^biid a o
390.-
M. A. RAMSELMR
Aniersfoorlsch
GERHART HAUPTMANN
FIRMA
Mahonie
Slaapkamer
VanAei
DELFTSCH-AARDEWERK
a ACHTERBERGH
MEUBILEERING
DE EERSTE LACH
STERREN EN TRANEN
DE FORD FABRIEK DRAAIT
Lit-jnmeaux
160 c.M. breed
spiegelkast
toilettafel
talcl en 2 stoelen
ALS GEhCHENK DOOR
IEDEREEN
GEWAARDEERD
ALLEENVERKOOP
WESTSINGEL 10-U
■ttlBÊa
door H. G. CANNEGIETER.
Een vrouw, die haar man had verloren
en die na dit sterfgeval bijna krankzinrtic
I.v.Hanlsmart was geweest, betrapte, toen ze
eens in gezelschap van haar vriendinnen
den'avond doorbracht, zich er op, dat ze
weer had gelachen. liet was de eerste maal
sinds den dood van haar man, dat ze voor
eenoogenblik haar droefheid vergat, en
eensklaps overviel haar een onbehaaglijk
gevoel.
Het was, of haar vrool ijk beid vergezeld
ging van schuldbesef. Alsof zij iets ongeoor
loofds gedaan had. Was deze lach geen on
trouw jegens haar dierbaren afgestorvene?
Maar het was niet dit besef van persoon
lijko schuld, dat haar het felste stak. Deze
tekortkoming was erg, maar erger nog de
noodwendigheid, waarmee zij zich opdrong.
Want dc vrouw had zich tegen deze vlaag
van vroolijkheid niet kunnen verzetten.
En dit veroorzaakte iets van weerzin in
haar. weerzin niet alleen jegens zichzélf,
maar ook weerzin jegens het leven, dat haar
noodzaakte, haar droefheid ontrouw te vvr>--
den. Tegen deze macht van het leven, dit
voelde ze wel, kon ze niet oo.
Langen tijd had ze den strijd tegen het
noodlot gestreden. De strijd teven het ver
geten van haar smart, de strijd tegen de
herleving van hare vrooliikheid. De eercfp
vaD weken was ze van verdriet buiten zichzelf
geweest, en er was niets ter wereld, wat
ou haar belangstelling inboezemde. Na een
maand had zc al weer eens een gesprek mei
haar buurvrouw gevoerd en ze had de
op krant ingekeken. Na zes weken neuriede ze
een wijsje, cn ze had. zoodra ze het zich be
wust werd. haar z an "lust den kop inge
drukt. En nu. nauwelijks, twee maanden na
s3t den dag der begrafenis, had ze gelachen!
s Ze had gelachen, hoewel ze niet lachen
pX wolTgEn nu wist ze, dat ze morgen wear zou
lachen en overmorgen misschien luidop zou
■l>'" zingen en ever een jaar met haar kennissen
c,lr genoeglijk zou uitenan zonder verder te
denken, aan hem, dien ze zoo diep betreur
de.
'en' Dit vond ze het afschuwelijke van dezen
eersten lach: dat hij haar begrijpen deed.
dat ook de rouw vergankelük is als heel
de rest van dit anrdsche bestaan. Men kan.
A hoe gaarne mön 't zou willen. ni"t eeuwig
-or- door treuren. Ook aan de droefheid zijn
grenzen gesteld,
van En dit is voor velen onzer een onaan erena
me ervaring. De eerste lach smaakt bitter,
Niet alleen na oen tijdnerk van rouw, maar
ook als men zich opricht uit een booze of
iote, mismoedige bui.
Men is door de tegenslagen van 't leven
terneergedrukt. Een onderneming is niet ge
slaagd, een arbeid op teleurstelling uitge-
loopen. De tijden waren ongunstig, de om
standigheden hebben tegengewerkt. Ten
slotte heeft men het hoofd laten hangen en
er de brui van gegeven.
Laat niemand in de nabijheid van het
slachtoffer der mismoedigheid komen! Hij
kriigt het somberste oordeel over het lover
te hooren! De ernstigste beschuldigingen
stapelen zich op. De wereld deugt niet, dc
mcnschen ziin voor de ééne h"lft dwalen en
v voor de andere helft misdadigers. De for-
tuin heeft het altüd on den ongelukkige
voorzien. Alles mislukt hem: hij is on^c
schikt voor dit leven cn waarvoor heeft zijn
begaan nog waarde?
