J. A. SCHOTERMAN Zn,
ST. EMILION GEVESTIGD 1878 UTR.STRAAT 17
1928 perflesch fl.45. per anker f 58.50
DE STRAFZAAK TEGEN DEN NOTARIS
UITVERKOOP BIJ NIEUWKERK
N MtSSA'S SLIJTERIJ
WIJNHANDEL
TEL» 145
OPGEWONDEN SCENES
VOOR DE RECHTBANK
Tevens verbeurdverklaring
dsr cautie gevorderd
FIRMA JAMIN NIET
VEROORDEELD
RUIME SORTEERING DRESSOIRS
30 verschillende modeMen vana£ f 19.60
A. H. VAN NIEUWKERK N.V. TELEF. 543 AMERSFOORT
K. BEEKSTRAAT 6 BEEKENST.LAAN 10
UIT DE STAATSCOURANT
HUMORHOEKJE
De officier eischt S maanden
gevangenisstraf, met aftrek
van 2'1' maand voor
arrest
Amsterdam, 16 Jan. De hoofdstede
lijke rechtbank zette vandaag de behande
ling voort van de 6trafzaak tegen den Aiii-
sterdamschen notaris-advocaat
Wij herinneren kort aan de voorgeschie
denis, die zooveel stof heeft doen opwaaien
en die zoowel in als buiten vakkringen zoo
veel belangstelling trekt.
In de dagen van de „Aufwertung" van tal
rijke Duitsche leeningen was het vaak van
groot belang of de stukken zich nog in han
den bevonden van hen, die ze reeds bezaten
in 1916, vóór de val van do Mark begon
Hij, die kon bewijzen, dat zijn stukken „oud
bezit" waren, kreeg naderhand aanmerke
lijk meer vergoed dan anderen, die dit be
wijs niet konden leveren. Onnoodig te zeg
gen, dat hierbij op groote schaal misbruik
werd gemaakt, zoowel in als buiten Duitsch
land.
Een inmiddels reeds gefailleerde „ban
kier" te Amsterdam had er een gewoon ie
van gemaakt om „nieuw bezit" als „oud bc
zit" aan te dienen en op deze wijze groote
winsten to toucheeren.
Gewoonlijk moesten de voor verzilvering
over te leggen bescheiden door een notaris
worden geverifieerd of gecertificeerd. Do
fraudeerende financier wist herhaaldelijk
de noodige verklaringen te verkrijgen, o.a.
door bij notarissen verscheidene handlan
gers onder valschen naam te introduceeren
Meer dan een notaris heeft, te goeder
trouw, wel eens dergelijke verklaringen van
„oud' bezit" bevestigd, doch tegen éen hun
ner hadden verschillende benadeelde Duit
sche steden een klacht bij de justitie inge
diend. Deze Amstcrdamschc notaris werd
toen eenige dagen vóór Kerstmis dus
ruim een jaar geleden verdacht van
medeplichtigheid aan oplichting sub»
valschheid in een officieele acte, gearres
teerd. Na enkele dagen werd hij na hel
storten van een borgtocht van 30.000 en
onder tal van zijn bewegingsvrijheid beper
kende voorwaarden, in vrijheid gesteld.
De notaris stelde alles in het werk om
zijn onschuld en goede trouw aan te toonon,
van allo den verdachte bij de wet toege
kende middelen maakt hij gebruik; het on
derzoek, dat uit den aard der zaak reeds
uitvoerig en tijdroovend was, werd nog aan
merkelijk vertraagd door de verschillende
requesten e.a. rechtsmiddelen door verd. gc
brui kt
Door de Duitsche steden werd inmiddels
ook een civiele eisch tot schadeloosstelling
ingesteld. De dagvaarding een lijvig
schriftuur werd op 29 September uitge
bracht de notaris weigerde echter haar in
ontvangst te nemen, hoewel ze hem was be
teekend.
De bankier, de auctor intellectualis van
het geval, verdween nog vóór het uitspre
ken van het faillissement naar het buiten
land, zijn procuratiehouder werd eenig.'
maanden geleden door de rechtbank ver
oordeeld tot acht maanden gevangenisstruf
wegens medeplichtigheid aan oplichting
Op 2 November j.l. zou de zaak voor de
rechtbank dienen, dochde notaris putte
een zijner laatste rechtsmiddelen uit, hij
verscheen niet ter zitting. De rechtbank ge
lastte de medebrenging van verdachte. Docii
ook do recherche had het nakijken; de
vogel was gevlogen.
