AMEOSFOOrarSCH DAGBLAD
Bieeeelaed
Feoilletoe
Woensdag 3 Augustus 1932
-DE EEMLANDER"
31e Jaargang No. 29
TWEEDE BLAD
EEN LANDSBELANG VAN
DE EERSTE ORDE
Onze landbouw en export
STIKSTOFCONFERENTIE
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
GEDURENDE DE MAAND AUGUSTUS
7 UUR N.M. GESLOTEN
UIT DE STAATSCOURANT
GEBRUIK VAN NEDERL.
KOLEN
VERJAARDAG VAN DE
KONINGIN MOEDER
Fortinbras' Toovermacht
De onhoudbare toestand ten opzicfa
te van de Duitsche deviezen:
regeling
De wijze, waarop Duitschland, door het
steeds bezwarender maken van de devie
zen-regeling, de betalingen aan de Neder*
landsche leveranciers, óók van solvente af
nemers in genoemd land, belemmert en
dikwijls praktisch bijna onmogelijk maakt,
heeft de grenzen van het toelaatbare reeds
lang overschreden.
Aan ieder, die met de export naar
Duitschland heeft te maken, is dit feit be
kend en in allerlei toonaarden is herhaal
delijk ingrijpen van onze overheid ver
zocht, doch gewacht wordt nog steeds, te
vergeefs, op maatregelen van onze regee
ring om aan dezen wantoestand snel en af
doend een einde te maken. En dat, waar
het middel tot ingrijpen toch zóó voor de
hand ligt, hoewel er natuurlijk bezwaren,
zelfs groote bezwaren, aan verbonden kun
nen en zullen zijn.
Wat echter het zwaarst is, moet ook het
zwaarst wegen, en wanneer wij dan zien,
hoe, door de ongelukkige deviezen-regeling
onze export naar Duitschland wij wil
len ons bepalen tot bekend terrein en dus
slechts de export van kaas noemen, hoe
wel er natuurlijk véél meer is dermate
in de klem is geraakt, dat het bestaan
van de kaasproducenten en den kaas
handel op losse schrooevcn is gezet
en beide het totalen ondergang wor
den bedreigd, dan zal het toch wel dui
delijk zijn, dat een landsbelang van de
éérste orde op het spel staat, een ingrij
pen van onze Regeering geboden is en dit
de sympathie van landbouwer en expor
teur zal hebben.
Wel nimmer zal onze groote landbou
wende bevolking, de handel en andere groe
pen, met méér sympathie en steun achter
I de Regeering staan, dan wanneer deze
mocht besluiten: „Zoo kan het niet langer
er moeten krachtige maatregelen worden
genomen".
Men behoeft de moeilijkheden van
Duitschland niet te onderschatten en men
kan de vrees voor den koers van de Mark
daar begrijpen, doch evenmin behoeft te
worden geaarzeld om, met volkomen be
sef van den ernst der zaak, te zeggen:
„Wanneer wij niet voor onze exportbelan
gen zorgen, gaan onze landbouw en ex-
porthandel, èn daarmede ook onze Gul
den, ten onder; wij moeten er dus voor wa
ken, dat wij worden betaald voor onze le
veringen aan Duitschland, gelijk Duitsch
land ook verlangt en bereikt, dat het
wordt betaald voor de leveringen, aan ons
gedaan".
En waar Duitschland aan ons véél meer
levert dan wij aan Duitschland, is de ver
rekening eenvoudig: wij hebben het heft in
banden en betalen aan Duitschland dat
gene, wat wij na aftrek van onze vorderin
gen, nog schuldig zijn.
Niemand kan daarin een onvriendelijke
daad tegenover een bevriend land zien, ook
Duitschland niet, want wanneer men krijgt
hetgeen men tenslotte te vorderen óver
heeft, is aan alle eischen voldaan.
Onze fout is, dat wij te lang en te veel
hebben gevraagd wat wij zelf eenvoudig en
eerlijk kunnen toepassen.
