GEBAK
Een Sportpaleis te Amsterdam
I
LETTERKUNDIGE KRONIEK
HGMOEOPATiSGHE MIDDELEN
MAISON VONK
SINDS 1896 ZIJN ONZE
KERSTKRANSEN EN
WEIHNACHTSTOLLEN
BEROEMD OM HUN FIJNE KWALITEIT
BAKKERIJ „DE STANDAARD"
SOESTERWEG 71-73-75 - TELEFOON 995
CYCLOSTYLEPAPIER
Inkt en Stencils
Vraagt prijsopgave
Fa. H. ELZENAAS?
Dr. MADAUS Co.
H. NI. WATELER—v. DIJK
Concertgebouw
„DE VALK"
VACANT
P. Groenhuizen-Schatorjé
BANKETBAKKER KOK
C. DE JAGER
HOEDEN
VACANT
M'
0\\o
BRIEVEN UIT DE HOOFDSTAD
i; Het criterium bereikt
Het initiatief laait weer op in de hoofd
stad. Het financieelc succes van de Zes-
daagsche een recette van ruim ander
halve ton is er gemaakt schijnt den bur
ger weer moed te hebben gegeven. En zoo
hebben dan een paar Duitschers als het
ware als gangmakers dienst gedaan. Er zijn
weer verschillende plannen. Zij schieten uit
den grond op en het eone nog al mooier
dan het andere. Wij spreken van een Sport
paleis. Verschillende combinaties zijn er
blijkbaar al gevormd, die nu om het hardst
sportpaleizen aan het bouwen zijn. Voorloo-
pig natuurlijk nog maar in gedachten of
wel op papier. Toch schijnt het inmiddels al
wel zeker te zijn, dat Amsterdam een groot
sportgebouw rijker gaat worden. Het plan
is niet nieuw. Ruim twen jaar geleden al
liep een dergelijke poging vast op de liypo-
theckgevers, die niet bereid waren mee te
doen. De plannen werden even opgeborgen
en nu plotseling, na de Zesdaagsche, is weer
iedereen er vol van. Dat Amsterdam be
hoefte heeft aan een groot gebouw, dat voor
verschillende doeleinden dienstig gemaakt
kan worden, is een zekerheid. Het bedoelde
gebouw zal er dan ook wel komen, hoewel
natuurlijk vele moeilijkheden allereerst te
overwinnen zullen zijn. De quaestie van de
plaats is direct al op den voorgrond tredend,
waar moet een dergelijk gebouw komen en
staan'? Optimisten zien het sportpaleis ver
rijzen op de plek, waar een ander paleis
eens stond, n.l. het Palcis voor Volksvlijt.
Het zal daar niet gemakkelijk gaan. Hooge
eischcn in verband met het stadsschoon zul
len hier worden gesteld, terwijl verder het
voordeel van een in het centrum gelegen
sportgebouw voor de organisatoren niet zal
opwegen tegen den hoogen grondprijs, welke
in dit geval bedongen zal worden. Bij alle
loopende geruchten worden bijna even zoo
veel andere beschikbare plaatsen genoemd,
waaromtrent, naar ik uit betrouwbare bron
heb mogen vernemen, nog niets vast staat.
