MODERNE SALONBANK, zeer apart model 145.00 'T ROTSIGE PAD DER CONTINGENTEERING COMPOTE SCHALEN IN MASSA'S SLIJTERIJ MINISTER VERSCHUUR PRIJST ZICHZELF Matigheid betracht ECONOMISCH VERVOER NIEUW PARIJS LANGESTRAAT 35 KRISTAL DE RECLASSEERING VAN VROUWEN EN MEISJES WERKGEVERS RISICO BANK A. H. v. NIEUWKERK N.V. - K. Beekstraat 6 - Tel. 543 Beekensteinschelaan 10 HUMORHOE&JE „Ik ben er niet al te slecht in geslaagd, den juisten middenweg te vinden" Op 14 Juni heeft de Kamer van Koophan del en Fabrieken voor Rotterdam een brief gericht tot den minister van oeconomische zaken en arbeid, waarin zij te kennen gaf, niet overtuigd te zijn, dat indezelfde mate als tot dusver is geschied, tot contingen- teering van den invoer van verschillende artikelen zou zijn overgegaan, wanneer de richtsnoeren van de crisisinvoerwet nauw lettend in 'het oog waren gehouden. Naai' aanleiding daarvan heeft de Ka mer van den minister van economische za ken en arbeid een uiteenzetting omtrent de gevolgde contingenteeringspolitiek ont vangen, waaraan wij ontleenen: De noodzakelijkheid von contingenteering heeft de Kamer niet in geding gebracht, doch wèl vindt zij aanleiding om met na druk den eisch te doen hooren, dat 6lechts die goederen worden getroffen, waarvan overmatige invoer de Nederlandsche onder nemingen met den ondergang bedreigt. Met de opvatting, dat de crisisinvoerwet 6lechts voor toepassing in aanmerking komt, wanneer er gesproken kan worden van overmatigen invoer, 6temt de minister volkomen in. De Kamer toont een juist inzicht aan gaande de relativiteit van het begrip „over matigheid" en erkent uitdrukkelijk, dat onder deze buitengewone omstandigheden deze overmatigheid eer dan anders op treedt. De minister ziet de geopperde bezwaren terdege in. Dat beperking van den invoer een prijsopdrijvende werking kan hebben, is zeker niet te bestrijden. Doch daar 6taat tegenover, dat juist het systeem der con tingenteering, mits matig toegepast, zich nog het bestt ot steunverlcening aan het bedrijfsleven eigent, zonder dat daarmee een prijs verhooging der betrokken produc ten behoeft gepaard te gaan. Tot nog toe heeft echter geen der ge troffen maatregelen tot prijsverhooging ge leid. Zelfs werd in de meeste gevallen de prikkel tot aanpassing aan een lager prijs niveau niet merkbaar verslapt. Ook de mogelijke nadoelen voor het han delsverkeer, voortspruitend uit de beper king van den invoer, ontgaan mijn aan dacht niet. Prima facie brengt elke maat regel tot vermindering van den invoer van bepaalde goederen een verlies voor de be trokken handels- en vervoerondernemin- gen, een verlies, dat, zooals reeds opge merkt, in deze dagen zeer ernstig aankomt. Het middel der invoerbeperking is vrijwel uitsluitend toegepast op industrieele pro ducten, die geen stapelproducten zijn. Pri maire grondstoffen worden er niet door getroffen. De beschikbaarstelling van deviezen wordt in de meeste landen door zooveel factoren beheerscht, dat de geringe beper king van den invoer, waartoe ons land is overgegaan, weinig gewicht in de schaal legt. Bovendien is het zeer de vraag of het buitenland bij de beschikking over meer koopkracht daarvoor thans in de eer6te plaats op onze markt een bestemming zal zoeken. Dat op de belangen van de Nederland sche betalingsbalans in dit verband niet al te veel nadruk mag worden gelegd, kan worden toegestemd. Niettemin doet men goed de werkelijkheid niet te verbloemen, dat wanneer onze positie als creidteurland en als vrachtvarende natie ernstig wordt verzwakt, het hooge invoer-overschot op onze betalingsbalans niet kan worden be stendigd. Elk ingrijpen in het