In de bladen hebben wij dezer dagen kun
nen lezen, hoe het kleine Zwitserland te
genover het groote Frankrijk een economi-
schen maatregel met een tegen-maatregel
an dezelfde strekking heeft beantwoord,
waardoor de belangen van de Zwitsersche
exporteurs eerst bedreigd onmiddel
lijk weder veilig zijn gesteld. Zouden wij
dan ook niet voor onze belangen tegenover
Duitschland kunnen zorgen?!
Bij de behandeling van de crisis-zuivel-
wet in de Staten-Generaal is den melkvee
houders een prijs voor de melk, liggende
tusschen de 5 en 6 ct. per liter, in uitzicht
gesteld. Hoe wil nu de regeering, ondanks
alle werkelijk lofwaardig streven, om door
middel van genoemde wet zooveel mogelijk
de in nood verkeerende veeboeren te hel
pen, beantwoorden aan de gevestigde ver
wachtingen, óók bij de kaasproducenten,
wanneer de kaasprijzen. tengevolge van dc
export-moeilijkheden, zich voortdurend in
dalende lijn blijven bewegen, zooals het ge
val is?
De kaasprijzen vormen toch de fundee-
ring, waarop, voor den kaasproducent, dc
in uitzicht gestelde richtprijs van 5 k 6
ct. per tot kaas verwerkte liter melk ge
grond moet zijn! Wanneer die kaasprijzen
zóó laag loopen als thans reeds duidelijk
is te zien dat zij zullen loopen, indien de
Duitsche deviezen-regeling en dóardoor de
export, niet verbetert, zal dc met de beste
bedoelingen gemaakte Crisis-Zuivelwet
niet aan het doel kunnen beantwoorden,
want de toeslag, welke door die Wet aan
de boeren kan worden gegeven, kan, al
zal deze natuurlijk iets helpen, niet vol
doende zijn, om onder zulke omstandighe
den tot een prijs van ruim 5 ct. per liter
melk te komen, en groote teleurstelling en
ontstemming bij de in hunne verwachtin
gen getroffen boeren zullen het gevolg zijn.
En dat is nog niet hetérgste, doch de
boeren zullen ten gronde gaan! Eveneens
vele zuivcl-exporteurs, waaronder een
groote kapitaalsvernietiging, evenals bij
de boeren thans reeds heeft plaats gehad.
Dat daarom onze Regeering ten spoedig
ste afdoend ingrijpe door een verrokenings-
regeling met Duitschland te bepalen, even
als dat lancl zijn deviezen-voorschriften af
kondigt men noeme de regeling, zoo als
men wil en dat alle belanghebbenden
dan toonen, dat zij met hun sympathie
achter de Regeering staan. De exportbe
langen van de zuivel-artikclen behoeven
dringend te worden behartigd op buiten
gewone wijze!
Natuurlijk verdient óók de export naar
Andere landen, zooals bijvoorbeeld Spanje,
de bijzondere aandacht, doch waar de als
een grovo onbillijkheid gevoelde deviezen-
egeling van Duitschland wel het grootste
struikelblok voor de kaas-export mag
woorden genoemd, hebben wij déarop thans
eens speciaal willen wijzen.
Misschien is het nog niet te laat, hoewel
de toestand precair is; dat men dan nu
ook onmiddellijk de noodige maatregelen
neme!
Een gróót landsbelang staat cp het spel!
Nederlandschc Verceniging van
Kaashandelaren.
Noord-Hollandsche Verg:, van Kaas
handelaren.
Friesche Vereeniging van Zuivel*
exporteurs.
Voorbereidingen tot het vormen
van een kartel
UTRECHTSCHEWEG 10 TEL. 179 AMERSFOORT
's-G ravenhage, 3 Aug. Sinds Maandag
j.l. liceft in het Palace-hotel te Schevenin-
gen een zeer belangrijke conferentie plaats
van stikstofproducenfcn uit dt verschillen
de landen.