Den geheelen dag werd gewacht, doch
tenslotte moest do zitting worden geschorst
tot 7 November.
Het gelukte de recherche den notaris op
te sporen, hij vertoefde bij een vriend te
Wassenaar.
De notaris werd in voorloopige hechtenis
gehouden; op de zitting begon hij den presi
dent voor de rechtbank te wraken, daar z. i.
zijn inhechtenisneming onrechtmatig was.
daar hij niet in strijd met do voorwaarden
heeft gehandeld en iedere verdachte het
recht heeft verstek te laten gaan. De wra
king werd door de rechtbank afgewezen en
mr. Huysinga nam het presidium weer op
zich.
De verdediger, mr. C. J. de Vries, uit Den
Haag, legde bij den aanvang van de zitting
de verdediging neer, daar hij niet in de ge
legenheid is geweest de stukken in te zien.
Na twee zittingen, waarop de verdachte
herhaaldelijk verzocht in vrijheid te wor
den gesteld en nadat het getuigenverhoor
was beëindigd, besloot de rechtbank het on
derzoek te schorsen, de stukken weer in
handen te geven van den rechter-commissa
ris en alsnog een onderzoek te doen instel
len naar de geestvermogens van verdachte
Het verzoek tot invrijheidstelling werd af
gewezen.
Te kwart voor 10 opent de president dr
zitting De verdachte heeft eenige getui
gen a decharge opgeroepen w.o. Mr. P. C
ninck Westenberg, president der arrondis
sementsrechtbank te Amsterdam.
Nadat een deskundige is gehoord dcoll
de president mede dat er een brief van den
president Mr. P. Coninck Westenberg
ingekomen waarin deze schrijft dat
verdachte misbruik heeft gemaakt van h^t
recht tot oproeping van getuigen a déciiar-
ge. Hij zal echter als getuige verschijnen,
als de rechtbank zulks wensebt.
De president vraagt den verdachte wat
hij Mr. Coninck Westenberg had willen
vragen. Verdachte had hem willen vragen
waarom hij als voorzitter van de kaïrer
van toezicht de klacht tegen hern drie we
ken onder zich heeft gehouden. Na feu
uitvoerige uiteenzetting van verdachte
gaat de rechtbank in raadskamer. Nu
raadskamer deelt de president mede, go°u
termen te vindon verdachte in vrijheid te
stellen, daar zij van meening is, dat vu
dachte ruimschoots de gelegenheid heeft
gehad om zijn verdediging voor te bcie.
den.
Voorts acht de rechtbank het gcwcnsoM
den president, Mr. P. Coninck Westenberg,
als getuige te hooren.
De deskundigen Dr. Bakker en Dr. He*
dema brachten rapport uit en kwamen tel
de conclusie dat verdachte toeiekeninsr*
vatbaar was op het oogenblik, dat de diad
wus gepleegd. Dr. Soesman, door veriarh
te als deskundige gedagvaard, komt tot ie
conclusie dat verdachte ten aanzien *-an
de quantitatieve karaktervorming verrr in
derd toerekeningsvatbaar is. In den ge
wonen zin van het woord is verdachte vol
komen toerekeningsvatbaar. Mr. van
Baumhauer als deskundige a décharge va-
klaart, dat verdachte in Nederland niet
strafbaar is, naar getuige meent. Dc zit
ting wordt geschorst tot des middags
Te kwart voor twee heropent de voorzit
ter de zitting en stelt hij. alvorens 't woord
aan den Officier te geven, nog eenige vra
gen aan verdachte:
Pres.: „Wanneer hebt U gehoord, dat de
in 192G gelegaliseerde verklaringen onjuist
waren?"
Verdachte: „Ongeveer een week vóór
mijn arrestatie, in December 1931".
Pres.: „De veroordeelde procuratiehouder
heeft verklaard, dat hij ver daarvóór een
brief uit Duitschland heeft gekregen en de
inhoud daarvan aan U heeft medegedeeld"
Verdachte: „Het is niet onmogelijk, lat
hij zes jaar geleden bij me is gekomen en
gezegd heeft, dat er onjuist was gelegali
seerd".
Pres.: „U moet toen hebben gezegd: „laat
ze naar de blloopen, zo hebben ons ook
beduveld".
Verdachte ontkent dit: „Ik heb misschien
gelachen en gezegd: „dat gaat mij niets
aan" Bij mijn eerste ondervraging op bet
politicbureau door den OOficier heb ik
reeds verklaringen over het legaliseeren
afgelegd: „Het is b.v. mogelijk, dat iemand
zich onder valschenn naam aan mij heeft
voorgesteld."
