Uit een vud
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
Vrijdag 6 Januari 1933
31e Jaargang No. 162
DERDE BLAD
DES LIEDJESZANGERS
ERFENIS
ONS VOLKSLIED EN DE
V.A.R.A.
NAAR EEN SCHAT VAN
16 MILLIOEN
Het goud van de
Lutine
Vijftien mille er door gelapt.
Nelly had de rest!
Amsterdam, 5 Jan. Op zekeren dag
erfde een overigens weinig fortuinlijk lied
jeszanger, die zijn kostje op den Zeedijk op
haalde, de som van 15.000.Het zijn
sterke beencn, die de weelde kunnen dra
gen, dat zou ook de liedjeszanger ondervin
den. Met familie, vrienden en kennissen
trok de man met zijn duiten naar het Rem-
brandtplein om de bloemetjes eens duchtig
buiten te zetten. De feestvreugde steeg hoo
ger en honger, doch tenslotte merkte het
feestende gezelschap, dat de hoofdpersoon
verdwenen was. Acht dagen later vond zijn
vrouw hem terug in een cafétje aan de Gel-
dersche kade, voor het#grootste deel was
het geld verdwenen. We kunnen het on
derhoud lusschen het echtpaar stilzwijgend
voorbij gaan. De man beweerde.dat hij 2000
aan een zekere „Nelly" in bewaring had
gegeven. Toen hij dit restant van zijn er
fenis kwam halen, ontkende zij echter geld
van hem in bewaring te hebben genomen.
|ÖDe liedjeszanger, die langzamerhand de
waarde van het geld begon te beseffen,
toog naar de politie en diende een aan
kracht in tegen zijn vriendin Nelly.
Door de rechtbank werd zij wegens ver
duistering veroordeeld tot een jaar gevan
genisstraf, het O.M. had 2Va jaar geëischt.
Ook tijdens de rechtzitting hield de vrouw
vol onschuldig te zijn. Vandaag diende de
zaak in hooger beroep.
De vrouw gaf toe, dat de liedjeszanger
haar sieraden in bewaring had gegeven, die
door haar waren teruggeven, doch geld had
zij nooit gekregen. „Ik heb nooit anders
dan ellende en armoede gehad. Om te ste
len heb ik gelegenheid genoeg gehad", al
dus verd.
President: Maar R., waarmede U samen
leefde heeft toch gezegd...
Verd.: Die liegt.
Een getuige verklaarde, dat twee weken
na het gebeurde R. veel geld bij zich had,
hij had o.a, een briefje van duizend ge
zien.
Daar eenige getuigen niet waren versche
nen werd de verdere behandeling van de
zaak tot 14 Februari uitgesteld.
RUIT INGEWORPEN BIJ
BARON VAN GEEN.
Hedenochtend werd in de particuliere
woning van den particulieren secretaris
van H. M. de Koningin ben spiegelruit in
geworpen met een grooten 6teen, die ge
wikkeld was in een papier, waarop het
adres van den dader stond. Men bleek hier
te doen te hebben met een laffe wraak
neming aan een verkeerd adres.
De steen was afkomstig van een werk-
looze, die zich wilde wreken over een wei
gering van geldelijken steun door het
Crisis-comité, waarmede baron van Geen
echter niets heeft uit te 6taan.
De dader, zekere van O., is ter zake
hiervan door do politie aangehouden en na
verhoord te zijn weder op vrije voeten ge
steld
ROLLS ROYCE VLIEGTUIGMOTOREN
BESTELD DOOR NEDERLANDSCHE
REGEERING.
Londen, 5 Jan. (V. D.) De Ncderland-
sche regeering heeft bij de Rolls Royce
Company een aanzienlijk aantal der beken
de 500/600 P.K. Kestrel-motoren besteld, om
te monteeren in Nederlandsche vliegtuigen.
De Kestrel-motoren worden ook gebruikt
voor de vliegmachines in België, Joego-Sla-
\ië, Estland, Rusland, Japan en andere lan
den.
DE „KWARTEL" NAAR INDIE VER
TROKKEN.
Amsterdam. Hedenmorgen om 8.40
uur is het K.L.M. vliegtuig de „Kwartel'
naar Indië vertrokken. Aan boord bevinden
zich een passagier voor Athene en voor
Batavia.
Meegenomen wordt 305.32 K.G. post,
briefpost, 2.3 K.G. pakketpo6t en 40.3 K.G.
lading.