Zooals bekend, is ccnigen lijd geleden de
convention dc rindusliic de lazot (C.I.A.),
de internationale vereeniging \an stikstof-
producenten, uiteengevallen, hierdoor waren
de verschillende bestaande overeenkomsten
betreffende de te volgen prijspolitiek buiten
werking gekomen. Een felle concurrentie
strijd is het gevolg van deze omstandighe
den geweest en daardoor werden de betrok
ken groepen al spoedig gedwongen, contact
met elkaar te zoeken.
Verschillende conferenties zijn gehouden,
zooals in Montreux, Boedapest, Schevenin-
cn en andere plaatsen, doch een direct
resultaat leverden deze besprekingen niet
op.
In alle 6tilte en onder dc grootste geheim
houding heeft men echter aan een kartel
overeenkomst verder gewerkt en getracht
zal worden, deze binnen korten lijd tot
stand te doen komen.
Strikt vertrouwelijke besprekingen zijn
Maandag j.l. in het Palaecliotcl aangevan
gen en duren nog steeds voort. Speciale
opdrachten zijn aan dc hotel directies en
aan de portiers gegevens om de gedelegeer
den in de meest volstrekte rust te laten en
de vertrouwelijkheid der conferentie onder
alle omstandigheden ie handhaven.
Officieclc communiqué's worden niet ver
strekt; in elk geval niet voordat er een be
paald resultaat is bereikt.
Naar ons echter ter oore kwam, is het
doel der conferentie: het voeling houden
van de producenten van synthetische stik
stof met de producenten van natuurlijke
stikstof.
Met deze laatste groep is natuurlijk Chili
bedoeld, dat, zooals bekend, de grootste en
belangrijkste concurrent der synthetische
stikstofindustrie is.
Voorts kan worden medegedeeld, dat men
de overeenkomst wil zoeken in een rich
ting, welke aan beide groepen van produ
centen een plaats op de wereldmarkt ver
zekert en in plaats van een strijd op leven
en dood een zekere productie- en verkoops
mogelijkheid openlaat.
De besprekingen zouden ten doel hebben
voor elk der groepen een bepaald contin
gent op de wereldmarkt aan te wijzen.
Men betwijfelde of overeenstemming te
dien aanzien wel zoo gemakkelijk zou kun
nen worden bereikt; men schijnt reeds en
kele malen op het punt te hebben gestaan
tot overeenstemming te komen, doch steeds
kwamen er weer nieuwe moeilijkheden tus
schen.
Gisteravond hadden de Engclsche gedele
geerden besloten te vertrekken, maar op
liet laatste oogenblik stelden zij hun ver
trek uit.
Heden verluidde, dat zij vanavond zullen
afreizen, doch van andere zijde vernamen
wij, dat dit nog heclemaal niet zeker is en
dat het afhangt van den loop der bespre
kingen, welke hedenmiddag worden voort
gezet.
IIoc dit ook zij, men houdt er ernstig re
kening mede, dat de conferentie heden nog
afloopt, al is het dan zonder tot een gefor
muleerde overeenstemming te zijn gekomen.
De onderhandelingen kunnen C :ii later
worden voortgezet.
Ter conferentie zijn aanwezig: van Duit
sche zijde dr. Jacobi, gelieimrat dr. Schmitz
en Von Harbou; de Engclsche groep (de Im
perial Chemical Industries) door de heeren
Spijer, Whetmoore en Mitchell.
Van Chili zijn de voornaamste gedelegeer
den Santa Kruz en Welpley.
De Staatsmijnen in Nederland zijn verte
genwoordigd door dr. Frowein, de Mekog
door dr. Holtrop en ir Kessler.
Voorts zijn nog gedelegeerden aanwezig
uit België, Noorwegen, Italië, Frankrijk,
Tjecho-Slowakije en Polen.
