MODERNE SALONBANK, zeer apart model 145.00
'T ROTSIGE PAD DER CONTINGENTEERING
COMPOTE SCHALEN
IN MASSA'S SLIJTERIJ
MINISTER VERSCHUUR
PRIJST ZICHZELF
Matigheid betracht
ECONOMISCH VERVOER
NIEUW PARIJS
LANGESTRAAT 35
KRISTAL
DE RECLASSEERING VAN VROUWEN
EN MEISJES
WERKGEVERS RISICO
BANK
A. H. v. NIEUWKERK N.V. - K. Beekstraat 6 - Tel. 543
Beekensteinschelaan 10
HUMORHOE&JE
„Ik ben er niet al te slecht in
geslaagd, den juisten
middenweg te
vinden"
Op 14 Juni heeft de Kamer van Koophan
del en Fabrieken voor Rotterdam een brief
gericht tot den minister van oeconomische
zaken en arbeid, waarin zij te kennen gaf,
niet overtuigd te zijn, dat indezelfde mate
als tot dusver is geschied, tot contingen-
teering van den invoer van verschillende
artikelen zou zijn overgegaan, wanneer de
richtsnoeren van de crisisinvoerwet nauw
lettend in 'het oog waren gehouden.
Naai' aanleiding daarvan heeft de Ka
mer van den minister van economische za
ken en arbeid een uiteenzetting omtrent
de gevolgde contingenteeringspolitiek ont
vangen, waaraan wij ontleenen:
De noodzakelijkheid von contingenteering
heeft de Kamer niet in geding gebracht,
doch wèl vindt zij aanleiding om met na
druk den eisch te doen hooren, dat 6lechts
die goederen worden getroffen, waarvan
overmatige invoer de Nederlandsche onder
nemingen met den ondergang bedreigt.
Met de opvatting, dat de crisisinvoerwet
6lechts voor toepassing in aanmerking
komt, wanneer er gesproken kan worden
van overmatigen invoer, 6temt de minister
volkomen in.
De Kamer toont een juist inzicht aan
gaande de relativiteit van het begrip „over
matigheid" en erkent uitdrukkelijk, dat
onder deze buitengewone omstandigheden
deze overmatigheid eer dan anders op
treedt.
De minister ziet de geopperde bezwaren
terdege in. Dat beperking van den invoer
een prijsopdrijvende werking kan hebben,
is zeker niet te bestrijden. Doch daar 6taat
tegenover, dat juist het systeem der con
tingenteering, mits matig toegepast, zich
nog het bestt ot steunverlcening aan het
bedrijfsleven eigent, zonder dat daarmee
een prijs verhooging der betrokken produc
ten behoeft gepaard te gaan.
Tot nog toe heeft echter geen der ge
troffen maatregelen tot prijsverhooging ge
leid. Zelfs werd in de meeste gevallen de
prikkel tot aanpassing aan een lager prijs
niveau niet merkbaar verslapt.
Ook de mogelijke nadoelen voor het han
delsverkeer, voortspruitend uit de beper
king van den invoer, ontgaan mijn aan
dacht niet. Prima facie brengt elke maat
regel tot vermindering van den invoer van
bepaalde goederen een verlies voor de be
trokken handels- en vervoerondernemin-
gen, een verlies, dat, zooals reeds opge
merkt, in deze dagen zeer ernstig aankomt.
Het middel der invoerbeperking is vrijwel
uitsluitend toegepast op industrieele pro
ducten, die geen stapelproducten zijn. Pri
maire grondstoffen worden er niet door
getroffen.
De beschikbaarstelling van deviezen
wordt in de meeste landen door zooveel
factoren beheerscht, dat de geringe beper
king van den invoer, waartoe ons land is
overgegaan, weinig gewicht in de schaal
legt. Bovendien is het zeer de vraag of het
buitenland bij de beschikking over meer
koopkracht daarvoor thans in de eer6te
plaats op onze markt een bestemming zal
zoeken.
Dat op de belangen van de Nederland
sche betalingsbalans in dit verband niet al
te veel nadruk mag worden gelegd, kan
worden toegestemd. Niettemin doet men
goed de werkelijkheid niet te verbloemen,
dat wanneer onze positie als creidteurland
en als vrachtvarende natie ernstig wordt
verzwakt, het hooge invoer-overschot op
onze betalingsbalans niet kan worden be
stendigd.
