van bespreking uit gemaakt in onze bestuurscolleges. Wij wa ren het er over eens, dat, wanneer wij voor het voorzitters-ambt een 100 A. V. R. O.-man wenschtcn, die voor dat ambt de menschelijke en technische eigenschappen bezat, wij niet lang behoefden te zoeken. In onzen kring vonden wij er meer dan eer- Maar wanneer wij iemand begeerden, die groot gezag kon laten gelden op de plaat sen, waar de omroepzaken uiteindelijk wor den beslist ik bedoel in het millieu der regeeringspersonen, in Den Haag dan moesten wij wij doen ons zelf niets te kort door dit te erkennen uitzien naar een figuur builen onzen kring. Er is een aantal van zulke personen ge noemd en een enkele is gepolst. Maar wij ▼oelden bij deze onderhandelingen de vrees groeien, dat wij bij het aanknoopen van relaties, zelfs met gematigd politiek-ge- orienteerde personen gevaar liepen het po litieke paard van Troje in onze veste te halen. Op dit oogenblik zijn wij weer geheel los van iedere walen ik mag niet ver helen, dat, na clie onderhandelingen, in ons midden sterker dc wensch leeft: De A.V.R.O. worde bestuurd door rasechte A.V.R.O.-mcnschcn en niet door een in vloedrijken politickcn „bon6". Het bestuur wcn6cht de aangelegenheid van het definitieve voorzitterschap daar om van zijn programma van urgentie af te voeren. Het zal iedere opdoemende mo gelijkheid in dit opzicht ernstig op zich zelf bekijken, maar het is van meening, dat er geen aanleiding is in den bestaan- den toestand wijziging te brengen. Over onze verhouding met den minister van waterstaat kan ik zeer kort zijn. Hoe wel de verzoening in Augustus 1931 tot stand kwam, zijn wij tot op dit oogenblik nog geen enkelen keer bij den minister van waterstaat geweest en het ziet er ook niet naar uit, dat wij daar spoedig zullen ko men. Het doet mij leed om het te zeggen, maar wij zijn zoo goed als vergeten, hoe het kabinet van den minister van water staat er uitziet. Dezelfde opmerkingen moet ik maken ten aanzien van onze verhouding tot den directeur-generaal van P.T.T. 16 er dan in dat jaar geen aanleiding geweest om eens met den minister te pra ten? Naar mijn meening wel. In de eerste plaats ligt daar nog altijd onafgedaan ons verzoek om een eigen zender te mogen bou wen en in de tweede plaats on£ verzoek om tot zendtijd-uitbreiding te komen door middel van het z.g. uni-frequentie-systeem of Gleichwellen-stelsel. Wij hebben naar aanleiding van het uitblijven van een be slissing op deze verzoeken meermalen In lichtingen ingewonnen en aangeboden eens bij den minister te komen praten, maar het is er tot dusver niet van gekomen. De vergadering kent, naar ik meen, de situatie. Dc A.V.R.O. heeft verzocht om een eigen zender te mogen bouwen voor de 1875 M. golf en voor de 296 M. golf. Daarnaast wenscht zij een Gleichwellen- stelsel te bouwen, dat ons zou kunnen hel pen aan zendtijd voor de helft van de week, waarin wij nu moeten zwijgen. Ik spreek nu over dat Glcichwellenstclsel voor het oogenblik niet en beperk mij tot den eigen zender. Zeker, ik weet wel, dat deze eigen zender onder de tegenwoordige omstan digheden de helft van de week niet dooi de A.V.R.O. gebruikt zou kunnen worden. Maar daarmede heeft niemand anders dan de A.V.R.O. iets te maken. Wij hebben het er nu eenmaal voor over om gedurende den tijd, dat wij zenden, op een technisch zoo volmaakt mogelijk uitzend-apparaat te wer ken. Dat wij daardoor weer in prestatie zou den uitsteken boven andere omroepen is juist onze bedoeling en deze wedijver in het leveren van het beste op technisch en op artistiek gebied is een uitvloeisel van den omroep-toestand in Nederland, dien wij werkelijk zoo niet hebben gewild, maar die door anderen in het leven is geroepen. In den Xederland6chen Omroep geldt nu eenmaal de stelregel, wie het best voor den dag komt, geniet de sympathie en den steun van den luisteraar. Het is nu toch al te dwaas om ons kwalijk te nernen, dat wij pogen zoo goed mogelijk voor