vonk CRISISDAGEN IN DE HANSASTEDEN HOMOEOPATÜISCHEIBDELEN LUNCHROOM VONK Bittergarnituur Vischcroütons LETTERKUNDIGE KRONIEK VARIA SchrijfmachineÜnten CARBON Fa. H. ELZENAAR Dr. MADAUS Co. H. M. WATELER-v. DIJK VONK'S BEROEMDE BANKETKOEKJES? LUNCHROOM Concertgebouw „DE VALK" P. GROENHUIZEN SCHA.TORJÊ 4 C. DE JAGER HOEDEN oW M BRIEVEN UIT BERLIJN „DE KONINKLIJKE KOOPLIEDEN VAN DEN WATERKANT" Hun vroegere glorie is thans volkomen verdwenen (Van onzen correspondent.) Berlijn, 14 Januari. Dezer dagen is op zijn buiten in de na- bljhoid van Hamburg dr. Cuno gestorven. Een der „koninklijke kooplieden van den Waterkant", gelijk Thomas Mann ze in zijn „Buddenbrooks" in de Hansastad Lübeck geschilderd heeft. En zoo als het in zijn roman ging, spelen zich de dingen ook in het werkelijke leven af. De „Koninklijke kooplieden" worden er met den dag min der op. De tijden zijn andere geworden. Verschrikkelijk nuchter en zakelijk. Een kwart eeuw, een halve eeuw en vooral nóg langer geleden was er zelfs onder de groote kooplieden, beursmenschen, reeders, fabri kanten, nog een soort romantiek te bespeu ren. Men kon van deze menschen houden of niet, bewonderen moest men ze tóch. Ze hingen als klitten aan hun kantoor, hun gezin, hun stand, hun collega's en concur renten. Ze vormden oen zeer bizondere aris focratie, in Berlijn zoowel als in het Ruhr- gebied, in Saksen en in Opper-Silezié. Maar typisch in elk opzicht waren zo toch voor al aan de „Wasser kan te". Wij Nederlanders hebben in hot buiten land de reputatie, bizonder „gesloten" te zijn. Men vindt ons zeer vriendelijk, zeer wellevond, indruk makend door veelzijdige ontwikkeling en grondige kennis van ta len; maar toch, als het er op aankomt» uiterst gereserveerd. Men voelt, als men met ons te doen heeft, een zeker „tot hier toe on niet vorder". Maar de aristocratie van de „Wasserkante" heeft dat naar onze Nederlandsche, en ook naar Duitsche opvatting nog véél sterker. Bremen, Lü- beck, Hamburg vooral hebben hun eigen, zeer gesloten, hoogstcn stand; den stand der „Koninklijke kooplieden". Om daarin als nieuweling opgenomen te worden, orn bij een Petersen, een Roselius, een Cun.j thuis ontvangen to worden, moet men wel over zeer goede introducties beschikken. Misschien ko3tte het niet zooveel moeite, een uitnoodiging te krijgen naar het mo derne sprookjesslot vun de gebroeders La hu6en, die in de Bremenscho gcld-aristo cratie lange jaren een hoofdrol gespeel hebben. Maar dat was een bizonder hoofd stuk dat tot groote ontzetting van de Bre mer „Gesellschaft" eindigde met een schan daal, het beruchte schandaal der „Nord- wolle" en het verdwijnen der gebroeders uit hun meer dan weelderig kasteel naar de cellen van een ongemoedelijko gevan geni6. Dat is een geweldige klap voor dn Bremonsche „haute voléc" geweest, een klap, die men heden nog niet te boven i> en die samenviel met de noodige andere mi6ère, die den braven burger dezer merk waardige 6tad heel wat zenuwen gekost heeft. Kort daarna stierf ook de directeur-gene raal Stimming van den „Norddeutschen Lloyd", een der groote mannen van de Bremenschc samenleving, die zeker niet al leen geen oogenblik aan een zoo vroegen dood zal gedacht hebben cn evenmin aan de mogelijkheid, dat zijn medestrijder Cuno in het naburige Hamburg, directeur-gene raal van de „HamburgAmerika Linée", hem zoo snel op zijn reis naar de „eeuwige jachtvelden" volgen zou! Wie nu naar Bremen, Hamburg en Lü- -beck komt, kan constateercn, dat de situa tie hier al even droevig is als in 't overige Duit6ch!anö. Natuurlijk wonen er nog vele rijke menscbene en ook de „Koninklijke kooplieden" zijn nog niet uitgestorven. Maar overigens is het lang niet alles goud meer, wat hier blinkt! Rondom