„DE WITTE"
HET OOSTEN ONDER DE LOUPE
HOTELS EN VENDUTIES IN INDIE
THEE COMPLET
Gebruikt nu
Uw GESOIGNEERDE
a 60 CENT
VAN 21/2-51/2
NIEUWE GETALLEN UIT DE
SOVJET-UNIE
De „politieke dag"
DE PRIJZEN ENORM
GEZAKT
MAANLICHT EN SLECHTE
RADIO-ONTVANGST
OP HET HEERLIJKE TERRAS VAN
door H. G. CANNEGIETER.
De lof van den zonneschijn is al zoo dik
wijls bezongen, dat de regen nu aan de beurt
komt. Er zijn maar weinig menschen, die
van den regen op dezelfde inanier als van
den zonneschijn houden. De meesten waar-
deeren den regen alleen, omdat na hem de
zonneschijn komt. Zooals men in 't nachtlijk
duister ontwaken kan met den voorsmaak
van den naderenden morgen. Zooals men
zich in zijn geploeter verkneutert met de
voorpret van de vacantie. Zoo waardeert
men den regen alleen om de tegenstelling.
Het vooruitzicht op zon wordt er des te aan
trekkelijker door.
Maar weinig menschen houden van regen,
louter omdat de regen hun een genot ver
schaft, dat de zon niet kan bieden. Weini
gen kennen den regen als een weldadigen
gast, wiens komst welkom is en op wiens
gezelschap men zich reeds bij voorbaat ver
heugt. Dankbaar is men voor zonneschijn,
maar dankbaar voor regen, och kom
Ik houd van den regen. Ik kan maar één
bezwaar tegen hem inbrengen, maar dat
ééne bezwaar is zoo erg niet. De regen is
lastig. Hij bederft onze kleeren, maakt ze
zwaar en uit hun model en geeft ons dat
verdrietige gevoel, alsof we inplaats van een
luchtig zomertoiletje, een kille, vieze en
dikke pels met ons omdragen. Hij bederft
onze plannen, houdt ons in huis als we
juist uit zouden gaan, doet ons overijld
vluchten van onze tuinstoelen, onze
krant is een vaatdoek geworden en het luxe
bandje, waarin we zaten te lezen, geeft af
op het tafelkleed
De regen is lastig, maar dat is niet de
schuld van den regen, maar de schuld van
de menschen. Er bestaan volksstammen.
ik meen, dat het de Eskimo's zijn, die
zich met olie insmeren of met traan of met
eenigerlei andere vettige vloeistof. Deden
wij dit, dan zouden wij met evenveel plei-
zier als de eendjes den regen verduren, het
water liep langs ons heen en het deerde ons
niet. Kan de regen het helpen, dat wij ons
niet voegen naar zijn bestaan Nu ja, een
oliepak en een zuidwester, zooals de schip
pers dragen, maar dit is al een even onpret
tige dracht als een paraplu. Wie weet, of
we eenmaal bij onze klecding met den regen
niet evengoed rekening zullen houden, als
we van lieverlede reeds doen met de zon
en het zeewater.
Waren we een eend, dan zouden we het
oprechte genot van den regen op prijs kun
nen stellen. Wanneer is de atmosfeer zui
verder dan tijdens een regenbui? Geen stof,
geen opgewaaide viezigheid die de longen
verpest. De heerlijke, onvervalschte lucht
der natuur, de heilzame drank, rechtstreeks
getapt uit de bron.
Wie den regen niet kent, weet niet, dat
er duizendvoudige soorten van regen zijn
En elk brengt zijn eigen genietingen mee.
De striemende regen, die bij storm je recht
in 't gelaat slaat en zoo prikkelend werkt
op het bloed en de hersenen. De regen, die
bij stroomen loodrecht naar beneden gutst
uit den hemel; hoe hebben de oude ooster-
sche dichters deze Godsgavc bezongen De
overvloedige regen, beeld van den wellust
der schepping; de ontlastende regen na een
onweer, die ontspant als een huilbui na een
crisis der zenuwen. En dan de zoele, be
vruchtende regen, die stil en zacht op de
aarde necrdruppelt na een goddelijken Juni-
dag
Is de stemming u onbekend, die Staring
zoo onverbeterlijk weergeeft in zijn
„Wij schuilden onder dropplend loover,
Gedoken aan den plas
Dan kent gij de innigheid niet van den
regen. Wie alleen de vreugde heeft ge
proefd van het vertrouwelijk bijeenzijn bij
zonneschijn, heeft nog een diepere vreugde
te goed de vreugde van het vertrouwelijk
bijeenzijn bij regen.