Er is een groep menschen met plannen en
geld en zoodoende in principe alle waar
borg, dat hier iets goeds uit geboren zal
worden. Hoewel men allereerst heeft ge
dacht aan een winterbaan voor wielrennen,
zal dit gedeelte in het nieuwe gebouwen
complex slechts een onderdeel van het ge
heel gaan vormen. Een sportgebouw, zooals
Amsterdam dan behoeft, moet een zwem
bad bevatten, wijl nog immer de overdekte
zwemgelegenheid in de hoofdstad, voor
namelijk ook in verband met de z.g. school-
kinder-badén, volkomen ontoereikend is. Er
zal een groote vergaderzaal, respectievelijk
tentoonstellingshall, in moeten komen, te
meer, waar Amsterdam ook daaraan nog
steeds gebrek hooft, Men spreekt van een
kunstrijbaan, van een gelegenheid oni een
overdekt concours-liippique te houden, van
turnhallen, restaurants en wat dies meer zij,
behoorend bij een dergelijke instelling. Het
ware voor Amsterdam tc wenschen, dat dit
sportpaleis er spoedig staat. Het zal een
centrum van amusement en vertier kunnen
worden, dat wij in Amsterdam nog 1100de
missen. Wat bestaat er niet een groote be
langstelling voor een ijsbaan, waar zij, die
nu eens niet elk jaar naar Zwitserland en
de wintersport kunnen gaan, dit zoo bij uit
stek nationale sportvermaak kunnen be
drijven. Er zullen overdekte tennisbanen
moeten komen. Ook daaraan is gebrek en
de banen in het R.A.I.-gebouw beantw oorden
geenszins aan de daaraan te stellen eischen
in verband met comfort en kleedgelegen
heid. En natuurlijk zal er om deze geheele
zaak financieel mogelijk te" maken een win
terbaan in moeten komen. De Amsterdam
mers zijn dol op „hardfietsenen zij betreu
ren het steeds, dat het zomerprograrnma van
het Stadion, waarvan wielrijden de hoofd
schotel vormt, door het voetbalseizoen steeds
voor een goed half jaar wordt afgebroken.
Ook de quaestie van het boksverbod komt
dan weer in het geding. Bokswedstrijden
blijken nu eenmaal een groote attractie voor
liet publiek te zijn, nu daargelaten den aard
van dit soort amusement, waarover vanzelf
sprekend geheel verdeelde meeningen be
staan en de organisatoren van een toekomr
stig sportpaleis zullen zeker alles doen om
het boksverbod in Amsterdam weer onge
daan te maken. Of het zal lukkenHet
blijkt veelal in de praktijk, «lat wanneer er
sprake is van ethische belangen voor de ge
meenschap, een compromis in vele gevallen
tot stand kan komen. Wat dit betreft kun
nen wij dus voor verrassingen komen te
staan.
Alles bij elkaar is er leven genoeg in dc
stad. Flora wordt weer opgebouwd door don
bouwmeester Wils, wiens naam trouwens
ook weer bij dc nieuwste plannen wordt
genoemd. Ook daar zal een ijsbaan komen,
naar is medegedeeld; dus voor de kwakkel-
winters der faatste jaren zullen de hoofd-
stedèlingen ruimschoots schadeloos worden
gesteld. Het is altijd hollen of stilstaan in
Amsterdam. Eerst geen ijsbaan en nu
t w e e. Wij hebben al eens een plan gehad
van vier ijsbanen tegelijk in de stad, met
koelpakhuizen en wat niet al meer... Het
is echter te hopem, dat de nieuwe plannen
op scrieuser leest zijn geschoeid dan toen.
Fantastische plannen schaden veelvuldig
werkelijke bestaansmogelijkheid. Hier is nu
sprake van een gezond en alleszins uitvoer
baar plan: een Amsterdamsch Sportpaleis.
Mogen de initiatiefnemers daarmede sla
gen. Zij zullen er Amsterdam een grooten
dienst mee bewijzen.
Wij worden thans aangenaam verrast
u ziet men zit niet stil in dc hoofdstad
door kleine houten huisjes op talrijke plaat
sen in de stad, waaruit geleidelijk aan keu
rige metalen telefooncellen, verder uitge
voerd in glas, geboren worden. Men komt
cr toe om even verzuchtend uit te roepen:
Hè, He! Want dit heeft jaren geduurd.
Sinds de uitvinding van de telefoon hebben
wij daarop moeten wachten en met smart.
