vonk
CRISISDAGEN IN DE HANSASTEDEN
HOMOEOPATÜISCHEIBDELEN
LUNCHROOM VONK
Bittergarnituur
Vischcroütons
LETTERKUNDIGE KRONIEK
VARIA
SchrijfmachineÜnten
CARBON
Fa. H. ELZENAAR
Dr. MADAUS Co.
H. M. WATELER-v. DIJK
VONK'S BEROEMDE
BANKETKOEKJES?
LUNCHROOM
Concertgebouw
„DE VALK"
P. GROENHUIZEN
SCHA.TORJÊ 4
C. DE JAGER
HOEDEN
oW
M
BRIEVEN UIT BERLIJN
„DE KONINKLIJKE KOOPLIEDEN
VAN DEN WATERKANT"
Hun vroegere glorie is thans
volkomen verdwenen
(Van onzen correspondent.)
Berlijn, 14 Januari.
Dezer dagen is op zijn buiten in de na-
bljhoid van Hamburg dr. Cuno gestorven.
Een der „koninklijke kooplieden van den
Waterkant", gelijk Thomas Mann ze in zijn
„Buddenbrooks" in de Hansastad Lübeck
geschilderd heeft. En zoo als het in zijn
roman ging, spelen zich de dingen ook in
het werkelijke leven af. De „Koninklijke
kooplieden" worden er met den dag min
der op. De tijden zijn andere geworden.
Verschrikkelijk nuchter en zakelijk. Een
kwart eeuw, een halve eeuw en vooral nóg
langer geleden was er zelfs onder de groote
kooplieden, beursmenschen, reeders, fabri
kanten, nog een soort romantiek te bespeu
ren. Men kon van deze menschen houden
of niet, bewonderen moest men ze tóch. Ze
hingen als klitten aan hun kantoor, hun
gezin, hun stand, hun collega's en concur
renten. Ze vormden oen zeer bizondere aris
focratie, in Berlijn zoowel als in het Ruhr-
gebied, in Saksen en in Opper-Silezié. Maar
typisch in elk opzicht waren zo toch voor
al aan de „Wasser kan te".
Wij Nederlanders hebben in hot buiten
land de reputatie, bizonder „gesloten" te
zijn. Men vindt ons zeer vriendelijk, zeer
wellevond, indruk makend door veelzijdige
ontwikkeling en grondige kennis van ta
len; maar toch, als het er op aankomt»
uiterst gereserveerd. Men voelt, als men
met ons te doen heeft, een zeker „tot hier
toe on niet vorder". Maar de aristocratie
van de „Wasserkante" heeft dat naar
onze Nederlandsche, en ook naar Duitsche
opvatting nog véél sterker. Bremen, Lü-
beck, Hamburg vooral hebben hun eigen,
zeer gesloten, hoogstcn stand; den stand
der „Koninklijke kooplieden". Om daarin
als nieuweling opgenomen te worden, orn
bij een Petersen, een Roselius, een Cun.j
thuis ontvangen to worden, moet men wel
over zeer goede introducties beschikken.
Misschien ko3tte het niet zooveel moeite,
een uitnoodiging te krijgen naar het mo
derne sprookjesslot vun de gebroeders La
hu6en, die in de Bremenscho gcld-aristo
cratie lange jaren een hoofdrol gespeel
hebben. Maar dat was een bizonder hoofd
stuk dat tot groote ontzetting van de Bre
mer „Gesellschaft" eindigde met een schan
daal, het beruchte schandaal der „Nord-
wolle" en het verdwijnen der gebroeders
uit hun meer dan weelderig kasteel naar
de cellen van een ongemoedelijko gevan
geni6. Dat is een geweldige klap voor dn
Bremonsche „haute voléc" geweest, een
klap, die men heden nog niet te boven i>
en die samenviel met de noodige andere
mi6ère, die den braven burger dezer merk
waardige 6tad heel wat zenuwen gekost
heeft.
