HET BLIJFT VOORZEKER NIET HETZELFDE AMERSFOORTSCH DAGBLAD 27%a: pét}h pondspakje ilUi BAND ZES DAGEN OP DE Dinsdag 27 September 1932 31e Jaargang Ne. 76 een bezoek aan kopenha gen DERDE BLAD CONFLICT TOURNIAIRE- SAAIBORN verschj gekarnd! üe Bruid van het Giomdal 99 Ken tocht door den omtrek van de Deensche hoofdstad. Een kasteel dat voor ons ge sloten bleef Hoe deze stad leeft bij nacht ui. 18 September. Zondagmiddag en -avond. Kopenhagen: Parijs van het Noor den. Als de „Baloeran" langzaam voor de handelskade geschoven is het is geen gemakkelijk werk zoo'n kolossaal schip in een vreemde haven zóóver te krijgen dat het rustig en wel aan z'n trossen ligt en de electrische kranen kunnen vóórrijden, de loopbruggen uit te leggen komt 'r passen en meten kijken, om deze loop bruggen die uit losse fragmenten bestaan, op te bouwen. De „Baloeran" ligt met haar dek, waarop zich de uitgangs-vestibule be vindt, een meter of tien boven den walkant dus moeten de brug-stukken op zware I blokken worden geheschen en daar aan el kander bevestigd worden, zoodat een trap ontstaat die met portalen naar onze boord- deuren voert. Die trap moet stevig en vei lig in elkaar zitten, want zij wordt de allee, waarlangs honderdtallen zullen op en af gaan. Eindelijk zijn de brug-brokken to zamen gevoegd, steunende op zware hou- ;en pilasters; de kranen zwaaien af I er kan worden gedébarkccrd. De Rotterdamsche Lloyd bad bij liet or- I saniseeren van deze reis naar Deneraar ken daarbij ingevlochten een aantal auto- lochtcn door Kopenhagen en haar omstre- I ken, langs de zeekust naar oude kasteelen, I door de mooiste deelen van het land rondom de hoofdstad. Tot het ondernemen I dezer tochten waren auto-car's besteld, I een stuk of tien, onder afspraak, dat deze I wagens Zondagmorgen te negen uur aan I den steiger zouden gereed staan. Maar men weet liet Zondagmorgen te negen uur I log de „Baloeran" in de mist, nog m ij 1 e n ver uit de kust. Als de eerste passagiers Zondagmiddag lover dc loopbrug naar wal gaan, wijst de I klok vier uur. De auto's staan er nog alle- Irnaal. En behalve die gereserveerde scight- Isccings ontelbare taxi's, die door politie in I file worden gehouden. Ik behoor tot de Ideelnemers aan auto-tocht C; jo behoeft geen seconde te zoeken, jc hoeft al even- Imin iets te vragen, de wagens van tocht It zijn met reusachtige blokletlers aangc- I duid. De deelnemers voor de andere tochten I vinden hun auto's op dezelfde makkelijke I manier en zoo zijn we allemaal binnen een I kwartier „geladen". Nieuwe bewondering Ivoor liet zooveelste blijk van het organisa tie-vermogen van de Lloyd. Wat vol is, rijdt weg. Wij denderen eerst lover de zware, bol-vormigc klinkers van de Ihandelskade; hotsen over spoor-rails en wissels; bonken in ettelijke kuilen, die niet to ontwijken zijn; slingeren om hoeken langs opslag-plaatsen en kantoren en stop pen voor het groote hek. dat de „vrij-ha ven" afsluit van de openbare straat. Een beambte van de Deensche-, douane contro leert, wat dat daar binnen is. in die auto car. De chauffeur hoeft maar enkel „Ba loeran" te zeggen, om dan dadelijk beant woord to worden met 'n handbeweging van den controleur: „door-rijden". Als we liet hek uit zijn, glitsen we over asphalt. Een stuk oud-Kopenhagen door. Duitscbe bouwtrant. Veel bruin-grijze steen. Dan een landweg op. Buiten dc stad. Villa-bouw. Heil onze buitenplaatsen. De weg DriebergenArnhem, of de weg