„DE WITTE" HET LICHT AAN DE HORIZON THEE COMPLET Gebruikt nu Uw GESOIGNEERDE a 60 CENT VAN 21/2-51/2 10 JAAR GARANTIE J. W. v. Achterbergh DE SFINX HIJ, ZIJ EN DE VER KOUDHEID INDISCHE FLITSEN OP HET HEERLIJKE TERRAS VAN FAUTEUILS w Firma WESTSINGEL 10-13 door H. G. CANNEGIETER. „In raadslc-n wandelt de mensch op aard", keeft de Leekedichter gezongen. De weten schap moge vele geheimen oplossen, voor- loopig blijft haar arbeid ten opzichte van het mysterie nog van bescheiden aard. Er is zooveel, dat wij niet weten, dat wij ook riooit zullen weten. Onverklaarbaar het leven, onverklaar baar de dood. Onverklaarbaar onze diep ste verlangens, onze neigingen jegens dc medemenschen, onze liefde en onze afkeer. Waarom is er zooveel onwil en onredelijk beid in de wereld; waarom is de maat schappij zulk een doolhof vol noodlottige verwikkelingon, waarom zijn clc menschen zoo dwaas cn zoo boos? Heeft al het groeien, bloeien cn sterven een doel? Waar ligt de oorsprong, waar het einde van het bestaan? Is er achter het begin altijd niet nog weer een begin denkbaar en achter het slot altijd nog weer een slot? Zoo zit ons leven vol vragen. I-Ieel ons bestaan is een vraag. Een vraag zonder antwoord. Niet ten onrechte hebben de ouden het loven uitgebeeld als de Sfinx, het geheim zinnig gedrocht, dat den voorbijgangers cn raadsel opgeeft, flat niemand kan ra don, en ze daarna verslindt. Wij peinzen ook levenslang over het onoplosbare raad- sol cn aan het eind verslindt ons de dood. Merkwaardig is de uitb.»oldine van het le vensgeheim als een monster. Van ouds af heeft dc mensch voor het Onbekende ge sidderd; het heeft hem schrik ingeboezemd ui hem gebracht tot allerlei zonderlinge praktijken. Denken v/ij maar aan de spook histories uil vroeger tijd. De bestrijders van het hijg doof hebben 'le verschijnselen, uclkc het eenvoudige vol!, aan heksen en booze geesten toeschreef, vcpKlé.ard. en weg was dc angst. Laten wij goed opletten, wat er gebeurd is. Niet de verschijnselen zelf waren weg; zij waren eender gebleven. Nog hingen er vreemd gevormde nevelen boven dc sloo- ten, nog huilde de uil in den schoorsteen, hog wapperde dc witte wasch van dc doods la vers vrouw des nachts op het kurkhof over de lijn. Maar men vreesde deze ver schijnselen niet meer, sinds men ze had loeren doorzien. Niet in de verschijnselen, maar in het onverklaarbare was het angst wekkende gelegen. Het is het wantrouwen, dat in het onver- Klaarde oen vijandige macht ziet. Die nevel '•a die uil en die wasch waren volmaakt on schadelijk:- wezens. Waarom moet het onbe kende nu juist schadelijk zijn? In negen van de tien gevallen blijkt het na kennismaking iets goeds cn weldadigs. Dc vreemdeling, dien wij geschuwd hebben, wordt naderhand onze vriend. De spreek woordelijke boer bijt later met smaak in de sapijs, die hij niet lustte, zoolang hij haar niet koude. Laten wij derhalve liet onbekende, ook vóórdat het ons onthuld is geworden, lccrcn vertrouwen. Laten wij vrede sluiten met bet raadsel. Er 1*6 geen reden 0111 w antrou- wend te zijn. Wie angst koestert vuor 't Onbekende, beeft een ellendig bestaan. Want het on bekende beslaat zooveel meer plaats in ons leven dan het bekende. Wij kunnen ontdek ken, dal spoken nevelen zijn en dat de blik sem niet dc hamer van Donar is. Wij kun nen den vreemdeling naar zijn naam vra gen pn onze spijzen loten onderzoeken. Wij kannen den bouw van dc maatschappij loeren uiteenzetten en wij kunnen onze hartsgeheimen leeeien ontleden. Maar hoe ineer wij in kmnis vorderen, t.c sterker worden wij ons