Kort daarna stierf ook de directeur-gene
raal Stimming van den „Norddeutschen
Lloyd", een der groote mannen van de
Bremenschc samenleving, die zeker niet al
leen geen oogenblik aan een zoo vroegen
dood zal gedacht hebben cn evenmin aan
de mogelijkheid, dat zijn medestrijder Cuno
in het naburige Hamburg, directeur-gene
raal van de „HamburgAmerika Linée",
hem zoo snel op zijn reis naar de „eeuwige
jachtvelden" volgen zou!
Wie nu naar Bremen, Hamburg en Lü-
-beck komt, kan constateercn, dat de situa
tie hier al even droevig is als in 't overige
Duit6ch!anö. Natuurlijk wonen er nog vele
rijke menscbene en ook de „Koninklijke
kooplieden" zijn nog niet uitgestorven.
Maar overigens is het lang niet alles goud
meer, wat hier blinkt! Rondom den Ham-
burgschen buiten-Alster liggen nog de vil
la's Jer rijken. De meeste staan echter leeg
of worden 6inds jaar en dag door de be
woners ten verkoop aangeboden. Men gaat
niet meer uit in de Hansastedcn. Concert
zalen en schouwburgen worden slecht be
zocht Het zal heel lang duren, voordat
Hamburg zich weer de weelde van een con
certreis van Mengelberg en zijn schare
veroorloven kan. Er is geen stemming meer
onder de trotsche burgers de^r 6tad. Net
als in tremen ligt meer dan do helft der
schepen in de haven stil, omdat er geen
vrachten meer zijn voor overzee. Een „Ham
burger Gesellschaft" bestaat niet meer. De
vroeger zoo populaire „heeren-avonden".
waarbij de echtgenoote van den gastheer
als eenige dame een paar uurtjes tegen
woordig was, behooren tot nader order tot
het verleden. Wie nog geld genoeg beeft
om zich zooiets te veroorloven, laat het na
om zijn gasten Diet op kosten te jagen. In
betere jaren zagen de Hamburgers in ree
ders- en fabrikantenkringen er als halvi
Engelschen uit Ze gingen ter renbaan in
grijze gekleede jassen met grijze „hoogc
zijdes" op het hoofd. Ze droegen 6)ochts
dure Engelschc stoffen cn rookten hun
Engelsche korte pijpen met dure „tobak
Nu zijn ze echte Duitschers geworden, hun
colbertje is goedkoop van snit cn kwali
teit, en de hooge hoed ligt ergens op een
plank in de linnenkast
Hoe lang schijnt het geleden, dat de han
dels- en reeders-aristocraten in de Hansa
steden nog alle hun huisknecht hadden
die bij elk bezoek meekwam, den „chef
uit zijn overjas hielp, die jas weer moe
naar huis nam en er precies op tijd mee
in de woning van den gastheer terugkeer
de! Of dat geschiedde om den gastheer een
„garderobier" te besparen is nooit bekend
géworden, maar het was een lieve, oude
gewoonte, die pas na den wereldoorlog
voor goed in onbruik geraakt is.
Ja, die Hansa-patriciérs waren een merk
waardig 6lag! Alles draaide in vroeger da
gen om dc Petersen's, de Burchhard's, de
Amsinck's, de Woermanns, Godefroy's en
Clapcaurouge's. En de geschiedenis leert
ons, dat ook heel wat „Neerland's blood
in Hamburgsche aderen gevloeid is, door
dat jonge Hamburgsche patriciërs naar
Holland kwamen om handelsverbindingen
aan te knoopen om dan met een knap Ne-
dorlandscb bruidje naar de „Wasserkante"
terug te keeren. Geen wonder, waar ze tn
Amsterdam en Rotterdam families aantrof
fen van soortgelijke mentaliteit! Menig
Hollandsch vrouwtje heeft in vroeger jaren
in de villa s van den Alster, in de Elbchaus-
see of in den „Ham" een eociety-roi van
niet geringe botcekenis gespeeld. Nu staan
de villa's in Harvestenudc en ln Lhlcnhorst
onbewoond. De park»»n in den omtrek wor
den verwaarloosd. Families, die nog ge'd
hebben, huren etage's in de duurste ho
tels, omdat het wonen in een luxe-hotel al
tijd nog veel goedkooper is dan het opbren
gen van de geweldige grondbelasting voor
hun villa met eigen park.