Mij hadden kringlijnen cn autobussen,
vischvoorzicningcn eii Bureaux voor Be
roepskeuze, Gemeentelijke Arbeidsreserves
en motorpolitie, schuimbluschapparaten en
rookafzuigers, een radiostafwagen, ook bij
de Brandweer cn reddingswagens, electri-
sche wissels cn automatische beerputzuigers
kortom vrijwel alle moderne technische ge
neugten, maar geen publieke telefoons. .Ta,
toch op het station. Maar daarbij stonden
angstvallig dc borden, dat dc spoorwegen
niet verantwoordelijk waren voor dc juiste
werking van de dubbeltjes-apparaten en
populair gezegd met de telefoons, die prac-
tisch nooit werkten, niets tc maken wilden
hebben. En trouwens men mag toch niet
verwachten, dat we maar altijd gelegenheid
konden vinden om naar het station te gaan
telefoneeren. Wc kochten dus noodgedwon
gen goedkoope sigaren cn reepen chocolade,
bananen en radijs, wanneer het noodlot ons
in groentenvvinkels bracht, of dure con
sumpties als koffie en thee inclusief fooi,
wanneer uitsluitend een cafc of restaurant
uitkomst vermocht te brengen. En nu plot
seling deze goede gedachte. M at heeft den
directeur van de Gemeentetelefoon, een
uiterst actieve dienst overigens, vlot cn za
kelijk coulant: hier-nu bezield om ons plot
seling te helpen. Er is maar één oplossing:
de directeur heeft zelf, in het geval ver
keerd, tc moeten telefoneeren, voor een le-
lefoondirecteur wel een aannemelijke ver
onderstelling, en heeft tevergeefs naar telc-
foongelegenhcid gezocht.
Dat zal het zijn. Of misschien ook een
booze brief van een onzer raadsleden, die
een afspraak misliep en bellen wilde. Je
weet het soms niet met dat soort dingen,
wat al niet de aanleidingen kunnen zijn tot
saneering van wantoestanden.
Maar wij juichen zonder ons te verdiepen
in de oorzaken van het plotselinge wonder.
Wij juichen en wij telefoneeren bij dag en
bij nacht zonder allerlei onnoodige inkoo-
pen te moeten doen of onze hartsgeheimen
publiekelijk tc moeten bekend maken. Hul
de aan den grooten man, wie het dan* ook
zij, die hiertoe het initiatief heeft genomen
en zich voor altijd onzo dankbaarheid heeft
verzekerd.
En werkelijk, in alle gernoede, het crite
rium is nu wel bereikt; wij hebben publieke
telefooncellen cn eensklaps zoo maar, zon
der debat of interpellaties hebben wij dc
schade van vijf en twintig jaar in een paar
dagen ingehaald. M'erkelijk, Amsterdam is
nu toch een wereldstad.
VAX STEGEN.
DE DOKTER AAN HET WOORD
ONZE GEZONDHEID IN DEN WINTER
Door Dr. 1J. LLGAM.
Het mehschelijk lichaam is streng be
schouwd 's winters niet vatbaarder voor
ziekten dan 's-zomors, doch de omstandig
heden. waaraan hei mei name in ons wis-
selvallige klimaat "s winters wordt blootge
steld, zijn wel bijzonder ongunstig. M'inter-
wcer, dat voor de gezondheid niet schade
lijk is, komt in ons land slechts zelden voor
cn wat men „mooi" winterweer pleegt te
noemen, is soms nog gevaarlijker dan liet
z.g. „hondenweer".
De hygiënische omstandigheden zijn,
zelfs bij eenzelfde weersgesteldheid, niet al
tijd gelijk. De stad onderscheidt zich bijv.
ongunstig \an bet platteland, doordat de
sneeuw er teruille van het verkeer dade
lijk wordt weggeruimd. Toch vormt een
sneeuwlaag een natuurlijke bescherming
tegen sommige gevaren, die ons speciaal
's winters bedreigen, met name tegen het
stof van de straat, dat in den winter al bij
zonder ongunstig is voor dc ademhalings
organen.