Elk ingrijpen in het bedrijfsleven en
vooral het belemmeren van den invoer, is
niet anders doenlijk dan met het teweeg
brengen van zekere nadeelen, met het ver
sloren van verhoudingen, met het verlies
van relaties. Juist omdat ik mij hierom
trent geen illusies maak, wordt met de
contingenteering de grootste matigheid be
tracht.
Slechts in twee gevallen moest de minis
ter er toe overgaan, aan het beginsel, dat
de crisisinvoerwet slechts voor toepassing
in aanmerking komt, wanneer er gespro
ken kan worden van overmatigen invoer,
een logische gevolgtrekking te verbinden,
die niet van den beginne voor oogen heeft
gestaan. Ten eerste is liet gewenscht geble
ken aan de noodzakelijke contingenteering
van halffabrikaten een op zichzelf niet
noodzakelijke contingenteering van de
daaruit gefabriceerde eindproducten vast
te koppelen, daar anders het beoogde effect
zou zijn uitgebleven en de buitenlandsche
industrie, die deze eindproducten invoert,
het voordeel weg zou dragen. Ten tweede
moest voorkomen worden, dat van twee
onderling vervangbare goederen er 6lechls
één gecontingentcerd werd, daar anders
een kunstmatige verschuiving van het ver
bruik ten nadecle van den te 6teunen be
drijfstak dojr de contingenteering zelf zou
worden opgewekt. In deze gevallen even
wel heb ik er zorgvuldig voor gewaakt de
percentages zoo hoog te stellen, dat de be
drijfstakken waarvoor dergelijke aanvul
lende contingentceringcn moesten worden
vastgesteld, niet onbillijk boven andere in
dustrieën werden bevoordeeld, die niet
langs dezen weg profiteerden van de toe
passing der Crisisinvoerwet.
Bij de vaststelling der percentages werd
er in het algemeen naar gestreefd om de
invoervrije hoeveelheid (in verband met
de prijsdaling, wel te onderscheiden van
het waardecontingent), zoo min mogelijk te
drukken onder het peil der vóór-crisisja
ren. Compensatie voor export- of consump-
tieverlies werd slechts sporadisch ver
leend en dan nog maar in zeer bescheiden
mate. Enkele percentages werden boven
dien beïnvloed door de groote voorraadvor-
ming in de periode, die aan de contingen
teering onmiddellijk voorafging. Zoodra
deze voorraden zijn weggewerkt, zullen de
bedoelde percentages nauwkeurig worden
herzien. De K. v. K. zal naar alle waar
schijnlijkheid tot het inzicht komen niet
alleen dat van een afwijking van de in de
Crisisinvoerwet gegeven richtsnoeren voor
contingenteering geen sprake is, maar dat
ik er niet al te slechti n geslaagd ben den
juisten middenweg op het rotsige pad der
contingenteering te vinden.
De Bond van Bedrijfsautohouders
uit het comité getreden
De B. B. N., Bond van Bedrijfsautohou
ders in Nederland, bericht ons, dat hij uit
het Comité voor Economisch Vervoer is ge
treden. De redenen, die daartoe nopen,
werden neergelegd in een brief, waarin er
op wordt gewezen, dat de Bond er zich mee
vleide, dat het Comité zich bij zijn werk
zaamheden zou laten leiden door een vol
maakt onbevangen beoordeel ing van de re
latieve positie der verschillende transport
middelen te land en te water en zijn oogen
evengoed zou openen voor de nadeelen,
welke aan de oudere transportmiddelen in-
haerent zijn, als aan de voordeelen, welke
het jongere vervoersmiddel ongetwijfeld
biedt.
De beraadslagingen, leidende tot het be
sluit om, in verband met het verschijnen
van het rapport van de Staatscommissie-
Weiter, de vergaderingen van het Comité
tot de maand September op te schorten,
hebben aan den Bond de overtuiging ge
schonken, dat de overige leden van het
Comité de opvattingen der Commissie-W si-
ter omtrent het vervoersvraagstuk geheel of
grootendcels schijnen te deelen. En juist
deze opvattingen dier Commissie, meer in het
bijzonder wat aangaat de coördinatie der
verschillende verkeersmiddelen en de door
haar voorgestelde verzwaring der lasten,
die op het autoverkeer drukken, bedreigen
in hooge mate de belangen van alle be-
drijfsautohouders en daarmede die van
het geheele Nederlandsche volk.