„Maar de motregen", zegt ge. „De regen
houdt ons in huis." Zou ook dit niet juist
een speciaal genot van den regen zijn dat
ze onzen omtrek verkleint, dat ze ons
dwingt tot concentratie binnen het innig en
eigen milieu We kunnen niet uitgaan,
ma°v ook we behoeven niet uit te gaan;
we hebben nu eens van het eeuwige uit
gaan vacantie en kunnen ons neergeven op
de plek, waar we zijn starend, droomend,
dichtend misschien
t
Het hangen over een onderdeur, het zit
ten onder een zeil, terwijl de regen zijn
muziek speelt, tokkelend tegen de ruiten,
ritselend door het gebladert, ruischend door
de riolen. De xylofoon op het zinken dak,
het klokkenspel op het water, de tam-tam in
de dakgoot en dat zachte muggengegons van
de cither, dat het lied van den regen bege
leidt. Het weemoedige lied van den regen,
het klaterend en schaterend geschal van den
regen, de rhythmische roes
Is het de regen, die onze vacantie bc
derft Of bederven wij ze zelf, omdat wij
▼an den regen niet het juiste gebruik weten
tt maken 1
Het financieren der indus/rieele kapi
taalbeleggingen is de grootste
zorg der Kremlregeering
De snel opeenvolgende gebeurtenissen in
Duitschland met in geweldige complicatie's.
de gebeurtenissen in de Westelijke wereld,
de per radio verspreide geruchten van een
dreigende crisis in Amerika, hebben onze
blik in den laatsten tijd te veel van het
Oosten afgeleid. En toch is 't interessant en
leerzaam, de laatste phases der Sovjotrussi-
sche ontwikkeling 11a te gaan, zooals wij die
volgens het allernieuwste materiaal kunnen
reconstruecren.
ITet is steeds een der grootste zorgen van
de Kreml-rcgccring geweest, haar geweldige
industrieele kapitaalbeleggingen te financie
ren. In 1931 zijn in industrie en landbouw
in totaal 1G milliard Roebel belegd, waarvan
door binnenlandsche leeningen 9.8% gedekt
is. Voor 1932 heeft men met nog grootere
moeilijkheden te kampen, daar men bere
kend heeft een kapitaal van 21 milliard
Roebel noodig te hebben; weliswaar zijn
daarvan reeds 13%, dus ongeveer 2.5 milli
ard door staatslccningcn gedekt Zeer op
merkelijk is het, welk een enorm succes
men met de geweldige propaganda-actie
voor dergelijke staatslceningen bij de bevol
king heeft! De meer of minder zachte druk
der autoriteiten doet echter ook heel wat er
aan toe. In de leening van het derde jaar
van het 5-jaar plan hadden 33 millioen per
sonen een aandeel genomen en bij het aan
bieden van de lijsten 1932 hebben zich 90.4%
van alle arbeiders opgegeven.
Van het buitenland heeft men geen credie-
ten te verwachten, alles hangt af van de
binnenlandsche financiering! Hoe onzeker
dat is en aan welke gevaren het economi
sche stelsel is blootgelegd, toont de misoogst
in de Oekraine en het Wolgagebied, die de
42 millioen zielen dezer landstreek met het
spook der hongersnood bedreigt. Wegens de
gebrekkige organisatie van de staatsrantsoc-
neering heeft de Sovjetrcgeerig'n niet onbe
langrijke wijziging in de bepaling op de vrije
markt aangebracht, waarvan 't gevolg is, dat
plotseling uit de collectieve en staats-meel-
fabrieken groote hoeveelheden koren en an
dere levensmiddelen naar de steden en de
andere vrije markten stroomen. Het is de
collectieven namelijk toegestaan het over
schot van de aan den staat te leveren hoe
veelheid naar willekeur te verltoopen. En
men kan zich indenken, dat de gebreklijden-
de bevolking een ruim gebruik daarvan
maakt.