Dc theorie, dat een strenge winter beter
voor de gezondheid is dan een zachte, gaat
dan ook niet altijd op. Over het algemeen
is zij juist, doch er komen zooveel tegen
gesteld wgrkcndc factoren bij, dat zij wel
eens omslaat in het tegendeel. Vorst, ge
paard gaande met droog weer, kan ideaal
winterweer beteekenen, zelfs als het waait,
doch slechts op voorwaarde, dat er een
dikke sneeuwlaag ligt. Is dit niet het geval,
dan waait de wind stof en ziektekiemen op.
die op dc slijmvliezen van neus- cn mond
holte gemakkelijk spel hebben, vooral wan
neer door de koude het weerstandsvermogen
is verzwakt.
M ij weten echter maar al te goed dat
vorst, gepaard met droog, zonnig weer cn
een flinke sneeuwlaag in ons klimaat iets
zeldzaams is. Verder zijn sommige men
schen inderdaad ongevoelig voor het weer,
doch vele anderen kunnen daardoor alleen
in een minimum van tijd ziek worden. Ook
de onverschilligheid ten opzichte van ver
koudheden kan. hoe begrijpelijk zij ook is,
gevaarlijk worden. Het gaat ermee als met
de rheumatiek; de menschen kunnen nog
wel hun werk doen en daarom wordt er
weinig op gelet, doch als men er aandacht
aan schonk, wat zij daarbij prestoeren in
vergelijking met iemand, die volkomen ge
zond is, zou men wel tot andere gedachten
komen. In Amerika heeft men geconsta
teerd, dat de prestaties van verkouden men
schen 90 en in sommige gevallen slechts
20—40 van dc normale bedragen. Als
er complicaties bijkomen, kan een verkoud
heid iemand zelfs geheel ongeschikt maken
om gedurende kortoren of langeren tijd zijn
werk te doen.
Op grond van onze eigen ervaringen zou
den wij geneigd zijn aan te nemen, dat in
zachte winters het groepsgewijs voorkomen
van ziekten liet meest wordt waargenomen.
Dat komt, omdat in ons klimaat een zachte
winter gewoonlijk tegelijk beteekent: weinig
zon, regenachtig en veranderlijk weer. Dus
de best denkbare bondgenooten van griep,
catarrh, hoest, asthma e.d. Een algemeen
geneesmiddel tegen deze wintèrkwalen is
nog niet ontdekt, doch een stap in die rich
ting vurmt misschien dc sensatianeelc ont
dekking Van prof. Dessauer te Frankfort
aan de Main, dat de meeste dezer ziekten
afhankelijk zijn van één bepaalden factor
van wat wij het weer noemen cn wel dc
electrische lading der lucht. In die richting
zou men dus ook werkzaam moeten zijn bij
het zoeken naar een geneeswijze. M'aar wij
weten, welke zenuwcentra een verhoogde
gevoeligheid voor weersveranderingen ver-
tooncn, bestaat er goede hoop op resultaten
in deze richting.
Offersdoor Top N a e f f.
(Amsterdam. Van Holkcma en
M'arcndorff's Uitg. Mij.)
Top Naeff had haar nieuwste, pus-ver
schenen boek ook twintig jaren eerder
kunnen schrij\cn; de geest waaruit het
geboren werd, is blijkbaar precies dezelf
de gebleven, het probleem dat er in
wordt aangeraakt, komt in-den-grond
nauwkeurig overeen met dat uit „Voor de
Poort" of „De stille Getuige" cn het ge
luid van haar taal vloeit en vervloeit on
veranderd in gelijke kracht en met gelijk
timbre. Twintig jaren scheppen een e"er-
biedwaardigen afstand in den haastigen
tijd welke wij thans beleven: ook in dc
literatuur waren dc revoluties niet van de
lucht, en er kwam een jonger geslacht met
andere verlangens cn andere uitingsmoge
lijkheden. Ik ben mij er goed van bewust
dat zulk een boek als dit laatste van
Top Naeff eigenlijk reeds tamelijk onder
Wetsch is, niet alleen naar zijn geestelijken
inhoud, maar cok naar het karakter zijner
uitingswijze, ik gevoel zelfs zeer duide
lijk dat de schrijfster weinig anders doet
'dan zichzelve herhalen, ik onderga dit
Verhaal als een stellig zéér zuivere, maar
niettemin verre en korte echo van het geluid
harer vroegere meesterwerken, er toch
heeft het mij opnieuw gepakt, toch hen ik
er eenige uren bedroefd én gelukkig mee
geweest, en ik heb het ronduit gezegd,
bijna angstig mooi gevonden.
