/VI Y' NAJAARSMANTEL$ VOOR MEISJES. Beide modellen zijn zeer geschikt voor schoolgaande meisjes van 8 tot 12 jaar. Het eerste model (221) is zeer ge schikt om van donkerblauw wollen stof gemaakt te worden en heeft apart opge stikte deelen aan vóór- en achterzijde, alsmede aan de mouwen, terwijl de kraag gemaakt is van bijpassend fluweel; de revers, die niet zoo bijzonder breed zijn. loopen door tot het middel, waarom een ceintuur van dezelfde stof gedragen wordt met galilith gesp. GEKLEURDE KNOOPEN. In den namiddag en "s avonds ziet men veel zwart dragen; een aardige gar neering. die ineens een geheel ande ren indruk geeft, zijn hel roode en groe ne galalith knoopen. Een klein, omgeslagen kraagje en manchetten aan de mouwen, gegarneerd met kleine knoopjes in deze tinten, staan allerliefst. GOUDEN SIERADEN. Een goed gekleede vrouw zal bij hare avondkleeding nimmer een gouden ket ting dragen. Het toilet kan prachtig van coupe, kleur en materiaal zijn. maar het geheele aanzijn wordt door het dragen hiervan bedorven. Hetzelfde geldt voor heeren, die er even min aan zullen denken een gouden horlogeketting op een smoking te dragen. JAPON VOOR GEZETTE FIGUREN Deze japon kan het best van effen wollen stof gemaakt worden, echter evenzeer van de moderne wol met zijden stof, die zoo'n mooi crêpe aanzien heeft en eigenlijk het meest geschikt is voor een meer gekleed geheel. De blouse heeft raglan mouwen, die nauw aansluiten en een aardige shawl- kraag. die in twee slippen eindigt; beide kunnen van donkere crêpe de chine ge maakt worden in bijpassende tint, waar het oudere dames geldt, maar ook lichte zijde kan zeer flatteus zijn. ALS DE EERSTE TANDJES KOMEN. Ziekteverschijnselen, die er niets mee te maken hebben. Door Dr. J. W. Frans. De tijd. dat bij een zuigeling de tandjes doorkomen, speelt voor de moeder een bijzondere rol en is tegelijkertijd een bron van vastgewortelde vergissingen, die reeds voor tallooze kinderen ernstige ge volgen met zich hebben meegesleept. Elk optreden van ziekte tijdens het doorko men van de tandjes wordt daaraan toege schreven. Diarrhee, braken, hoesten, krampen, kortom de veelvuldige ziekten van den zuigeling, alles wordt aan dc tandjes geweten. Het natuurlijk gevolg daarvan is, dat zelfs bij de ernstigste stoornissen door de moeders op eigen houtje gedokterd en eerst daarna een arts wordt opgezocht, als het te laat is. Er kan niet dringend genoeg op wor den gewezen, dat deze gewoonte, elke ziekelijke storing gedurende den tijd van het doorkomen der tandjes hierop af te wentelen, even gevaarlijk als gedachte loos is en dat moeders, die bij deze dwa ling volharden, er zelf de schuld van zijn als het kind aan de gevolgen daarvan ernstig te lijden heeft. Bijzonder verwer pelijk is de neiging van talrijke vrouwen, moeders, die zich angstig maken om hun kind en daarom het advies van een dok ter willen inwinnen, daarvan terug te houden en ze gerust te stellen door te zeggen, dat het kind alleen maar last van zijn tandjes heeft. In werkelijk heid mag men juist in dezen tijd in het geheel niet aarzelen de hulp van een dok ter in te roepen, want bij gezonde kin deren is het tandenkrijgen in het geheel geen aanleiding tot eenige ziekte. De kleinen zijn onrustig en verdrietig, zonderen veel speeksel af en geven dui delijk te kennen, dat zij pijn aan het tand- vleesch hebben, maar braken, diarrhee en hoesten zijn geen natuurlijke begeleiden de verschijnselen van deze periode. Hoe moeten kinderen, die tandjes krij gen, behandeld worden? Met de groei- verschijnselen in het tandvleesch is steeds een verhoogde bloedtoevoer ver bonden, die zich niet alleen in het rood worden en het opzwellen van de mond- slijmhuid openbaart, maar ook in een sterker rood gekleurd zijn van het gezicht en dikwijls ook van het hoofdje. Daar deze toestand de tandpijn en de alge- meene onrust vermeerdert, moet de bloedtoevoer verminderd worden. Hier toe moet voor een regelmatige ontlasting, koude afwasschingen na het baden en bij groote warmte en overmatig rood worden van het hoofdje koude ver banden op 't voorhoofd gezorgd worden. Overvoeding dient vermeden, alsook ver hittende dronken, zooals de geliefde kamillen- en andere thee s. Ook de kamertemperatuur mag niet te hoog zijn. Natuurlijk moet het kind voor kou vatten behoed worden, maar niet door de temperatuur op te jagen, want juist bij een groote hitte verdubbelen zich de moeilijkheden. Absoluut verkeerd, ja zelfs schadelijk is de gewoonte de tandenkrijgende kin deren harde voorwerpen