den dag te komen. Het is voor ons niet anders dan een le venskwestie. Onze omroep heeft niets an ders achter zich dan zijn bekwaamheid om: om te roepen. In dit opzicht verschillen wij van karakter met andcro omroepen. De A.V.R.O. beoefent den omroep om den om roep zeiven naar beginselen van rechtvaar digheid voor alle denkrichtingen uit ons volk. Aanvaardt men het recht, ja, de levens noodzaak van de A.V.R.O. om zoo goed mogelijk voor den dag te komen, dan kan men zich niet verzetten tegen het verlan gen van de A.V.R.O. naar een eigen zen der! De wet is aan onze zijde, het recht is aan onze zijde, liet geduld is aan onze zijde. Wij hebben ook zonder dat wij een eigen zender mogen bouwen, reeds de han den vol met allerlei andere plannen. Zoo zijn wij thans bezig met den bouw van een groot nieuw kantoorgebouw aan de Keizersgracht 107 te Amsterdam, dat in onze behoeften zal voorzien, welke bouw is aangenomen voor een bedrag van rond ƒ75,000, terwijl in Hilversum binnenkort een aanvang gemaakt zal worden met den bouw van een Eerste Nederlandsche Om roep Studio-gebouw. De A.V.R.O.-propaganda gaf in het af geloopen seizoen een opgewekt beeld te zien. Onze verhouding met de officieele col leges uit den radio-onirocp was in het al gemeen gunstig. Wél hebben wij een mec- ningsverschil gehad met de algemecno pro gramma-commissie ten aanzien van het tooneelstukjc „De Deur van de Badka mer", en ten aanzien van dc opvoering van den radio vcrvolg-roman „Dolores Divine' op het algemeen programma, maar van belang waren deze meeningsverschillen niet. Zij zullen verdwijnen, zoodra het al gemeen programma verdwijnt, hetwelk in onze oogen een instituut is in den omroep, dat het nimmer tot bloei zal brengen, om dat het wortelt in het onrecht, dat op 15 Mei 1930 aan de A.V.R.O. is voltrokken, omdat het geen rekening houdt met hot feit. dat alle A.V.R.O.-programma s alge meen zijn en geen der programma'6 der an dere organisaties algemeen kAn zijn, zon der de statuten dier organisaties geweld aan te doen. Ik mag dit openingswoord niet beëindi gen, zonder met dankbaarheid en eerbied te denken aan de figuur avn den eersten voorzitter van den Radioraad, dr. J. Th. de Visser. Wij hebben zijn heengaan gevoeld als een verlies voor de A.V.R.O., want wij weten, dat hij ons zeer genegen was en van die genegenheid liet blijken voor zoo ver de geboden ambtelijke neutraliteit je gen6 alle omroepvereenigingen hem dat veroorloofde. Over den omroepstrijd en de toekomst kan ik hier op dit oogenblik geen voorspel lingen geven. Die strijd is verstard, dc mceningen zijn op tallooze wijzen verkon digd en op ontelbare plaatsen geuit. Wij hebben elkaar niets nieuws meer te zeg gen. Wij van onzen kant mecnen, dat niet naar ons gekeken moet worden in dc hoop van het verkrijgen van een oplossing van het omrocpvraagstuk. Dat omroepvraag- 6tuk hebben wij niet geteld, maar dat is ontstaan toen men op de grondslagen, die wij hadden gelegd, een nieuw omroepstel sel wilde stichten, dat onvoldoende reke ning hield met onze aanwezigheid. Daarna heeft de heer De Ciercq mevrouw Boon, lid van den Radio-raad en den hcei Weber, secretaris van dezen raad. welkom geheeten. Mr. de Gaay Fortman liad een telegram van verhindering gezonden. Vervolgens weiden het jaarverslag en de rekening en verantwoording van den di recteur van het Omroepbedrijf, den heer W Vogt, goedgekeurd. Tot lid van de controlecommissie voor het nazien van de rekening en verantwoording 1931 werd de heer J. Peper, directeur van de Handelsschool te Amersfoort, benoemd Uit het rapport van den accountant, den heer J. A. Preyer, blijkt, dat waar het ka pitaal op 1 Januari 1931 1.002.282 bedroeg, de toeneming 176.881 is, doch indien men het als uitgaaf geboekt gecalculeerd koers verschil op de effecten van 166.342 buiten beschouwing laat en rekening houdt met het feit, dat dc betaalde kosten voor de nieuwe studio ad ƒ57.075 geheel ten lasle van liet jaar 