Wanorde in de staatshuishouding?
Daarmede wordt het gevaar voor een hon
gersnood in die streken weer bezworen;
maar de levensmiddelcncommissarissen we
ten tc goed, dat door deze regeeringsmaat-
rcgelen de verdceling van levensmiddelen
van staatswege lcelijk in de verdrukking
komt. Men vreest namelijk, dat de bij de col
lectieven aangesloten hoeren vanuit hun
schuren zooveel zullen verkoopen, als zij
willen en kunnen, zoodat zij met de af tc
leveren hoeveelheden in achterstand komen'
En daarmede zou het huishoudplan in dui
gen vallen en alle plannen, die daarmede
vorbonden zijn, en dat zijn cr heel vele, zou
den hun evenwicht kunnen verliezen en in
eenstorten. De voor den export bestemde
agrarische producten, waarmede weer aan-
deelen gekocht zouden moeten worden, zou
den in het land zelf moeten blijven, de ver
vallen buitcnlandsche betalingstermijnen
zouden niet kunnen worden gehandhaafd en
de gewichtige invoer van industrieproducten
zou gestaakt moeten worden. De voorbij
gaande daling der levensmiddelen zou daar
mede wel tc duur betaald zijn
Op dezelfde wijze heeft de regeering zich
reeds ééns verrekend. Bij het opnemen der
boeren in de collectieven, welke tenslotte
uitliep op een wanhoopsvlucht naar deze in
stellingen, werd door de boeren al het vee,
dat zij bezaten, geslacht en op de stadsmark-
ten gebracht, daar onderbrengen daarvan in
de collectieven gelijk zou staan met verlies.
Plotseling was het vlecsch in de steden
spotgoedkoop en de bevolking kon zich daar
aan tc goed doen, maar de collectieven kre
gen haast geen vee binnen.
Nog steeds heerscht er in de Sovjet-Unie
een geweldig vlceschgebrek. De regeering
heeft "daarom op groote schaal de kleinvee-
fok ingevoerd. Naar Fransch voorbeeld wil
zij van konijntjes een volksvoedingsmiddel
maken en is begonnen in 'drie districten een
half millioen wijfjes uit te zetten. Bij dc ge
weldige spoedige en sterke vermeerdering
van de konijnen-families zal het waarschijn
lijk niet lang duren, of in iedere Bussische
braadpan smoort Zondags een konijntje; dat
is tenminste de bedoeling van de rcgcering.
Ook zijn er geweldige plannen, die voor
een deel reeds in daden zijn omgezet, om
de zoetwatervisscheiij op te voeren en zoo
in de snellere verzorging der levensmiddelen
te voorzien.
Vooruitgang der Sovjet-Industrie?
Terwijl dus de verzorging der bevolking
met levensmiddelen en de voornaamste ver-
bruiksarlikclcn nog steeds niet 111 orde is, ziet
't er met dc industrie \olgens de nieuwste
getallen iets beter uit! Daarbij moet men
echter niet vergeten, dat het grootste deel
der groote industrieën niet direct voor het
volk werkt, maar meer voor de behoeften
van het Roode Leger. Van dc totale indu
strieele wereldproductie kan men zeggen,
dat over het jaar 1918 Amerika (U.S.A.) voor
41.1% geintcresseerd was. Duitschland voor
10.G%, Engeland voor 8.5% en de Sovjc-Unic
voor 4.2%, terwijl in 1932 dit beeld reeds
groote wijzigingen had ondergaan, want
thans zien wij aan de spits Amerika, met
nog slechts 3i% aandeel in de wereldpro
ductie, daarna Rusland met 11%, alsmede
Engeland met 10.1% en Duitschland met
7.G%.
In de verschillende landen had deze vei-
schuiving op de volgende wijze plaats ge
had. In het begin van 1932 bedroeg de in
dustrieele productie in dc Verccnigde Staten
nog slechts 75,2% van den stand van 1928;
in Europa (zonder Rusland) zelfs slechts
72,4%, in Sovjet-Rusland daarentegen 19S%
van de productie in 1928.