bedrijfsleven en vooral het belemmeren van den invoer, is niet anders doenlijk dan met het teweeg brengen van zekere nadeelen, met het ver sloren van verhoudingen, met het verlies van relaties. Juist omdat ik mij hierom trent geen illusies maak, wordt met de contingenteering de grootste matigheid be tracht. Slechts in twee gevallen moest de minis ter er toe overgaan, aan het beginsel, dat de crisisinvoerwet slechts voor toepassing in aanmerking komt, wanneer er gespro ken kan worden van overmatigen invoer, een logische gevolgtrekking te verbinden, die niet van den beginne voor oogen heeft gestaan. Ten eerste is liet gewenscht geble ken aan de noodzakelijke contingenteering van halffabrikaten een op zichzelf niet noodzakelijke contingenteering van de daaruit gefabriceerde eindproducten vast te koppelen, daar anders het beoogde effect zou zijn uitgebleven en de buitenlandsche industrie, die deze eindproducten invoert, het voordeel weg zou dragen. Ten tweede moest voorkomen worden, dat van twee onderling vervangbare goederen er 6lechls één gecontingentcerd werd, daar anders een kunstmatige verschuiving van het ver bruik ten nadecle van den te 6teunen be drijfstak dojr de contingenteering zelf zou worden opgewekt. In deze gevallen even wel heb ik er zorgvuldig voor gewaakt de percentages zoo hoog te stellen, dat de be drijfstakken waarvoor dergelijke aanvul lende contingentceringcn moesten worden vastgesteld, niet onbillijk boven andere in dustrieën werden bevoordeeld, die niet langs dezen weg profiteerden van de toe passing der Crisisinvoerwet. Bij de vaststelling der percentages werd er in het algemeen naar gestreefd om de invoervrije hoeveelheid (in verband met de prijsdaling, wel te onderscheiden van het waardecontingent), zoo min mogelijk te drukken onder het peil der vóór-crisisja ren. Compensatie voor export- of consump- tieverlies werd slechts sporadisch ver leend en dan nog maar in zeer bescheiden mate. Enkele percentages werden boven dien beïnvloed door de groote voorraadvor- ming in de periode, die aan de contingen teering onmiddellijk voorafging. Zoodra deze voorraden zijn weggewerkt, zullen de bedoelde percentages nauwkeurig worden herzien. De K. v. K. zal naar alle waar schijnlijkheid tot het inzicht komen niet alleen dat van een afwijking van de in de Crisisinvoerwet gegeven richtsnoeren voor contingenteering geen sprake is, maar dat ik er niet al te slechti n geslaagd ben den juisten middenweg op het rotsige pad der contingenteering te vinden. De Bond van Bedrijfsautohouders uit het comité getreden De B. B. N., Bond van Bedrijfsautohou ders in Nederland, bericht ons, dat hij uit het Comité voor Economisch Vervoer is ge treden. De redenen, die daartoe nopen, werden neergelegd in een brief, waarin er op wordt gewezen, dat de Bond er zich mee vleide, dat het Comité zich bij zijn werk zaamheden zou laten leiden door een vol maakt onbevangen beoordeel ing van de re latieve positie der verschillende transport middelen te land en te water en zijn oogen evengoed zou openen voor de nadeelen, welke aan de oudere transportmiddelen in- haerent zijn, als aan de voordeelen, welke het jongere vervoersmiddel ongetwijfeld biedt. De beraadslagingen, leidende tot het be sluit om, in verband met het verschijnen van het rapport van de Staatscommissie- Weiter, de vergaderingen van het Comité tot de maand September op te schorten, hebben aan den Bond de overtuiging ge schonken, dat de overige leden van het Comité de opvattingen der Commissie-W si- ter omtrent het vervoersvraagstuk geheel of grootendcels schijnen te deelen. En juist deze opvattingen dier