In Bremen is men er in geslaagd, senaat
en koopmansstand zoowel in don „Rats-
keller" als in de weelderige „Klub zu Bre
men" nog regelmatig samen te brengen.
In Hamburg daarentegen ontbreekt tegen
woordig elke gezellige verbinding. Slechts
in de „Rotary Club", waarvan dr. Cuno d«»
voorzitter was, ziet men nog do verschil
lende beroepen eens per week bijeen, terwijl
overigens gezelligheid nog alleen maar in
de politieke clubs te vinden is, die onder
ling natuurlijk scherp gescheiden zijn.
Dc poëzie van het leven aan dc „Wasser
kante" is proza geworden. Dc haven is vrij
wel dood. Zeilschepen gaan nauwelijks
meer in zco. Het aantal buitenlandsclie
schepen met hun avontuurlijke bemannin
gen is veel geringer geworden. Tallooze
visscherskroegen in de beroemde wijk
Sankt Pauli cn aan dc „Reeperbahn" heb
ben hun deuren gesloten. En in Bremen
en*Lübcck ziet het er ook al niet beter uit.
De tijd der patriarchale verhoudingen
schijnt uitgestorven. Vijandig staan rt*
klassen der bevolking tegenover elkander.
Men „doet niets meer voor niets", de vroe
gerc weldadigheidszin der Hamburgers, die
millioenen voor ziekenhuizen en kolonies
voor oud-zeevarenden over hadden, behoort
blijkbaar tot het verleden. Nu men, in toch
al zoo benarde tijden, nog zijn «strijd met
socialisten en communisten uit to vechten
heeft, ontbreekt de lust om uit eigen bewe
ging to geven. Maar voor beide partijen Is
het er daardoor allesbehalve beter op ge
worden. Ook hier heeft dc nuchtere „strijd
om rechten" de vreugde der samenwerking
van patroon cn arbeider gedood, aan het
gemeenschappelijk belang een vreugdeloos
einde gemaakt.
Moge er een tijd komen, waarin de men
schen weer op andore basis samenwerken
en in de Hansasteden de prachtige zeelie
den en havenarbeiders weer in normale
verhouding komen tot de koninklijke ree
ders en kooplieden En niet in de Hansa-
steden alleen
ROLAND.
Geef mij een Kind, roman
door Anna Kachina. Uitge
ver: A. J. C. Strengholt,
Amsterdam.
Zoekend en spiedend in den geweld Lgpn
rijstebrijberg van boeken, die dikwijls
zuchtend doorgegeten moeten worden om
in het ware luilekkerland der litter.tuur te
belanden, kwam ik spoediger dan ik ge
dacht had hierin terecht, doordat mij de
zoo sprekende titel in het oog viel „Geef
mij een Kind". Zoo ziet men. van hoeveel
belang dikwijls een titel van een boek is.
Dit boek had evengoed als titel kunnen
dragen. ..Liefdeleven van een modern Rus
sisch Meisje". Tien tegen een, dat ik het
dan niet doorgelezen had, of zelfs niet in
handen genomen had, en mijn oorspronke
lijk voornemen had gevolgd om een nieuw
boek van een jonge Nederlandsche schrijf
ster te lezen. Zoo heeft dus om den titel de
Nederlandsche schrijfster het tegen dc Rus
sischc moeten afleggen. Of het met den in
houd van haar boek evenzoo zou gaan?