De Bond heeft bovendien de overtuiging
verkregen, dat hot Comité het geheele ver
voersvraagstuk niet objectief kan en wil
beschouwen en dat de naam, waarmede
bet Comité zich heeft getooid, ten onrech
te wordt gedragen, omdat het Comité zich
uitsluitend laat voeren door de gedachte,
op welke wijze het beste de breidel kan
worden aangelegd aan het zich tot ze
gen van liet Nederlandsche volk in harmo
nische wijze ontwikkelend autotransport.
Hieraan mag en kan de Bond niet me
dewerken. niet alleen, omdat dit gelijk zou
staan met het plegen van zelfmoord, maar
ook en vooral, omdat het daardoor het Ne
derlandsche bedrijfsleven in al zijn gele
dingen zeer ernstig zou benadeelen.
KIND DOOR LEEUW VERWOND.
Op de kermis te Middelburg.
Zondag is te Middelburg een 6-jarig meis
je onder een leeuwenwagen van een op de
kermis staand circus gekropen, en in het
hok terecht gekomen. Ze kreeg van een
van de dieren een slag op den rug, waar
door een schram ontstond. Het kind maak
te daarop met beide armpjes een afwerend
gebaar, waarop het dier zijn klauwen op
haar armen sloeg en vooral den rechter
arm deerlijk verwondde. Bovendien kreeg
de kleine nog een wond aan haar hoofdje.
Het kind is naar het gasthuis overgebracht.
De circusdirecteur verklaarde zich, hoewel
hij aan het ongeluk geen schuld heeft, be
reid de ouders desgewenscht, in financieele
gevolgen tegemoet te komen. (N.R.Ct.)
MR. A. H. DU MOSCH.
Ontslag aangevraagd.
'6 G r a v e n h a g e, 1 Aug. Mr. A. H. du
Mosch, de president van de arrondisse-
ments-rechtbank alhier, heeft, naar de
Resb. meldt, tegen 1 Sept. eervol ontslag
aangevraagd. Tot dien datum heeft hij met
verlof de stad verlaten.
Mr. du Mosch is in 1863 geboren en is
op 9 November 1886 te Utrecht gepromo
veerd. Het eerste gedeelte van zijn carrière
ligt in Indië, waar hij geruimen tijd advo
caat en procureur is geweest, maar zich
ook op het gebied van het bankwezen heeft
bewogen en wel als tweede, later eerste
plaatsvervangend directeur van de Java-
sche Bank, tot welke functies hij onder
scheidenlijk op 4 Maart 1904 en 1 Novem
ber 1904 benoemd werd.
Naar het moederland teruggekeerd, ves
tigde hij zich in Den Haag als advocaat en
procureur. Op 22 April 1907 werd hij be
noemd tot rechter-plaatsvervanger in de
Haagsche rechtbank, op 24 Februari 1909
volgde zijn benoeming tot rechter, op 11
December 1918 werd hij vice-president en
op 12 Mei 1920 president.
A.s. WOENSDAG 12—4 uur
wederom „VOLKSVISCHDAG".
4 en 5 mooie gebakken visschen
voor 1 kwartje!
IJm. Vischh. Utrechtschestraat 40.
„Het gesprek van den dag".
zijn nog steeds verkrijgbaar
BOERENMEISJES
BOERENJONGENS
VOORBURGH
PRIMA ADVOCAAT
diverse merken „OUDE KLARE"
en het bekende S. H. M. „Schilletje"
HAVIK 41. TeL 291
Geen verlof aan rijksambtenaren
verleend tot zitting neming
in een studiecommissie
De heer Mendels heeft de volgende vra
gen gericht tot den minister van justitie:
1. Heeft de Minister kennis genomen van
de mededeeling van den voorzitter van het
Genootschap tot Zedelijke Verbetering van
Gevangenen, gedaan bij diens intreerede,
opgenomen in het Julinimmer 1932 van het
Weekblad voor berechting en reclaeseerïng,
inhoudende, dat Zijn Excellentie aan me
vrouw Honcoop—Beekveld, directrice van
het Rijksopvoedingsgesticht te Zeist, en aan
den heer Gijzen Weenink, directeur der
strafgevangenis te Rotterdam, geen verlof
zal verlccnen om zitting te nemen in een
studiecommissie, door genoemd genootschap
ingesteld tot het ontwerpen van een rede
lijk en doeltreffend stelsel van straf en re-
classeering voor vrouwen en meisjes, en
dat Zijn Excellentie geweigerd heeft een
ambtenaar van zijn Departement aan te
wijzen als lid dier commissie?