AmersfoortApeldoorn, ticnmalcn mooier. Wij stijgen sterk. Komen dorpen door van vreemde namen, waar Zondagsche drukte is. Blijkbaar uitgangsoorden voor dc Denen uit de stad. Hondertallen auto's stuiven ons voorbij, die teruggaan naar Kopenhagen. Onafzienbare rij. Niet één automobilist dio uit de file wijkt, om z'n vóórrijder in to halen. De rit is eentonig. Wij treffen het ook niet met het weer. De zon heeft adieu ge zegd. En wenscht verder verborgen te blij ven. De lucht is égaal grijs geworden. En af en toe vallen regendroppels. Daarenboven is de temperatuur sterk gedaald. Zoodat ons gezelschap in den open wagen zit to bibberen. Er worden reisdekens uitgedeeld. Daarna algemeen stilzwijgen. Niemand is in do stemming. Er vallen enkele zéér fraaio panorama's (e bewonderen maar als on ze auto weer voortrolt langs boschgedeel- ten cn weide-vakken, dan spreekt niemand een woord. Geen van de dertig. Einddoel van den tocht is I-Iilleröd, waar het kasteel Frederiksborg ligt met z.'n interessante kerk. Dat doel wordt bereikt. Een buitenge woon mooi historisch bouwwerk, midden in breede vijvers, wier boorden weelderig begroeid zijn. Maar als wij het kasteel den ken binnen te gaan, blijken dc slot-deuren gegrendeld te zijn. De groeps-leider gaat op informatie. Keert terug met de boodschap, dat dc kasteel-bewaarder ons al geschrapt had (vanwege de acht uur vertraging) cn met de sleutels in z'n zak naar familie is gegaan, in naburig gehucht. Zien het kas teel dus alléén van buiten, hoewol het in wendige om z'n schatten juist voor ons speciaal bedoeld was geweest. Klappertan dend zoeken we onze plaatsen in de scight- seeing weer op, met een smeekschrift aan den chauffeur om den wagen alsjeblieft te willen sluiten met de kap. Wat geschiedt. De terugtocht is véél belangwekkender. Gaat goeddeels langs de zee-kust. Door de Deensche rivièra, met haar vele buiten verblijven van vorstelijke families, met haar charmante landhuisjes op heuvelen gebouwd cn door bosschcn omkranst! en mot haar sierlijke jachten die aan het strand lig gen gemeerd, aan witte, gepavoiscerde stei gers. De avond is reeds tc zéér gedaald om van dit alles de genieting te kunnen beleven onder dag-belichting; de middag vindt z'n einde onder zware bewolking cn de Deen sche kust ligt oostelijk van Kopenhagen in valig-grijs omsluierd. Regen dreigt, maar blijft uit. Een kille wind strijkt over de he- groeide oevers, waarlangs uitgedeindc gol ven hun laatste schuimige randen vlokken. Dc Deensche hoofdstad wenkt vanuit een valei. Wij rijden van af hoogcr gelegen plateaux geleidelijk omlaag, waar de avond-lichten reeds ontstoken zijn. Als wij Kopenhagen binnenkomen is bet omstreeks half acht. Het heeft hier blijkbaar w 1 geregend; de breede asphalt-banen, die zich vóór ons uitstrekken, zijn glimmende vak ken cn onze zware auto spettert nu en dan door de plassen. Bij aankomst aan boord rent iedereen naar z'n hut om zich vlie gensvlug te verklceden in avond-toilet. Do auto-rit heeft véél langer geduurd dan iemand vermoeden kon. Wij zijn bijkans vier uur onderweg geweest. Wij verschijnen vijf kwartier tc laat aan 't diner, maar dat is volstrekt geeti be zwaar. Ilct serveeren geschiedt met een zelfde accuratesse als anders; een der hof meesters ziet ongemerkt toe, opdat, on danks ons laat-zijn. toch geen enkel on derdeel van de bediening er onder zal lij den. Do zaal-chefs in hun rok-costuums met zilveren knoopen, geven met 'n hemin- nelijken