„DE WITTE"
HET LICHT AAN DE HORIZON
THEE COMPLET
Gebruikt nu
Uw GESOIGNEERDE
a 60 CENT
VAN 21/2-51/2
10 JAAR
GARANTIE
J. W. v. Achterbergh
DE SFINX
HIJ, ZIJ EN DE VER
KOUDHEID
INDISCHE FLITSEN
OP HET HEERLIJKE TERRAS VAN
FAUTEUILS
w
Firma
WESTSINGEL 10-13
door
H. G. CANNEGIETER.
„In raadslc-n wandelt de mensch op aard",
keeft de Leekedichter gezongen. De weten
schap moge vele geheimen oplossen, voor-
loopig blijft haar arbeid ten opzichte van
het mysterie nog van bescheiden aard. Er
is zooveel, dat wij niet weten, dat wij ook
riooit zullen weten.
Onverklaarbaar het leven, onverklaar
baar de dood. Onverklaarbaar onze diep
ste verlangens, onze neigingen jegens dc
medemenschen, onze liefde en onze afkeer.
Waarom is er zooveel onwil en onredelijk
beid in de wereld; waarom is de maat
schappij zulk een doolhof vol noodlottige
verwikkelingon, waarom zijn clc menschen
zoo dwaas cn zoo boos? Heeft al het
groeien, bloeien cn sterven een doel? Waar
ligt de oorsprong, waar het einde van het
bestaan? Is er achter het begin altijd niet
nog weer een begin denkbaar en achter het
slot altijd nog weer een slot?
Zoo zit ons leven vol vragen. I-Ieel ons
bestaan is een vraag. Een vraag zonder
antwoord.
Niet ten onrechte hebben de ouden het
loven uitgebeeld als de Sfinx, het geheim
zinnig gedrocht, dat den voorbijgangers
cn raadsel opgeeft, flat niemand kan ra
don, en ze daarna verslindt. Wij peinzen
ook levenslang over het onoplosbare raad-
sol cn aan het eind verslindt ons de dood.
Merkwaardig is de uitb.»oldine van het le
vensgeheim als een monster. Van ouds af
heeft dc mensch voor het Onbekende ge
sidderd; het heeft hem schrik ingeboezemd
ui hem gebracht tot allerlei zonderlinge
praktijken. Denken v/ij maar aan de spook
histories uil vroeger tijd. De bestrijders van
het hijg doof hebben 'le verschijnselen,
uclkc het eenvoudige vol!, aan heksen en
booze geesten toeschreef, vcpKlé.ard. en weg
was dc angst.
Laten wij goed opletten, wat er gebeurd is.
Niet de verschijnselen zelf waren weg; zij
waren eender gebleven. Nog hingen er
vreemd gevormde nevelen boven dc sloo-
ten, nog huilde de uil in den schoorsteen,
hog wapperde dc witte wasch van dc doods
la vers vrouw des nachts op het kurkhof
over de lijn. Maar men vreesde deze ver
schijnselen niet meer, sinds men ze had
loeren doorzien. Niet in de verschijnselen,
maar in het onverklaarbare was het angst
wekkende gelegen.
Het is het wantrouwen, dat in het onver-
Klaarde oen vijandige macht ziet. Die nevel
'•a die uil en die wasch waren volmaakt on
schadelijk:- wezens. Waarom moet het onbe
kende nu juist schadelijk zijn?
In negen van de tien gevallen blijkt het
na kennismaking iets goeds cn weldadigs.
Dc vreemdeling, dien wij geschuwd hebben,
wordt naderhand onze vriend. De spreek
woordelijke boer bijt later met smaak in de
sapijs, die hij niet lustte, zoolang hij haar
niet koude.
Laten wij derhalve liet onbekende, ook
vóórdat het ons onthuld is geworden, lccrcn
vertrouwen. Laten wij vrede sluiten met
bet raadsel. Er 1*6 geen reden 0111 w antrou-
wend te zijn.
Wie angst koestert vuor 't Onbekende,
beeft een ellendig bestaan. Want het on
bekende beslaat zooveel meer plaats in ons
leven dan het bekende. Wij kunnen ontdek
ken, dal spoken nevelen zijn en dat de blik
sem niet dc hamer van Donar is. Wij kun
nen den vreemdeling naar zijn naam vra
gen pn onze spijzen loten onderzoeken. Wij
kannen den bouw van dc maatschappij
loeren uiteenzetten en wij kunnen onze
hartsgeheimen leeeien ontleden. Maar hoe
ineer wij in kmnis vorderen, t.c sterker
worden wij ons onze onkunde bewust.. Het
'err.oin van het Onbekende lijkt op den ho-
lizon, die achteruit wijkt naarmate wij
voortschrijden.
