AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ZES DAGEN OP DE
'T VREEMDELINGENLEGIOEN ONTVLUCHT
Woensdag 28 September 1932
31e Jaargang No. 77
HET VERTREK UIT
KOPENHAGEN
Een zes-dacgsche bruiloft
gevierd
DERDE BLAD
NATUURLIJK
TWEE DESERTEURS TE
AMSTERDAM
HET COMPROMIS IN DE
BOUWVAKKEN
De gevolgen, als „windkracht acht'
de baren oproept en zwiepend
langs de scheepswanden jaagt
op de grens van Skagerak
en Noordzee
IV. (Slot;.
19 September. Wie vandaag auto
tochten wil ondernemen, vindt scight-
seeings gereed staan op de kade. Er zijn
tochten bij, die een uur of zes zullen duren,
met lunch onderweg. De Lloyd heeft er een
necl programma van opgemaakt, alle rich
tingen uit. 't Zit allemaal prachtig in elkaar.
Na de middag-excursie op Zondag en na het
amusements-bezoek des nachts, heb ik aller
minst neiging om vandaag opnieuw seigkt-
seeing te rijden. Er is een sterk contingent
dat wil gaan winkelen en de Kopenhaag-
sche taxi's komen daarin tegemoet door in
veelheid van wagens voor den steiger ge
reed te staan. In den morgen toeren wij
door de ochtend-stad. In de drukke straten
rijden wij mee in de file, die vrijwel overal
snel opschiet Nergens 'n verkeers-agent.
Zelfs niet op de ingewikkeldste knoop-pun-
ten. Een hardsteenen paaltje op een kleine
verhooging, gewoonlijk op den hoek van een
trottoir, draagt een licht-signaal, dat auto
matisch werkt; een halve minuut rood
licht en een halve minuut wit licht. En die
signalen zijn voldoende om in deze stad bet
rijverkeee zóó regelmatig te leiden, dat op
stoppingen zich niet voordoen en zelfs op de
drukste uren de langste file vlot verloopt In
het ganschc stadsbeeld treft den toeschou
wer een merkwaardige rust Omstreeks liet
middaguur van twaalf staan wij op een der
woeligste kruispunten, midden in de 6tad;
er is geen politie te zien. Ja toch, een eindje
verder loopt een gehelmde beambte, maar
hij wijdt aan het verkeer op de drukke krui
sing zelfs geen oog, wandelt langs de win
kelramen van groote magazijnen en geniet
den mooien Septemberdag. Maar aan de
kruising snorren alle richtingen om beur
ten voorbij, zonder dat er éón opgeheven
politie-arm aan te pas hoeft te komen. Er is
ook niet één chauffeur die zal probceren
nog door te glippen, als op zijn route het
licht rood is ga worden; dan stopt hij on
voorwaardelijk. En ook daarop is dus geen
politie-toezicht noodig. Op een der pleinen
dringt een vervaarlijk hoorn-signaal tot ons
door, hoewel niet valt te ontdekken, wie dat
signaal geeft. Tot opeens uit een der straten
in groote vaart een zieken-auto te voorschijn
schiet; deze auto heeft vóórrang boven alles.
Stoort zich aan geen enkel licht-signaal. De
wagen wiekt het plein over en verdwijnt
in een andere straat; het waarschuwingsgc-
luid is nog hoorbaar, lang nog. Het is 'n
automatisch-werkend signaal, waarvoor alle
verkeer moet wijken, of stoppen.
Aan het hoofd-station met z'n reusachtige
hall ziet en hoort men geen trein. Treinen
vertrekken en komen aan ondergronds. Een
twintigtal trappen voert naar de perrons
„beneden". Elke richting haar eigen trap,
zoodat het ook onder den grond stil is en
rustig. Na vertrek uit het station gaan de
treinen onder breedo bruggen door, zoo
dat zij nergens in de stad den openbaren
weg kruisen, om pas b u i t c n de stad langs
oploopende baan, weer op het gewone
niveau te komen.