onze onkunde bewust.. Het 'err.oin van het Onbekende lijkt op den ho- lizon, die achteruit wijkt naarmate wij voortschrijden. Ongelukkig dus hij. die moet weten aleer bij gerust kan zijn. Gelukkig de mensch, die 'ie., in zijn onwetendheid veilig voelt. Do mensch die zich met het raadsel vertrouwd maakt; die zich gewent aan 't geheim; voor wicn hel Onbekpndo dc b/kende, dagelijk- *che metgezel, ue vriend cn dc reismakker ^01 dl. Voor hem is de Sfinx niet langer een mobster, maar een aanbiddelijk wezen, welks geheim luj niet meer tracht op te los- stn. Voelen wij ons niet gelukkig, wanneer wij staren in de grondelooze diepte van liet meer, aan welks oever wij liggen te dioo- "H'ii? Is liel raadsel niet juist dc bekoring van oogen, waarin onz? liefhebbende blik nist? Zóó vlijen wij ons tegen de flanken y«n het goedaardige diei, dat met zijn ma jestueus stilzwijgen het Onbekende be schermt. De zoo vurig verwachte en al menigmaal aangekondigde lichtstreep aan den horizon heeft reeds zoo lang op zich laten wachten, dat ook de flauwste, dikwijls op verschillen de wijzen uit te leggen aanduidingen, welke misschien een verandering ten goede kun nen beteekencn, gretig worden opgemerkt. Een bewijs van deze gemoedsgesteldheid is ook dc toenemende belangstelling voor het eigenlijke wezen van deze onverklaarbaar langdurige en ongewoon ernstige crisis, want als maar eenmaal haar geheim is doorgrond, dan heeft, zij voor het besef van de menschen veel van haar angstwekkend karakter verloren. Daarom wordt in Ameri ka met groote energie de theorie verdedigd, dat een van de periodiek optredende crisis sen, welke men ten allen tijde gekend heeft, zich nu eens met verdubbelde hevigheid heeft doen gevoelen, omdat dc economische crisis samenviel met een chronische poli tieke crisis, met welke theorie men den langen duur dezer crisps volkomen ver klaard acht. Wanneer men de gebeurtenissen in de Vereenigdc Staten volgt, dan schijnt het in derdaad, alsof daar niet maar een eerste begin van verbetering te bespeuren is, doch dc goede tijd al definitief is ingeluid en dat op stormachtige wijze. Alleen op de New- Yorksche beurs zijn in den loop van Juli de koersen mot gemiddeld 31% gestegen, waar door het kapitaal volume met 1,9 milliard dollar is toegenomen. Men zou zeggen, dat dat nog niet zoo'n slecht begin is. Sindsdien zijn de koersen nog verder gestegen, al is het. waar. dat nog geen derde gedeelte is opgehaald van do koersdaling sinds 1929, waarbij een inkrimping van 90 milliard dol lar plaat® vond. Toch kan men op dc beurs spreken \an een krachtigcn ommekeer en dan zou men uit don aard der zaak ver wachten. dat in elk opzicht dc economische toestand van Arnciikn verbeterd was. Do beste barometer is wat dat betreft liet elce- trieifoitsverbruik. Dit staal, echter nog op hezolfdc lage peil, hoewel een langdurige ervaring heeft geleerd, dat deze barometer ook de geringste schommelingen registreert. In dc Amerikadnsche staalindustrie is de omvang der bestellingen zelfs een weinig gekrompen: gemiddeld producceren deze fabrieken slechts li% van hun vollo capa citeit. De auto-industrie produceerde in Juli j.l. slechts half zooveel als een jaar vroeger en Ford houdt zijn fabrieken in Detroit tot half September geheel gesloten. Het goederenvervoer staat vrijwel stil. In de katoenindustrie heeft men het merkwaardi ge verschijnsel van een krachtige hausse bij dalend verbruik. De prijzen der onbewerkte grondstoffen 'zijn gestegen, hoewel or in Jul: 1932 slechts 279.000 balen zijn verbruikt te gen 321.000 in Juni 