P. Hierop STALIN BLIJFT HERVORMEN W DE WEDDENDE BURGERIJ Cyelostyle papier Lasigestr. 00 Motor- eo Rsgenkleeding Speciaal uitzending van Diners \s BEVROREN NEGERS BIJ HET AFSCHEID VAN FRITZ HIRSCH Inkt en Stencils Fa. H. ELZENAAR w;Pl Telefoon 288 Drogisterij „de Gaper" TAHEIROL Concertgebouw „DE VALK" C. DE JAGER HOEOEN O® J. VONK Wzn. oW» A UIT RUSLAND Het vrije handwerk weer toegelaten. door Dr. B. SAMELJEW. Dat moet van de Sovjet-regeering ge zegd worden: als zij tot het inzicht komt, ctat een bepaalde maatregel niet voldoet, dan draait zij er niet lang omheen, maar dan verandert zij hem. Do valschc schaam te, die andere regeeringen ervan weer houdt, het kromme weer recht te buigen, kent men in het Kreml niet. Maar helaas is daarmee nog niet altijd gezegd, dat voor het verkeerde iets goeds in de plaats komt. Ook bij de verbeteringen worden vergissin gen gemaakt en soms zeer ernstige. Doch in ieder geval zit men niet stil. Uit elke fout wordt iets geleerd en zoo bestaat er tenminste een kans, dat het nog eens in orde komt. Zoo hardnekkig men in Rusland vasthoudt aan de theorio van het commu nistische systeem, zoo plooibaar is men in het tactisch terugtrekken, manoeuvreeren en uitwijken in de details. Zoo is dan ook enkele weken geleden naast de ambtelijke distributie van levens middelen, die onvoldoende was gebleken, weer de vrije markt voor levensmiddelen toegelaten, die voor de landbouwers oen groote prikkel is om hun productie op te voeren. Zoo juist is daar een nieuwe ver ordening aan toegevoegd, waarbij ook voor de vervaardiging van industrieele produc ten tot op zekere hoogte het vrije handwerk weer wordt toegelaten. Deze beide maatre gelen staan niet los van elkaar. Wanneer men de boeren wil brongon tot een ver groot ing van het bebouwde areaal, tot uit gebreider veeteelt, grootere melkproductie, enz. dan is het niet voldoende, dat zij deze producten zelfstandig kunnen verkoopen, doch dan moeten zij voor het geld, dat zij daarvoor ontvangen, op hun beurt weer kunnen koopen, wat zij noodig hebben, n.l. industrieproducten. Op de markten in de steden en groote dorpen, waar de boeren hun groenten, bo ter, kaas en eieren brengen, moeten zij texticlgocderen, huishoudelijke artikelen, gereedschappen, eenvoudige meubels e.d. kunnen koopen. Er moet, zij liet dan ook met behulp van geld, een ruilverkeer mo gelijk zijn tusschen landbouw- en indu strieproducten. De gecentraliseerde indu strieele productie in de fabrieken hoeft niet haar taak kunnen vervullen om de mark ten te voorzien van de waren, die de boe ven noodig hebben. Ten eerste komt dit, doordat zij, ondanks alle inspanning om te \oldocn aan het vijfjarenplan, zelfs daar, waar de voorgeschreven toename werd be reikt, nog ten achter is gebleven bij de reusachtige toename der behoeften. De tweede en voornaamste reden is echter de slechte organisatie van distributie on transport. Wat geeft het, of men artikelen produ ceert, desnoods in de modernste fabrieken inct. de modernste machines, wanneer zij door de slechte organisatie en de gebrek kige vervoermiddelen toch in de voorraad kamers liggen te verroesten en een gevaar lijke stagnatie veroorzaken. De industrieele productie moet eenvoudig onder deze om- stahdigheden gedecentraliseerd worden en dat kan alleen gebeuren door het vrije handwerk weer toe te laten. Ondanks alle grootspraak over industrialisatie en ratio nalisatie moet men weer tot op groote hoogte terugkeeren tot do handwerkslieden cn de kleine, slechts ten deole gemechani seerde fabrieken. Het interessantste is, dat de Sovjets de opleving der kleine bedrijven willen bevorderen door een oeroud Rus sisch instituut in het leven torug te rce- pen en wel de z.g. artjel, een soort gilde- wezen, dat reeds in de dertiende leeuw werd aangetroffen en een grooten invloed' ten