RAPPORT WELTER EN DE KATHOLIEKEN NAAR DE PYRENEEEN EN LOURDES! K0LENC0NFERENTIE MEDEDEELING VANDER.K. STAATSPARTIJ Fraaie autotocht voor groot-touristen door Frankrijk's schoonste streken De benaming „groot-toerist" wordt veel al vereenzelvigd mot „duur", „lange vacan- tie", „groote reis-ervaring" en dergelijke. Nu is het ongetwijfeld waar: wanneer men maanden achtereen door onze oude wereld reist, en daarbij ettelijke duizenden guldens opmaakt, verdient men den naam van groot-toerist evengoed als de Amsterdam mer, die in Bengalen op koningstijgers gaat jagen. Maar dat neemt niet weg, dat men óftk per auto een verre reis kan maken, zonder over een fantastisclien credietbrief te beschikken, zonder dat men hiervan ja* renlang een gewoonte gemaakt heeft cn zonder dat daarmede maanden gemoeid zijn. Een vacantie van twee of drie weken is voldoende, om een groot stuk van Frank rijk, Duitschland of Zwitserland tamelijk grondig te bezichtigen. „De vele honderd tallen aanvragen om reisinlichtingen van menschen, die naar verre streken willen", zoo schrijft ons do A.N.W.B. Toeristenbond voor Nederland, „die ohs in deze maanden bereiken, bewijzen wel, dat het groot-toc- n&me ook thans nog in trek is, cn tevens dat het mogelijk is, om een prachtigen tocht te maken, zonder excessief veel geld uit te geven". Op bijgaand schetskaartje is een bizonder mooie reis aangegeven, welke van Clermont Ferrand tot Angoulème geheel op schaal is geteekend, terwijl de aansluitende routes via Parijs naar het westen en oosten des lands schematisch weergegeven zijn, dus zonder rekening te houden met de kilome terafstanden. Dat de toegangswegen in Ne derland er niet op voorkomen, vindt zijn oorzaak in practische overwegingen (ruim te) terwijl voorts degenen, die dezen tocht gaan ondernemen, in het eigen vaderland den weg wel voldoende zullen kennen, om in Breda of Maastricht te komen en anders geven de A.N.W.B. wegwijzers de juiste route wel aan. De rit BredaParijs is wei nig belangwekkend, afgezien natuurlijk van de groote steden, die men bezoekt, maar de tocht over Namen, door het Maas dal dus, is vooral op Belgisch gebied hoogst interessant, terwijl ook in Frankrijk aan trekkelijke landschappen langs dezen weg voorkomen. Van Parijs gaat het door mooie bosschen op Fontainebleau aan, terwijl ver bolgens stroomopwaarts de Loire gevolgd wordt tot Nevers, waar men in het dal van de Allier komt, dat vooral nabij de bekende modebadplaats Vichy zeer pittoresk is. Ver volgens langs de door de Michcline welbe kende stad Clermont-Ferrand naar St. Flour. Op deze wijze blijven de bergen van Auvergne (een mooi oud-vulkanisch land schap)^ westelijk liggen, wie zo bezockc-n wil rijde van Clermont over St. Nectaire en Mauriac naar St. Flour, vanwaar twee be langwekkende routes naar de Pyreneeën leiden: de eerste door een bergachtig gebied en de vruchtbare laagvlakte van de Garon ne (over Albi en Toulouse dan wel via het boogstr merkwaardige middelceuwsche Car cassonne) en de tweede door de Gorges du Tarn, rotskloven en grotten, waardoor de rivier de Tarn stroomt. Deze laatste weg is ongetwijfeld het meest indrukwekkende deel van de Gorges. Eerst komt men aan Le Détroit, waar de Tarn stroomt tusschen prachtig gekleurde, loodrecht opstijgende rotsen ter hoogte van 500 Meter; verderop liet Cirque des Baumcs, terecht het glans punt van dit wonderschoone