AMÊRSFÖOR.TS €!H DAGBLAD Vrijdag 5 Augustus 1932 .DE EEMLENDER" 31e Jaargang No. 31 TWEEDE BLAD UIT DE STAATSCOURANT CUMULATIE VAN PENSIOEN EN FUNCTIE DE OVEREENKOMST MET BELGIE De verhouding tot andere staten DE MOORD TE KERKDRIEL DE RECHTBANK TE ZUTPHEN DE JAGER Fortinbras' Toovermacht Onderscheiding, Bij Kon. Besluit is toegekend de zilveren ëere-medaille der Oranje Nas«au-orde aan R. Dozeman, afdeelingschef bij de firma Reese en Beintema te Meppel. Landbouwhoogeschooi. Bij beschikking van den minister van Economische Zaken en Arbeid is aan de Landbouwhoogeschooi te Wagoningen met ingang van 1 Augustus 1932 bevorderd tot tijdelijk vastas6istent de tijdelijke assistent aan die onderwijsinrichting dr. A. J. P. Oort. Rijksverzekeringsbank. Bij Kon. Besluit is te rokenen van 7 Juli 1932 aan mej. W. F. Karros eervol ontslag verleend als adjunctcommies bij de Rijks- verze keringsban k Officiersbenoemingen. Bij besluit van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indiè van 31 Juli 1932 zijn tot tweede luitenant bij het leger al daar benoemd: Bij bet wapen der infanterie: J. W. Zijl stra, D. P. de Vos tot Nederveen Cappel, E. R. d'Engelbronner, M. M. II. B. Volleert, G. van Asperen Vervenne, J. A. Freuden- berg, H. E. Wijnmalen, S. da Co6ta, F. II. Sangster, R. van der Leest, E. A. Feijes, J. Postma, IC. B. A. Blom, J. C. A. Fabcr, II. Sippel, O. A. L. ICorinth, J. IT. Cox, J. van Zuylcn, F. M. F. Claasscn, IT. W. Gerth van Wijk, J. Stuker, F. F. W. van Velthooven, M. P. A. den Ouden, C. D. Winter, F. J. A. Was, H. J. Schrader, F. G. P. Stuker, L. E. Hinrick6, J. Ch. L. Stoll, H. C. A. Kleijn, J. L. W. Rhaesa, D. H. Couwcnberg, D. TI. Slephan, A. A. M. van Rest, P. A. Goors, Y. Meeter, J. P. Houpst, E. V. F. Toers- Bijn6, J. L. J. M. Geelen, W. Spiering. het het Wapen der Cavalerie: M. W. van der Poel, M. Bassa; bij het Wapen der Artillerie: H. A. Mau- renbrecher, B. Andringa; bij het Wapen der Genie: J. L. van der Vliet, W. F. J. van Dun, B. W. J. van der Linden, A. van Houwolinger, W. J. IComen- tas; bij de Militaire Administratie: G. Fergu son, H. G. J. de Leeuw. Zeedienst. Bij beschikking van den minister van Defensie is de kapitein ter zee J. T. A. J. Bruinsraa, sous-chef van den Marinestaf bij het Departement van Defensie, den l(5en Aug. 1932 ter beschikking gesteld en is de kapitein-luitenant ter zee G. II. Poolman met dien datum met genoemde functie be last. ONAFHANKELIJKE SOCIALISTISCHE PARTIJ. De heeren Fimmen en Nathans uitgetreden. Amsterdam, 4 Aug. Naar „De Fak kel", het orgaan der Onafhankelijke Socia listische Partij, van deze week meldt, zijn de heeren E. Fimmen en N. Nathans uit deze partij getreden. In een toelichtend schrijven verklaren de heeren Fimmen en Nathans, dat zij voor het lidmaatschap der O.S.P. hebben bedankt uitsluitend uit motieven, ontleend aan de belangen der Internationale Transportarbei ders Federatie, van welke organisatie de heeren Fimmen en Nathans resp. secretaris generaal en secretaris zijn. DE EKSTER NAAR INDIË VERTROKKEN. Amstcrc)am, 4 Aug. Hedenmorgen om 4-0 is het K.L.M.-vliegtuig de Ekster naar Indie vertrokken. De bemanning bestaat uit de heeren Soer, eensto bestuurder; Kress tweede bestuurder; Blok mecanicien en van Benkering, mecanicien. Het vliegtuig ver voert 212.438 K.G. post en 10.410 IC.G. lading Een passagier maakt dc reis tot Leipzig mee. Hot vliegtuig is om 6.57 te Leipzig geland en om 7.50 uur vandaar vertrokken, waar het nog 45 K.G. post en 5 K.G. lading in nam. Niemand anders kan worden aange-- wezenomdat de aangewezene de meest geschikte is Evenveel pensioen als salaris De lieer Braat had den minister van landsverdediging de volgende vragen ge steld: Is de Minister bereid mee te deelen: 1°. of hot juist is, dat met Aug. a.s. een kolonel bij de artillerie der landmacht den militairen dienst met pensioen gaat verla ten, en daarna door den Minister belast is met de functie van Directeur van het niet militaire luchtvaartbedrijf te Soesterberg? 