De conferentie is heden tot laat in den
avond voortgezet. De Engclsche gedelegeer
den, die aanvankelijk heden den Haag zou
den verlaten, hebben hun vertrek uitgesteld
tot morgenavond.
Wij vernemen, dat de besprekingen om
tot een internationaal kartel te komen,
goeden voortgang maakten, doch dat men
cr nog niet in geslaagd is tot een definitieve
regeling te geraken.
ERNSTIG VERKEERSONGELUK
TE HALFWEG
Amsterdam, 2 Aug. Op den Haarlem
merweg onder Halfweg heeft hedenmiddag
een ernstig verkeersongeluk plaats gehad.
Door het gevaarlijke z.g. „snijden" is een
auto uit Rotterdam, waarin vier personen
gczclen waren en welke werd bestuurd door
ir. II., in botsing gekomen met den wagen
van den bioscoopdirecteur D. uit Amster
dam, in welke auto eveneens vier personen
waren gezeten. Dc auto van ir. II. reed met
zeer groote snelheid en verliet plotseling
met een groote S-bocht dc file, komende uit
dc richting Haarlem. De wagen kwam toen
recht op de auto van den lieer D. aan. De
heer H. remde toen krachtig, met het ge
volg, dat de auto slipte en dwars voor den
Amsterdamschcn wagen kwam te staan
waarna deze laatste-in volle vaart de auto
uit Rotterdam aanreed. Beide voertuigen
werden ernstig beschadigd. Wonder boven
wonder bekwam geen der acht inzittenden
eenig letsel. Door de politie is proces-ver
baal tegen den Rotterdamschcn automobi
list opgemaakt. Met een kraanwagen zijn
de auto's weggesleept.
Bij K. B. is toegekend de aan de orde
van Oranjc-Nasau verbonden eere-medaillc
in brons aan: rnej. M. Faas, dienstbode bij
mevr. de wed. Mcvncken, geboren v. d.
Hcyden, te Rotterdam;
is met ingang van 1 Augustus 1932 bij
het departement van financiën bevorderd
tot adjunct-commies mej. W. J. Vintgcs,
thans schrijver lc klasse.
Bij beschikking van den minister van
financiën zijn verplaatst de ontvangers der
directe belastingen, enz. P. B. Arkenbout,
van St. Ocdcnrodc naar Oudenbosch, F.
Grcidanus, van Vorden naar Grocnlo en
II. Booy van Wyhe naar Ileinkcnszand.
Bij K. B. is den luit.-kolonel met den ti-
tuiairen rang van kolonel K. E. Oudendijk
van den staf der artillerie, hoofd der IVe
afdceling B. van liet departement van de
fensie op het daartoe door hem gedaan ver
zoek, met ingang van 15 Augustus 1932 een
eervol ontslag uit den militairen dienst
verleend.
Zachte aandrang van de regeering
Naar wij vernemqn, hebben de minister
van Staat, minister van binncnlandsche
zaken, klachten bereikt, dat verschillende
publiekrechtelijke lichamen nog niet vol
doende doordrongen zijn van mcnschelijk-
heid, dat zooveel mogelijk gebruik wordt
gemaakt van de producten der Nederland
schc mijnen, hoewel daarop herhaaldelijk
door de regeering is gewezen. Ten eindo
een zoo groot mogelijken afzet te bevor
deren, heeft de minister thans aan den
heer ir. G. F. II. Houben opgedragen, zich
in overleg met de rijkscommissie voor de
werkverruiming, ter zake in verbinding
te stellen met die lichamen, waarvan het
bekend is, dat zij nog niet voldoende aan
den wensch der regeering hebben gevolg
gegeven.
JONGEN OVERREDEN.
D o k k u m, 2 Aug. De 9-jarige Ype de
Jong, te Genum, zat gisteren op een rijden
de wagen en kwam zoodanig te vallen, dat
een der wielen hem over het lichaam ging.