Maandagmiddag kwart voor vijf. Do
riectrische kranen op den wal tillen de loop
brug uit elkaar; brok na brok hangt in do
énorme grijpers en zwaait af. Een zware
fluit-dreun galmt over de haven: alles van
boord wat niet meegaat naar Holland! Dan
maakt het wal-personeel de trossen los. We
derom echoot de stoomfluit door den om
trek. Alle passagiers van het schip buigen
zich over de railing, op alle dekken. Twee
krachtige 6leepboolen zijn ook nil weer
vóórgespanncn. Zij liggen héél in de diepte,
*!s men van boord af die trekkrachten
Poogt te ontdekken. Stukjes speelgoed
tegenover den kolos, dien zij zullen hebben
'veg to sleepen. De kade is zwart van de
menschen, om de afvaart bij te wonen. Ten
derden male bromt de fluit, nu zóó aanhou
dend en zwaar, dat wij aan boord staan to
'rillen. De commando-brug gerit aan de
sleepers hot toeken „vooruit", en thans wijkt
het schip langzaam van dc kade. De geul
'usschen boot en wal wordt al broeder en
breeder, tot het schip in de vaar-diepte is
gekomen en nu z'n schroeven aanzet. Het
water schuimt en bmischt en kolkt in
woeste branding omhoog. Dc sleepbooten
'rekken aan de „Baloeran" glijdt
'achtkens naar de havenhoofden, waar zij
hl het midden van dc vaarbaan wordt ge
trokken. De „paarden" maken dan los cn
haasten zich wèg, om buiten de zuiging van
°ns schip te blijven. Op de kade zwaait alles
met hoeden cn zakdoeken, wij wuiven tc-
teg, roepen vaarwel
Dc brug seint naar de machinekamer, dat
T|u alle motoren kunnen worden aange
draaid; de „Baloeran" verlaat Kopenhagen,
stevent tusschen de pieren door, en wendt
*lch naar zee.
Het is late namiddag. Omstreeks zessen.
Doels bewolkte lucht. En zéér frisch. De
zon zakt aan den einder, maar haar uittocht
is niet glorieus. Nog tracht zij eenige malen
van achter wolk-banken te voorschijn te
glijden, en kleurt zij de kust-lijnen rood.
Maar deze pralerij is haar niet gegund. Wol
ken-stoeten schuiven vóór; er spelen won
dere kleuren op de golven. Prachtige men
geling van tinten. De donker-gioenc zee
staat wit-gekuifd. Daaroverheen glijden
schaduwen van vluchtend rood cn grijs,
waartusschen-door paars en blauw willen
spelen, als wolken komen en gaan. De
fragiele silhouetten van Kopenhagen gaan
meerendeels schuil in den winnenden
avond. Nog enkele ranke kerkspitsen, nog
een heuvelkam, nog een vuurtoren op het
strand, maar het wordt al flauwer en zwak
ker. Dc „Baloeran" zet dc vaart er in. De
schroeven wentelen als demonische krach
ten in de diepe zes; een bellen-baan van
kokend schuim waait in trillende vlokken
wijd achter het schip uiteen. Het wordt
duister. Wij passeeren eilandjes, waar de
avond-lichten in het leven van eenzaam
heid der bewoners al ontstoken zijn, kleine
flonker-lichtjes, voor ons op verren afstand
Als donkere plekken in midden-zee laten wij
dio eilandjes achter ons; een enkele kust-
lantaarn blijft iets langer in 't zicht, maar
de „Baloeran" jakkert voort, splijt dc gol
ven cn snijdt zich baan door dc ópkuivende
deiningen, die' in hun wiegelingen ons schip
al verder en verder stuwen.
Wij zullen weer 36 uur voor de boeg heb
ben.
Van mist is geen sprake. In den donkeren
avond, die kil om ons heen klamt, is het
uitzicht onbelemmerd. Er staan geen ster
ren. De lucht is bepakt met wolken.
In de salons is druk discours. Over wat
wij achterlieten in bet Deenscbo land.
De gamelangs zingen hun weemoedig
liedje, waar toch iedereen naar luistert,
door de corridors, over dc dekken.
Tijd van tafel,
De muziek speelt: „Dasz gibt's nur ein
mal".
Laatste afscheid aan Kopenhagen. Der
letzte Grusz.
Aan het diner hcerscht een z?er geani
meerde stemming.