Dèt geloof ik niet, on: Nederlandsche
schrijfsters hebben bewezen, genoeg vita
liteit cn kunstenaarsschap te bezitten, om
het tegen haar builcnlandsche zusters in
dc kunst te kunnen volhouden Maar wat
heeft deze Russische schrijfster dan voor
op onze auteurs?
Dit nu is iets ondefinieerbaars, t Is het
zelfde, wat al haar Iandgenootcn hebben,
en wat Marcel Prevost in zijn voorrede van
dit boek deed uitroepen „Er heerscht altijd
een ongezochte en juist daardoor zoo roe
rende poczio in hun vertellingen van het
gewone leven"
En zóó is het. Of men een eenvoudig
Russisch kinderverhaal leest, of de romans
der bakende Russische schrijvers, overal
treft ons die bijna kinderlijke poëzie, dat
zuiver natuurlijke, wat, ik zou bijna zeg
gen, niet geheel meer van het Westen is.
't Is of een ademtocht van het Oosten
de Russische ziel heeft beroerd, en in al
haar uitingen in de kunst legt zij daar ge
tuigenis van af. Naïve gevoeligheid naast
de meeste contemplatieve bezonkenheid,
deze eigenschappen zijn noodig om te kun
nen vertellen zoo als zij, de Russen vertel
len, boeiend, levend, somst angstig plas
tisch voorstellend. Nooit gaan zij mank aan
valsche sentimentaliteit, nooit zijn zij dog
mntisch of moraliseerend, maar zij kun
nen den lezer wel doen huiveren van
vrees, 6f voluit doen juichon van geluk
en levensblijheid.
Zoo herinner ik mij, dat geen boek in
mijn jeugd meer inJruk op mij gemaakt
heeft dan Leo Tolstoi's bock „Uit mijn
jeugd en jongensjarenen nü nog zie ik
den bedelmonnik voor mij, dien hij daarin
beschreef, met den nimbus van huivering
wekkende heiligheid om zich heen.
Maar laat ik niet afdwalen. De schrijf
ster is daar te belangrijk voor, de inhoud
van haar boek te spannend.
Het wonderlijke van haar vertellen is
dat zij begint met het einde, aldus den lezer
tot gespannen aandacht dwingend, en zoo
vlecht zij op de reeds kleurige schering
van het weefgetouw barer gedachten, in
bonte tafereelen den inslag van haar her
inneringen. Deze herinneringen, die de
geschiedenis van haar leven bevatten,
tct het einde, waarmee zij begint, en waar
zij haar geluk uitschreit, uiijuicht, dat zij
oen zoon verwacht, deze herinneringen, zij
zijn geschreven in dagboekvorm, maar wij
ondervinden ze als een aaneenschakeling
van verhalen, ons telkens bij do Intimiteit
van het haardvuur verteld, welke intimiteit
het toelaat, ook precaire onderwerpen to
behandelen, die in een ander licht besche
nen, misschien rauw zouden aandoen, doch
die we nu als vanzelfsprekend aannemen,
Mo dunkt, zóó vcrtelbn de bahoe's in het
Oosten, zóó vertellen de Miania's (kinder
meisjes) in het door het Oosten beroerde
Rusland.
Zij vertelt ons haar gescliiederv^ m-
dat zij haar geluk, oen kind te zunon be
zitten, niét zwijgen kan. en hierover zwij
gen moet tegenover haar dertig jaren oude
ren man, wien zij het verdriet der raededoc-
ling, dat zijn jongere vrouw een kind van
een anderen man verwacht, niet dadelijk
wil en kén aandoen
In een soort epiloog, waarin de schrijf
ster ons op een kade in Mareci'le vluchtig
in kennis brengt met haar hoofdfiguur
Hélène en haar vee! ouderen man, den be
roemden Russischcn Professor Tourgann,
laat zij den lezer tusschen de regels door
lezen, dat deze twee menschen op het punt
staan elkaar voor goed te verlaten, zij, om
naar den man te gaan, die haar een kind
hoeft geschonken, hij om vergetelheid
oor zijn verdriet te zoeken in een studie
reis, en tegelijk met het verlaten van haar
man breekt zij met haar oude leven en her
inneringen, door haar dagboek te laten lig
gen in een trein, waar wij nu ccn onbe
scheiden blik in gaan slaan.
