Cognac Vieux XXX
HET KAPITAAL VAN DE P.U.E.M.
J. A. Schoterman Zn.
DE TARIEVEN NIET
TE HOOG
Als het voorstel ver
worpen wordt
HET G00ISCHE NATUUR
RESERVAAT
per flesch f3,85
Nieuwe Uitgaven
Die te AmersfoortZeist en Veenen
daal behooren tot de laagste
in Nederland
Aan het schriftelijk antwoord van Ged.
Staten naar aanleiding van het verslag dei-
commissie van rapporteurs nopens het
voorstel van Gedeputeerde Staten tot het
vcrlcenen van toestemming voor een wijzi
ging van de Statuten der N.V. Provinciale
Utrechtsclie Electriciteits-Maatschappij en
tot deelneming in de uitbreiding van het
maatschappelijk kapitaal dier N.V., ontlee-
nen wij het navolgende:
De wenschelijkheid van uitbreiding van
het aandeelenkapitaal van do P.U.E.M. is
in den loop der jaren meer dan eens in ons
College, en, naar ons bekend is, ook bij het
Bestuur dier Vennootschap besproken. Bij
de P.U.E.M. zat daarbij de gedachte voor,
dat 't huidige aandeelenkapitaal 500.000)
niet in de juiste verhouding staat tot de
aangegane obligo's 13.000.000.Ons
College, de juistheid van deze zienswijze
wel erkennende, heeft aanvankelijk zich
weerhouden gevoeld in die richting mede
te werken. Immers het verschaffen van dit
nieuwe kapitaal, hetwelk uiteraard geheel
of in hoofdzaak voor rekening van de pro
vincie zou komen, zou het opnemen van
een geldleening noodzakelijk maken, wel
ker jaarlijksche lasten niet of nauwelijks
uit de vermeerdering van dividenduitkec-
ring zou worden gedekt.
Van een algemeene klacht, dat ondanks
'de belangrijke verlagingen van de laatste
jaren de tarieven nog veel te hoog zijn, is
ons niets bekend.
Dat deze tarieven in het algemeen te
hoog zouden zijn in verband waarmede
sommige leden het noodzakelijk achten de
winst in de allereerste plaats tot verlaging
dier tarieven te besteden is trouwens in
6trijd met de werkelijkheid. Een enkele
blik in het jaarverslag kan dit duidelijk
maken. De lichttarieven, die in Amersfoort,
Zeist, Veenendaal gelden, behooren tot de
laagste in Nederland. Een niet onbelang
rijk deel van de afnemers van de P.U.E.M.
in de provincie Utrecht betaalt voor licht
een enkel tarief van 20 cent, een prijs, die
lager is dan in de gemeente Utrecht, ter
wijl bij vastrecht tarief een k\Vh-prijs geldt
van SVs cent, eveneens een prijs, die tot de
laagste in ons land kan worden gerekend.
De tarieven voor de industrie zijn er op
berekend, dat de clectriciteit kan concur-
reeren met eigen krachtopwekking; wordt
aan dezen eisch niet voldaan, dan gaat de
industrie tot eigen krachtopwekking over.
De P.U.E.M. heeft zich niet uitgesproken
in hoeveel jaren zij het nieuwe kapitaal
van 1.350.000.uit de winst ten behoeve
van de aandeelhouders denkt te vormen.
Dit hangt uiteraard van de bedrijfsuit-
komsten af. Uit dien zelfden hoofde 6taat
met name niet vast, welke grootere bate
aan dividend dientengevolge over het jaar
1933 wordt verwacht. Deze onzekerheid
achten wij geen bezwaar, nu die bate be
stemd is om te dienen tot reserveering en
met tamelijk groote waarschijnlijkheid mag
worden verwacht, dat binnen een beperkt
aantal jaren uit deze bron een jaarlij ksche
bate van omstreeks 100.000.aan de pro-
.vinciale middelen zal toevloeien.
In antwoord op de vraag, wat de ven
nootschap aan inkomsten zou derven, in
dien de lichttarieven, voor zoover zij thans
nog hooger zijn dan 23 cent per kWh, ai-
gemeen tot dit bedrag werden terugge
voerd, met een evenredige verlaging van
de vastrechttarieven in de gemeenten,
waar het enkelvoudig tarief meer bedraagt
dan 23 cent per kWh, werd ons door de
directie van de P.U.E.M. medegedeeld, dat
hiermede naar schatting een bedrag van
ongeveer 100.000.— per jaar zou zijn ge
moeid.