De bemanning bestaat uit de heeren G.
M. H. Frfjns, le bestuurder; Th. W. van
Weijrother, 2e bestuurder; P. B. Blok,
werktuigkundige en G. van Zadelhoff, ra
dio-telegrafist.
Grieving van de gevoelens van
driekwart der bevolking
Naar aanleiding van de uitzending van
de rede van den gouverneur-generaal van
Nederlandsch-Indiè op oudejaarsdag door
de V.A.R.A. en het hierbij aan het slot af
breken van ons volkslied door deze omroep
vereeniging, heeft het landelijk comité be
langen luisteraars den volgenden brief ge
schreven aan den minister van Waterstaat,
terwijl afschrift is gezonden aan den radio-
raad:
Andermaal gevoelt het landelijk comité
belangen luisteraars zich genoodzaakt zich
tot uwe excellentie te wenden met een pro
test tegen de ornroeploestanden in Neder
land. Op den Oudejaarsdag heeft de V.A.
R.A., gelijk met den K.R.O., een rede uitge
zonden, die in Nederlandsch-Indie door den
gouverneur-generaal werd uitgesproken.
Uit de inleiding tot deze rede door de
V.A.R.A. kon worden afgeleid, dat de uit
zending door haar geschiedde op verzoek
van de Nederlandsche regeering. Een ver
zoek, dat gelet op het aanzienlijke ambt
van den spreker en de belangrijkheid van
zijn woorden, door ons zeer op prijs wordt
gesteld en dat wij uitleggen als een in hof-
felljken vorm gestoken, terecht gegeven
last. De mededeeling van de V.A.R.A., dat
zij gemeend had dit verzoek niet te moeten
weigeren, hebben wij dan ook opgevat als
een uiting van socialistischen bluf.
Niet hiertegen gaat nochtans het protest
van ons comité, maar tegen de onkicsch-
heid, ja, de schaamteloosheid van de V.A.
R.A. om het volkslied, het „Wilhelmus",
dat na afloop van de rede werd gespeeld, na
de eerste maten af te 6luiten. Tc schrijnen
der wordt dit optreden, wanneer daarnaast
wordt herinnerd aan het binnensmokkelen
van het lied der revolutie, de „Internatio
nale" in het Oudejaarsavond-programma
van de V.A.R.A., dat n b. door de Engelsche
omroepstations werd verbreid. Geheel ten
onrechte werd op deze wijze in het buiten
land den indruk verbreid als zou Neder
land een volgens Marxistische leerstelsels
geregeerd land zijn; al kan geen enkelen
vreemdeling kwalijk genomen worden, dat
hij Nederland, dut zijn volkslied laat belee-
digen en de „Internationale" verheerlijken,
als zoodanig verslijt. In geen enkel land ter
wereld zou zulk een verregaande lompheid
en zulk een grieving van de gevoelens van
zeker driekwart der landgenooten mogelijk
zijn, nog veel minder worden geduld.
Ten slotte verzoekt het comité Nederland
op dit punt geen smadelijke uitzondering
te laten vormen en dringt aan op scherp
onderzoek en bestraffing van de daders in
zoo'n vorm, dat tot uiting komt de overtui
ging, ook bij de regeering, dat de V.A.R.A.
het verantwoordelijkheidsgevoel en den
goeden smaak mist, onmisbaar voor om-
roepverzorgers.
EEN MAN MET STERKE HANDEN.
Een aanrijding voorkomen.
Toen Woensdagmorgen een troep militai
ren zich naar de oefening begaf, stond oven
voorbij den ingang van de kazerne te Ble-
rick, de vrachtauto van den heer L. uit
Mierlo. Op datzelfde oogenblik kwam uit
de richting Roermond een auto, bestuurd
door den 18-jarigen A. Lutjcns.
De bestuurder van de luxe auto probeer
de, om een aanrijding met de militairen te
voorkomen, nog tusschcn dezen en de
vrachtauto door te komen. Naast do vracht
auto stond echter de 21-jarlge J. L. uit
Mierlo. Deze kon niet meer wegkomen, zoo
dat 'n aanrijding onvermijdelijk scheen. Hij
had echter de tegenwoordigheid van geest
om het lichte luxe wagentje vast te grijpen
en uit alle macht opzij te duwen. Hij viel
hierbij door de ruit van de luxe auto en
bekwam ernstige snijwonden aan handen
en armen.
