Uit een vud AMERSFOORTSCH DAGBLAD Vrijdag 6 Januari 1933 31e Jaargang No. 162 DERDE BLAD DES LIEDJESZANGERS ERFENIS ONS VOLKSLIED EN DE V.A.R.A. NAAR EEN SCHAT VAN 16 MILLIOEN Het goud van de Lutine Vijftien mille er door gelapt. Nelly had de rest! Amsterdam, 5 Jan. Op zekeren dag erfde een overigens weinig fortuinlijk lied jeszanger, die zijn kostje op den Zeedijk op haalde, de som van 15.000.Het zijn sterke beencn, die de weelde kunnen dra gen, dat zou ook de liedjeszanger ondervin den. Met familie, vrienden en kennissen trok de man met zijn duiten naar het Rem- brandtplein om de bloemetjes eens duchtig buiten te zetten. De feestvreugde steeg hoo ger en honger, doch tenslotte merkte het feestende gezelschap, dat de hoofdpersoon verdwenen was. Acht dagen later vond zijn vrouw hem terug in een cafétje aan de Gel- dersche kade, voor het#grootste deel was het geld verdwenen. We kunnen het on derhoud lusschen het echtpaar stilzwijgend voorbij gaan. De man beweerde.dat hij 2000 aan een zekere „Nelly" in bewaring had gegeven. Toen hij dit restant van zijn er fenis kwam halen, ontkende zij echter geld van hem in bewaring te hebben genomen. |ÖDe liedjeszanger, die langzamerhand de waarde van het geld begon te beseffen, toog naar de politie en diende een aan kracht in tegen zijn vriendin Nelly. Door de rechtbank werd zij wegens ver duistering veroordeeld tot een jaar gevan genisstraf, het O.M. had 2Va jaar geëischt. Ook tijdens de rechtzitting hield de vrouw vol onschuldig te zijn. Vandaag diende de zaak in hooger beroep. De vrouw gaf toe, dat de liedjeszanger haar sieraden in bewaring had gegeven, die door haar waren teruggeven, doch geld had zij nooit gekregen. „Ik heb nooit anders dan ellende en armoede gehad. Om te ste len heb ik gelegenheid genoeg gehad", al dus verd. President: Maar R., waarmede U samen leefde heeft toch gezegd... Verd.: Die liegt. Een getuige verklaarde, dat twee weken na het gebeurde R. veel geld bij zich had, hij had o.a, een briefje van duizend ge zien. Daar eenige getuigen niet waren versche nen werd de verdere behandeling van de zaak tot 14 Februari uitgesteld. RUIT INGEWORPEN BIJ BARON VAN GEEN. Hedenochtend werd in de particuliere woning van den particulieren secretaris van H. M. de Koningin ben spiegelruit in geworpen met een grooten 6teen, die ge wikkeld was in een papier, waarop het adres van den dader stond. Men bleek hier te doen te hebben met een laffe wraak neming aan een verkeerd adres. De steen was afkomstig van een werk- looze, die zich wilde wreken over een wei gering van geldelijken steun door het Crisis-comité, waarmede baron van Geen echter niets heeft uit te 6taan. De dader, zekere van O., is ter zake hiervan door do politie aangehouden en na verhoord te zijn weder op vrije voeten ge steld ROLLS ROYCE VLIEGTUIGMOTOREN BESTELD DOOR NEDERLANDSCHE REGEERING. Londen, 5 Jan. (V. D.) De Ncderland- sche regeering heeft bij de Rolls Royce Company een aanzienlijk aantal der beken de 500/600 P.K. Kestrel-motoren besteld, om te monteeren in Nederlandsche vliegtuigen. De Kestrel-motoren worden ook gebruikt voor de vliegmachines in België, Joego-Sla- \ië, Estland, Rusland, Japan en andere lan den. DE „KWARTEL" NAAR INDIE VER TROKKEN. Amsterdam. Hedenmorgen om 8.40 uur is het K.L.M. vliegtuig de „Kwartel' naar Indië vertrokken. Aan boord bevinden zich een passagier voor Athene en voor Batavia. Meegenomen wordt 305.32 K.G. post, briefpost, 2.3 K.G. pakketpo6t en 40.3 K.G. lading. De bemanning bestaat uit de heeren G. M. H. Frfjns, le bestuurder; Th. W. van Weijrother, 2e bestuurder; P. B. Blok, werktuigkundige en G. van Zadelhoff, ra dio-telegrafist. Grieving van de gevoelens van