'T MISLUKTE COMPLOT RADIONIEUWS NEDERLANDSCHE UITZENDING OVER RADIO-LUXEMBURG RADIO-VARIA SLAPELOOSHEID VERHAAL VAN DE WEEK De „King-Sing", een oude vrachtboot, die sedert jaren dienst deed in de Chineeschc kustvaart, lag zeevaardig voor de uitreis naar Amoy. Aan boord bevonden zich bui ten de bemanning nog zestig Chineesche passagiers. Veel omslag werd er voor deze passa giers niet gemaakt. Overdag hielden zij zich op het voordek op en 's nachts betrok ken zij in het tusschendek een hoogst so bere legerstede. Het uur van de afreis was aangebroken en men wachtte slechts nog op den inland- schen loods. Kapitein Morris stond op de brug en keek neer op het gekrioel der met elkaar snate rende passagiers. Enkele der spleet-oogige zonen van het Hemclsche Rijk hadden het zich alvast gemakkelijk gemaakt en gaven toe aan hun speelwoede. Morris keerde zich misnoegd tot Neale, den jongen, twccde-§tuurman, die naast hem over de verschansing hing: „Weer een plezierige bagage, die men ons op den hals heeft geschovenik zal blij zijn als wij ze weer fatsoenlijk van boord hebben. De agent heeft mij in het geheim nog gewaar schuwd voor den koopman Feng. Kijk die daar, aan bakboord, die oude kerel met de witte baard en knevel! Het moet een door trapt© schurk zijn, maar tot dusver heeft men hem niets positiefs ten laste kunnen leggen. Hij was als passagier aan boord van de „Tai-waü", die door de piraten is leeggeplunderd; ook was hij passagier op de „Knau-Yin", die hetzelfde lot onderging. Het zou ook een toeval kunnen zijn, maar vertrouwen doe ik het zaakje niet. Wij moeten dezen passagier danig in de gaten houden. Het is niet onmogelijk, dat er ook nu weer piraten onder de passagiers zijn en Feng mee in het complot is. Dat is zoo de oude truc van deze gele kerels. Wed den, dat ik er goed aan deed om deze kerels man voor man te laten fouilleeren of ze wapens bij zich hebben?voorzichtig heid is meer waard dan dapperheid." Morris liet hieVop een kort lachje hooren, terwijl hij meteen naar zijn heupzak tast te om zich opnieuw van de aanwezigheid van zijn revolver te vergewissen. „Er schijnt zich ccnig verschil van mee ning bij de spelers voor te doen", lachte Neale, die voor het eerst de reis aan boord der „King-Sing" meemaakte. „Ik wou dat ze elkaar de koppen insloe gen" antwoordde Morris minachtend.,, Als dat gebrul nog lang aanhoudt, laat ik een voudig een waterstraal op hen richten; niets kalmeert de hartstochten zóó goed als koud water." Twee der Chineesche dobbelaars hadden inderdaad ruzie gekregen en vochten hun mceningsverschil met de vuisten uit. Terwijl Morris en Neale met vermaak naar de strijdenden stónden" te Rijken, speelde zich achter hun rug een andere ge schiedenis af. Een der Chineesche matrozen, die op het voorschip met een en ander bezig scheen ge weest, ging, zoodra het gekrakeel was uit gebarsten. naar het achterschip. Hij boog zich breed uit over de reeling en riep een paar woorden omlaag naar het water. Met een gleed onder de schaduw van het voor uitspringende dek, een boot langszijde van de „King-Sing". De matroos wierp een touwladder over de reeling en liet hem tol bijkans den waterspiegel omlaag. Tien Chineezen klauterden met katach tige behendigheid, de een na den ander aan dek, alleen beide roeiers bleven in de boot en gleden behoedzaam weg. De matroos gaf zijn landslieden een toe ken hem te volgen. IJlings volgden ze hem op de hielen, als roofdieren, tot den sprong bereid. In hun ruime blauwe jassen droe gen ze groote messen en bijlen. De matroos had inmiddels aan een smal le plaats het linnen overtrek van de eene reddingsboot aan bakboord losgemaakt. Door deze spleet wrongen zich de zeeroo- vers de boot in. Nauwelijks was de laatste verdwenen, of de matroos trok de banden weer toe, zoodat het linnen opnieuw glad en stevig over