De Zondag en Maandag zijn voor ons alle
maal interessant geweest. Wij hebben héél
wat gezien. Iedereen neemt aan die dagen
dc allergenoegelijkstc herinneringen mee
naar huis. Wij wisselen aan tafel onze in
drukken uit, Dc conversatie is tintelend cn
geestig.
Boeng-roetsj!
Een bruischcnde golf kletst tegen de pa
trijspoorten van de eetzaal op, en sproeit als
een schuimende waterval langs den scheeps
wand af.
De gasten schrikken. Voelen in hotzclfdo
oogenblik een fiksche deining; liet voor
schip duikt in 'n diepte cn zwiept daarna
langzaam weer omhoog.
Men kijkt elkander vragend aan. Het ge
val beteekent niets, want de Javanen bedie
nen onverstoorbaar door en dc hofmeesters
vertrekken geen spier op hun spiegelglad-
geschoren gezichten.
Als de voorwaartsche wiegeling voorbij is
begeert dc „Baloeran" een zelfde manoeuvre
te maken, maar nu zij-waarts. Wij zwaaien
zoowat twee meter links uit de middellijn,
keeren in ons evenwicht terug en maken
daarna een gelijke zwenking naar rechts.
Het bedienend personeel zet zich schrap,
wiegt met gestoofde nieren en andijvie 5 la
crème vol gratie mee, en balanceert de plats
zonder ecnig afglijdings-gcvaar op onze
tafel.
De vertrouwden der zee knipoogen elkaar
lachend toe. De dames informeeren instante-
lijk wat er aan de hand is. Verschuiven hun
stoelen. Zien een nieuwe golf tegen de ramen
aanklotsen met eenzelfde muzikale begelei
ding: boem-roetsj. Het zeewater stuift in
schuimende massa's tegen het schip op en
deint in 'n brcede, dalende boog weer van do
boot af. Wij maken weer eenzelfde wiege
ling. In de lengte en in de breedte.
Enkele dames en hceren hebben bet direct
te pakken. Verdwijnen onmiddellijk uit do
zaal. Met den grootst mogelijken spo^d.
Zeeziekte!!
Storm? Weineen! Alleen opgeloopen wind.
Wat rondom het Skagerak dadelijk gevol
gen herit: een bewogen zee.
De zaal krijgt open plekken. Maar het
groote mcerendeel houdt zich dapper, al
wordt het vonkende gesprek wel ietwat ge
dempt, Zij, die oogenschijnlijk rustig door-
dineeren, vinden het toch maar raadzamer
verder niet al te druk te converseeren. Er is
meer onzekerheid in hen dan overtuiging
dat ze het zullen bolwerken. Het menu be
korten ze. Als ze het trappenhuis ingaan,
hebben ze de leuning geducht vast te hou
den. Het valt boven óók niet mee. De hut
bedienden hebben overal inderhaast een
emaille garnituur gereed gezet.
Ilct avond-concert in de socicty-hall is
minder bezocht. Louis Davids gaat veilig
heidshalve maar boven op den vleugel
zitten, waar hij „niet onverhoeds kan wor
den aangevallen". Als er een verraderlijke
golf tegen de Baloeran aanrent en het schip
uit z'n loodlijn schommelt, kan Louis
hoogstens óp den vleugel mee overhellen.
Geen nood! Hij zingt rustig verder.
Als ik 's nachts om éón uur in mijn hut
kom, een lade "it m'n schrijftafel ge
slierd en de stoel er vóór is ondersteboven
gekieperd. „Er zit dus wel eenige muziek in
de schuit" zeggen zo bij de marine.
Ik heb 'n sterk vermoeden dat niet alle 530
passagiers van de „Baloeran" dezen nacht
op de aangenaamste wijze hebben gepas
seerd. Als ik den volgenden morgen door de
corridor ga, hoor ik allerlei verhaaltjes van
„onraad",. Voor een van de patiënten is zelfs
de dokter gehaald.
20 September. De hofmeesteressen aan
boord hebben bet druk. Gaan vele hutten in
cn uit. Want vooral aan dc vrouwelijke
passagiers heeft de woelige zee verteld, dat
het niet altoos Mceresstillo und glückliche
Fahrt kan zijn.