Ongelukkig dus hij. die moet weten aleer
bij gerust kan zijn. Gelukkig de mensch, die
'ie., in zijn onwetendheid veilig voelt. Do
mensch die zich met het raadsel vertrouwd
maakt; die zich gewent aan 't geheim; voor
wicn hel Onbekpndo dc b/kende, dagelijk-
*che metgezel, ue vriend cn dc reismakker
^01 dl.
Voor hem is de Sfinx niet langer een
mobster, maar een aanbiddelijk wezen,
welks geheim luj niet meer tracht op te los-
stn. Voelen wij ons niet gelukkig, wanneer
wij staren in de grondelooze diepte van liet
meer, aan welks oever wij liggen te dioo-
"H'ii? Is liel raadsel niet juist dc bekoring
van oogen, waarin onz? liefhebbende blik
nist? Zóó vlijen wij ons tegen de flanken
y«n het goedaardige diei, dat met zijn ma
jestueus stilzwijgen het Onbekende be
schermt.
De zoo vurig verwachte en al menigmaal
aangekondigde lichtstreep aan den horizon
heeft reeds zoo lang op zich laten wachten,
dat ook de flauwste, dikwijls op verschillen
de wijzen uit te leggen aanduidingen, welke
misschien een verandering ten goede kun
nen beteekencn, gretig worden opgemerkt.
Een bewijs van deze gemoedsgesteldheid is
ook dc toenemende belangstelling voor het
eigenlijke wezen van deze onverklaarbaar
langdurige en ongewoon ernstige crisis,
want als maar eenmaal haar geheim is
doorgrond, dan heeft, zij voor het besef van
de menschen veel van haar angstwekkend
karakter verloren. Daarom wordt in Ameri
ka met groote energie de theorie verdedigd,
dat een van de periodiek optredende crisis
sen, welke men ten allen tijde gekend heeft,
zich nu eens met verdubbelde hevigheid
heeft doen gevoelen, omdat dc economische
crisis samenviel met een chronische poli
tieke crisis, met welke theorie men den
langen duur dezer crisps volkomen ver
klaard acht.
Wanneer men de gebeurtenissen in de
Vereenigdc Staten volgt, dan schijnt het in
derdaad, alsof daar niet maar een eerste
begin van verbetering te bespeuren is, doch
dc goede tijd al definitief is ingeluid en dat
op stormachtige wijze. Alleen op de New-
Yorksche beurs zijn in den loop van Juli de
koersen mot gemiddeld 31% gestegen, waar
door het kapitaal volume met 1,9 milliard
dollar is toegenomen. Men zou zeggen, dat
dat nog niet zoo'n slecht begin is. Sindsdien
zijn de koersen nog verder gestegen, al is
het. waar. dat nog geen derde gedeelte is
opgehaald van do koersdaling sinds 1929,
waarbij een inkrimping van 90 milliard dol
lar plaat® vond. Toch kan men op dc beurs
spreken \an een krachtigcn ommekeer en
dan zou men uit don aard der zaak ver
wachten. dat in elk opzicht dc economische
toestand van Arnciikn verbeterd was. Do
beste barometer is wat dat betreft liet elce-
trieifoitsverbruik. Dit staal, echter nog op
hezolfdc lage peil, hoewel een langdurige
ervaring heeft geleerd, dat deze barometer
ook de geringste schommelingen registreert.
In dc Amerikadnsche staalindustrie is de
omvang der bestellingen zelfs een weinig
gekrompen: gemiddeld producceren deze
fabrieken slechts li% van hun vollo capa
citeit. De auto-industrie produceerde in
Juli j.l. slechts half zooveel als een jaar
vroeger en Ford houdt zijn fabrieken in
Detroit tot half September geheel gesloten.