goede heeft gehad op alle mogelijke be roepen en bedrijven. Oorspronkelijk waren do artjels primitie ve gemeenschappen om gezamenlijk te ja gen of te visschen, doch later hebben zij zich tot oen groot aantal beroepen uitge breid, vooral tot do verschillende soorten handwerk, hot vervoer en het verzekerings wezen. Hun voornaamste kenmerk was de hoofdelijke aansprakelijkheid van alle le den. Ik herinner mij bijv. hoe voor den oorlog do artjel der bankkassiers to St. Petersburg in hoog aanzien stond. Hoewel de ambtenaren grootendcels omkoopbaar waren, kwamen fraudes bij de banken in datzelfde Rusland niet voor, dank zij de artjel. Het was niet gemakkelijk daarin op genomen te worden, doch door de hoofde lijke aansprakelijkheid beschermde de bank zoowel de artjel als do afzonderlijke leden tegen verliezen. Vooral in de kleine steden en op het platteland vond men toe\ allo mogelijke soorten van artjels; som mige kochten gezamenlijk ruwe grondstof fen in, die door de leden werden verwerkt en weer gezamenlijk verkocht werden; soms kochten zij gezamenlijk levensmid delen in, die zij met een geringe prijsver- hooging voor do administratie tor beschik king van de leden stelde. Deze artjels wil men thans, natuurlijk eenigszins gewijzigd in verband met de tijdsomstandigheden, opnieuw instellen. De artjels krijgen het recht, bepaalde soor ten van ruwe grondstoffen van de staats- industrie te koopen; daaruit kunnen zij zelf artikelen vervaardigen, die zij ook zelf mogen verkoopen; de prijzen worden ook niet meer door den staat vastgesteld, doch kunnen zich regelen naar de vrije concur rentie. Een groote verandering, naar men ziet; het starre communistische systeem is geheel losgelaten. Om echter van economi sche vrijheid te kunnen spreken, zou er nog heel wat meer moeten veranderen. Het bu reaucratische sovjetstelsel zal niet zoo spoedig uit den weg geruimd zijn. Het vrije handwerk is voorloopig niet anders dan een middel, waartoe men door den nood gedreven zijn toevlucht heeft genomen. Het komt er nu op aan, dat het vrije handwerk krachtig genoeg blijkt en dat het in staat is, om de Russische consumenten in hun dringende behoefte aan allerhande artikelen te bevredigen, zoowel wat de kwantiteit als wat do kwaliteit betreft. Wanneer het hierin slaagt, zal het zich in de toekomst wel tegen de neiging tot cen tralisatie kunnen handhaven en zich zelis kunnen uitbreiden. Men dient n.l. altijd in het oog te houden, dat Rusland's toch reeds groote bevolking vém 160 milliocn voort durend sterk toeneemt. In de wereld neemt Sovjet-Rusland o.a. ook hierdoor een uit zonderingspositie in, doordat zijn economi sche moeilijkheden niet ontstaan zijn door overproductie, doch door een productie, die geen gelijken tred houdt met het toonemen der behoeften. En deze moeilijkheden zijn betrekkelijk gemakkelijker uit den weg te ruimen dan die in de andere landen, waar do bevolkingstoename geen gelijken tred houdt met de verbeterde productiemetho den. TOONEEL Zooals men weet gaat Fritz Hirsch zich verdeden tusschen Berlijn cn Den Haag; vijf maanden van het jaar zal hij in Hol land spelen en zeven maanden in Berlijn, natuurlijk operette's. Gedurende den tijd, dat hij hier is, zal er in het Berlijnscho Schiller-theater gewoon tooneel gespeeld worden. Het afscheid is dus lang niet vol komen, maar geeft Annie dc Beyer in „Do Tooncolspicger toch de gelegenheid om den operette-koning eens te interviewen. Hirscli zegt: „En ik zal Holland missen, maar het is beter zóó. We blijven frisch voor elkaar. Ik heb hier onvergetelijke jaren gehad. Het Hollandschc publiek is prettig om voor te werken, maar het vergt ook het uiterste. Men is reusachtig kritisch'in dit land, om dat men veel reist, veel ziet, veel leest. Men is van een veelzijdigheid on van een smaakverfijning en