J. A. SCHOTERMAN Zn, ST. EMILION GEVESTIGD 1878 UTR.STRAAT 17 1928 perflesch fl.45. per anker f 58.50 DE STRAFZAAK TEGEN DEN NOTARIS UITVERKOOP BIJ NIEUWKERK N MtSSA'S SLIJTERIJ WIJNHANDEL TEL» 145 OPGEWONDEN SCENES VOOR DE RECHTBANK Tevens verbeurdverklaring dsr cautie gevorderd FIRMA JAMIN NIET VEROORDEELD RUIME SORTEERING DRESSOIRS 30 verschillende modeMen vana£ f 19.60 A. H. VAN NIEUWKERK N.V. TELEF. 543 AMERSFOORT K. BEEKSTRAAT 6 BEEKENST.LAAN 10 UIT DE STAATSCOURANT HUMORHOEKJE De officier eischt S maanden gevangenisstraf, met aftrek van 2'1' maand voor arrest Amsterdam, 16 Jan. De hoofdstede lijke rechtbank zette vandaag de behande ling voort van de 6trafzaak tegen den Aiii- sterdamschen notaris-advocaat Wij herinneren kort aan de voorgeschie denis, die zooveel stof heeft doen opwaaien en die zoowel in als buiten vakkringen zoo veel belangstelling trekt. In de dagen van de „Aufwertung" van tal rijke Duitsche leeningen was het vaak van groot belang of de stukken zich nog in han den bevonden van hen, die ze reeds bezaten in 1916, vóór de val van do Mark begon Hij, die kon bewijzen, dat zijn stukken „oud bezit" waren, kreeg naderhand aanmerke lijk meer vergoed dan anderen, die dit be wijs niet konden leveren. Onnoodig te zeg gen, dat hierbij op groote schaal misbruik werd gemaakt, zoowel in als buiten Duitsch land. Een inmiddels reeds gefailleerde „ban kier" te Amsterdam had er een gewoon ie van gemaakt om „nieuw bezit" als „oud bc zit" aan te dienen en op deze wijze groote winsten to toucheeren. Gewoonlijk moesten de voor verzilvering over te leggen bescheiden door een notaris worden geverifieerd of gecertificeerd. Do fraudeerende financier wist herhaaldelijk de noodige verklaringen te verkrijgen, o.a. door bij notarissen verscheidene handlan gers onder valschen naam te introduceeren Meer dan een notaris heeft, te goeder trouw, wel eens dergelijke verklaringen van „oud' bezit" bevestigd, doch tegen éen hun ner hadden verschillende benadeelde Duit sche steden een klacht bij de justitie inge diend. Deze Amstcrdamschc notaris werd toen eenige dagen vóór Kerstmis dus ruim een jaar geleden verdacht van medeplichtigheid aan oplichting sub» valschheid in een officieele acte, gearres teerd. Na enkele dagen werd hij na hel storten van een borgtocht van 30.000 en onder tal van zijn bewegingsvrijheid beper kende voorwaarden, in vrijheid gesteld. De notaris stelde alles in het werk om zijn onschuld en goede trouw aan te toonon, van allo den verdachte bij de wet toege kende middelen maakt hij gebruik; het on derzoek, dat uit den aard der zaak reeds uitvoerig en tijdroovend was, werd nog aan merkelijk vertraagd door de verschillende requesten e.a. rechtsmiddelen door verd. gc brui kt Door de Duitsche steden werd inmiddels ook een civiele eisch tot schadeloosstelling ingesteld. De dagvaarding een lijvig schriftuur werd op 29 September uitge bracht de notaris weigerde echter haar in ontvangst te nemen, hoewel ze hem was be teekend. De bankier, de auctor intellectualis van het geval, verdween nog vóór het uitspre ken van het faillissement naar het buiten land, zijn procuratiehouder werd eenig.' maanden geleden door de rechtbank ver oordeeld tot acht maanden gevangenisstruf wegens medeplichtigheid aan oplichting Op 2 November j.l. zou de zaak voor de rechtbank dienen, dochde notaris putte een zijner laatste rechtsmiddelen uit, hij verscheen niet ter zitting. De rechtbank ge lastte de medebrenging van verdachte. Docii ook do recherche had het nakijken; de vogel was gevlogen. Den geheelen dag werd gewacht, doch tenslotte moest do zitting worden geschorst tot 7 November. Het