driekwart der bevolking Naar aanleiding van de uitzending van de rede van den gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indiè op oudejaarsdag door de V.A.R.A. en het hierbij aan het slot af breken van ons volkslied door deze omroep vereeniging, heeft het landelijk comité be langen luisteraars den volgenden brief ge schreven aan den minister van Waterstaat, terwijl afschrift is gezonden aan den radio- raad: Andermaal gevoelt het landelijk comité belangen luisteraars zich genoodzaakt zich tot uwe excellentie te wenden met een pro test tegen de ornroeploestanden in Neder land. Op den Oudejaarsdag heeft de V.A. R.A., gelijk met den K.R.O., een rede uitge zonden, die in Nederlandsch-Indie door den gouverneur-generaal werd uitgesproken. Uit de inleiding tot deze rede door de V.A.R.A. kon worden afgeleid, dat de uit zending door haar geschiedde op verzoek van de Nederlandsche regeering. Een ver zoek, dat gelet op het aanzienlijke ambt van den spreker en de belangrijkheid van zijn woorden, door ons zeer op prijs wordt gesteld en dat wij uitleggen als een in hof- felljken vorm gestoken, terecht gegeven last. De mededeeling van de V.A.R.A., dat zij gemeend had dit verzoek niet te moeten weigeren, hebben wij dan ook opgevat als een uiting van socialistischen bluf. Niet hiertegen gaat nochtans het protest van ons comité, maar tegen de onkicsch- heid, ja, de schaamteloosheid van de V.A. R.A. om het volkslied, het „Wilhelmus", dat na afloop van de rede werd gespeeld, na de eerste maten af te 6luiten. Tc schrijnen der wordt dit optreden, wanneer daarnaast wordt herinnerd aan het binnensmokkelen van het lied der revolutie, de „Internatio nale" in het Oudejaarsavond-programma van de V.A.R.A., dat n b. door de Engelsche omroepstations werd verbreid. Geheel ten onrechte werd op deze wijze in het buiten land den indruk verbreid als zou Neder land een volgens Marxistische leerstelsels geregeerd land zijn; al kan geen enkelen vreemdeling kwalijk genomen worden, dat hij Nederland, dut zijn volkslied laat belee- digen en de „Internationale" verheerlijken, als zoodanig verslijt. In geen enkel land ter wereld zou zulk een verregaande lompheid en zulk een grieving van de gevoelens van zeker driekwart der landgenooten mogelijk zijn, nog veel minder worden geduld. Ten slotte verzoekt het comité Nederland op dit punt geen smadelijke uitzondering te laten vormen en dringt aan op scherp onderzoek en bestraffing van de daders in zoo'n vorm, dat tot uiting komt de overtui ging, ook bij de regeering, dat de V.A.R.A. het verantwoordelijkheidsgevoel en den goeden smaak mist, onmisbaar voor om- roepverzorgers. EEN MAN MET STERKE HANDEN. Een aanrijding voorkomen. Toen Woensdagmorgen een troep militai ren zich naar de oefening begaf, stond oven voorbij den ingang van de kazerne te Ble- rick, de vrachtauto van den heer L. uit Mierlo. Op datzelfde oogenblik kwam uit de richting Roermond een auto, bestuurd door den 18-jarigen A. Lutjcns. De bestuurder van de luxe auto probeer de, om een aanrijding met de militairen te voorkomen, nog tusschcn dezen en de vrachtauto door te komen. Naast do vracht auto stond echter de 21-jarlge J. L. uit Mierlo. Deze kon niet meer wegkomen, zoo dat 'n aanrijding onvermijdelijk scheen. Hij had echter de tegenwoordigheid van geest om het lichte luxe wagentje vast te grijpen en uit alle macht opzij te duwen. Hij viel hierbij door de ruit van de luxe auto en bekwam ernstige snijwonden aan handen en armen. Ook de moeder van den heer Lutjens, die in de auto zat, kreeg ernstige snijwondon aan het hoofd en handen. Beiden werdon het wachtgebouw van de kazerne binnen gebracht, waar zij door dr. Wol tens uit Ven- lo verbonden