Ileel het zielelcven van deze jonge Rus
sische vrouw, in haar ontwikkeling tot aan
staande moeder wordt hier aan onze oogen
ontvouwd We lezen hoe dit in weelderige
eenzaamheid, door haar kindermeid op
gevoede aristocratische Ruesische kind
voor het eerst op haar zevende jaar
liefde ontvlamt voor een sprookjes
prins uit haar vertelboek, wiens beel
tenis zij uitknipt en naast de Ikoon
an de heilige Helenc boven haar bed
hangt We lezen hoe al haar warme
genegenheid op dezen Prins hareï* verbeel
ding concentreert wij zien haar een altaar
voor hem oprichten onder den grooten
fauteuil van haar grootmama in den sa
lon; wij zien het noodzakelijk catastro-
phale einde van deze veroering, als door
dc kaarsen, die zij onder den lauteuil voor
het voorwerp harer aanbidding ontstak
een brand ontstaat, die haar maanden aan
hot ziekbed gekluisterd doet zijn. Wij zien
dan deze aanbiddende liefde, als zij veer
tien jaar is, overgedragen op een nieuwen
sprookjesprins, een heimelijke minnaar
van haar wufto moeder aan wien zij haar
gansche reine, diepe, hartstochtelijke ziel
blootlegt, oven onbewust van eenig gevaar
voor een laaicnden gloed als bij haar kaar-
eonvereering voor het eerste altaar harer
liefde, en even catastrophaal eindigt deze
liefde, die nü haar reine onwetende meis
jesziel met brandwonden overdekt
Deze hittere ervaring doet haar van alle
verdere offers op het altaar der liefde af
zien, en zij wijdt haar jeugd aan de studie.
Fel hartstochtelijk en geconcentreerd als zij
is, doet zij dit met zulk een hevige inten
siteit, dat dc droevige oorlogsjaren bijna
ongemerkt am haar voorbijgaan. Zij merk
te alleen dat het wat koud was in de ka
mers en zij altijd een klein beetje honger
had.
Maar beeft zij haar academische studies
beëindigd, dan vallen haar de schellen van
dc oogen, cn ziet zij met ontzetting het ver-
\al der oude patriciërswoning, waarvan zij
zegt: „De revolutie had de ziel van ons
tehuis veranderd door haar to berooven
van haar vroegere élégance."
Maar als steeds vorder dc revolutie om
zich heen grijpt, als honger en koude voort
durend nijpender worden, dan klaagt zij: „Ik
zag mijn ouders verouderen, niet mot den
dag, maar met het uur. Ik zag hen kleine,
vreesachtige grijsaards worden, altijd mot
zachte stem pratend
Zij stierven beiden aan het eind van den
winter in enkele dagen weggerukt door de
epidemie van de Spaansche griep.
Zij stierven zonder dokter, zonder medi
cijnen, in een ijskoude kamor klassiek
décor van deze sombere periode van het
communisme!
In mijn onervarenheid duurde het langen
tijd voor ik het „verlof om te begraven"
kon kiijgen. Gedurende zes dagen rustten
mijn ouders in een kamer waar alles be
vroor. Alleen mijn bonne en ik weenden
hij hun lijken. Ónze tranen waren bran
dend maar do v/raede koude van Februari
bevroor ons
Het is beter niet over dit alles te pralen
Ik wil kalm zijn en hoe zu ik mij zonder
smart dezen winter van 19181Ö19 kunnen
herinneren en den traglschen dood van
rnijn ouders, naar het kerkhof gebracht op
kinderslsetjcs, getrokken door Niania en
rnij. Hoe zou ik mij dit alles kunnen herin
neren zonder te schreien."