Het antwoord op de vraag, of gedurende
den tijd, welke met de beoogde kapitaal
vorming zal zijn gemoeid, tariefsverlaging
praktisch is uitgesloten, kan o.i. ontken
nend luiden.
Een schaduwzijde.
Het is inderdaad juist, dat de hoogere
winst, welke de provincie uit de P.U.E.M.
zal trekken, opgebracht wordt door de niet
in de gemeente Utrecht woonachtige clec-
triciteitsverbruikcrs ten bate van alle pro
vinciale. belastingbetalers. Deze schaduw
zijde van het voorstel is niet aan onze aan
dacht ontsnapt. Maar een overwegend be
zwaar kan daaraan o.i. niet worden ont
leend. Daarin het scheppen van een nieu
we tegenstelling tusschcn stad en platte
land te zien, achten wij stellig overdreven.
Wij behoeven er slechts aan te herinneren,
dat de grootere winst, welke ten hoogste
omstreeks 100.000.— zal beloopen, bij een
totale afname van omstreeks 48.000.000
K.W.U. als in 1931 slechts een hoogst on-
bcteekenende fractie vormt van den prijs,
welken de stroomgebruikers per K.W.U.
betalen. Wij kunnen dan ook niet toege
ven, dat hier sprake zou kunnen zijn van
inbreuk maken op het beginsel, dat de be
lasting gezamenlijk en naar draagkracht
moet worden opgebracht, nog daargelaten,
dat hier van belasting in eigenlijken zin
geen sprake is.
Re6t de vraag, wat er gebeuren zal, in
dien ons voorstel mocht worden verwor
pen. Wij hadden ons die mogelijkheid aan
vankelijk niet ingedacht, maar nu die
yraag ons gesteld wordt, meenen wij daar
op het volgende te moeten antwoorden.
Gelijk wij reeds in onzen brief ten geleide
van de bogrooting hebben doen uitkomen,
achten wij het vormen van een reserve ter
verkrijging van een meer geleidelijken
overgang noodzakelijk. Kunnen wij daartoe
niet meer op een verhoogde bate uit de
P. U. E. M. rekenen, dan zal ons niets an
ders resten dan U voor te stellen voor 1933
tot belastingverhooging over te gaan en
voor volgende jaren mede tot een nog ster
ker verlaging van do uitgaven dan reeds
in onze bedoeling ligt. Vermeerdering van
het aantal opcenten op de hoofdsommen
der inkomsten- en vermogensbelasting
komt daarvoor o.i. dan het meest in aan
merking.
De tariefpolitiek.
Wij komen thans tot de tariefpolitiek
van de P.U.E.M., welke door verscheidene
leden aan critick werd onderworpen.
De vraag of de P.U.E.M. niet te veel
vasthoudt aan vroegere contracten, al zou
den vele voor verlaging in aanmerking ko
men, kan op grond van door ons bij de di
rectie ingewonnen inlichtingen zeer zeker
ontkennend beantwoord worden.
Uiteraard geldt bij het bedrijf als regel,
dat een contract gedurende het tijdvak,
waarvoor het is afgesloten, ongewijzigd
van kracht blijft, zoodat dientengevolge
eerst bij mogelijke verlenging of het slui
ten van een nieuwe overeenkomst tot wij
ziging van het tarief, zoo dit door een der
partijen noodig wordt geoordeeld, wordt
overgegaan. Dit neemt echter niet weg,
dat de directie in bijzondere gevallen, te
allen tijde bereid blijkt te zijn een be
staand contract nader onder oogen te zien
en hierin tusschentijds wijzigingen, welke
om een bepaalde reden billijk zijn te ach
ten, aan te brengen. Vooral tengevolge van
de* huidige crisisomstandigheden komt dat
meermalen voor.
Dat men den indruk krijgt, dat de
P.U.E.M. eerst bij gevaar van zelfopwek
king schappelijk wordt met de tarieven is,
in verband met het bovenstaande dan ook
niet juist.
Dat de inrichtingen met motorbedrijf
een hoog tarief zouden moeten betalen,
niettegenstaande deze bedrijven in de
6peruren veelal geen stroom mogen ge
bruiken, is, naar de directie -ons mede
deelt, in zijn algemeenheid zeer zeker niet
juist. Ook hier geldt, dat de tarieven in
het algemeen zoodanig moeten zijn, dat
zij met de kosten van eigen krachtopwek
king kunnen concurreeren.