werdén. Door de tegenwoordigheid van geest van don vrachtauto-bestuurder werd een ernstig ongeluk voorkomen. De maréchaussée heeft proces-verbaal opgemaakt. PROF. L. LINDEBOOM, f liet stoffelijk overschot van prof. L. Linde boom, wiens overlijden wc gisteravond ver meldden, zal Maandagmiddag 9 dezer te 1.30 uur. geschieden te IJsselmuiden. Volgens de Maasbode bestaan er plannen, die reeds in een vergevorderd stadium van doorvoering zouden verkeeren, >m de goud- baren ter waarde van 16.000.000, die in bet bij Texel gezonken oorlogsschip „Lutine" lagen opgeborgen, door middel van een ver nuftig geconstrueerd toestel naar boven te halen. Reeds jaren lang zijn cr pogingen gedaan om het goudschip te lichten, tot heden ech ter zonder resultaat Het schip wordt mo- mentoel bodekt door een laag van naar schatting 12 M. fijn drijfzand. Men is er in geslaagd schroeven, spijkers en dergelijke kleine voorwerpen naar boven te zuigen, waarin de naam van het schip gemerkt stond, zoodat men van do plaats waar het schip ligt zeker is. Een industrieel uit Gennep zou thans een toestel geconstrueerd hebben, dat inmiddels ook reeds in groote Duitsche werkplaatsen vervaardigd is, waardoor het mogelijk moet zijn tot het schip op den zeebodem door te dringen en het goud naar boven te halen. Op het toestel is bereids octrooi aange vraagd en patent verkregen. Do bedoeling is niet het schip te lichten, maar door mid del van het toestel naar het schip af te da len en het goud eenvoudig mee naar boven te nemen. Een bekende bergingsmaatschappij op Texel, die de concessie heeft om het schip te lichten (een concessie die zij van de Ver- zckenings-Mij. „Lloyd" verkregen heeft) zou eveneens in de zaak zijn betrokken. DE KLOKKENGIETERIJ. EN BRAND- SPUITENFABRIEK TE HEILIGERLEE. Iieiligerlfee, 5 Jan. Men verzoekt ons mede te deelen, dat het bericht, dat in som mige bladen is verschenen, als zou bij de Klokkengieterij- en brandspuitenfabriek der Firma A. II. van Bergen te Heiligerlce ont slag zijn aangezegd, onjuist is. Integendeel zal binnenkort een uitbrei ding plaats vinden. DERDE REIS. Met het oorlogsschip „De Gllnt- horst", onder commando van Kapitein J. Hinlopen, naar Lis- saben en Cadiz. 1781. In den morgen van 5 Augustus zeil den wy uit Texel cn kwamen in de Nocd- zer\ Drie dagen later kregen wij Engeland in het zicht en in den a\ond van 8 Augustus ■waren wij Ier hoogte van Calais en zagen de Frnnscho kust voor ons. Tegen den nacht lieten wij het anker vallen en gingen 1cn volgenden morgen weer verder. Wij kwamen nu in liet Kanaal en voeren langs Albion's l'^wute krijtbergen. Inmiddels naderden wij hef Iberisch Schiereiland. Op 14 Augustus Hkwamcn wij voor de rivier de Taag, we'ko wij omzeilden. Wij passeerden verscheidene ■kasteelen en gingen bij het kasteel „Boelyn" ^w.'oor anker. Dien avond was de heele stad en jjLwnrcn ook de kasteelen langs de rivier ge- ^jjjuillumioerd, terwijl overal kanongebulder weerklonk. Dit was allemaal ter eere van cle geboorte van een prinsje, namelijk een zoontje van de kroonprinses. Op 24 Augus tos werd 's avonds weer alles verlicht, ter wijl ook op alle kasteelen weer saluutscho ten werden gelost. Wij losten ook driemaal een en twintig schoten. Lissabon. Den 25sten Augustus zeilden wij de rivier op tot Lissabon, alwaar wij 's middags ons 'anker lieten vallen. Er lagen hier verscheidene Engelsche oor logsschepen. waaronder de „Belonde' en de ,Briliand", die een Fransch oorlogsschip ver overd hadden, genaamd „La Courageusc"; dit laatste schip was zeer gehavend en had a van de Engelschcn de volle laag van achte ren gehad, waardoor er velen gesneuvpld I waren. Vooral tusschendeks, daar de Engel sche kogels