glimlach tc kennen, dat wij ons volstrekt niet hebben tc haasten cn dat wij niets dérangeeron door ons zoo schrikkelijk over-iijd-zijp. En zoo is alles aan tafel nog vol Zondagsche fleur; er blijken héél wat laat-komers te zijn. ook van andere auto-ritten, maar iedereen lacht, ook onze Javaansche getrouwen staan lachend achter onze stoelen en blij ven tot zc dc koffie met likeur gediend hebben dc voorbeeldige wakers over onze belangt vi. Zondagnacht. Na tafel weer de auto's in. *s Avonds te tien uur. Voor een nacht-tocht door de stad. Met bezoek aan eonige amu sementen, om het Deensche loven tc kun nen gadeslaan in enkele uitgaans-gelegcn- heden. liet wordt een alleraardigste rond rit. Dwars door hoi drukke centrum van Kopenhagen. Waar allo winkels hun éta lages volop verlicht hebben en een ontzag lijke menigte op de been is. "Wij bezoeken :li cabarets en variétés. Etablissementen van vei -killende stan ding en ieder van hen van zeer eigen genre. Wat opvalt, is hei énorme bezoek, overal. Men vertelt mij, dal in Kopenha gen 30 procent, van de,bevolking werkloos is. Deze drie amusements-inrichtingen zit ten vol. lol den nok. In een van de drie valt het auditorium op z'n minst op 2000 personen le schaijen, rcr méér dan min der. In een volgend cabaret zijn er stellig boven dc 2500 bezoekers; hot is over elf in den avond. In nummer drie een meniglc, wier getal ik niet. te ran\rn waag. De volte is er overweldigend. In het cabaret, dat ik maar als nummer twee - zal aanduiden, krijgt ieder bezoeker dadelijk nadat hij heeft plaats genomen, op een bord 'n flinke portie ijs, waarbij gevoegd een stuk taart, of cake, gecompleteerd niet 'n assortiment biscuit. Alles buitengewoon smakelijk. Wat óók opvalt, is de oijzonder goede muziek in al deze cabarets, of variéte's, hoe gc ze noemen wilt; stork-bezetto orchesten, met een groot getal strijkers. In twee cabarets zijn dubbele orchesten, die om beurten spelen. Zij zitten op groote afstanden van elkaar cn geven met 'n seinlicht aan, wan neer de ander weer moet beginnen. Het laatste cabaret, dat wij bezoeken, „Valen cia", is tegelijkertijd dancing. Nauwelijks is ons gezelschap er binnengekomen cr zijn tafeltjes op een der galerijen voor ons gereserveerd of de dirigent van een der beide orchesten, die gemerkt heeft dat het Hollanders zijn, die liet, besproken gedeelte bezetten, laat zijn kapel oprijzen voor het spelen van liet Wien Neerlands Bloed, als een hoffelijke begroeting van deze vreemde lingen. Direct verheft zich de ganschc zaal, boven cn beneden, en staande hooren do Denen in hun hoofdstad het volkslied der Hollanders aan. Een driewerf „Hoch!" klinkt in de zaal op, uit hot midden der Denen.Het is een zéér treffend moment. De muziekkapel speelt ons volkslied buitenge woon fraai, breed en statig, met een onge looflijke climax in de laatste regels, wat op ons, Hollanders, een onvcrgctelijken in druk maakt. Intusschen is aan het andere einde der zaal het tweede muziekcorps op gestaan cn als dc Denen hun driemaal „Hocli!" hebben uilgcdaverd, valt deze ka pel in met het Deensche volkslied, waarop de Hollanders een driemaal „1-Ioch!" inzet ten. Dc Wederzijdschc vriendschapsbetui ging tusschen twee volken is voorbij het progrnihma gaat Verder. liet is in lit laatste cabaret dat wij aan zitten aan een Dcensch souper. Een fa meuze schaal met hors d' oeuvres wordt aangedragen; als drank ei hij schenkt men 'n bijzonder lichte