gelukte de recherche den notaris op te sporen, hij vertoefde bij een vriend te Wassenaar. De notaris werd in voorloopige hechtenis gehouden; op de zitting begon hij den presi dent voor de rechtbank te wraken, daar z. i. zijn inhechtenisneming onrechtmatig was. daar hij niet in strijd met do voorwaarden heeft gehandeld en iedere verdachte het recht heeft verstek te laten gaan. De wra king werd door de rechtbank afgewezen en mr. Huysinga nam het presidium weer op zich. De verdediger, mr. C. J. de Vries, uit Den Haag, legde bij den aanvang van de zitting de verdediging neer, daar hij niet in de ge legenheid is geweest de stukken in te zien. Na twee zittingen, waarop de verdachte herhaaldelijk verzocht in vrijheid te wor den gesteld en nadat het getuigenverhoor was beëindigd, besloot de rechtbank het on derzoek te schorsen, de stukken weer in handen te geven van den rechter-commissa ris en alsnog een onderzoek te doen instel len naar de geestvermogens van verdachte Het verzoek tot invrijheidstelling werd af gewezen. Te kwart voor 10 opent de president dr zitting De verdachte heeft eenige getui gen a decharge opgeroepen w.o. Mr. P. C ninck Westenberg, president der arrondis sementsrechtbank te Amsterdam. Nadat een deskundige is gehoord dcoll de president mede dat er een brief van den president Mr. P. Coninck Westenberg ingekomen waarin deze schrijft dat verdachte misbruik heeft gemaakt van h^t recht tot oproeping van getuigen a déciiar- ge. Hij zal echter als getuige verschijnen, als de rechtbank zulks wensebt. De president vraagt den verdachte wat hij Mr. Coninck Westenberg had willen vragen. Verdachte had hem willen vragen waarom hij als voorzitter van de kaïrer van toezicht de klacht tegen hern drie we ken onder zich heeft gehouden. Na feu uitvoerige uiteenzetting van verdachte gaat de rechtbank in raadskamer. Nu raadskamer deelt de president mede, go°u termen te vindon verdachte in vrijheid te stellen, daar zij van meening is, dat vu dachte ruimschoots de gelegenheid heeft gehad om zijn verdediging voor te bcie. den. Voorts acht de rechtbank het gcwcnsoM den president, Mr. P. Coninck Westenberg, als getuige te hooren. De deskundigen Dr. Bakker en Dr. He* dema brachten rapport uit en kwamen tel de conclusie dat verdachte toeiekeninsr* vatbaar was op het oogenblik, dat de diad wus gepleegd. Dr. Soesman, door veriarh te als deskundige gedagvaard, komt tot ie conclusie dat verdachte ten aanzien *-an de quantitatieve karaktervorming verrr in derd toerekeningsvatbaar is. In den ge wonen zin van het woord is verdachte vol komen toerekeningsvatbaar. Mr. van Baumhauer als deskundige a décharge va- klaart, dat verdachte in Nederland niet strafbaar is, naar getuige meent. Dc zit ting wordt geschorst tot des middags Te kwart voor twee heropent de voorzit ter de zitting en stelt hij. alvorens 't woord aan den Officier te geven, nog eenige vra gen aan verdachte: Pres.: „Wanneer hebt U gehoord, dat de in 192G gelegaliseerde verklaringen onjuist waren?" Verdachte: „Ongeveer een week vóór mijn arrestatie, in December 1931". Pres.: „De veroordeelde procuratiehouder heeft verklaard, dat hij ver daarvóór een brief uit Duitschland heeft gekregen en de inhoud daarvan aan U heeft medegedeeld" Verdachte: „Het is niet onmogelijk, lat hij zes jaar geleden bij me is gekomen en gezegd heeft, dat er onjuist was gelegali seerd". Pres.: „U moet toen hebben gezegd: „laat ze naar de blloopen, zo hebben ons ook beduveld". Verdachte ontkent dit: „Ik heb misschien gelachen en gezegd: „dat gaat mij niets aan" Bij mijn eerste ondervraging op bet politicbureau door den OOficier heb ik reeds