Officier: „Dat hebt U toen niet ver
klaard."
Verdachte: „Dan is het onjuist verbali-
seerd".
Verdachte houdt vervolgons vol wel
boeken te hebben gezien van dc bewuste
firma; hij heeft toen steekproeven geno
men.
President: „De procuratiehouder ver
klaart het tegendeel. Maar U hebt toch ook
verklaard, dal H. in Indië was geweest"
Verd.: „Als hij gewild had, dat ik ver
klaard had dat hij doedelzak speelt, had
ik het óók gedaan. Ik legaliseerde alleen
maar".
Pres.: „Laten we nu eens aannemen, dat
U te goeder trouw onderteekende, doch
toen U vernam, dat het onjuist was...
Verd.: „Daar heb ik niet6 mee te maken,
ik heb misschien gelachen en..."
Pres.: „U hebt toch ook op de zitting 1en
eersten keer gezegd: „laat ze naar de blik
sem loopen".
Verd.: „Toen zat ik al acht dagen in hei
gevang".
Pres.: „Maar vóór dien had U Uw ver
ontwaardiging tegen den bankier en z'n
procuratiehouder nog niet geuit, terwijl ze
U als werktuig gebruiten".
Verd.: „Al m'n schrifturen aan Officier
en rechtbank zijn er vol van".
Pres.: „Dus U begrijpt, dat de bankier en
zijn procuratiehouder de Duitsche steden
hebben opgelicht".
Verd.: „Wie zegt dat? Dat zijn maar ge
ruchten, ik houd me aan een vonnis".
Pres.: „Maar do procuratiehouder is ver
oordeeld".
Verdachte: „Er word in Duitschland
groot onrecht gepleegd, en dat de bankier
en de procuratiehouder daar gebruik van
hebben gemaakt, kan ik ze niet kwalijk
nemen".
Pres.: „Dat geefi geen blijk van een
hooge moreele opvatting"
Verdachte: „Ik zit in de gevangenis en
in de gevangenis is geen moraal.
Hierop was het woord aan den Officier
van Justitie mr. van Üullemcn.
Requisitoir.
De officier bracht hulde aan inspecteur
Clasie, die met groote energie en inzicht
klaarheid in deze zaak heeft gebracht. Uit
het onderzoek van inspecteur Clasie is ko
men vast te 6taan, dat verd. nooit boeken
van den bankier heeft gezien. Het bestuur
van den Kring Anistcrdum heeft echter in
goed vertrouwen dc leugenachtige verkla
ringen van verdachte aangenomen. De ver
halen over het bockonderzock waren leu
gens. Dc verdachte wil het doen voorko
men, of het hier slechts het legalisee-wn
betreft, maar dal. dc juistheid van de ver
klaringen hen uit de boeken is gebleken.
Hier is echter 6prake van valsche boekver-
klaringen en valsche handteekeningen. De
onjuistheid van do verklaringen is van a-z
gebleken en aan de hand van dc getuigen
verklaringen toont spr. dit aan. Van de
verschillende afgegeven verklaringen is
niets anders echt dan de handteekoning
van notaris M., dit is va6t komen te staan
uit het schriftkundig onderzoek van dr.
Schrijver.
Aanvankelijk gaf verd. de echtheid van
de handtcekening toe, later krabbelde hij
terug en zeide hij. dat do handteekeningen
van hem waren, zoover ze niet verval^cht
waren. Het getuigen materiaal noemde spr.
overstelpend.
Een groot aantal handteekeningen van
z.g.n. bezitters van de obligaties zijn ver-
valscht. Een groot aantal getuigen hebben
verklaard nooit hun handtcekening te heb
ben gezot en ook nooit ten kantore van
den notaris te zijn geweest.
De valschheid in geschrifte is reeds vol
doende bewezen uit de valsche verklann
gen van het boekonderzook. Zoo heeft
verd. b.v. ook verklaard, dat de bankbo
diende een tijdlang in Indië was, hetgeen
volkomen onwaar was.
Naar aanleiding van do getuigenverk.a
ringen van den veroordeelden bankbedien
dc, welke door den officier worden aange
haald, mterurnpcert verd.: Zijn die verkla
ringen dan betrouwbaar?"
Officier: „Die is betrouwbaarder dan U,
en dat zal ik U aantoonen ook!"