Het ventje is tengevolge van zware inwen
dige kwetsuren in het ziekenhuis te Leeu
warden overleden.
BRAND TE MONSTER.
Maandagmiddag is in de woning van
den heer A. v. d. Kaay aan den Monstcr-
scheweg te 's-Gravenzande brand ont
staan. De voorkamer brandde geheel uit,
terwijl de zolder en het dak belangrijke
waterschade bekwamen. De schade wordt
door verzekering gedekt. De brand is ver
moedelijk ontstaan doordat een der bewo
ners zijn kleeren met benzine schoonmaak
te en daarbij rookte.
's Gravenhage, 2 Aug. Ter gelegen
heid van den verjaardag van II. M. do Ko
ningin-Moeder wapperde heden de natio
nale vlag van den Iïaagschcn toren en van
vele openbare gebouwen en particuliere wo
ningen, terwijl ook diverse gezantschapsge
bouwen de vlag hadden uitgestoken. De
trams waren gepavoiseerd, de bussen vlag
den en het Lange Voorhout prijkte evenals
de departementen met de gebruikelijke ver
sieringen en verlichtingornamentcn.
Ten paleize aan het Voorhout maakten
velen gebruik van de gelegenheid tot teckc-
ning der felicitatieregisters.
In den middag van 35 uur gaf het
Haagsch Harmonie-orkest onder leiding
van den hesr Zeldcnrust een concert op het
Newtonplcin en vanavond van half 2 tot
half 10 musiceert het jongcliedcncorps
„Juliana" op het Lange Voorhout onder lei
ding van den heer Jouvenaar.
Voorts werden in het Kurhaus, in „De
Bataaf" en in enkele andere inrichtingen
vanmiddag kindervoorstellingen gegeven.
BOSSCHEN OPENGESTELD.
Bij beschikking van den minister van
economische zaken en arbeid en van finan
ciën, zijn als een landgoed in den zin van
art. 1. der natuurschoon wet 192S erkend de
aan .den lieer Dr. E, J. Bosch Ridder van
Rosenthal te Lochem toebehoorendo gron
den ter groote van GO H.A. ten O. van
Gorssel.
Dc gronden die uit twee complexen be
staan zijn voor het grootste gedeelte be-
boscht. Wandelaars hebben vrijen toegang.
HET DEENSCH-NOORSCHE CONFLICT.
Het hof zal heden uitspraak doen.
's-G ravenhage, 2 Aug. Het Permanen
te Ilof van Internationale Justitie zal mor
gen (Woensdag) te vier uur in het Vredes
paleis een openbare zitting houden, waarin
liet Hof zijn beslissing zai mededeelen met
betrekking tot het verzoek tot het nemen
van conservatoire maatregelen tegen de
Dccnsche regeering, op 18 Juli j.l., door de
Noorsche regeering ingediend, betreffende
liet juridisch statuut van bepaalde gedeel
ten in Zuid-Oost Groenland.
OVERBOORD GEVALLEN EN
VERDRONKEN.
Rotterdam, 2 Aug. De achtjarige
jongen A. B. Langeslag, wonende aan boord
van het schip „Vertrouwen", dat in de
Maashaven alhier lag, is vanmorgen over
boord gevallen en verdronken. Het lijk van
den jongen is opgehaald.
Elk groot leed neemt een belangrijk deel
van het innerlijke van zijn slachtoffer in
beslag.
naar het Engelsch van William Locke
door J. E. d. B. K.
S3
Na een oogenblik wachten werd de deur
opengemaakt door een grove, sletterige
vrouw, met een rood gezicht, die in een
armoedige kleine vestibule stond. Ze zag
bet meisje met wonderlijk verglaasde blik
aan en waggelde, toen ze de hand aan haar
'Verwarde haren bracht.
Wat wenscht u
Monsieur Fortinbras, bracht Félise mei
moeite uit. verschrikt door de afschuwe
lijke verschijning.