verklaringen over het legaliseeren afgelegd: „Het is b.v. mogelijk, dat iemand zich onder valschenn naam aan mij heeft voorgesteld." Officier: „Dat hebt U toen niet ver klaard." Verdachte: „Dan is het onjuist verbali- seerd". Verdachte houdt vervolgons vol wel boeken te hebben gezien van dc bewuste firma; hij heeft toen steekproeven geno men. President: „De procuratiehouder ver klaart het tegendeel. Maar U hebt toch ook verklaard, dal H. in Indië was geweest" Verd.: „Als hij gewild had, dat ik ver klaard had dat hij doedelzak speelt, had ik het óók gedaan. Ik legaliseerde alleen maar". Pres.: „Laten we nu eens aannemen, dat U te goeder trouw onderteekende, doch toen U vernam, dat het onjuist was... Verd.: „Daar heb ik niet6 mee te maken, ik heb misschien gelachen en..." Pres.: „U hebt toch ook op de zitting 1en eersten keer gezegd: „laat ze naar de blik sem loopen". Verd.: „Toen zat ik al acht dagen in hei gevang". Pres.: „Maar vóór dien had U Uw ver ontwaardiging tegen den bankier en z'n procuratiehouder nog niet geuit, terwijl ze U als werktuig gebruiten". Verd.: „Al m'n schrifturen aan Officier en rechtbank zijn er vol van". Pres.: „Dus U begrijpt, dat de bankier en zijn procuratiehouder de Duitsche steden hebben opgelicht". Verd.: „Wie zegt dat? Dat zijn maar ge ruchten, ik houd me aan een vonnis". Pres.: „Maar do procuratiehouder is ver oordeeld". Verdachte: „Er word in Duitschland groot onrecht gepleegd, en dat de bankier en de procuratiehouder daar gebruik van hebben gemaakt, kan ik ze niet kwalijk nemen". Pres.: „Dat geefi geen blijk van een hooge moreele opvatting" Verdachte: „Ik zit in de gevangenis en in de gevangenis is geen moraal. Hierop was het woord aan den Officier van Justitie mr. van Üullemcn. Requisitoir. De officier bracht hulde aan inspecteur Clasie, die met groote energie en inzicht klaarheid in deze zaak heeft gebracht. Uit het onderzoek van inspecteur Clasie is ko men vast te 6taan, dat verd. nooit boeken van den bankier heeft gezien. Het bestuur van den Kring Anistcrdum heeft echter in goed vertrouwen dc leugenachtige verkla ringen van verdachte aangenomen. De ver halen over het bockonderzock waren leu gens. Dc verdachte wil het doen voorko men, of het hier slechts het legalisee-wn betreft, maar dal. dc juistheid van de ver klaringen hen uit de boeken is gebleken. Hier is echter 6prake van valsche boekver- klaringen en valsche handteekeningen. De onjuistheid van do verklaringen is van a-z gebleken en aan de hand van dc getuigen verklaringen toont spr. dit aan. Van de verschillende afgegeven verklaringen is niets anders echt dan de handteekoning van notaris M., dit is va6t komen te staan uit het schriftkundig onderzoek van dr. Schrijver. Aanvankelijk gaf verd. de echtheid van de handtcekening toe, later krabbelde hij terug en zeide hij. dat do handteekeningen van hem waren, zoover ze niet verval^cht waren. Het getuigen materiaal noemde spr. overstelpend. Een groot aantal handteekeningen van z.g.n. bezitters van de obligaties zijn ver- valscht. Een groot aantal getuigen hebben verklaard nooit hun handtcekening te heb ben gezot en ook nooit ten kantore van den notaris te zijn geweest. De valschheid in geschrifte is reeds vol doende bewezen uit de valsche verklann gen van het boekonderzook. Zoo heeft verd. b.v. ook verklaard, dat de bankbo diende een tijdlang in Indië was, hetgeen volkomen onwaar was. Naar aanleiding van do getuigenverk.a ringen van den veroordeelden bankbedien dc, welke door den officier worden aange haald, mterurnpcert verd.: Zijn die verkla ringen dan betrouwbaar?" Officier: „Die is betrouwbaarder dan U, en dat zal ik U