de boot gestrekt lag. Aan gezien de booten pas in den loop van den namiddag van buiten en van binnen gerei nigd waren, bestond er voor de roovers geen gevaar, dat zc in hun benauwde en donkere schuilplaats zouden worden opge jaagd. De matroos maakte nu van het achterdek een opvallend teeken naar den koopman Feng. Feng zond een hevelend woord uit naar de ruziemakers, waarop bijna direct de strijd ophield. „Zij hebben de huid al vol" lachte Mor ris goedmoedig, terwijl hij zijn pijp stopte. „Haha! daar komt van daarginds al de loods! des te beter, hoe eerder wij het an ker lichten, des te gauwer zijn wij deze bende kwijt, wat ik voor onze veiligheid doen kon, heb ik gedaan." De stoomboot „King-Sing" had bijna For mosa bereikt. Nog in den loop van den vol genden dag hoopte kapitein Morris de be doelde haven te bereiken. Een snikheete dag naderde zijn einde. Morris zat met Charles Webster, den eersten stuurman, in de salon. Tusschen beiden in stond oen flesch whisky. Morris ontlokte aan zijn pijp dikke rook wolken. „Proost Webster!" lachte hij en hief zijn glas op, „morgen hebben wij het klaarge speelder kan eigenlijk nu niets meer gebeurendaarop willen wij er nog een tje drinkenAls Feng iets in zijn schild zou voeren, heb ik hem dat leeliik onmoge lijk gemaakt. Wat willen ze beginnen? De messen werden voor hun afreis afgenomen. Vanaf het tusschendek leidt alléén maar *en smalle trap naar het boot-dek en de M"ug. Zoodra wij bij de Chineezen iets ver dachts opmerken behoeft zich één onzer maar met zijn revolver hier boven aan de 'raP op te stellen, of de heele bende is schaakmat gczet> Meer dan één persoon te gelijk kan de trap niet opNeen, Web ster, neen, wij komen er dit keer goed af! Prosit." Helder weerklonk de scheepsklok, die het aflossen van de wacht aanduidde. Webster om twaalf uur aflost krabbel ik nog een ledigde zijn glas met één slok en kwam ccnigszins zwaar overeind. De broeiende hitte lag hem als lood op zijn corpus. „Ik moet Neale aflossen! Goeie nacht, ka pitein." „Goeie nacht Webster! Zend mij Neale. De jongen moet ook een druppeltje mee- proeven." Toen Webster op de brug trad, trof hij den jongen tweede-stuurman in een bezorg de stemming aan. De Straat-van-Formosa had bij alle zeelui om haar stormen en het gevaarlijke vaarwater een slechte reputa tie. Neale was wat blij, toen de ervaren su perieur ter aflossing kwam opdagen. „De barometer daalt", zei hij dadelijk. Webster wierp een blik op den horizon. De zon zonk achter een rossigen sluier en in de lucht lag iets adem-beklemmends. Ook daalde, zooals de andere reeds had ge meld de barometer angstig snel. „Is er wat op til?" meesmuilde Neale. Webster knikte gereserveerd. „Dat kan soms wonderlijk snel in deze oorden ge beuren laten wij ons op alle moge lijke eventualiteiten voorbereidenOm te beginnen: zend de passagiers direct al len naar het tusschendek en laat de luiken goed afsluiten. Wij zijn ten slotte verant woordelijk, dat geen der koelie's over boord wordt geslingerdEn één der matrozen moet de reddingsbooten ter dege aansnoe ren. O ja dit moet ik nog zeggen, kapi tein Morris wou je gaarne even bij zich zienKijk niet benauwd de oude is goedgeluimd, hoor, altijd, als de reis goed is doorstaan; ga een whisky balen!" Aan boord werden alle voorbereidingen getroffen om een mogelijken storm te trot- seeren. De matroos Li, die de blinde passagiers bij de afvaart had verstopt en hen tijdens den nacht onopvallend van water en brood had voorzien, scharrelde zóó lang op het dek rond totdat hij zich er alléén bevond. Ilij ging daarop naar de bevolkte bakboord reddingsboot en terwijl hij zich met het aansjorren der lussen bezighield, sprak hij half luid de boot in: „De stuurman heeft gezegd, dat wij morgen in Amoy zijn. Feng heeft bevolen, dat gij nog dezen nacht het schip in