Voorlgaando acht de Officier ook den
opzet bewezen, ook al uit het feit, dat ver
dachte eerst voor den rechter-commissnris
heeft verklaard dal mcnschen bij hem wa
ren geweest m 6tukken te doen legali6CP
ren. hij heeft toen de handteckening van
de bezoekers gelegaliseerd. Doch uit de ge
tuigenvcrklaringen blijkt, dat die men
schcn nooit bij den notaris zijn geweest.
Ook heeft verd. tegen zijn candidaat gc
zegd, maar te legaliseeren als de procura
tiehoiidcr van den bankier kwam, zon
der naar de boeken tc vragen. De notaris
wist zéér goed. dat aan zijn verklaringen
gewicht werd gehectu. Verd. verklaarde
b.v. dat de procuratiehouder die geen c«-ni
bezat, in 1920 toch. hij nog geen twiniig
jaar oud was een bedrag van twee ton
aan Duitsche obligatiehouders bezat.
Herhaaldelijk interrumpeert *de verd
den Officier. Deze verzoekt den president
verd het zwijgen op te leggen. President
Mr. Huvsinga spreekt den notaris op ge
moedelijke wijze toe en hij belooft te zvij
gen, een oogenblik later valt hij den open
boren aanklager weer in de rede.
President: (waarschuwend). Meneer M....
Verd-: Och president ik kan niet zwij
gen.
Er wordt gezegd, zoo gaat de officier
voort dat verd. geen voordcel van de
knoeierij heeft gehad. Inderdaad is dit niet
wettig en overtuigend bewezen, maar er
zijn toch punten van twijfel. Verd. b.v.
weet niet precies wat hij voor de dcclaia-
ties heeft ontvangen. Verd. geeft voor rech
ter commissaris, officier en rechtbank ver
schillende cijfers op.
Verdachte had het oogmerk, de verkia
ringen als echt en onvervalscht te doen
doorgaan. Hierdoor\ontstond nadeel v<>or
de Duitsche steden. >su hoeft verd. wel ge
zegd niets met het nadeel van de steden
tc maken te hebben, maar dat. is wel wat
heel gemakkelijk, daarmee maakt verd.
zich er af.
Verd.: „Afmaken, ik ziet hier, noemt U
dat: „zich er afmaken?"
De Officier wijst er voorts op, dat het on
verschillig is, of het nadeel een Nederlan
der of een buitenlander is.
Verdachte handelde en verklaarde als
notaris, al is het hier dan ook geen n"
tarieele acte. Het stuk kreeg bewijskracht
door de verklaring van den notaris.
Uitvoerig gaat spr. hte verweer na. dat
verd. in den loop van het onderzoek heeft
gevoerd. Nogmaals zegt hij, de verklarin
gen van den procuratiehouder betrouw
baarder te vinden dan van den notaris. De
procuratiehouder heeft ten minste ruiter
lijk bekend en hij heeft nooit afwijkende
verklaringen gegeven.
„Ik tart verdachte en verdodiger om de
betrouwbaarheid van den procuratiehouder
aan te toonen", aldus het O.M.
„Deze notaris" zoo vervolgde de offi
cier „heeft de stemming om zich gewekt
of hij volkomen te goeder trouw was en
handelde zooal6 zijn collega's. Ik kom op
tegen den smaad hierdoor op de collega's
van verd. geworpen.
Hlorna komt spr. op de strafmaat. Verd.
is gebonden aan zijn extreem karakter zegt
dr. Soesman, maar wie, aldus de Offic'er.
is niet aan zijn karakter gebonden! Verd
is o.m. gequalificeerd als achterdochtig. Hii
is dit zelfs tegenover zijn eigen verdedi*
gors geweest.
Vast 6taat, dat verd. toerekeningsvatbaar
is.
Deze verdachte heeft in Duitschland het
Noderlandsche notariaat te schande ge
maakt, on in Nederland het Amsterdam
sche notariaat,
Verd.: „Ze hebben allemaal hetzelfde ge
daan".
Deze notaris heeft oen paar oplichters
aan een som van 100.000 geholpen, hier
mede dient bij de straf rekening te worden
gchondAji.
Ook i- spr. van mocning dat dc cautie
van 3U0; 0 door den notaris gestort, ver
beurd verklaard moet worden aan den
stuat, daar verd. van 36 November on
vindbaar was, wat in strijd is met de voor
waarden waaronder de voorarrest indertijd
werd geschorst. Voorts eischt de Officier
op grond van dc wet op het notariaat dat
zijn ontzetting uit het notarisambt zal
worden uitgesproken.
