HET BLIJFT VOORZEKER
NIET HETZELFDE
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
27%a: pét}h pondspakje ilUi BAND
ZES DAGEN OP DE
Dinsdag 27 September 1932
31e Jaargang Ne. 76
een bezoek aan kopenha gen
DERDE BLAD
CONFLICT TOURNIAIRE-
SAAIBORN
verschj
gekarnd!
üe Bruid van het Giomdal
99
Ken tocht door den omtrek van de
Deensche hoofdstad. Een
kasteel dat voor ons ge
sloten bleef
Hoe deze stad leeft bij nacht
ui.
18 September. Zondagmiddag en
-avond. Kopenhagen: Parijs van het Noor
den. Als de „Baloeran" langzaam voor de
handelskade geschoven is het is geen
gemakkelijk werk zoo'n kolossaal schip in
een vreemde haven zóóver te krijgen dat
het rustig en wel aan z'n trossen ligt en
de electrische kranen kunnen vóórrijden,
de loopbruggen uit te leggen komt 'r
passen en meten kijken, om deze loop
bruggen die uit losse fragmenten bestaan,
op te bouwen. De „Baloeran" ligt met haar
dek, waarop zich de uitgangs-vestibule be
vindt, een meter of tien boven den walkant
dus moeten de brug-stukken op zware
I blokken worden geheschen en daar aan el
kander bevestigd worden, zoodat een trap
ontstaat die met portalen naar onze boord-
deuren voert. Die trap moet stevig en vei
lig in elkaar zitten, want zij wordt de
allee, waarlangs honderdtallen zullen op en
af gaan. Eindelijk zijn de brug-brokken to
zamen gevoegd, steunende op zware hou-
;en pilasters; de kranen zwaaien af
I er kan worden gedébarkccrd.
De Rotterdamsche Lloyd bad bij liet or-
I saniseeren van deze reis naar Deneraar
ken daarbij ingevlochten een aantal auto-
lochtcn door Kopenhagen en haar omstre-
I ken, langs de zeekust naar oude kasteelen,
I door de mooiste deelen van het land
rondom de hoofdstad. Tot het ondernemen
I dezer tochten waren auto-car's besteld,
I een stuk of tien, onder afspraak, dat deze
I wagens Zondagmorgen te negen uur aan
I den steiger zouden gereed staan. Maar men
weet liet Zondagmorgen te negen uur
I log de „Baloeran" in de mist, nog m ij 1 e n
ver uit de kust.
Als de eerste passagiers Zondagmiddag
lover dc loopbrug naar wal gaan, wijst de
I klok vier uur. De auto's staan er nog alle-
Irnaal. En behalve die gereserveerde scight-
Isccings ontelbare taxi's, die door politie in
I file worden gehouden. Ik behoor tot de
Ideelnemers aan auto-tocht C; jo behoeft
geen seconde te zoeken, jc hoeft al even-
Imin iets te vragen, de wagens van tocht
It zijn met reusachtige blokletlers aangc-
I duid. De deelnemers voor de andere tochten
I vinden hun auto's op dezelfde makkelijke
I manier en zoo zijn we allemaal binnen een
I kwartier „geladen". Nieuwe bewondering
Ivoor liet zooveelste blijk van het organisa
tie-vermogen van de Lloyd.
Wat vol is, rijdt weg. Wij denderen eerst
lover de zware, bol-vormigc klinkers van de
Ihandelskade; hotsen over spoor-rails en
wissels; bonken in ettelijke kuilen, die niet
to ontwijken zijn; slingeren om hoeken
langs opslag-plaatsen en kantoren en stop
pen voor het groote hek. dat de „vrij-ha
ven" afsluit van de openbare straat. Een
beambte van de Deensche-, douane contro
leert, wat dat daar binnen is. in die auto
car. De chauffeur hoeft maar enkel „Ba
loeran" te zeggen, om dan dadelijk beant
woord to worden met 'n handbeweging van
den controleur: „door-rijden".
Als we liet hek uit zijn, glitsen we over
asphalt. Een stuk oud-Kopenhagen door.
Duitscbe bouwtrant. Veel bruin-grijze steen.
Dan een landweg op. Buiten dc stad.
Villa-bouw. Heil onze buitenplaatsen. De
weg DriebergenArnhem, of de weg
AmersfoortApeldoorn, ticnmalcn mooier.