2. Zoo ja, zou de Minister dan willen
mededeelen, wat hem tot die houding heeft
genoopt, en bepaaldelijk uit welken hoofde
de Minister de bevoegdheid van de genoem-
do personen om zitting te nemen in bedoel
de commissie afhankelijk meent te mogen
en Ie kunnen stellen van zijn voorafgaand
verlof?
Minister Donner beeft daarop het volgen
de geantwoord:
Ad 1. Deze vraag wordt bevestigend be
antwoord.
Ad 2. Toen den ondergeteekende door het
hoofdbestuur van het Nederlandsch Genoot
schap tot Zedelijke Verbetering van Gevan
genen werd bericht, dat door dat hoofdbe
stuur een commissie met een taakomschrij
ving, als in vraag 1 aangegeven, was inge
steld, cn hem, onder mededeeling vatl de
samenstelling der commissie, werd verzocht
daarin een Departementsambtenaar aan te
wijzen, liceft de ondergeteekende gemeend,
dat hij aan die commissie welke zonder
eenig overleg met hem over haar wensche-
lijkheid was ingesteld en in de samenstel
ling waarvan hij in het geheel niet was ge
kend niet door het aanwijzen van een
ambtenaar een officieel karakter kon geven,
en dat hij uit dien zelfden hoofde bezwaar
moest maken tegen het zitting nemen daar
in van de directrice van het Rijksopvoe
dingsgesticht te Zeist en van den directeur
van de strafgevangenis te Rotterdam.
Hij heeft dan ook aan het hoofdbestuur
medegedeeld, dat hij daarlatende, of de
zaak zelf, betreffende een reorganisatie van
inrichting en beheer van een groep onder
zijn Departement ressortecrende gestichten,
zich leent voor behandeling door een par
ticuliere commissie, zoomede in hoeverre
voor de instelling van zoodanige particu
liere commissie het Nederlandsch Genoot
schap tot Zedelijke Verbetering van Gevan
genen, in verbanad ook met de omstandig
heid, dat de materie veel verder reikt dan
bet gevangeniswezen, voldoende representa
tief is er zich toe zou moeten bepalen
met belangstelling de vrucht van den ar
beid van zoodanige commissie tegemoet te
zien, om zich dan daarover onder voorlich
ting van de op dit terrein ingestelde col
lege's van bijstand en advies nader te bera
den.
De aan dat hoofdbestuur daarbij tevens
gedane mededeeling, dat hij bezwaar zou
moeten maken tegen het zitting nemen van
de hierboven genoemde personen, ging uit
van de voor de hand liggende veronderstel
ling, dat het de bedoeling was, dat deze
functionarissen gegevens, over welke zij
krachtens hun ambt beschikken, ten dien
ste van de commissie zouden stellen, iets
wat uiteraard zonder verlof van den onfler-
geteekénde niet mogelijk zou zijn.
Overigens wil de ondergeteekende hier
aan nog toevoegen, dat hij destijds aan het
hoofdbestuur tevens heeft bericht, dat hij
geen bezwaar had tegen het eventueel door
de commissie bezoeken van de gestichten
met de voorlichting, die bij dergelijke, be
zoeken gebruikelijk is, terwijl hij toestem
ming tot het verstrekken van verdere in
lichtingen aan nader concreet overleg voor
behield.
BRAND TE NAALDWIJK.
N a a 1 d w ij k, 1 Aug. Vanmiddag is dooi
hooibroei een felle brand uitgebroken op
liet boerenerf van Gebr. Van der Lans aan
den Broek weg te Honselersdijk bij Naald
wijk. Door den sterken wind aangewakkerd,
greep het vuur snel om zich heen. zoodat
een wagenschuur en de hooizolder door de
vlammen werden aangetast. Beide zijn af
gebrand,. terwijl de hooiberg eveneens in
vlammen opging. De schade, die zeer groot
is, wordt door verzekering gr-dnL*-
Algemeene vergadering
te Amsterdam
Dezer dagen had in de Industrieele Club
te Amsterdam de jaarlijksche algemeene
ledenvergadering van bovengenoemde orga
nisatie plaats. De vergadering werd geleid
door dr. ir. C. F. Stork, commissaris der
Risico-bank, die in zijn openingswoord den
scheidenden voorzitter der Risico-bank, ir.