Men kan wekenlang mokken, maar f°ris
komt er aon h"t mekken c«o rmde. Men
Kan wekenlang h^os ziin of uit ziin hn^^u-
,#>r' maar onverwachts speelt een zonnestraal
erhv door de wolken. Daar h"lpt niet de koppig
ste halsstarrigheid tegen!
Dei ..Ziezoo, hij la^M, weer!", zegden de om
hei- standers zo kijken verheugd. Maar de
micmo-d'go man. die voor zijn c'gcn vroo-
ler- liikh"!d j<? verrast, voelt een we°ë gewaar-
ka- wording. Was z;»n zwartgalligheid d"'i zoo
wemig gegrond? Was zün somberheid zoo
weinig g"rnnend? Is h;j geen ernst'g m?i.
dat h*i zün toch zoo onrechte verontwa^rdï-
ma- p;ng zoo maar ine™*» ken vrgeton? Ook dit
l?a\ slachtoffer a^ht z'nh schuld?? aan ontrouw
je"^r>s zün in^erliikste gevoelens.
Wat. js de reden van don weerzin, dip rl"o
ee-efpn lach na het verdroot vnrgezplt? Me
Onder bovenstaanden titel schrijft Jan
van Ees geestig en menschkundig in „Do
Toorieelspiegel" over: Maurice Chevalier,
Wij citccren:
Chevalierwat schuilt er achter zijn
iedereen, zoowel mannen als vrouwen in-
palmcndcn lach? Wat schuilt er vaak ach
ter de charme van vele groole komieken?
Ik ken er zulke, die voor een stralend,
juichend publick stonden, lachten, bogen
onder daverend applaus, om daarna mij
in hun garderobe te verteilen van hun
nameloos, ontstellend leed.
Chevalier, de lieveling van Parijs, Ame
rika, we kuiinèh gerust zeggen van de
gansche wereld werd, nu twee jaren gele
den ongeveer, in een variété te Nizza
uitgefloten.
Daar stond hij, stralend, zingend, het pu
bliek in verrukking naar hem opziend,
naar zijn niet te imlteeren lach.
Plotseling overviel hem een niet te de-
finiecren woede ot'cr het lachen van een
bepaalden meneer ergens in het parket.
Hij sprong van het podium in de zaal,
stormde op den man af en ontlastte zijn
verontwaardiging in een stortvloed van
scheldwoorden, die hij waarschijnlijk uit
zijn Parijsöhen garnin-tijd had overgehou
den.
Het publiek, oerst in de veronderstel
ling, dat dit intermezzo bij zijn optreden
hoorde juichte zijn lieveling bij deze
nieuwe grap nog onstuimiger toe dan lo
voren; echter toen de lijdende partij luid
keels begon te tc protesteeren en in de zaal
schreeuwde, dat hij oorlogsinvalide was en
het een schande noemde, dat Chevalier
hem op deze wijze behandelde, kwam men
tot de conclusie, dat het hier orn een ern
stige kwestie ging en begon men luide te
protestecren.
Chevalier Word, toen hij het podium
wederom betrad, niet met donderend ap
plaus, doch met gekrijsch, gesis cn gefluit
ontvangen.
Wat was er geschied?
Was hij plotseling gek geworden? Dat
niet. Slechts zijn zenuwen hoevele ja
ren achtereen worden die niet gespannen,
óverspannen, hadden hem eindelijk eens
in den steek gelaten.
Hij begon met in Amerika tien mille in
de week verdienen, wat in het jaar
daarop steeg tot veertig mille. Om zes da
gen in een autoniobiclteiitoonstellingsge-
houw te San Fransisco zesmaal twee
liedjes tc zingen, toucheerde hij een slor
dige ton.
Eén optreden te New-York dertig mille
en zoo gaat men voort.