Het is weer de oude historie. Twee
koningskinderen, die tezamen niet kunnen
komen, omdat het water veel te diep is...
Maar dit drama werd natuurlijk ver
plaatst naar onzen tijd, zoodat de beide
geliefden alleen naar geest en gemoed van
koninklijke geboorte zijn, en het water
dat hen scheidt, welt op uit een bron van
edele zelfverloochening en van eerbied voor
het. geluk van anderen. Ja, ook niet deze
moderne menschen als hoofdpersonen
klinkt het wei-wezenlijk als een sprookje,
méér nog misschien dan in liet oude mid-
deleeuwsche lied, een sprookje dat hier
in een fijne, teedere gevoelstoon verteld
werd en waaraan wij juist daardoor moe
ten gelooven.
Ge kent nog wel de zachte, bleeke Lies-
heth uit „Voor de Poort". Liesbeth, de
jnoedige heldin en martelares, die wezen
lijk „voor de poort" der liefde moest blij
ven staan, die door haar edele schroom
en fijngevoeligheid niet durfde toe te
grijpen toen het volle geluk nabij was, cn
die aldus van de liefde slechts dc smart
der hunkering ontving. Van deze Lies
beth geeft dit nieuwe boek den mannelij-
ken gelijke, die ook, even nobel èn even
schrijnend, hetzelfde noodlot ondergaal.
Hij is al geen jonge man meer, een veer
tiger, wanneer hij de droom van zijn lief
desverlangen verwerkelijkt ziet in dc
vrouw van een vriend, en ^orzichtig
straalt ook hare genegenheid uit naar
hem. Prachtig is de angstige en tegelijker
tijd heerlijk groeiende verhouding tus-
schen deze beide „koningskinderen" getee-
kend, hun eerste ontmoeting, de bedwel
mende bekoring in een gezamentlijke dans,
het schuchtere elkaar zoeken en naderen
bij de voorbereiding van een tuinfeestje
er komt nauwelijks een verklaring en nau
welijks ecu zoen, haastig trekt zij zich
terug in de haar opgelegde ïol van geluk
kig-getrouwde vrouw, en hij vlucht het
provincie-stadje uit, zu.-Mt twee lange,
bittere jaren in den vreemde, maar draagt
haar beeld met zich mee in het hart en
weet niet of hij een nieuwe ontmoeting
vreezen of verlangen moet.
Het boek begint bij het einde. M'anneer
hij op zijn terugreis naar het vaderland,
te Port-.Said een brief van zijn zuster ont
vangt, staat het daarin geschreven, nuch
ter en als een terloopsche mededoeling:
Madeleine Twist was overleden„Die
zul je hier niet meer vinden." .Het is
dan eigenlijk geen smart die hem treft, en
ook geen teleurstelling, liet is een bijna
verlossende genadeslag die het noodlot de
rest van zijn levensmogelijkheid toebrengt.
Hoewel zijn oude moeder hem wacht in
het stille ouderlijke huis, verschuift hij zijn
terugkomst één dag met een noodeloozc
om-reis, en half-wakend, half-droomend
in de kussens der coupé doorleeft hij an
dermaal het verleden: de idylle eener ont
luikende liefde, die voor héar en voor hèm
ten onder ging in de tragiek waartoe alle
geestelijke noblesse gedoemd schijnt tc zijn.