gebied ge bied genoemd. Ook de verdere weg langs Millau is prachtig; wanneer de Causse du I-arzac (een hoogvlakte) achter den rug is, komt men in nagenoeg vlak terrein; voorbij Narbonne enkele meren, die met de Middel- landsche Zee in verbinding staan. Perpig- r.an heeft, meer dan welke andere stad aan de grens ook, een typisch Spaansch karak ter. Hier begint de groote weg door do Pyreneeën welke to-t Font Romeu tamelijk geleidelijk stijgt. Voor hen, die via Carcassonne (prachtige stad, typisch voorbeeld van een middel ceuwsche vesting, gedeeltelijk nog uit den Romeinschen tijd dateerend) gereden zijn, begint de Pyreneecnroute dus in Font-Ro- ineu, dat speciaal als wintersportplaats in den laatsten tijd bekendheid verworven beeft. En hier begint in elk geval het echte" bergterrein: tal van bergpassen moe-ten worden „genomen". Hiervoor be hoeft men echter geen vrees te koesteren, wanneer de wagen behoorlijk in orde is, en de bestuurder in de vlakte goed kan auto rijden, zal hij zich in luttele uren aan de indrdaad sterk gewijzigde omstandigheden lec-ren aanpassen. F.n bovendien doet men op de heenreis al heel wat berger varing op. Het spreekt vanzelf, aat de bezienswaardig heden in de Pyreneeen hier.slechts terloops vermeld kunnen worden; wij vestigen spc C'aal de aandacht op Tarascon sur Ariège waar verschillende prachtige grotten cn onderaardsche meertjes liggen (hier zijn diverse prachistorische vondsten gedaan) cn op Bagnères de Luchon, de koningin der Pyreneeën, door een kabelspoor met het op 1800 M. hoogte gelegen Superbagnères ver- honden. In Bagnères de Luchon verlaten wij het bergterrein om over Tarbes (waar de route over Toulouse (zio boven) zich met onzen Jveg vereenigt) naar de bedevaartsplaats Lourdes te rijden, waar o.m. de Basiliek en de bekende grot (op den linkeroever van de Gave de Pali) ook voor niet-Katholieken Zper interessant zijn. Een gemakkelijke route voert van Lourdes langs de winter- verblijfplaats Pau (prachtig kasteel en pal- toarium) naar Biarritz. Onderweg heeft men herhaaldelijk prachtige panorama's op do Pyreneeën. In de badplaats Biarritz (inte ressant zijn hier de rotspartijen aan de *ust van den Atlantischen Oceaan) begint de terugweg. Van St. Vincent tot Arcachon loopt de weg bijna ycrortdurend door de; uitgestrekte bosschen van de Landes, waar uit veel hars gewonnen wordt. In deze streek komen nog tamelijk veel moerassen voor, zoodat men af en toe de bekende schaapherders op lange stelten (tot 2 me ter!) kan zien. De weg loopt op eenigen af stand achter de duinen; bij Gujan een groo te watervlakte, die met den Oceaan in ver binding staat. Bordeaux, de beroemde wijn stad, ligt schitterend aan de Garonne, op de brug over deze rivier heeft men een mooi uitzicht op dc stad, die in halvemaan- vorm is gebouwd. Vervolgens over een schit terende brug over de Dordogne, daarna tot Harbczieux vrij heuvelachtig, verder tot Angouleme een vrijwel vlak cn tamelijk boschrijk landschap. Dc verdere route naar Parijs behoort niet tot de mooiste van Frankrijk, maar de uitstekende wegen, waarop men zonder bezwaar flinke snelhe den, uren achter elkander ontwikkelen kan, kunnen mogelijk ecu kleine compensatie geven. In Tours, aan de Loire gelegen, be vindt men zich midden-in het kasteelenge- bied, waarheen een excursie zeer loonend is; wie hierover meer wil weten, kan zich tot onze