biersoort. De Denen zullen het mij wel niet kwalijk nemen, als ik zeg onze Ilollandschc hors d'oeuvre te prefc- recren hoven dc hunne; cr zijn buitenge- woon-lckkerc dingen hij, maar ook nou- vcauté's, dio zééi' sterk buiten onze smaak vallen. Ik noem bijvoorbeeld garnalen, toe bereid met venkel. Wie er van houdt, mug het zeggen. Dc heclc zaal is tusschen 1 en 2 uur 's.nachts op deze wijze aan het sou- peeren. Muziek cn dans zonder pauzes. Als dc kapel links heeft gespeeld, krijgt de mu ziek rechts 'n licht-signaal om tc vervol gen. En tusschen de clans-nummers in, va riété-artiesten van eersten rang. Wij staan om half- drie op. Het publiek is nog even talrijk als to twaalf uur, toen ij kwamen. En nieuwe bezoekers komen nog steeds binnen. Op straat, is een verkeer, als is hel pas tien uur in den avond. Vóór liet caba ret staan lange rijen auto's. Sluitingsuur? Als wij informecren antwoordt men ons: „Blijft den ganschen nacht open". Dat moe ten de directies van de Scheveningschc amusementen eens hooren, die steen en been klagen dat zij te middernacht moeten sluiten krachtens verordening. Dezen zo mer was in do- Belgische badplaatsen 's nachts om tw ee uur mot plcizicr 'n si gaar te koopen en kon merh om drie uur met genoegen nog 'n kopje koffie bestel len. In Kopenhagen is het 's nachts om half drie nog volop leven. Als wij ons tusschen de tafeltjes doorwringen en door de volte niet goed kans zien de garderobe in dc hall te bereiken, kijkt men ons aan met dc vraag: „Nu al naar huis?" Op de kade in de vrij-havon ligt de „Ba loeran" als een majestueus geïllumineerd kasteel, aan z'n kabeltrossen. Als w ij uit onze auto's stappen, staan we 'n oogen- blik beduusd. Dat is een Ilollandsch schip! Dit kolossale gevaarte, met z'n hooge dek ken en promenades, met z'n honderdtallen verlichte patrijs-poorten, met op vóór- en achterschip z'n grooto ballon-lampen, di« 6.in wijd-uitstralend schijnsel verspreiden, mot die zware bordes-trap die naar boord voert, dat hooge, breeclo en lange gevaarte, dat hier vóór ons ligt cn waartegen auto's en scight-sccings die er staan vóór gereden, wegvallen als nicts-zeggende poppedingetjes dat machtig-groote schip, waar in den middag vele honderden naar zijn komon kijken, en dat ook in den avond een be wonderende menigte trok, die er do lange wandeling naai» do haven-terreinen voor over had, die hoog boven het water oprij zende mailboot is een Hollandseti schip, gebouwd op Hollandscho wer ven, varende onder Hollandscho zee lieden, brengende de Hollandscho glo rie in vreemde havens!! Wij nemen onze hoeden af, als wc in de zen Zondagnacht stil staan, voor wat wij voelen als on zo roem. En* dreunen doet de loopbrug onder onze stap, als wij daarna óps-lijgen naar het hooge dek en binnengaan door de poort van ons heiligdom. Eerstgenoemde treedt per 1 October uit. A ms t er d a m, 26 Sept. Naar de Tele graaf verneemt, zal de heer Oscar Tour- niaire met ingang van 1 October a.s. geen deel moer uitmaken van hot Gezelschap- Saalborn. Dc héér Tourniaire, tol wicn het blad zicli naar aanleiding van dit bericht, onmiddcl- lijk heeft gewend, deelde mede, dat een diepgaand meeningsverschil omtrent zijn verhouding als medewerker tot do N.V< Saalboln oorzaak van zijn besluit is. Over nadere détails wcnschte de heer Tourniaire zich niet uit te laten. Namens do NA Saalborn deelde men aan het blad mede, dat dc leiding der N.V. dö houding van den heer Tourniaire onbegrij