Spr. vorderde tenslotte een gevangenis
straf van acht maanden, tc ondergaan in
dc bijzondere strafgevangenis met aftrek
van twee en een halve maand voorarrest,
wegens valschheid in geschrifte door een
ambtenaar gepleegd.
Na het uitspreken van het requisitoir
wil de president het woord geven aan den
verdediger mr. C. J. de Vries. De verdachte
roept luide, niet te willen, dat hij verde
digd wordt, hij wil 6lechts zich zelf verde
digen. Als hij in vrijheid wordt gesteld kan
hij de stukken bestudeerenhij smeekt
om in vrijheid te worden gesteld.
Verd. breekt dan in snikken uit, alle po
gingen van den president om hem te kal-
mecren, falen. En deze verliest voor het
eerst gedurende do zitting een oogenblik
zijn geduld:
„De rechtbank verwacht, dat U zich ver
dedigt."
Verdachte: Ik kan me niet verdedigen.
Pres.: En waarom niet? Om later te kun
non zeggen, dat de rechtbank U geen gele
genheid gaf U tc verdedigen!
Verdachte: Mijn vonnis staat al bij voor
baat vost. ik hoef me niet te verdedigen.
Ik wil vrij zijn, vrij
Pres.: Ja, er zijn meer verdachten, die in
voorarrest zitten en die vrij willen zijn.
Verd. windt zich meer en meer op, ten
slotte weet dr. Drenth Soesman hem te kal
meeren en kan mr. C. J. de Vries zijn pJci
dooi aanvangen.
PlcidooL
De verdediger bestrijdt, dat de bewuste
gelegaliseerde stukken bewijskracht had
den. De wet kent geen bewijskracht toe
aan deze door den notaris gelegaliseerde
stukken. Op grond van valschheid in ge
schrifte zal nooit een veroordeeling kun
nen volgen. We moeten nagaan, do rech
ten, die dc Neücrlalidschc creditou
ren volgens Nedcrlandsch recht had
den t.a. van de Duitsche steden. Zij hadden
het recht van oud bezit, dus hebben de
Duitsche steden volgens Nederlandsch
strafrecht geen nadeel geleden, maar
slechts betaald, wat zij moesten betalen
Uitvoerig bespreekt de verdediger de ca
priolen en manipulaties van de Duitsche
steden. De groote fout, van verdachte is
slechts, dat hij te veel vertrouwen heeft
gehad in zijn madomenschcn. Subs, is me
deplichtigheid aan oplichting ten laste ge
legd, hiervan is absoluut geen sprake, at
dus pl. Uit niets is komen vast te staan,
dat verdachte er een cent voordeel van
heeft gehad. Voor hen, die verd. kennen is
medeplichtigheid aan oplichting o n rn o
gelijk aan te nemen, dit is geheel in
strijd met verdachte's karakter. Pl. ho
strijdt clan dc vordering van den Offic.cr
van Justitie tot verbeurdverklaring van de
30 000 cautie. Verd. had het recht verstek
te laten gaan, hij heeft zich niet aan de
justitie onttrokken, doch hij logeerde een
voudig bij een vriend te Wassenaar. Vrij
bewoog hij zich daar in het dorp.
Een vordering om voor de rechtbank te
verschijnen heeft hem nooit bereikt.
Nadat verdachte ruimschoots van hel
laatste woord heeft gebruik gemaakt,
dringt hij nogmaals met klem aan op zijn
onmiddellijke nvrijheidstelling, welk ver
zoek door de rechtbank wordt afgewezen.
Gedurende de repliek van den Officier
windt verdachte zich meer en meer op.
„Het is de pijnbank, het is dc hel" roept hij
uit
Do Officier merkt nog op, dat hij zich te-
zijn nog stoeds verkrijgbaar!
BOERENMEISJES
BOERENJONGENS
VOORBURGH
PRIMA ADVOCAAT
diverse merken „OUDE KLARE"
en hot bekende S. EL M. „Schilletje"
3AVIK 11. Tel. 292,
gen verdachte's invrijheid stelling heeft
verzet, omdat hij'bang is voor vlucht...
Verd.: Vlucht! Meneer, aan vluchten heb
ik nooit gedacht zelfs.
Een opgewonden betoog van verd. volgt,
waarin hij zich zelf o.m. een „krijgsgevan
gene en een vogelvrije" noemt
Zonder resultaat poogt dr. Soesman hem
te kalmeeren.