Commissie, meer in het bijzonder wat aangaat de coördinatie der verschillende verkeersmiddelen en de door haar voorgestelde verzwaring der lasten, die op het autoverkeer drukken, bedreigen in hooge mate de belangen van alle be- drijfsautohouders en daarmede die van het geheele Nederlandsche volk. De Bond heeft bovendien de overtuiging verkregen, dat hot Comité het geheele ver voersvraagstuk niet objectief kan en wil beschouwen en dat de naam, waarmede bet Comité zich heeft getooid, ten onrech te wordt gedragen, omdat het Comité zich uitsluitend laat voeren door de gedachte, op welke wijze het beste de breidel kan worden aangelegd aan het zich tot ze gen van liet Nederlandsche volk in harmo nische wijze ontwikkelend autotransport. Hieraan mag en kan de Bond niet me dewerken. niet alleen, omdat dit gelijk zou staan met het plegen van zelfmoord, maar ook en vooral, omdat het daardoor het Ne derlandsche bedrijfsleven in al zijn gele dingen zeer ernstig zou benadeelen. KIND DOOR LEEUW VERWOND. Op de kermis te Middelburg. Zondag is te Middelburg een 6-jarig meis je onder een leeuwenwagen van een op de kermis staand circus gekropen, en in het hok terecht gekomen. Ze kreeg van een van de dieren een slag op den rug, waar door een schram ontstond. Het kind maak te daarop met beide armpjes een afwerend gebaar, waarop het dier zijn klauwen op haar armen sloeg en vooral den rechter arm deerlijk verwondde. Bovendien kreeg de kleine nog een wond aan haar hoofdje. Het kind is naar het gasthuis overgebracht. De circusdirecteur verklaarde zich, hoewel hij aan het ongeluk geen schuld heeft, be reid de ouders desgewenscht, in financieele gevolgen tegemoet te komen. (N.R.Ct.) MR. A. H. DU MOSCH. Ontslag aangevraagd. '6 G r a v e n h a g e, 1 Aug. Mr. A. H. du Mosch, de president van de arrondisse- ments-rechtbank alhier, heeft, naar de Resb. meldt, tegen 1 Sept. eervol ontslag aangevraagd. Tot dien datum heeft hij met verlof de stad verlaten. Mr. du Mosch is in 1863 geboren en is op 9 November 1886 te Utrecht gepromo veerd. Het eerste gedeelte van zijn carrière ligt in Indië, waar hij geruimen tijd advo caat en procureur is geweest, maar zich ook op het gebied van het bankwezen heeft bewogen en wel als tweede, later eerste plaatsvervangend directeur van de Java- sche Bank, tot welke functies hij onder scheidenlijk op 4 Maart 1904 en 1 Novem ber 1904 benoemd werd. Naar het moederland teruggekeerd, ves tigde hij zich in Den Haag als advocaat en procureur. Op 22 April 1907 werd hij be noemd tot rechter-plaatsvervanger in de Haagsche rechtbank, op 24 Februari 1909 volgde zijn benoeming tot rechter, op 11 December 1918 werd hij vice-president en op 12 Mei 1920 president. A.s. WOENSDAG 12—4 uur wederom „VOLKSVISCHDAG". 4 en 5 mooie gebakken visschen voor 1 kwartje! IJm. Vischh. Utrechtschestraat 40. „Het gesprek van den dag". zijn nog steeds verkrijgbaar BOERENMEISJES BOERENJONGENS VOORBURGH PRIMA ADVOCAAT diverse merken „OUDE KLARE" en het bekende S. H. M. „Schilletje" HAVIK 41. TeL 291 Geen verlof aan rijksambtenaren verleend tot zitting neming in een studiecommissie De heer Mendels heeft de volgende vra gen gericht tot den minister van justitie: 1. Heeft de Minister kennis genomen van de mededeeling van den voorzitter van het Genootschap tot Zedelijke Verbetering van Gevangenen, gedaan bij diens intreerede, opgenomen in het Julinimmer 1932 van het Weekblad voor berechting en reclaeseerïng, inhoudende, dat Zijn Excellentie aan me vrouw Honcoop—Beekveld, directrice van het Rijksopvoedingsgesticht te Zeist, en aan den heer Gijzen Weenink, directeur der strafgevangenis te Rotterdam, geen verlof zal verlccnen om zitting te nemen in een studiecommissie, door genoemd genootschap ingesteld tot het ontwerpen van een rede lijk en doeltreffend stelsel van straf en re- classeering voor vrouwen en meisjes, en dat Zijn Excellentie geweigerd heeft een ambtenaar van zijn Departement aan te wijzen als lid dier commissie? 