DE WISSELING AAN DE ARBEIDSINSPECTIE EEN ONDERHOUD MET DEN HEER ZAALBERG Het beginselprogram van zijn opvolger Een vlooienplaag te Amsterdam DE NOOD IN DE TEXTIEL- - INDUSTRIE Onze Postvliegers onderweg Een die goed op de hoogte is! Hij vertelt waarom hij de arbeids inspectie verliet en van zijn ervaringen bij het dienst: vak dat hij liefhad 's-Gravenhage, 23 Aug. Met het oog op het aanstaand aftreden van den heer C. J. Ph. Zaalberg als directeur-generaal van den Arbeid en diens te verwachten benoe ming tot directeur van de „Maatschappij ter behartiging van de Nationale Scheep- vaartbelangon" de in oprichting zijnde financieringsmaatschappij, waarvan de meerderheid dor aandeden in handen der Regeering zal zijn en welke in het bijzon der zal werken met voorschotten uit 's Rijks kas had een redacteur van het Ned. Correspondentiebureau voor Dagbla den een onderhoud met genoemden heer, die zich op het tot hem gerichte verzoek wel bereid verklaarde, een en ander over zijn ervaringen als D.-G. en over zijn op vatting van de hem wachtende taak mede te doelen. Wij vragen den heer Zaalberg allereerst of er wellicht verband bestaat tusschen diens ontslagaanvrage en het rapport van de commissie-Weiter, waarvan de heer Z. lid is en volgens welk rapport ook de ar beidsinspectie eenige veeren zal moeten la ten. De heer Zaalberg antwoordde Ontkennend en voegde eraan toe, dat zijn ontslagaan vrage bij den minister reeds in Maart j.l. is ingediend, dus lang voor de verschijning van het rapport-Weiter. „Mijn opvatting is, dat men beter een aantal GO-jarigen op wachtgeld kan stellen dan de toetreding van jongere krachten tot leidende functies tegenhouden. In dien zin heb ik mij dan ook in de op 9 Maart ingediende ontwerp- begrooting van de arbeidsinspectie uitgela ten, en daarbij met een tweetal districts hoofden mijzelf als derde voorgedragen, nu de wachtgeldregeling zoodanig vervroegd heengaan heeft mogelijk gemaakt. Evenmin staat mijn voorgenomen aftre den in verband met de te verwachten be noeming van directeur der scheepvaart- bank, die eerst onlangs aan de orde is ge komen. Wat zijn ervaringen betreft als leider van de arbeidsinspectie, verschafte de heer Zaalberg ons inzage van zijn op 4 Augus tus in de periodieke vergadering met de districtshoofden, adviseurs en hoofdinspec teurs gehouden afscheidsrede, met machti ging, daarvan thans het een en ander te publiceeren. Wij lazen daar: „In de vollo overtuiging, dat ik in de arbeidsinspectie mijn levenstaak zou vin den, ben ik 32 jaar geleden in Gelderland mijn werk begonnen en altijd heb ik mij gelukkig gevoeld mij geheel te mogen en te kunnen geven aan de belangen der ar beiders. Het was voor mij een groot offer, om uit den buitendienst, waarin ik rnij geheel kon uitleven, over te gaan naar den centralen dienst, die zooveel verder afstaat van het bedrijfsleven en de menschen in dat bedrijfsleven." En verder: „Ik behoef in dezen kring geen overzicht te geven van de groote wij zigingen in het leven der arbeiders, die se dert het begin dezer eeuw hebben plaats gehad. Tot veel daarvan heeft de arbeids inspectie het initiatief genomen, voor nog meer hoeft zij den weg gebaand en met taaie volharding heeft zij gewaakt voor de handhaving van het eenmaal verkregene. Toch wil ik een der allergrootste gebeurte nissen in de geschiedenis der arbeidswet geving naar voren halen, n.l. de invoering van den achturendag in de arbeidswet- Aalbersc. Ik verklein de groote beteekenis van andere sociale wetten, zelfs van de verzekeringswetten