Wij stijgen sterk. Komen dorpen door van
vreemde namen, waar Zondagsche drukte
is. Blijkbaar uitgangsoorden voor dc Denen
uit de stad. Hondertallen auto's stuiven ons
voorbij, die teruggaan naar Kopenhagen.
Onafzienbare rij. Niet één automobilist dio
uit de file wijkt, om z'n vóórrijder in to
halen.
De rit is eentonig. Wij treffen het ook
niet met het weer. De zon heeft adieu ge
zegd. En wenscht verder verborgen te blij
ven. De lucht is égaal grijs geworden. En af
en toe vallen regendroppels. Daarenboven
is de temperatuur sterk gedaald. Zoodat
ons gezelschap in den open wagen zit to
bibberen. Er worden reisdekens uitgedeeld.
Daarna algemeen stilzwijgen. Niemand is in
do stemming. Er vallen enkele zéér fraaio
panorama's (e bewonderen maar als on
ze auto weer voortrolt langs boschgedeel-
ten cn weide-vakken, dan spreekt niemand
een woord. Geen van de dertig. Einddoel
van den tocht is I-Iilleröd, waar het kasteel
Frederiksborg ligt met z.'n interessante
kerk. Dat doel wordt bereikt. Een buitenge
woon mooi historisch bouwwerk, midden
in breede vijvers, wier boorden weelderig
begroeid zijn. Maar als wij het kasteel den
ken binnen te gaan, blijken dc slot-deuren
gegrendeld te zijn. De groeps-leider gaat op
informatie. Keert terug met de boodschap,
dat dc kasteel-bewaarder ons al geschrapt
had (vanwege de acht uur vertraging) cn
met de sleutels in z'n zak naar familie is
gegaan, in naburig gehucht. Zien het kas
teel dus alléén van buiten, hoewol het in
wendige om z'n schatten juist voor ons
speciaal bedoeld was geweest. Klappertan
dend zoeken we onze plaatsen in de scight-
seeing weer op, met een smeekschrift aan
den chauffeur om den wagen alsjeblieft te
willen sluiten met de kap. Wat geschiedt.
De terugtocht is véél belangwekkender.
Gaat goeddeels langs de zee-kust. Door de
Deensche rivièra, met haar vele buiten
verblijven van vorstelijke families, met
haar charmante landhuisjes op heuvelen
gebouwd cn door bosschcn omkranst! en mot
haar sierlijke jachten die aan het strand lig
gen gemeerd, aan witte, gepavoiscerde stei
gers. De avond is reeds tc zéér gedaald om
van dit alles de genieting te kunnen beleven
onder dag-belichting; de middag vindt z'n
einde onder zware bewolking cn de Deen
sche kust ligt oostelijk van Kopenhagen in
valig-grijs omsluierd. Regen dreigt, maar
blijft uit. Een kille wind strijkt over de he-
groeide oevers, waarlangs uitgedeindc gol
ven hun laatste schuimige randen vlokken.
Dc Deensche hoofdstad wenkt vanuit een
valei. Wij rijden van af hoogcr gelegen
plateaux geleidelijk omlaag, waar de
avond-lichten reeds ontstoken zijn. Als wij
Kopenhagen binnenkomen is bet omstreeks
half acht. Het heeft hier blijkbaar w 1
geregend; de breede asphalt-banen, die zich
vóór ons uitstrekken, zijn glimmende vak
ken cn onze zware auto spettert nu en dan
door de plassen. Bij aankomst aan boord
rent iedereen naar z'n hut om zich vlie
gensvlug te verklceden in avond-toilet. Do
auto-rit heeft véél langer geduurd dan
iemand vermoeden kon. Wij zijn bijkans
vier uur onderweg geweest.
Wij verschijnen vijf kwartier tc laat aan
't diner, maar dat is volstrekt geeti be
zwaar. Ilct serveeren geschiedt met een
zelfde accuratesse als anders; een der hof
meesters ziet ongemerkt toe, opdat, on
danks ons laat-zijn. toch geen enkel on
derdeel van de bediening er onder zal lij
den. Do zaal-chefs in hun rok-costuums
met zilveren knoopen, geven met 'n hemin-
nelijken glimlach tc kennen, dat wij ons
volstrekt niet hebben tc haasten cn dat
wij niets dérangeeron door ons zoo
schrikkelijk over-iijd-zijp. En zoo is alles
aan tafel nog vol Zondagsche fleur; er
blijken héél wat laat-komers te zijn. ook
van andere auto-ritten, maar iedereen
lacht, ook onze Javaansche getrouwen
staan lachend achter onze stoelen en blij
ven tot zc dc koffie met likeur gediend
hebben dc voorbeeldige wakers over onze
belangt vi.