J. A. Kalff, die in verband met zijn werk
zaamheden zich genoodzaakt zag zijn func
tie neer te leggen, dank betuigde voor de vele
diensten, die deze gedurende zijn twaalfjarig
voorzitterschap aan dc organisatie lieeft be
wezen.
Door den directeur, den heer H. J. Bayer,
worden eenigc mededeelingen- gedaan over
de uitkomsten der Risico-bank over 1931.
Ook dit jaar konden de financieele uitkom
sten gunstig genoemd worden; in vergelij
king met 1930 kon een ruimere besparing
geconstateerd worden. De totale besparing
door de aangeslotenen bij de Risico-bank op
de Rijksverzekeringsbank-premie gemaakt,
bedraagt ruim 1.500.000.—, hetgeen neer
komt op een gemiddelde besparing van 15%
op de Rijksverzekeringsbankpremie. Bij dit
bedrag wordt buiten beschouwing gelaten
een koersverschil van ca. 7.000.000.
Neemt men dc bijdrage in aanmerking, die
door de leclen tengevolge van het koersver
lies moet worden opgebracht, dan vermin
dert de gemiddelde besparing met 1%. Bui
ten deze bijdrage heeft het geleden koers
verlies geen verderen invloed, aangezien
hiervoor een reserve aanwezig was, waaruit
het koersverlies geheel bestreden kon wor
den.
Viel over 1930 reeds een kleine daling in
het aantal ongevallen te constateeren, over
1931 heeft deze vermindering zich in om
vangrijker mate voortgezet. OveY 1930 be
droeg het aantal ongevallen dat zich per
1000 loon voordeed, 2 minder dan in 1929;
in het afgeloopen boekjaar was het aantal
ongevallen wederom 3 minder dan in Ï930.
Tiet aantal ongevallen op weg naar het
werk cn naar huis vertoonde een tegenover
gesteld beeld; bedroeg het aantal ongevallen
in 1930 reeds 5.S1% van het totaal, in 1931
was dit percentage gestegen tot 6.75%.
In het bedrag der kosten aan deze onge
vallen verbonden, viel een scherper stijging
te constateeren. In 1930 werd 7.31% van de
totaalkosten besteed aan dc ongevallen op
weg naar het werk cn naar huis, terwijl dit
percentage in 1931 SS9% bedroeg.
De president-directeur, dr. F. E. Posthuma,
gaf een overzicht van de in den loop van het
verslagjaar in de wetgeving, voor zoover
deze op de sociale verzekering betrekking
heeft, gebrachte wijziging.
Uit het jaarverslag oyer 1931 en uit de
naar aanleiding daarvan door de directie
gedane mededeelingen bleek, dat op 31 De
cember 1931 bij de Risico-bank waren aan
gesloten 14.120 werkgevers, vertegenwoordi
gende een verzekeringspliehtig loonbedrag
van naar schatting 817.950.000. Het verze
keringspliehtig jaarloon der gezamenlijke
aangeslotenen over 1930 in het vorig jaar
verslag geschat op S78.450.000, heeft vol
gens de inmiddels vastgestelde loonlijsten
inderdaad bedragen ca. 8S5.280.000. Hieruit
blijkt, dat tengevolge van de heerschende
malaise het verzekeringspliehtig loonbedrag
met ca. 67.000.000 is teruggeloopen.
Het aantal Risico-vereenigingen, bij dc Ri
sico-bank aangesloten, bedroeg in het ver
slagjaar 53.
Het aantal aan de Overeenkomst van Her
verzekering deelnemende Risico-vereenigin
gen, nml. 46, is in lie verslagjaar met.2 ver
meerderd.
Het resersefonds bedroeg op 31 December
1931 6.391.330.90, het totale fondsenbezit op
denzelfden datum 45.220.671.51. Van dit
fondenbezit was gedeponeerd bij de Rijks
verzekeringsbank als algemeen pand (art.
54 Ongevallenwet) 7.03Ó.665.38 en als bij
zonder pand (art. 5S Ongevallenwet)'
34.408.512.25.
De over 1931 ten laste.der Risico-Bank ko
mende ongevallenkosten bedragen, met in
achtneming der voor toekomstige verplich
tingen-gemaakte reserves.