niet, wanneer ik den achturendag de grootste verbetering noem in den strijd om levensgeluk voor dc ar beiders. Een gelukssensatie, maakte zich van mij meester bij de aanneming dier wet, waarop in de Tweede Kamer het 8-uren- lied luide weerklonk... Wij allen hebben de zekerheid, dat in geen land ter wereld zooveel zorg aan de handhaving van den S-urendag wordt besteed als in Nederland en ik ben ervan overtuigd, dat de arbeidsinspectie geen vu riger wensch heeft dan om dezen zegen zoo spoedig hét kan te doen deelachtig wor den aan alle arbeiders, die er nog van ver stoken zijn. De groote vooruitgang die in deze perio de op het gebie$ der arbeidshygiène en veiligheid is tot stand gekomen, is mede de vrucht van ons aller werk en ik prijs mij gelukkig, dat ik daarin mijn deel heb mogen bijdragen. Rij mijn werk heb ik het groote voor recht gehad, in aanraking te komen met zeer velen die mijn leven hebben verrijkt door licht en de kracht, die van hen uitstraalden en door de vriendelijke, soms- tijds vriendschappelijke gevoelens, die zij mtf toonden. Van de groote werkers en denkers op sociaal gebied, wier invloed ik in sterke mate heb ondergaan, noem ik slechts hen, die niet meer in leven zijn, de vijf T's, Tak, Talma, Troelstra, Trcub en Thomas, en bovenal dr. Nolens, de grootfiguur, met wien ik vele maanden tij dens de internationale conferenties mocht samenzijn en samenwerken en met wien ik kier te lande in tal van commissies en op andere wijze aan eenzelfde werk heb mo gen deelnemen. Ik kan geen opsomming geven van de zeer velen in dc arbeidsinspectie, met wie de nauwe aanraking mij een vreugde is ge weest en bepaal mij daarom tot de tweo steunpilaren, die ons te vroeg ontnomon zijn: in 1913 De Voogd, in 1918 van IJssel- steyn. Die beiden hebben aan de arbeids inspectie den vorm gegeven, dien zij thans nog heeft en ik heb onder het bekwame en energieke bestuur van van IJsselsteyn aan zeer veel belangrijk en moeilijk werk mo gen deelnemen, een leerschool zooals slechts zelden iemand kan doorloopen. Naast het inspectiewerk stond sedert 1914 veelsoortig crisiswerk en het veelomvatten de Koninklijk Nationaal Steuncomité, waar- van die beiden de ziel waren, tot van IJs selsteyn minister werd en ik ook daar zijn plaats mocht innemen en in volmaakte har monie, berustend op warme vriendschap, met De Vooys die taak voortzette en ten einde bracht. Als ik terugzie op het lot der arbeidsin spectie en op mijn inspectiejaren,, dan treedt de figuur Dc Vooys telkens naar vo ren en groote dankbaarheid vervult mij daarbij voor het zeer vele dat hij dank zij zijn zeldzame gaven van hoofd en hart voor de arbeidersbescherming en voor mij ge weest is en zal blijven. Ik verlaat de Arbeidsinspectie in een cri- tieken tijd. Zij, die mijn ontslagaanvrage gelezen hebben, weten, dat ik dit een voor deel vind voor de Arbeidsinspectie en voor andere belangen, die ik dan beter zal kun nen dienen. Insiders weten, dat het werk, dat ik in toenemende mate naast mijn ambt heb moeten verrichten mij belemmerde om te doen wat ik voor de Arbeidsinspectie noodzakelijk acht. Het is wel een eigenaar dig spel van het noodlot, dat ik, die steeds cn overal, ook te Genève, heb verkondigd, dat er een arbeidsinspectie moet zijn, die uitsluitend de arbeidersbescherming tot taak heeft, sedert 1914 overladen ben ge weest met ander werk, niet alleen z.g. cri siswerk, doch ook geheel andere zaken, zoo als afvalwater, ambtenarenzaken, sta tistiek, kinderberoepen, organisatie van den Staatsdienst enverschillende technische