aantoonen ook!" Voorlgaando acht de Officier ook den opzet bewezen, ook al uit het feit, dat ver dachte eerst voor den rechter-commissnris heeft verklaard dal mcnschen bij hem wa ren geweest m 6tukken te doen legali6CP ren. hij heeft toen de handteckening van de bezoekers gelegaliseerd. Doch uit de ge tuigenvcrklaringen blijkt, dat die men schcn nooit bij den notaris zijn geweest. Ook heeft verd. tegen zijn candidaat gc zegd, maar te legaliseeren als de procura tiehoiidcr van den bankier kwam, zon der naar de boeken tc vragen. De notaris wist zéér goed. dat aan zijn verklaringen gewicht werd gehectu. Verd. verklaarde b.v. dat de procuratiehouder die geen c«-ni bezat, in 1920 toch. hij nog geen twiniig jaar oud was een bedrag van twee ton aan Duitsche obligatiehouders bezat. Herhaaldelijk interrumpeert *de verd den Officier. Deze verzoekt den president verd het zwijgen op te leggen. President Mr. Huvsinga spreekt den notaris op ge moedelijke wijze toe en hij belooft te zvij gen, een oogenblik later valt hij den open boren aanklager weer in de rede. President: (waarschuwend). Meneer M.... Verd-: Och president ik kan niet zwij gen. Er wordt gezegd, zoo gaat de officier voort dat verd. geen voordcel van de knoeierij heeft gehad. Inderdaad is dit niet wettig en overtuigend bewezen, maar er zijn toch punten van twijfel. Verd. b.v. weet niet precies wat hij voor de dcclaia- ties heeft ontvangen. Verd. geeft voor rech ter commissaris, officier en rechtbank ver schillende cijfers op. Verdachte had het oogmerk, de verkia ringen als echt en onvervalscht te doen doorgaan. Hierdoor\ontstond nadeel v<>or de Duitsche steden. >su hoeft verd. wel ge zegd niets met het nadeel van de steden tc maken te hebben, maar dat. is wel wat heel gemakkelijk, daarmee maakt verd. zich er af. Verd.: „Afmaken, ik ziet hier, noemt U dat: „zich er afmaken?" De Officier wijst er voorts op, dat het on verschillig is, of het nadeel een Nederlan der of een buitenlander is. Verdachte handelde en verklaarde als notaris, al is het hier dan ook geen n" tarieele acte. Het stuk kreeg bewijskracht door de verklaring van den notaris. Uitvoerig gaat spr. hte verweer na. dat verd. in den loop van het onderzoek heeft gevoerd. Nogmaals zegt hij, de verklarin gen van den procuratiehouder betrouw baarder te vinden dan van den notaris. De procuratiehouder heeft ten minste ruiter lijk bekend en hij heeft nooit afwijkende verklaringen gegeven. „Ik tart verdachte en verdodiger om de betrouwbaarheid van den procuratiehouder aan te toonen", aldus het O.M. „Deze notaris" zoo vervolgde de offi cier „heeft de stemming om zich gewekt of hij volkomen te goeder trouw was en handelde zooal6 zijn collega's. Ik kom op tegen den smaad hierdoor op de collega's van verd. geworpen. Hlorna komt spr. op de strafmaat. Verd. is gebonden aan zijn extreem karakter zegt dr. Soesman, maar wie, aldus de Offic'er. is niet aan zijn karakter gebonden! Verd is o.m. gequalificeerd als achterdochtig. Hii is dit zelfs tegenover zijn eigen verdedi* gors geweest. Vast 6taat, dat verd. toerekeningsvatbaar is. Deze verdachte heeft in Duitschland het Noderlandsche notariaat te schande ge maakt, on in Nederland het Amsterdam sche notariaat, Verd.: „Ze hebben allemaal hetzelfde ge daan". Deze notaris heeft oen paar oplichters aan een som van 100.000 geholpen, hier mede dient bij de straf rekening te worden gchondAji. Ook i- spr. van mocning dat dc cautie van 3U0; 0 door den notaris gestort, ver beurd verklaard moet worden aan den stuat, daar verd. van 36 November on vindbaar was, wat in strijd is met de voor waarden waaronder de voorarrest indertijd werd