GEHEELONTHOUDERS.
Zaterdag is te 's Gravenhage een con
gres gehouden ter gelegenheid van het 35-
jarig bestaan van den Alg. Ned. Geheel-
onthoudersbond, onder voorzitterschap van
den heer J. C. Rugaart, uit Apeldaorn.
Sprekers op dit jubileumcongres waren
de hoeren TI. L. F. J. Deelen, over „Vrije
Jeugdvorming", Ed. Pichal over „Het Alco
holisme in België en zijn bestrijding" en
A. Martinus over „Perspectieven na 35 ja
ren strijd".
De heer Deelen gaf een overzicht van
hetgeen er geschied is op het terrein van
de vrije jeugdvorming. Hieruit is het stre
ven naar jeugdherbergen voortgekomen.
De heer Ed. Pichal, die over „Het Alco
holisme in België en zijn bestrijding" sprak,
gaf als zijn meening te kennen, dat er ge
waakt, gewerkt en gestreden moet worden,
want de alcohol geeft den strijd niet op.
Het is noodig een nieuwe mentaliteit te
scheppen, de vooroordeelen tegen geheel
onthouding uit te roeien. Het onderwijs
moet hervormd worden; niet alleen da
physieke nadeelen van het alcoholisme,
maar de zedelijke voordeelen van de ga-
heelonthouding moeten aangetoond wor.
den, de kinderen moeten niet alleen onder-
richt, maar ook opgevoed worden op school.
De heer A. Martmus, bondsvoorzitter,
toonde aan, hoe de radicale drankbestrijv
ding een maatschappelijke beweging is, die
nauw verwant is aan de politieke en eco
nomische organisatie der arbeiders. Het
kan niet ontkend worden, dat de drankbe
strijdersbeweging wordt beïnvloed door
hoog- en laagconjunctuur.
DE RIJKSBIJDRAGE VOOR DE
CRISISWERKLOOZEN.
Voor Amsterdam op 70 pet,
bepaald.
Naar de „Standaard" verneemt, is thans
bij liet Gemeentebestuur bericht ingekomen,
dat de Regeering de bijdrage van het Rijk
in den crisis-werkloozen-steun heeft vastge
steld op 70 pet. Dit betcekent voor de ge
meente Amsterdam een bedrag van ruim
6 millioen.
Zooals men weet, geldt dit alleen voor de
werkloosheid in do vakken, waarin naar de
meening der Regeering crisis-werkloosheid
bestaat. De bouwvakken vallen daaronder
niet. Althans op 't oogenblik nog niet; Want
besprekingen daarover zijn nog gaande.
Mochten die er toe leiden, dat ook de werk
loosheid in de bouwvakken als crisiswerk
loosheid wordt beschouwd, dan zou-dit voor
Amsterdam bcteekenen een belangrijke ver
hooging van de Rijksbijdrage.
KONINGIN TERUG.
Dc koningin keerde Zaterdag terug uit
Zwitserland en begaf zich voor eenigen tijd
naar Soestdijk.
BOERDERIJ AFGEBRAND.
Onder Slochteren is, vermoedelijk ten ge
volge van broeiing, de boerderij der familie
van Calcar afgebrand. Verzekering dekt de
schade.
DE MONTE ROSA WOENSDAG
AAN DEN HOEK.
Niet te IJmuiden.
De firma Wambersie Zoon, hoofd-pas-
sage-agenten voor Nederland der Ham
burgSiidamerikanische Dampfschiffahrts
Gesellschaft deelt ons mede dat, daar velen
in de meening verkeeren dat het m.s.
„Monte RoSa", dat een reis gemaakt heeft
naar Madeira en Spanje, en waaraan ook
een aantal Hollanders heeft deelgenomen,
te IJmuiden zal komen, deze haven niet zal
worden aangedaan, doch op 3 Augustus on
geveer 3 uur te Hoek van Holland wordt
verwacht.
WBJ BIEDEN U STEEDS HET NIEUWSTE
BEZICHTIGD DE ETALAGE
BEZOEKT ONZE 18 MODELKAMERS
Slachtdier: „Maar hoor nou'es lk zal nooit een ander horloge
kunnen krijgen.-
Boel: „Kom, kom baas, zoo mot je nle prate. Vóór ik jou ln de
gate kreeg begon lk waarachies etzelfde te denken bij men eige."
(Humorist).