Ook de moeder van den heer Lutjens, die
in de auto zat, kreeg ernstige snijwondon
aan het hoofd en handen. Beiden werdon
het wachtgebouw van de kazerne binnen
gebracht, waar zij door dr. Wol tens uit Ven-
lo verbonden werdén.
Door de tegenwoordigheid van geest van
don vrachtauto-bestuurder werd een ernstig
ongeluk voorkomen. De maréchaussée heeft
proces-verbaal opgemaakt.
PROF. L. LINDEBOOM, f
liet stoffelijk overschot van prof. L. Linde
boom, wiens overlijden wc gisteravond ver
meldden, zal Maandagmiddag 9 dezer te
1.30 uur. geschieden te IJsselmuiden.
Volgens de Maasbode bestaan er plannen,
die reeds in een vergevorderd stadium van
doorvoering zouden verkeeren, >m de goud-
baren ter waarde van 16.000.000, die in bet
bij Texel gezonken oorlogsschip „Lutine"
lagen opgeborgen, door middel van een ver
nuftig geconstrueerd toestel naar boven te
halen.
Reeds jaren lang zijn cr pogingen gedaan
om het goudschip te lichten, tot heden ech
ter zonder resultaat Het schip wordt mo-
mentoel bodekt door een laag van naar
schatting 12 M. fijn drijfzand. Men is er in
geslaagd schroeven, spijkers en dergelijke
kleine voorwerpen naar boven te zuigen,
waarin de naam van het schip gemerkt
stond, zoodat men van do plaats waar het
schip ligt zeker is.
Een industrieel uit Gennep zou thans een
toestel geconstrueerd hebben, dat inmiddels
ook reeds in groote Duitsche werkplaatsen
vervaardigd is, waardoor het mogelijk moet
zijn tot het schip op den zeebodem door te
dringen en het goud naar boven te halen.
Op het toestel is bereids octrooi aange
vraagd en patent verkregen. Do bedoeling
is niet het schip te lichten, maar door mid
del van het toestel naar het schip af te da
len en het goud eenvoudig mee naar boven
te nemen.
Een bekende bergingsmaatschappij op
Texel, die de concessie heeft om het schip
te lichten (een concessie die zij van de Ver-
zckenings-Mij. „Lloyd" verkregen heeft) zou
eveneens in de zaak zijn betrokken.
DE KLOKKENGIETERIJ. EN BRAND-
SPUITENFABRIEK TE HEILIGERLEE.
Iieiligerlfee, 5 Jan. Men verzoekt ons
mede te deelen, dat het bericht, dat in som
mige bladen is verschenen, als zou bij de
Klokkengieterij- en brandspuitenfabriek der
Firma A. II. van Bergen te Heiligerlce ont
slag zijn aangezegd, onjuist is.
Integendeel zal binnenkort een uitbrei
ding plaats vinden.
DERDE REIS.
Met het oorlogsschip „De Gllnt-
horst", onder commando van
Kapitein J. Hinlopen, naar Lis-
saben en Cadiz.
1781. In den morgen van 5 Augustus zeil
den wy uit Texel cn kwamen in de Nocd-
zer\ Drie dagen later kregen wij Engeland in
het zicht en in den a\ond van 8 Augustus
■waren wij Ier hoogte van Calais en zagen de
Frnnscho kust voor ons. Tegen den nacht
lieten wij het anker vallen en gingen 1cn
volgenden morgen weer verder. Wij kwamen
nu in liet Kanaal en voeren langs Albion's
l'^wute krijtbergen. Inmiddels naderden wij
hef Iberisch Schiereiland. Op 14 Augustus
Hkwamcn wij voor de rivier de Taag, we'ko
wij omzeilden. Wij passeerden verscheidene
■kasteelen en gingen bij het kasteel „Boelyn"
^w.'oor anker. Dien avond was de heele stad en
jjLwnrcn ook de kasteelen langs de rivier ge-
^jjjuillumioerd, terwijl overal kanongebulder
weerklonk. Dit was allemaal ter eere van
cle geboorte van een prinsje, namelijk een
zoontje van de kroonprinses. Op 24 Augus
tos werd 's avonds weer alles verlicht, ter
wijl ook op alle kasteelen weer saluutscho
ten werden gelost. Wij losten ook driemaal
een en twintig schoten.
Lissabon.
Den 25sten Augustus zeilden wij de rivier
op tot Lissabon, alwaar wij 's middags ons
'anker lieten vallen.