den Ham- burgschen buiten-Alster liggen nog de vil la's Jer rijken. De meeste staan echter leeg of worden 6inds jaar en dag door de be woners ten verkoop aangeboden. Men gaat niet meer uit in de Hansastedcn. Concert zalen en schouwburgen worden slecht be zocht Het zal heel lang duren, voordat Hamburg zich weer de weelde van een con certreis van Mengelberg en zijn schare veroorloven kan. Er is geen stemming meer onder de trotsche burgers de^r 6tad. Net als in tremen ligt meer dan do helft der schepen in de haven stil, omdat er geen vrachten meer zijn voor overzee. Een „Ham burger Gesellschaft" bestaat niet meer. De vroeger zoo populaire „heeren-avonden". waarbij de echtgenoote van den gastheer als eenige dame een paar uurtjes tegen woordig was, behooren tot nader order tot het verleden. Wie nog geld genoeg beeft om zich zooiets te veroorloven, laat het na om zijn gasten Diet op kosten te jagen. In betere jaren zagen de Hamburgers in ree ders- en fabrikantenkringen er als halvi Engelschen uit Ze gingen ter renbaan in grijze gekleede jassen met grijze „hoogc zijdes" op het hoofd. Ze droegen 6)ochts dure Engelschc stoffen cn rookten hun Engelsche korte pijpen met dure „tobak Nu zijn ze echte Duitschers geworden, hun colbertje is goedkoop van snit cn kwali teit, en de hooge hoed ligt ergens op een plank in de linnenkast Hoe lang schijnt het geleden, dat de han dels- en reeders-aristocraten in de Hansa steden nog alle hun huisknecht hadden die bij elk bezoek meekwam, den „chef uit zijn overjas hielp, die jas weer moe naar huis nam en er precies op tijd mee in de woning van den gastheer terugkeer de! Of dat geschiedde om den gastheer een „garderobier" te besparen is nooit bekend géworden, maar het was een lieve, oude gewoonte, die pas na den wereldoorlog voor goed in onbruik geraakt is. Ja, die Hansa-patriciérs waren een merk waardig 6lag! Alles draaide in vroeger da gen om dc Petersen's, de Burchhard's, de Amsinck's, de Woermanns, Godefroy's en Clapcaurouge's. En de geschiedenis leert ons, dat ook heel wat „Neerland's blood in Hamburgsche aderen gevloeid is, door dat jonge Hamburgsche patriciërs naar Holland kwamen om handelsverbindingen aan te knoopen om dan met een knap Ne- dorlandscb bruidje naar de „Wasserkante" terug te keeren. Geen wonder, waar ze tn Amsterdam en Rotterdam families aantrof fen van soortgelijke mentaliteit! Menig Hollandsch vrouwtje heeft in vroeger jaren in de villa s van den Alster, in de Elbchaus- see of in den „Ham" een eociety-roi van niet geringe botcekenis gespeeld. Nu staan de villa's in Harvestenudc en ln Lhlcnhorst onbewoond. De park»»n in den omtrek wor den verwaarloosd. Families, die nog ge'd hebben, huren etage's in de duurste ho tels, omdat het wonen in een luxe-hotel al tijd nog veel goedkooper is dan het opbren gen van de geweldige grondbelasting voor hun villa met eigen park. In Bremen is men er in geslaagd, senaat en koopmansstand zoowel in don „Rats- keller" als in de weelderige „Klub zu Bre men" nog regelmatig samen te brengen. In Hamburg daarentegen ontbreekt tegen woordig elke gezellige verbinding. Slechts in de „Rotary Club", waarvan dr. Cuno d«» voorzitter was, ziet men nog do verschil lende beroepen eens per week bijeen, terwijl overigens gezelligheid nog alleen maar in de politieke clubs te vinden is, die onder ling natuurlijk scherp gescheiden zijn. Dc poëzie van het leven aan dc „Wasser kante" is proza geworden. Dc haven is vrij wel dood. Zeilschepen gaan nauwelijks meer in zco. Het aantal buitenlandsclie schepen met hun avontuurlijke bemannin gen is veel geringer geworden. Tallooze visscherskroegen in de beroemde wijk Sankt Pauli cn aan dc „Reeperbahn" heb ben hun deuren gesloten. En