2°. zoo ja, hoe oud bedoelde persoon is? 3°. of deze nu bij zijn pensioen weer een nieuw salaris zal ontvangen? 4°. hoeveel bedoeld pensioen en salaris zullen bedragen? Is de Minister niet overtuigd, dat in de zen tijd beter iemand daarvoor aangewezen kon worden die nog geen betrekking of pen sioen heeft, en jonger van jar en» is? Zoo niet, op welke gronden berust dan deze benoeming, die de cumulatie van pen sioen en functie ten onbillijkste in dezen crisistijd, waarin velen geen betrekking kunnen bemachtigen, weer met een ver meerdert? Minister Deckers heeft daarop het vol gende geantwoord: 1°. Met ingang van 15 Augustus 1932 zal inderdaad een kolonel-titulair der artillerie van de Koninklijke landmacht den militai ren dienst met pensioen verlaten. Hij wordt daarna krachtens arbeidsovereenkomst be last met de in de vraag bedoelde fuiïbtie. 2°. Bedoelde persoon is thans 59 jaar oud. 3°. Mij zal als belooning voor zijn nieuwe werkzaamheden, naast het wegens langdu- rigen dienst verleend pensioen, salaris ont vangen. 4°. Het pensioen bedraagt \ier duizend gulden per jaar; het salaris eveneens vier duizend gulden per jaar, verminderd met de algeracene tijdelijke korting. Voor bedoelde betrekking kan niet iemand anders worden aangewezen, omdat de aangewezene de meest geschikte is. Bo vendien gaat deze benoeming gepaard met ccn reorganisatie, welke tot bezuiniging leidt. PRINS HENDRIK VOOR DE NEDER- LANDSCHE GELUIDSTILM. Ter gelegenheid van dc opening \an het Nationaal Padvinderskamp op het landgoed „Ooslerbcek" aan den Bcuoordenhoutsche- weg heeft Z.K.H. Prins Hendrik zich bereid verklaard enkele woorden voor de micro foon te sproken. De Orion-Profilti Filmfa brieken in Den TIaag hebben hiervan ccn filmopname vervaardigd voor hun journaal „Nederland in klank en beeld", welke op name van Vrijdag a.s. af in de voornaam ste Xedcrlandsche theaters wordt vertoond. Zullen beide landen tegen hun wil gedreven worden tot represailles? Het Economisch Comité van den Volken bond heeft in een nota aan het Secretariaat van den Volkenbond d.d. 1 Juli 1932 al eenige beschouwingen gewijd aan de 13 de- ker te Ouchy onderteckendc Belgisch-Ne- derlandsclie Conventie, welker inhoud wij hebben medegedeeld. Wij onllecncn dien aangaande aan „Antirev. Staatkunde"- De leden van het Economisch Comilé willen aanstonds in de algemccnc lijnen van de conventie erkennen een poging om de aanbevelingen van een schema van ge zamenlijke economische actie in Europa, dat vroeger het onderwerp van talrijke dis cussies en conferenties vormde, in practijk te brengen. Dc contractecrcnde partijen verwachten klaarblijkelijk, dat andere Staten zullen besluiten zich bij hen te voegen; wat zij zoo mogelijk zouden willen verwezenlijken i6 (1c conclusie van een van de collectieve tractaten voor tie vermindering van de eco nomische muren, aanbevolen door den Vol kenbond, ten aanzien waarvan het Econj- misch Comité in zijn onderzoekingen met betrekking tot dc mecst-begunstigingsclau- sule een bepaling maakte voor dc mogelijk heid van het toelaten van excepties op deze clausule, mits met inachtneming van zekere voorwaarden, waarvan de voornaamste zijn neergelegd in de onderhavige conventie. Het effect van de Conventie zou zijn om ccn speciale regeling te treffen, die een afwijking bevat van het beginsel van be handeling op voet van mcestbegunstigde natie een afwijking die zich zou uit strekken overeenkomstig de mate, waarin nieuwe toetredingen zouden plaals vinden. Op deze wijze zou ze zich, theoretisch ge sproken, kunnen ontwikkelen totdat een regeling was getroffen, die een groot aan tal, zoo niet alle, staten van Europa zou omvatten. Indien dit zou