GEBAK Een Sportpaleis te Amsterdam I LETTERKUNDIGE KRONIEK HGMOEOPATiSGHE MIDDELEN MAISON VONK SINDS 1896 ZIJN ONZE KERSTKRANSEN EN WEIHNACHTSTOLLEN BEROEMD OM HUN FIJNE KWALITEIT BAKKERIJ „DE STANDAARD" SOESTERWEG 71-73-75 - TELEFOON 995 CYCLOSTYLEPAPIER Inkt en Stencils Vraagt prijsopgave Fa. H. ELZENAAS? Dr. MADAUS Co. H. NI. WATELER—v. DIJK Concertgebouw „DE VALK" VACANT P. Groenhuizen-Schatorjé BANKETBAKKER KOK C. DE JAGER HOEDEN VACANT M' 0\\o BRIEVEN UIT DE HOOFDSTAD i; Het criterium bereikt Het initiatief laait weer op in de hoofd stad. Het financieelc succes van de Zes- daagsche een recette van ruim ander halve ton is er gemaakt schijnt den bur ger weer moed te hebben gegeven. En zoo hebben dan een paar Duitschers als het ware als gangmakers dienst gedaan. Er zijn weer verschillende plannen. Zij schieten uit den grond op en het eone nog al mooier dan het andere. Wij spreken van een Sport paleis. Verschillende combinaties zijn er blijkbaar al gevormd, die nu om het hardst sportpaleizen aan het bouwen zijn. Voorloo- pig natuurlijk nog maar in gedachten of wel op papier. Toch schijnt het inmiddels al wel zeker te zijn, dat Amsterdam een groot sportgebouw rijker gaat worden. Het plan is niet nieuw. Ruim twen jaar geleden al liep een dergelijke poging vast op de liypo- theckgevers, die niet bereid waren mee te doen. De plannen werden even opgeborgen en nu plotseling, na de Zesdaagsche, is weer iedereen er vol van. Dat Amsterdam be hoefte heeft aan een groot gebouw, dat voor verschillende doeleinden dienstig gemaakt kan worden, is een zekerheid. Het bedoelde gebouw zal er dan ook wel komen, hoewel natuurlijk vele moeilijkheden allereerst te overwinnen zullen zijn. De quaestie van de plaats is direct al op den voorgrond tredend, waar moet een dergelijk gebouw komen en staan'? Optimisten zien het sportpaleis ver rijzen op de plek, waar een ander paleis eens stond, n.l. het Palcis voor Volksvlijt. Het zal daar niet gemakkelijk gaan. Hooge eischcn in verband met het stadsschoon zul len hier worden gesteld, terwijl verder het voordeel van een in het centrum gelegen sportgebouw voor de organisatoren niet zal opwegen tegen den hoogen grondprijs, welke in dit geval bedongen zal worden. Bij alle loopende geruchten worden bijna even zoo veel andere beschikbare plaatsen genoemd, waaromtrent, naar ik uit betrouwbare bron heb mogen vernemen, nog niets vast staat. Er is een groep menschen met plannen en geld en zoodoende in principe alle waar borg, dat hier iets goeds uit geboren zal worden. Hoewel men allereerst heeft ge dacht aan een winterbaan voor wielrennen, zal dit gedeelte in het nieuwe gebouwen complex slechts een onderdeel van het ge heel gaan vormen. Een sportgebouw, zooals Amsterdam dan behoeft, moet een zwem bad bevatten, wijl nog immer de overdekte zwemgelegenheid in de hoofdstad, voor namelijk ook in verband met de z.g. school- kinder-badén, volkomen ontoereikend is. Er zal een groote vergaderzaal, respectievelijk tentoonstellingshall, in moeten komen, te meer, waar Amsterdam ook daaraan nog steeds gebrek hooft, Men spreekt van een kunstrijbaan, van een gelegenheid oni een overdekt concours-liippique te houden, van turnhallen, restaurants en wat dies meer zij, behoorend bij een dergelijke instelling. Het ware voor Amsterdam tc wenschen, dat dit sportpaleis er spoedig staat. Het zal een centrum van amusement en vertier kunnen worden, dat wij in Amsterdam nog 1100de missen. Wat bestaat er niet een groote be langstelling voor een ijsbaan, waar zij, die nu eens niet elk jaar naar Zwitserland en de wintersport kunnen gaan, dit zoo bij uit stek nationale sportvermaak kunnen be drijven. Er zullen overdekte tennisbanen moeten komen. Ook daaraan is gebrek en de banen in het R.A.I.