daardoor van een kri tiek, die men in het buitenland niet kent. En het is reusachtig moeilijk om stand te houden tegenover dat vceleiechcnde pu bliek. Onze troep is steeds grooter en boter ge worden. Onze décors verfijnder, ons samen spel verbeterd, de toets van ons orkest ver hoogd, maar het publiek is steeds vecl- cischcnder geworden cn het is verbazend moeilijk om het twaalf maanden in een jaar tevreden te stellen. Heeft men een première uitgebracht, dan begint na veer tien dagen de toeloop soms al te verminde ren, men gaat in deze tijden minder uit. Dan moeten we al gaan trekken, Amsterdam, de provincie, .Antwerpen. En tegelijkertijd moet er al weer een begin gemaakt worden met het volgende stuk. Eerst het omwerken thuis, het uitpiekeren van de décors, dat de changementen op het.' kleine Princessetoo- neel goed loopen cn dat er mee gereisd kan worden*, dan dc repetities. In Berlijn zal dat alles voel makkelijker zijn. Ik zit er als het ware aan de bron. Men kan overleg ple gen met componistr'en librettist. Ik behoef niet alles zelf meer,te doen. Men komt dan goed ingespeeld en ingowerkt naar Holland voor de wintermaanden. Nee, ik geloof dat niet alleen mijn eigen loven er door vereen voudigen zal, maar dat ook van operette standpunt gezien het publiek in Holland zoowel als in Berlijn er mee gebaat zal zijn. „Hoe bent u zoo tot dit vak gekomen?" „Och, ik heb er altijd als jongen al plezier in gehad. Ik kom uit Mannheim, dat is een plaats waar ze weten hoe ze Carnaval moe ten vieren. Daar heb ik eens op mijn ze ventiende jaar zoo'n Carnavalsfeest in el kaar gezet, zelf voorgedragen, regie ge- Aoerd, alles uit liefhebberij, wel te ver staan cn dc toenmalige intendant van het Stadtstheater Iiagernann zag dit en zei: „Der Jungcn musz an die Bühne". Nou, daar ben ik dan ook gekomen. Eerst twee jaren aan de Hochschule, toen mijn eerste engagement in Koningsbergen, daarna een paar jaar Hamburg, toen Berlijn, waar ik mijn liefde op het eerste gezicht voor het Cchiller-theater kreeg, toen een engage ment. van Helm voor Seinpost, zeven jaren geleden „Die Frau ohnc Schleier." Hangen gebleven. TIard gewerkt. Succes gehad. Ge toond dat ik als leider wat kon, waardoor ze me dan ook het Schiller-theater hebben gegund." „Vind u dit een prettige werkkring?" „Ja en nee. Theaterdirecteur zou'ik altijd willen zijn, ook al was ik schatrijk. Dat is misschien een roeping. Maar daarnaast zou ik schilder willen zijn. In mijn vrijen tijd teeken on schilder ik. Drie jaar geleden ben ik voor den eersten kecr; toen er eens een operette erg goed liep en ik niet terstond iets nieuws behoefde in te studeeren, met olieverf begonnen, maar dat hangt alles in een kamer, waar ik geen bezoekers ont vang." „Drukt u niet soms het leiderschap? Juist het dirigccren van tooneelspclcrs, die zich altijd in hun rol misdeeld voelen, altijd zich gepasseerd wanen door een an der?" „O nee, in het geheel niet. Ik mag in het dagclijksch leven een ietwat weekhartig mcnsch zijn, als directeur ben ik onverbid delijk streng, wil ik alleen het heil van de onderneming, het welslagen van het stuk en ken ik geen enkele persoonlijke overwe ging van vriendschap, genegenheid of wat dan ook. Degene, die vandaag oen pracht rol bij me heeft, moet zich in een volgend stuk tevreden stellen met een onbeduidend hijrolletje, indien ik van oordeel ben, dat hij of zij de meest geschikte is voor dit kleine rolletje. In den regel weet ik ook mijn spelers van de deugdelijkheid van dit. stelsel te overtuigen. Maar in elk ge val geldt bij mij maar één opvatting: wicn het niet bevalt, die gaat er uit. Ik ben zeer streng tegen mezelf. Bij dc eerste Probe ken ik mijn rol al in bijzonderheden, volkomen uitgewerkt en wat ik klaar speel met mijn vele andere bezigheden,, mag ik van allo andere spelers