1931 zijn gebracht, dan is cle toeneming uit liet bedrijf voortvloeiende op ƒ100 300 te stellen. De begrooling sïuir in ontvangsten en uit gaven met 1.105.000 De voorzitter deelde mede, dut liet saldo overschot, dal geraamd is op ƒ230.000. reeds op 80 Juni jl ƒ309.000 bedroeg. In deze ƒ79.000 is echter begrepen een post groot ƒ20.000 aan koerswinst op beleggingen boven de beurswaarde op 31 Dec. j.l. Omtrent den aankoop van het kantoor gebouw in pand Keizersgracht 107 te Am sterdam deelde de heer Vogt mede, dat tof ongeveer een jaar geleden dit pand was gehuurd voor ongeveer ƒ5000 per jaar. Voor een som van ƒ55.000 is het pand eigendom van de A.V.R.O. geworden. Er is besloten tot een geheel nieuwen bouw over te gaan. De 17e eeuwsche zandstecngcvel met het beeld van den walvisch in de kroon blijft behouden. Over den 6tudio-bouw in Hilversum deel de de hoer Vogt mede, dat in October 1931 door medewerking van het bestuurslid Percy te Hilversum een gunstig gelegen ter rein aan den 's Gravelandschen weg is aan gekocht. In deze studio zal een concertzaal tje, tevens schouwburg voor 500 personen, met gelegenheid voor filmvertooning ko men. In beginsel is door het bestuur goed gekeurd, dat een concert-bio6coop-orgel zal worden aangeschaft. Natuurlijk zal aldus Spr. de uitvoe ring der plannen in het jaar 1932 niet ge heel gereed komen. Daarom heeft het da- gelijksch bestuur het besluit genomen om aan de algemeene vergadering voor te stel len aan het bestuur een crediet te verleenen van ƒ500.000, waaruit in eersten termijn de kosten, verbonden aan de verwezenlijking van de bouwplannen, zullen worden bestro den. Architect voor hot kantoorgebouw is de heer F .A. Warners, voor de studio de heer P. Vorkink, beiden te Amsterdam. Het voorstel tot het verleenen van een crediet van ƒ500 000 werd aangenomen, na dat de heer Percy eenige mededcclingen over de bouwplannen had gedaan, aan de hand van eenige teekeningen. Op een vraag uit de vergadering naar do raming van do algemeene kosten deelde dc heer Vogt mede, dat het bestuur nog geen duidelijke voorstelling van de totale kosten heeft. Dc vergadering werd na rondvraag ger sloten. JONGETJE ONDER EEN TRAM. Ernstig gewond. Amsterdam, 31 Juli. Een negenjarige jongen was hedenmiddag Ie ruim vier uur met een vriendje aan het spelen onder ccn bruggetje op den Middenweg bij den Zaaiers- weg in de onmiddellijke nabijheid van de rails der Gooischc Stoomtram. Toen de knaap plotseling van onder cle brug tevoor schijn kwam, naderde op dat oogenblik uit de richting der hoofdstad een tram. Ofschoon dc bestuurder, het gevaar ziende, uit alle macht remde, kon hij niet voorkomen dat A. Ibi* Duit •„•c JJ.vrjf. 28—7 Amsterdam 33-7 28—7 Budapest Wccnen of Amsterdam Parijs Marseille Rome 28-7 Itnndisi Athene 29—7 Mcrsamtruh 28-7 Cairo Chaza 30-7 Rutbawells 27-7 Bagdad Basra Boeshir Djask 26—7 Karachi Jodpocr 25—7 Allahabad Calcutta 24—7 Akvab Rangoon 31—7 23—7 Bangkok 30—7 Kohlak Penang Medan 29—7 22—7 Pa lembnne Batavia 29—7 22—7 Bandoeng f Vertrek van 't eerstvolgende postvlieg tuig van. Amsterdam 4 Augustus. de knaap met de baanschuiver een hevigen klap legen het achterhoofd kreeg. Bloedend gewond bleef dc jongen liggen. Spoedig was Dr. Derkinderen uit Diemcn ter plaatse die dc jongen een voorloopig verband aanlegde, waarna hij per auto van dc G.G, en G.D. naar liet Onze Lieve Vrouwengasthuis is vervoerd. HET MOTORONGELUK BIJ SITTARD. Het tweede slachtoffer eveneens overleden. Gisternacht is ook het tweede slachtoffer van het motorongeluk op den Wintraeker- berg bij Sittard overleden. Geeft daar uw Keitje of Advertentie op Zonder prljsverhooging A B O N N F.M ENTSPRIJS 171/2 CENT PER WEEK EENIGST DAGBLAD Meest actueel blad ter plaatse De heer Vogt over de positie van de A.V.R.O. Ter algemeene vergadering van de A. V. R. O. heeft de directeur, de heer Vogt, het jaarverslag uitgebracht. Jaarverslag en rekening en ver- antwoording over 1931 door den