bezit zult nemen. Tegen midder nacht maak ik de lussen los en laat je al len naar buiten. De eerste-stuurman heeft de passagiers in het tusschen-dek doen in sluiten, omdat er storm wordt gevreesd. Wij hebben des te gemakkelijker spel, want ze zullen zich volmaakt veilig voelen aan boord." „Wij zullen zacht als een schaduw over de witte duivels vallen", klonk het uit de boot terug. Boven op de commandobrug stond Char les Webster en neuriede een melancholiek liedje. De man bij het roer een oude Chinees, keek op naar zijn chef. met verwonderde blik. Het was hem onbegrijpelijk, hoe deze Europeaan nog zingen kon bij een derge lijke hitte en met het dreigende vooruit zicht van een storm. Een hevige deining deed het oude schip heftig slingeren. De drukkende stilte ging over in een merkwaardig gesuis en ge fluit. Webster brak opeens zijn gezang af en wierp opnieuw een blik op den barome ter. Nog steeds bleef deze vallen en, zoo niet alle teekenen bedrogen, geraakte de stoomboot in het gebied van den storm. Een paar matrozen trokken ijlings de zeil doek-kappen over de ventilatoren cn ver zekerden de luikgaten. Webster liep over de brug en wierp een blik naar het midden- en over het achter dek. Het kwam hem voor, alsof één der ma trozen onnoodig lang bij één der reddings booten toeven bleef. Deze gele kerels hiel den zich met voorliefde steeds ver-af van het werk, als men ze niet voordurend op de vingers keek „Ilelp bij liet achterluik, gele hond!" schreeuwde Webster en dreigde razend met zijn Miist naar den Chinees. Het was geen gewoonte aan boord om de woorden op een weegschaaltje te leggen. De matroos, liet was Li, ging langzaam van dc boot wreg. Webster kon door den afstand den blik van haat niet opvangen, dien dc gele kerel hem toewierp. Hij wendde nu zijn aandacht naar het voorschip; schreden achter hem deden hem omzien. Kapitein Morris, reeds in olie-jas kwam op de brug. „Met den storm komen wij wel klaar", zei Morris voorzichtig. „De King-Sing" heeft zich tot nu toe als zeewaardig bewezen. En de Chineezen zitten goddank in het tus- schenruim gepakt. Zouden ze het toch pro- beeren willen de luiken open te breken en ons te overvallen volgens mijn meening de grootste waanzin, om dat ze ongewa pend zijn dan knallen wij ze neerIn ieder geval dienen wij het voorschip scherp in het oog te houden want misschien hopen ze den chaos tijdens den storm uit te bui ten." Webster knikte somber Hij kende genoeg voorvallen, waarbij de Europeesche bezet ting der kustvaarders door de piraten zon der pardon waren neergehouwen en hij was van plan zijn leven zoo duur mogelijk te verKoopen. Dat echter het gevaar hem in den rug beloerde, drong niet tot hem door Tegen middernacht had de storm zijn hoogtepunt bereikt. De boot stampte zwaar cn had reeds verschillende brekers over zich voelen gaan. Morris en Webster stonden zwijgend op hun post cn staarden den nacht in. Slechts droppelgewijze kwamen de woorden af en toe van hunne lippen. Als nu en dan de storm even bedaarde, hoorde men het ge schreeuw der angstige, ingesloten passa giers. „Dat. beteekent nu ook juist geen pretje, om in zoo'n benauwd gat te worden door- ééngegooid" lachtte Morris hard„Wan neer het een of ander zou gebeuren. Web ster, met deze schuit en wij moesten in de booten gaan, posteer jij je dan met Neale bij het luik en zorg ervoor, dat slechts de een na den ander aan het dek en in de boot komt. Die kerels zouden me het heele zaak je in het honderd jagen!" „Waarom zou alles zich niet goed hou den?" gaf Webster ten antwoord; „de schuit heeft wel zwaarder zeeën beleefd en is er goed af gekomenMorgen is mijn vrouw jarig, kapitein; als Neale mij om twaalf uur aflost, krabbel ik nog een paar woorden, die ik in Amoy zal posten." Morris lachte. „Ga dan naar den salon, Webster, cn drink een glas op het