-gebouw beantw oorden geenszins aan de daaraan te stellen eischen in verband met comfort en kleedgelegen heid. En natuurlijk zal er om deze geheele zaak financieel mogelijk te" maken een win terbaan in moeten komen. De Amsterdam mers zijn dol op „hardfietsenen zij betreu ren het steeds, dat het zomerprograrnma van het Stadion, waarvan wielrijden de hoofd schotel vormt, door het voetbalseizoen steeds voor een goed half jaar wordt afgebroken. Ook de quaestie van het boksverbod komt dan weer in het geding. Bokswedstrijden blijken nu eenmaal een groote attractie voor liet publiek te zijn, nu daargelaten den aard van dit soort amusement, waarover vanzelf sprekend geheel verdeelde meeningen be staan en de organisatoren van een toekomr stig sportpaleis zullen zeker alles doen om het boksverbod in Amsterdam weer onge daan te maken. Of het zal lukkenHet blijkt veelal in de praktijk, «lat wanneer er sprake is van ethische belangen voor de ge meenschap, een compromis in vele gevallen tot stand kan komen. Wat dit betreft kun nen wij dus voor verrassingen komen te staan. Alles bij elkaar is er leven genoeg in dc stad. Flora wordt weer opgebouwd door don bouwmeester Wils, wiens naam trouwens ook weer bij dc nieuwste plannen wordt genoemd. Ook daar zal een ijsbaan komen, naar is medegedeeld; dus voor de kwakkel- winters der faatste jaren zullen de hoofd- stedèlingen ruimschoots schadeloos worden gesteld. Het is altijd hollen of stilstaan in Amsterdam. Eerst geen ijsbaan en nu t w e e. Wij hebben al eens een plan gehad van vier ijsbanen tegelijk in de stad, met koelpakhuizen en wat niet al meer... Het is echter te hopem, dat de nieuwe plannen op scrieuser leest zijn geschoeid dan toen. Fantastische plannen schaden veelvuldig werkelijke bestaansmogelijkheid. Hier is nu sprake van een gezond en alleszins uitvoer baar plan: een Amsterdamsch Sportpaleis. Mogen de initiatiefnemers daarmede sla gen. Zij zullen er Amsterdam een grooten dienst mee bewijzen. Wij worden thans aangenaam verrast u ziet men zit niet stil in dc hoofdstad door kleine houten huisjes op talrijke plaat sen in de stad, waaruit geleidelijk aan keu rige metalen telefooncellen, verder uitge voerd in glas, geboren worden. Men komt cr toe om even verzuchtend uit te roepen: Hè, He! Want dit heeft jaren geduurd. Sinds de uitvinding van de telefoon hebben wij daarop moeten wachten en met smart. Mij hadden kringlijnen cn autobussen, vischvoorzicningcn eii Bureaux voor Be roepskeuze, Gemeentelijke Arbeidsreserves en motorpolitie, schuimbluschapparaten en rookafzuigers, een radiostafwagen, ook bij de Brandweer cn reddingswagens, electri- sche wissels cn automatische beerputzuigers kortom vrijwel alle moderne technische ge neugten, maar geen publieke telefoons. .Ta, toch op het station. Maar daarbij stonden angstvallig dc borden, dat dc spoorwegen niet verantwoordelijk waren voor dc juiste werking van de dubbeltjes-apparaten en populair gezegd met de telefoons, die prac- tisch nooit werkten, niets tc maken wilden hebben. En trouwens men mag toch niet verwachten, dat we maar altijd gelegenheid konden vinden om naar het station te gaan telefoneeren. Wc kochten dus noodgedwon gen goedkoope sigaren cn reepen chocolade, bananen en radijs, wanneer het noodlot ons in groentenvvinkels bracht, of dure con sumpties als koffie en thee inclusief fooi, wanneer uitsluitend een cafc of restaurant uitkomst vermocht te brengen. En nu plot seling deze goede gedachte. M at heeft den directeur van de Gemeentetelefoon, een uiterst actieve dienst overigens, vlot cn za kelijk coulant: hier-nu bezield om ons plot seling te helpen. Er is maar één oplossing: de directeur heeft zelf, in