eischen. Er wordt bij ons hard gewerkt en stipt. Wanneer bij ons de eerste ensemble-proef gaat, zijn we meestal al zoover, dat we denzelfden avond pre mière zouden kunnen hebben, maar dan wordt er nog minstens een week stevig aan doorgewerkt. De oorzaak van vole tooneelmislukkin- gen in Nederland ligt misschien ook wel in het stelsel van bevoordecling van bevriende spelers en speelsters, een stelsel dat overi gens no. den oorlog en vooral in dc laatste vijf jaren in Duitschland ook zeer sterk in gang heeft gevonden. Juist het feit, dat ik niet in Duitschland ben gebleven en me hier naar mijn eigen lijn kon ontwikkelen, heeft, mij misschien frisch gehouden. Ik heb bier in dit land door de noodzaak om alles aan te pakken, regie, tooncelbouw, directeurschap en door een kritisch publiek te moetn bezighouden, ontzaglijk voel meer geleerd dan ik in Duitschland ooit had kunnen opsteken. UIT BERLIJN EEN REPORTAGE door onzen Beriijnschen Correspondent, B e r 1 ij n, Aug. 1932. Het is een op vallend en zeer zeker bedenkelijk feit, dat in normale, rustige tijden, waarin ieder zijn vaste verdiensten cn zijn bepaalde in komen heeft, de zaken der wedbureaux der loterij-ondernemers en der bookmakers heel weinig leven vertoonen. Niet dat zij slecht gaan, maar zij gaan ook weer niet zóó, dat het de moeite waard zou zijn, als bookmaker bijvoorbeeld iets te wagen... In slechte tijden daarentegen, als het werk cn de verdiensten karig zijn cn de looncn op een minimum teruggaan, zoodat er haast niet incer te bezuinigen is, neemt de drukte in da wedbureaux sprongsge wijze toe... Weliswaar worden niet be slist groote sommen verwerkt, rnaar er stroomt een geweldige massa „kleine wed ders" naar deze bureaux, menschcn, die vroeger nooit aan loterij of paarden ge dacht zouden hebben, die geen kans op „Pergola" of op „huzarentrots" gewaagd zouden hebben!... Van rennen cn wedden wisten zij niets totdat het eeuwige geldgebrek, de zorg voor het dagelijksch brood, het steeds onbevre digde verlangen naar een bescheiden en in hun kader passende luxe, hen in deze rich ting dwong. Zeker: even goed konden zij naar een loterijcollecteur loopen en briefjes koopen; want cfe winstkans is in den beginne ten minste haast even groot hier bijna even groot (of liever: even klein) als hij het wed den! Maar toch is dat wat anders... ITet koopen van een klassenlot verplicht hen minstens 4 termijnen van een maand lang A5 Mark te betalen, terwijl men bovendien dikwijls meer dan vier weken op de trek king moet wachten; bovendien kan men niets doen om het „geluk" eenigszins te beïnvloeden! Bij het wedden daarentegen kan men reed* 60 minuten later hooren, of „Maric perdu" is, of dai men op andere wijze Iets gewonnen had. Daarenboven verplicht het wedden tot niets, kan men ophouden, wan neer men wil. F.n men heeft, als men de voorspellingen der in het wedbureau liggen de bladen ijverig bestudeert en zijn conclu sies trekt, zekerheid gekregen, alles te heb ben gedaan, wat men kon, om „het kind goed te laten schommelen", zooals dat in het rennen-jargon wordt genoemd. Wie zijn het nu eigenlijk, waaruit dit door de wedbureaux zoo gevreesde en tóch zoo geliefde leger der „kleine wedders" is satnengesteld?De tallooze, over gehool Duitschland verspreide wedbureaux gunnen ons daar al heel gauw een kijkje op. Over al ziet men dezelfde gezichten: werkloozcn, gezellen van een of ander vak, klerken, spoorwegambtenaartjes, arbeiders, huisvrou wen, stenotypistes (merkwaardig, hoeveel vrouwen zich onder de wedders bevinden!)