vraagstukken. Het was alles een gevolg van de omstandigheid, dat de arbeidersinspcctic meer dan eenig ander overheidsorgaan het bedrijfsleven in al zijn onderdeelen kent en in staat is, dc meest uiteenloopende werk zaamheden te verrichten. Het zal spoedig genoeg blijken, dat uit mijn heengaan de winst voor de arbeidsin spectie grooter is dan het verlies. Ik kijk «tan nog iets verder dan de naaste toekomst, die de arbeidsinspectie toch al voor moei lijke vragen zal stellen en wel naar den lijd die komen moet waarin het weer moge lijk zal zijn, het wellicht verloren gegane te herwinnen en voort te bouwen aan de ar beidersbescherming. Want de verdwazing, die de voortbrenging doet stilstaan, terwijl de behoeften toenemen, zal eens een einde hemen en het menschdom zal zijn onbe grensde productieve krachten in het werk stellen om door arbeid, die in zich zelf vreugde zal zijn, aan allen de stoffelijke welvaart te doen deelachtig worden, die het mogelijk maakt, het geestes- en zielelevcn zich te doen ontplooien in overeenstemming met den aanleg voor hooger ontwikkeling, dip den menschen is ingeschapen." Wat het rapport-Weiter betreft, gaf de heer Zaalberg als zijn vollo overtuiging te kenner., dat de daarin voorgestelde maat regelen noodzakelijk zijn en dat hij den heer Weiter beschouwt als iemand, die zich in het afgeloopen jaar in zeldzaam groote mate verdienstelijk heeft gemaakt in het pogen zooveel mogelijk ellende af te wen den van ons volk, speciaal van hen, die uit hun arbeid hun bestaan moeten verwerven. Thans restte ons nog eenige vragen te richten tot den aanstaanden directeur der N.V. Maatschappij ter behartiging van de Nationale Schcepvaartbelangen, omtrent zijn verwachtingen ten deze. Welken omvang denkt u, dat de te verleenen credieten zullen aannemen? Daar valt nog weinig of niets van te zeggen. Zooals u weet, zijn in het wetsont werp alleen de zes ton dit jaar voor den Kon. IIoll. Lloyd opgenomen en geregeld. Overigens is nog geen enkele rechtstreek- sche aanvrage ingekomen. De reederijen hadden wel om subsidie gevraagd, doch dien weg is dc Regocring met haar wets ontwerp niet opgegaan. Van credieten met daaraan te verbinden strenge voorwaarden wilde de Reedersvereeniging althans aan vankelijk niet weten. Eerst tijdens de be handeling van het wetsontwerp door de Staten-Generaal is van enkele reederijen instemming betuigd met dezen vorm van hulp. Doch zooals ik reeds zeide, recht- slreeksche aanvragen om crediet zijn, bui ten den Holl. Lloyd, nog niet ingekomen. Gaf dc- Regeering subsidiën zooals ver schillende andere mogendheden in Europa dan zou aan het loket van de nieuwe bank wel gauw een file ontstaan. Wat denkt u van de door de N.V. te stellen voorwaarden? Die zullen streng zijn. De N.V. is een gemened bedrijf, waarin de Regeering de overwegende meerderheid der aandeelen zal bezitten en waarvan de credieten uit 's Rijks kas zullen moeten komen, na mach tiging door de Staten-Generaal. En blijkens de toelichting, die het wetsontwerp tot voorbereiding dezer N.V. vergezelde, zal im mers in het algemeen geen steun worden verleend, dan nadat de betrokken onderne ming oen behoorlijk reorganisatieplan zal hebben overgelegd, dat een voldoende be zuiniging waarborgt, terwijl van geval tot geval zal moeten worden nagegaan of fusie dan wel nauwe samenwerking tusschen de hulpbehoevende maatschappijen mogelijk 'is. En ten slotte zal.er zakelijk onderpand moeten zijn- Dat daarbij wel eens aan te hoogo direc tie-salarissen en ook aan de personeelsloo- non zal moeten