het geval ver keerd, tc moeten telefoneeren, voor een le- lefoondirecteur wel een aannemelijke ver onderstelling, en heeft tevergeefs naar telc- foongelegenhcid gezocht. Dat zal het zijn. Of misschien ook een booze brief van een onzer raadsleden, die een afspraak misliep en bellen wilde. Je weet het soms niet met dat soort dingen, wat al niet de aanleidingen kunnen zijn tot saneering van wantoestanden. Maar wij juichen zonder ons te verdiepen in de oorzaken van het plotselinge wonder. Wij juichen en wij telefoneeren bij dag en bij nacht zonder allerlei onnoodige inkoo- pen te moeten doen of onze hartsgeheimen publiekelijk tc moeten bekend maken. Hul de aan den grooten man, wie het dan* ook zij, die hiertoe het initiatief heeft genomen en zich voor altijd onzo dankbaarheid heeft verzekerd. En werkelijk, in alle gernoede, het crite rium is nu wel bereikt; wij hebben publieke telefooncellen cn eensklaps zoo maar, zon der debat of interpellaties hebben wij dc schade van vijf en twintig jaar in een paar dagen ingehaald. M'erkelijk, Amsterdam is nu toch een wereldstad. VAX STEGEN. DE DOKTER AAN HET WOORD ONZE GEZONDHEID IN DEN WINTER Door Dr. 1J. LLGAM. Het mehschelijk lichaam is streng be schouwd 's winters niet vatbaarder voor ziekten dan 's-zomors, doch de omstandig heden. waaraan hei mei name in ons wis- selvallige klimaat "s winters wordt blootge steld, zijn wel bijzonder ongunstig. M'inter- wcer, dat voor de gezondheid niet schade lijk is, komt in ons land slechts zelden voor cn wat men „mooi" winterweer pleegt te noemen, is soms nog gevaarlijker dan liet z.g. „hondenweer". De hygiënische omstandigheden zijn, zelfs bij eenzelfde weersgesteldheid, niet al tijd gelijk. De stad onderscheidt zich bijv. ongunstig \an bet platteland, doordat de sneeuw er teruille van het verkeer dade lijk wordt weggeruimd. Toch vormt een sneeuwlaag een natuurlijke bescherming tegen sommige gevaren, die ons speciaal 's winters bedreigen, met name tegen het stof van de straat, dat in den winter al bij zonder ongunstig is voor dc ademhalings organen. Dc theorie, dat een strenge winter beter voor de gezondheid is dan een zachte, gaat dan ook niet altijd op. Over het algemeen is zij juist, doch er komen zooveel tegen gesteld wgrkcndc factoren bij, dat zij wel eens omslaat in het tegendeel. Vorst, ge paard gaande met droog weer, kan ideaal winterweer beteekenen, zelfs als het waait, doch slechts op voorwaarde, dat er een dikke sneeuwlaag ligt. Is dit niet het geval, dan waait de wind stof en ziektekiemen op. die op dc slijmvliezen van neus- cn mond holte gemakkelijk spel hebben, vooral wan neer door de koude het weerstandsvermogen is verzwakt. M ij weten echter maar al te goed dat vorst, gepaard met droog, zonnig weer cn een flinke sneeuwlaag in ons klimaat iets zeldzaams is. Verder zijn sommige men schen inderdaad ongevoelig voor het weer, doch vele anderen kunnen daardoor alleen in een minimum van tijd ziek worden. Ook de onverschilligheid ten opzichte van ver koudheden kan. hoe begrijpelijk zij ook is, gevaarlijk worden. Het gaat ermee als met de rheumatiek; de menschen kunnen nog wel hun werk doen en daarom wordt er weinig op gelet, doch als men er aandacht aan schonk, wat zij daarbij prestoeren in vergelijking met iemand, die volkomen ge zond is, zou men wel tot andere gedachten komen. In Amerika heeft men geconsta teerd, dat de prestaties van verkouden men schen 90 en in sommige gevallen slechts 20—40 van dc normale bedragen. Als er complicaties bijkomen, kan een verkoud heid iemand zelfs geheel ongeschikt maken om gedurende kortoren of langeren tijd zijn werk te doen. Op grond van onze eigen ervaringen zou den wij geneigd zijn aan te nemen, dat in zachte