... Geld heeft geen van hen! De paar Groschcn, die in hun zak rammelen, zijn letterlijk uit hun mond gespaard, door bezuiniging op bo ter, op cigarettcn, op het Zaterdagavondsche biertje! De meesten van deze klanten kun nen niet eens den minimum-inzet van 1 Mark opbregen. De man in de afgedragen, vettig-gljmmcncle jas, die juist de 20 vijf- pfennigstukken neertelt, kan daarvan mis schien 10 als zijn wettig eigendom be schouwen. De andere 90 is afkomstig van de „wedvereeniging", die de pot nu opmaakt. Vijf, tien en zelfs meer mannen leggen botje bij botje en 't winstaandeel richt zich nauw keurig naar het aantal pfennigen, dat ieder in dc „pot" gestort heeft. De „groote klant" is een zeldzame figuur geworden in de zaak van den geconccssio- neerden bookmaker. Slechts in de zooge naamde luxewij ken van de stad komt het bij gelegenheid nog wel eens voor, dat een vijftig- of een honderdmarkbiljet van eig»; naar verwisselt. En de man, die zoo'n som tegen een wedbriefjo inruilt, weet meestal precies, wat hij wil. Bij hem duurt het on derhoud met den kassier niet lang, hij kijkt de voorspellingen niet in... Hij heeft zijn „tip", waaraan hij gelooft.; hij is bewust van zijn slagen! De kleine wedder doet het anders. Hij heeft bijna nooit een der paarden gezien, waarop hij wedt. Hij weet niets van de orga nisatie en van de werking der bureaux, hij weet niets van het verloop der rennen, hij hpeft geen vermoeden van de kwaliteiten der ruiters. Hij verlaat zich uitsluitend op zijn ..instinct", op de sporttijdschriften, al dan niet corrupt en op de tipsters. De Tipster dat is wel de gewichtigste man in (of liever: vóór) het wedbureau! Ilij wedt zelf nooit! Maar hij verdient aan de weddenschappen van anderen. Hij heeft een neef, wiens zwager ccn broer heeft, die heel goed bevriend is met den stalmeester van de stal X. Zoo .beweert hij heeft hij zijn inlichtingen, die hij overigens heel handig in klinkende munt weet om te zetten. Dat wil zeggen: eerlijk en fatsoenlijk zijn deze tipsters (die door den „bedrijfsleider" van ieder wedbureau onbarmhartig op straat worden gesmeten, zoodra zij zijn grondgebied betreden) wel degelijk! Zij verkoopen hun „tips" niet tegen een bedrag vooruit, maar steeds tegen ccn aandeel in de winst. En daar zij dank zij jarenlange ervaring goed weten wat erop alle renbanen in Europa omgaat, winnen hu klanten in ver houding betrekkelijk dikwijls. Wat weer ten gevolge heeft, dat de tipsters op goede da gen 5 tot 0 Mark verdienen, zoodat zij van hun vak een beroep gaan maken. Zoo zijn ook deze menschcn in hun geruite broeken en knalgele of roodc pullovers typische ver- schijningen uit deze wildvenvardc tijden ge worden Dat zij in vijandschap leven met de bood- makers (waarvan er alleen iii Berlijn wel 50 zijn, met 300 filialen) is zeer begrijpelijk. Want zelfs het grootste wedbureau betaalt slechts ongaarne een winst uit! Bovendien komen de tipsters met hun tips meestal zoo laat op dc proppen, dat de bookmaker hun winsten niet meer door eigen weddenschap pen kan dekken! De Fransche renpaarden worden in de Duitsche wedbureaux steeds op den voor grond geschoven. Dat heeft hoewel het ons in den beginne natuurlijk vreemd voor komt een heel goede reden. Op de Fran sche banen worden n.l. veel meer „open", d. w. z. tot wedden geschikte rennen geloo- pen en de aandeelen in de Fransche rennen veel hooger zijn! Ik heb zelf meegemaakt, dat een bekende Duitsche favoriet 14:10 bracht en dat daarmede een wild fluitcon cert der wedders in de boodmakerswinkel werd veroorzaakt, terwijl een luid applaus weerklonk, toen bekend werd gemaakt, dat bij een Fransche wedren een Fransche favo riet 295:10 gaf! Men kan zich voorstellen, dat de kleine, slechtbctaalde en steeds door ont slag bedreigde Duitsche kantoorman hon derdmaal liever naar Frankrijk wedt, als hij daarbij kans heeft van een of ander pracht- paard- 29,50 Mark voor 1 Mark te verdienen, inplaats van dat hij 1,40 Mark voor een Duitsch paard krijgt. Hij zoekt niet de sen satic van het wedden, maar wil „baar geld" zien, hij wil verdienen!... Hetzelfde wil de