Monsieur Fortinbras; zij bootste de
heldere stem van het jonge meisje na.
Ja mevrouw, zei Félise.
Waarop de vrouw haar in echte dronke
manstaal toesnauwde. Zij wist wat Fortin
bras d enheelen dag uitvoerde. Zij beklaag
de zich niet. Maar als lichte dames van
Hive Gauche zoo onfatsoenlijk waren om
hem aan huis op te zoeken, dan zou zij
wel manieren leeren. Dit was maar een
eqkele van de zinnen, die de dood ver
schrikte Félise werden toegesnauwd. Het
vas als een lawine, maar het duurde kort,
.want daar sprak een welbekende stem, die^
vreemd klonk door de drift, waaraan ze
uiting gaf:
Wat is er?
En Fortinbras verscheen.
Toen hij het witte gezichtje van zijn
dochter zag, sloeg hij de handc-n \oor zijn
gezicht en met een uitdrukking van af-
grijnzen in zijn oogen deinsde hij terug.
Toen:
Tais-toi, brulde hij en de vrouw met
autoriteit bij den arm grijpende, duwde hij
haar een kamer in, terwijl Félise bevend
op den drempel staan bleef. Na een paar
minuten verscheen hij weer,.nam hoed en
overjas en ouden zijden hoed van een kap
stok en Félise een tceken gevende, dat zo
mee moest gaan, ging hij zijn huis uit en
sloeg de deur achter zich dicht.
Vader en dochter waren nu op onzijdig
terrein, aan het eind van het donkere, kwa
lijk riekende portaal.
Wat in 's hemelsnaam kem je hier
doen, Félise?
Ik kwam om mijn moeder te zien.
Het flinke, vriendelijke gezicht van den
man kreeg opeens oude trekken. Zijn on
derlip zakte naar omlaag. Onder de zware
wenkbrauwen staarden de zachte, blauwe
oogen vol wanhopige vertwijfeling.
Je "moeder?
Ja, waar is zij?
Hij haalde diep adem.
Je moeder, ja, die is in een ziekenver
pleging, lieve kind. Niemand mag haar
zien, zelfs ik niet.
Ilij nam haar bij den arm en duwde
haar naar de trap.
Kom, kom kindje, we moeten voort
maken. Je begrijpt wel, ik heb je niet ver
teld dat je moeder zoo zi^k was. om je
niet ongerus-t te maken.
Maar die vreeselijke vrouw, vader,
riep ze.
En de alpenbloem, waaruit honig wordt
gemaakt, zag er uit als een bevroren lelie
tje van dalen. Op het tusschenportaal ging
ze voor hem staan en zag hem strak aan.
Die vrouw dat Hij zwaaide
met zijn arm. Dat, zei hij op bitteren toon,
een aanhaling citeerende, is een vrouw van
geen beteekenis.
Oh, riep Félise.
Ze wist iets af van de elementaire grof
heid en de ruwheid van het leven. Zij voel
de zich geschokt tot in liet diepst van haar
wezen.
Kom, zei Fortinbras en hij strekte zijn
hand uit. Maar zij trok zich terug. Kom,
beval hij. Er is geen tijd te verliezen. We
moeten weg.
Waar moeten we heen? vroeg zij.
Naar de Gare Montparnasse. Je moet
dadelijk terug naar Chartres.
Ik wil nooit meer terug naar tante
Clothildc, zei Félise.
Maar wat is er gebeurd? Wat is er dan
toch in 's hemelsnaam gebeurd? vroeg hij,
terwijl zij vlug de trappen afdaalden.
Buiten adem, in afgebroken zinnen ver
telde zij het hem. Op de binnenplaats stond
hij stil en bracht de hand aan het hoofd.
Maar wat moet ik met je doen? Goede
hemel, wat moét ik met je doen in deze
vreeselijke stad?