1932 en 451.000 in Juli 1931. Toch is er overal opleving, liet is op merkelijk, dat de couranten oen nieuwe ru briek hebben geopend getiteld: ,-re-op'cncd, rc-cmployed". waarin alle firma's worden vermeld, die hun bedrijf weer hebben opge vat of nieuw e arbeiders hebben aangesteld. Ondanks al deze moeite heeft men niet kun nen voorkomen, dat de Amerikaanschc ex port nog verder is ingekrompen. Dat alles in aanmerking genomen, ligt liet voor de hand om le zoeken naar het ware karakter van de nieuwe „prosperity". En dan moet opgemerkt worden, dat Iloovcr kort gele den wel ofliciecl heeft verklaard, dat de crisis voorhij is. maar dat hij niet heeft kun nen verklaren, waarom de gevallen van dat heuglijke f'-it zich nog niet openbaarden. Het kan natuurlijk zijn, dat er een zekere tijcl moet vcrloopcn. voordat dit mogelijk is, doch een meer voor de hand liggende con clusie is, flat dc 'gchoele hausse om zoo te zeggen een officieel karakter draagt en ten doel heeft, op de aanstaande presidentver kiezingen invloed uit te oefenen. Terwijl in New-York de hausse enthousi ast is begroet, heeft liet Engelsche optimis me zich voorzichtig?!* getoond. Dit houdt zich meer aan do 1 •«•el»* fritep, en is geba seerd op de pi iissiijging.v.an (ie ruwe grond stoffen. zoomede den verbeterden afzet op de wereldmarkt. De mogelijke verbetering in Engeland wordt echter tegengehouden, /S*6 STtV <93° f/J/ Internationale Geldmarkt DIAGRAM VAN DE WERELDCRISIS. Goudvoorraden \an circulatiebanken conversiekassen c.d. instellingen. Gemiddeld disconto der circulatiebanken. Omzet in den wereldhandel (16 landen 1. Het gemiddelde over de jaien 1920—1931 is met 100 aangeduid. Algemeene koersdaling op de New-Yorkschc effectenbeurs. Algtmcenc credieteris'is in den .zomei van 1931. Engeland verlaat den gouden standaard. doordat do staking in Lancashire de ka toenindustrie aldaar geheel heeft, stilgelegd, dus juist dc industrie, .waarin de oplev ing zich het eerst zou kunnen openbaren. In de andere industrieën hoeft zich nog niets ge wijzigd, de productie van clectrische er an dere eifcrgie is sinds Februari j.l zelfs mei ongeveer 30% verminderd. Evenals in de Vereenigdc Staten is ook in Engeland export nog verder achteruitgegaan. Wat de toestand i" Frankrijk betreft; in de wol- on andere textielindustrieën inderdaad li \erhoogdc activiteit te bespeuren, dcch deze is uitsluitend het gevolg van dc ver sterkte .protectie tegen de b.uitenlandschc concurrentie. In hoofdzaak beperkt men zich in Frankrijk c»-too, in verband met de optimistische New-Yorkseho beurs-berich- ten te rekenen op een hernieuwde reislust, dor Amerikanen, zoo da t de hötclfc aan de 15iviera zich al voorbereiden op de komst van nieuwe scharen toeristen. Of deze wenscli van de Fransche weelde" en vrecmdclingcnindustrie echter zoo spoe-< dig verwezenlijkt zal worden, blijft de vraag* En.... ook do Fronsclic export staat er zeer zwak voor. Tenslotte een woord over Duitschland. Weliswaar kan in dit land een opleving in de katoenindustrie worden waargenomen, doch zij is slechts een gevolg van de Engel sche staking on con parallel van de stecu- koolhaussc van. enkele jaren geleden, even eons tijdens een groote Engelsche staking. Dc machine-industrie wordt voorloopig nog gaande gehouden met Russische opdracht ten, doch oen opleving kon in de naaste toe- komst niet verwacht worden. Slechts in de steenkoolindustrie is een flauwe opleving vr-aar 'te nemen. Overigens is dit land ei* zoo ongunstig aan toe, dat men daar zeker niet het eerst naar hoogerc productiecijfers