worden getornd, zal wel te verwachten zijn, te meer waar de Neder- landsche Scheepvaartondernemingen met haar loonen, ook al tengevolge van den val van het Pond en de Scandinavische kronen, aan den top zijn gekomen. Tenslotte zeide de heer Zaalberg dat do opzet van het nieuwe bureau zéér beschei den zal zijn. Hij hoopt met weinig men schen het werk te kunnen verzetten. Onderhoud met dr. Ir. A. H. W. Hacko. Bij een bezoek dat oen medewerker van het Vaderland gebracht heeft aan den opvolger van den heer Zaalberg, dr. ir. A. H. W. Hacke, deelde deze mede Deze benoeming stemt mij natuurlijk ge lukkig; ofschoon: er zijn schaduwzijden. Mijn benoeming is een uitvloeisel van do bezuiniging, die, helaas, slachtoffers heeft emaakt. Dat is ellendig. Vooral ook Zaal berg zelf gaat hoen. Een onkreukbaar, broed mensch, een man, die zijn eigen weg ging en onder wien het een genot was te werken. Van hem kan ik u geen goeds genoeg zeg gen. Waarom gaat hij weg? Een paleis-re volutie? Spreekt u dat toch tegen. Men zoekt veel en veel geheimzinnigs achter die vrij plotselinge mutatie. Maar Zaalberg zelf was zoo eerlijk om, toen er sprake van was de ambtenaren met 35 dienstjaren te doen af vloeien, zich zelf het allereerst op die voor dracht te plaatsen. Hebt u nieuwe inzichten omtrent uw taak? In groote lijnen zal ik het beleid van mijn voorganger volgen. Ik heb eerbied voor zijn werk en liefde voor de Arbeidswet, zoo als die nu is en functionneert. De wenschen die ik heb en die ik zal trachten uit te voe ren zijn uitvoerig behandeld in mijn proef schrift. U kunt ze gecondenseerd in eenige van de stellingen zoo overnemen: Het zijn: le. Zoolang de volledige aanslui ting tusschen Leerplicht- en Arbeidswet nog niet is verkregen, is het gewcnscht, jongens beneden den veortienjarigen leeftijd, die aan hun leerplicht hebben voldaan, onder bepaalde voorwaardon tot den bedrijfsar- beid toe te laten. Onder leerplicht wordt in dit geval mede verstaan het volgen van het 7e leerjaar. 2e. Een vergunning verleend op grond van art. 28 7e lid der Arbeidswet behoort te gelden voor alle ondernemingen in den zelfden bedrijfstak. 3e. Het algemeen aanvangsuur voor broodbakkerijen moet in alle gemeenten van het Rijk gelijk zijn. De uitzondenngsbena- lingen voor de groote bakkerijen moeten daarnaast gehandhaafd blijven. 4e. De verkoop van klein versch brood kan worden toegelaten van 8 uur des mor gens af. M 5e. Het is wenschelijk, de couponboekjes, bedoeld in art. 29 der Arbeidswet, te doen gelden voor allo arbeiders van 16 jaar en ouder; voor vrouwen en jeugdige personen tot ten hoogste 10 uren per. dag en niet des nachts of op Zondag. 6e. Artikel 64 sub 1 der Arbeidswet moet worden ingetrokken. 7c. Controle op de naleving der bepalin gen van de Arbeidswet mag slechts geschie den door ambtenaren. 8e. De omstandigheid, dat een dor con ventics van Gcnëve o.a. verbodsbepalingen inhoudt voor den nachtarbeid van banket bakkerspatroons en bij ratificeering deze verbodsbepalingen ook in de Nederlandscho Arbeidswet zouden moeten worden opgeno men, is een onoverkomelijk bezwaar om deze conventie te ratificeeren. Wat do zesde stelling betreft, aldus dr. Hacke, ik zie in het feit, dat al het confes- sioneele ziekenhuispersoneel vrij is van de wet. een groote onbillijkheid. Wat mijn zevende stelling betreftU zipt er uit, dat ik een groote tegenstander ben van bedrijfsraden. Maar ik ben zulk een overtuigd tegenstander van dat stelsel, om dat de mooiste beginselen van onze mooie Arbeidswet, de neutraliteit en de