Zondagnacht. Na tafel weer de auto's in.
*s Avonds te tien uur. Voor een nacht-tocht
door de stad. Met bezoek aan eonige amu
sementen, om het Deensche loven tc kun
nen gadeslaan in enkele uitgaans-gelegcn-
heden. liet wordt een alleraardigste rond
rit. Dwars door hoi drukke centrum van
Kopenhagen. Waar allo winkels hun éta
lages volop verlicht hebben en een ontzag
lijke menigte op de been is.
"Wij bezoeken :li cabarets en variétés.
Etablissementen van vei -killende stan
ding en ieder van hen van zeer eigen
genre. Wat opvalt, is hei énorme bezoek,
overal. Men vertelt mij, dal in Kopenha
gen 30 procent, van de,bevolking werkloos
is. Deze drie amusements-inrichtingen zit
ten vol. lol den nok. In een van de drie
valt het auditorium op z'n minst op 2000
personen le schaijen, rcr méér dan min
der. In een volgend cabaret zijn er stellig
boven dc 2500 bezoekers; hot is over elf in
den avond. In nummer drie een meniglc,
wier getal ik niet. te ran\rn waag. De volte
is er overweldigend. In het cabaret, dat ik
maar als nummer twee - zal aanduiden,
krijgt ieder bezoeker dadelijk nadat hij
heeft plaats genomen, op een bord 'n flinke
portie ijs, waarbij gevoegd een stuk taart,
of cake, gecompleteerd niet 'n assortiment
biscuit. Alles buitengewoon smakelijk. Wat
óók opvalt, is de oijzonder goede muziek
in al deze cabarets, of variéte's, hoe gc ze
noemen wilt; stork-bezetto orchesten, met
een groot getal strijkers. In twee cabarets
zijn dubbele orchesten, die om beurten
spelen. Zij zitten op groote afstanden van
elkaar cn geven met 'n seinlicht aan, wan
neer de ander weer moet beginnen. Het
laatste cabaret, dat wij bezoeken, „Valen
cia", is tegelijkertijd dancing. Nauwelijks
is ons gezelschap er binnengekomen cr
zijn tafeltjes op een der galerijen voor ons
gereserveerd of de dirigent van een der
beide orchesten, die gemerkt heeft dat het
Hollanders zijn, die liet, besproken gedeelte
bezetten, laat zijn kapel oprijzen voor het
spelen van liet Wien Neerlands Bloed, als
een hoffelijke begroeting van deze vreemde
lingen. Direct verheft zich de ganschc zaal,
boven cn beneden, en staande hooren do
Denen in hun hoofdstad het volkslied der
Hollanders aan. Een driewerf „Hoch!"
klinkt in de zaal op, uit hot midden der
Denen.Het is een zéér treffend moment. De
muziekkapel speelt ons volkslied buitenge
woon fraai, breed en statig, met een onge
looflijke climax in de laatste regels, wat
op ons, Hollanders, een onvcrgctelijken in
druk maakt. Intusschen is aan het andere
einde der zaal het tweede muziekcorps op
gestaan cn als dc Denen hun driemaal
„Hocli!" hebben uilgcdaverd, valt deze ka
pel in met het Deensche volkslied, waarop
de Hollanders een driemaal „1-Ioch!" inzet
ten. Dc Wederzijdschc vriendschapsbetui
ging tusschen twee volken is voorbij het
progrnihma gaat Verder.
liet is in lit laatste cabaret dat wij aan
zitten aan een Dcensch souper. Een fa
meuze schaal met hors d' oeuvres wordt
aangedragen; als drank ei hij schenkt men 'n
bijzonder lichte biersoort. De Denen zullen
het mij wel niet kwalijk nemen, als ik zeg
onze Ilollandschc hors d'oeuvre te prefc-
recren hoven dc hunne; cr zijn buitenge-
woon-lckkerc dingen hij, maar ook nou-
vcauté's, dio zééi' sterk buiten onze smaak
vallen. Ik noem bijvoorbeeld garnalen, toe
bereid met venkel. Wie er van houdt, mug
het zeggen. Dc heclc zaal is tusschen 1 en
2 uur 's.nachts op deze wijze aan het sou-
peeren. Muziek cn dans zonder pauzes. Als
dc kapel links heeft gespeeld, krijgt de mu
ziek rechts 'n licht-signaal om tc vervol
gen. En tusschen de clans-nummers in, va
riété-artiesten van eersten rang. Wij staan
om half- drie op. Het publiek is nog even
talrijk als to twaalf uur, toen ij kwamen.