Aan het ontbijt hcerscht 'n opmerkelijke
stilte. Tal van ledige'plaatsen.
Ik hoor van 120 zeezieken op ruim 500
gasten.
Toch zijn cr nog verscheidene», die met
smaak hun havermout oplepelen en een
spicgcleitjc met ham toe-nemen.
Aan dek liggen vele blceke lieden, in
reisdekens gewikkeld, op hun ruststoelen.
Vaal van kleur cn met gesloten oogen. Java
nen dragen appels aan, niet mes en vork.
Een appeltje schijnt wel eens verlichting te
brengen. Anderen zoeken heil in slappe
thee met een penning-beschuitje. En pro-
beeren daarna in slaap te komen. De zee
geeft slaap-zangen te over. De bruisching,
die het schip voortdurend omgolft, is één
machtig, melodieus lied.
Er loopt een aardige deining, waar we
door heen wiegen. Op cn neer links on
rechts. Volstrekt niet met schokken, zelfs
zéér geleidelijk aan, in constante regelmaat.
Maar zeilen doen we!
Op het bovendek een kort gesj)rek met
een der officieren.
Wat zegt u ervan?
Een lichte schommeling, antwoordt de
zeeman lachend.
I los noemt u dat nu?
Een gezellige bries in de touwen. Wind
kracht 8.
Wat verstaat u dan onder storm?
Dan hebben wij windkracht 12 5 13. Daar
zijn wo dus voorloopig nog niet aan toe.
Met deze boodschap ga ik troost brengen
aan de bezwaarden.
De lunch staat nog onder den invloed van
windkracht 8.
Aan liet diner is dc luwte al danig merk
baar.
Het wordt zelfs een feest:d»icr. Het is de
laatste groote maaltijd aan boord. De kapi
tein zit mede aan. Er wordt aardig ge
speecht. Door notaris Dinger uit Lunteren,
die namens de passagiers directie cn gezag
voerder van de Lloyd dankt voor de voor
treffelijke regeling waardoor het op de
„Baloeran mist en deining ten spijt, eigen
lijk een zesdaagsehe bruiloft werd. Dooi
den heer Ruichhaver uit Rotterdam, een
Si-jarige die vol-énergieën levenspleizicr
de reis naar Kopenhagen' medemaakte en
vertelt hoe dit zijn twaalfde zeetocht werd;
hij raadt iedereen aan te gaan varen op zee, i
om jpng tc blijven. En door den heer Ruijs,
directeur van de Rottcrdunischc Lloyd, die
den passagiers erkentelijk is voor den
aller-prettigsteh geest aan boord, waardoor
deze zeereis tot een fccsl-tocht was gewor
den, alle de dagen. Wij zingen tesumen liet
Wilhelmus. Dc muziek speelt vaderlandschc
liederen. Er wordt geklonken. Het is een
festiviteit,
's Avonds groot gala-bal. Tot slot.
Aangevangen te tien uur. En volgehou
den tot den volgenden morgen vijf. De mu-
ziek-kapel speelt zeven uur achtereen!
21 S e p t e m b e r. Te zes uur- in den och
tend tokkelen de Javanen hun gamelang:
Ontwaak, sta op, wij naderen de Tlolland-
schc kust!
De zee stuwt ons door de. damboofden den
Waterweg binnen.
Wij staan op bet bovenste dok. De nacht
is zoo goed als voorbij. De morgen is lich
tende over de landen rondom den Hoek. De
zon wil zich ontworstelen aan de omklem
ming van nog nachtelijke schaduwen. En
gloort Al meer door de nevelen. Een zilte
ochtend-wind waait om ons heen, als moet
ruim baan worden gemaakt voor Aurora,
die met baar vurig gespan den nieuwen dag
ons brengen wil. De lucht zuivert gaande
weg van wolken-stoeten, die achterbleven
van de donkere kocpeling der vóórgaande
uren. Ginds wacht weer het gewone leven.
Het mysterie dezer zes dagen glijdt van ons
weg. De réaliteit der dingen staat weer te
aanvaarden. De zee blijft achter. De stad
wenkt!