winters het groepsgewijs voorkomen van ziekten liet meest wordt waargenomen. Dat komt, omdat in ons klimaat een zachte winter gewoonlijk tegelijk beteekent: weinig zon, regenachtig en veranderlijk weer. Dus de best denkbare bondgenooten van griep, catarrh, hoest, asthma e.d. Een algemeen geneesmiddel tegen deze wintèrkwalen is nog niet ontdekt, doch een stap in die rich ting vurmt misschien dc sensatianeelc ont dekking Van prof. Dessauer te Frankfort aan de Main, dat de meeste dezer ziekten afhankelijk zijn van één bepaalden factor van wat wij het weer noemen cn wel dc electrische lading der lucht. In die richting zou men dus ook werkzaam moeten zijn bij het zoeken naar een geneeswijze. M'aar wij weten, welke zenuwcentra een verhoogde gevoeligheid voor weersveranderingen ver- tooncn, bestaat er goede hoop op resultaten in deze richting. Offersdoor Top N a e f f. (Amsterdam. Van Holkcma en M'arcndorff's Uitg. Mij.) Top Naeff had haar nieuwste, pus-ver schenen boek ook twintig jaren eerder kunnen schrij\cn; de geest waaruit het geboren werd, is blijkbaar precies dezelf de gebleven, het probleem dat er in wordt aangeraakt, komt in-den-grond nauwkeurig overeen met dat uit „Voor de Poort" of „De stille Getuige" cn het ge luid van haar taal vloeit en vervloeit on veranderd in gelijke kracht en met gelijk timbre. Twintig jaren scheppen een e"er- biedwaardigen afstand in den haastigen tijd welke wij thans beleven: ook in dc literatuur waren dc revoluties niet van de lucht, en er kwam een jonger geslacht met andere verlangens cn andere uitingsmoge lijkheden. Ik ben mij er goed van bewust dat zulk een boek als dit laatste van Top Naeff eigenlijk reeds tamelijk onder Wetsch is, niet alleen naar zijn geestelijken inhoud, maar cok naar het karakter zijner uitingswijze, ik gevoel zelfs zeer duide lijk dat de schrijfster weinig anders doet 'dan zichzelve herhalen, ik onderga dit Verhaal als een stellig zéér zuivere, maar niettemin verre en korte echo van het geluid harer vroegere meesterwerken, er toch heeft het mij opnieuw gepakt, toch hen ik er eenige uren bedroefd én gelukkig mee geweest, en ik heb het ronduit gezegd, bijna angstig mooi gevonden. Het is weer de oude historie. Twee koningskinderen, die tezamen niet kunnen komen, omdat het water veel te diep is... Maar dit drama werd natuurlijk ver plaatst naar onzen tijd, zoodat de beide geliefden alleen naar geest en gemoed van koninklijke geboorte zijn, en het water dat hen scheidt, welt op uit een bron van edele zelfverloochening en van eerbied voor het. geluk van anderen. Ja, ook niet deze moderne menschen als hoofdpersonen klinkt het wei-wezenlijk als een sprookje, méér nog misschien dan in liet oude mid- deleeuwsche lied, een sprookje dat hier in een fijne, teedere gevoelstoon verteld werd en waaraan wij juist daardoor moe ten gelooven. Ge kent nog wel de zachte, bleeke Lies- heth uit „Voor de Poort". Liesbeth, de jnoedige heldin en martelares, die wezen lijk „voor de poort" der liefde moest blij ven staan, die door haar edele schroom en fijngevoeligheid niet durfde toe te grijpen toen het volle geluk nabij was, cn die aldus van de liefde slechts dc smart der hunkering ontving. Van deze Lies beth geeft dit nieuwe boek den mannelij- ken gelijke, die ook, even nobel èn even schrijnend, hetzelfde noodlot ondergaal. Hij is al geen jonge man meer, een veer tiger, wanneer hij de droom van zijn lief desverlangen verwerkelijkt ziet in dc vrouw van een vriend, en ^orzichtig straalt ook hare genegenheid uit naar hem. Prachtig is de angstige en tegelijker tijd heerlijk groeiende verhouding tus- schen deze beide „koningskinderen" getee- kend, hun eerste ontmoeting, de bedwel mende bekoring in een gezamentlijke dans, het schuchtere elkaar zoeken en naderen bij de voorbereiding van een tuinfeestje er komt nauwelijks een verklaring en nau welijks ecu zoen, haastig trekt zij zich terug in de haar opgelegde ïol van geluk kig-getrouwde vrouw, en hij vlucht het provincie-stadje uit, zu.