moet zoeken. Zoowel een man als een vrouw kunnen natuurlijk verkouden worden. Vooral in ons land! Kr bestaat echter een hemels breed verschil tusschen de „mannelijke" en dc „vrouwelijke" verkoudheid. Dat zijn, 0111 zoo te zeggen, twee geheel verschillen de ziektes. •Laten we beginnen niet een beschrijving van de „mannelijke verkoudheid". Deze hóógst ernstige cn gevaarlijke ziekte, leclits le vergelijken met vrccsclijke kwa len als dc cholera, de pest, c.d., begint in den regel met „waanzinnige, martelende, onver dragelijke" hoofdpijnen. Daaraan pa ren zich de volgende „onbeschrijflijk ellen dige" gewaarwordingen; ijskoude rillin gen, gepaard aan een „brandend" gloeien van liet hoofd". Alle functies van het li chaam schijnen eensklaps óf te staken, of wel geheel en al door elkander geraakt. Hel hart dreigt met kloppen op te houden, daarentegen klopt het hoofd.. Dc keel kan geen geluid meer vooi lbrengen, daarente gen piept dc borst. Onbegrijpelijk, dat slechts dc patiënt zelf dal hoort. Natuur lijk kun men niet verlangen, dat dc ont stelde luiisgenootcn zullen meevoelen, hoe veel pijnen hot gchecle lichaam „door- scheuten", doch hel blijft een mysterie, waarom iedere thermometer bij zulke ge legenheden kapot blijkt le zijn, aangezien liet ding, wanneer de patiënt „doodziek" naar bed is gegaan „brandend van koorts' hardnekking slechts een temperatuur van 37.2 wil aanwijzen. Na al deze ontstellende verschijnselen wordi natuurlijk dadelijk de huisdokter geroepen, die een onheb belijkheid van huisdokters den ernst van den toestand niet genoegzaam inziet en spreekt van „een verkoudheidje"! Slechts een schor, hoonond lachen kan de gemartelde daarbij doen liooren! Hij schijnt gedoemd, alléén te beseffen, welk vrccsclijk lijden hem overvallen heeft! Doch dit alles is slechts liet begin! Er volgen nog heviger martelingen. De patiënt slikt vertwijfeld allerlei medicij nen, de ol'ficicele van den dokter en dan verder alles, wat cchtgenoote, familiele den, d;enslboden, bekenden enz. aanraden. Tengevolge daarvan en van overmatig alcoholgebruik, absoluut noodzakelijk 111 zulke gevallen volgens den patiënt raakt ook zijn maag volkomen in de war. De patiënt is weldra nog slechts in staat lot steunen en een onduidelijk gefluister, waarin men iets kan onderscheiden van testament maken". De nacht vergaat 111 slapeloosheid. Hoe dc verplegende per soon in de meeste gevallen de cchtge noote kan beweren, dat de patient voortdurend gesnurkt heeft, is wederom een mysterie. Natuurlijk is de zaak pre cies omgekeerd, de onoplettende verpleeg ster is zelf in slaap gevallen, terwijl haar arme man met den dood worstelde. Twee dagen vergaan, waarin alles een kwelling is. De klok moet stilstaan, do deuren moeten geruischioos w orden geslo ten. men kan slechts enkele lekkernijen en vruchten nuttigen, doch do hurteloozc dokter (men denkt cr ernstig over liever consult te laten houden met betere en so- ricuzcr artsen, eventueel professoren), vei*- biedt dc lekkernijen, met het oog op do maag. Nu verhongert de ongelukkige. Er is geen ander woord voor. Wat zeg ik? Hij hongert? Hij verhongert' Hij wordt „tot een schim van zichzelf En daarbij bewe ren cn dokter èn huisgénooten na drie dagen „dat hij best kan opstaan". Goed, hij zal opötaan, hij zal zicli laten dwingen lot het bijkans onmogelijke, zijn dood zal op hun geweten komen Steunend cn kreunend en jammerend laai hij zich in wollen dekens en doeken pakken, zit in een leunstoel bij dc kachel of in dc zon. cn heeft in elk gevalweer stem genoeg, om van 's morgens