Dat de tarieven voor kleinkracht b.v
hooger zijn dan de kWh-prijs van 3V2 cent,
geldende voor het vastrechttarief, is óók
niet juist, zelfs wanneer uitgegaan zou
worden van ccnzelfden basisprijs, blijkt
het kleinkrachtbedrijf een klant van z.g.
zeer slechte kwaliteit te zijn, terwijl het
geölectrificeerde huishouden (inclusief het
elcctrisch koken) als een klant van buiten
gewoon goede kwaliteit wordt beschouwd
Eenzelfde basis geeft dan ook voor het
kleinkrachtverbruik een hoogeren prijs per
kWh dan voor huishoudelijk verbruik. Dat
voor elcctrisch koken stroom zou worden
geleverd tegen 3'/* cent per kWh, zonder
vastrecht, kunnen wij stellig tegenspreken.
Dat de tarieven met geheimzinnigheid
worden omgeven, wordt door de directie
ontkend; evenzeer dat voor verbruikers
met een motorbedrijf een bepaald tarief
wordt vastgesteld, zonder dat hun wordt
medegedeéld, dat er ook nog andere tarie
ven bestaan.
Iiet vastrechttaricf is een vrijwillige
transactie tusschen consument en leveran
cier, welke voor een jaar wordt aangegaan.
Als maatstaf voor de bepaling van het
vastrechtbedrag wordt als regel het z.g.
stroomverleden toegepast. Inderdaad ls de
ze maatregel niet ideaal en hij wordt al
leen gebruikt, omdat er geen betere is.
Ook de maatstaven, die bij andere bedrij
ven gelden, hebben bezwaren voor een dol
heide partijen, welke niet van minder be
lang zijn dan die, welke aan het door de
P.U.E.M. toegepaste systeem kleven.
Inderdaad beweegt zich de P.U.E.M. op
het gebied van electrischo heetwatervoor-
ziening cn spijsbereiding, een gebied, waai
de gasfabrieken tot nog meenden het mo
nopolie te hbbbcn. Hiermede wordt het be
lang van den verbruiker beoogd, die daar
door in de gelegenheid wordt gesteld om
van alle voordeden te profiteeren, welke
Je electriciteit hem kan bieden. De gevol
gen voor de gasfabriek zijn echter bij den
geleidelijken gang van zaken betrekkelijk
nog zoo gering, dat van een „moorden.io
concurrentie" van de zijde der electrici-
teitsbedrijven zeer zeker niet gesproken
kan worden.
Het bestuur officieel
geïnstalleerd
De commissaris der Koningin ln de pro
vincie Noord-Holland, jhr. mr. dr. A. Róell,
heeft gisteren in het gouvernementsgebouw
te Haarlem het bestuur van de stichting
Het Gooisch Natuurreservaat officieel ge-
installeerd. De heer Röcll hield daarbij een
rede, waarin hij de bestuursleden geluk
wenschte met de toestandkoming van het
reservaat, verkregen door eendrachtige sa
menwerking. Zeer erkentelijk was spr. je
gens de openbare lichamen, die de midde
len verschaft hebben, om tot den aankoop
der terreinen te kunnen overgaan. De pro
vinciale staten van Noord-Holland en de
gemeenteraden van Amsterdam en de zes
Gooische gemeenten kunnen hiervoor aan
spraak maken op groote hulde, evenals de
verkoopers van de gronden, welke thans
deel uitmaken van het natuurreservaat.
Spr. herinnerde aan de voorgeschiedenis
van de totstandkoming van het reservaat.
Do 20ste September van het jaar 1930 was
voor Stad en Lande van Gooiland een ge
wichtige dag, omdat toen besloten werd af
stand to doen van de gronden voor een be
drag van 2 millioen. Doch hiermede was
de zege nog niet bevochten. Om aan den
eisch van gelijkelijke verdeeling der koop
penningen onder de erfgooiers te voldoen
was wijziging van de Erfgooierswet 1912
noodzakelijk. Op 14 November 1931 werd
een wetsontwerp ingediend, dat op 26 Mei
van dit jaar werd aangenomen, waarmee
dus de laatste hinderpaal uit den weg was
geruimd.
