DENK ER AAN; MORGEN „KEITJES-DAG Twintig jaar met de manchet Vrijdag 3 Februari 1933 31e Jaargang No. 186 TWEEDE BLAD DE OPHEFFING VAN RECHTBANKEN Schade voor het platteland DE VERANDERING IN HET WEER De eerste verkeers agent en De roode Vulpenhouder TWEEDE KAMER 1 Veel critiek op het wetsontwerp Bij den aanvang der Tweede Kamerzit ting van heden, werd gestemd voor het amendement van den heer v. d. Bergh i.z. doorvoering van het stelsel der grootste ge middelden behalve voor kleine gemeenten. Het amendement werd aangenomen met 46 tegen 40 stemmen (voor de soc. democra ten en de R.K.). De overige amendementen zijn daardoor .vervallen. Het wetsontwerp tot wijziging der kies wet zelf wordt aangenomen met 46 tegen 41 ötemmen (voor de soc.-democraten en de R.K.). Aan de orde is het wetsontwerp betref fende wijziging der rechterlijke indeeling. Mevr. B a k k erNort wijst op de be zwaren van de voorgestelde wijziging voor het platteland en op de economische gevol gen der voorgestelde opheffingen op de be trokken plaatsen. In het bizonder is spreek ster tegen opheffing der rechtbank te Zut- phen, welke het historisch gegroeid recht gebied der Geldersche graafschappen om vat, Voorts komt spr. speciaal op tegen op heffing der rechtbank te Winschoten. De Heer Boon is van oordeel, dat er hiet te ruw wordt ingegrepen. Het is een nadeel het. cultureele leven van kleine plaatsen aan te tasten, althans te concentreeren in de groote steden. Uit adressen uit Dordrecht, Tiel en Zut- phen blijkt duidelijk, dat de door den mi nister verwachte bezuiniging niet zal wor den bereikt. Waarom moeten juist de recht banken in die plaatsen en die te Winscho ten verdwijnen. Voorts onderschat de mi nister de positie der kantonrechters als Vrederechter te plattelande. De heer D-ambrink (a.r.) zou liever andere middelen zien toegepast, b.v. ver hooging der griffierechten met honderd procent, en pereoneels-ieorginisatie. De minister neme dit ontwerp terug en stelle een commissie in De heer Flo ris Vos (zonder partij) wenscht eveneens een reorganisatiecommis- eie. De heer Van Voorst tot Voorst (r.k.) wijst op de financieele lasten van het ontwerp voor do justiciabelen ten platte lande. Spr. wil een instituut van reizende kantonrechters met behoud van het aantal kantongerechten. Spr. wil eveneens een re organisatie-commissie. De heer Van Wijnbergen (r.k.) heeft geen commissie noodig, nu de regeering verklaart, geen andere bezuinigingsmoge lijkheid te 'nebben gevonden. Het gaat hier om algemeene, niet om locile belangen. Wat Gelderland betreft, de bevolking is er zool, vredelievend, dat dit gewest aan één rechtbank genoeg heeft. Spr maakt alleen bezwaar tegen opheffing van het kanton gerecht te Waalwijk. De heer Van Rappard (lib) hoopt 'dat de Kamer zich onomwonden uitspreekt van dit ontwerp niet gediend te zijn. Mej. Katz (c.h.) betoogt, dat de rechter lijke macht bij de pogingen ter bezuini ging niet voldoende gekeni is. Spr. acht het wetsontwerp schadelijk voor een goede rechtspraak. De heer Kersten (Staatk geref.) ziet van dit wetsontwerp schade voor het plat teland. De beer F a b e r (s.dwij6t er op, dat in de grootste provincie het aantal rechtban ken van drie op één teruggebracht wordt. Spr. wijst op de schade voor het platteland van het ontwerp. De heer Schaper (s.d.) deelt de alge meene bezwaren tegen het ontwerp. Spreker overweegt een motie om den mi nister uit te noodigen, naar andere bczul- nigingsmogelijkheden om te zien. De heer Peereboom (herv. ger.) ziet stelselloosheid in de voorstellen van den minister. De centralisatie in de rechtspraak is noodzakelijk. De heer Goseling (r.k.) verdedigt het ontwerp; concentratie is een middel om te komen tot betere organisatie. De heer Smeenk (a.r.) acht de bezwa ren tegen het ontwerp overdreven. Geen bezuiniging is mogelijk zonder ongerief. De vergadering wordt verdaagd tot a.s. Dinsdag één uur. Er ontwikkelde zich een diepe depressie, waarop een storm veld volgde Onze weerkundige medewerker schrijft Na het invallen van de dooi heeft de weerstoestand zich spoedig op een wijze ontwikkeld, die