Hij zwemt letterlijk in het geld. Heeft
een verrukkelijke villa iiVLa Booa bij Can
nes, bezit automobielen, kan Zich de groot
ste weelde veroorloven, doch' zijn zenuwen
hebben onder dit-alles zeef geleden. Een
lijfarts begeleidt hem overal om hem' te
helpen als de zenuwen hem weer eens dc
baas worden.
Na zijn eersten terugkeer naar Frank
rijk heeft hij het den interviewenden jour
nalisten bekend: Amerika ligt schijnbaar
aan mijn voeten, maar men laat me hier
werken als de Arabier zijn lastdier. Men
vergt het uiterste van mij, gunt me geen
cogenblilc rust, ik word voortgjaagd
ik kan niet meer. Ik ga nu terug naar
Frankrijk, minstens vier maanden wil ik
in La Boca tot rust trachten tc komen.
Misschien treedt ik nog op in Londen, Ber
lijn en andere Europecschc hoofdsteden.
en dan na vier maanden zal ik helaas
weer naar Amerika terug moeten keeren."
Allicht zou men nu vragen: Waarom:
waartoe het bittere einde, dit ruste
loos jachten? Dat steeds meer vergaren
van millioenen? Men weet het niet. Of is
het, dat dergelijke figuren geroepen zijn
de wereld te blijven boeien, de zorgen en
kele uren tc doen vergeten,wat een roe
ping kan zijn, een niet te onderschatten
veiligheidsklep in de jagende, niets ont
ziende onverbiddelijk eischendc machi
nerie, die het leven is?
Chevalier neemt voor korten tijd afscheid
van Amerika. Hij staat aan boord van een
luxueuzen mailstoomer. Een betrekkelijk
kleine, heelemaal niet opvallende man, met
een grauw, onvriendelijk gezicht. Dc foto
grafen stellen hun apparaten in.
„Als u klaar bent, heeren, waarschuwt u
mij wel even."
Nog een oogenblik onderhoudt hij zich
met den gezagvoerder; dan:
„Meneer Chevalier, mag ik u verzoeken?"
Hij herstelt zich, trekt even aan den rand
van zijn hoed, haalt diep adem en dan, als
gaat er een zon op, verschijnt do bctooveren-
de glimlach, die heel zijn gelaat maakt tot
een masker van stralende blijheid. De glim
lach van Chevalier, die hem een fortuin
inbrachtcn hem zijn zenuwen sloopte.
DE NIEUWE ZIONISTISCHE ZENDER.
Dc Zionistische zender te Tcl-Avlv, welke
onlangs in gebruik is genomen, bestaat uit
een 456 M. zender en een kortegolfzender.
welke momenteel gebruik maakt van de 5'»
M. golflengte. De uitzendingen, welke voor
dc Israëlieten in de wereld bestemd zijn
geschieden in het Hebreeuwsch; daarnaast
wordt ook gebruik gemaakt van Engelsch
en Arabisch. Er worden reportages gege
ven van heilige plaatsen zooals de Klaag
muur. Verder worden er schikkingen ge
troffen om in de Vsreenigde Staten heruit
zendingen van op den Joodsche Godsdienst
betrekking hebbende programma's moge
lijk te maken.
dunkt, we moeiten tieh M:» zijn, dat er na
jjg. re""n wwr zonnese.hün volgt.
Maar de eerste iaM-> stemt ons wrevi
11"
llii-l
omdat ze ons on n!'nl'ike wiize erv""*en doet
hon ivemig vvü met onzen pprco^i-,1 jjkon wi
fe verMleri hrhben over d"n wil d"r natuur.
1 d;e roV freTr)oed«b°w^'Tinc,en der men
schep doet rijzen en dalen nis eb en vl^ed
6Cr< w'««eien nis nncM en dn.-z zonder réVe
nin«? fe houden met de hof,,vin^<m en belof
ten wdke de mcnschen zichzelf hebben op-
g(*l<*~d.
Wli velzetten ons te""o den voortduren-
rist. dep erroei. fe"on het ontkiemen. Moeien en
sterven. waaraan ook o""" mnerl'lVp fpvne-
lens 7'fn Ond'-"-'"i-"rr>op. t-ocf p>»<;
..De
tog.
op'." n'Mnkelijkheid en onbestendigheid te
erKénncn.
door F. PRIMO
15 November wordt een der grootste, nog
in leven zijnde Duitscho dichters cn drama
turgen, Gerhart Hauptmann, 70 jaar.