Dit is ongeveer alles wat zij vertolt over
do ellende van Rusland in de eerste dagen
van het communisme. Maar spreekt deze.
litanie van smart niet moer dan vclo boek-
deelen vol?
Thans, alleen gebleven in den strijd om
het bestaan, onervaren, onbekend met alle
zoo moeilijke levensproblemen, dlc het
communisme opwierp, zoekt zij contact
met een vroegeren mede-student, ilians een
der leidende figuren vari hét communisme,
die haar werk bezorgt en inwijdt in de
leerstellingen van het communisme, doch
tevens in die der erotiek, waarin zij even
onervaren is als in het practisehc leven.
Door de liefdesverhouding met dezen ru
wen bolsjewist, voelt zij zich eerst alleen
maar beleedigd, maar toch wordt voor het
eerst het verlangen naar een kind in haar
wakker.
Doch evenals indertijd met hoar sprook
jesprins, heeft ook deze romantiek een tra
gische ontknooping, daar zij nu voor het
eerst bemerki, dat de moderne jonge man
in zijn levensstrijd do consequenties van
het huwelijk niet wil, misschien niet kan
aanvaarden.
Als dan eindelijk deze jonge vrouw met
haar aan flarden gescheurde illusies ook
hot laatste wat zij heeft, haar trouwe op
offerende Niania door den dood verliest,
aanvaardt zij liet aanzoek van den door
haar vereerden, veel ouderen professor
Tourgann, die feitelijk de plaats van haar
trouwe verzorgster inneemt. Maar het ver
langen naar een kind blijft in haar bran
den, en zoo zoekt zij, daar Prof. Tourgaun.
haar man, haar hierin teleurstelt, rusteloos
verder, totdat zij. nn verschillende avon
tuurlijke escapades eindelijk den vader
van haar aanstaand kind, een Engelsch
handelsman juichend volgt, en zoo eindigt
dan deze roman met het begin, waar -wij
do geschiedenis Hélène Tourgann op die
kade in Marseille afscheid zien nemen van
taar ouden professor
Deze roman van de nog jeugdige schrijf
ster, Anna Kachina, geeft ons veel te den
ken.
Zou het toch mógelijk zijn, zoo vroegen
wij ons af, dat, alle omwentelingen op ge
bied van cultuur, beschaving, techniek en
moraliteit ten spijt, dat, niettegenstaande
alle moderne begrippen over liefdo en hu
welijk, de wére, zuiver voelende vrouw toch
steeds dezelfde blijft, zóó als zij door alle
eeuwen heen is geweest? Zou dan toch in
de ziel van menig modern meisje het oude
droomerig verlangen naar den sprookjes
prins zijn blijven bestaan?
Zal dan tóch blijken, dat hot verlangen
naar het moederschap hóóg boven alle eer
zucht, alle maatschappelijk succes, alle
modem genotsleven uitgaat?
Dan zou reeds in dezen ttjd bewaarheid
worden, wat nu ongeveer 12 jaren geleden
Ina Bourticr-Bnkkcr in haar prachtige bro
chure „de Moderne vrouw en haar tekort"
dc vrouwen o.a. deed uitroepen: „Wij heb
ben verwaarloosd het kostelijkst geschenk,
dot wij vrouwen van onze moeders mee
kregen; de stem van ons hart.
Om dit probleem nu verdient het boek
„Geef mij een kind", alleen al aanbeveling
gelezen te worden, zelfs al zal men zich
hier en daar wel eens stooten aan d.o
soms èJ te realistische voorstellingen cn
beschrijvingen.
Frappanto dingen kan zij zeggen, deze
schrijfster.
Wanneer zij van plan is, hare herinne
ringen to boeken zegt zij: „Zijn al onze
confidenties ten slotte niet nndprs dan het
verlangen, om het voorbijgegane, zoete
oogenblik terug te vinden cn is hierdoor
niet voor een deel de biecht verklaard?"