Geestelijke noblesse, want er leeft in
deze beide beminden een zeldzame voor-
naamheid-van-ziel, waardoor ze, met op
offering van eigen levensgeluk, dc derde
belanghebbende sparen: zij haar man,
hij zijn vriend. Tezamen zijn zij de „offers"
waarvan de titel spreekt en het verhaal
treft des te pijnlijker wanneer tenslotte
blijkt hoe weinig Madeleine's wettige echt
genoot deze offers waard is. Ilij is een
joviaal-levend deftig burgerman, opper
vlakkig in zijn luidruchtige vrooiijkhcid,
geen kwaad mcnsch en ook wel goedhar
tig, maar zonder fijnheid van gevoel, en
zonder geestelijke diepte, zoo eentje die
des middags in het bitteruur op Je socië
teit nog altijd liet laatste kaartspelletje
moet uitspelen, wanneer thuis de gedekte
tafel reeds lang te wachten staat, en die
des avonds met vele whisky's zich voorbe
reidt op een loodzware nachtrust. Hij gaat
prat op zijn onkreukbaar huwelijksgeluk,
en hij is trotsch op zijn vrouw, wier voor
name fijnheid en intelligentie hij misschien
in dc verte zeer vaag vermoedt, maar stel
lig hièt begrijpt, een dood-gewone man
die op de wijze der gemakkelijk-levcnden
gelukkig is met wat hij heeft: zijn gast
vrije, groote huis, zijn nieuwe voor ieder
gereedstaanden „Nash", zijn trouwe aan
halige hond, en die ook, in zijn gevoelen,
zijn vrouw zoo zeker bezit dat hij er on
willekeurig bij iedere gelegenheid den na
druk op legt hoe hij over haar kan be
schikken. Maar niettemin vermag de
kruiswooidpuzzle in het Zondagsblad van
zijn courant zijn aandacht heviger te
boeien dan het gelaat van haar, die voor
hem de thee schenktDeze Otto is een
man als honderdduizend andere mannen,
maar hij werd, bij toeval, door de roman
tiek van een vrouwenhart, verheven tot
een symbool, en dit gebeurde boven zijn
eigen begeerte, boven zijn eigen krachten,
boven zijn eigen bevatting...
Toch begint voor Madeleine' de glorie
van dat symbool langzamerhand den luis
ter te verliezen, maar met welk een
aandoenlijke tcederheid blijft ze er dan
toch nog getrouw aan, hoe angstig ziet
ze het verduisteren cn met welk een wan-
hopigen moed tracht zij het te verdedigen
tegenover anderen cn tegenover zichzelf.
Het is op het landelijke tuinfeestje dat
Otto, haar man, met een groote dahlia in
het knoopsgat tracht ton te loopen op een
oud wijnvat achter de schuur. „Zijn ge
zicht, rood van de bowl en de buitenlucht,
glom in de zon, de panden van zijn kort
jasje hield hij als een balleteuse tusschen
vinger en duim, terwijl zijn broek gespan
nen stond en zijn voeten krabbelden als op
het ijs... Het was te voorzien dat. hij val
len zou, maar de omstanders, in het bijzon
der de jonge meisjes, in wier gunst de be
minnelijke grappenmaker zich nog altijd
mocht verheugen, hitsten hem aan
Madeleine staat mee in den kring „een
krampachtigen glimlach om haar mond!"
Hij valt tenslotte leelijk, zijn zwaar
lichaam op den gevouwen linkervoet. „Hij
bleef een oogenblik liggen, terwijl de ton
tusschen de verschrikte toeschouwers
schoot en zijn vrouw, met oen uitdrukking
op haar gezicht die De Bordes nooit ver
gat: een mengeling van deernis en weer
zin, naast hem neerknielde.'
