AAN DEN TAND VOELEN
Raadselhoekje
Oplossingen der raadsels
uit 't vorige nummer.
Voor grooteren.
ft
Voor kleineren.
Om op te lossen.
Voor grooteren.
lt
Voor kleineren.
RuforiekvaeOomPim
x
x
De familie Heuvelman is pas verhuisd
en de grootc jongens, Bob en Leo, zullen
dien dag voor 't eerst naar de nieuwe school
gaan.
„Als wc maar geen klas achteruit gezet
worden," zegt Bob en hij kijkt bedenkelijk
„Daar hen ik heelemaal niet bang voor,'
luidt Vaders oordeel. „Meneer Rikkers, het
hoofd der nieuwe school, zal jullie natuur
lijk wel aan den tand voelen. Maar je hebt
alle twee goed met je klas kunnen meeko
men, dus zal hij met den uitslag wel tevre
den zijn, denk ik."
Als Vader naar kantoor en Bob en Leo
naar school zijn, blijft Jantje alleen met
Moeder achter. Eerst helpt hij wat op zijn
manier en gaat dan in den tuin spelen.
Even na twaalven komen de groote jon
gens opgewekt thuis. Vaders voorspelling
is uitgekomen: Bob zit in de vierde en Leo
in de derde klas, juist zooals ze gehoopt
hadden.
Den volgenden dag klaagt Jantje over
kiespijn. Moeder zegt, dat zij maar eens
even met hem naar den tandarts zal gaan.
„O, nee! alsjeblieft niet, Moeder!" roept
Jantje verschrikt uit.
„Kom Jantje! de tandarts doet je maar
heel eventjes pijn. Daar kan zoo'n groote,
flinke jongen, als jij bent, toch wel tegen!
En als je niet naar hem toe gaat, zul je
waarschijnlijk veel meer pijn krijgen!"
„Och nee, Moeder dat is het niet!" zegt
Jantje nu. „Maar een tandarts voelt altijd
aan je tanden, zeggen Bob en Leo en Vader
heeft gisteren gezegd, dat je, als je aan
den tand gevoeld wordr, naar school
moet. Ik ik vind het zoo vreeselijk pret
tig in het nieuwe huis en in den grooten
tuin en ik wil nog niet graag naar school.
Lachend belooft Moeder hem, dat hij niet
voor over meer dan honderd dagen naar
school hoeft on gewillig gaat Jantje nu mee
naar den tandarts.
CARLA HOOG.
(Nadruk verboden).
1. Appingedam. Adam, page, Ida, pad.
aap, Edam, pan.
2. Leert Jan orgelspelen van zijn Oom?
(Norg).
Wij kregen het heel warm onder onze
dikke dekens.
(Wijk, Warmond, Ede).
Wees toch niet zoo bang! Er loopen hier
altijd menschen. (Angerlo).
WIJ hebben met Oom Ru in enkele uren
den omtrek doorgefietst.
(Wijhe, Ruinen, Leur)
V
1 t
vlier
Tllndir
adder
b k
A
Vlinder.
•1. Een molen*
Kees, Koos, kaas, kies, kous.
2. Een appel.
3. K op r (er) koper.
Ka na Rie kanarie.
4. Mos, som.
1. Vul die 16 vakjes in met
6E 10 2D2L2N 1 S 2 Z
maar doe het zoo, dat je van links naar
rechts en van boven naar beneden te
lezen krijgt:
lo een viervoetig dier.
2o iets, dat door gras gevormd wordt
3o een ander woord voor paradijs,
lo een hol of bol g'r.s.
Mijn geheel wordt met 8 letters ge
schreven en noemt een ziekte.
Een 4, 2, 6, 1, 7 is een fraai dorp in de
prov. Utrecht.
1, 3, 6, 4 is een kleur.
Met een 5, 3, 1, 8 wordt gegeten.
Een 8, 2, 6, 1 bestaat uit meerdere stem
men.
L Wie kan van een lengtemaat, een water
en een hemellichaam een vogel ma
ken?