geschieden, zou het belcckenen de verwezenlijking van de idee van een geleidelijke instelling van een vrije Eiiropecsche markt, die rlc economi sche deskundigen van de Commissie van Onderzoek inzake een Huropeescho Unie als volgt naar voren brachten: „Het uit eindelijke doel moet zijn .de ruimst moge lijke medewerking van de Europcesche na tie, teneinde Europa te maken tot eenige markt voor do producten van elk land. waar ook in Europa gelegen". Wanneer België en Holland en, in 't alge meen gesproken, iedere andere Staal, die later lot de Conventie zou toetreden met betrekking tot derde Staten verbonden zijn door verdragen, die behandeling op den voet van mcestbegunstigde natie eischen. dan zouden deze verdragen natuurlijk moeten worden gewijzigd of geannuleerd, teneinde dc Conventie in werking te doen treden. Het is moeilijk te voorspellen, of derde Staten, speciaal de Ovcrzeesche Staten, be reid -zouden zijn in deze afwijking toe te stemmen. Zij hebben, gelijk men weet, een afwijkend standpunt ingenomen met be trekking tot specialo overeenkom n van preferentieel karakter, meer in hot bijzon der bestemd om faciliteiten te verloenen aan dc ingezonken landbouwstatcn van Europa. De houding van de Staten in kwes tie zal noodzakelijk afhangen .van een aan tal overwegingen, waarvan 't des te moei lijker is dc strekking hier aan te geven, wijl liet niet bekend is welke Staten in de toekomst zullen toetreden tot dc voorge stelde conventie. liet is echter niet onwaarschijnlijk, dat liet feit dat men zich in zekere buitcn- Europecschj Staten, cn speciaal in dc Ver- ccnigdc Staten, de voordeden realiseert, die zelfs aan Overzceschc Staten zouden ten deel vallen als vrucht van de vorming van een duidelijker en sterker economisch systeem in Europa, hun beslissing zal be invloeden. De overeenkomst houdt in twee ondtr werpen, die in beteckenis niet voor elkan der onder doen: lanefrcchtcn en ue ver schillende handelsbelemmeringen. De Con ventie bedoelt op deze twee gebieden cener zijds in het leven te roepen een bestand en anderzijds te verzekeren grootcrc facilitei ten in den vorm, hetzij van vermindering van rechten of van de geleidelijke afschaf fing van verschillende belemmeringen. Het i6 moeilijk thans aan te geven de gevolgen, die de vermindering van de rcch ten, waarin de Conventie bedoelt tc voor zien, zal hebben ten aanzien van dc toe tredende Staten, cn den terugslag die deze vermindering zal hebben op den handel van derde Staten met Nederland en de Bel- gische-Luxemburgsche Unie. Deze gevolgen zullen afhangen van dc hoogte van de bestaande, voor do verschil lende categorieën koopwaren gekiende rechten, van dc grootere of geringere elas ticiteit van den prijs van dc goederen en van verscheiden andere factoren die aan een detailonderzoek zouden moeten wor den onderworpen. Echter mag slaande wor den gehouden, dat dc reducties op de twee markten met betrekking tot vele producten zonder twijfel ccn opmerkelijk verschil (speciaal in de eerste jaren) in concurree- rende voorwaarden met goederen, die uit derde Staten komen, scheppen zullen. In den tegenwoordigen stand van zaken, nu wij bijna dagelijks de tariefrechten zien toenemen, aanvullende lasten zien op gelegd, steeds verder beperkende quota's zien vastgesteld, verboden zien uitgevaar digd etc. verkrijgen de bepalingen met be trekking tot een tariefbestand speciaal be lang. liet is waar, dat Nederland en de Belgisch-Luxemburgschc Unie, die gaarne willen voorkomen dat het door dc Conven tie in het leven geroepen tariefsbestand zelfs maar een schijn wekken zou van te veroorzaken een ongelijke behandeling van derde partijen, overeengekomen zijn hun beschermende laricff-ecliten niet met be trekking tot derde Staten te verhoogen; maar ze blijven vrij anders te handelen, indien anderft Staten hun crnstigen hinder zouden