welzijn van je vrouw cn op de goede reis." Vijftien minuten vóór middernacht. Over het geheel verlaten dek sluipt de matroos Li naar bakboord, naar de red dingsboot, waar de zeeroovers verborgen waren. Het schip helde plotseling sterk over en bijna was hij van dek geslagen; een vloek ontglipte aan zijn lippen. „Het is zoover!de kapitein en de „eerste" staan op do brug. Het is gemakke lijk spelde „tweede" slaapt; dien neem ikmet de machinisten zullen wij wei nig last hebben", fluisterde hij in de boot, terwijl hij met een mes do riemen door sneed. Op dit oogenblik toefde Webster in ge dachten bij zijn vrouw en schreef zijn brief. In dit moment bezwoer kapitein Morris, dat het ditmaal inderdaad zijn aller-aller- laatste reis zou zijn en dat hij eindelijk het onrustige leven den rug zou keeren. En tegelijk wentelde Neale zich in zijn kooi rond. gepijnigd door een zwaren na ren droom. En ook in dit zelfde moment steeg vóór de boeg van de „King-Sing" een hcmel- hooge, spookachtige, lichtende watermassa omhoog. Met oorverdoovend geraas donder de een enorme breker over het dek. Een gekraak en gesplinter vage kre ten envan het voorschip worden de wrakken der beide bakboord-booten in de gruwelijke heksenketel der woedende zie dende zee geslingerd. Kapitein Morris kromp ineen. „Wat was dat. Webster? Hoorde ik daar niet iets als menschelijke kreten?" Webster haalde de schouders op. „Het leek mij ook even zoo toe... Ik kan echter niet gelooven, dat één der matrozen of sto kers zich op het dek zou hebben ge waagd...; zal, als Neale komt aflossen, de lieden laten monsterenIets aan dek is in ieder geval verongeluktIk zal eens nakijken." Eerst toen de morgen aanbrak, bedaarde de storm en was het mogelijk na te gaan, hoe de zee had huisgehouden aan boord. Van de beide bakboord-reddingsbooten was geen spoor meer te zien. De zwaarte van den breker had zelfs de ijzeren davids als lucifers geknakt. „Natuurlijkheelemaal zonder tegen spoed kan het niet aflööpcn", bromde ka pitein Morris en monsterde kwaad het ver woeste dek. „Hadden de booten het niet kunnen houdenmaar niets wordt je nu eenmaal gespaard." - Bij 'de mónötcnrig dér' manschappen ontbrak alléén maar de matroos Li. „Door een stortzee over boord geslagen", schreef Webster, die tijdens de crllleke uren de wacht had. in het scheepsjour naal In. Het congres te Madrid. De datum waarop het Internationale Ra diocongres te Madrid zal beginnen is thans officieel vastgesteld op 3 September. De laatste van deze conferenties werd in 1927 te Washington gehouden en 6edert dien hebben de verwikkelingen op radiogebied, in het bijzonder wat dc golflengte-kwestie betreft, ontstellende afmetingen aangeno men. Het hoofddoel van de conferentie is het bespreken van problemen betreffende radioverbindingen ten behoeve van handel en scheepvaart, maar men hoopt, dat ook talrijke dringende vraagstukken betreffen de den radio-omroep een plaats op de agen da zullen vinden. Naar de 5.000.000. Op 30 Juni j.l. bedroeg hte aantal luiste raars in Engeland 4.764.188. Men rekent er op, dat vóór Kerstmis de 5 millioen bereikt zullen zijn. Engeland staat thans, wat het aantal officieele luisteraars betreft, aan het hoofd, terwijl in Duitschland, dat vroe ger bovenaan 6tond, het aantal luisteraars in de maand Tuni eenigszins is afgenomen en thans ruim 4 millioen bedraagt. De zwijger gaat spreken. 