-Mt twee lange, bittere jaren in den vreemde, maar draagt haar beeld met zich mee in het hart en weet niet of hij een nieuwe ontmoeting vreezen of verlangen moet. Het boek begint bij het einde. M'anneer hij op zijn terugreis naar het vaderland, te Port-.Said een brief van zijn zuster ont vangt, staat het daarin geschreven, nuch ter en als een terloopsche mededoeling: Madeleine Twist was overleden„Die zul je hier niet meer vinden." .Het is dan eigenlijk geen smart die hem treft, en ook geen teleurstelling, liet is een bijna verlossende genadeslag die het noodlot de rest van zijn levensmogelijkheid toebrengt. Hoewel zijn oude moeder hem wacht in het stille ouderlijke huis, verschuift hij zijn terugkomst één dag met een noodeloozc om-reis, en half-wakend, half-droomend in de kussens der coupé doorleeft hij an dermaal het verleden: de idylle eener ont luikende liefde, die voor héar en voor hèm ten onder ging in de tragiek waartoe alle geestelijke noblesse gedoemd schijnt tc zijn. Geestelijke noblesse, want er leeft in deze beide beminden een zeldzame voor- naamheid-van-ziel, waardoor ze, met op offering van eigen levensgeluk, dc derde belanghebbende sparen: zij haar man, hij zijn vriend. Tezamen zijn zij de „offers" waarvan de titel spreekt en het verhaal treft des te pijnlijker wanneer tenslotte blijkt hoe weinig Madeleine's wettige echt genoot deze offers waard is. Ilij is een joviaal-levend deftig burgerman, opper vlakkig in zijn luidruchtige vrooiijkhcid, geen kwaad mcnsch en ook wel goedhar tig, maar zonder fijnheid van gevoel, en zonder geestelijke diepte, zoo eentje die des middags in het bitteruur op Je socië teit nog altijd liet laatste kaartspelletje moet uitspelen, wanneer thuis de gedekte tafel reeds lang te wachten staat, en die des avonds met vele whisky's zich voorbe reidt op een loodzware nachtrust. Hij gaat prat op zijn onkreukbaar huwelijksgeluk, en hij is trotsch op zijn vrouw, wier voor name fijnheid en intelligentie hij misschien in dc verte zeer vaag vermoedt, maar stel lig hièt begrijpt, een dood-gewone man die op de wijze der gemakkelijk-levcnden gelukkig is met wat hij heeft: zijn gast vrije, groote huis, zijn nieuwe voor ieder gereedstaanden „Nash", zijn trouwe aan halige hond, en die ook, in zijn gevoelen, zijn vrouw zoo zeker bezit dat hij er on willekeurig bij iedere gelegenheid den na druk op legt hoe hij over haar kan be schikken. Maar niettemin vermag de kruiswooidpuzzle in het Zondagsblad van zijn courant zijn aandacht heviger te boeien dan het gelaat van haar, die voor hem de thee schenktDeze Otto is een man als honderdduizend andere mannen, maar hij werd, bij toeval, door de roman tiek van een vrouwenhart, verheven tot een symbool, en dit gebeurde boven zijn eigen begeerte, boven zijn eigen krachten, boven zijn eigen bevatting... Toch begint voor Madeleine' de glorie van dat symbool langzamerhand den luis ter te verliezen, maar met welk een aandoenlijke tcederheid blijft ze er dan toch nog getrouw aan, hoe angstig ziet ze het verduisteren cn met welk een wan- hopigen moed tracht zij het te verdedigen tegenover anderen cn tegenover zichzelf. Het is op het landelijke tuinfeestje dat Otto, haar man, met een groote dahlia in het knoopsgat tracht ton te loopen op een oud wijnvat achter de schuur. „Zijn ge zicht, rood van de bowl en de buitenlucht, glom in de zon, de panden van zijn kort jasje hield hij als een balleteuse tusschen vinger