Redactie of tot den A.N.W.B. wen den. Tenslotte over Versailles naar Parijs; wie het drukke, hoewel zeer orderlijke ver keer aldaar wil vermijden, kan van Ver sailles over Pontoise naar Chantilly rijden. Kilometerafstsnden. a cc o D CC a H a cc o CS a 3. Parijs—Vichy—Font Romeu 1005 k.m. 1. Maastricht- -Parijs 439 K.M. Maastricht 439 Luik 32 co 407 Namen 97 342 Dinant 125 a 314 Givet 148 CS 291 Charleville 204 235 Reims 289 a 150 Chateau-Thierry 352 a 87 Meaux 401 E 38 Parijs 439 2. Breda—Parijs 394 K.M. Breda 394 Antwerpen 51 co 343 Brussel 98 a 296 Bergen 154 CS 240 St. Quentin 260 z 134 Compiégne 324 a 70 Senlis 357 2 37 Parijs 394 Parijs Fontainebleau Montfergis Nevers Moülins Vichy 57 107 232 287 344 Clermont-Ferrand 403 Issoire 43S St. Flour 526 Mende 608 Millau 702- Pêzenas 802 Narbonne 851 Perpignan 919 Font Romeu 1005 4. St. Flour—Font Romeu 435 k.m. St. Flour Espalion Rodez Albi Mazamet Carcassonne Quillan Font Romeu i 5. Font Romeu—Tarbes 348 K.M. Font Romeu Col de la Perche (1577 M. hoog) Col de Rigat (1488 M. Bourg Madame (1918 M.) Ax les Thermes Tarascon Col de Port (1249 M.) St. Girons Col de Portet d'Aspet (1074 M.) Col des Ares (788 M.) Bagnères de Luchon Col Port de Peyre Sourde (1545 M.) Col d'Aspin (1479 M.) Bagnères de Bigorre Tarbes 6. AlbiTarbes 231 K.M. Albi Toulouse Montréje^u Tarbes 7. TarbesLourdes—Biarritz Angoulème 539 K.M. Tarbes Lourdes Pau Bayonne Biarritz Bayonne St. Vincent Mimizam Arcachon Bordeaux Barbezieux Angoulème 8. Angoulème—Parijs 438 K.M Angoulème Poitiers Chatellerault Tours Vendóme Chartres Rambouillet Versailles Parijs 87 119 199 257 306 359 435 11 17 30 87 115 133 173 204 225 251 269 300 326 348 77 180 231 19 60 16S 175 182 207 288 361 422 506 539 109 143 208 263 346 388 420 436 Schaal 1 3.900.000. 1 c.m. op de kaart is 39 K.M. Gebruikt Nederlandsche kolen 's-G r a ve nh a g e, 17 Augustus. Onder voorzitterschap van den heer mr. dr. K. J Frederihs» secretaris-generaal van het de partement van binnenlandsche zaken, is heden een conferentie gehouden over de vraag, of het niet mogelijk is, in de toe komst meer steenkolen van de Nederland sche mijnen te betrekken, dan er tot nu toe betrokken worden. De voorzitter heelt den aanwezigen namens den minister met na druk verzocht, het geheele vraagstuk van de afneming van de steenkolen breed, uit den gezichtshoek van het algemeen belang, te beschouwen en acht te slaan op do groo te moeilijkheden, waarmede óns land en de Nederlandsche mijnen te kampen heb ben. Verschillende aanwezigzn hebben gewe zen op de oorzaken van het feit, dat niet steeds voor honderd percent de producten van de eigen mijnen worden betrokken. De bezwaren, welke daarbij bleken, werden toegelicht en in verschillende gevallen op gelost. Algemeen bleek men bereid, om zoover mogelijk in de gewenschte richting te gaan, terwijl ook de Nederlandsche mij nen volle medewerking toezegden. BIJ HET BADEN VERDRONKEN. Vermoedelijk tengevolge van kramp is de 16-jarige J. Rijngeberg Jzn. in de Haven kreek te St. Annaland verdronken. Zijn lijk is opgehaald. Te Roodevaart (gemeente Klundert) is de 16-jarige .T. v. d. M. bij het zwemmen in de buitenhaven yerdroaken. Ziin lijk is opge haald; 'J Het dagelijksch bestuur wil de bestaande werkloozensteun handhaven Rechtvaardige verdeeling der lasten bepleit De Katholieke bladen maken melding van het verschijnen van