toebrengen door ccn verdere ver hooging van rechten of vermeerdering van handelsbelemmeringen. En liet moet toege geven worden, dat, zooals dc. zaken nu staan, deze mogelijkheid uiterst waar schijnlijk is, en dat Nederland cn België dientengevolge tegen hun wil gedreven zullen worden tot maatregelen van repre saille. Indien deze Conventie in werking treedt (en nog meer indien andere Staten zich voegen bij de toonaangevende Staten), zul len derhalve dorde Staten hot risico loo- pen, dat ze, bij het aanvaarden van een overdreven politiek van handelsbelemme ringen, hunne goederen in zeer belangrij ke mate onderworpen zullen zien aan zulk een differenliecle behandeling, dat zij met betrekking lot de concurrcerendc goederen in een ongunstige positie zullen komen te staan. EEROEPS-CFFICIEREN. Inkrimping van het aantal. Naar wij vernemen zullen tegen 1 No vember de gcneraal-majoors P. Donk, com niandant van de IIIe Divisie tc Breda en J. II. llardenberg, inspecteur van bet wa pen der Infanterie, de kolonel A. C. Brcc- baart, commandant van de IVe Infanterie Brigade, benevens een aantal luitenant-ko lonels, den dienst met pensioen verlaten. Er zal dan echter met het oog op oen cventueele inkrimping van het aantal be roepsofficieren, waaromtrent de beslissing nog moet worden benomen, voorloopig geen bevordering plaa* hebben van kapiteins tot den hoofclofficicrsrang. (Het Centrum). Behandeling der strafzaak in cassatie Dc Hoogc Raad heeft behandeld het cas- salieberocp van dc drie broeders R„ alle drie vervolgd wegens moord op den rijks veldwachter L. Tap te Kerkdriel, gepleegd op Oudejaarsavond 1.1. De veldwachter werd na een vechtpartij met deze drie per sonen in een greppel dood gevonden, waar hij bleek, dat hij verscheidene messteken liacl ontvangen. Dc rechtbank te Tiel veroordeelde alle drie wegens zware mishandeling tot 13 jaar gevangenisstraf, welk vonnis is bevestigd door het Gerechtshof te Arnhem. Namens requiranten lichtte mr. S. van Oven eenige cassatiemiddelon toe, betoo- gende. in de eerste plaats, dat er een ver ward voorval heeft jdaats gehad, waarbij men niet precies weet, wat er gebeurd is, Zoodoende is liet vonnis der rechtbank op gebouwd op tegenstrijdige gronden, om welke reden het Hof dat vonnis niet had mogen bevestigen. In de tweede plaats had het Hof het be roep op noodweer moeten weerleggen. In dc derde plaats achtte pleiter het con stante jurisprudentie, dat wanneer de dood onmiddellijk volgt op mishandeling, geen veroordeeling kan worden uitgesproken op grond van zware mishandeling. De advocaat-procureur, mr. Wijn vel dt, zal 18 Augustus concludccrcn. Adres van B. cn W. tegen haar opheffing Burgemeester cn wethouders van Zut- phen hebben naar aanleiding van het voor stel in het rapport van de commiêsic-Wol- ter, over Ie gaan tol opheffing o.m. van de rechtbank te Zutphon, een adres gericht aan de ministers van justitie en van bin- nenlandschc zaken. Zij schrijven daarin: Het zal ons gemakkelijk vallen aan tc toonen, dat de er uit voortvloeiende bezui niging uiterst gering zal blijken, cn wij zullen ons vcroorloovcn, een uitgewerkt beloog daaromtrent tot Uwe Excellentie to richten. Het zal de justitiabelen op 'n niet te schatten tijdverlies komen tc staan. Maar bovenal, het zal aan onze stad een onberekenbare schade berokkenen, finan cieel cn in de allereerste plaats cultureel, terwijl Uwe Excellentie- er toch van door drongen zal zijn, dat er ccn zeer groot landsbelang in gelegen is, den middenstand der gemeenten in bloei tc houden en niet alles wat bloei beteekent, in do groote ste den, die zonder dat toch niet tc gronde gaan, samen tc brengen. En dit alles ten slotte, terwijl aan tc toonen valt, dat het zetten van de streep tusschen de zooge naamd eerste- en twccde-klas-rcchtbanken ccn volkomen willekeurigheid cn onjuist heid is, zijnde