in den mond te steken, waarmee zij de tanden kunnen ..doorbijtenIn werkelijkheid is dit mid del door den druk. die hierbij op het lichtgevoelige tandvleesch wordt uitge oefend. schadelijk, daar het gemakkelijk1 tot ontstekingen kan leiden, zoodat het kind in plaats van minder, meer pijn krijgt. Want het is voor een ieder begrijpelijk, dat in het tusschen de nog niet door gebroken tand en het harde voorwerp liggende tandvleesch kwetsingen ont staan. zonder dat daardoor het doorbre- ksfs% van de tand bevorderd wordt. Hoe voorzichtiger de tand in deze periode be handeld wordt, des te beter verloopt het doorkomen. Zoogenaamde hulpmiddelen als zoethout of een been zijn daarom juist verwerpelijk. Bij vele kinderen neemt de ontwikke ling der tanden een afwijkend verloop. Niet zelden zijn bij de geboor te tanden aanwezig een verschijnsel, dat als de uitdrukking van een geweldig, brutaal karakter moet gelden. Zulke tanden zitten gewoonlijk slechts los in het tandvleesch. waarin zij als ge zaaide beentjes steken. Slechts zelden zit ten zij in de tandholten van het gebit. Daar zij het zoogen voor de moeder uiterst pijnlijk en ook gevaarlijk maken en bovendien de onderkant van de tong van het kind bij het drinken kunnen beschadigen, worden deze tandjes door middel van een pincet zonder eeni ge moeite verwijderd. Vastzittende tanden daarentegen mogen niet uitge trokken worden. Veel vaker dan het vervroegde tan- denkrijgen komt voor de vertraging bij het ontwikkelen van het gebit, hetgeen vooral bij rachitische kinderen het geval is. In zulke gevallen gaat het steeds om een begeleidend verschijnsel van een al- gemeene ziekte, wordt deze genezen, dan zal ook de tandontwikkeling haar nor maal verloop hernemen. Tot slot willen wij een methode mee- deelen, die tot verlichting van 't doorbre ken van de tanden kan bijdragen en vroe ger dikwijls werd toegepast. Maar niet om thans nog te gebruiken! Deze metho de stamt uit Engeland en hierbij werd het tandvleesch tot op de doorbrekende tand met een mes gespleten, omdat men geloofde hiermee het doorkomen van de tanden te bespoedigen. Deze manier van doen is gelukkig geheel ,,uit de mode", omdat ze van een verkeerde veronder stelling uitging en geheel doelloos is. MANTEL. Deze mantel is zeer geschikt voor de komende herfstdagen en kan het best van tweed of een andere fantasiestof ge maakt worden. De nieuwe mode geeft ons een bijzonder ruime keuze van ge werkte weefsels, die niet zoo duur zijn cn toch aardig staan. We kunnen beginnen met dezen man tel als najaarsmantel te dragen en zullen dan ook goed doen hem te voeren met mantelvoering óf kunst crêpe de chine en dragen er later, wanneer de koude dagen ons komen overvallen een losse bonten of astrakan kraag of. wat ook heel nieuw is, een shawl op. (217). Van het model zelve valt niet zoo heel veel meer te zeggen, dan dat het zeer eenvoudig is. Een opstaande kraag met vrij breede revers en gladde mouwen; de mantel zelve heeft een sportief model, sluit niet aan en klokt slechts weinig, ter wijl een ceintuur met gesp op zijde te vens als sluiting dienst doet. Naar ver kiezing kan'men even goed met knoopen en knoopsgaten sluiten. Patronen verkrijgbaar van af maat 42 tol en met 50. Prijs 0.58. DE KUNST OM ZICH TE KLEEDEN. Het is niet genoeg om zich in een spiegel te spiegelen, maar men moet te vens den blik critisch over het geheel laten gaan en zien of datgene, wat men draagt, inderdaad bij figuur en houding passen. Men kan als gezette \rouw niet dra gen, wat een slank figuur past. Heeft iemand een zeer geprononceerd gelaat, of neus. dan zal een heel klein hoedje op één zijde van het hoofd gedra gen. de gelaatsvormen veel meer doen uitkomen, terwijl een grooter model hoed de vormen verzachten zal. Een werkelijk goed gekleede vrouw zal zich inderdaad rekenschap hebben te geven van wat bij haar gestalte, houding, haar en gelaatskleur past. (221). (222). De tweede mantel {222) is bijzonder aardig van donkerroode wollen stof. De voorpanden hebben aparte deelen, die in het midden een kleine punt vormen, met een bijpassende knoop als garneering, evenals aan de mouwen. Langz de kraag en vóór- en achterzijde zijn c.M. van den kant naden gestikt met knoopsgaten zijde en een vrij groote steek, zoodat de stiksteken goed zichtbaar zijn. De slui ting is slechts met één knoop, maar het is wel aan te bevelen om met het oog op openwaaien aan den binnenkant druk- knoopen te zetten. Patronen verkrijgbaar voor 58 cent, met duidelijke opgave van leeftijd. EEN