directeur van het Omroepbedrijf. Alle aanwezigen weten, dat 1931 voot dc A.V.R.O. een voorspoedig jaar geweest is en dat het saldo per 31 December 1931 be droeg 1.179.164.29. In dit cijfer ligt voldoende de kracht van onze vereeniging uitgedrukt. Men zal nu nieuwsgierig zijn naar den stand van zaken in 1932. Ik behoef nti niet te zeggen, dat de tijdsomstandigheden on gunstig zijn. Ook de A.V.R.O. bespeurt de gevolgen van de maatschappelijke onzeker heid, maar die gevolgen komen slechts tot uiting in de relatieve- en niet in de absolute cijfers van het bedrijf. Dc gemiddelde bijdrage per hoofd der luistervinken is gedaald, maar aangezien het aantal luistervinken op verheugende wijze is gestegen, blijven de inkomsten een gunstig, beeld geven. De voorzitter heeft het u zooeven reeds gezegd: Het öaldo over schot, dat wij geraamd hebben voor 1932, is nu reeds overschreden. Niettegenstaande wij, behalve den zooeven genoemden grond voor Studio-bouw in Hilversum, nog een groot kantoorgebouw gekocht hebben in Amsterdam, bedroeg het saldo middelen van de A.V.R.O. per 30 Juni j.l. 1.4S8.600, waar-. in ruim 20.000 zitten aan koerswinst op de effecten sinds 1 Januari 1932. De merkwaardige samenhang der dingen in deze wereld wordt gedemonstreerd door het feit, dat, wanneer b.v. senator Borah in Amerika een optimistische rede houdt voor de microfoon, de A.V.R.O. weer een paar duizend gulden rijker is, omdat haar effecten in waarde zijn gestegen. Gedachtig aan het rijmpje van Kovacs Lajos: „Het wordt wel weer beter, het wordt wel weer goed", hebben wij dan ook alle hoop, dat die V/s ton, die wij nu op papier kwijt zijn, op onze solide obligaties, weer teruggewonnen zullen kunnen worden. De luistervink-stortingen bereikten in de maand Juni 1932 een record-cijfer, want alleen door stortingen in giro-verkeer en betalingen aan de ka6, werd niet minder dan 190.800 ontvangen, zijnde bijna het dubbele van het bedrag, dat het vorige jaar in dezelfde tijdsruimte werd geïncasseerd. Wanneer ik daarbij nog voeg een bedrag van 26.700, dat via den propagandadienst binnenkwam, dan zien wij dus, dat bijna 220.000 in één maand geheel vrijwillig aan de A.V.R.O. werd ter hand gesteld. Wij mogen dus in alle opzichten over onze luistervinken tevreden zijn. \Vij slaagden er voort3 in om. al werd onze zendtijd theoretisch gehalveerd in 1930, een practische halveering van dien zendtijd te voorkomen. Wij zonden op 1 Ja nuari gedurende 1886 uren in de week uit. Hadden wij onzs activiteit werkelijk tot de helft ingekrompen, dan zouden wij dus op ongeveer 940 uur zijn teruggevallen. In wer kelijkheid wisten wij het echter op 1322 uur te houden. En wij hebben nog recht op en kele uren meer, want waar b.v. in het af geloopen halfjaar de A.V.R.O. cn de V.A.R.A. te zamen 164J-j uur moesten afstaan aan kleine Omroepvereenigingen, behoefden de K.R.O. en de N.C.R.V. samen slechts ruim 90 uur te missen. Aangezien het zendtijdbe- sluit bepaalt, dat kleine Omroepvereenigin gen gelijkelijk zendtijd moeten krijgen op beide zenders, is er dus een verschil van ongeveer 38 uur in het nadeel van de A.V.R.O. Alle actie-uitvoeringen bij elkaar hebben ons een bate opgeleverd van 5514.59. Nie mand zal dus kunnen volhouden, dat wij op. kostbare wijze de tam-tam hebben geroerd. Er zullen weinig zaken zijn, die kunnen ver klaren, dat hun reclame-campagne op zich zelf alleen een batig saldo heeft opgeleverd. Ik mag niet nalaten de vergadering er op te wijzen, hoe deze gunstige resultaten ver kregen werden in een jaar van gezonde ver- eenigings rust. Het omrocpvraagstuk zelf in groot ver band bekeken, is niet veel veranderd. Wij hebben nog onz> wensehen en om nu niet te ver te grijpen, noem ik slechts alleen onzen wensch naar een eigen zendapparaat. In Mei van dit jaar hebben wij ons laatste request aan den minister van Waterstaat gestuurd, waarin wij te kennen gaven, on der zekere voorwaarden bereid te zijn af stand te doen