Het goederenvervoer staat vrijwel stil. In de
katoenindustrie heeft men het merkwaardi
ge verschijnsel van een krachtige hausse bij
dalend verbruik. De prijzen der onbewerkte
grondstoffen 'zijn gestegen, hoewel or in Jul:
1932 slechts 279.000 balen zijn verbruikt te
gen 321.000 in Juni 1932 en 451.000 in Juli
1931. Toch is er overal opleving, liet is op
merkelijk, dat de couranten oen nieuwe ru
briek hebben geopend getiteld: ,-re-op'cncd,
rc-cmployed". waarin alle firma's worden
vermeld, die hun bedrijf weer hebben opge
vat of nieuw e arbeiders hebben aangesteld.
Ondanks al deze moeite heeft men niet kun
nen voorkomen, dat de Amerikaanschc ex
port nog verder is ingekrompen. Dat alles
in aanmerking genomen, ligt liet voor de
hand om le zoeken naar het ware karakter
van de nieuwe „prosperity". En dan moet
opgemerkt worden, dat Iloovcr kort gele
den wel ofliciecl heeft verklaard, dat de
crisis voorhij is. maar dat hij niet heeft kun
nen verklaren, waarom de gevallen van dat
heuglijke f'-it zich nog niet openbaarden.
Het kan natuurlijk zijn, dat er een zekere
tijcl moet vcrloopcn. voordat dit mogelijk is,
doch een meer voor de hand liggende con
clusie is, flat dc 'gchoele hausse om zoo te
zeggen een officieel karakter draagt en ten
doel heeft, op de aanstaande presidentver
kiezingen invloed uit te oefenen.
Terwijl in New-York de hausse enthousi
ast is begroet, heeft liet Engelsche optimis
me zich voorzichtig?!* getoond. Dit houdt
zich meer aan do 1 •«•el»* fritep, en is geba
seerd op de pi iissiijging.v.an (ie ruwe grond
stoffen. zoomede den verbeterden afzet op
de wereldmarkt. De mogelijke verbetering
in Engeland wordt echter tegengehouden,
/S*6 STtV <93° f/J/
Internationale Geldmarkt
DIAGRAM VAN DE WERELDCRISIS.
Goudvoorraden \an circulatiebanken conversiekassen c.d. instellingen.
Gemiddeld disconto der circulatiebanken.
Omzet in den wereldhandel (16 landen 1.
Het gemiddelde over de jaien 1920—1931 is met 100 aangeduid.
Algemeene koersdaling op de New-Yorkschc effectenbeurs.
Algtmcenc credieteris'is in den .zomei van 1931.
Engeland verlaat den gouden standaard.
doordat do staking in Lancashire de ka
toenindustrie aldaar geheel heeft, stilgelegd,
dus juist dc industrie, .waarin de oplev ing
zich het eerst zou kunnen openbaren. In de
andere industrieën hoeft zich nog niets ge
wijzigd, de productie van clectrische er an
dere eifcrgie is sinds Februari j.l zelfs mei
ongeveer 30% verminderd. Evenals in de
Vereenigdc Staten is ook in Engeland
export nog verder achteruitgegaan.
Wat de toestand i" Frankrijk betreft; in de
wol- on andere textielindustrieën inderdaad
li \erhoogdc activiteit te bespeuren, dcch
deze is uitsluitend het gevolg van dc ver
sterkte .protectie tegen de b.uitenlandschc
concurrentie. In hoofdzaak beperkt men
zich in Frankrijk c»-too, in verband met de
optimistische New-Yorkseho beurs-berich-
ten te rekenen op een hernieuwde reislust,
dor Amerikanen, zoo da t de hötclfc aan de
15iviera zich al voorbereiden op de komst
van nieuwe scharen toeristen.
Of deze wenscli van de Fransche weelde"
en vrecmdclingcnindustrie echter zoo spoe-<
dig verwezenlijkt zal worden, blijft de vraag*
En.... ook do Fronsclic export staat er
zeer zwak voor.
Tenslotte een woord over Duitschland.
Weliswaar kan in dit land een opleving in
de katoenindustrie worden waargenomen,
doch zij is slechts een gevolg van de Engel
sche staking on con parallel van de stecu-
koolhaussc van. enkele jaren geleden, even
eons tijdens een groote Engelsche staking.
Dc machine-industrie wordt voorloopig nog
gaande gehouden met Russische opdracht
ten, doch oen opleving kon in de naaste toe-
komst niet verwacht worden. Slechts in de
steenkoolindustrie is een flauwe opleving
vr-aar 'te nemen. Overigens is dit land ei*
zoo ongunstig aan toe, dat men daar zeker
niet het eerst naar hoogerc productiecijfers
moet zoeken.