achter langs de batterijen vlo gen. De Fransche kapitein was zwaar e- kwelst; aan don eenen kant was zijn onder I kaak met een gedeelte van het oor weg e- schoten en hij overleed nog dienzelfden dag dat wij voor do stad waren gekomen. De Fianschen en Engelschen hadden hun h';s jpitalen in Oud Lissabon; ik zag hier ver- g| scheidene zwaar gekwetsten, o.a. een twin tigtal waarvan de beide beenen onder de knie afgeschoten waren. Zij waren netjes verbonden cn lagen met die stompjes om hoog op een speciaal daartoe gemaakte bank met kussens. Er waren er ook twee, die over hun geheele lichaam brandwonden hadlen; zij waren geheel naakt en er stonden twee oppassers bij, die met een groote kwasi of een bos veeren de verbrande lichamen met zalf bestreken en tevens de vliegen en vlooien weghielden. Een koopvaardij-kapitein kwam bij ons klagen, dat hij 's avonds, toen hij naar zijn schip wilde terugkeeren, door een kerel net een ponjaard was gestoken. Daar hij achter over viel, meende de kerel zeker, dat hij herr gedood had en ging er van door. Gelukkig was de ponjaard echter op een hollen kopp ren knoop, dien hij aan zijn jak had, afge stuit; men kon aan dien knoop wel zien, dat de stoot flink ^aangekomen was, want hij was bijna door midden. In de starl Lissabon waren al weer vele nieuwe huizen gebouwd en men was nog druk bezig met het opgraven van hetgeen door de aardbeving van 1755 in den grond was verdwenen Veel koper, tin, zilver en Ijzer werd omhoog gebracht, alsook geld. dat met ijzeren zeven werden gezift; verder rol len met zijden cn wollen stoffen, die nog om plankjes en stokken gewikkeld zitten, di.cb zoo gauw men er aan raakt als stof uiteen vallen. Het grootste geldstuk, dal hier in omloop is, is een gouden Johannes, die een waarde heeft van meer dan 20 Hollandsche guldens Het kleinste geldstuk is een koperen munt, waarvan de waarde 5 reis is. De waarde van de muntstukken wordt hier uitgedrukt in reis, doch er is in heel Portugal geen munt van één reis te vinden, evenmin als bij ons een penning. Eerst schrok ik een beetje, toen men, als ik wat kocht, steeds betaling in reis vroeg, want als zij van geld spreken, is het steeds van milreis (duizend reis 2,72). Cadix. Den Sisten Augustus gingen wij in de baai van Cadix voor anker. Op 12 September liep hier de Zilvervloot uit Spaansch West-Indië binnen. Eenige da gen later werd met veel vertoon en onder het gebulder der kanonnen het Lieve Vrou wen Beeld van een der Spaansche oorlogs schepen gehaald en weer naar een van de kerken gebracht, die het ter bescherming van de vloot zoolang had afgestaan. De sloep, waarin dit beeld werd vervoerd. w»rd door kapiteins geroeid, een vice-admiroal stond aan het roer en een schout-bij-nacht liep met de bootshaak heen en weerom te voorkomen, dat de sloep ergens tegen aan zou stooten. Vier „munniken" of priesters zaten achter in de sloep onder een groen zijden hemel met het beeld op hun knieën. Die priesters en de kerk, die het beeld meegege ven had, zullen wel een flinke boloonmg Deze aardbeving was één van de ver schrikkelijkstc rampen van de 18e eeuw. De aardbeving ging vergezeld van een zee beving en een orkaan. De zeebeving had een enormen vloedgolf tengevolge. Tegelijkertijd brak er in Lissabon een hevige brand uit en in de algemeene verwarring ontsnapten tal- looze misdadigers uit de gevangenissen, lie. gebruikmakend van de situatie, roofden en plunderden, waar ze konden. Een dertigdui zend menschen hebben bij dezen ramp et leven verloren, 't Was vooral aan het krachtige optreden van minister PomLal, ten tijde dè man in Portugal, te danken, lat men vrij spoedig de ellende van de ramp te boven kwam hebben ontvangen, omdat