Het is daar op het hooge dek, alsof in den
glorieuzcn morgen die voller wordt, de
woorden zingen van Adama van Scheltema,
waarmee, als straks het schip zal hebben
gemeerd, dc dagcliikschc taak van den ar
beid we?r zal moeten worden opgenomen:
September! blaas uw witte buien
Als blaren van een rozenstok!
Blaas aan ons hart, tot het gaat luien
Als de uit Uw goud gegoten klok!
Totdat ons hoofd zijn lichten draagt
Als de aan Uw goud ontstoken lampen;
Tot straalt door al Uw blinde dampen
De dag, die uit Uw donker daagt!
September! blaas den hemel open!
Blaas door de wolken wagenwijd!
Tot onze harten overloopen
Van 't goud dat uit den hemel glijdt!
Tot onze schoot Uw licht bewaart,
Tot wij de lichte wereld loven
Tot onze oogen gaan gelooven
Aan alle heerlijkheid oji aard!
koop ik de benoodigde visch bij
IJmmder Vischhandel
H. GLASTRA Co., N.V.,
Utrechtschestraat 40. TeL 92.
Een billijk en betrouwbaar adres.
Meermalen bekroond.
Een Engelsch tankschip pikte hen
in de Middellandsche Zee op
Amsterdam, 27 Sept. Nadat verleden
week de Rotterdamsche haven door eenige
Engelschc journalisten in rep en roer was
gebracht vanwege twee Engclsche jonge
lui, die uit het Franschc Vreomdclingenle-
gicn waren ontsnapt cn met oen Engolsch
schip tc Rotterdam arriveerden, zijn heden
ook m de Amsterdamschc haven twee de
serteurs uit het legioen aangekomen, we
derom aan boord van een Engelsch schip.
Te twaalf uur arriveerde hedenmiddag
in de sluizen van IJmuidcn het Engelschc
tankschip „British Commodore", komende
van de Zwarte Zee cn opstoomende naar
de Amsterdamschc petroleumhaven, aan
boord waarvan zich twee deserteurs uit het
Franschc*. Vreemdelingenlegioen bevonden,
die verleden week in dc Middellandsche
Zee waren opgepikt, nadat zij zeven dagen
lang in een open boot hadden rondgedre
ven.
liet waren de 19-jarige Duitscher Walter
Altmeyer uit Heidelberg en de 34-jarige
Estlander Alfred Tramm, afkomstig uit
Dorpat.
Altmeyer had tot voor kort in Heidel
berg gewoond bij zijn ouders, die daar een
bakkerij hebben. .Doordat zijn moeder een
ongeval kreeg moest hij als bakker in de
zaak helpen. Waarschijnlijk verveelde hem
dit, want waarom hij op 20 October 1931 tc
Straatsburg teekende voor het Fransche
Vreemdelingenlegioen, begrijpt bij nu zelf
niet meer. „Wenn es cin E6cl zu Wohl ist,
geht er auf's Eis tanzen", zcide hij ons, en
als hij toen geweten had wat liet Vreemde
lingenlegioen eigenlijk is, had hij nooit liet
dwaze besluit genomen. Te Toule was hij
van uniform voorzien en over Marseille
werd hij naar Tunis getransporteerd, waar
hij werd ingedeeld in hét garnizoen te
Sousse, in liet eerste regiment cavalerie
van liet Vreemdelingenlegioen.
Hier maakte hij kennis met den 15 jaar
ouderen Estlander Tranim." die reeds een
veel meer bewogen' leven achter don rug
had. Tramm hoeft, namelijk meegevochten
tegen dc Sovjetrcgeering in de witte legers
van gener«aal Pctljocra in de Oekraïne.
Toen dc builcnlandschc cn dc witte inter
ventie-pogingen echter voor goed Waren
mislukt, viel hij in handen van liet Roodc
Leger en in 1925 werd hij door de G.P.Oc.
naar de Solowjetski-cilanden in de Witte
Zee, verbannen. Na een verblijf van ecnigi
jaren aldaar wist Tranim echter met eeni
ge kameraden te ontvluchten. Twee schild
wachten worden overrompeld en met het
geweer van een hunner gewapend gewa
pend, zwierven zij tien dagen door de bos-
sclien en toendra's van Noord-Karelié, om
uitgeput in Finland aan te komen, waar
Tramm een jaar bleef wonen, aanvankelijk
te Kottka, later te Hel6ingfors, Na een jaar
begaf Tramm zich naar Frankrijk, waar hij
cenigcn tijd in Parijs verbleef en later in
Toïilc terecht kwam, waar in Maart 1931
ronselaars hem overhaalden om bij bet
Vreemdelingenlegioen dienst te nemen.