2. Zoo ja, zou de Minister dan willen mededeelen, wat hem tot die houding heeft genoopt, en bepaaldelijk uit welken hoofde de Minister de bevoegdheid van de genoem- do personen om zitting te nemen in bedoel de commissie afhankelijk meent te mogen en Ie kunnen stellen van zijn voorafgaand verlof? Minister Donner beeft daarop het volgen de geantwoord: Ad 1. Deze vraag wordt bevestigend be antwoord. Ad 2. Toen den ondergeteekende door het hoofdbestuur van het Nederlandsch Genoot schap tot Zedelijke Verbetering van Gevan genen werd bericht, dat door dat hoofdbe stuur een commissie met een taakomschrij ving, als in vraag 1 aangegeven, was inge steld, cn hem, onder mededeeling vatl de samenstelling der commissie, werd verzocht daarin een Departementsambtenaar aan te wijzen, liceft de ondergeteekende gemeend, dat hij aan die commissie welke zonder eenig overleg met hem over haar wensche- lijkheid was ingesteld en in de samenstel ling waarvan hij in het geheel niet was ge kend niet door het aanwijzen van een ambtenaar een officieel karakter kon geven, en dat hij uit dien zelfden hoofde bezwaar moest maken tegen het zitting nemen daar in van de directrice van het Rijksopvoe dingsgesticht te Zeist en van den directeur van de strafgevangenis te Rotterdam. Hij heeft dan ook aan het hoofdbestuur medegedeeld, dat hij daarlatende, of de zaak zelf, betreffende een reorganisatie van inrichting en beheer van een groep onder zijn Departement ressortecrende gestichten, zich leent voor behandeling door een par ticuliere commissie, zoomede in hoeverre voor de instelling van zoodanige particu liere commissie het Nederlandsch Genoot schap tot Zedelijke Verbetering van Gevan genen, in verbanad ook met de omstandig heid, dat de materie veel verder reikt dan bet gevangeniswezen, voldoende representa tief is er zich toe zou moeten bepalen met belangstelling de vrucht van den ar beid van zoodanige commissie tegemoet te zien, om zich dan daarover onder voorlich ting van de op dit terrein ingestelde col lege's van bijstand en advies nader te bera den. De aan dat hoofdbestuur daarbij tevens gedane mededeeling, dat hij bezwaar zou moeten maken tegen het zitting nemen van de hierboven genoemde personen, ging uit van de voor de hand liggende veronderstel ling, dat het de bedoeling was, dat deze functionarissen gegevens, over welke zij krachtens hun ambt beschikken, ten dien ste van de commissie zouden stellen, iets wat uiteraard zonder verlof van den onfler- geteekénde niet mogelijk zou zijn. Overigens wil de ondergeteekende hier aan nog toevoegen, dat hij destijds aan het hoofdbestuur tevens heeft bericht, dat hij geen bezwaar had tegen het eventueel door de commissie bezoeken van de gestichten met de voorlichting, die bij dergelijke, be zoeken gebruikelijk is, terwijl hij toestem ming tot het verstrekken van verdere in lichtingen aan nader concreet overleg voor behield. BRAND TE NAALDWIJK. N a a 1 d w ij k, 1 Aug. Vanmiddag is dooi hooibroei een felle brand uitgebroken op liet boerenerf van Gebr. Van der Lans aan den Broek weg te Honselersdijk bij Naald wijk. Door den sterken wind aangewakkerd, greep het vuur snel om zich heen. zoodat een wagenschuur en de hooizolder door de vlammen werden aangetast. Beide zijn af gebrand,. terwijl de hooiberg eveneens in