Over de heele beschaafde wereld zal dit
feit in artikelen en beschouwingen geme
moreerd worden en in or.s land zal de grijze
Duitscher, wiens beteekenis voor Duitseh-
land en de kunst men den laatsten tijd zoo
gaarne met die van Goethe vergelijkt, ge
vierd worden o.m. door een opvoering van
zijn laatste drama ..Vor Sonnenuntergang"
door het Rotterdamsche Hofstadtooncel dat
met veel succes in Den Haag is opgevoerd.
In de cültureele geschiedenis van het
Duitsche volk en in de wereldliteratuur is
de dag van 15 November as. inderdaad van
beteekenis en het loont de moeite in dit ver
hand eens even een terugblik te werpen,
niet alleen op het oeuvre van Hauptmann,
maar meer nog op de periode, waarin hij
I zijn roemrijke loopbaan als kunstenaar is
begonnen, n.l. de periode van het natura
lisme.
De geest van verzet tegen het bestaande
had zich in het drama reeds sinds jaren voor
het eigenlijke optreden der naturalisten doen
voelen. De drama's van Fitgers, IS401009,
dragen daar de kenteekenen van en ook
jongeren van Fitgérs, die geheel stonden
onder den druk van een ware „Sturm und
Drangperiode", mankte gebruik van den
dramatischen schrijftrant om hun gevoe
lens en gedachten uit fe drukken. Wij noe
men als typisch voorbeeld Gustav Köhler
(1848) en zijn drama „Kinder des Hausss"
(1882). Maar al deze prae-naturalisten kon
den zich niet losmaken van den traditio-
neelen, overgeleverd en kunstvorm; zij
brachten een handeling op het toonecl, zij
voerden die op tot conflicten en oplossin
gen, lieten hun personae daarbij gaarne
lange monologen houden en kregen zoo
doende een dramatische vorm die totaal af
week van het leven zelf. van dc natuur.
Tegen deze overleveringen nu was het,
dat het „drama der jongeren" waartoe
Hauptmann zou behooren, zich verzette.
Zij zouden alleen nog slechts geven wat na
tuurlijk was, ongekunsteld, onopgesmukt,
nngefatsoeneerd. In de werkelijkheid, al
dus redeneerden zij, bestaat geen onge
bouwde handeling, want heel ons doen en
'aten wordt steeds bepaald door ontelbare
kleine motieven, feiten en gebeurtenissen,
die zich meer bewegen in een bepaalde
richting dan zij culminccren in een ze.ker
punt om weer te zakken tot alles tenslotte
naar een bevredigend einde loopt. De z.g.
slottafereclen van de bedrijven met een be
rekende climax waren voor die jongeren
eenvoudig leugers, omdat in dc werkelijk
heid iets dergelijks gewoonweg niet be
staat. In het leven van iederen dag spreekt
niemand zulke lange, prachtig gesmeede
en aan elkaar geregen volzinnen maar men
bedient zich veeleer van korte opmerkin
gen, half verminkte woorden, vaak slechts
van klanken, blikken, gebaren. Het nieuwe
drama zou naar vorm en opbouw geheel
naar de natuurlijkheid gericht zijn en mo
nologen zouden onvoorwaardelijk geweerd
worden.
Doch men verviel daarbij al heel spoedig
in schadelijke excessen: men kreeg 'n soort
verhaal op het tooneel dat in gesprekken
opgelost scheen, waarin men langs kunst-
matigen weg inderdaad monologen en der
gelijke had geweerd, maar dit alles ten
koste van de waarheid, die ook hier in het
midden bleek te liggen. Monologen komen
wel degelijk voor in het leven cn als vol
komen artificieel is dat niet te beschou
wen.