pelijk acht. doch dat zij, indien de heer Tourniaire bij deze houding volhardt, het verbreken van zijn verbintenis tot haar leedwezen als een onrechtmatige daad zal moeten beschouwen. KWEEKSCHOOL LEGER DES HEILS. Opening door de Prinses, Naar de Telegraaf meldt, zal de nieuwe! Kweekschool van het Leger des Heils, wel* ke door architect Ingwcrscn gebouwd is te Amstelveen, op 15 Januari geopend wor-< dén. liet ligt in de bedoeling, dat Prinses Juliana de plechtigheid zal verrichten. DE VERONGELUKTE ZANDVOORTSCH0 VISSCHERS. De Zaterdag op de Amsterdamsche Ef- fectcnbeurs gehouden inzameling ten be hoeve van de dezer dagen zoo treurig om het leven gekomen Zandvoortschc visschers Loos en Visser heeft in totaal oen bedrag van 850 opgebracht. ©86** of U andere margarine dan wel Blue Band eeft Blue Band is 25 °,o allerfijnste Room! oier onder;' Rijkscontrole, versch gekarnd met 75 °io Blue Band margarine, bereid uit de edelste grondstoffen;, Wie dikwijls over de gebreken van ande- |^n struikelt, staat zelf niet vast in zijn ■schoenen. •nt het Noorsch van Jacob B. Buil. 13 Maar Dwaze Siraen, de kei'keknècht, die f°°l' hei klokluiden had moeten zorgen, F«t hoven in den kerktoren en glimlachte wonderlijk sluw. Hij had familie op fwtaden cn gedurende den zomer had T'i wel het een en ander gehoord. 1 Er kwam niet veel van het luiden f°or dien Gjermund. zei hij. en keek naar fe" paar jongens, die daar boven op de pare torcnbalken zaten om hem gezel schap ti> houden en hern af te lossen, in- 10,1 het noodig was. I Glomgaarden was blij, dat hij huis waarts kon koeren nog vóór iemand een prmoeden kreeg van dc ware toedracht rei zaak. Daaiginds, aan de overzijde van Ben bergkam, kon hij het gansche jaar door |n eenzaamheid zitten en den tijd alles la- le''i uitslijten, indien hij over dat Braaien- T'olk °n zijn dochter geen baas kon wor Hier zou een hevige strijd geleverd gorden. Daarop had hij zijn duursten eed lp oren. Nooit in der eeuwigheid zou f0re Braaten op zijn hoeve zitten! Nog lie |cr ZOlJ hij haar verkoopen en zich zelf tot den bedelstaf brengen, of wel wegtrekken uit het dorp! Zwijgend reden bij en zijn zuster langs het, eenzame pad over den bergrug terug. Toen zij midden op de Harsjö-moeren waren, vertelde hij haar hetgeen gebeurd was. In het begin kostte het hem moeito om woorden te vinden. Ze moet stapelgek zijn, Berit! barstte hij los. Karen keerde snel haar hoofd om. Wat zeg je? riep ze uit. Hij keek omlaag naar de manen van het paard. Ja, ik geloof niet, dat ze ziek is, zei hij toen. Karen Glomgaarden schudde haar hoofd. Mijn be6te, wat zeg jc? mompelde ze. Volgens de wijze, waarop ze zich ge draagt! zeidc hij, nog steeds omlaag turend uaar de manen van zijn paard. Mijn beste, hoe zit het dan toch? vroeg Karen angstig. Ola Glomgaarden reed even door, voor hij antwoordde. Zij was mei Tore, zei hij eindelijk. Wat zeg jc daar! Zc keek verwonderd op. En nu vertelde Ola Glomgaarden alles. Vanaf het oogenblik, dat ze de hoeve ver lieten, totdat hij alleen, vanaf het veer, kwam aangereden. Karen, zijn zuster, zat geheel terneerge slagen op haar vrouwezadel. Neen, neen! Ze vouwde haar handen en liet zich wil loos heen en weer schommelen. Wie heeft ooit gehoord van zulk een schandaal. Een lange stilte volgde; alleen de hoef slagen van het paard werden gehooi d. Ola Glomgaarden verbeet zich van woe de. Ja, ik zal haar wel leeren! riep hij uit. De zuster reed zwijgend voort, zichi wie gend in het zadel. Dat loopt nooit goed af. zei ze. En welk een schande wanneer de mcnscben het te weten komen! Weer volgde cr stilte. En nu is zc daarginds? Ja! Met hem? Ja! En blijft daar wellicht!! Hij trok aan den teugel. Ja, dat doet ze stellig! Weer reden ze zwijgend voort. Neen, neen, neen! riep Karen uit. En geen boot te krijgen om haar terug tc ha len! Neen! Dat duurt verscheidene dagen!