En nieuwe bezoekers komen nog steeds
binnen. Op straat, is een verkeer, als is hel
pas tien uur in den avond. Vóór liet caba
ret staan lange rijen auto's. Sluitingsuur?
Als wij informecren antwoordt men ons:
„Blijft den ganschen nacht open". Dat moe
ten de directies van de Scheveningschc
amusementen eens hooren, die steen en
been klagen dat zij te middernacht moeten
sluiten krachtens verordening. Dezen zo
mer was in do- Belgische badplaatsen
's nachts om tw ee uur mot plcizicr 'n si
gaar te koopen en kon merh om drie uur
met genoegen nog 'n kopje koffie bestel
len. In Kopenhagen is het 's nachts om half
drie nog volop leven. Als wij ons tusschen
de tafeltjes doorwringen en door de volte
niet goed kans zien de garderobe in dc hall
te bereiken, kijkt men ons aan met dc
vraag: „Nu al naar huis?"
Op de kade in de vrij-havon ligt de „Ba
loeran" als een majestueus geïllumineerd
kasteel, aan z'n kabeltrossen. Als w ij uit
onze auto's stappen, staan we 'n oogen-
blik beduusd. Dat is een Ilollandsch schip!
Dit kolossale gevaarte, met z'n hooge dek
ken en promenades, met z'n honderdtallen
verlichte patrijs-poorten, met op vóór- en
achterschip z'n grooto ballon-lampen, di«
6.in wijd-uitstralend schijnsel verspreiden,
mot die zware bordes-trap die naar boord
voert, dat hooge, breeclo en lange gevaarte,
dat hier vóór ons ligt cn waartegen auto's
en scight-sccings die er staan vóór gereden,
wegvallen als nicts-zeggende poppedingetjes
dat machtig-groote schip, waar in den
middag vele honderden naar zijn komon
kijken, en dat ook in den avond een be
wonderende menigte trok, die er do lange
wandeling naai» do haven-terreinen voor
over had, die hoog boven het water oprij
zende mailboot is een Hollandseti
schip, gebouwd op Hollandscho wer
ven, varende onder Hollandscho zee
lieden, brengende de Hollandscho glo
rie in vreemde havens!!
Wij nemen onze hoeden af, als wc in de
zen Zondagnacht stil staan, voor wat wij
voelen als on zo roem.
En* dreunen doet de loopbrug onder onze
stap, als wij daarna óps-lijgen naar het
hooge dek en binnengaan door de poort
van ons heiligdom.
Eerstgenoemde treedt per
1 October uit.
A ms t er d a m, 26 Sept. Naar de Tele
graaf verneemt, zal de heer Oscar Tour-
niaire met ingang van 1 October a.s. geen
deel moer uitmaken van hot Gezelschap-
Saalborn.
Dc héér Tourniaire, tol wicn het blad zicli
naar aanleiding van dit bericht, onmiddcl-
lijk heeft gewend, deelde mede, dat een
diepgaand meeningsverschil omtrent zijn
verhouding als medewerker tot do N.V<
Saalboln oorzaak van zijn besluit is. Over
nadere détails wcnschte de heer Tourniaire
zich niet uit te laten.
Namens do NA Saalborn deelde men aan
het blad mede, dat dc leiding der N.V. dö
houding van den heer Tourniaire onbegrij
pelijk acht. doch dat zij, indien de heer
Tourniaire bij deze houding volhardt, het
verbreken van zijn verbintenis tot haar
leedwezen als een onrechtmatige daad zal
moeten beschouwen.
KWEEKSCHOOL LEGER DES HEILS.
Opening door de Prinses,
Naar de Telegraaf meldt, zal de nieuwe!