ZELFGEMAAKTE KAST. Men behoeft geen vakman te zijn om deze kast te maken, want zij bestaat uit niets anders dan een driehoekige plank met een lat van voren en een gordijn aan een schuifroede. Een onbenutte hoek van een kamer kan daarmee zeer praktisch worden veranderd in een ruime hang kast met haken in de beide muurvlakken en in de driehoekige plank. Hieraan kan men de kleeren hangen op hangers. De kast neemt praktisch geen ruimte in de kamer in en kan voor een minimum aan kosten worden gemaakt. (216). De ruimte der blouse wordt ingehaald en zooveel mogelijk aan de zijkanten ver deeld. daarna aan den gladden boven kant van den rok gezet. Een ceintuur van dezelfde stof met aardige gesp maakt het geheel af. Het model dezer japon is zeer eenvou dig en toch gekleed, in het bijzonder voor gezette figuren, waarom wij de patronen beschikbaar stellen tot en met maat 52 voor den prijs van 0.58. GEBREIDE SHAWLS. Als variatie op de zijden shawls wor den vierkante of driehoekvormige doeken gedragen, die op houten naalden met zeer fijne wol gebreid worden, in den regel wordt hiervoor Schotsche wol gebruikt. Ook effen wol kan gebruikt worden, maar dan in enkele tinten, waarvan dan strepen gebreid worden, die een vroolijk geheel geven, indien lichte tipten, liefst afstekende, gekozen worden. Zij worden niet alleen door dames, maar ook door heeren gedragen. Het werkje schiet vlug op en kan gemakkelijk uit de hand gelegd worden. ONZE KNIPPATRONEN. Patronen van de op deze pagina afge beelde modellen worden toegezonden na overschrijving van 0.58 op giroreke ning 191919 t.n.v. den „Knippatronen- dienst" te 's-Gravenhage. Aanvragen kunnen ook per postwissel of per brief onder bijsluiting van het be drag in postzegels worden gezonden aan de Moderedactrice van dit blad. Muzen- straat 5 B. te 's-Gravenhage. De maat cn h-t nummer van het gewenschte model moet met Uw naam en volledig adres op giro- of postwisselstrookje worden ver meld. Bij elk patroon wordt een beknopte handleiding voor het gebruik medege- zonden. MEISJESJURK. Zeer apart jurkje voor kleinere meisjes, dat van effen stof met smal wit kraagje heel lief staat, b.v. van een mooie kleur rood of bleu. Het korte lijfje sluit midden-voor met twee knoopen en knoopsgaten, terwijl ook aan de andere zijde twee knoopen worden aangebracht. (220). Het mouwtje is glad en heeft kleine rechte manchetter., die evenals het kraagje met een festonsteek omgewerkt zijn. Het rokje heeft een klokmodel met vóór en achter een paar goed ingeperste plooien aan beide zijden van de stolp plooi. Patronen verkrijgbaar voor meisjes van 4 tot 6 jaar. Prijs 0.58. HANDWERKEN. Gehaakte Kraagjes en Manchetten. Gehaakte kraagjes en manchetten ma ken van het eenvoudigste japonnetje weer een fleurig geheel. Ze zijn ook heel gemakkelijk te maken, er worden alleen maar stokjes, vasten en lossen voor ge bruikt. Wij beginnen met 150 lossen op te zetten. En nog twee extra, omdat men het werk om moet draaien. Eerste to«w gewone vasten, maar meerder in dezen toer in het geheel 5 steken, dus om de 26 steken. Werk op deze wijze 6 toeren vasten, maar zorg ervoor, dat alle meerderingen boven elkaar komen te liggen. Nu gebruiken we een tweede kleur en haken het volgende: 1 stokje, 1 losse, 1 stokje, dan 1 steek overslaan, en weer 1 losse, I -stokje, enz., dus telkens tusschen ieder stokje 1 steek openlaten. Op deze wijze haakt mèn om den rand van vasten heen. die eerst gehaakt is. om het model in den kraag te krijgen, dus langs drie kanten: den langen kant en de twee korte zijstukjes. Met de derde kleur haakt men na de eerste rij stokjes, twee toeren vasten, dan weer een stokjestoer. totdat men het voldoende acht en daarna wordt het kraagje afgewerkt met naar verkiezing de eerste of de tweede kleur, weer mei een aantal rijen vasten. We kunnen ook van te voren het mo del van het kraagje knippen, liefst van papier, zoodat men er zeker van is. dat het bij de halsuitsnijding niet te wijd ge maakt wordt. De manchetten worden op dezelfde wijze gemaakt, alleen worden hiervoor 75 lossen opgezet. Om een bijpassend strikje te haken, zet men een aantal los sen op ongeveer 50 c.M. lang. Terug werken met een stokje, een losse, een steek overslaan, weer een losse. enz. Dit bandje geheel in het rond omwerken met twee rijen vasten. Deze bandjes kunnen zoowel aan de manchetjes als aan den kraag vastge maakt worden en vormen dus een ge schikte afwerking voor het geheel. Elly van Ommen. V.M. 33

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 20