werklooze, die in het le ger dor kleine wedders regelmatig vertegen woordigd is, hoewel de „welvaart" hem dit steeds tracht te ontzeggen. Onafgobrokcn zit ten controleurs der arbeidsbeurzen achter hen heen cn passen op, of er geen bekende gezichten in de wedbureaux verschijnen. Wio gegrepen wordt, loopt kaus, dat zijn onder steuning wordt ingetrokken. Waaróm men dat eigelijk doet, is onbe grijpelijk. Tegengaan kan men het wedden der werkloozcn nu eenmaal tóch niet, want zij gaan eenvoudig niet meer zélf naar den bookmaker, maar zenden stroomannen. En waarom w il men hen dc kans, op deze wijze een paar Groschcn te verdienen, ontnemen? De mcnschen van dc arbeidsbeurzen ech ter beweren, dat deze lieden door het wed den veelal nog dieper in de put raken, daar zij meer verliezen, dan winnen! Doch dat is zoo verbazingwekkend als het ook mag lijken niet het geval. Dat heb ik zelf mee gemaakt! Daar deze lieden geen speculanten, geen wedders uit hartstocht, doch wedders uit nood zijn, handelen zij buitengewoon voor zichtig en ten laatste blijkt het haast altijd, dat zij nog winst behaald hebben! Ik ken bv. een courantenbezorger, die een pracht van een motor met zijspan wist te winnen, ccn spoorwegarbeider, die een fraai week endhuisje kreeg, een werklooze, die een cou rantenkiosk won! Bij vele weddenschappen bedraagt de winst slechts 30 of 40 Pfennig, soms echter ook wel vijf of zes Mark! En daar geen van deze kleinere wedders zich ooit zal laten verleiden hun heele winst te gebruiken om een hoogcre weddenschap af te sluiten, blijft er tenslotte in totaal steeds wat over! Niet veel maar genoeg, om mis schien eindelijk weer eens in de veilige ha ven der ordentelijke burgerij te kunnen lan den Want dat is do éónigste vvensch van velen. Dat zulke geluksvogels juist in deze tijden veel navolging vinden en een sterke propa ganda voor het wedden op rennen maken, ligt voor de hand. Ook zij hebben er toe bij gedragen, dat de klantenkring der bookma kers in de laatste 12 maanden met ruim 130 is toegenomen Dat wil echter niet zeggen, dat hun geldolijken omzet gestegen is. Integendeel: de totaalsom der in de wed denschappen gestoken bedragen is geringer dan die van vroeger. Want de wedver- eeniginkjes van meerdere personen zijn steeds in aantal toegenomen, de inzet van alleenstaande particulieren is steeds vermin derd en kleiner geworden. Of de bookma kers, met hun kostbaar bedrijf, met hun eigen telefoonleidingen, eigen radiozenders, eigen telegrafen cn correspondenten zullen kunnen standhouden, zal moeten worden af gewacht VRAAGT PRIJSOPGAVE Langestraat 64 Telefoon 528 ULIANAPLE1N TELEFOON 65. NAAST APOTHEEli DE HAAN N VOORRAAD HET INDISCHE NlEUWfc GENEESMIDDEL TEGEN SPATADEREN EN AAMBEIEN Telefoon 281 Groote en kleine zalen disponibel voor feesten, partijen enz. Speciale verkoop ZIE ONZE ETALAGE Kledingmagazijn „DE ADELAAR" LANGESTRAAT 40. TEL. 224 BANKETBAKKER KOK P. Groenliuizen-Sehatorjé Utr.weg 53 Telefoon 336 Uitsluitend grondstoffen le kwaliteit wor den in onze artikelen verwerkt. Kent U onze eigen fabrikaat bonbons? Thans in prijs verlaagd. Vanille Roomijs in bekertjes en per liter, voordeeligcr dan per gewicht. Gedurende de zomermaanden Zondags geopend van 113 uur. Steeds versch gebak. <3 LANGESTRAAT 19 ONTVANGEN DE NIEUWE COLLECTIE Bloemenmagazijn „MILLE FLEURS" Dagelijks versche bloemen. Groote keuze in diverse soorten potplanten. Bloemwerk: als manden, bouquetten, kransen, tafelversiering enz. enz. Voordeeligst adres bier ter stede. Zie étalages. Aanleg van Tuinen. Billijk tarief onderhoud. Aanbev: J. C. BLEIJERVELD. Langestraat 80. DAMESKAPSALON Tel. 435 Utrcchtschewog 77 Vakkundige en aangename bediening ROOMIJS MET CHOCOLADE LANGESTRAAT 87 TELEFOON 50 TELEFOON 910 LANSESTRAAT 56

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 12