vroeg lot 's avonds laat te mopperen en zijn diverse gewaar wordingen alle aangeduid met adjectie ven als: ondragelijk, vreeseiijk, ellendig, onbeschrijfelijk, gruwelijk uitvoerig me de te deelen. Éindelijk, den vijfden dag, treedt eèriigc beterschap m. Patiënt voelt, dat hij aan den dood ontsnapt is, doch slechts op hoi kantje af. liet gaat nu héél, héél langzaam voorwaarts. Na een volle week rust, dieet, goede verzorging, voor zichtige behandeling, wandelingetjes in do zon, enz. enz. is patiënt in staat weder aan dc arbeid te gaan. De eerste dagen van zijn „terugkeer in hei leven" vergaan groolendcels met het beschrijven van de vrccsclijke ellende, die hij pas doorstond en waarvoor hij eigenlijk geen naam heeft liet schijnt, dut hem een nieuw soort ziekte had overvallen cn „de domme dokter, zooals die doktoren altijd zijn, zei maar wat!" Slechts geleidelijk aan doet dc tijd al deze herinneringen verbleekcn, alhoewel de jiatiënt nog vele maanden later, zoodra op van ziekte sprake is. bij de beschrijving van wélke kwaal dan ook, steeds tot ant woord gteft: „Zoó ziek als ik 11 tijd eple- den ben geweest!" Dit, wat de „mannelijke verkoudheid" betreft. I En de vrouwelijke? De vrouw niest ccnige malen, snuffelt een paar dagen, verbruikt vele kleine zak doekjes (in zéér ernstige gevallen komt zij er zelfs toe, de groote van haren echtge noot te gebruiken), poedert haar rood ge worden neusje en antwoordt, als men haai: vraagt of er iets aan scheelt, met tra nende oogen, gezwollen keel en waar schijnlijk (ze gebruikt liefst nooit een thermometer) 39 graden*koorts opgewekt: „Wclncen, ik ben alleen een beetje ver kouden!" VERHUIZING. Hel was in den natten moesson en ub&o.- luurt doorweekt, stapte Frank van Maar van z'11 fiets, die de tuinjongen ai van liera overnam, als eiken dag naast liet huis wachtend 10L dc toewan uit kantoor kwam. Frank schudde zich wat af, liep de voor galerij in. waar alle meubels weggescho ven waren en men wel zwemmen kon, om dat door liet groote lek in het dak de tro- penregen naar binnen stroomde. Door dc achtergalerij, waar overal emmers en tei len stonden om het Ickwater op te vangen, ging hij naar z'n eigen kamer, waar de djongos z'11 schoono goed al klaar had ge logd. ook z'11 handdoek cn zeep, zoodat hij direct naar de huiskamer kon loopen. wat rillerig door al het nat. Maar toen hij langs dc kamer van z'11 huisgenoot kwam, stak die z'11 hoofd om dc deur, riep hem binnen, bestelde meteen aan den djongos twee kop hccte thee. Kortcrs was al klaar, voelde zich behaaglijk in een schoon pak cn droog ondergoed, zat lui de krant te lezen, mop perde even over het noodweer, liet cr toen dadelijk op volgen: ,.lk Leb een nieuwtje; wgaan verhuizen-, man, naar dat aardige nieuwe huis dat net leeg is gekomen; wo kunnen cr Zaterdag al in." Even was van Maar gebluft, floot toen zachtjes: „Zoo, dat heb je hem gelapt; ik dacht nooit dat. wo het gedaan zouden krij gen, dat ze twee vrijgezellen in zoo'n leuk nieuw duivcntillcljc zouden stoppen." Ver maakt keek Hortors hem aan; „Maar wij zijn nette vrijgezellen, worden tot de elite gerekend en ik heb zulke drama's opge hangen over slapeloozo nachten in regen tijd, als we niet. in ons bed kunnen blij ven door hel lekken, dat het. dadelijk voor mekaar was: liet is look ondoenlijk, we zullen een bord aanspijkeren: „Onbewoon baar verklaard huis," als we Zaterdag wegtrekken. Maar nu was Frank in actie, dronk snel een slok thee, viel uit: „Op Zaterdag ver huizen? Dank je wel; dan zitten we aldoor in den rommel. Laten er liet