in Bremen en*Lübcck ziet het er ook al niet beter uit. De tijd der patriarchale verhoudingen schijnt uitgestorven. Vijandig staan rt* klassen der bevolking tegenover elkander. Men „doet niets meer voor niets", de vroe gerc weldadigheidszin der Hamburgers, die millioenen voor ziekenhuizen en kolonies voor oud-zeevarenden over hadden, behoort blijkbaar tot het verleden. Nu men, in toch al zoo benarde tijden, nog zijn «strijd met socialisten en communisten uit to vechten heeft, ontbreekt de lust om uit eigen bewe ging to geven. Maar voor beide partijen Is het er daardoor allesbehalve beter op ge worden. Ook hier heeft dc nuchtere „strijd om rechten" de vreugde der samenwerking van patroon cn arbeider gedood, aan het gemeenschappelijk belang een vreugdeloos einde gemaakt. Moge er een tijd komen, waarin de men schen weer op andore basis samenwerken en in de Hansasteden de prachtige zeelie den en havenarbeiders weer in normale verhouding komen tot de koninklijke ree ders en kooplieden En niet in de Hansa- steden alleen ROLAND. Geef mij een Kind, roman door Anna Kachina. Uitge ver: A. J. C. Strengholt, Amsterdam. Zoekend en spiedend in den geweld Lgpn rijstebrijberg van boeken, die dikwijls zuchtend doorgegeten moeten worden om in het ware luilekkerland der litter.tuur te belanden, kwam ik spoediger dan ik ge dacht had hierin terecht, doordat mij de zoo sprekende titel in het oog viel „Geef mij een Kind". Zoo ziet men. van hoeveel belang dikwijls een titel van een boek is. Dit boek had evengoed als titel kunnen dragen. ..Liefdeleven van een modern Rus sisch Meisje". Tien tegen een, dat ik het dan niet doorgelezen had, of zelfs niet in handen genomen had, en mijn oorspronke lijk voornemen had gevolgd om een nieuw boek van een jonge Nederlandsche schrijf ster te lezen. Zoo heeft dus om den titel de Nederlandsche schrijfster het tegen dc Rus sischc moeten afleggen. Of het met den in houd van haar boek evenzoo zou gaan? Dèt geloof ik niet, on: Nederlandsche schrijfsters hebben bewezen, genoeg vita liteit cn kunstenaarsschap te bezitten, om het tegen haar builcnlandsche zusters in dc kunst te kunnen volhouden Maar wat heeft deze Russische schrijfster dan voor op onze auteurs? Dit nu is iets ondefinieerbaars, t Is het zelfde, wat al haar Iandgenootcn hebben, en wat Marcel Prevost in zijn voorrede van dit boek deed uitroepen „Er heerscht altijd een ongezochte en juist daardoor zoo roe rende poczio in hun vertellingen van het gewone leven" En zóó is het. Of men een eenvoudig Russisch kinderverhaal leest, of de romans der bakende Russische schrijvers, overal treft ons die bijna kinderlijke poëzie, dat zuiver natuurlijke, wat, ik zou bijna zeg gen, niet geheel meer van het Westen is. 't Is of een ademtocht van het Oosten de Russische ziel heeft beroerd, en in al haar uitingen in de kunst legt zij daar ge tuigenis van af. Naïve gevoeligheid naast de meeste contemplatieve bezonkenheid, deze eigenschappen zijn noodig om te kun nen vertellen zoo als zij, de Russen vertel len, boeiend, levend, somst angstig plas tisch voorstellend. Nooit gaan zij mank aan valsche sentimentaliteit, nooit zijn zij dog mntisch of moraliseerend, maar zij kun nen den lezer wel doen huiveren van vrees, 6f voluit doen juichon van geluk en levensblijheid. Zoo herinner ik mij, dat geen boek in mijn jeugd meer inJruk op mij gemaakt heeft dan Leo Tolstoi's bock „Uit mijn jeugd en jongensjarenen nü nog zie ik den bedelmonnik voor mij, dien hij daarin beschreef, met den nimbus van huivering wekkende heiligheid om zich heen. Maar laat ik niet afdwalen. De schrijf ster is daar te belangrijk voor, de inhoud van haar boek te spannend. Het wonderlijke van haar vertellen is dat zij begint