Is er dan geen hotel in Parijs? vroeg
ze koel.
ITij lachte bitter. Er zijn vele hotels. Daar
is Ritz en Meurice en het Elysée Palace.
O, ja, hotels genoeg.
Ik heb genoeg geld, zei ze.
Neen, neen, mijn kind, antwoordde hij.
Niet in een hotel. Dat zou me gek maken.
Daar valt me iets in. Kom maar mee.
Een oogenblik later bracht een motor
omnibus vader en dochter, beiden stil en
verdrietig, naar den anderen oever van de
Seine.
HOOFDSTUK XII.
De zware voordeur op de Boulevard St.
Germain werd open gedaan toen Fortin
bras gescheld had en ze kwamen in een
warme, marmeren vestibule, waar klcedcn
lagen tusschen palmen en beelden. Vlak te
genover de deur was het fijn gesmeden
ijzeren hek, dat toegang gaf tot de lift. Al
les wees op een levensstandaard, zoo geheel
verschillend van dien van de Reu Maugra-
bine, dat Félise, niettegenstaande de ziel-
verdoovende ontgoochelingen, een uitroep
van verbazing niet kon weerhouden.
Wie woont hier?
Lucilla Merriton, een Amenkaansch
meisje. Ik hoop vurig dat ze thuis is, zei
Fortinbras, de liftdeur openend. We moeten
maar eens gaan zien.
Ilij drukte op de knop voor de tweede
verdieping en de lift vloog de hoogte in.
Het portaal was even weelderig ingericht.
Een keurig dienstmeisje kwam te oor-
schijn. Mademoiselle Merriton was thuis,
maar ze was juist aan tafel gegaan. For
tinbras nam een kaartje uit een kale klei
ne portefeuille.
Zeg aan Mademoiselle, dat het een
dringende zaak geldt.
De dienstbode ging weer weg en liet
hen staan in een kleine wachtkamer, die
aan de andere zijde uitkwam op een hall
met kunstig aangebrachte zachte verlich
ting en naar Félisc's onervaren oordeel een
museum was van kostbare, mooie voor
werpen. Op den geboenden vloer lagen
vreemde diierenhuiden. Antieke kasten
met koperen beslag, wonderlijke stoelen
met rechte ruggen, zooal6 zij in de sa-
cristien van dc oudste kerken in de Dor-
dogne had gezien, en gebeeldhouwde tafels
6tonden langs de muren, waartegen in ver
gulde lijsten schilderijen hingen van oude
meesters, die zij gewoon was „heilige schil
derijen" te noemen.
In een zacht geheimzinnig halfduister
straalde in een hoek van de hall 't witte
marmer van dc Venus de Medici. Op den
drempel staande, keek ze verwonderd rond,
toen opeens een deur openging en in het
helle licht, dat naar buiten geworpen werd,
verscheen een slanke tengere figuur, die
met uitgestoken hand op haar vader toe
kwam. Félise verschool zich achter hem.
Wel Fortinbras, welke goede genius
voert je hierheen?
De jonge dame had een diepe stem en
sprak wat langzaam. Neem 't die malle
Célcste niet kwalijk, dat zij je hier in de
kou liet staan. Kom dadelijk binnen.
Ze gi$>g hen voor naar de hall en, Félise,
in het oog krijgend, zag ze Fortinbras vra
gend aan.
Dat is mijn dochtertje, Lucilla.
Wat, is dat Félise? Met bevallig gebaar
stak ze de beide handen uit.
Ik ben zoo blij je te zien. Ik heb zoo
veel van je g2hoord door Corinna Hastings.
Ze logeerde hier een nacht, toen ze naar
Londen ging, weet je.
Maar waarom, terwijl ze «leeds Féli-
se's handen vasthield, -waarom heb je haar
altijd zoo ver van ons gehouden, Fortin
bras? Dat vind ik niets aardig van je.
(Wordt vervolgd.