nummer 5 van het maandblad ter voorlichting van de leden en de organen der R.K. Staatspartij, waar in een beschouwing is opgenomen van het Dagelijksch Bestuur, handelend over het ontwerp-program 1933 en het rapport-Wel ter. Wij laten uit het artikel hier een on an der volgen: Het Dagelijksch Bestuur heeft het tot zijn plicht gerekend naar aanleiding van de pu blicatie van het rapport-Wclter enkele ge dachten te ontwikkelen, dio richting kun nen geven aan het vormen van een alge meen oordeel over het complex van voor stellen, welke in dat rapport worden ge daan. Bij de beoordeeling van de voorstellen dei Commissie-Weiter moet tot uitgangspunt worden genomen de omschrijving van haar taak. Die luidde: „zoodanige voorstellen te doen als in ver band met do noodzakelijkheid van een blij vende en aanzienlijke verlaging van het peil der Rijksuitgaven dienstig zullen zijn.' Kennelijk gaat die taak dus verder, dan het zoeken naar evenwicht b.v. voor het crisisjaar 1933. Het is moeilijk met nauw keurigheid te zeggen, waar in de aardscho verhoudingen do grens ligt van „het blij vende". Toch heeft men te bedenken, dat Rijksuitgaven tot een bedrag van rond 600 millioen gulden, wrfarop men het tegen woordige peil kan stellen, niet kunnen wor den gehandhaafd, wanneer niet redelijke zekerheid bestaat, dat, tenminste in de eerstkomende jaren, op een ongeveer gelijk bedrag aan inkomsten kan worden gere kend. Aard en omvang van deze crisis, in tegenstelling met vorige crises, geven de zeer gewichtige aanwijzing, dat het tegen deel van die zèlcerheid aanwezig is. Dan moet dus het peil zeker der blijvende uit gaven omlaag. Daarvoor heeft de Staat te zorgen, juist om in dezen tijd „zijn vermo gen om helpend en 6teunend op te treden niet te ondermijnen" en evenzeer om be langrijke' volksgoederen niet in gevaar te brengen „met name volksonderwijs en so ciale voorzieningen". De vraag blijft natuurlijk: met hoeveel moet het peil omlaag en is alles wat tot verlaging dienstig is, ook aanvaardbaar? De vraag omtrent het aanvaardbare, bin nen de grenzen van het mogelijke, is in laatste instantie, een van zedelijken aard. Voor zoover bozuinigingen meer recht streeks op personen inwerken, zal met groo te nauwgezetheid moeten worden overwo gen, tot hoever de invloed van deze soort versobering mag gaan op levende men schen. Het is duidelijk, dat niet met een soort wiskundige zekerheid kan worden bepaald, op welk peil de Rijksuitgaven moeten wor den teruggebracht. Wel is het noodzakelijk te bedenken, dat een aanzienlijk deel der uitgaven niet voor bezuiniging in aanmer king kan komen. Daar zijn vooreerst de pensioenslasten, welke met inbegrip van de Rijksbedragen aan de sociale fondsen, een som van rond 118 millioen gulden bedragen. Met rente en aflossing der schuld is rond 74 millioen gemoeid. Het is alleszins be grijpelijk, dat men naar een middel zoekt om dit laatste bedrag ook in de bezuiniging te betrekken. Een zoodanig middel zou b.v. zijn conversie, voor zoover deze volgens de voorwaarden van uitgifte mogelijk is. Ook bij bezuiniging op dezen post moet echter worden nagestreefd „een rechtvaardige ver deeling van nieuwe lasten". Het is niet met volkomen zekerheid te zeggen, wie deze las ten zouden hebben te dragen. Wel mag het van algemeene bekendheid worden geacht, dat „de veilige staatsfondsen met de vaste rente" bij uitstek het bezit