8 Jaar geleden, in 1924, waren de plannen gereed voor een nieuwen zender van de Fransche Posterijen te Parijs en in 1925 werden hiervoor de benoodigde gelden toe gestaan. Het station werd gebouwd, maai om verschillende redenen bleven de uitzen dingen achterwege. Thans echter heeft de nieuwe directeur-generaal der Fransche Posterijen, Mr. Queuille, bepaald, dat hei station zijn zwijgen zal verbreken en bin nenkort met een energie van ongeveei S KW de uitzendingen zal beginnen. Radio en Luchtvaart De Engelsche luchtlijn CroydonKaap stad, die regelmatig met passagiers-vlieg tuigen bevlogen wordt, zal worden voor zien van in totaal 70 radio zend- en ont vangstations in de lucht en op den bega- nen grond, met het doel den dienst op deze lijn te beveiligen. Luidsprekers bij het Eucha ristisch Congres. Bij het voor eenige weken te Dublin ge houden Eucharistisch Congres werd, ten einde de ceremoniën en de toespraken voor de geweldige "menschenmassa verstaanbaar te maken, een ruim gebruik gemaakt van microfoons en luidsprekers. Langs den pro cessieweg, over een af6tand van niet min der dan 25 K.M., waren meer dan 400 groo te electrodynamische luidsprekers opge steld. RADIO Dezer dagen de eorste proefuitzendingen. De sterkste zender van Europa. (Door onzon correspondent). Lang genoeg zijn de meost tegenstrijdige geruchten over den grooten in aanbouw zijnden reclamezender in Luxemburg in omloop geweest. Doch thans hebben wij ons ever den stand van den zenderbouw zelf kunnen overtuigen en kunnen als ooggetui gen vaststellen, dat Radio-Luxemburg bijna voltooid is en reeds dezer dagen met proefuitzendingen zal beginnen. De zender staat op een heuveltop bij Jung- glinster ongeveer 362 M. boven den zeespie gel. Dc drie antenne-masten zijn 185 motcr hoog, zoodat de antennedraden 547 M. boven den zeespiegel komen te hangen. Met be wonderenswaardige snelheid is deze reus onder de zenders van Europa gereed geko men. Den len October 1931 werd op het 20 H.A. groote terrein ao eerste steen gelegd voor het zendergebouw en thans, na slechts 10 maanden, kan het bedrijf in werking worden gesteld. Do eigenlijke inwijding van den zender is vastgesteld op begin Sep tember en zal gevierd worden met drio feestelijke zenddagen met programma's, die in de Fransche, Duitsche en Engelsche taal zullen worden omgeroepen. Radio Luxemburg zal zich met enkele korte woorden in het Fransch en Duitsch melden: „Allo, allo, rooi Radio Luxem bourg" en „Achtung, Achtung, hier Radio Luxemburg." De omroepster is Eva Sie- mert, een jonge kunstenares, die niet alleen de Duitsche, Franscho en Engelsche taal volkomen beheerscht, doch ook een talent volle zangeres is, die haar opleiding aan de hoogeschool voor muziek to Berlijn heeft genoten. Do belangstelling die er in Europa voor dezen zender bestaat, is buitengewoon groot. Thans is reeds bekend gemaakt, dat de Zondagschc uitzendingen voor Engeland zijn gereserveerd, dat er eiken Donderdag Duitsche uitzendingen zullen plaats vinden en de Vrijdagavond bestemd is voor N e- derlandsche uitzendingen. Internationale Radiodienst. Tevens werd ons medegedeeld, dat men hier te lande bezig is met de oprichting van een naamloozc vennootschap, de „Interna tionale Radio Dienst", in navolging van e in Duitschland bestaande „Internationale Radio Dienst G. m. b. H." Deze naamlooze vennoootschap zou opgezet worden door enkele vooraanstaande Nederlandschc per soonlijkheden. De leiding van deze Neder landschc onderneming zal berusten bij een journalist en een koopman. Dc maatschappij zal zich niet enkel met reclame-uitzendin gen bezighouden, maar ook propaganda maken voor de Nederlandsche kunst cn cultuur. Zij wil over den LuxembuFgschen zender aan de wereld tooncn. dat Neder land niet slechts in vervlogen tijden groote kunstenaars voortbracht, doch dat ook de moderne Nederlandschc kunstenaars een eereplaats innemen en niet behoeven onder te doen voor de buitenlandsche, die het voordcel hebben, geboren te zijn in een land, waar een taal gesproken wordt, die ver over de landsgrenzen verstaan en gelezen wordt. Naar ons verzekerd werd, zal Radio Luxemburg niet slechts reclame-program ma's brengen, maar ook door eigen uitzen dingen dc aandacht van de Europeesche landen op zichzelf vestigen. Deze