met het einde, aldus den lezer tot gespannen aandacht dwingend, en zoo vlecht zij op de reeds kleurige schering van het weefgetouw barer gedachten, in bonte tafereelen den inslag van haar her inneringen. Deze herinneringen, die de geschiedenis van haar leven bevatten, tct het einde, waarmee zij begint, en waar zij haar geluk uitschreit, uiijuicht, dat zij oen zoon verwacht, deze herinneringen, zij zijn geschreven in dagboekvorm, maar wij ondervinden ze als een aaneenschakeling van verhalen, ons telkens bij do Intimiteit van het haardvuur verteld, welke intimiteit het toelaat, ook precaire onderwerpen to behandelen, die in een ander licht besche nen, misschien rauw zouden aandoen, doch die we nu als vanzelfsprekend aannemen, Mo dunkt, zóó vcrtelbn de bahoe's in het Oosten, zóó vertellen de Miania's (kinder meisjes) in het door het Oosten beroerde Rusland. Zij vertelt ons haar gescliiederv^ m- dat zij haar geluk, oen kind te zunon be zitten, niét zwijgen kan. en hierover zwij gen moet tegenover haar dertig jaren oude ren man, wien zij het verdriet der raededoc- ling, dat zijn jongere vrouw een kind van een anderen man verwacht, niet dadelijk wil en kén aandoen In een soort epiloog, waarin de schrijf ster ons op een kade in Mareci'le vluchtig in kennis brengt met haar hoofdfiguur Hélène en haar vee! ouderen man, den be roemden Russischcn Professor Tourgann, laat zij den lezer tusschen de regels door lezen, dat deze twee menschen op het punt staan elkaar voor goed te verlaten, zij, om naar den man te gaan, die haar een kind hoeft geschonken, hij om vergetelheid oor zijn verdriet te zoeken in een studie reis, en tegelijk met het verlaten van haar man breekt zij met haar oude leven en her inneringen, door haar dagboek te laten lig gen in een trein, waar wij nu ccn onbe scheiden blik in gaan slaan. Ileel het zielelcven van deze jonge Rus sische vrouw, in haar ontwikkeling tot aan staande moeder wordt hier aan onze oogen ontvouwd We lezen hoe dit in weelderige eenzaamheid, door haar kindermeid op gevoede aristocratische Ruesische kind voor het eerst op haar zevende jaar liefde ontvlamt voor een sprookjes prins uit haar vertelboek, wiens beel tenis zij uitknipt en naast de Ikoon an de heilige Helenc boven haar bed hangt We lezen hoe al haar warme genegenheid op dezen Prins hareï* verbeel ding concentreert wij zien haar een altaar voor hem oprichten onder den grooten fauteuil van haar grootmama in den sa lon; wij zien het noodzakelijk catastro- phale einde van deze veroering, als door dc kaarsen, die zij onder den lauteuil voor het voorwerp harer aanbidding ontstak een brand ontstaat, die haar maanden aan hot ziekbed gekluisterd doet zijn. Wij zien dan deze aanbiddende liefde, als zij veer tien jaar is, overgedragen op een nieuwen sprookjesprins, een heimelijke minnaar van haar wufto moeder aan wien zij haar gansche reine, diepe, hartstochtelijke ziel blootlegt, oven onbewust van eenig gevaar voor een laaicnden gloed als bij haar kaar- eonvereering voor het eerste altaar harer liefde, en even catastrophaal eindigt deze liefde, die nü haar reine onwetende meis jesziel met brandwonden overdekt Deze hittere ervaring doet haar van alle verdere offers op het altaar der liefde af zien, en zij wijdt haar jeugd aan de studie. Fel hartstochtelijk en geconcentreerd als zij is, doet zij dit met zulk een hevige inten siteit, dat dc droevige oorlogsjaren bijna ongemerkt am haar voorbijgaan. Zij merk te alleen dat het wat koud was in de ka mers en zij altijd een klein beetje honger had. Maar beeft zij haar academische studies beëindigd, dan vallen haar de schellen van dc oogen, cn ziet zij met ontzetting het ver- \al der oude patriciërswoning, waarvan