Als laatste en interessante nieuwigheid
nog iets over de invoering van den „politic
ken dag", welke in dc bedrijven gehouden
zal worden. In alle staats-, industrieele en
landbouw-onderncmingen zal met regel
matige tusschcnpoozcn een gcheelen arbeids
dag gebruikt worden om politieke vraag
stukken van algemeen belang, in de eerste
plaats echter de politieke kwesties, die in
direct verband met het betreffende bedrijf
staan, te bespreken en daarover van mcc-
ning te wisselen. Daarmede wil men den
arbeider nog nauwer met zijn bedrijf verbin
den en in ieder individu een bewustzijn van
verantwoordelijkheid wekken. Voor deze
„pojitieken dag" wordt geen loon in minde
ring gebracht; zij worden beschouwd als
„arbeidsdagen" en niemand mag er bij ont
breken, of zijn gebrek aan belangstelling
verraden, door dien dag eens uit te slapen,
wil hij niet riskeren, dat er een vijftal
dagen loon wordt ingehouden.
INDISCHE FLITSEN
Men neme behalve kleeren en pert
soonlijk bezit zoo goed als
niets mee!
Er zijn tóch lieden die zoo fortuinlijk
zijn naar Indiè te worden uitgezonden
momenteel en voor hen is het in de eerste
plaats noodig te weten, dat ook alweer
door de malaise de venduties momen
teel ongelooflijk laag zijn en zij dus ver
standig zullen doen met zoo goed als niets
mee te nemen, behalve kleeren en per
soonlijke bezittingen. Huisraad, serviezen
en glaswerk, gordijnen, bedden en keuken
gerei, fietsen, lampen en eventueel zelfs
een auto, zullen ze voor een bang gezicht
op elke vendutie kunnen verkoopen. Want
de honderden, vaak zelfs duizenden die
men nu in Indië op z'n vendutie verliest,
zijn niet uit te vlakken, wat natuurlijk
weer een voordeel betcekent voor dc nieu
welingen en voor hen die tcrugkeeren van
verlof en zich opnieuw in moeten richten.
Men vertelt dat dc meeste venduties, met
alles en alles mee, niet meer opbrengen
dan drie a vierhonderd gulden cn men
voor eenzelfde bedrag een goede auto kan
koopen, die velen in Indie absoluut niet
kunnen ontberen voor hun werk of om
den langen afstand dien men dagelijks
moet afleggen.
Vroeger werd er op de venduties hoog
geboden door vrienden en kennissen, door
ondergeschikten en Chineezen en betaalde
men soms voor een klein goedkoop voor
werp een onmogelijk hoog bedrag, terwijl
het altijd voorkwam dat cr dingen twee-
drie- en meermalen verkocht werden, al
leen uit vriendschap en 0111 de opbrengst
van de vendutie op te drijven, zoodat de be
langhebbenden met oen aardig sommetje
naar Europa trokken, blij om den vrien
dendienst, die dat resultaat had bereikt.
Die tijden zijn vanzelfsprekend óók al
weer voorbij en als men een tiende deel
van het betaalde bedrag terugkrijgt op z'n
vendutie, mag men tegenwoordig nog blij
zijn, helaas. Dus wie naar Indie gaat
moet maar zoo weinig mogelijk meenemen
en in de plaats van inwoning de venduties
afloopcn en daar inslaan wat noodig is.
Natuurlijk zijn er een massa dingen waar
aan men gehecht is en die een persoonlijk
cachet aan het home geven cn die dingen
behoudt men natuurlijk en neemt men
overal mee. Maar wie rekenen moet;
wie geheel nieuw begint, of in z'n verlof
wat tc veel opgemaakt heeft cn het zuinig
jes aan moet doen, zal wel zoo verstandig
zijn om mee te hechten aan „goeden goed
koop" dan aan een kostbare huisinrichting
„in stijl" al 6taat dat nóg zoo gezellig en
verzorgd. Natuurlijk: als men op vendu
ties koopt, krijgt men het niet geheel vol
gens eigen smaak, maar wie nu vendutie
houdt, bezit meestal goede dingen uit den
royalcn tijd, dus netjes en smaakvol kan
het toch wel zijn en men bespaart er hon
derden mee. Alleen zij die veel meubels
en andere dingen bezitten, moeten het na
tuurlijk meenemen, want als men hier in
Holland iets van de hand doet, krijgt men
niet meer dan een appel plus een ei. Maar
wie economisch wil zijn en den eersten tijd
in Indië de kat wat uit den boom kijken,
doet verstandig om rekening to houden
met de abnormaal lage prijzen.