Op de zigzag-kruiejeslijn komt, van bo
ven naar beneden gelezen, een plaats
in Friesland.
X
2o
X
oO
4o
oo
X
Go
X
7o
So
9o
lOo
X lo rij een rivier, welke ge-
X deoltelijk door ons
X land stroomt,
een kleedingstuk.
een jongensnaam.
X 4o een huisdier.
X - 5o een jong, viervoetig
X dier.
het tegenovergestelde
van kort.
een roofdier,
een insect.
een stroomend wa
tertje.
limmermansgereed
schap.
1. Ik keerde laatst een insect om en kreeg
een knaagdier. Hoe kan dat?
2. Verborgen bloemen.
Moet Jan Hake leien uitdeelen vandaag?
Laat Moeder maar begaan. Je raadt
nooit, wat zij van plan is.
De kast was te ruw afgewerkt, vond ik.
Hoeveel el? Iets meer dan drie.
3. Welke jongen wordt een roofvogel en
blijft toch een jongen, als hij zijn
hoofd verliest?
I. Ik noem c-en kleinen graver,
Drie letters ben ik maar.
Als je mij in den tuin hebt.
Ben je zoo gauw niet klaar!
'k Gooi alles onderstboven.
Een tuinman ben ik niet!
Ik werk met vlijt, hoewel je
Mij slechts heel zelden ziel.
Je kunt nu toch wel zeggen,
Hoe of ik cig'lijk heet.
'k Geloof, dat ied're lezer
Mijn naam nu stellig weet!
(Nadruk verboden).
Beste Nichten en Neven,
Deze week heb ik goed kunnen merken,
dat de scholen weer begonnen zijn. Ver
schillende briefjes hebben me gemeld, dat
er alweer zooveel huiswerk was, anderen,
dat het toch maar gelukkig is, dat die lan
ge vacantie is afgcloopen. En dan heb ik
ook neven en nichten gehad, die me ver
telden, dat zij hard gingen werken voor
hun kerstrapport! Dat is nog eens een
prachtig voornemen, dat, naar ik hoop,
door jullie allen gevolgd zal worden. Wat
zal ik na Kerstmis weer een mooie rapport
cijfers te lezen krijgen! Toch hoop ik, dat
er naast den langen tijd, welke jullie voor
je huiswerk wilt besteden, ook nog ccn
half uurtje overblijft voor een briefje aan
oom Pim. Dan wil ik jullie nog een plan
mededeelen, n.l. het volgende: In een der
komende weken zal ik ecu opstellenwed
strijd uitschrijven, waarbij jullie allen over
hetzelfde onderwerp zult moeten schrijven.
Hierdoor heb ik een betere kijk op de ma
nier van schrijven, waardoor ik de prijzen
eerlijker kan verdeden. Hel onderwerp zal
natuurlijk dan niet zoo erg eenvoudig zijn,
maar dat maakt het juist tot een grooter
verdienste als je dan met een prijsje uit
de bus komt. Het ligt weer in mijn bedoe
ling om de bekroonde opstellen in de kin
dercourant te plaatsen, zoodat jullie allen
kunt zien, dat zij werkelijk een prijs waard
zijn. Ik hoop, dat jullie allen de moeite
wilt nemen aan dezen wedstrijd mee tc
doen; jullie zult er drie weken tijd voor
krijgen, zoodat er gelegenheid genoeg is
om het opstel te schrijven.
DE CORRESPONDENTIE.
Clyvia. Ja, zeg dit wèl, je bent ccn
heel poosje weg geweest. Ik dacht werke
lijk, dat je de raadselrubriek had vaar
wel gezegd, doch gelukkig is dat nog niot
het geval. Gelukkig maar, dat het je op de
nieuwe school best bevalt.
Huishoudstertje. Jammer, dat
je alleen het tweede raadsel hebt kunnen
oplossen. Weet je dat er al eenige weken
een bl ief met bonnen voor je ligt? Die heb
je hebt blijkbaar vergeten of verzuimd den
ruilhandel na te zien?