Dat in het bestuur van het Natuurreser
vaat vertegenwoordigers van gemeentebe
sturen, personen, die zich verdienstelijk
hebben gemaakt op het gebied van natuur
bescherming, deskundigen op het gebied
van Gooische toestanden en kenners van
flora en fauna hebben zitting genomen,
was voor spreker een reden tot groote vol
doening, omdat hij daarin zag een bewijs
van de algemeene waardecring voor het
oogmerk der stichting. Spreker hoopte ten
slotte dat het resultaat van gemeenschap
pelijk streven in de toekomst rijken zegen
zou mogen geven.
De heer J. M. J. Lambooy, burgemeester
van Hilversum, sprak woorden van hulde
en dank tot jhr. Röell namens alle Gooi
sche gemeenten voor de liefde, de toewij
ding en het doorzettingsvermogen, waar
mee deze de onderhandelingen had geleid
en tot een goed einde gebracht.
De heer Lambooy dankte ook het gemeen
tebestuur van Amsterdam, dat ingezien
heeft, dat het. Gooische natuurreservaat
niet uitsluitend een gewestelijk belang is,
doch ook voor Amsterdam en zijn ingeze
tenen groote beteekenis heeft. De wijze,
waarop Amsterdam aan de totstandkoming
van het reservaat heeft medegewerkt, had
de verwachtingen verre overtroffen.
Dr. W. de Vlugt, burgemeester van Am
sterdam sloot zich aan bij de woorden van
hulde, welke de heer Lambooy tot jhr. Röell
had gericht. Spreker herinnerde er aan,
dat reeds zeven jaar geleden dr. Van den
Tempel en mr. dr. Van den Bergh hem
overtuigd hadden van de noodzakelijkheid,
dat het Gooische natuurschoon behouden
moest blijven. Hun komt de eer toe het
initiatief voor het behoud genomen te heb-
gen, Spreker hoopte, dat het natuurreser
vaat, dat hij een monument van samen
werking noemde, een zegen zou worden
voor allen, die er van zuljen genieten.
Jhr. Róell dankte tenslotte voor de hulde,
die hem persoonlijk was gebracht.
Voorlezing is gedaan van een telegram
gezonden door de Centrale Schoonheids
commissie van het Gooi' aan jhr. mr. A.
Roell, commissaris der Kóningin in de pro
vincie Noord-Holland, waarbij de Centrale
Schoonheidscommissie bij'gelegenheid van
de tot stand koming van de stichting Het
Gooische Natuurreservaat en van do eerste
samenkomst van het bestuur daarvan, te
genover den commissaris haar oprechte be-
dering uitspreekt over het grootsche resul
taat, door het in het leven roepen van deze
instelling bereikt en ten aanzien van het
duurzame behoud van het aloude karakter
van het Gooische landschap, hetgeen voor
stad en strfcek van zoo voorname beteeke
nis is. De commissie bracht den commis
saris haar hulde cn grooten dank voor de
voortvarend, het doorzettingsvermogen en
het beleid, die de commissaris aan den zoo
moeilijken voortgang van de totstandko-
rnin dezer stichting heeft willen schenken
en in zijn persoon aan allen, die er toe
hebben medegewerkt, dat een zoo histori
sche dag als deze voor het Gooi mocht aan
breken. Het telegram eindigt met den
wensch, dat het den co_mmissaris vergund
moge zijn de zegenrijke gevolgen van dezen
gemeenschappelijken arbeid in steeds toe
nemende mate te ervaren.
De Gooische gemeentebesturen hebben
een mand met orchideeén aangeboden aan
de echtgenoote van den commissaris der
Koningin in de provincie Noordholland, me
vrouw Röcll, baronesse de Vos van Steen-
wijk, in verband met den voor het Gooi
zoo belangrijken dag, waarop te Haarlem
de eerste bestuursvergadering wordt ge
houden van de stichting Gooisch natuur-
servaat.
(N.R.Ct.).
VAN ONZE VEEMARKTEN.
I11 meer normale tijden kon men er ze
ker van zijn, dat, wanneer liet vee zooals
nu al enkele weken opgestald was, er een
stille periode doorgemaakt op onze vee
markten. Nu is dat nog geenszins het geval.
Wel zou men het in zooverre stil kunnen
noemen dat er bijzonder weinig kooplust
is te bespeuren. Maar wat de aanvoeren be
treft, deze blijven nog maar steeds ruim.