Ook Tramm kwam in garnizoen te Sous
sc als soldaat tweede klasse in het eerste
cavaleric-regimént. Zoowel Tramm als Alt
meyer deden uitvoerige verhalen van de
•slechte behandeling die de soldaten in bet
Franschc Vreemdelingenlegioen ondcr-
eaan. Voedsel en ligging zijn slecht, de
dienst z>vaar, de behandeling minderwaar
dig. Tramm verklaarde, dat hij verschei
dene raaien heeft gezien hoe andere legio-
narissen door meerderen werden mishan
deld en bij zcide, dat de behandeling van
dc bannelingen op de Solowjetski-eilandon
door do Sovjet-soldaten nog beter was dan
die van de legionarissen in het Vreemde
lingenlegioen. Er werden dan ook herhaal
delijk pogingen gedaan om te deserteeren,
cn in sommige perioden probeerden bet
dan ook drie A vijf per da#, ondanks de
zware straffen, die de teruggebrachte de
serteurs kregen. En zoo goed als allen, die
tc voet ontsnapten, werden weer terugge
bracht. Slechts zij, die kans zagen met een
boot uit de haven te vluchten, maakten
een kans, om hun vrijheid te herwinnen.
Dat ook dit echter niet altijd lukt, heeft
Tramm zelf drie maanden geleden onder
vonden. Met een landgenoot had bij kans
gezien een boot in de haven van Sousse los
te maken. Vier dagen lang dobberden zij
met slecht weer op zee rond. Den vierden
dag werden zij door den storm weer op het
Tunisische strand geworpen, waar zij dooi
de gendarmerie werden opgepikt en gear
resteerd. Tramm werd veroordeeld tot 35
dagen zwaar arrest.
Hij bad ochter zijn pogingen niet voor
goed opgegeven. Ruim veertien dagen ge
leden, Maandagavond 12 September, liep
Tramm in de stad. Dc legionarissen mogen
zich na den dienst vrij door Sousse bewe
gen, doch moeten om 9 uur binnen zijn.
Kort vóór 9 uur ontmoette hij den jongen
Duitschcr Altmeyer, die in bet bezit van
een verlofpas was en derhalve pas om 11
uur *s avonds binnen moest zijn. Tramm
deelde Altmeyer mede, dat in de haven
een geschikte boot lag om te ontvluchten,
doch deze moest losgesneden worden. Geen
van beiden was in bot bezit van een me6
on aangezien Tramm niet naar de kazerne
kon gaan omdat bet bijna negen uur wa6,
ging Altmeyer naar de kazerne, waar bij
kans zag een keukenmes mee te nemen, en
zich weer bij Tramm te voegen. In de duis
ternis werd de boot, een roeibootje zonder
ma6t of riemen, ruim drie meter lang, los
gemaakt. Van planken werden een paar
riemen geïmproviseord cn zoo zagen zij
kans de haven uit te komen, nog steeds ge-
kleod in hun legioen-uniform en zonder
drank of levensmiddelen aan boord.
Ruim zeven dagen hebben zij zoo rondge
dreven. Een poging om bij het Italiaansche
eiland San Pantaleo aan land te komen
mislukte doordat het bootje cr voorbij
dreef.
Zoo werden zij verleden week Dinsdag,
20 September, des morgens te over half
acht, door de bemanning van de „British
Commodore" opgemerkt. Het weer was ta«
melijk goed en de beide deserteurs konden
dan ook gemakkelijk aan boord worden ge
bracht.. Beiden waren verzwakt en uitge
put, vooral dc jongste, doch aliebei waren
ze bij volle bewustzijn cn gezien de om
standigheden mocht bun toestand zelfs
vrij goed worden genoemd. Aan boord van
het Engclsche schip worden zij zeer gast
vrij opgenomen cn de goede scheepsvocding
deed hen in een woek tijde weer geheel op
knappen.