Hoewel het dc schrijfster blijkbaar boven
al te doen is geweest om dc teerc en
schuchtere licldesvcrhouding tusschen Ma
deleine en De Bordes, toch is voor mijn ge
voel haar huwelijk met Otto, hoewel getee-
kend in schijnbaar toevallige opmerkingen
en voorvalletjes, van niet geringer bctce-
kenis, geworden, misschien zelfs wel
van diepere cn meer rcècle waarde, om
dat men hier niet gehinderd wordt door dc
atmosfeer der romantische sentimentali
teit waarmede het andere omhangen is.
Ook is liet drama van dit vrouwenleven
hier pijnlijker aanvoelbaar, zóó pijnlijk
dat gc tenslotte den eenzamen minnaar
vergeet die in dat drama werd medege-
sleurd, ge vergeet hem, zelfs wanneer
in de laatste bladzijden de volledige trieste
ontgoocheling komt en de schrijfster u
deze aldoor laat ervaren vanuit zijn ont
redderde leven.
Toen hij reeds op de terugreis was naar
het vaderland en wie weet? naar haar,
blijkt Madeleine zelfmoord gepleegd te heb
ben op het moment dat Otto, vergezeld
door een blond employéetjo van zijn kan
toor. voor „zaken" naar Londen was. Er
wordt veel te vermoeden gegeven en weinig
gezegd. Maar doortrokken van huiver en
smart is dat laatste bezoek dat De Bordes
brengt aan den vervveduvvnaardcn Otto, in
haar huis, waar de herinnering aan haar
De Bordes alles herleven doen in haar
atmosfeer, maar waar reeds, met kordate
vrijmoedigheid, de honneurs zoo'n beetje
worden waargenomen door de blonde Kitty
van het kantoor. En ten slotte, bij bet af
scheid aan de deur. Otto's bekentenis: „Ons
plan is dan nu in Augustus tc trouwen."
Even later gaal De Bordes alleen door den
duisteren nacht met dc folterende vraag
die hem tot zijn dood zal vervoigen: Zou
het alles ook zóó gegaan zijn als hij ge
bleven was en alsOf blijft het immer
waar. ook in dc liefde, dat gestolen goed
niét gedijt?
Weer een boek dus van liefde en huwe
lijk, weer de eeuwige driehoek van den
man, de vrouw en een derde; ik meende
dat we daarvan nu eindelijk wel genoeg
hadden, dat het thema afgezaagd werd,
het probleem oudervvot-sch. En tóch!
HERMAN POORT.
Langestraat 84 Telefoon 528
fleschjes 10 gr.
DRUPPELS f 0.60 POEDERS f 0.50
DROGISTERIJ.
Apoth. Ass.
Hcndr. v. Vlaodenstr. 39.
Tel. 1313.
LANGESTRAAT 87. Tel. 50
Telefoon 281
Groote cn kleine zalen
disponibel
voor feesten, partijen enz.
Utr. weg 53 Tel. 336.
Vanaf heden woder verkrijgbaar Schuim-
kransjes, Boterkransjcs, Kerstmis fantasie
koekjes, Kerstkransen, Kerstkransstammen
enz.
Steeds Zaterdags van C uur n.m. tot 10 uur
n.m. versch gebakken
KALFSVLEESCH CROQUETTEN.
Ook thuis bezorgd.
IETS NIEUWS.
Vraagt onze Fransche vla'tjes met aard
beien, abrlcozen, Riz Condi cn andere
vruchten.
LANGESTRAAT 19
ONTVANGEN OE
NIEUWE COLLECTIE
DAMESKAPSALON
W Tel. 435
Utrechtscheweg 77
Vakkundige en
aangename bediening
DROGISTERIJ „DE GAPER"
JULIANAPLEIN 4. TELEFOON 635
NAAST APOTHEEK HAAN
IVIOEDERS geeft Uwe kinderen
nu onze
Levertraan emulsie (Jeehaa)
per flesch inclus. t 0.75.
HET SUCCES IS GROOT
TELEFOON 910
LANGESTRAAT 56