Kweekschool van het Leger des Heils, wel*
ke door architect Ingwcrscn gebouwd is te
Amstelveen, op 15 Januari geopend wor-<
dén. liet ligt in de bedoeling, dat Prinses
Juliana de plechtigheid zal verrichten.
DE VERONGELUKTE ZANDVOORTSCH0
VISSCHERS.
De Zaterdag op de Amsterdamsche Ef-
fectcnbeurs gehouden inzameling ten be
hoeve van de dezer dagen zoo treurig om
het leven gekomen Zandvoortschc visschers
Loos en Visser heeft in totaal oen bedrag
van 850 opgebracht.
©86**
of U andere margarine dan wel Blue Band eeft
Blue Band is 25 °,o allerfijnste Room! oier onder;'
Rijkscontrole, versch gekarnd met 75 °io Blue Band
margarine, bereid uit de edelste grondstoffen;,
Wie dikwijls over de gebreken van ande-
|^n struikelt, staat zelf niet vast in zijn
■schoenen.
•nt het Noorsch van Jacob B. Buil.
13
Maar Dwaze Siraen, de kei'keknècht, die
f°°l' hei klokluiden had moeten zorgen,
F«t hoven in den kerktoren en glimlachte
wonderlijk sluw. Hij had familie op
fwtaden cn gedurende den zomer had
T'i wel het een en ander gehoord.
1 Er kwam niet veel van het luiden
f°or dien Gjermund. zei hij. en keek naar
fe" paar jongens, die daar boven op de
pare torcnbalken zaten om hem gezel
schap ti> houden en hern af te lossen, in-
10,1 het noodig was.
I Glomgaarden was blij, dat hij huis
waarts kon koeren nog vóór iemand een
prmoeden kreeg van dc ware toedracht
rei zaak. Daaiginds, aan de overzijde van
Ben bergkam, kon hij het gansche jaar door
|n eenzaamheid zitten en den tijd alles la-
le''i uitslijten, indien hij over dat Braaien-
T'olk °n zijn dochter geen baas kon wor
Hier zou een hevige strijd geleverd
gorden. Daarop had hij zijn duursten eed
lp oren. Nooit in der eeuwigheid zou
f0re Braaten op zijn hoeve zitten! Nog lie
|cr ZOlJ hij haar verkoopen en zich zelf tot
den bedelstaf brengen, of wel wegtrekken
uit het dorp!
Zwijgend reden bij en zijn zuster langs
het, eenzame pad over den bergrug terug.
Toen zij midden op de Harsjö-moeren
waren, vertelde hij haar hetgeen gebeurd
was. In het begin kostte het hem moeito
om woorden te vinden.
Ze moet stapelgek zijn, Berit! barstte
hij los.
Karen keerde snel haar hoofd om.
Wat zeg je? riep ze uit.
Hij keek omlaag naar de manen van het
paard.
Ja, ik geloof niet, dat ze ziek is, zei
hij toen.
Karen Glomgaarden schudde haar hoofd.
Mijn be6te, wat zeg jc? mompelde ze.
Volgens de wijze, waarop ze zich ge
draagt! zeidc hij, nog steeds omlaag turend
uaar de manen van zijn paard.
Mijn beste, hoe zit het dan toch? vroeg
Karen angstig.
Ola Glomgaarden reed even door, voor
hij antwoordde.
Zij was mei Tore, zei hij eindelijk.
Wat zeg jc daar! Zc keek verwonderd
op.
En nu vertelde Ola Glomgaarden alles.
Vanaf het oogenblik, dat ze de hoeve ver
lieten, totdat hij alleen, vanaf het veer,
kwam aangereden.
Karen, zijn zuster, zat geheel terneerge
slagen op haar vrouwezadel.
Neen, neen!
Ze vouwde haar handen en liet zich wil
loos heen en weer schommelen.
Wie heeft ooit gehoord van zulk een
schandaal.
Een lange stilte volgde; alleen de hoef
slagen van het paard werden gehooi d.
Ola Glomgaarden verbeet zich van woe
de.
Ja, ik zal haar wel leeren! riep hij
uit.
De zuster reed zwijgend voort, zichi wie
gend in het zadel.
Dat loopt nooit goed af. zei ze. En
welk een schande wanneer de mcnscben
het te weten komen!
Weer volgde cr stilte.
En nu is zc daarginds?