er twecclc-klas-rcchtbankcn, als de onze. die veel meer dan verscheide ne ecrstc-klas-rechtbanken belcckenen. LUNCHROOM H.v. d. PAVERT LANGESTRAAT 56. TEL. 115 Voor de Vacantiedagen Amersf. Janhagel. Boiersprits. Diverse soorten koekjes. Niemand, die een ander noodig heeft, kan volkomen hard zijn. naar het Engelscb van William Locke l door J. E. d. B. K. 40 Félisc mompelde een paar woorden van dank. Ze was te overbluft om te denken of te spreken. Op de ontdekking van de levens omstandigheden van haar vader en het ver lies van haar vertrouwen in hem, was dade lijk gevolgd de overplanting naar dit war me, weelderige verblijf, bij deze vorstelijke jonge vrouw, die met bijzonder smaakvol- len eenvoud was gekleed. De lampen met hun gedempt licht, de schilderijen, de flik kerende lichtflitsen in de geboende meube len, het geflonker van zwaar zilver en ge slepen glaswerk, de kom met orchideeën °P tafel, het fijne damast, waarvan zij, die zich verbeeldde een goede beoordeelster van tafellinnen te zijn, nooit had gedroomd, de honderd kleine attributen van de eetkamer eener rijke vrouw, dat alles gaf haar een gevoel van onwezenlijkheid en het verhoog de haar armen gevallen vader weer in haar achting door hem magische krachten toe te kennen. Heerlijk voedsel werd haar voor gezet, maar ze kon er niet van genieten. Lucille, die haar op haar gemak wilde bren gen, sprak over Corinna en over Brantóme, zij yerlangde te bezoeken en over den grappigen Engelschman, wiens naam zij vergeten was, maar die bediende was ge worden. Hoe ging het daarmede? Met Monsieur Martin? TIeel goed, dank u. Félise zette het glas, dat zc aan haar lip pen had willen brengen, neer. In bijna een uur had ze niet aan Martin gedacht. Ze had bet gevoel of er werelden en oceanen tusschen hen lagen. Wat had ze niet verschrikkelijke dingen beleefd, sinds zc hem gezien had. Zij was anders gewor den. De wereld was anders geworden, 't Zou nooit weer worden zooals vroeger. Er kra men tranen in haar oogen. Lucilla, die dit zag, glimlachte. Mag je Monsieur Martin graag lijden? Iedereen houdt van hem, hij is zoo vriendelijk, zei Félise. Maar is het dat, wat in een man de vrouw zoo aantrekt? vroeg Luciila. Heeft dc vrouw niet sterkte noodig om te leunen? Iets dat tot de verbeelding spreekt? Iets meer zwierigheid? Félise dacht aan Lucien Viriot cn aan zijn huzarenpluim en zei: neen. Zij had geen zuinigheid noodig. De kal me, bedaarde manieren van Martin, ze wist zelve niet waarom, waren haar meer waard dan het gekletter van alle mogelijke sabUs. Dat hangt van het temperament af, Mademoiselle, zei Félise in het Fransch. Lucilla riep lachend: Jou aardige kleine muis. Ik geloof dat een groote kater je doodsbang zou maken. Maar Félise luisterde slechts met een half oor. Ik houd veel van katten, zei ze een voudig. Waarop Lucille alles begrijpende, het weer uitschaterde. Ik heb een jong Perzisch katje, zei zij. Een beeldig beestje. Céleste, breng den Shah van Perzië eens hier! Dat is oen grap van mij. Dat is een woordspeling zei Félise inct een glimlach. Ja, dat is het natuurlijk, dat heb je heel snugger opgemerkt. Ik noem hem Pa dishah. Céleste bracht uit een donker hoekje een mandje, waarin een poesje met zijdeachtig grijs haar en gaf het aan Félise. 't Diertje begon te spinnen en scheen zich hscl be hagel ijk bij haar tc voelen. O, wat een schatje, riep zij uit. Wat een zacht klein schatje. De laatste twee we ken, hoorde ze zich zelve zeggen, was een kat mijn eenige vriend! Wat voor een kat? vroeg Lucilla. Niet zoo een als deze. 