Tobias. Dat wil ik graag geloovcn,
dat je meer huiswork hebt; dat zal wel
ieder jaar erger worden als je steeds wordt
verhoogd. Het water is nog niet zoo heel
erg koud, ik heb wel bij lager temperatuur
gezwommen. Vuil water is anders wèl heel
iets anders dan koud water!
Zilverblad. Je hebt dus met je
vacantie wel eenige tegenslag gehad, dat
is altijd jammer en vooral wanneer het
zulk noodweer is als we verleden jaar ge
had hebben. Enfin* misschien heb je dan
volgend jaar een extra-prettige vacantie.
Jammer, dat je de raadsels niet hebt in
gezonden. Waren ze te moeilijk, of had je
zoo weinig tijd?
Pap UI on. Ik ben een dolle liefheb
ber van zwemmen; helaas kan ik niet
meer zoo vaak gaan als ik wel zou willen,
maar daar i6 nu eenmaal niets aan tc doen.
Ja, je begint wel een beetje erg vroeg over
schaatsenrijden te praten. Er zijn er nog
genoeg, die gaan zwemmen, zoodat we voor-
loopig aan ijspret nog maar niet moeten
denken.
Rival. Bedankt voor je gift. Ja, op
die school behoef je heusch niet stil te zit
ten; trouwens, daarmee kom je er nergens!
Aan die bonnen kan ik je wel helpen; zie
maar eens in den ruilhandel.
Tjiftjaf. Nou, ik ben ook blij, dat
je zoo verrast bent door dien prijs en nog
prettiger vind ik het, dat het boek zoo naar
je zin is. Je bent niet de eenige, die ver
kouden is. Ik ben er zelf ook niet van ver
schoond gebleven. Dat schijnt zoo bij de in
trede van het najaar te behooren.
Z o n lie r o o s j e. De Van Houtcn's
bonnen beginnen erg schaarsch te worden;
ik heb er nog maar een paar. Hoe gaat het
in de nieuwe klas?
S t o r m v g e 11 j e. Ik ben helaas nog
nooit in Vlissingen geweest, nnar ik heb
wel gehoord, dat daar een heerlijk strand
moot zijn. Vond je het Middelburgsche
stadhuis niet prachtig? Dan zul je wel aar
dig kunnen spelen als je al drie jaar les
hebt.
Orchidee. Het vliegen in Soester-
berg vind ik steeds weer opnieuw een
prachtig gezicht. Het was alleen jammer,
dat je nu juist in die week een beetje kies
pijn moest hebben, want dat i6 nu niet be
paald ccn pretje.
Roodborstje. Bedankt voor je
gift. Ik moet je tot mijn spijt teleurstellen,
want ik heb geen enkelen Lux-bon voor
je en de Kiokjes-bonncn zijn óók op. Van
de andere bonnen heb ik er wel -een paar
voor je.
Cupido. Bedankt voor jc gifi. Ik
vind voetbal onder dergelijke omstandig
heden een dwaasheid, vooral wanneer het
geen competitiewedstrijd is. Ik hoop voor
jullie ook maar, dat je bij die huldiging
mooi weer hebt.
Cactus. Nou zeg, dan begin je vroeg
met hot schrijven. Ik hoop, dat. je veel
plezier zult hebben op de dansles maar dat
zal wel als er verschillende bekenden van
je op zijn. Nog wel bedankt voor je gift.
Waren de raadsels deze week to moeilijk
voor je, of bad je geen tijd om ze op te
lossen?
Kemphaantje. Ik had vroeger op
de H.B.S. ook nooit te klagen over te wei
nig huiswerk; integendeel, we werden ie-
deren avond opnieuw volgestopt. Toeval
lig kan ik je deze week weer aan 2 Sun-
lightbonncn helpen.