zijn van hen, die veelal uit arbeid een zeer bescheiden bedrag hebben bespaard en van d6 velerlei soorten instellingen (spaarbanken, verzeke ringsfondsen, werkloosheidsfondsen, vak- vereen igingskassen enz.), die voor het na komen harer verplichtingen op stabiele in komsten moeten kunnen rekenen. Daarbij kan men niet over het hoofd zien, dat een verlaging van inkomsten uit rente van staatsfondsen een weinig geëigend middel is om de mogelijkheid open te laten, dat de Staat door het opnemen van gelden op lan gen termijn (plaatsen van leeningen) voor zoover toelaatbaar een deel der las ten van den huidigen zwaren tijd doet dra gen ook door het nageslacht. Juist in dit verband zij gewezen op het punt in ons ont- werpprogram, waarbij werkverruiming, zoo noodig ook door het verschaffen van werk- gelegenheicL bij niet-aanstonds-productieve werken, aan de orde wordt gesteld. Bovendien dient volgens ons ontwerp- program het behoud van het evenwicht, waartoe d'e verlaging van het peil der uit gaven moet strekken, mede voorwaarde te zijn om met name volksonderwijs en sociale voorzieningen niet in gevaar te brengen. Uit het voorgaande volgt derhalve, dat van de rond 600 millioen zeker niet meer dan rond 400 millioen overblijft, waarop bezuinigd zou kunnen worden. Het ligt voor de hand, dat men dan aan stonds vraagt naar het totale bedrag van loonen en salarissen dat daarin is begrepen. In het rapport-Wel ter wordt dit.bedrag ge steld op rond 194 millioen. Meer nauwkeu rige gegevens staan ons thans niet ten dien ste. Maar men drukt aich voorzichtig uit, wanneer men vaststelt, dat het totale be drag aan loonen en salarissen in ieder ge val 40 tot 50 pet. vertegenwoordigt van de voor bezuiniging overblijvende 400 millioen. Hiet doet zich dan met allo kracht de eisch gelden van een nauwgezet onderzoek naar het toelaatbare van deze bezuiniging, met namo in den geest van ons ontwerp-pro gram, dat „gezinspolitiek het geheele staats beleid moot doortrekken." De, Commissie-Welter, had tot taak het zoeken' naar eén blijvende en aanziehlijke verlaging van het peil der Rijksuitgaven. Haar terrein was dus allereerst daf. der blij vende uitgaven. De huidigo crisistijd brengt ook uitga-ven mede, die niet van blijvendon aard zijn. Wij bedoelen in het bijzonder: den werkloozen steun. Als ons ontwerp-program spreekt van de moreele gevolgen van de wereldcriois is niet in de laatste plaats gedacht aan den geesel der werkloosheid. Dat geldelijke sjeun, ook al zou die in overvloed kunnen worden ge geven, in staat zou zijn alle gevolgon weg te nemen, zal niemand met recht kunnen vol houden. Ook op dit terrein blijft ten volle plaats voor het beoefenon van christelijke naastenliefde in den ruimsten zin. Maar in de maatschappij, zooals die nu eenmaal is gegroeid, en zeker in de* tegenwoordige om standigheden in Nederland, zal de overheid ervoor moeten zorgen, dat de lasten zooda nig worden verdeeld, dat ook zij, die bui ten 6chuld niet door arbeid in het onder houd van zichzelf en hun gezin kunnen voorzien, voldoende middelen voor het noodzakelijko levensonderhoud ontvangen. Men kan niet zeggen, dat de bestaande nor men boven een dusdanig minimum uitgaan Juist omdat het hier gaat om een gezamen lijk dragen, om een rechtvaardige verdee ling van lasten, is zoo noodig het op leggen van eenigen nieuwen last om het leed van andere dragelijker