Er lagen hier verscheidene Engelsche oor
logsschepen. waaronder de „Belonde' en de
,Briliand", die een Fransch oorlogsschip ver
overd hadden, genaamd „La Courageusc";
dit laatste schip was zeer gehavend en had
a van de Engelschcn de volle laag van achte
ren gehad, waardoor er velen gesneuvpld
I waren. Vooral tusschendeks, daar de Engel
sche kogels achter langs de batterijen vlo
gen. De Fransche kapitein was zwaar e-
kwelst; aan don eenen kant was zijn onder
I kaak met een gedeelte van het oor weg e-
schoten en hij overleed nog dienzelfden dag
dat wij voor do stad waren gekomen. De
Fianschen en Engelschen hadden hun h';s
jpitalen in Oud Lissabon; ik zag hier ver-
g| scheidene zwaar gekwetsten, o.a. een twin
tigtal waarvan de beide beenen onder de
knie afgeschoten waren. Zij waren netjes
verbonden cn lagen met die stompjes om
hoog op een speciaal daartoe gemaakte bank
met kussens. Er waren er ook twee, die over
hun geheele lichaam brandwonden hadlen;
zij waren geheel naakt en er stonden twee
oppassers bij, die met een groote kwasi of
een bos veeren de verbrande lichamen met
zalf bestreken en tevens de vliegen en
vlooien weghielden.
Een koopvaardij-kapitein kwam bij ons
klagen, dat hij 's avonds, toen hij naar zijn
schip wilde terugkeeren, door een kerel net
een ponjaard was gestoken. Daar hij achter
over viel, meende de kerel zeker, dat hij herr
gedood had en ging er van door. Gelukkig
was de ponjaard echter op een hollen kopp
ren knoop, dien hij aan zijn jak had, afge
stuit; men kon aan dien knoop wel zien, dat
de stoot flink ^aangekomen was, want hij
was bijna door midden.
In de starl Lissabon waren al weer vele
nieuwe huizen gebouwd en men was nog
druk bezig met het opgraven van hetgeen
door de aardbeving van 1755 in den grond
was verdwenen Veel koper, tin, zilver en
Ijzer werd omhoog gebracht, alsook geld. dat
met ijzeren zeven werden gezift; verder rol
len met zijden cn wollen stoffen, die nog om
plankjes en stokken gewikkeld zitten, di.cb
zoo gauw men er aan raakt als stof uiteen
vallen.
Het grootste geldstuk, dal hier in omloop
is, is een gouden Johannes, die een waarde
heeft van meer dan 20 Hollandsche guldens
Het kleinste geldstuk is een koperen munt,
waarvan de waarde 5 reis is. De waarde van
de muntstukken wordt hier uitgedrukt in
reis, doch er is in heel Portugal geen munt
van één reis te vinden, evenmin als bij ons
een penning. Eerst schrok ik een beetje,
toen men, als ik wat kocht, steeds betaling
in reis vroeg, want als zij van geld spreken,
is het steeds van milreis (duizend reis
2,72).
Cadix.
Den Sisten Augustus gingen wij in de baai
van Cadix voor anker.
Op 12 September liep hier de Zilvervloot
uit Spaansch West-Indië binnen. Eenige da
gen later werd met veel vertoon en onder
het gebulder der kanonnen het Lieve Vrou
wen Beeld van een der Spaansche oorlogs
schepen gehaald en weer naar een van de
kerken gebracht, die het ter bescherming
van de vloot zoolang had afgestaan. De
sloep, waarin dit beeld werd vervoerd. w»rd
door kapiteins geroeid, een vice-admiroal
stond aan het roer en een schout-bij-nacht
liep met de bootshaak heen en weerom te
voorkomen, dat de sloep ergens tegen aan zou
stooten. Vier „munniken" of priesters zaten
achter in de sloep onder een groen zijden
hemel met het beeld op hun knieën. Die
priesters en de kerk, die het beeld meegege
ven had, zullen wel een flinke boloonmg
Deze aardbeving was één van de ver
schrikkelijkstc rampen van de 18e eeuw. De
aardbeving ging vergezeld van een zee
beving en een orkaan. De zeebeving had een
enormen vloedgolf tengevolge. Tegelijkertijd
brak er in Lissabon een hevige brand uit en
in de algemeene verwarring ontsnapten tal-
looze misdadigers uit de gevangenissen, lie.
gebruikmakend van de situatie, roofden en
plunderden, waar ze konden. Een dertigdui
zend menschen hebben bij dezen ramp et
leven verloren, 't Was vooral aan het
krachtige optreden van minister PomLal,
ten tijde dè man in Portugal, te danken, lat
men vrij spoedig de ellende van de ramp te
boven kwam
hebben ontvangen, omdat het beeld de Zil
vervloot zoo goed had beschermd en veiliir
weer in Cadix had teruggebracht.