Er was een ander gevaar, dat als een kin
derziekte het z.g. naturalisme bedreigde,
n.l. de taak op het tooneel. Men brak plot
seling met de inderdaad opgeschroefde ro
mantische taak, die o m. zonder invloed
stond van Dumas on Sardou; zij was on
waar. Men wilde meer terug naar Ibsen,
doch men overdreef aanvankelijk deze „na
tuurlijkheid" want al is het waar dat men
in het gewone leven vaak gebroken zinnen
gebruikt, toch doet zulks niet iedereen;
lang niet. Het neerschrijven van onderbro
ken volzinnen, het steeds gebruiken van
dialect, was slechts een schijn-natuurlijk
heid, maar in feite een nieuwe conventie,
zooals overigens het overvloedige aan
geven van alle tooneeldetails, feitelijk niets
anders was dan de beschrijvingen in een
roman of novelle. Ten behoeve van al deze
nieuwe voorschriften, die in wezen nieis
meer dan uiterlijkheden waren, verloren
deze consequente naturalisten een tijd lang
het hoofddoel uit het oog: het scheppen
van rijpe, tot bewustzijn en helder inzicht
geheven, evenwichtige mcnschen. Zij zelve
waren onklare, geesten, die meenden het
diepste der menschcnziel te kunnen peilen,
doch zij verloren zich in een reeks kleine
motieven, die hen van de hoofdzaak, de
psychologische handeling deed afdwalen.
Men gooide zich met voorliefde op het
hatelijke, het verachtelijke, het afstootendc.
En aangezien de naturalisten dezer periode
zich keerden tegen alle z.g. sociaal verkeer
de toestanden,tegen alle maatschappelijk
onrecht (dc sociaal-democratische gedach
ten van dien tijd) zoo sloop overal in dc
drama's een soort onartistieke tendenz in
de teekening van personen en hun milieu.
Of er nu in de onderste lagen der bevol
king wel inderdaad zooveel hatelijks en
gemeens was, interesseerde de auteurs toe
niet. Alles wat maar een anderen klank
zou laten hooren of een lichtende kleur zou
verschaffen, moest geweerd worden ter-
wille van de z.g. eenheid van atmosfeer. De
dichterlijke fantasie werd geofferd aan het
naturalistische einddoel en zoo kreeg men
ook nu weer niet op het tooneel de „echte"
waarheid, maar 'n gekunstelde, 'n gefat
soeneerde, ofschoon onder een anderen
vorm en in ander, verband. Het was ook nu
weer een vergissing, zooals het gewraakte,
valsche idealisme dat alle tusschcnliggen-
de schakeeringen en alle duisternis uit
schakelde om slechts zijn licht als eeuwige
waarheid te laten stralen, vóór het ont
staan van het naturalisme, een dwdling is
geweest. En juist omdat deze nieuwe na
turalistische richting, hoewel ze vele be
langrijke en minder belangrijke onderdee-
lcn van het drama juister beschouwde,
naar haar innerlijk wezen toch onwaar is
geweest, daarom is het dat zij tenslotte toch
zoowat nergens heeft kunnen stand hou
den.
Dit is wel de hoofdreden, waarom Haupt
mann nooit in de litteratuur de hoogte
van den universeelen Goethe zal kunnen
bereiken.
Na den grooten strijd, welke er destijds
lusschen Rotterdam cn dc hoofdstad ge
voerd is, laten wij maar zeggen om „do
Ford-fabriek", hebben, zelfs wij, Amster
dammers, den laatsten tijd eigenlijk wei
nig meer gehoord. Een foto van het heien,
een bericht over het verschuiven van een
stuk opgespoten land cn de scnsationeele
verhalen over een welgeslaagde Roodo
Kruis-oefoning, waarbij het fabrieksgebouw
in aanbouw het middelpunt van dc ramp
voorstelde, was vrijwel alles Begrijpelij
kerwijs baart dus de mare, dat de Fordies
van „Amsterdamsch fabrikaat" al lustig
langs 's IIccrcn wegen rijden, wel ecnigo
verwondering. Een telefoontje naar het
kantoor van den Havenmeester, den altijd
zoo heminnelijkcn lieer \an de Poll, is vol
doende om oogcnblikkelijk passage te ver
zekeren naar Amsterdam's nieuwe indus
trie, waar na een groot half uur varen met
de snelle politieboot door een haven, die
een vleugje opleving te kennen geeft, het
inderdaad blijkt, dat de berichten betrouw
baar zijn. Do Ford-fabriek werkt Wel
hccrscht op het groote fabriekscomplex
even voorbij de Hembrug, waar aan het
Noordzcekanaal ccn speciale Fordhavcn is
gegraven, nog de groole warboel van bouw-
bcdrijvigheid cn regeert binnen in de groo.