't Was een ma gere oude poes. En onder den invloed van dat zachte, jonge diertje op haar schoot cn de lieve oogen van Lucilla, smolt alle verlegenheid weg en zo vertelde van Mimi en tanle Clo thilda cn al de verschrikkingen van. haar reis naar Parijs. Ze had zoowat alles verteld, toen Céleste een Pékanees patrijshondje binnen bracht en op het baarkleed neer zette met een bak je fijn gesneden rauw vleesch, dat hij gul zig verslond. Nadat hij zijn bordje had af gelikt en het van het haardkleedje op den gewreven vloer was gegleden, likte hij net nog eens af aan den onderkant in de hoop dat er wat voedsel doorheen was gefiltreerd. Hierop ging hij tegenover zijn meesteres zitten met opgeheven staart en keek haar als een jong leeuwtje met zijn ziel in zijn oogen aan, alsof hij wilde zeggen: wanneer kkrijg ik nu na dit voorproefje te eten?. Maar Lucilla joeg hem naar zijn stoei, waarop hij ging liggen, hoogst verwonderd kijken de. Toen het diner af was geloopcn, nam Lu- cilla haar, met katje cn hond mee, naar het atelier, het weelderige atelier van een schil- deresse, een kamer met geboonden vloer en mooie, kleine tapijten cn divans, en met fijne weefsels langs do muren. Er stonden een paar ezels met schilderstukken; in den Rcnaissancehaard vlamde ccn groot hout vuur. En Lucille praatte als of ze Félisc haar heele leven had gekend, en alsof ze haar het aardigste meisje op dc wereld vond. En voor Félisc was het een sprcokje, die korte avond, die zoo snel voorbij ging. Lucilla, die zag, dat ze doodmoe was, zond haar vroeg naar bed cn 't bleef een toover- land, terwijl Félise zich ontkleedde, met al die fijne toiletartikelen om haar heen en ze in een ragfijne geborduurde nachtjapon in het. heerlijke zachte bed in slaap viel. Maar midden in don nacht werd ze wak ker en zag ze hot gezicht van die vreeselijke vrouw in de Rue Maugrabinc, cn boorde ze dc stem van tante Clothilde minachtend over haar vader spreken en toen was ze boos op zich zelve, omdat ze zich had laten meeslepen door die sprookjeswereld cn tot het aanbreken van den dag lag ze tc snik. ken. In een slordige, vuile kamer, zat een man te zwoegen over bet vertalen van Fransrlie handelsvcrslagen in bet Engclsch, waarmee hij zijn wisselvallig inkomen nog iets groo- ter maakte. En aan de andere zijde van hot ,dunne houten beschot lag zijn vrouw haar roes uit te slapen. En zoo was zi.'n huiselijk leven geweest gedurende zoovele jaren, dat hij ze maar niet tellen wilde. Maar tot op heden was Félise onwetend gehouden. Nu was de sluier opgelicht; ze had de moeder van haar droomen behouden, maar ten kos te van hem zelf. Zou het niet beter zijn haar de waarheid tc zeggen? Hij staarde op de getypte woorden, tot hij ze niet meer zien kon door zijn tranen. Hij had alles verlo ren, wat lief was in zijn leven, de liefde van Félise. Hij boog het hoofd in zijn handen, 't Oordeel was eindelijk op hem neergedaald, had hem eindelijk getroffen voor de mis stappen van zijn jeugd. In zijn jonge ja ren was hij schromelijk afgedwaald. Al de ellende, die hij sinds dien verduurd had, was maar de voorbereiding geweest voor wat nu geschied was. 't. Zou zoo ge makkelijk zijn om morgen naar haar toe te gaan en tc zeggen: ik heb je gisteren voorgelogen. Die vrouw, die je gezien hebt, is je moeder. Maar hij wist dat hij dat niet zeggen kon; hij moest boete doen. En den volgenden dag deed hij boete, toen hij, nederig gestemd, bij haar kwam. Plichtmatig ontving zc hem en bood hem haar wang voor 'n kus, maar hij voelde hoe ze zich terug trok en in haar oogen zag hij, hoe zij er onder leed hem tc moeten veroordcelcn. Hij zag, en zulke dingen merkte hij gauw op. hoe haar voor het eerst, zijn kale zwarte jas, zijn gerafeld linnen en dc kale chique van zijn voor komen opviel, dat ook zoo'n schelle tegen stelling vormde met de weelderige omge ving, waarin zc zicli nu bevond. En hij wist dat zij geen onreine gedachten had, maar dat alles haar hart diep gewond had; zich op de lippen bijtend, wendde zij haar hoofdje op zij, zoodat hij het niet zou op merken. (Wordt vervolgdl, J

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 5