Van deze Zilvervloot kregen wij honderd
en-tien kisten met Spaansche matten, gou
den staven en juweelen aan boord. Het k'st-
jc, waarin zich de gouden staven cn gou Jen
doozen met juweelen bevonden, was meer
waard dan cle overige 109 kisten bij elkaar,
waarin de zilveren stukken waren Dit
geld, zoowel als het goud en de juweelen.
werd grootendeels bij ons aanboord gesmok
keld, behalve 11 kisten, die van den Koning
waren cn die door soldaten aan boord wer
den gebracht. Dit smokkelen geschiedde
meestal door dames en „munnikken", die
steeds door twee geestelijken vergezeld wa
ren en met een jachtje of schuitje aan boord
kwamen, zoogenaamd om het schip eens te
bekijken. Zoodra zij aan boord waren, wer
den zij naar de slaapkamer van den kupi
tein geleid, waar zij zich clan ontkiecden,
terwijl cle „munnikken" intusschen met ion
kapitein of een van de officieren een glaasje
wijn dronken. De dames droegen dc juwee
len en het goud meestal in grof linnen ge
naairl als een gordel om haar bloote lichaum.
Het groote geld werd 's nachts aan boord
gebracht wanneer het goed donker was Al
dit gesmokkel diende om cle vijf procent tol
te ontloopen. Er wordt zeer streng op het
smokkelen gelet; er zijn twee poorten naast
elkaar, de een voor hen die de stad vei la
ten en de onder voor degenen, die de stad
binnenkomen, terwijl de geheele baai om
singeld is door overdekte bootjes, waarin
oppassers zitten, die „picaros" genoemd
worden.
Den 23stcn September vertrokken wij uit
Cadix; in de Spaansche Zee, in het Kanna!
cn in de Noordzee viel niets merkwaardigs
voor.
Texel.
Den 16dcn October lieten wij voorgaat*
Texel het anker vallen: den volgenden dag
liepen wij Texel binnen.
Een week later kwamen er twee kagen of
lichters langszij, waarin de kisten met goud,
zilver en juweelen overgeladen werden. Alle
Diende waarschijnlijk als betaling van
goederen door de Hollandsche kooplieden
aan de Portugeezen geleverd.
kisten werden met touwen omwonden,
waaraan stroppen of lissen werden gemaakt;
door al deze stroppen werd vervolgens de
kabel getrokken, aan het einde waarvan een
tonneboei werd bevestigd, zoodat ingeval
een kaag mocht komen te zinken, men de
kisten altijd weer zou kunnen terugvinden.
Op 31 October kwam de Commissaris aan
boord om het volk af te monsteren.
Twee dagen later verliet ik het schip en
ging via lien Helder naar Amsterdam.
VIERDE REIS.
Met het oorlogsschip „'t Zee
paard", onder commando van
Kapitein Berk Hartogh, naar
Malaga, Livorno, Tunis, Cadix
en Lissabon.
1763. Den 7dcn Maart van dit jaar kwam
ik te Amsterdam aan boord van het oorlogs
schip ,,'t Zeepaard".
Terwijl wij hier voor de stad lagen was
het zeer koud en het vroor zelfs zoo hard. dat
wij op 15 Maart met z'n zevenen over het ijs
naar de stad konden gaan.
Tien dagen later vertrokken wij van Am
sterdam en zeilden via Durgerdam, het
Pampus en Marken naar Texel, waar wij op
26 April anker lieten vallen.
Texel.
Behalve de schapen, de zee cn de duinen
is hier niet veel te zien. De voortbrengselen
van hei eiland zijn schapenbouten, schapen
kaas, oesters en mosselen. Toen het de tijd
was van mosselen en oesters, gingen wij
verscheidene malen met de sloep naar de
zoogenaamde banken, die achter Den Hel
der liggen. Wij voeren er met hoog wa'er
heen, legden clan de sloep met een dreg op
de banken vast en wachtten tot het eb werd
Als het water clan zoo laag was, dat wij uit
do sloep konden gaan, lagen de oesters en
mosselen voor het grijpen. De mosselen zit
ten met heele klitten of bosschen vast aan
een groen-zwarte plant, waar wij ze Jan
van af moesten plukken, want zij zijn er als
het ware aan vastgegroeid; deze mosselphml
kan dus beschouwd worden als een „plant-
vis" of een „plantdier". De mosselen waren
meestal voor het scheepsvolk en de oesters
voor de officieren.