en duim, terwijl zijn broek gespan nen stond en zijn voeten krabbelden als op het ijs... Het was te voorzien dat. hij val len zou, maar de omstanders, in het bijzon der de jonge meisjes, in wier gunst de be minnelijke grappenmaker zich nog altijd mocht verheugen, hitsten hem aan Madeleine staat mee in den kring „een krampachtigen glimlach om haar mond!" Hij valt tenslotte leelijk, zijn zwaar lichaam op den gevouwen linkervoet. „Hij bleef een oogenblik liggen, terwijl de ton tusschen de verschrikte toeschouwers schoot en zijn vrouw, met oen uitdrukking op haar gezicht die De Bordes nooit ver gat: een mengeling van deernis en weer zin, naast hem neerknielde.' Hoewel het dc schrijfster blijkbaar boven al te doen is geweest om dc teerc en schuchtere licldesvcrhouding tusschen Ma deleine en De Bordes, toch is voor mijn ge voel haar huwelijk met Otto, hoewel getee- kend in schijnbaar toevallige opmerkingen en voorvalletjes, van niet geringer bctce- kenis, geworden, misschien zelfs wel van diepere cn meer rcècle waarde, om dat men hier niet gehinderd wordt door dc atmosfeer der romantische sentimentali teit waarmede het andere omhangen is. Ook is liet drama van dit vrouwenleven hier pijnlijker aanvoelbaar, zóó pijnlijk dat gc tenslotte den eenzamen minnaar vergeet die in dat drama werd medege- sleurd, ge vergeet hem, zelfs wanneer in de laatste bladzijden de volledige trieste ontgoocheling komt en de schrijfster u deze aldoor laat ervaren vanuit zijn ont redderde leven. Toen hij reeds op de terugreis was naar het vaderland en wie weet? naar haar, blijkt Madeleine zelfmoord gepleegd te heb ben op het moment dat Otto, vergezeld door een blond employéetjo van zijn kan toor. voor „zaken" naar Londen was. Er wordt veel te vermoeden gegeven en weinig gezegd. Maar doortrokken van huiver en smart is dat laatste bezoek dat De Bordes brengt aan den vervveduvvnaardcn Otto, in haar huis, waar de herinnering aan haar De Bordes alles herleven doen in haar atmosfeer, maar waar reeds, met kordate vrijmoedigheid, de honneurs zoo'n beetje worden waargenomen door de blonde Kitty van het kantoor. En ten slotte, bij bet af scheid aan de deur. Otto's bekentenis: „Ons plan is dan nu in Augustus tc trouwen." Even later gaal De Bordes alleen door den duisteren nacht met dc folterende vraag die hem tot zijn dood zal vervoigen: Zou het alles ook zóó gegaan zijn als hij ge bleven was en alsOf blijft het immer waar. ook in dc liefde, dat gestolen goed niét gedijt? Weer een boek dus van liefde en huwe lijk, weer de eeuwige driehoek van den man, de vrouw en een derde; ik meende dat we daarvan nu eindelijk wel genoeg hadden, dat het thema afgezaagd werd, het probleem oudervvot-sch. En tóch! HERMAN POORT. Langestraat 84 Telefoon 528 fleschjes 10 gr. DRUPPELS f 0.60 POEDERS f 0.50 DROGISTERIJ. Apoth. Ass. Hcndr. v. Vlaodenstr. 39. Tel. 1313. LANGESTRAAT 87. Tel. 50 Telefoon 281 Groote cn kleine zalen disponibel voor feesten, partijen enz. Utr. weg 53 Tel. 336. Vanaf heden woder verkrijgbaar Schuim- kransjes, Boterkransjcs, Kerstmis fantasie koekjes, Kerstkransen, Kerstkransstammen enz. Steeds Zaterdags van C uur n.m. tot 10 uur n.m. versch gebakken KALFSVLEESCH CROQUETTEN. Ook thuis bezorgd. IETS NIEUWS. Vraagt onze Fransche vla'tjes met aard beien, abrlcozen, Riz Condi cn andere vruchten. LANGESTRAAT 19 ONTVANGEN OE NIEUWE COLLECTIE DAMESKAPSALON W Tel. 435 Utrechtscheweg 77 Vakkundige en aangename bediening DROGISTERIJ „DE GAPER" JULIANAPLEIN 4. TELEFOON 635 NAAST APOTHEEK HAAN IVIOEDERS geeft Uwe kinderen nu onze Levertraan emulsie (Jeehaa) per flesch inclus. t 0.75. HET SUCCES IS GROOT TELEFOON 910 LANGESTRAAT 56

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 14