van de 1875 M. golf. Dit request is gevallen als de bekende knuppel in het hoenderhok en wanneer de teekencn niet bedriegen, schijnt tengevolge van dit request zelfs een kleine broedertwist te zijn ontstaan in het kamp onzer tegenstanders. Wij hebben n.l. een paar dagen geleden ver nomen, dat er een request aan den minister van Waterstaat gestuurd is met den korten inhoud: „Excellentie, geef de A.V.R.O. haar zin alstublieft niet", waarvan nu achteraf blijkt, dat er weliswaar geen valsche hand- leekening op voorkomt, maar toch dat er ten onrechte per procuratie op is getcakend. Mr. v. d. Deure heeft n.l. aan den minister laten weten: „Excellentie, van dat request weet ik niets af!" Wanneer nu de minister van Waterstaat zoo verstandig zal willen zijn om dit soort requesten van onze verbonden tegenstan ders onder het nuttigen van een korreltje zout te lezen cn aan den inhoud de waarde toe te kennen, die zulke requesten onder deze omstandigheden verdienen, dan zijn wij gerust. Overigens schijnt men aan de overzijde met brieven aan den minister van Water staat, althans met de handteekeningen on der die brieven, raar om te springen, want in het zoocvcn door mij gememoreerde ge val is er nu sprake van een brief, waarvan één van de afzenders verklaart, dat hij ten onrechte namens hem verzonden is, terwijl wij ons ook nog een anderen brief herinne ren van Mei 1930, waarvan één van de on derteekenaars verklaarde, dat zijn handtee- kening er weliswaar onder stond, maar dat hij niet precies gelezen had, wat do brief behelsde. Wij hebben dus nog reden om alle hoop te koesteren, dat N.C.R.V. en K.R.Q. aan den minister zullen laten weten: „Geeft u de A.V.R.O. dien zender maar op dc 296 M. golf". De V.A.R.A. verzet zich tegen inwilli ging van dit verzoek van de A.V.R.O. Dit verzet heeft ons zeer verbaasd, omdat die zelfde V.A.R.A. toch een verzoek heaft in gediend om zelf een zender te mogen bou wen op de 298 M. golf. Wij dachten, dat nu iedereen tevreden zou zijn, wanneer ieder een kreeg wat hij verlangde. „Neen", zegt de V.A.R.A., „gij hebt dat verzoek van ons ver keerd uitgelegd, want wij hebben nimmer bedoeld een eigen zender te vragen voor ons allee n". Hoe hebben wij het nu, vragen wij ons af. Heeft de V.A.R.A. dan al die jaren in het geheim voor ons willen zorgen? Het is om er tranen van in de oogen te krijgen. Neen, wij willen geen pension houder zijn, maar nog veel minder voelen wij er voor om in pension te gaan. Wij wil len ons eigen huis, door ons zélve gabouwd, door ons zélve gekocht, door ons zélve be taald. En men zegge nu niet ten aanzien v*>n deze verlangens, dat wij hersenschimmen najagen, want 175.000 luistervinken, die achter ons staan, zijn toch werkelijk niet zooveel dwazen, die om dc maan vragen. De A.V.R.O. is in het Nederlandsche volks leven een merkwaardig instituut, dat zich wist te versterken in tegenspoed, dat groei de en bloeide, niettegenstaande alle om standigheden samenspanden om clen bodem, waarin het wortelde, zijn sappen te ontne men. De A.V.R.O. wil zijn* bij uitstek dc dienen de instelling voor alle groepen van het Ne derlandsche volk, die bij dat dienen gaarne voorlichting aanvaardt, zelfs zeggenschap niet uitsluit van dc beste vertegenwoordi gers uit de stroomingen, die te zamen het Nederlandsche cultuurleven vormen. Dc A.V.R.O. wil niet zijn de starre, ongenaak bare Omrocpvereeniging, die trotsch cn in het bewustzijn van haar kracht gezeten blijft op een moeilijk tc naderen ivoren troon al is zij volkomen in staat om die houding aan te nemen maar zij wil samenwerken cn dienen dengenen, die haar tegemoattreden met een: „Ik vertrouw u en ik vertrouw u toe!" Dit oogenblik is nog niet gekomen, mnar het wordt naderbij gebracht door een ster ken bondgenoot: den tijd. Wie scherp luis tert. hoort het zachte, stage knagen van deB tijd aan schijnbaar sterke posities buiten het AVRO-hui»

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 7