Den 18dcn Mei vertrokken wij van T^xcl
en twee dagen later waren wij dicht bij de
De voor mannen te Malaga gebruikelijke
drachtlange bruine of zwarte mantels,
groote ronde hoeden, zoo gewenscht van
voren cn van achteren opgeslagen.
Engelsche kust, waar wij verscheidene En
gelsche pinkjes en andere schepen passeer
den. Op 24 Mei kregen wij met „contrarie-
winden" tc kampen, zoodat we steeds moes
ten wenden en don cenen dag onder dc
Engelsche krijtrotsen en den anderen dag
bij de Fransche kust zaten, en zoo suknel-
den we voort tót we het Kanaal uit waren.
In de Spaansche Zee haalden we onze
schade weer in en op 12 Juni arriveerden
wij te Malaga.
Malaga.
Dat wij te Malaga binnenliepen, was niet
volgens onze instructies, want wij moesten
regelrecht naar Livorno doorzeilen. Wij
hadden echter een dertigtal zieken aan
boord, terwijl kapitein Zoutman een lek
in zijn schip had gekregen, Er werd toen
op advies van mij cn van de timmerlieden
een krijgsraad gehouden, waarin besloten
werd om Malaga binnen te loopen. Dank
zij de versche vruchten, die wij hier voor
de zieken konden krijgen, zooals kersen
en moerbeien, die hier om dezen tijd van
het jaar in overvloed groeien, waren de
zieken spoedig weer hersteld. Ook deden
wij ons te goed aan sinaasappelen en ci
troenen, terwijl de wijn niet werd verge
ten. Alvorens onze 6chepen onder zeil gin
gen, werd ik met een luitenant en acht
roeiers in dc sloep naar de stad gezonden
om eenige vaten wijn te koopen. Maar ter
wijl wij aan wal waren en ons daar nog
wat vermaakten en afscheid namen van
goede vrienden en „Spanjoletjes", was de
tijd een beetje snel gegaan en wij hadden
ons wat te lang opgehouden. Het kostte
mij heel wat moeite om alle menschen
weer bij elkaar te krijgen en toen wij bij
de haven kwamen om met de sloep naar
boord te gaan, zagen wij dat onze schepen
al onder zeil waren gegaan en bijna uit
het gezicht verdwenen. Daar stonden wij
te kijken of wij niet wijs waren, want nie
mand wise raad Wij besloten ons met de
sloep zoo ver in zee te roeien als wij kon
den, aangezien wij dan toch altijd konden
zeggen, dat wij al het mogelijke gedaan
hadden. Doch toen wij een eind in zee wa
ren en van cle schepen af gezien konden
worden, bemerkte wij lot onze niet gerin
ge vreugde, dat deze keerden en naar ons
toekwamen. Toen wij goed en wel aan
boord waren, vertelden wij, dat de wijnkoo-
per niet thuis was geweest bij onzen komst,
zoodat wij hadden moeten wachten, terwijl
later cle wijn nog in de vaten getapt moest
worden en de kuiper, die er ook nog aan
te pas moest komen, eerst ook nergens te
vinden was geweest. Wij waren zoodoende
den geheelen dag met die wijn in de weer
geweest en als wij ons niet zoo nadden be
ijverd, waren wij nog zonder wijn aan
boord gekomen. Daar de meeste wijn, die
wij gehaald hadden, voor den kapitein be
stemd was, kregen wij nog eer. compli
mentje op den koop toe. Wij tornden min
of meer ons ongenoegen over de door ons
ondervonden behandeling, doch mén had
alleen maar een grap met ons willen uit
halen en ons wat bang willen maken. Met
een glaasje punch, dat de kapitein in de
kajuit had klaar staan, dronken wij ons
welkom aan boord.
Op 29 Juni waren wij van Malaga ver
trokken en zeilden nu langs Je eilanden
Ybiza, Mallorca en Menorca naar Livorno,
Ook waren wij onderweg de plaatsen Ali-
canten, Barcelona en Genua gepasseerd.
Den 15den Juli gingen wij op de reede van
Livorno voor anker.
fWordt vervolgd)#