vlammen opging. De schade, die zeer groot is, wordt door verzekering gr-dnL*- Algemeene vergadering te Amsterdam Dezer dagen had in de Industrieele Club te Amsterdam de jaarlijksche algemeene ledenvergadering van bovengenoemde orga nisatie plaats. De vergadering werd geleid door dr. ir. C. F. Stork, commissaris der Risico-bank, die in zijn openingswoord den scheidenden voorzitter der Risico-bank, ir. J. A. Kalff, die in verband met zijn werk zaamheden zich genoodzaakt zag zijn func tie neer te leggen, dank betuigde voor de vele diensten, die deze gedurende zijn twaalfjarig voorzitterschap aan dc organisatie lieeft be wezen. Door den directeur, den heer H. J. Bayer, worden eenigc mededeelingen- gedaan over de uitkomsten der Risico-bank over 1931. Ook dit jaar konden de financieele uitkom sten gunstig genoemd worden; in vergelij king met 1930 kon een ruimere besparing geconstateerd worden. De totale besparing door de aangeslotenen bij de Risico-bank op de Rijksverzekeringsbank-premie gemaakt, bedraagt ruim 1.500.000.—, hetgeen neer komt op een gemiddelde besparing van 15% op de Rijksverzekeringsbankpremie. Bij dit bedrag wordt buiten beschouwing gelaten een koersverschil van ca. 7.000.000. Neemt men dc bijdrage in aanmerking, die door de leclen tengevolge van het koersver lies moet worden opgebracht, dan vermin dert de gemiddelde besparing met 1%. Bui ten deze bijdrage heeft het geleden koers verlies geen verderen invloed, aangezien hiervoor een reserve aanwezig was, waaruit het koersverlies geheel bestreden kon wor den. Viel over 1930 reeds een kleine daling in het aantal ongevallen te constateeren, over 1931 heeft deze vermindering zich in om vangrijker mate voortgezet. OveY 1930 be droeg het aantal ongevallen dat zich per 1000 loon voordeed, 2 minder dan in 1929; in het afgeloopen boekjaar was het aantal ongevallen wederom 3 minder dan in Ï930. Tiet aantal ongevallen op weg naar het werk cn naar huis vertoonde een tegenover gesteld beeld; bedroeg het aantal ongevallen in 1930 reeds 5.S1% van het totaal, in 1931 was dit percentage gestegen tot 6.75%. In het bedrag der kosten aan deze onge vallen verbonden, viel een scherper stijging te constateeren. In 1930 werd 7.31% van de totaalkosten besteed aan dc ongevallen op weg naar het werk cn naar huis, terwijl dit percentage in 1931 SS9% bedroeg. De president-directeur, dr. F. E. Posthuma, gaf een overzicht van de in den loop van het verslagjaar in de wetgeving, voor zoover deze op de sociale verzekering betrekking heeft, gebrachte wijziging. Uit het jaarverslag oyer 1931 en uit de naar aanleiding daarvan door de directie gedane mededeelingen bleek, dat op 31 De cember 1931 bij de Risico-bank waren aan gesloten 14.120 werkgevers, vertegenwoordi gende een verzekeringspliehtig loonbedrag van naar schatting 817.950.000. Het verze keringspliehtig jaarloon der gezamenlijke aangeslotenen over 1930 in het vorig jaar verslag geschat op S78.450.000, heeft vol gens de inmiddels vastgestelde loonlijsten inderdaad bedragen ca. 8S5.280.000. Hieruit blijkt, dat tengevolge van de heerschende malaise het verzekeringspliehtig loonbedrag met ca. 67.000.000 is teruggeloopen. Het aantal Risico-vereenigingen, bij dc Ri sico-bank aangesloten, bedroeg in het ver slagjaar 53. Het aantal aan de Overeenkomst van Her verzekering deelnemende Risico-vereenigin gen, nml. 46, is in lie verslagjaar met.2 ver meerderd. Het resersefonds bedroeg op 31 December 1931 6.391.330.90, het totale fondsenbezit op denzelfden datum 45.220.671.51. Van dit fondenbezit was gedeponeerd bij de Rijks verzekeringsbank als algemeen pand (art. 54 Ongevallenwet) 