Het is juist daarom dat de slechte handel
zooveel te meer opvalt, en deze er ook zeker
door beïnvloed wordt. Koopers hebben ab
soluut te veel keus en verkoopers missen
totaal lederen steun.
De gebruiksveemarkten komen hoe lan
ger hoe meer in de knel, de zuivclmarkt
(de grootste steun) is weer sterk dalende,
daarbij komt nog dat ook het uitzicht op
ecnige verbetering geheel zoek is.
Hoe langer hoe meer blijkt dat liet gevm
van een behoorlijken steun boven het be
reikbare van de Crisis-Zuivchvet ligt. De
heer Brüekman heeft voor de radio ook
niet veel hoopvols verteld daaromtrent.
Ook op de slachtveemarkten blijven de
aanvoeren ruim, de handel is daar mede
ver van vlot, alleen in de beste kwaliteit
is nog eenigszins sprake van een behoor
lijke vraag. Dit zal trouwens wel zoo blij
ven. Die soort is er en blijft cr oolg voor-
Utr. straat 17
Wijnhandel
Gevestigd 1878
Telefoon 115
eerst nog wel kort aangevoerd. De prijzen
liepen vandaar over 't geheel wederom
naar beneden. Vooral die van de mindere
soort slachtveerunderen. Hiervoor worden
met recht afbraakprijzen besteed, zoo om
de 0.40 per kg geslacht.
Te Leeuwarden was er nog eenige vraag
naar goede kalfbeestcn voor België. Deze
waren vandaar tamelijk goed verkoopbaar.
Men besteedde voor dit vee zoo om de
200.Melkvee was evenals te Zwolle cn
te Utrecht slechter te verkoopen, do prij
zen waren dan ook bepaald weer lager dan
de vorige week.
Goede versche melkkoeien golden van
1G0.tot 200.enkele beesten brach
ten het nog wel tot 225.Wij voorzien
vooreerst ook geen verbetering.
De vette kalvcrenmarkt is, uitgezonderd
de prima soorten, ook achteruitgaande; het
aangevoerde kan moeilijk geplaatst worden,
de nuchtere kunnen echter nog vrij goed
geplaatst worden tegen vorige weeks-prij
zen.
De vette varkensmarkt zal in de komen
de weken weer meer op eigen boenen moe
ten staan. De centrale heeft bekend ge
maakt vooreerst niet meer op de markt te
zullen aankoopen. Onsinziens zal alleen
een zeer korte aanvoer mogelijk nog een
inzinking kunnen voorkomen. Anders voor
zien wc dat de prijzen niet tc handhaven
zijn cn dus wederom een prijsverlagin;
voor de deur staat, tenzij de centrale nog
een behoorlijk kwantum bij den boer zal af
nemen.
Op de magere markt bleef de belangstel
ling ook nog gering. Dc prijzen waren
moeilijk te handhaven. II.
Hier Radio Mars, uitgave van
Gebr. Kluitman, te Alkmaar.
Bij de N.V. Uitgevers Mij. Gebr. Kluitman
te Alkmaar is verschenen „Hier Radio
Mars!" van Jac. Berghuis Jr., een boek voor
jongens van 1015 jaar. De schrijver van dit
boek heeft onzen tijd in dit bock zeer goed
gekarakteriseerd. De liefde van de jongens
op een middelbare school is voor een be
langrijk deel \oor technische vraagstukken
en meer in het bijzonder voor dc radio. Jac.
Berghuis behandelt liier in dit vlot ge
schreven boek de proeven van een paai
jonge radio-amateurs, terwijl hij tevens de
gelegenheid heeft de gebreken, welke bij
vele jongelui van dien leeftijd geconsta
teerd kunnen worden, in het licht tc stel
len. Zoo heeft hij 111 dit boek het oog op bet
autoritaire van den gymnasiast tegenover
den H.B.S.-er, hetgeen hij op de juiste wijze
schetst, doch waarvoor hij tevens een pro
baat geneesmiddel aangeeft.
Het gehecle verhaal is van begin tot ein
de boeiend geschreven, zoodat men geneigd
is het boek achter elkaar uit te lezen. De
schrijver heeft met cl - behandeling van dit
moderne onderwerp „Hier Radio Mars" een
goede greep gedaan, terwijl Hans Borrc-
bacli voor een uitstekende illustratie heeft
zorg gedragen. Wij twijfelen er niet aan of
deze nieuwe uitgave zal bij onze jeugd een
goed onthaal vinden.