Alles wordt er goedkooper, wat natuur
lijk noodig is met de groote salariskortin
gen cn de hoogc cri6isbelastingcn, die veel
vergen van de menschen in Indié. En ook
de Alèotelprijzcn worden alom verlaagd wat
dus ook noodig is. Een Indisch hotel is
ook alweer heel anders en meer conforta-
bcl dan een vijftien jaar geleden en de
nieuweling zal niet zóó verbaasd meer
staan en zóó veel missen en vreemd vin
den als toen. Vreemd is natuurlijk even
het vroege opstaan en de koffie die al om
zes uur in uw voorgalerijtje wordt gezet,
de rijsttafel om één uur en het late diner,
maar aan boord had men al veel van die
gewone dagelijksche dingen gehoord en ge
leerd, zoodat het meevalt en men heef',
zich allereerst voorgenomen, zich aan te-
passen bij alles wat Indie en Indisch is.
Wie dus niet direct een eigen huis kan
betrekken, zal voorloopig in een hotel moe
ten wonen, dan een eigen baboe of huis
jongen nemen die daar de kaïncr in orde
houdt en de wasch verzorgt en zoo, als toe
schouwer, nog het best en 6nelst ingebur
gerd raken. Niet dadelijk de zorgen voor
een eigen home in het vreemde warme
land, heeft groote voordeelcn en waar men
tegenwoordig ook al goedkoop in een ho
tel kan wonen, is dat sterk aan te bevelen.
Ongemerkt komt men dan op de hoogte
van de Indische levenswijze en veel ge
woonten cn hoeft tijd alles eens te obscr-
veeron en langzaam aan, een huis cn mcu
bels te kiezen. Men vraagt wat adressen
cn gaat af en toe winkelen, wat een warm
werkje i6 en zelden te voet wordt gedaan
Europecsche, Chineesche, Japansche en
Bombay-toko's heeft men overal en éven
moet men wennen aan het loven cn bieden
en goede adressen weten te bemachtigen,
ook al is men geheel vreemd. Maar ieder
in Indië is altijd nog behulpzaam en vrien
delijk voor vreemden cn iedere hotelhou
der zal u graag op weg helpen met adres
sen, dus ook het winkelen valt mee en
wordt soms zelfs tot een aardige ontspan
ning, omdat cr nog steeds veel moois te
zien en te koop is, als men' wat onder
scheidingsvermogen bezit. En als
men niet op het heetst van den dag gaai
winkelen, maar 's morgens heel vroeg
(acht uur) of 's middags na vijven.
door
Prof. Dr. H. T. STESON
Wannocr de ontvangst der radioberichten
to vvcnschcn overlaat, kan men werkelijk
de schuld daarvan dikwijls aan het maan
licht geven. Daardoor wordt de intensiviteit
van de uitzendingen soms tot 100 veran
derd. Geen enkel ons bekend atmosferisch
verschijnsel heeft er zooveel invloed op. Het
schijnt wel, alsof een zekere inductie, een
electrische eb en vloed, de hoogte van do
heavisidc-laag doet veranderen. Deze laag
bevindt zich op groote hoogte in den
dampkring en kaatst dc radiogolven terug!