Zoowel een man als een vrouw kunnen
natuurlijk verkouden worden. Vooral in
ons land! Kr bestaat echter een hemels
breed verschil tusschen de „mannelijke"
en dc „vrouwelijke" verkoudheid. Dat zijn,
0111 zoo te zeggen, twee geheel verschillen
de ziektes.
•Laten we beginnen niet een beschrijving
van de „mannelijke verkoudheid". Deze
hóógst ernstige cn gevaarlijke ziekte,
leclits le vergelijken met vrccsclijke kwa
len als dc cholera, de pest, c.d., begint in
den regel met „waanzinnige, martelende,
onver dragelijke" hoofdpijnen. Daaraan pa
ren zich de volgende „onbeschrijflijk ellen
dige" gewaarwordingen; ijskoude rillin
gen, gepaard aan een „brandend" gloeien
van liet hoofd". Alle functies van het li
chaam schijnen eensklaps óf te staken, of
wel geheel en al door elkander geraakt.
Hel hart dreigt met kloppen op te houden,
daarentegen klopt het hoofd.. Dc keel kan
geen geluid meer vooi lbrengen, daarente
gen piept dc borst. Onbegrijpelijk, dat
slechts dc patiënt zelf dal hoort. Natuur
lijk kun men niet verlangen, dat dc ont
stelde luiisgenootcn zullen meevoelen, hoe
veel pijnen hot gchecle lichaam „door-
scheuten", doch hel blijft een mysterie,
waarom iedere thermometer bij zulke ge
legenheden kapot blijkt le zijn, aangezien
liet ding, wanneer de patiënt „doodziek"
naar bed is gegaan „brandend van koorts'
hardnekking slechts een temperatuur van
37.2 wil aanwijzen. Na al deze ontstellende
verschijnselen wordi natuurlijk dadelijk
de huisdokter geroepen, die een onheb
belijkheid van huisdokters den ernst
van den toestand niet genoegzaam inziet
en spreekt van „een verkoudheidje"!
Slechts een schor, hoonond lachen kan de
gemartelde daarbij doen liooren! Hij
schijnt gedoemd, alléén te beseffen, welk
vrccsclijk lijden hem overvallen heeft!
Doch dit alles is slechts liet begin!
Er volgen nog heviger martelingen. De
patiënt slikt vertwijfeld allerlei medicij
nen, de ol'ficicele van den dokter en dan
verder alles, wat cchtgenoote, familiele
den, d;enslboden, bekenden enz. aanraden.
Tengevolge daarvan en van overmatig
alcoholgebruik, absoluut noodzakelijk 111
zulke gevallen volgens den patiënt
raakt ook zijn maag volkomen in de war.
De patiënt is weldra nog slechts in staat
lot steunen en een onduidelijk gefluister,
waarin men iets kan onderscheiden van
testament maken". De nacht vergaat 111
slapeloosheid. Hoe dc verplegende per
soon in de meeste gevallen de cchtge
noote kan beweren, dat de patient
voortdurend gesnurkt heeft, is wederom
een mysterie. Natuurlijk is de zaak pre
cies omgekeerd, de onoplettende verpleeg
ster is zelf in slaap gevallen, terwijl haar
arme man met den dood worstelde.
Twee dagen vergaan, waarin alles een
kwelling is. De klok moet stilstaan, do
deuren moeten geruischioos w orden geslo
ten. men kan slechts enkele lekkernijen en
vruchten nuttigen, doch do hurteloozc
dokter (men denkt cr ernstig over liever
consult te laten houden met betere en so-
ricuzcr artsen, eventueel professoren), vei*-
biedt dc lekkernijen, met het oog op do
maag. Nu verhongert de ongelukkige. Er
is geen ander woord voor. Wat zeg ik? Hij
hongert? Hij verhongert' Hij wordt „tot
een schim van zichzelf En daarbij bewe
ren cn dokter èn huisgénooten na drie
dagen „dat hij best kan opstaan". Goed,
hij zal opötaan, hij zal zicli laten dwingen
lot het bijkans onmogelijke, zijn dood zal
op hun geweten komen Steunend cn
kreunend en jammerend laai hij zich in
wollen dekens en doeken pakken, zit in
een leunstoel bij dc kachel of in dc zon.