eigen uit zendingen zullen geenszins uit het. afdraaien van gramofoonplaten bestaan, noen, men wil geheel nieuwe wegen op radiogebied in slaan. Men zal regelmatig tooneel-, bioscoop- en boekbesprekingen geven. Dc tooncelcri- tiek voor het Fransche taalgebied zal door den heer Lugne Poe verzorgd worden, voor het Duitsche taalgebied zal men waarschijn lijk een Berlijnsche journalist nemen. Radio Luxemburg zal ook een Europceschen nieuwsberichtendienst brengen, die door een Franschen en een Duitschen journalist zullen worden verzorgd. De technische indruk. De technische inrichting maakt een over weldigenden indruk. De internationale radio-industrie heeft inderdaad alle krach ten ingespannen om een werkelijk vol maakte zcndinrichting te bouwen. De Fransche ingenieurs garandeeren een an tenne-energie van 200 h.W. Daarmede is Radio-Luxemburg de sterkste radiozender van Europa. Dc zender is door middel v-n vier kabels met het hoofdtelegraafkantoor te Luxemburg verbonden, waardoor niet alleen dc bedrijfszekerheid ten volle gewaar borgd is, maar ook de mogelijkheid is ge schapen, elke gewenschtc radio-kabelver binding met Amsterdam, Berlijn, Brussel en Parijs te onderhouden. Naast den grooten zendqr, die op een golflengte tusschen 1240 en 1255 Meter zal werken, wordt ook nog een zender met een kleine capaciteit in gebruik genomen, die voor uitzendingen van localen aard en in het Luxcmburgsche dialect zal zorg dragen. Maar ook over dezen plaatselijken zender zullen reclame-uitzendingen plaats vinden. Binnen enkele weken zullen wij in Europa een zender hebben, die overal en natuurlijk ook hier te lande met een groote geluid sterkte zal kunnen worden gehoord. Radio-Tokio. Kort geleden is door de Japansche regee ring een nieuwe, groote kortegolfzender in Tokio geopend. Het station zendt eiken dag tusscjien 11 en 13 uur met zeer groote ener gie, op golflengte 38 en 1 meter. Voorloopig wordt alleen Japansche muziek uitgezon den, totdat de reikwijdte van het station vaststaat. De aankondiging geschiedt tevens in de Engelsche taal; het station meldt zich als volgt: Hallo, here is the Japanese Shortwave Station kemikawoa cho ken, Tokio, Men kan haar ook zonder narcotica 3hv strijden door Dr. G. Scholte. Zooals de geheele levende natuur gere gelde tijden van rust noodig heeft om te kunnen bestaan en te groeien, zoo kan ook de mcnsch niet buiten slaap. Do slaap is oen van de voornaamste en noodzakelijk ste dingen voor ons leven. Doch willen wij niet slechts in leven blijven, maar tevens een goede gezondheid genieten, dan is slaap als zoodanig niet alles, dan moeten wij erop letten, dat wij ook genoeg slapen. Ons leven is te vergelijken met een bedrijf; voortdurend zijn er inkomsten en uitgaven te boeken en het bedrijf kan niet gezond zijn, als daartusschen geen goed geregelde verhouding bestaat. En van alle ontvang sten, die in het bedrijf van ons lichaam waarde hebben, is de slaap de grootste post. Het lichaam heeft bij wijze van sproken zijn natuurlijke slaapmiddelen. Als deze iemand in den steek laten, dan ontstaat een toestand, dien wij slapeloosheid noemen. Het natuurlijke middel om hot intreden van dien toestand to voorkomen is een ge regeld harmonisch gebruik van de geeste lijke en lichamelijke krachten. De werk zaamheid van het lichaam en die van het intellect vormen in zekeren zin een tegen stelling. Door een goede afwisseling van die beide soorten van werkzaamheid wordt zoowel de geestelijke als de lichamelijke energio verhoogd; terwijl do eeno functie wordt uitgeoefend, kan do andere in hooge mate tot rust komen. Wie in zijn beroep lichamelijk werk heeft te verrichten, kan dus het bost in goedo conditie blijven door in zijn vrijen tijd ertegen te waken, dat zijn geest afgestompt raakt. Onderwijl rust zijn lichaam uit, zoodat het den volgenden