Men heeft reeds lang de veronderstelling
geuit, dat de maan een andere elcctrischo
lading zou hebben dan de aarde en dat men
dus in de atmosfeer een elcctrischo eb en
vloed zou moeten kunnen waarnemen. Een
nauwkeurige analyse van de radio-uitzen
dingen heeft deze veronderstelling als juist
bevestigd en het is gebleken, dat cr inder
daad een rechtstreeksche wisselwerking
bestaat tusschcn dc maan cn de hoogte van
de Ileavisidc-laag. Do ontvangst is het bes
te, wannocr dc maan onder den horizon
staat; wanneer de maan opgaat, komen do
uitzendingen minder goed door cn hoe
hoogcr de maan aan den hemel staat, hoe
onduidelijker de radio wordt. Het komt er
hierbij niet op aan, in welk kwartier de
maan zich bevindt.
Dit verschijnsel kan men verklaren door
aan te nemen, dat de maan negatief gela
den Is; wanneer zij over een bepaald ge
deelte van de aarde passeert, veroorzaakt
zij een verandering in do verdeeling der
electrische ladingen in de bovenste lagen
van onzen dampkring cn brengt zij do
Hcaviside-laag op grootere hoogte, waar
door do terugkaatsing der radiogolven ge
stoord wordt.
Ook de zonnevlekken hebben invloed op
de radio, want zij brengen de electriciteit
in den dampkring in beroering door mag
netische storingen tc veroorzaken. Hoe
meer zonnevlekken, hoe slechter de radio
ontvangst wordt. Op het oogenblik zijn er
vrij veel zonnevlekken en dit zal nog wel
eenige maanden zoo blijven; men verwacht
voor het midden van het jaar groote
schommelingen in de werkzaamheid van
de zon, terwijl voor het einde van het jaar
gerekend kan worden op zeer weinig zon
nevlekken valt een secundaire periode van
15 maanden op, die overeenkomst met be
paalde verschijnselen, die betrekking heb
ben op de banen der beide binnen-planeten,
Mercurius en Venus. Het is nog onbekend
op welke wijze deze planeten invloed kun
nen uitoefenen op de periodiciteit van do
zonnevlekken.
De invloed van maanlicht op de radio
komt vrijwel overeen met dien van een
zoneclips. Zoo bleek bij de totale zone
clips van 24 Januari 1925 reeds, dat de kor
te golf van 75 M. bijna volledig afhanke
lijk is van het zonlicht, terwijl ook bij do
golf van 30 M zeer duidelijk „fading" werd
waargenomen Naarmate de zon meer en
meer verduisterd werd, namen de storingen
toe, terwijl de normale toestanden zich pas
weer begonnen te herstellen, toen de eclips
haar hoogtepunt gepasseerd was cn de zon
langzamerhand weer zichtbaar werd. Dr.
Goldsmith vergeleek de grafiek van Je
werkzaamheid der korte golven, die tijdens
de eclips automatisch was opgenomen, met
een temperatuurlijst van een ernstige zie
ke en het valt inderdaad niet te ontken
nen, dat het licht en de energie der zon,
die onophoudelijk inwerken op den damp
kring der aarde, grooten invloed hebben
op de radiouitzendingen. Zoo werd vlak na
het hoogtepunt der eclips geconstateerd,
dat de richting der radiogolven belangrijk
gewijzigd werd. Hiermee gingen belang
rijke veranderingen gepaard in het magne
tisch veld der aarde. Alle waargenomen
verschijnselen heeft men nog niet kunnen
verklaren; de reeds gemaakte veronder
stellingen worden niet onjuist bevonden en
kunnen dus voorloopig gehandhaafd blij
ven, doch de onopgeloste vraagstukken op
dit gebied zijn door de waarnemingen tij
dens die eclips zeker niet minder ingewik
keld geworden.
DE TWEE FRANSCHE RADIO-
TENTOONSTELLING 1232.
Dit jaar zullen cr to Parijs twee radio-
tentoonstellingen plaats hebben, de Spir
en de Snir. Beiden zullen begin Septem
ber gehouden worden, beide zullen in meer
of mindere mate officieel gelint zijn. Er
bestaat in Frankrijk thans een groeiend
verzet tegen de expositie van buitcnland
sche producten. De propaganda voor liet
nationale fabrikaat heeft in den laatften
'ijd veld gewonnen: de Fransche radiobla
den protesteeren sterk tegen het voorne
men van de radio-commissies, om do ten
toonstelling voor buitinlandsche product*»
open te stellen.