Zoo schrijft zij, de drukte in Marseille bij
dc havenkade beschrijvend, o.a. „Stemmen
en klachten verheffen zich... Zij worden
uitgestooten in het Fransch. gepeperd met
het onweerstaanbare Marseillaansche ac
cent, m het Arabisch met do langzame en
vreemde klanken, in dc Negertaal de
taak mot de aapachtige intonaties... Zij
worden in het Engelsch gekauwd met hup
pelende klinkers, die op een massa ondui
delijke medeklinkers dansen, zij worden in
her Russisch gezoemd, vloeiend als een
zachte en treurige stroomOnder den
loupe der critische beschouwing gelegd
heeft dit hoek zeer zeker fouten.
Is het bij tijden wondermooi van do
diepste gedachten, hier en daar kan het al
lerzonderlingst op de lectuur van een
stuiversroman lijken. Maar misschien heeft
do vertaling hier schuld aan.
Ook goochelt de schrijfster wat al te
vluchtig met dc verschillende filosophen
die zij bestudeert, terwijl wij verder, nóch
van haar studententijd, die toch van in
vloed moet zijn geweest op haar leven,
nóch van liaar gymnasiumtijd iet3 naders
vernemen
Doch, la critique est aiséc et l'art est dif
ficile, en wanr dit boek blijk" geeft, zóó
met hartoblocd te zijn geschreven, laten
wij het aan den aandachtigen lezer over
al dan niet critiek te oefenen, die grooten-
deels, vooral bij dit boek afhankelijk zal
zijn van zijn aard en opvattingen.
C. M. RITTER—LANDRÉ
MAROKKAANSCHE LEGENDE.
Geesteszwakkon.
Een Marokkaansche legende vertelt, dat
een 6ultan aan zijn eersten minister op ze
keren dag opdracht gaf om een lijst op tp
maken van al degenen, die in zijn gebied
:wak van geest waren.
De vizier gehoorzaamde en overlegde
kort daarop een lijst, die bovenaan met
den naam van den sultan prijkte. Deze
was goed geluimd cn vroeg wat dat moest
beteekonen.
Wel, antwoordde de minister, gij hebt
inlangs aan u totaal onbekendo vreemde
'ingen een belangrijke som toevertrouwd.
>m daarvoor paarden te koopen. Die lui
uilen wel nooit terugkeeren, dus
A, zoo! En indien ze nu toch terugkwa
men?
Wel. dan zou ik uw naam uitschrappen
en er den hunne voor in de plaats zetten
STEEDS HET BESTE
Langestiaat 84
TclelooD 52!'
Ilsschlos 4 10 gr.
DRUPPELS f 0.60 POEDERS 0.50
DROGISTERIJ.
Apoth. Ass.
Hcndr. v. Viandenstr. 3D. TeL 1313.
Hebt U al eens kennis
gemaakt met
Telefoon 281
Groote en kleine zalen
disponibel
vcor feesten, martijen enz.
BANKETBAKKER EN KOK*1
Ö-S^.AMERSFOORTJ3
BOTER CAKE, PETIT FOURS,
SLAGROOM GEBAKJES,
NOUGAT SLAGROOMEIEREN
UNGESTRAA1 19
ONTVANGEN DE
NIEUWE COLLECTIE
DAMESKAPSALON
Tel. 435
Utrechtscheweg 77
Vakkundige cn
aangename bediening
DROGISTERIJ „DE GAPER"
JUUANAPLEIN 4. TELEFOON 635
NAAST APOTHEEK HAAN
In voorraad:
Devoo-Occulta Spatader- en Stenn-
kousen zonder gummi en
Lasticflor elastieken kousen met
gummi. Pracht kousen, welke aan
alle verwachtingen voldoen pet paar
18.75.
TELEFOON 910
LANGESTRAAT 56