onafhan kelijkheid van hen, die voor haar toepas sing moeten waken, er ernstig gevaar door gaan loopen. Want een goede contróle is absoluut noodzakelijk uit een oogpunt van rechtvaardigheid en ter wille van de con currentie. U bent, dus ook voorstander van het vcrsche cadctje bij het ontbijt, als ik uw vierde stelling bezie Een overtuigd voorstander. Ik acht dat geen kleinigheid, doch een aangelegenheid van groot volksbelang om velerlei redenen. Hebt u, over het algemeen gesproken, nog andere wenschen en idealen In het algemeen gaan al mijn idealen in de richting van een „ideale" uitvoering van de prachtige arbeidswetgeving, die wij thans bezitten. En ik hoop óók, dat de nieuwe Veiligheidswet spoedig in behande ling zal komen. En dan de Arbeidswet cn de Veiligheids wet moeten over het geheele land' uniform worden toegepast, dat zie ik als een van de belangrijkste functies van den centralen dienst. Wat denkt u van de 40 uurs werkweek9 Daarvan ben ik een overtuigd tegen stander voorloopig. Ik spreek hier deze overtuiging niet uit uit hoofde van wen- schelijkheid maar ik ontken de mogelijkheid van werktijdverkorting. Concurreer en met het buitenland is tóch al moeilijk, door een verdere werktijdbeperking zou zij geheel lamgeslagen worden. En uw politieke richting Die heb ik niet. Ik ben bij geen enkele partij aangesloten en ik zie daarin een voordeel. leeraren en leerlingen van het lyceum. Aan het graf ie niet gesproken. Alleen heeft ds. Lodder, predikant der Ned. ITerv. Gem. te Bussum, een gedeelte i,;t den Bijbel voorgelezen, waarna de heer Odink, direc teur van het Instituut Gooiland te Bussum, de plechtigheid met gebed heeft gesloten. Na afloop heeft men in het lyceum den overleden rector met eenigo toespraken van wege het bestuur en leeraren herdacht. Amsterdam, 24 Aug. Do directeur van den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezondheidsdienst schrijft: De aanvragen om hulp of verzoeken om raad tegen de vlooienplaag, welke in huis hcerscht na terugkomst van vacantia zijn zóó talrijk, dat ik uwe hulp moet verzoe ken raadgevingen ter algemeeno kennis te brengen. Indien de bewoners van een huis, die er een poes of hond op na houden, met va cantia gaan, worden deze dieren ergens ondergebracht en het huis wordt weken lang niet geschuierd of met dpn stofzuiger bewerkt. Vlooien leggen hun eitjes in naden van vloeren, in kleeden; uit deze eieren ontwik kelen zich bij deze hooge temperatuur snel larven. Bij koud weer blijven deze larven een tot twee jaar leven;" zoodra de tempe ratuur stijgt, ontwikkelen zij zich tot kleine vlooien. In deze warme zomerdagen groei' de larve in een paar weken tot jeugdige vloo uit. De larven voeden zich met stof en vuiltjes; zij zuigen geen bloed. Komt men nu in een woning, die eenige weken heeft leeg gestaan, dan komen hon derden katten- resp. hondenvlooien de men schen bespringen, indien tevoron kat of hond niet in het huis was losgelaten, die de vlooien als het ware verzamelt. Om de vlooien uit huis tc verwijderen is het noodig de vertrekken met een stofzui ger tot in alle hoekon te bewerken, klee den moeten goed uitgeklopt worden, vloe ren opgedweild met bleekpocderhoudend water. Wil men snel te werk gaan, don moeten de vloerkleedcn kwistig bestrooid worden met versch insectenpoeder cn na 24 uur al les weggeruimd worden met den stofzuiger of door schuieren. Lysol, carbol, enz. zijn in dit geval niet doel trof fend. Wel kan men probceren pe- troleumhoudende stoffen, zooals shelltox, Flit, Abis, enz., doch dan moeten de