- Ola Glomgaarden keek alsof hij op iets zuurs beet. Goeden hemel! Al rijdend zat Karen haar hoofd te schud den. Weer vernam men slechts de hoefslagen in de stilte van het woud. Wat zal Gjermund zeggen! zei Karen Glomgaarden. En dc dominee! Ola Glomgaarden was geheel buiten zich zelf. Maar ik zal hen wel leeren! riep hij. Hij rukte aan den teugel, zoodat de oude Grauwe opsprong. Maar Karen, zijn zuster, zei geheel ont hutst: Dat had ik nooit gedacht! Ik ook niet, antwoordde Ola Glom gaarden. Maar ik zal ze wel leeren, voegde hij er weer aan toe. Karen, zijn zuster, keek peinzend voor zich uit. Dan gaat zo dood, zei ze zacht. Ja, mij om het even, antwoordde Ola Glomgaarden. Daarna verviel ook hij In gedachten en zijde aan zijde reden zc zwijgend voort. Na een poos keek Karen Glomgaarden op. Hij heeft daarginds bijna een hoeve, zei ze. Ola Eriksed keek nijdig. Een prulhoeve, kwam er bits. Nu, dat weet ik nog niet, antwoordde ze langzaam. Het moet goede grond we zen, voegde ze er aan too. Ola Eriksen antwoordde niet. Hij reed maar voort. Zwijnejongcn! kwam er opeens. Ze zweeg. De jongen is wel goed genoeg, zei ze na een poosje. Het geslacht is goed, voegde zij er aan toe. Voor mij is het niet goed genoeg, ant woordde Ola Glomgaarden. Die zwijnejongen. Het klonk zoo recht 'van harte. Karen dacht na. Ja, dat is wel het ergste, antwoord de zij en heel even gleed cr een glimlach langs oogen en mondhoeken. Toen ontstak Ola Glomgaarden opnieuw in toorn. Vervloekte zwijnejongen! schreeuwde hij. De oude Grauwe kreeg een tik met den teugel en ging over in een kort drafje. Daarop werd hij met een ruk ingehouden, zoodat zijn kop omhoog ging en het wit der oogen zichtbaar werd. Nu glimlachte Karen Glomgaarden on verbloemd weg, Ja, waarlijk, dat is ook wel erg! zei ze. Maar Ola zweeg. Want nu reden ze voor bij Tegnstaden. Daar stond de huisvrouw in haar Zondagsche kleeren op de stoep. Wees welkom op de terugreis,'zei ze. Geen van beiden antwoordde. Het was duidelijk dat ze naar het 'dorp gingen. Zonder zelfs het hoofd om te keeren reed het tweetal verder. Zij keek hen na. Daarna lachte ze zachtjes in zich zelf, snoot haar neus, wreef met den rug van baar hand langs den mond en ving haar tocht aan, den bergrug op. Ola Eriksen keerde het hoofd naar haar om. O, ja! zei hij hoos. Nu komt haar tong in beweging; het heele dorp door! Ja, daar kun je zeker van zlj'n, ant woordde Karen Glomgaarden. En in diep stilzwijgen reden 'de heide oudjes verder den weg langs, het veer voor bij, huiswaarts. Den grooten Bruine hebben zc ook mee genomen, zei Ola Eriksen brommend, toen ze hij liet hek der hoeve kwamen. Ja, wie heeft ooit zooiets gehoord, ant woordde Karen, terwijl ze moeite deed een glimlach te verbergen. Het is acht dagen later. Ola Glomgaarden heeft niets vernomen van hen daarginds aan de andere zijde. Maar een nieuwe boot uit het Klein-Elve- dal is over de Glom aangekomen en ligt nu aan den oostelijken oever, vlak bij het veer. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 5