morgon weer zonder bezwaar hot dage- lijksch werk kan doen. Dat personen, die hoofdwerk doen, in hun vrijen tijd bewe ging moeten nemen in de open lucht om op den duur een verkwikkenden slaap te blijven genieten, is bekend genoeg. Deze afwisseling van inspanning en ontspanning is van bet grootste belang voor het orga nism e. Ieder kan dien vorm van geestelijke of lichamelijke activiteit voor zijn vrije uren kiezen, die hem het meeste aantrekt en hot meest met zijn persoonlijke omstan digheden in overeenstemming is. Er staan echter nog tal van andere na tuurlijke slaapmiddelen tot enze beschik* king; hun aantal is zoo groot, dat wij wer kelijk niet naar kunstmatige slaapmidde len behoeven te grijpen. Licht- en lucht- ba^qn benevens zuiver water,, dat. op tal van manieren kan worden toegepast als een krachtig slaapmiddel, zijn uitstekend, doch daarnaast zijneer nog zoovele andere eenvoudige en onschadelijke middelen, ter wijl het gebruik van narcotica als regel wel eenvoudig, doch niet onschadelijk is. In vele gevallen is de houding tijdens het slapen van belang. Het is bekend dat hart patiënten en lijders aan asthma, die dik* wijls last van slapeloosheid hebben ten gevolge van bloedaandrang naar de herse nen, graag hoog liggen. Bij lijders aan bloedarmoede, bleekzucht of zenuwachtig heid wordt daarentegen dikwijls succes bereikt door de voeten hoog te leggen. Ver der kan men het een of ander gebruiken* voordat men gaat slapen; een oud volks middel is een kopje koude valeriaanthce, terwijl velen een beschuit, een glas water oi suikerwater, een bruispoeder of een paar eetlepels bijenhoning gebruiken of gereed* zetten om te gebruiken, als zij ijjdens den nacht wakker zouden worden. 0*k het ge bruik van melkzuur is in dit ve band aan te bevelen; vermoeidheid ontstaat n.l. door niets anders dan door 'n opeenhooping van melkzuur. Bij vele slechtslapende personen is inderdaad het gebruik van een bord kar nemelkspap reeds voldoende om een lang- durigen slaap teweeg te brengen. Velen rnaken ouk gebruik van alcohol om in slaap te komen. Op zichzelf is daartegen geen bezwaar, mits de hoeveelheid alcohol klein is zooals bij een glas bier bijv. en mits dc hoeveelheid vooral niet gaan deweg vermeerderd wordt. Is dit n.l. het geval, dan kunnon op den duur de ongun* stigc gevolgen voor de gezondheid niet uit blijven. Voor hen, die door hun gedachten, plan nen of zorgen niet in slaap kunnen ko men, is soms het fixeeren van de aandacht zeer nuttig. Velen slagen erin, door concen tratie op hun lichaam en hun zintuigen, te ontkomen aan hun gedachten. Men kan bijv. letten op de ademhaling en bewust voelen, hoe de lucht door den neus en tot in de longen stroomt, om vervolgens weer uitgeademd te worden. Zeer goed is het ook, zich te concen- treeren op het gevoel in de teenen, terwijl het geheele lichaam bewegingloos wordt ge houden. Zeer aan te bevelen is ook het. vol gende middel. Men legt do licht gesloten hand tegen het voorhoofd, zoodanig dat de hanuwortel zich ongeveer ter hoogte van den neuswortel bovindt. Zoo wordt do bo venste helft van het gezicht tamelijk sterk verwarmd en de oogen vallen toe. Sommi gen zeggen, dat hierbij ook een hypnoti sche werking in het spel is. Overigens is ook autosuggestie een goed middel tegen slapeloosheid. Ieder zal wei eens bij zichzelf opgemerkt hebben, dat al leen door boos, vroolijk of vriendelijk te doen, men onwillekeurig reeds in die stemming komt. Men kan ook doen, alsctf men slaapt; men gaat gemakkelijk liggci, ademt langzaam en diep en vermoeit da oogleden, door ze bij het inademen lang zaam te openen en bij het uitademen lang zaam te sluiten. Als men zich goed hierop concentreert en volhoudt, totdat de oogle den zwaar worden, valt men ongemerkt in slaap.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 17