het beeld de Zil vervloot zoo goed had beschermd en veiliir weer in Cadix had teruggebracht. Van deze Zilvervloot kregen wij honderd en-tien kisten met Spaansche matten, gou den staven en juweelen aan boord. Het k'st- jc, waarin zich de gouden staven cn gou Jen doozen met juweelen bevonden, was meer waard dan cle overige 109 kisten bij elkaar, waarin de zilveren stukken waren Dit geld, zoowel als het goud en de juweelen. werd grootendeels bij ons aanboord gesmok keld, behalve 11 kisten, die van den Koning waren cn die door soldaten aan boord wer den gebracht. Dit smokkelen geschiedde meestal door dames en „munnikken", die steeds door twee geestelijken vergezeld wa ren en met een jachtje of schuitje aan boord kwamen, zoogenaamd om het schip eens te bekijken. Zoodra zij aan boord waren, wer den zij naar de slaapkamer van den kupi tein geleid, waar zij zich clan ontkiecden, terwijl cle „munnikken" intusschen met ion kapitein of een van de officieren een glaasje wijn dronken. De dames droegen dc juwee len en het goud meestal in grof linnen ge naairl als een gordel om haar bloote lichaum. Het groote geld werd 's nachts aan boord gebracht wanneer het goed donker was Al dit gesmokkel diende om cle vijf procent tol te ontloopen. Er wordt zeer streng op het smokkelen gelet; er zijn twee poorten naast elkaar, de een voor hen die de stad vei la ten en de onder voor degenen, die de stad binnenkomen, terwijl de geheele baai om singeld is door overdekte bootjes, waarin oppassers zitten, die „picaros" genoemd worden. Den 23stcn September vertrokken wij uit Cadix; in de Spaansche Zee, in het Kanna! cn in de Noordzee viel niets merkwaardigs voor. Texel. Den 16dcn October lieten wij voorgaat* Texel het anker vallen: den volgenden dag liepen wij Texel binnen. Een week later kwamen er twee kagen of lichters langszij, waarin de kisten met goud, zilver en juweelen overgeladen werden. Alle Diende waarschijnlijk als betaling van goederen door de Hollandsche kooplieden aan de Portugeezen geleverd. kisten werden met touwen omwonden, waaraan stroppen of lissen werden gemaakt; door al deze stroppen werd vervolgens de kabel getrokken, aan het einde waarvan een tonneboei werd bevestigd, zoodat ingeval een kaag mocht komen te zinken, men de kisten altijd weer zou kunnen terugvinden. Op 31 October kwam de Commissaris aan boord om het volk af te monsteren. Twee dagen later verliet ik het schip en ging via lien Helder naar Amsterdam. VIERDE REIS. Met het oorlogsschip „'t Zee paard", onder commando van Kapitein Berk Hartogh, naar Malaga, Livorno, Tunis, Cadix en Lissabon. 1763. Den 7dcn Maart van dit jaar kwam ik te Amsterdam aan boord van het oorlogs schip ,,'t Zeepaard". Terwijl wij hier voor de stad lagen was het zeer koud en het vroor zelfs zoo hard. dat wij op 15 Maart met z'n zevenen over het ijs naar de stad konden gaan. Tien dagen later vertrokken wij van Am sterdam en zeilden via Durgerdam, het Pampus en Marken naar Texel, waar wij op 26 April anker lieten vallen. Texel. Behalve de schapen, de zee cn de duinen is hier niet veel te zien. De voortbrengselen van hei eiland zijn schapenbouten, schapen kaas, oesters en mosselen. Toen het de tijd was van mosselen en oesters, gingen wij verscheidene malen met de sloep naar de zoogenaamde banken, die achter Den Hel der liggen. Wij voeren er met hoog wa'er heen, legden clan de sloep met een dreg op de banken vast en wachtten tot het eb werd Als het water clan zoo laag was, dat wij uit do sloep konden gaan, lagen de oesters en mosselen voor het grijpen. De mosselen zit ten met heele klitten of bosschen vast aan een groen-zwarte plant, waar wij ze Jan van af moesten plukken, want zij zijn er