„Avonturen op Zonnehock",
door N. K. Bieger.
Bij denzelfden uitgever is verschenen
„Avonturen op Zonnehoek" van N. K. Bie
ger met zeer geslaagde teekeningen van
Pol Dom.
Het boek behelst een verhaal van een ge
deelte der opvoeding van een jongeman,
maar wel dat gedeelte, dat tot een der
moeilijksten gerekend worden moet. Het is
liet begin der overgangsjaren, clic volgen op
het tijdperk in eigen familiekring, waar
finantieele zorgen sterk drukken.
Deze brengen den knaap in een andere
omgeving en in een ander leven. Hij kornt
bij familie in huis, bij een kinderloos echt
paar, dat tot de welgestelde klasse behoort
en dc verdere opvoeding van den knaap
ter harte neemt. Nieuwe toestanden worden
geschapen, de opmerkingsgave van den
jongeling ontwikkelt zich breeder cn snel
ler dan in zijn ouderlijk tehuis mogelijk ge
weest zou zijn. Even komt hij zelfs in aan
raking met dc hardheid van het leven, het
geen echter met veel beleid beschreven is
cn op jeugdige lezers een goeden invloed
uitoefenen zal.
Toch mecnen wij te moeten betwijfelen of
het juist gezien is om „Avonturen op Zon
nehoek" te bestemmen voor de oogen en
dc hersenen van 1014 jarige kinderen. De
leeftijdsmarge lijkt ons beter gesteld op 13
15 jaar. De moraal zal dan zeker beter
begrepen Avordcn en dat mag toch aange
nomen worden als te zijn de bedoeling van
den schrijver, die overigens met voldoening
op zijn werk kan neerzien.
„Een pittig ding", door Felicie
Jehu.
Felicie Jehu heeft met illustratieve me
dewerking van I-Ians Borrebach bij denzelf
den Alkmaarschcn uitgever een alleszins
geslaagd meisjesboek „Een pittig ding", het
licht doen zien.
Het is bestemd voor den leeftijd van 12—
16 jaar; liet boek werd aan den ernstigen
kant gehouden, maar geeft in vlotte stijl
toch veel nuttigs aan de jonge lezeresjes.
Het familie-leven van den advocaat van
Lindenhorst wordt geschetst.
Moeder en haar vier kipderen leven ge
makkelijk, voor zoover dat niet getemperd
wordt door do strengere opvattingen der
opvoeding bij den heer des huizes. Zonder
tegenstribbeling worden diens beslissingen
steeds aanvaard, omdat liet geziii er zich
van bewust is, dat Vader's ernst voortspruit
uit zijn drukke werkzaamheden.
Een nichtje, wier vader overleden is,
wordt in de familie opgenomen. Haar moe
der is zangeres, bevindt zich voortdurend
op tournee, en kan zich dientengevolge niet
bezighouden met de opvoeding van haar
kind. Dat nichtje Lotta schopt echter een
andere, misschien frisschere sfeer in den
familiekring. Vooral op den advocaat heeft
haar optreden een gunstige uitwerking,
want zijn beslissingen worden milder en hij
gaat er door begrijpen, dat het leven der
nieuwe generatie niouwe eischcn stelt. E11
tenslotte blijkt, dat Lotta zelfs den levens
weg van een der kinderen vermag aan to
wijzen. v
liet bock zal ongetwijfeld graag gelezen
worden cn zal dan ook zijn weg wel vin
den.
Harriet, door Ems I. H. van
Soest.
Bij dcnzclfdcn uitgever is verschenen
„Harriet" van Ems. 1. II. van Soest.
In dit bock, dat bestemd is voor meisjes
\an ouderen leeftijd, wordt ons dc geschie
denis verteld van een meisje in Indie (Har
riet), dat ter wille van dc studie van haar
broertje liet meisjesleven vaarwel zegt en
ver van haar woonplaats een betrekking
aanvaardt om bij te kunnen dragen in de
kosten voor de studie welke haar broertje
in Holland wil gaan volgen. Dit mooie ka
rakter, dat duidelijk wordt uitgebeeld, is 111
lijnrechte tegenstelling met dat van het an
dere zusje uit het gezin, voor wie alleen
flirten cn dansavondjes een bezigheid zijn.