zij zegt: „De revolutie had de ziel van ons tehuis veranderd door haar to berooven van haar vroegere élégance." Maar als steeds vorder dc revolutie om zich heen grijpt, als honger en koude voort durend nijpender worden, dan klaagt zij: „Ik zag mijn ouders verouderen, niet mot den dag, maar met het uur. Ik zag hen kleine, vreesachtige grijsaards worden, altijd mot zachte stem pratend Zij stierven beiden aan het eind van den winter in enkele dagen weggerukt door de epidemie van de Spaansche griep. Zij stierven zonder dokter, zonder medi cijnen, in een ijskoude kamor klassiek décor van deze sombere periode van het communisme! In mijn onervarenheid duurde het langen tijd voor ik het „verlof om te begraven" kon kiijgen. Gedurende zes dagen rustten mijn ouders in een kamer waar alles be vroor. Alleen mijn bonne en ik weenden hij hun lijken. Ónze tranen waren bran dend maar do v/raede koude van Februari bevroor ons Het is beter niet over dit alles te pralen Ik wil kalm zijn en hoe zu ik mij zonder smart dezen winter van 19181Ö19 kunnen herinneren en den traglschen dood van rnijn ouders, naar het kerkhof gebracht op kinderslsetjcs, getrokken door Niania en rnij. Hoe zou ik mij dit alles kunnen herin neren zonder te schreien." Dit is ongeveer alles wat zij vertolt over do ellende van Rusland in de eerste dagen van het communisme. Maar spreekt deze. litanie van smart niet moer dan vclo boek- deelen vol? Thans, alleen gebleven in den strijd om het bestaan, onervaren, onbekend met alle zoo moeilijke levensproblemen, dlc het communisme opwierp, zoekt zij contact met een vroegeren mede-student, ilians een der leidende figuren vari hét communisme, die haar werk bezorgt en inwijdt in de leerstellingen van het communisme, doch tevens in die der erotiek, waarin zij even onervaren is als in het practisehc leven. Door de liefdesverhouding met dezen ru wen bolsjewist, voelt zij zich eerst alleen maar beleedigd, maar toch wordt voor het eerst het verlangen naar een kind in haar wakker. Doch evenals indertijd met hoar sprook jesprins, heeft ook deze romantiek een tra gische ontknooping, daar zij nu voor het eerst bemerki, dat de moderne jonge man in zijn levensstrijd do consequenties van het huwelijk niet wil, misschien niet kan aanvaarden. Als dan eindelijk deze jonge vrouw met haar aan flarden gescheurde illusies ook hot laatste wat zij heeft, haar trouwe op offerende Niania door den dood verliest, aanvaardt zij liet aanzoek van den door haar vereerden, veel ouderen professor Tourgann, die feitelijk de plaats van haar trouwe verzorgster inneemt. Maar het ver langen naar een kind blijft in haar bran den, en zoo zoekt zij, daar Prof. Tourgaun. haar man, haar hierin teleurstelt, rusteloos verder, totdat zij. nn verschillende avon tuurlijke escapades eindelijk den vader van haar aanstaand kind, een Engelsch handelsman juichend volgt, en zoo eindigt dan deze roman met het begin, waar -wij do geschiedenis Hélène Tourgann op die kade in Marseille afscheid zien nemen van taar ouden professor Deze roman van de nog jeugdige schrijf ster, Anna Kachina, geeft ons veel te den ken. Zou het toch mógelijk zijn, zoo vroegen wij ons af, dat, alle omwentelingen op ge bied van cultuur, beschaving, techniek en moraliteit ten spijt, dat, niettegenstaande alle moderne begrippen over liefdo en hu welijk, de wére, zuiver voelende vrouw toch steeds dezelfde blijft, zóó als zij door alle eeuwen heen is geweest? Zou dan toch in de ziel van menig modern meisje het oude droomerig verlangen naar den sprookjes prins zijn blijven bestaan? Zal dan tóch blijken, dat hot verlangen naar het moederschap hóóg boven alle eer zucht, alle maatschappelijk succes, alle modem genotsleven uitgaat? Dan