klee- ren vrij kwistig met deze vloeistoffen be sprenkeld worden. Een onderhoud met de regeer ring is aanstaande Hengelo, 24 Aug. Hedenmorgen verga derde ten gemeentehuize, alhier, het comité, ingesteld door de textielgemeentcn in het gebied van de Kamer van Koophandel cn Fabrieken voor Twente, in verband met de crisis in het textielbedrijf. Het comité nam in studie de van een aantal gemeentebesturen ontvangen mede- deelingen en antwoorden op de aan deze toegezonden vragen. Tot het opstellen van een ontwerp-adres aan de regeering kon evenwel nog niet worden overgegaan, om dat enkele gemeentebesturen de gevraagde gegevenens nog niet hadden verstrekt. Be sloten werd aan deze gemeentebesturen te verzoeken thans een snelle afdoening te willen bevorderen. Het comité is voornemens, binnen zeer korten tijd, een onderhoud met de regee ring aan te vragen, teneinde aan te drin gen op het zeer spoedig treffen van maatre gelen, die door het optreden in de laatste dagen van de zijde van do Japansche in dustrie niet langer kunnen uitblijven. In den namiddag had onder leiding van den heer J. M. Krijger Jr., burgemeester van Vriezcnveen, éen bespreking plaats met de z.g. kaloencommissie, een combina tie van textielfabrikanten, welke in het le ven is geroepen door het Verbond van Nc- derlandsche Werkgevers en den Algemee- nen R.K. Werkgevers Vereeniging. Deze vergadering, waarover geen nadere publicaties kunnen worden gedaan, had tot resultaat, dat tot overeenstemming werd gekomen over de richting, waarin verbe tering van den toestand behoort to^vorden gezocht. BEGRAFENIS DR. L. YNTEMA. Dinsdagmiddag is op de algemeene be graafplaats te Bussum het stoffelijk over schot van dr. L. Ynteraa, rector van het Christelijk Lyceum, ter aarde besteld. Er was zeer veel belangstelling. Onder de aanwezigen waren de voorzit ter van het bestuur van het lyceum, jhr. F. A. Röell te 's-Graveland en verder leden van het bestuur, dr. C. Rodenburg, direc teur van de Chr. H. B. S. te Leeuwarden, dr. M. Mulder, rector van het Chr. Lyceum te Leeuwarden, dr. W. J. Kolkert, directeur van de Chr. H.B.S. te Amsterdam en alle VICTOR JURGENS. t In Italië overleden. Nijmegen, 24 Aug. In den ouderdom van 51 jaar is tijdens een vacantiereis te Canazei in Italië ten gevolge van een hart kwaal plotseling overleden de heer Victor Jurgens, tot voor enkele jaren mede-direr teur van het groote Jurgens-concern, als zoodanig hij blijk gaf van een groote werk kracht en een bijzonder organisatietalent. Dp overledene heeft jarenlang te Nijmegen op „Brakkcnstein" gewoond en waa een zeer beminnelijk man. die groote achting genoot en zich een uitgebreiden vrienden kring gevormd had. Zijn gezondheidstoe stand liet de laatste jaren veel te wen schen over en dwong hem zijn functie van mede-directeur van het concern neer te leggen. Vrij kort daarna vertrok hij naar Goch, daarna naar Berlijn, waarna hij zich te Aerdcnhout vestigde. Wijlen de heer Jur gens was een zeer bekende figuur op het gebied der paardensport. De plechtige uitvaart en daarna de ter aardebestelling, zal plaats vinden in de pa rochiekerk in Meerwijk (Heilige Landstich ting) alhier op een nader te bepalen datum, (Telegraaf.) 