geschorst. Voorts eischt de Officier op grond van dc wet op het notariaat dat zijn ontzetting uit het notarisambt zal worden uitgesproken. Spr. vorderde tenslotte een gevangenis straf van acht maanden, tc ondergaan in dc bijzondere strafgevangenis met aftrek van twee en een halve maand voorarrest, wegens valschheid in geschrifte door een ambtenaar gepleegd. Na het uitspreken van het requisitoir wil de president het woord geven aan den verdediger mr. C. J. de Vries. De verdachte roept luide, niet te willen, dat hij verde digd wordt, hij wil 6lechts zich zelf verde digen. Als hij in vrijheid wordt gesteld kan hij de stukken bestudeerenhij smeekt om in vrijheid te worden gesteld. Verd. breekt dan in snikken uit, alle po gingen van den president om hem te kal- mecren, falen. En deze verliest voor het eerst gedurende do zitting een oogenblik zijn geduld: „De rechtbank verwacht, dat U zich ver dedigt." Verdachte: Ik kan me niet verdedigen. Pres.: En waarom niet? Om later te kun non zeggen, dat de rechtbank U geen gele genheid gaf U tc verdedigen! Verdachte: Mijn vonnis staat al bij voor baat vost. ik hoef me niet te verdedigen. Ik wil vrij zijn, vrij Pres.: Ja, er zijn meer verdachten, die in voorarrest zitten en die vrij willen zijn. Verd. windt zich meer en meer op, ten slotte weet dr. Drenth Soesman hem te kal meeren en kan mr. C. J. de Vries zijn pJci dooi aanvangen. PlcidooL De verdediger bestrijdt, dat de bewuste gelegaliseerde stukken bewijskracht had den. De wet kent geen bewijskracht toe aan deze door den notaris gelegaliseerde stukken. Op grond van valschheid in ge schrifte zal nooit een veroordeeling kun nen volgen. We moeten nagaan, do rech ten, die dc Neücrlalidschc creditou ren volgens Nedcrlandsch recht had den t.a. van de Duitsche steden. Zij hadden het recht van oud bezit, dus hebben de Duitsche steden volgens Nederlandsch strafrecht geen nadeel geleden, maar slechts betaald, wat zij moesten betalen Uitvoerig bespreekt de verdediger de ca priolen en manipulaties van de Duitsche steden. De groote fout, van verdachte is slechts, dat hij te veel vertrouwen heeft gehad in zijn madomenschcn. Subs, is me deplichtigheid aan oplichting ten laste ge legd, hiervan is absoluut geen sprake, at dus pl. Uit niets is komen vast te staan, dat verdachte er een cent voordeel van heeft gehad. Voor hen, die verd. kennen is medeplichtigheid aan oplichting o n rn o gelijk aan te nemen, dit is geheel in strijd met verdachte's karakter. Pl. ho strijdt clan dc vordering van den Offic.cr van Justitie tot verbeurdverklaring van de 30 000 cautie. Verd. had het recht verstek te laten gaan, hij heeft zich niet aan de justitie onttrokken, doch hij logeerde een voudig bij een vriend te Wassenaar. Vrij bewoog hij zich daar in het dorp. Een vordering om voor de rechtbank te verschijnen heeft hem nooit bereikt. Nadat verdachte ruimschoots van hel laatste woord heeft gebruik gemaakt, dringt hij nogmaals met klem aan op zijn onmiddellijke nvrijheidstelling, welk ver zoek door de rechtbank wordt afgewezen. Gedurende de repliek van den Officier windt verdachte zich meer en meer op. „Het is de pijnbank, het is dc hel" roept hij uit Do Officier merkt nog op, dat hij zich te- zijn nog stoeds verkrijgbaar! BOERENMEISJES BOERENJONGENS VOORBURGH PRIMA ADVOCAAT diverse merken „OUDE KLARE" en hot bekende S. EL M. „Schilletje" 3AVIK 11. Tel. 292, gen verdachte's invrijheid stelling heeft verzet, omdat hij'bang is voor vlucht... Verd.: Vlucht! Meneer, aan vluchten heb ik nooit gedacht zelfs. Een opgewonden betoog van verd. volgt, waarin hij zich zelf o.m. een „krijgsgevan gene en een vogelvrije" noemt