cn heeft in elk gevalweer stem genoeg,
om van 's morgens vroeg lot 's avonds
laat te mopperen en zijn diverse gewaar
wordingen alle aangeduid met adjectie
ven als: ondragelijk, vreeseiijk, ellendig,
onbeschrijfelijk, gruwelijk uitvoerig me
de te deelen. Éindelijk, den vijfden dag,
treedt eèriigc beterschap m. Patiënt voelt,
dat hij aan den dood ontsnapt is, doch
slechts op hoi kantje af. liet gaat nu héél,
héél langzaam voorwaarts. Na een volle
week rust, dieet, goede verzorging, voor
zichtige behandeling, wandelingetjes in do
zon, enz. enz. is patiënt in staat weder aan
dc arbeid te gaan. De eerste dagen van
zijn „terugkeer in hei leven" vergaan
groolendcels met het beschrijven van de
vrccsclijke ellende, die hij pas doorstond
en waarvoor hij eigenlijk geen naam
heeft liet schijnt, dut hem een nieuw
soort ziekte had overvallen cn „de domme
dokter, zooals die doktoren altijd zijn, zei
maar wat!"
Slechts geleidelijk aan doet dc tijd al
deze herinneringen verbleekcn, alhoewel
de jiatiënt nog vele maanden later, zoodra
op van ziekte sprake is. bij de beschrijving
van wélke kwaal dan ook, steeds tot ant
woord gteft: „Zoó ziek als ik 11 tijd eple-
den ben geweest!"
Dit, wat de „mannelijke verkoudheid"
betreft. I
En de vrouwelijke?
De vrouw niest ccnige malen, snuffelt
een paar dagen, verbruikt vele kleine zak
doekjes (in zéér ernstige gevallen komt zij
er zelfs toe, de groote van haren echtge
noot te gebruiken), poedert haar rood ge
worden neusje en antwoordt, als men
haai: vraagt of er iets aan scheelt, met tra
nende oogen, gezwollen keel en waar
schijnlijk (ze gebruikt liefst nooit een
thermometer) 39 graden*koorts opgewekt:
„Wclncen, ik ben alleen een beetje ver
kouden!"
VERHUIZING.
Hel was in den natten moesson en ub&o.-
luurt doorweekt, stapte Frank van Maar van
z'11 fiets, die de tuinjongen ai van liera
overnam, als eiken dag naast liet huis
wachtend 10L dc toewan uit kantoor kwam.
Frank schudde zich wat af, liep de voor
galerij in. waar alle meubels weggescho
ven waren en men wel zwemmen kon, om
dat door liet groote lek in het dak de tro-
penregen naar binnen stroomde. Door dc
achtergalerij, waar overal emmers en tei
len stonden om het Ickwater op te vangen,
ging hij naar z'n eigen kamer, waar de
djongos z'11 schoono goed al klaar had ge
logd. ook z'11 handdoek cn zeep, zoodat hij
direct naar de huiskamer kon loopen. wat
rillerig door al het nat. Maar toen hij langs
dc kamer van z'11 huisgenoot kwam, stak
die z'11 hoofd om dc deur, riep hem binnen,
bestelde meteen aan den djongos twee kop
hccte thee. Kortcrs was al klaar, voelde
zich behaaglijk in een schoon pak cn droog
ondergoed, zat lui de krant te lezen, mop
perde even over het noodweer, liet cr toen
dadelijk op volgen: ,.lk Leb een nieuwtje;
wgaan verhuizen-, man, naar dat aardige
nieuwe huis dat net leeg is gekomen; wo
kunnen cr Zaterdag al in."
Even was van Maar gebluft, floot toen
zachtjes: „Zoo, dat heb je hem gelapt; ik
dacht nooit dat. wo het gedaan zouden krij
gen, dat ze twee vrijgezellen in zoo'n leuk
nieuw duivcntillcljc zouden stoppen." Ver
maakt keek Hortors hem aan; „Maar wij
zijn nette vrijgezellen, worden tot de elite
gerekend en ik heb zulke drama's opge
hangen over slapeloozo nachten in regen
tijd, als we niet. in ons bed kunnen blij
ven door hel lekken, dat het. dadelijk voor
mekaar was: liet is look ondoenlijk, we
zullen een bord aanspijkeren: „Onbewoon
baar verklaard huis," als we Zaterdag
wegtrekken.