18—8 18—8 19—8 20—8 21—8 22—8 23—8 24—8 Amsterdam Budapest Weenen Athene Mersuinatruh Cairo Gaza Ruthawells Bagdad Boeshir Djask Karachi Jodpoer Jhansi Calcutta Akvab Rangoon BangKok Medan Batavia Bandoeng 24—8 23—8 22—8 21—8 20—8 19—8 198 Vertrek van 't eerstvolgende postvlieg tuig van Amsterdam 25 Augustus. DE „OEHOE". Do Oehoe is uit Calcutta vertrokken en te Rangoon aangekomen. De heer Erwin Granzow te Rotterdam, correspondent van de Süddf-utsche Sonn- tagspost, bijblad van do Münchcncr Neucsto Nachrichten, heeft 50 antwoorden geschre ven op vermoedelijk hem door dc redactie gestolde vragen en deze antwoorden voor zien van den titel: In Holland sieht es bose aus! waarna hij doze illustreerde met tweo poi trctten, van onze Koningin en van Prin ses Juliana, welke noch goed gelijkend, noch fraai zijn en welke wij ons niet her inneren, ooit ergens anders gezien te heb ben. Verder Is de heer Granzow met zijn ant woordon meer er naast dan raak, zoodat we geen reden hebben de redactie met de zen correspondent geluk te wenschen. Eenige bewijzen voor hetgeen we boven schreven: Volgens den heer G. is de vrouw in Ne derland op 21 jaar stemgerechtigd en kies- waardig en zit er maar één vrouw in do Tweede Kamer! In de kleeding der Arbei ders Jeugd Centrale ziet hij een partij-uni form en als populaire mannen in ons land kent hij alleen Kovacs Lajos, Lagendaal, Kees Pruis en Mengelberg. Volgens hem heeft de Nederlandscho Bank geen voldoende dekking voor de bankbiljetten, terwijl hij In eiken maand staat heeft kunnen lezen, dat de dekking meer dan 100 percent bedraagt! Verder knapt hij ons op met anderhalf millioen werklooozen en hij verzekert, dat elk schoolkind weet, dat Nederland economisch afhankelijk is van Duitschland. De kinderen weten het misschien niet, maar de grooten in elk geval wel, dat wij veel meer van Duitschland koopon dan Duitschland van ons. Als de heer Granzow ons lezende zag, zag hij in onze hand de boeken van Cats, Von del en van Ecden! Als eonig staatsbedrijf kent hij de Staatsmijnen, maar het vervoer is heelemaal in particuliere handen! Ook kent hij geen enkele inrichting door een philantroop gesticht. Als staaltje voor onzen platten muziek smaak haalt hij aan: Laat 'en kraan tjingelaboem er open staan dann is 't gedaan Heeft één lezer ooit van dat lied ge hoord? We hebben er werkelijk geen lust in,, den heer Granzow verder op zijn dwaalwegen te volgen, doch wilden enkel do redactie er op wijzen, dat ze met zulko berichtge vers haar lezers om den tuin leidt en zich zelf ook lichtelijk bespottelijk maakt. (Vad.) ARBEID IN BROODBAKKERIJEN. De verkoop op 31 Aug. a.s. De minister van economische zaken cn arbeid heeft vergund, dat in verband met de viering van den verjaardag van H. M. de Koningin in broodbakkerijen in alle gemeenten des Rijks door hoofden of be stuurders en door bakkersgezellen op Woensdag 31 Aug. 1932, in afwijking van het bepaalde bij de art. 35, tweede lid, on 36, derde lid, der Arbeidswet 1919, om 3 uur des voormiddags met den bakkers- arbeid wordt aangevangen. Bovendien mag voor zoover betreft broodbakkcrijen, aan welke eene vergunning, als bedoeld in art. 37, eerste lid, der Arbeidswet 1919, is ver leend, op dien dag reeds te 1 uur des voormiddags met arbeid, bestaande in het gereedmaken van deeg en ovens, worden aangevangen. Voorts heeft de minister aan hoofden of bestuurders van broodbakkerijen in alle gemeenten des rijks vergund, dat, in afwij king van het bepaalde bij artikel 35, zesde lid, der Arbeidswet 1919, op Woensdag 31 Aug. 1932, deeg of brood, dat na 8 uur des namiddags van den vorigen dag gebakken of opgewarmd is: le. van half 8 uur des voormiddags af uit het. gebouw met aanhoorigheden, waar in zich de broodbakkerij bevindt, wordt vervoerd; c. van 8 uur des voormiddags af wordt verkocht of afgeleverd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 7