Dit bock is juist voor meisjes tot 18 jaar
zoo geschikt, daar liet leert wat het leven is
en laat zien, welke teleurstellingen licht
zinnigheid brengt ITct jongere zusje gaat
later de houding van Harriet, die zij eerst
de „non" noemde waardceren.
Opoffering, onbaatzuchtigheid worden
hier duidelijk gezet tegenover egoïsme 011
lichtzinnigheid.
De schrijfster geeft een aardige uitbeel
ding, van het leven in Indie, waarbij zij den
lezer tevens laat zien, dat ook daar gewerkt
moet worden om' een gezin goed to kunnen
financieren. Het is vooral in onzen tijd,
waarin de jeugd maar al te vaak liet leven
van een lichtzinnigen kant beziet, goed, dat
een boek als Harriet voor de meisjes met
den „bakvisschenlecftijd" van dc pers komt,
„Peppie", door Chr. van Abconde.
Eveneens bij dc N.V. Uitgevers Maat
schappij Gebrs. Kluitman te Alkmaar is
verschenen „Peppie" door Chr. van Abcou
de, voorzien van illustraties van Pol Dom.
Het is een jongensboek voor den leeftijd 1U
15 jaar.
Peppie is het kind van een ontaarden
vader, wiens beulend optreden een tc vroeg
einde aan moeder's leven heeft gemaakt.
Gelukkig vindt de knaap een liefderijk te
huis bij een ongetrouwden winkelier te Rot
terdam, die als een vader voor hem is.
Peppie weet zelf met heter dan een zoon
van den heer Pepper te zijn.
Groote avonturen worden met dc Jiuurt-
knapen, vereenigd onder den naam „Vete
ranen," beleefd. Zóó groot zelfs, dat de cou
ranten vol staan van de stoutmoedigheden,
die de jongelui op hun naam hebben staan
en vooral Peppie tot een beroemdheid en
een zeer gewild reclame-object maken. ITct
kind leert levenslief cn -leed kennen. I-Iet
grootste leed treft hem echter wel, als zijn
eigen vader uit dc gevangenis ontslagen
wordt, hem weet tc achterhalen cn weg tc
voeren. Maar ook hier is de redding het
meest nabij, als de nood het hoogst is. Want
een vliegtuig-achtervolging doet Peppie
weer in de veilige handen van zijn pleegva
der terugkecren om nieuw levensgeluk to
mogen smaken.
Het boek is karaktervol geschreven en
zal bij dc jongens ongetwijfeld bijzonder in
den smaak vallen. De noodigc fantasie ont
breekt niet, maar die maakt het boek voor
dc jongeren juist zoo aantrekkelijk.
„Tusschen de roode en zwarte
tonnen", door J. Stamperius.
Tenslotte is ook nog bij denzelfdcn uit
gever verschenen „Tusschen de roode en
zwarte tonnen" van J. Stamperius. Ook in
dit boek heeft Pol Dom van zijn illustratie-
capaciteiten met succes blijk gegeven.
Het wordt vacantie-tijd cn drie jeugdige
H.B.S.-ers voelen zich verre van gerust op
den uitslag van het overgangsexamen. Ge
lukkig verloopt alles ten goede voor de
drie vrienden, zij worden bevorderd, ook al
bestond hiervoor bij hen een groote vrees.
Een neef-student informeert eens naar dc
vacantie-plannen cn doet zelf liet voorstel
een tijdje met „De Zeeroovcr" op de Zeeuw-
sche wateren te gaan ronddolen. Het plan.
valt in goede aarde, men trekt er vol goe
den moed op uü, en het interessante boek is
er 011 ingestela een nauwkeurige beschrij
ving van dat „schippersleven" te geven.
Met alles van wat daaraan vast zat en ook
met dc vele avonturen, die bele.ëfd werden,
dank zij het plan van necl' Jan. Er deed
zich storm voor, er kwam onweer, men
heeft bij nacht gevaren, cn nog heel veel
andere dingen meegemaakt, dio voor een
jongen feitelijk wel het mooiste zijn van
alle levensmogelijkheden, voor zoover die
door het kind overzien worden.
Daarom is ook deze uitgave, bestemd
voor jongens van 1215 jaar, zoo geslaagd.
En ook daarom zal dit boek zijn weg wel
.vinden bij de jeugdige lezers.