te maken, zoo ten volle gerechtvaardigd. Het ligt voor do hand, dat men. om het evenwicht te behouden op een niet al te sterk verlaagd peil van uitgaven, mede denkt aan de verhooging van bestaande en do invoering van nieuwe belastingen. De Commis6ie-Welter had niet tot taak daar naar te zoeken. Slechts in het voorbijgaan wijst zij er op, dat van verzwaarde belas tingheffing bij een' sterk gedaalde conjunc tuur in de practijk geen zoodanige finan- cicele resultaten zijn te verwachten, dat zij een tekort van den omvang, als waarom het hier gaat, voor een belangrijk deel zou den kunnen neutraliseeren. De juistheid van ;die-opmerking in algemeenen zin valt moei lijk te ontkennen, Zij wordt trouwens bij herhaling gedemonstreerd door de aanwij zingen, die in sommige politieke kringen omtrent het verschaffen van nieuwe midde len worden gegeven. Daarbij kan niet over het hoofd worden gezien, dat in een plan van noodzakelijke bezuinigingen in dezen tijd vermindering van uitgaven een vrij ze ker middel, doch vermeerdering van inkom sten een zeer onzeker middel betcekent. Dat alles neemt niet weg, dat zeker thans met do grootste nauwgezetheid moet wor den gestreefd naar rechtvaardige verdeeling ook van nieuwe lasten rechtstreeks of zijde lings. Die taak lag niet op het eigenlijke terrein der Commissie-Welter. Zij rust in volle zwaarte, voor elk met de ten dienste staande bevoegdheden, op de organen van den Staat, die omtrent concrete maatregelen zullen hebben te beslissen. Bij verlaging van het peil der Rijksuitga ven, voorzoover die noodzakelijk is, heeft men tenslotte te bedenken, dat dit niet be hoeft in te sluiten blijvende verlaging van het peil der volkswelvaart. Juist daarop doelt het ontwerprogram 1933, waar het handelt over den opbouw van een betere toekomst. Te midden van de oogenblikke- lijke verwarring en ontreddering zullen juist de Katholieken richting moeten wijzen en leiding moeten geven, in hechte staat kundige eenheid, doelbewust, en in sterk Godsvertrouwen! HET DREIGENDL' CONFLICT IN DE KOOPVAARDIJ. Rotterdam, 16 Augustus. Het fcollec- tieve arbeidscontract tusschen de werkge-. vers en do werknemers in 'Je koopvaardij is door de opzegging door dc werkgevers van heden af niet meer van kracht. Van de plannen der reeders is niets bekend gewor den en van de zijde der zeelieden bepaalt men zich met af te wachten hoe de toe stand eich zal ontwikkelen. De werkne mers organisaties hebben het besluit geno men in geen geval toe te zullen staan, dat iedere reederij op eigen gelegenheid een tijdstip zal bepalen, waarop de verlaagde gage zal ingaan. Volgens de werknemers is de kans groot, dat de reeders niet voor 1 September tot gageverlaging zullen over gaan. Tot nog toe is het monsteren op de oude voorwaarden geschied. DE DUIZENDSTE LUCHTPASSAGIER OP HAAMSTEDE. Met het toestel, dat Woensdag op het vliegveld Haamstede landde werd in dit jaar de duizendste betalende passagiers van deze korte luchtlijn vervoerd. AUTO VAN DEN DIJK GEREDEN. O 1 s t17 Aug. Gisteravond omstreeks 8 uur is te Olst een auto in den bocht aan den Krommen Dijk in volle vaart van den dijk gereden. De bestuurder, E. uit Olst en de vier inzittenden werden allen niet ernstig gewond en zijn naar het ziekenhuis te Deventer vervoerd. De oorzaak is een de fecte - stuurinrichting, 1

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 7