zou reeds in dezen ttjd bewaarheid worden, wat nu ongeveer 12 jaren geleden Ina Bourticr-Bnkkcr in haar prachtige bro chure „de Moderne vrouw en haar tekort" dc vrouwen o.a. deed uitroepen: „Wij heb ben verwaarloosd het kostelijkst geschenk, dot wij vrouwen van onze moeders mee kregen; de stem van ons hart. Om dit probleem nu verdient het boek „Geef mij een kind", alleen al aanbeveling gelezen te worden, zelfs al zal men zich hier en daar wel eens stooten aan d.o soms èJ te realistische voorstellingen cn beschrijvingen. Frappanto dingen kan zij zeggen, deze schrijfster. Wanneer zij van plan is, hare herinne ringen to boeken zegt zij: „Zijn al onze confidenties ten slotte niet nndprs dan het verlangen, om het voorbijgegane, zoete oogenblik terug te vinden cn is hierdoor niet voor een deel de biecht verklaard?" Zoo schrijft zij, de drukte in Marseille bij dc havenkade beschrijvend, o.a. „Stemmen en klachten verheffen zich... Zij worden uitgestooten in het Fransch. gepeperd met het onweerstaanbare Marseillaansche ac cent, m het Arabisch met do langzame en vreemde klanken, in dc Negertaal de taak mot de aapachtige intonaties... Zij worden in het Engelsch gekauwd met hup pelende klinkers, die op een massa ondui delijke medeklinkers dansen, zij worden in her Russisch gezoemd, vloeiend als een zachte en treurige stroomOnder den loupe der critische beschouwing gelegd heeft dit hoek zeer zeker fouten. Is het bij tijden wondermooi van do diepste gedachten, hier en daar kan het al lerzonderlingst op de lectuur van een stuiversroman lijken. Maar misschien heeft do vertaling hier schuld aan. Ook goochelt de schrijfster wat al te vluchtig met dc verschillende filosophen die zij bestudeert, terwijl wij verder, nóch van haar studententijd, die toch van in vloed moet zijn geweest op haar leven, nóch van liaar gymnasiumtijd iet3 naders vernemen Doch, la critique est aiséc et l'art est dif ficile, en wanr dit boek blijk" geeft, zóó met hartoblocd te zijn geschreven, laten wij het aan den aandachtigen lezer over al dan niet critiek te oefenen, die grooten- deels, vooral bij dit boek afhankelijk zal zijn van zijn aard en opvattingen. C. M. RITTER—LANDRÉ MAROKKAANSCHE LEGENDE. Geesteszwakkon. Een Marokkaansche legende vertelt, dat een 6ultan aan zijn eersten minister op ze keren dag opdracht gaf om een lijst op tp maken van al degenen, die in zijn gebied :wak van geest waren. De vizier gehoorzaamde en overlegde kort daarop een lijst, die bovenaan met den naam van den sultan prijkte. Deze was goed geluimd cn vroeg wat dat moest beteekonen. Wel, antwoordde de minister, gij hebt inlangs aan u totaal onbekendo vreemde 'ingen een belangrijke som toevertrouwd. >m daarvoor paarden te koopen. Die lui uilen wel nooit terugkeeren, dus A, zoo! En indien ze nu toch terugkwa men? Wel. dan zou ik uw naam uitschrappen en er den hunne voor in de plaats zetten STEEDS HET BESTE Langestiaat 84 TclelooD 52!' Ilsschlos 4 10 gr. DRUPPELS f 0.60 POEDERS 0.50 DROGISTERIJ. Apoth. Ass. Hcndr. v. Viandenstr. 3D. TeL 1313. Hebt U al eens kennis gemaakt met Telefoon 281 Groote en kleine zalen disponibel vcor feesten, martijen enz. BANKETBAKKER EN KOK*1 Ö-S^.AMERSFOORTJ3 BOTER CAKE, PETIT FOURS, SLAGROOM GEBAKJES, NOUGAT SLAGROOMEIEREN UNGESTRAA1 19 ONTVANGEN DE NIEUWE COLLECTIE DAMESKAPSALON Tel. 435 Utrechtscheweg 77 Vakkundige cn aangename bediening DROGISTERIJ „DE GAPER" JUUANAPLEIN 4. TELEFOON 635 NAAST APOTHEEK HAAN In voorraad: Devoo-Occulta Spatader- en Stenn- kousen zonder gummi en Lasticflor elastieken kousen met gummi. Pracht kousen, welke aan alle verwachtingen voldoen pet paar 18.75. TELEFOON 910 LANGESTRAAT 56

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 14