Maar nu was Frank in actie, dronk snel
een slok thee, viel uit: „Op Zaterdag ver
huizen? Dank je wel; dan zitten we aldoor
in den rommel. Laten er liet Zondag doen;
dat wil zeggen: laten de bedienden het
Zondag doen; dan trekken wij cr tusschen
uit, inviteccn onszelf ergens op de rijst
tafel en eten 's avonds in de soos." Be
denkelijk werd Kórters* gezicht cn z'n: „Dnn
missen we ons middagdutje; de ccnige
middag dat je eens maffen kunt," klonk
haast somber. Maar Frank lachte hem uit,
zei dat hij wel aan een collega zou vragen
of ze daar mochten slapen 's middags, als
dc soos gesloten werd cn liet overal te
heet was. en aarzelend stemde Hortors toe,
hogon vast met den diongos te onderhan
delen over de verhuizing.
En toen het Zondag was. 1 rokken" de
vrienden al om acht uur naar het zwem
bad, na uitdrukkelijk bevel dat alles pre«i
cies 'zoo mocsl geplaatst in het nieuwe
huis; dat er nier voor eten hoefde gezorgd
te worden; alleen brood genomen voor het
ontbijt van Maandag cn dat zc al hun fa
milieleden en kennissen moesten roepen om
mee le verhuizen. „Dan komen we om tien
uur vanavond thuis en als alles netjes in
erde i> en er niets weg is of gebroken, krij-1
gen jullie allemaal een present en een sla-
mctaii," besloot van Maar. Voor een vracht
auto hadden ze gezorgd, drukten dcïi fa-
brickehnuffeur ook nogeens op het hart,
voorzichtig te zijn rncl hun boeltje eri
vertrokken welgemoed om een gczelli-
gcri dog door te brengen met en bij
diverse kennissen. En jias 's avonds in
de soos, toen ze in een groot cn kring
zaten cn Hortc-rs, als altijd liet mid
delpunt was, vroeg een der dames ver
baasd „Hé, zijn jullie gisteren verhuisd;
ik hoorde van m'11 man dat jullie dat aar
dige huis gisteren z.ondt betrekken". Hor
tors riep om Mei bonboekje, vroeg rond
vooreen heildronk,antwoordde geamuseerd.
„Ik geef juist een rondje, mevrouw, op onz-i
nieuwe woning waar juist alles klaar zal
zijn, want Simin is een mail van dc klok
en w c zouden om tien uur alles in orde vin
den; we zijn juist vandaag verhuisd." De
verbazing was algemeen: „Vandaag? En
jullie zijn de heelc dag uit geweest; moes
ten jullie er dan niet bij zijn, niet helpen,
niet op je boel letten, geen aanwijzingen
geven?" Zelfs dc mannen vonden het dwaas,
voorspelden hoopvol dat de grootste helft*
wel gestolen en gcbrok'ii zou zijn, met
vreemde hulp erbij, maar gemoedelijk stond
Kcrtcrs op, hief z'n glas. „Ik drink op onzo
onberispelijke huisbedienden, die nog tot het
goede oude soort hooien, op onze nieuwe
woning en op het feit dat ik u allen daar
morgenavond vercenigd zal vinden voor ecu
heildronk op de verhuizing. Wc zullen u.
eerlijk verslag doen".
Zc kwamen natuurlijk allen den volg nu
den avond en alle huisvrouwen waren ver-*
baasd, want alles was keurig in orde, niets
ontbrak, niet was gestolen of gebroken en
dc djongos, in z'n hagelwitte pak, bediende
glunder het groote gezelschap grinnikend
om de complimontjcs. Al vier jaar was hij
hij de vrienden, een eer stelde hij erin hen
goed te dienen en graag was hij bij de vroo-
lijkc vrijgezellen, die ook voor hém goed
waren. „Ik benijd jullie om zulke bedien-i
den", zuchtte mevrouw van Daveren, dcn-<
kend aan haar verhuizing, waar Z3 wekeiï
nerveus en moe van was, ongerekend da
schade dooi breken en zoekraken. En toen
allen weg waren, keken de vrienden mekaar,
even aan: „Ze zag groen van jalouzie, maar
in dezen lijd is liet een zeldzaamheid als
je zóó vlot verhuist, dank zij de cremo dié
wij bezitten in onze getrouwen',, lachté
Korters," op zoo'n manier draai ik m'n hand
er niet voor om, al verhuizen we elke
maand." E11 eensgezind gaven zc den. be
dienden ccn groote fooi. -