7.03Ó.665.38 en als bij zonder pand (art. 5S Ongevallenwet)' 34.408.512.25. De over 1931 ten laste.der Risico-Bank ko mende ongevallenkosten bedragen, met in achtneming der voor toekomstige verplich tingen-gemaakte reserves. GEHEELONTHOUDERS. Zaterdag is te 's Gravenhage een con gres gehouden ter gelegenheid van het 35- jarig bestaan van den Alg. Ned. Geheel- onthoudersbond, onder voorzitterschap van den heer J. C. Rugaart, uit Apeldaorn. Sprekers op dit jubileumcongres waren de hoeren TI. L. F. J. Deelen, over „Vrije Jeugdvorming", Ed. Pichal over „Het Alco holisme in België en zijn bestrijding" en A. Martinus over „Perspectieven na 35 ja ren strijd". De heer Deelen gaf een overzicht van hetgeen er geschied is op het terrein van de vrije jeugdvorming. Hieruit is het stre ven naar jeugdherbergen voortgekomen. De heer Ed. Pichal, die over „Het Alco holisme in België en zijn bestrijding" sprak, gaf als zijn meening te kennen, dat er ge waakt, gewerkt en gestreden moet worden, want de alcohol geeft den strijd niet op. Het is noodig een nieuwe mentaliteit te scheppen, de vooroordeelen tegen geheel onthouding uit te roeien. Het onderwijs moet hervormd worden; niet alleen da physieke nadeelen van het alcoholisme, maar de zedelijke voordeelen van de ga- heelonthouding moeten aangetoond wor. den, de kinderen moeten niet alleen onder- richt, maar ook opgevoed worden op school. De heer A. Martmus, bondsvoorzitter, toonde aan, hoe de radicale drankbestrijv ding een maatschappelijke beweging is, die nauw verwant is aan de politieke en eco nomische organisatie der arbeiders. Het kan niet ontkend worden, dat de drankbe strijdersbeweging wordt beïnvloed door hoog- en laagconjunctuur. DE RIJKSBIJDRAGE VOOR DE CRISISWERKLOOZEN. Voor Amsterdam op 70 pet, bepaald. Naar de „Standaard" verneemt, is thans bij liet Gemeentebestuur bericht ingekomen, dat de Regeering de bijdrage van het Rijk in den crisis-werkloozen-steun heeft vastge steld op 70 pet. Dit betcekent voor de ge meente Amsterdam een bedrag van ruim 6 millioen. Zooals men weet, geldt dit alleen voor de werkloosheid in do vakken, waarin naar de meening der Regeering crisis-werkloosheid bestaat. De bouwvakken vallen daaronder niet. Althans op 't oogenblik nog niet; Want besprekingen daarover zijn nog gaande. Mochten die er toe leiden, dat ook de werk loosheid in de bouwvakken als crisiswerk loosheid wordt beschouwd, dan zou-dit voor Amsterdam bcteekenen een belangrijke ver hooging van de Rijksbijdrage. KONINGIN TERUG. Dc koningin keerde Zaterdag terug uit Zwitserland en begaf zich voor eenigen tijd naar Soestdijk. BOERDERIJ AFGEBRAND. Onder Slochteren is, vermoedelijk ten ge volge van broeiing, de boerderij der familie van Calcar afgebrand. Verzekering dekt de schade. DE MONTE ROSA WOENSDAG AAN DEN HOEK. Niet te IJmuiden. De firma Wambersie Zoon, hoofd-pas- sage-agenten voor Nederland der Ham burgSiidamerikanische Dampfschiffahrts Gesellschaft deelt ons mede dat, daar velen in de meening verkeeren dat het m.s. „Monte RoSa", dat een reis gemaakt heeft naar Madeira en Spanje, en waaraan ook een aantal Hollanders heeft deelgenomen, te IJmuiden zal komen, deze haven niet zal worden aangedaan, doch op 3 Augustus on geveer 3 uur te Hoek van Holland wordt verwacht. WBJ BIEDEN U STEEDS HET NIEUWSTE BEZICHTIGD DE ETALAGE BEZOEKT ONZE 18 MODELKAMERS Slachtdier: „Maar hoor nou'es lk zal nooit een ander horloge kunnen krijgen.- Boel: „Kom, kom baas, zoo mot je nle prate. Vóór ik jou ln de gate kreeg begon lk waarachies etzelfde te denken bij men eige." (Humorist).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 6