Ik moet spreken, roept verd. uit, ik heb
een eerlijken naam gehad, en ik zal hem
houden, maar dit Is mijn dood.
Het onderzoek wordt gesloten. De uit
spraak wordt bepaald op 30 Januari a.e.
De Hooge Raad ontslaat haar
van rechtsvervolging
's-G raven h age, 16 Jan. De Hooge Raad
heeft vandaag uitspraak gedaan in d* z;isk
der firma C. Jamin, waarvan de direcuur
door den Haagschen kantonrechter is var **<r-
deeld wegens het openhouden van een fili
aal te 's-Gravenhage buiten de uren die
art. 3 der gemeente verordening van s-G*a-
venhage bepaald heeft krachtens art 9 ier
Winkelsluitingswei, dat afwijking toemat
op grond van „bijzondere omstandigheden.
De rechtbank ontsloeg verdachte van
rechtsvervolging, tegen welk vonnis de olii-
cicr van justitie cassatie aanteekende
De procureur-generaal bij den Hoogen Raad
was het met het standpunt van den officier,
die vcroordeeling had gevraagd, eens.
Maar de Hooge Raad heden arrest wijzen
de, heeft het bedoelde art. der gemeente
verordening onverbindend verklaard op
grond dat daaruit niet blijkt welke de „bij
zondere omstandigheden" zijn, waarop net
gebaseerd is. Op dezen grond heeft do
Hooge Raad het cassatieberoep van den offi
cier verworpen.
EEN VREEMDELING DIE WEIGERT
TE ETEN.
Vrijdagmorgen is door de gemeentepoli
tie te Doesburg aangehouden een ongeveer
30-jarige schilder, die voorgaf niet do Ne-
derlandsrhe nationaliteit te bezitten. Hij
gaf op Pieter Spoor te heeten, doch bij
onderzoek bleek, dot deze naam gefingeerd
was. Daar do aangehoudene later ook toe
gaf dat deze naam valsch was en verder
ook alle inlichtingen weigerdo tc geven,
werd de man voorloopig in het arrestan
tenlokaal ondergebracht.
Herhaalde malen is Vrijdag aan dezen
vreemdeling, die overigens ook zeer zonder
ling doet, voedsel aangeboden, doch steeds
weigerde hij zich te voeden. Zelfs de gebak
ken visch, waarop hij volgens zijn zeggen
anders dol was, kon hem niet bekoren.
Ook volgende dagen bleef ric man bij zijn
zonderlinge houding. Zijn naam enz. kon
men niet uit hem krijgen en voedsel kon
men niet in hem krijgen.
Na overleg met het Parket te Arnhem
Is besloten den aangehoudene naar Arnhem
over to brengen, waar de officier van
justittie hem zal verhooren.
Mocht ook daar het resultaat nihil zijn,
dan zal deze zonderling wel over de grens
gezet worden.
Bij K.B. is benoemd tot officier in de
Orde van Oranje-Nassau G. J. van der
Vliet te Overvecn, gemeonte Bloemendaal
voorzitter van de Kon. Ned. Jachtverccni
ging „Nimrod".
Bij K.B. is met ingang van den dag
waarop hij zijn betrekking zal aanvaarden
benoemd tot controleerend-geneeskundige
bij do Rijksverzekeringsbank J. de Jong.
thans assistent controleerend geneeskundi
ge bij die instelling.
Bij K.B. is eervol uit den militairen
dienst ontslagen dc reserve eerste luitc
nant E. L. Swart van het 6c regiment veld
artillerie.
Bij K.B. is toegekend de bronzen eere
medaille der Oranje Nassauorde aan G
Baarslag, boekbinder bij de firma J. M. W
Waanders te Zwolle en aan M. A. Konings.
eerste traceur bij de N.V. Machinefabriek
De Hollandsche IJssel, voorheen De Jongh
en Co. te Oudewater.
Bij beschikking van den ministor van
Onderwijs, K. en W. is voor liet jaar 1933
benoemd tot hoofdassistent bij de tandheel
kunde aan de Rijksuniversiteit ie Leiden,
dr. IJ. J. van der Meulei»
Man: Neem me niet kwalijk dat ik zoo
laat ben, liefste, maar ik kreeg een lekke
band, doordat ik over een flesch reed.
Vrouw: Had je die flesoh dan niet go-
zien?
Man: Nee, iie ie xlle zat in den veoft
-s'n zak. (Humorist),