Zonder resultaat poogt dr. Soesman hem te kalmeeren. Ik moet spreken, roept verd. uit, ik heb een eerlijken naam gehad, en ik zal hem houden, maar dit Is mijn dood. Het onderzoek wordt gesloten. De uit spraak wordt bepaald op 30 Januari a.e. De Hooge Raad ontslaat haar van rechtsvervolging 's-G raven h age, 16 Jan. De Hooge Raad heeft vandaag uitspraak gedaan in d* z;isk der firma C. Jamin, waarvan de direcuur door den Haagschen kantonrechter is var **<r- deeld wegens het openhouden van een fili aal te 's-Gravenhage buiten de uren die art. 3 der gemeente verordening van s-G*a- venhage bepaald heeft krachtens art 9 ier Winkelsluitingswei, dat afwijking toemat op grond van „bijzondere omstandigheden. De rechtbank ontsloeg verdachte van rechtsvervolging, tegen welk vonnis de olii- cicr van justitie cassatie aanteekende De procureur-generaal bij den Hoogen Raad was het met het standpunt van den officier, die vcroordeeling had gevraagd, eens. Maar de Hooge Raad heden arrest wijzen de, heeft het bedoelde art. der gemeente verordening onverbindend verklaard op grond dat daaruit niet blijkt welke de „bij zondere omstandigheden" zijn, waarop net gebaseerd is. Op dezen grond heeft do Hooge Raad het cassatieberoep van den offi cier verworpen. EEN VREEMDELING DIE WEIGERT TE ETEN. Vrijdagmorgen is door de gemeentepoli tie te Doesburg aangehouden een ongeveer 30-jarige schilder, die voorgaf niet do Ne- derlandsrhe nationaliteit te bezitten. Hij gaf op Pieter Spoor te heeten, doch bij onderzoek bleek, dot deze naam gefingeerd was. Daar do aangehoudene later ook toe gaf dat deze naam valsch was en verder ook alle inlichtingen weigerdo tc geven, werd de man voorloopig in het arrestan tenlokaal ondergebracht. Herhaalde malen is Vrijdag aan dezen vreemdeling, die overigens ook zeer zonder ling doet, voedsel aangeboden, doch steeds weigerde hij zich te voeden. Zelfs de gebak ken visch, waarop hij volgens zijn zeggen anders dol was, kon hem niet bekoren. Ook volgende dagen bleef ric man bij zijn zonderlinge houding. Zijn naam enz. kon men niet uit hem krijgen en voedsel kon men niet in hem krijgen. Na overleg met het Parket te Arnhem Is besloten den aangehoudene naar Arnhem over to brengen, waar de officier van justittie hem zal verhooren. Mocht ook daar het resultaat nihil zijn, dan zal deze zonderling wel over de grens gezet worden. Bij K.B. is benoemd tot officier in de Orde van Oranje-Nassau G. J. van der Vliet te Overvecn, gemeonte Bloemendaal voorzitter van de Kon. Ned. Jachtverccni ging „Nimrod". Bij K.B. is met ingang van den dag waarop hij zijn betrekking zal aanvaarden benoemd tot controleerend-geneeskundige bij do Rijksverzekeringsbank J. de Jong. thans assistent controleerend geneeskundi ge bij die instelling. Bij K.B. is eervol uit den militairen dienst ontslagen dc reserve eerste luitc nant E. L. Swart van het 6c regiment veld artillerie. Bij K.B. is toegekend de bronzen eere medaille der Oranje Nassauorde aan G Baarslag, boekbinder bij de firma J. M. W Waanders te Zwolle en aan M. A. Konings. eerste traceur bij de N.V. Machinefabriek De Hollandsche IJssel, voorheen De Jongh en Co. te Oudewater. Bij beschikking van den ministor van Onderwijs, K. en W. is voor liet jaar 1933 benoemd tot hoofdassistent bij de tandheel kunde aan de Rijksuniversiteit ie Leiden, dr. IJ. J. van der Meulei» Man: Neem me niet kwalijk dat ik zoo laat ben, liefste, maar ik kreeg een lekke band, doordat ik over een flesch reed. Vrouw: Had je die flesoh dan niet go- zien? Man: Nee, iie ie xlle zat in den veoft -s'n zak. (Humorist),

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 6