to fabriek nog een legertje werklui, die -Ie
laa'.stc hand aan smeed- en timmerwork
cn aan de eigenlijke fabrieksinrichting leg
gen. En ook de.loopcnde band, do produc
tielijn, waar allo afdcelingen van het gsn-
schc fabricageproces uitmonden, ligt nog
stil oin de Hollandsche werklieden in to
wijden in alle détails van deze streng gera
tionaliseerde productiemethode, waarbij
volgens Taylor-sys'.ccm elke werkman door
spccialisa'.ie een maximum arbeidspresta
tie heeft tc geven. Maar het zal niet lang
meer duren of men is hier gereed voor den
aanval op het Nederlandsche publiek met
niet minder dan 80 wagens per dag. die
binnenkort door den band zullen worden
afgeleverd. Iiicr is een industrie verrezen,
die aan 400500 mannen werk zal geven
cn dus voor de hoofdstad een belangrijke
aanwinst genoemd kan worden. 100^.00
mannen, want geen enkele vrouw of
meisje vindt men hier in het groote fa
brieksgebouw of in do kantoorlokalen. En
liet doet even vreemd aan om op do plaats
aan het groote tableau in dc telefooncentra
le, waar zich ook dc bezoekers melden, ccn
mannelijke „telefoniste" te vinden. Men
voelt in het groote kantoorgcdcclte, waar
een hyper zakelijke stemming hccrscht.
toch nog iets van Amerika Alle werklie
den dragen het woord Ford op hun overall,
de kantoren zijn streng zakelijk cn op het
oog efficiënt, ingericht. Veel kaartsystemen
en landkaarten, grafieken en geteekendo
afzetgebieden met vlaggetjes cn spelden cn
door alles heen proeft men systeem. Ik
denk een oogenblik aan de Amerikaanscho
mentaliteit cn de soms eigenaardige ma
nier van solliciteeren, daar toegepast. Het
is een bijna ondenkbare illusio om hier nu
iemand te zien binnenloopcn, die zal zeg
gen: „Meneer, ik wil hier van deze nieuwe
fabriek dc directeur worden' cn die
het dan wordt ook. En al evenmin ligt hét
voor de hand, dat een Hollandsche werk
man naar aanleiding van een buiten ge
plaatst bord, dat een flinke arbeider vraagt
stel het geval, dat het in werkelijkheid
nog zoo ging om mcnschen te krijgen, die
willen werken den baas te spreken
vraagt cn hem eenvoudig vertelt, dat hij
dat bord weg moet laten nemen, omdat hij
de flinke werkman is, die men zoekt! Dit
soort gedachten komen op, wanneer tijdens
het antichambrceren zich af cn toe wat ge
willige werkzoekenden aan het niet on
vriendelijke loketje melden om een kansje
te wagen. Heelemaal niet Amcrikaansch.
Trouwens, ik betwijfel of dit ver doorge
voerde onafhankelijkheidsgcvoel wel suc
ces zou opleveren, voornamelijk ook waar
de tijden zich tot deze wol origineele ma
nier van solliciteeren al zeer slecht lecncn.
Vóór de Fordfabriek officieel geopend zal
worden gaan wellicht nog verschillende
maanden heen. Er is nog veel te doen vóór
de fabriek zich leent tot officieele bezoe
ken en definitieve in-gebruik-neming. Nog
komen dc zolderschuiten met Engclscho
Fords de Fordhavcn binnenvaren, aange
zien de productie blijkbaar nog niet toe
reikend is om aan de vraag tc beantwoor
den. Doch het gaat hier alles snel, men kan
geen peil trékken op eigen prognoses en
het is niet uitgesloten, dat plotseling een
modelinrichting op volle kracht functio
neert, waar thans nog het begin pas is ge
maakt. Bij Ford zijn wij aan verrassingen
gewend. Stond niet de fabriek al eens in
Rotterdam? En werden niet bij het direc-
ticbczoek alle plannen Ie niet gedaan om
Amsterdam de eer van een automobielin
dustrie to la Ion?
.VAN SIEGEN,