Lobelia. Ik denk, dat er wel meer
zullen zijn, die liever In het zwembad zit
ten dan thuis op hun kamer, waar zij al
leen den droefgcestigen regen kunnen zien,
maar daar is nu eenmaal niets aan te
doen. Ik vind het flink, dat je eerst een
mooi kerstrapport wilt halen; ik wensch je
veel succes!
Valk. Bedankt voor je gift. Vond je
het eerste raadsel nu werkelijk zoo moei
lijk? Ik heb alleen een paar Sunlightbon-
nen voor je, die ik zoo juist gekregen heb;
daar bof je dus bij. Ta, ik heb van die
sprong gelezen: ik doe het hem niet na,
hoor!
B r u i n o o g. Bedankt voor je gift.
Dat kwam dus mooi uit zeg, dat je nu
juist den prijs won. Ik hoop, dat je een
prettigen verjaardag zult hebben. maar
daar twijfel ik niet aan. Zie verder maar
eens in den ruilhandel.
De oplossingen.
I
T
m U g
s a B e 1
Te r B o r g
TUBBERGEN
H e c R 1 en
n e G e n
i E p
x N
II.
Beter ton halve gekeerd dan ten heele ge
dwaald rnet de woorden: bank, thee, geld,
aal, Gerda, Heerde, venten, deel cn wet.
De prijs is deze week ten deel gevallen
aan Lobelia, die hem Maandag aan ons
bureau kan komen afhalen.
Nieuwe raadsels.
1
(Van Arend).
X
X
X X X X X X X
X
X
Op de kruisjeslijn komt de naam van een'
water in Zuid-Holland.
Op de le rij: een medeklinker.
Op de 2e rij: een rivier in ons land.
Op de 3e rij: een zijrivier van de Seine.
Op de 4e rij: het gevraagde woord.
Op de 5e rij: een plaats in Friesland.
Op de 6e rij: een plaats in Gelderland.
Op de 7e rij: een klinker.
H. i
(Van Slamat).
Mijn geheel is iets wat pas achter de
rug is en met 13 letters wordt geschre
ven.
1, 9, 7, 10 is een water in Noord-Holland.
8, 13, 10, 11 is een geldstuk.
5, 2, 3, 4 is een stad in Italië.
6, 12, 4, 5 is een even getal.
ONZE RUILHANDEL.
De heer J. B. alhier heeft me verrast niet
een aantal Hille's- en Haustbonnen. Hij
vroeg hiervoor in ruil een aantal cactus
bonnen, doch ik kan hom slechts een deel
daarvan geven, welke hij na Maandagmid
dag 3 uur kan laten afhalen.
Micky Mouse kan in ruil voor haai
gift een paar Cactusbonnen, Hille's-bonnen
en Karnemelkzecpplaajes komen halen.
M e j. B. W.-B., die me een paar boe-
kenbons, Hagzegete en Hagenbeckplaatjcs
stuurde, wordt vriendelijk bedankt voor
haar gift.
De heer Ch. G„ die me een paar Sunlight
bonnen en Sickeszwapcntje6 zond, wordt
eveneens vriendelijk bedankt voor zijn gift,
Huishoudstertje kan een Van Hou
teu's bon, een filmfoto cn een paar sigaret
tenbons balen.
Tobias kan een paar Cactusbonnen en
Amstelpenningen krijgen.
Rival kan een paar Cactusbonncn en
Hagzegels komen halen.
Zonneroosje kan een paar Van Hil
le's bonnen en een Van Houten's bon komen
halen.
Orchidee kan een paar voetbalplaat
jes halen.
Kabouter kan in ruil voor zijn gift
een paar D.-E.-bonnen en Cactusbonnen ko
men halen.
Roodborstje kan een paar Amstel
penningen, Batco- en Mies Blanchc-bonnen
krijgen.
Cupido kan een paar Cactusbonnen ha
len.
Cactus kan een paar Bussinkplaatjes,
Droste-bonncn en K. en G.'s-plaatjes komen
halen.
Kemphaantje kan 2 Sunlightbonnen,
een boekenbon en een paar Cactusbonnen
krijgen.