In de Petroleumhaven zijn do Duitscher
en de Estlander vanmiddag to vier uur
door den Vreemdelingendienst der politic
van boord gehaald, aangezien zij noch in
bet bezit van een paspoort, noch van ecnig
middel van bestaan zijn Zij zullen waar
schijnlijk echter geen moeilijkheden onder
einden. Reeds is de bemiddeling van hun
consuls te Amsterdam ingeroepen en Alt
meyer zal zoo spoedig mogelijk naar zijn
ouders te Heidelberg tcrugkeeren. Tramm
heeft geen verwanten in Estland en voelt
er dan ook weinig voor om naar Estland
terug te koeren. Hij wil trachten ergens
anders werk te vinden om zich dan daar
voorloopig te vestigen.
De R.-K. patroons keuren het goed
A m,s t e r d a m, 27 September. Heden
middag beeft hier ter stede de R.K. Ver-
ceniging van Patroons in de Bouwvakken
vergaderd over het bekende compromis tus
schen do besturen van de werkgevers on
werknemers in dc Bouwvakken bij het
Landelijk Collectief Contract. Dit compro
mis was tot stand gekomen op den grond
slag van verdaging der uurloonen op ini
tiatief der Hcgcering. Deze laatste zou extra
subsidie geven aan de werkloozenkassen»
mits de loonen zich aanpasten aan de ge*
wijzigde omstandigheden.
Dc leden der R.K. Patroonsvereeniging in
dc Bouwvakken hebben zich hedenmiddag
met deze voorstellen vereenigd met 113 te
gen 5 stemmen. Door deze beslissing heb*
ben nu allo patroonsvorcenigingen bet com
promis goedgekeurd, evenals de Roomsch-
Katholieke en Protestantsch-Christelijke
Werkncmersverecnigingen.
De Algeincene N'edeiïandscho Bouwarbei-
dersbond zal vóór 3 October nog een refe
rendum houden onder zijn leden.
DOODELIJK ONGEVAL.
Kaatsheuvel, 27 September. Heden*
avond te ongeveer zes uur was de groente
handelaar C. J. Verdoovercn uit. Eeten
(Nrd Br.) in de Tclefoonstraat met zijn
groentevrachtauto aan het venten. Terwijl
hij een kooper aan bet helpen was, ging het
dochtertje van den heer C. Musters voor
den wagen spelen. De groentehandelaar,
die het meisje niet bemerkte, zette enkele
oogenblikkcn later do auto in beweging,
met hot noodlottig gevolg, dat het kind
werd aangereden. Hot werd met inwendig*
kneuzingen opgenomen en is enkele minu
ten na bet ongeval overleden.
GROOTSCH PLAN VOOR WERK-
VERSCHAFFING.
Een meer bij den SijsjestoTg,
Huizen (N.H.), 27 September. De ge*
meenteraad van Huizen (N.H.) heeft beslo-»
ten om het terrein van 40.000 M2. bij den
Sijsjesberg aan te koopen voor 100.000.
Er zal een meer worden gegraven van der
tig Meter diepte. 75 a 100 wcrkloozen zul
len er V/i jaar werk hebben raet het uit
graven van zand. Voor dit zand zijn reeds
gegadigden gevonden. Aan loonen za!
130.000.worden betaald, volgens de
Rijksregeling. Langs bet meer zullen plant
soenen worden aangelegd.
Het werk zal worden uitgevoerd ondeï
toezicht van de Nederlandsche Heide Maat*
schappij.
1'
VERDUISTERING VAN EEN PARTIJ
DIAMANT.
Diamanthandelaar aangehouden*
Amsterdam, 27 September. Op ver*
zoek van de Belgische justitie is heden hier
ter stede door do justitie een huiszoeking
gedaan bij den diamanthandelaar W. op
het Frederiksplein.
Do Belgische justitie heeft het vermoo*
den, dat door dezen diamanthandelaar een
partij diamant aan een faillissement te
Antwerpen zou zijn onttrokken.
Het onderzoek moot weinig resultaat
hebben opgeleverd, maar men heeft den
beer W. voorloopig overgebracht naar het
Huis van Bewaring