als het ware aan vastgegroeid; deze mosselphml kan dus beschouwd worden als een „plant- vis" of een „plantdier". De mosselen waren meestal voor het scheepsvolk en de oesters voor de officieren. Den 18dcn Mei vertrokken wij van T^xcl en twee dagen later waren wij dicht bij de De voor mannen te Malaga gebruikelijke drachtlange bruine of zwarte mantels, groote ronde hoeden, zoo gewenscht van voren cn van achteren opgeslagen. Engelsche kust, waar wij verscheidene En gelsche pinkjes en andere schepen passeer den. Op 24 Mei kregen wij met „contrarie- winden" tc kampen, zoodat we steeds moes ten wenden en don cenen dag onder dc Engelsche krijtrotsen en den anderen dag bij de Fransche kust zaten, en zoo suknel- den we voort tót we het Kanaal uit waren. In de Spaansche Zee haalden we onze schade weer in en op 12 Juni arriveerden wij te Malaga. Malaga. Dat wij te Malaga binnenliepen, was niet volgens onze instructies, want wij moesten regelrecht naar Livorno doorzeilen. Wij hadden echter een dertigtal zieken aan boord, terwijl kapitein Zoutman een lek in zijn schip had gekregen, Er werd toen op advies van mij cn van de timmerlieden een krijgsraad gehouden, waarin besloten werd om Malaga binnen te loopen. Dank zij de versche vruchten, die wij hier voor de zieken konden krijgen, zooals kersen en moerbeien, die hier om dezen tijd van het jaar in overvloed groeien, waren de zieken spoedig weer hersteld. Ook deden wij ons te goed aan sinaasappelen en ci troenen, terwijl de wijn niet werd verge ten. Alvorens onze 6chepen onder zeil gin gen, werd ik met een luitenant en acht roeiers in dc sloep naar de stad gezonden om eenige vaten wijn te koopen. Maar ter wijl wij aan wal waren en ons daar nog wat vermaakten en afscheid namen van goede vrienden en „Spanjoletjes", was de tijd een beetje snel gegaan en wij hadden ons wat te lang opgehouden. Het kostte mij heel wat moeite om alle menschen weer bij elkaar te krijgen en toen wij bij de haven kwamen om met de sloep naar boord te gaan, zagen wij dat onze schepen al onder zeil waren gegaan en bijna uit het gezicht verdwenen. Daar stonden wij te kijken of wij niet wijs waren, want nie mand wise raad Wij besloten ons met de sloep zoo ver in zee te roeien als wij kon den, aangezien wij dan toch altijd konden zeggen, dat wij al het mogelijke gedaan hadden. Doch toen wij een eind in zee wa ren en van cle schepen af gezien konden worden, bemerkte wij lot onze niet gerin ge vreugde, dat deze keerden en naar ons toekwamen. Toen wij goed en wel aan boord waren, vertelden wij, dat de wijnkoo- per niet thuis was geweest bij onzen komst, zoodat wij hadden moeten wachten, terwijl later cle wijn nog in de vaten getapt moest worden en de kuiper, die er ook nog aan te pas moest komen, eerst ook nergens te vinden was geweest. Wij waren zoodoende den geheelen dag met die wijn in de weer geweest en als wij ons niet zoo nadden be ijverd, waren wij nog zonder wijn aan boord gekomen. Daar de meeste wijn, die wij gehaald hadden, voor den kapitein be stemd was, kregen wij nog eer. compli mentje op den koop toe. Wij tornden min of meer ons ongenoegen over de door ons ondervonden behandeling, doch mén had alleen maar een grap met ons willen uit halen en ons wat bang willen maken. Met een glaasje punch, dat de kapitein in de kajuit had klaar staan, dronken wij ons welkom aan boord. Op 29 Juni waren wij van Malaga ver trokken en zeilden nu langs Je eilanden Ybiza, Mallorca en Menorca naar Livorno, Ook waren wij onderweg de plaatsen Ali- canten, Barcelona en Genua gepasseerd. Den 15den Juli gingen wij op de reede van Livorno voor anker. fWordt vervolgd)#

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 9