Valk kan 2 Sunlightbonnen, duifmerken,
Hagenbeckplaatjes, Sickcszpunten, pcli-
kaantjes, Amstelpenningen cn Cactusbon
nen komen halen.
B r u i n o o g kan een paar Buösinkplaat
jes, Hille's-bonnen cn 2 Sunlightbonnen (de
laatste) krijgen.
Alle bonnen en plaatjes kunnen na
Maandagmiddag 3 uur worden afgehaald.
OOM PIM.
DE KROKODIL.
Door A. RIEWERD.
Sedert korten tijd was op de H. B. S. te
Soerabaia een nieuwe leerling ingeschreven.
Koos Stabbe geheeten. Koos hield veel van
bluffen. „Een echte geurlat" noemden zijn
makkers hem, en daar was heel veel van
aan!
Angst? Bahl Hij, Koos, wist niet, wat dat
beteckendo, hoor! Hij was zijn heele leven
nog nooit ergens bang voor geweest! Geen
tijger kon hem weerhouden, 's nachts door
een bosch te loopen! „Dat heb ik bij oom
op het land ook gedaan!" snoefde hij. „Heel
alleen met oom!"
„En had die dan geen geweer bij zich?
vroegen de jongens.
„Ja, die wel natuurlijk, maar ik niet!"
De jongens lachten.
„En waar ging je dan heen, Koos, op die
nachtelijke wandeling door het bosch?"
„Naar een goeboek!"
„Een goeboek? Wat is dat?"
„Een bamboehuisje in een boom, vanwaar
uit oom een tijger wou schieten, die zich
daar in de buurt ophield!"
„O, nou, zie je wel, dan hebben jullie
natuurlijk maar heel even geloopen en zijo
toen op je raven dooie gemakken in die
goeboek veilig en wel gaan zitten wach
ten!" zeiden de jongens minachtend. ..Noem
je dat nu loopen door een bosch?" En zij
lachten Koos ferm uit.
„Nu", zei deze, „lachen jullie maar ge.
rust, het is toch echt waar, hoor!"
„Ben je ook.niot bang voor krokodillen?''
roeg spottend Kees Gender.
„Och, wel neen!" was het antwoord. „Di?
maak je immers dadelijk onschadelijk! Je
schiet ze even een kogel in het oog en dood
zijn ze!"
,Ja, cn dood zijn ze!" herhaalde Kees mol
een ernstig gezicht. „Nu, dat zal je te pas
komen, Ivoosje, dat je niet bang bent voor
krokodillen, want je woont immers in
nieuwe buurt, waar nog zooveel plassen
staan? Daar krioelt het van krokodillen!
Vandaag of morgen vind je er een onder je
bed!"
„Och kom!" zei Koos ongeloovig, maar hij
keek toch een beetje ongerust.
„Nu, je zult het zien!" vervolgde Kees.
„Zijn er heusch nog krokodillen in die
plassen?" vroeg Koos.
„Haha, hij wordt al benauwd 1" lachte
Kees cn de andere jongens volgden zijn
voorbeeld.
„Heelemaal niet!" blufte Koos, „ik zou
het wit leuk vinden, als er werkelijk nog
krokodillen zaten! Dan zou ik gauw een
krokodillenhuid in mijn kamer hebben, dat
verzeker ik je!"
„Hoor hem eens!" plaagden de jongens.
Maar Kees knipoogde. Hij had een plan
netje bedacht.
Eenige dagen later sjouwden twee jongens
met een krokodillenhuid door de stad. Hu
waren Kees en zijn vriend Max.
„Weet je zeker, dat hij niet thuis is?1
vroeg Max bezorgd.
„Ja, hij is naar de gymnastiekles!" ver
zekerde Kees.
„Het zal fijn gaan, Max!" De twee jon
gens bereikten eindelijk het huis van Koos'
ouders.
„Koos is niet thuis, jongens!" zei zij»
moeder.
„Dat weet ik, mevrouw!" antwoordt!»