Zondag doen; dat wil zeggen: laten de bedienden het Zondag doen; dan trekken wij cr tusschen uit, inviteccn onszelf ergens op de rijst tafel en eten 's avonds in de soos." Be denkelijk werd Kórters* gezicht cn z'n: „Dnn missen we ons middagdutje; de ccnige middag dat je eens maffen kunt," klonk haast somber. Maar Frank lachte hem uit, zei dat hij wel aan een collega zou vragen of ze daar mochten slapen 's middags, als dc soos gesloten werd cn liet overal te heet was. en aarzelend stemde Hortors toe, hogon vast met den diongos te onderhan delen over de verhuizing. En toen het Zondag was. 1 rokken" de vrienden al om acht uur naar het zwem bad, na uitdrukkelijk bevel dat alles pre«i cies 'zoo mocsl geplaatst in het nieuwe huis; dat er nier voor eten hoefde gezorgd te worden; alleen brood genomen voor het ontbijt van Maandag cn dat zc al hun fa milieleden en kennissen moesten roepen om mee le verhuizen. „Dan komen we om tien uur vanavond thuis en als alles netjes in erde i> en er niets weg is of gebroken, krij-1 gen jullie allemaal een present en een sla- mctaii," besloot van Maar. Voor een vracht auto hadden ze gezorgd, drukten dcïi fa- brickehnuffeur ook nogeens op het hart, voorzichtig te zijn rncl hun boeltje eri vertrokken welgemoed om een gczelli- gcri dog door te brengen met en bij diverse kennissen. En jias 's avonds in de soos, toen ze in een groot cn kring zaten cn Hortc-rs, als altijd liet mid delpunt was, vroeg een der dames ver baasd „Hé, zijn jullie gisteren verhuisd; ik hoorde van m'11 man dat jullie dat aar dige huis gisteren z.ondt betrekken". Hor tors riep om Mei bonboekje, vroeg rond vooreen heildronk,antwoordde geamuseerd. „Ik geef juist een rondje, mevrouw, op onz-i nieuwe woning waar juist alles klaar zal zijn, want Simin is een mail van dc klok en w c zouden om tien uur alles in orde vin den; we zijn juist vandaag verhuisd." De verbazing was algemeen: „Vandaag? En jullie zijn de heelc dag uit geweest; moes ten jullie er dan niet bij zijn, niet helpen, niet op je boel letten, geen aanwijzingen geven?" Zelfs dc mannen vonden het dwaas, voorspelden hoopvol dat de grootste helft* wel gestolen en gcbrok'ii zou zijn, met vreemde hulp erbij, maar gemoedelijk stond Kcrtcrs op, hief z'n glas. „Ik drink op onzo onberispelijke huisbedienden, die nog tot het goede oude soort hooien, op onze nieuwe woning en op het feit dat ik u allen daar morgenavond vercenigd zal vinden voor ecu heildronk op de verhuizing. Wc zullen u. eerlijk verslag doen". Zc kwamen natuurlijk allen den volg nu den avond en alle huisvrouwen waren ver-* baasd, want alles was keurig in orde, niets ontbrak, niet was gestolen of gebroken en dc djongos, in z'n hagelwitte pak, bediende glunder het groote gezelschap grinnikend om de complimontjcs. Al vier jaar was hij hij de vrienden, een eer stelde hij erin hen goed te dienen en graag was hij bij de vroo- lijkc vrijgezellen, die ook voor hém goed waren. „Ik benijd jullie om zulke bedien-i den", zuchtte mevrouw van Daveren, dcn-< kend aan haar verhuizing, waar Z3 wekeiï nerveus en moe van was, ongerekend da schade dooi breken en zoekraken. En toen allen weg waren, keken de vrienden mekaar, even aan: „Ze zag groen van jalouzie, maar in dezen lijd is liet een zeldzaamheid als je zóó vlot verhuist, dank zij de cremo dié wij bezitten in onze getrouwen',, lachté Korters," op zoo'n manier draai ik m'n hand er niet voor om, al verhuizen we elke maand." E11 eensgezind gaven zc den. be dienden ccn groote fooi. -

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 17