Ja!
Met hem?
Ja!
En blijft daar wellicht!!
Hij trok aan den teugel.
Ja, dat doet ze stellig!
Weer reden ze zwijgend voort.
Neen, neen, neen! riep Karen uit. En
geen boot te krijgen om haar terug tc ha
len!
Neen! Dat duurt verscheidene dagen!-
Ola Glomgaarden keek alsof hij op iets
zuurs beet.
Goeden hemel!
Al rijdend zat Karen haar hoofd te schud
den.
Weer vernam men slechts de hoefslagen
in de stilte van het woud.
Wat zal Gjermund zeggen! zei Karen
Glomgaarden. En dc dominee!
Ola Glomgaarden was geheel buiten zich
zelf.
Maar ik zal hen wel leeren! riep hij.
Hij rukte aan den teugel, zoodat de oude
Grauwe opsprong.
Maar Karen, zijn zuster, zei geheel ont
hutst:
Dat had ik nooit gedacht!
Ik ook niet, antwoordde Ola Glom
gaarden. Maar ik zal ze wel leeren, voegde
hij er weer aan toe.
Karen, zijn zuster, keek peinzend voor
zich uit.
Dan gaat zo dood, zei ze zacht.
Ja, mij om het even, antwoordde Ola
Glomgaarden.
Daarna verviel ook hij In gedachten en
zijde aan zijde reden zc zwijgend voort.
Na een poos keek Karen Glomgaarden
op.
Hij heeft daarginds bijna een hoeve,
zei ze.
Ola Eriksed keek nijdig.
Een prulhoeve, kwam er bits.
Nu, dat weet ik nog niet, antwoordde
ze langzaam. Het moet goede grond we
zen, voegde ze er aan too.
Ola Eriksen antwoordde niet. Hij reed
maar voort.
Zwijnejongcn! kwam er opeens.
Ze zweeg.
De jongen is wel goed genoeg, zei ze
na een poosje. Het geslacht is goed, voegde
zij er aan toe.
Voor mij is het niet goed genoeg, ant
woordde Ola Glomgaarden.
Die zwijnejongen. Het klonk zoo recht
'van harte. Karen dacht na.
Ja, dat is wel het ergste, antwoord
de zij en heel even gleed cr een glimlach
langs oogen en mondhoeken.
Toen ontstak Ola Glomgaarden opnieuw
in toorn.
Vervloekte zwijnejongen! schreeuwde
hij. De oude Grauwe kreeg een tik met den
teugel en ging over in een kort drafje.
Daarop werd hij met een ruk ingehouden,
zoodat zijn kop omhoog ging en het wit
der oogen zichtbaar werd.
Nu glimlachte Karen Glomgaarden on
verbloemd weg,
Ja, waarlijk, dat is ook wel erg! zei
ze.
Maar Ola zweeg. Want nu reden ze voor
bij Tegnstaden. Daar stond de huisvrouw
in haar Zondagsche kleeren op de stoep.
Wees welkom op de terugreis,'zei ze.
Geen van beiden antwoordde.
Het was duidelijk dat ze naar het 'dorp
gingen.
Zonder zelfs het hoofd om te keeren reed
het tweetal verder. Zij keek hen na.
Daarna lachte ze zachtjes in zich zelf,
snoot haar neus, wreef met den rug van
baar hand langs den mond en ving haar
tocht aan, den bergrug op.
Ola Eriksen keerde het hoofd naar haar
om.
O, ja! zei hij hoos. Nu komt haar tong
in beweging; het heele dorp door!
Ja, daar kun je zeker van zlj'n, ant
woordde Karen Glomgaarden.
En in diep stilzwijgen reden 'de heide
oudjes verder den weg langs, het veer voor
bij, huiswaarts.
Den grooten Bruine hebben zc ook mee
genomen, zei Ola Eriksen brommend, toen
ze hij liet hek der hoeve kwamen.
Ja, wie heeft ooit zooiets gehoord, ant
woordde Karen, terwijl ze moeite deed een
glimlach te verbergen.
Het is acht dagen later.
Ola Glomgaarden heeft niets vernomen
van hen daarginds aan de andere zijde.
Maar een nieuwe boot uit het Klein-Elve-
dal is over de Glom aangekomen en ligt
nu aan den oostelijken oever, vlak bij het
veer.
(Wordt vervolgd).