Kees. „Mogen wij op hem wachten? We heb
ben deze krokodillenhuid voor hem meege
bracht, om hem die eens te laten zien. Matr
wilt u er hem niets van zeggen, als hij thuii
komt? Ook niet, dat wij er zijn? Het mot.!
een verrassing blijven!"
Koos' moeder beloofde het, cn de twee
jongens trokken met hun krokodillenhuil
naar Koos' kamer. Daar schovon zij da
krokodil onder het bed, zóó. dat alleen d»
kop er onderuit kwam. En die zag er \er-
vaarlijk uit. Daarop verscholen de jongeö
zich achter de deur en wachtten ongïduldii
Koos' thuiskomst af. Gelukkig duurde he
niet lang, of hij verscheen. Vroolijk fluiteoi
stapte hij zijn kamer binnen. Door een res
van do deur bespiedden Kees en Max al zijs
bewegingen.
In het eerst zag Koos nog niets van da
krokodil. Hij nam een boek van de tafel e:
begon er in te bladeren. Maar dat lag heel»
maal niet in Kees' bedoeling! Hij maakteda
eenig gedruisch.
Koos keek op en daar viel zijn oog
den kop van den krokodil. Zijn ooga
sperde hij wijd open van schrik, daarop
hij een luiden gil, wierp het boek op di:
grond en liep zoo hard als hij kon. t!
schreeuwend, zijn kamer uit, terwijl Max
Kees de grootste pret hadden.
„Daar gaat de held!" zei Kees. En bi
stapte op den krokodil af en haalde herik'
voorschijn. Koos, die met zijn geschreeuw
het heele huia op stelten had gezet, was is
tusschen door zijn mooder ingelicht. Bw
kwam hij weer in zijn kamer terug en voe
nu heftig uit tegen zijn makkers, die hu
zoo'n leelijken kool hadden gestoofd.
„Je liep zeker zoo hard weg, om een?
weer te halen, hè Koos?" plaagde Kees
„Het scbot in zijn oog, daar dacht je zoh
aan!" zei Max.
„Loop rond!" bromde Koos nijdig.
„Nu Koosje", zei Kees, „we zullen nie")
van dez2 grap aan do andere jongens
tellen, op voorwaarde, dat je die geunus-
kerij afschaft!"
Koos bromde wat. Kees cn Max beschouw
den dit als een toestemmend antwoord, Cr
men zóó hartelijk afscheid van Koos, a!f'
zij den geheelen avond allerprettigst hadfc
zitten praten en verdwenen met hun krol>'
dil.
Het viel den anderen jongens op sclwl
wel op, dat Koos voortaan niet meer
blufte. En kreeg hij er nog eens een aa*
vechting toe, dan zei Kees: „Kro". Hielp
nog niet, dan voegde Max er bij: „Ko".
dat was gewoonlijk voldoende. Koos wacbif
den laatsten lettergreep van het xvoorf
krokodil dan niet meer af, maar W-
wijselijk zijn mond.
En zoo leerde hij langzamerhand bf-
leelijke bluffen af.
(„Ons Eigen Tijdschrift", ui'i
cyan de fa. C. J. van Houtc?
con
Pre
mat
nat
V>
het
tint
tige
den
Het
too
wer
„Bo
plet
geb
eige
den
't
Zoo
aton
It
giyo
mos
hee
dan
schi
en
Ik
je h
leer
Sm
vol
snij
echl
hetz
len
der
van
nac
root
kore
en
D
den
„Jax
echt
disc
den
min
scep
mat
Pre£
bep.
hek
„I
wek
boo
hier
ting
verr
rad
,1
ken
opg
kin
wa
nin
wil
D
me
E
de
Sia
HU
6Ch
tan
ren
gen
tuu
uik,
tje
heef
nog
tje,
uite
ero
tr<
land
is p
tje
ist
V
non
omd
Vro
het f
die
je d
je i
rust
boe
E
Wè
de
\v»J
zooc
den
toch
very
het
ang
van
aut<
E
Tw<
bra
ook
roer
en
wee
V