geen twijfel meer laat. Wekenlang bleven de depressies, die do vorst hadden kunnen verstoren, heel ver at en er waren eerst geen aanwijzingen, dat zij spoedig in onze nabijheid zouden komen. Het gebeurt echter nu en dan, dat plotseling en over een groot gebied een geweidigi-, actie in den dampkring tot ontwikkeling komt, waarvan dan een algehcelc omslag van het weer het gevolg is. Dit is nu ook het geval. Ongeveer anderhalve etmaal geleden hield hier te lande de sterke barometerstijging op, om spoedig daarop over te gaan in eer. vrij snelle daling en de temperatuur steeg na de vorst zoo sterk, dat aan een ophan den zijnden weersomslag moest worden ge dacht. Gisteren is in den loop van den dag de Zuidwestelijke wind zeer in kracht toege nomen en binnen enkele uren aangewak kerd tot een storm, vooral zwaar omstreeks vijf uur en in den avond. De oorzaak van dezen weersomslag moet gezocht worden in een zeer warmen lucht stroom, die, uit het Zuidwesten komende, Europa van de Westzijde binnendrong en waarschijnlijk in verband met een zeer kou den luchtstroom in het hooge Noorden aan leiding heeft gegeven tot de ontwikkeling van een ongewoon diepe depressie, die sis teren tusschcn IJsland en de Xoorsche kust lag. Als aanhangsel van deze groote de pressie vormde zich een secundaire over de Noordzee, en voor zooverre dit te beoordec- len viel, heeft deze laatste zich in den loop van dag tot dag een storm veld ontwikkeld, waarin zware Zuidwestelijke storm woedde over het Zuidelijk gedeelte der Noordzee. Daar nieuwe luchtdruk-minima in het Westen in aantocht zijn, kan men wel aan nemen, dat de ingevallen warmen lucht stroom, die bij ons de temperatuur boven 10 graden deed stijgen van zoo grooto kracht en uitgebreidheid is, dat hij den weerstoestand in West-Europa langoren tijd zal beheerschen en dat op terugkeer van de vorst voorloopig niet meer te rekenen valt. (Nadruk verboden). Brigadier Brinkman uit Amsten dam, de pionier der ven keersregelaars Amsterdam gaf zich niet spoedig gewonnen In de geschiedenis van het Ncderlandsche verkeer zal de dag - van 3 December 1013 immer een gedenkwaardige datum zijn. Amsterdam bracht den eersten verkeers agent op straat cn daarmede was in ons land officieel de verkeerregelcndc taak der overheid begonnen. liet publiek achtte deze ovcrhcidslyfmoeiing natuurlijk over bodig. Men liep cn men reed zooals men dat wenschte, zonder zich van iemand of iets wat aan te trekken cn van verkcers- voorschriften nog minder. Men vroeg zich of met dit handje-vol auto's, waarvan het meerendeel nog uit goedmoedige electri- sche a tax en bestond, dio niemand ooit kwaad schenen te doen, of er eigenlijk wel iets to regelen viel. Maar do autoriteiten dachten er anders over en reeds in die da gen voorzagen zij terecht de neiging tot ex pansie van wat toen snelverkeer werd ge noemd cn de noodzakelijkheid om in te grijpen. Zoo werden er zes van de grootste Am- stcrdamsche politiemannen voor dit speciale werk afgericht. De tegenwoordige Brigadier aan de afdeel ing Verkeerswezen, Gerrit Brinkman, zou het eerst de vuurproef moe ten doorstaan. Hem was de uost Dam aan gewezen en op den vastgestclden tijd trok Brinkman zijn zwart-witte manchet aan, die fel afstak bij de voorgeschreven zwarte handschoenen uit dien tijd, hii bezette het bedreigde, lang van te voren grondig be studeerde en uitgemeten punt en ging liet verkeer regelen Zoo stond het tenminste in ziin instruc ties. Maar de Amsterdammers gaven zich maar niet zonder slag of stoot gewonnen en zouden hun duurgekochte onafhankelijk heid slechts in het uiterste geval prijsge ven. Een niewigheidje bespeuren de Am sterdammers al gauw en het resultaat van den nieuwen verkeerspost was nu niet be paald het verhinderen van verkeersstagna- tie. liet tegendeel was het onmiddellijke re sultaat van Brinkman's ostentatieve arm bewegingen en zijn goed bestudeerde for- sche gebaren, die groote bochten naar links cn kleine naar rechts beschreven tot leering van vrijheidslievende wielrijders en onaf hankelijke koetsiers en handkarbestuur ders, veroorzaakten binnen vijf minuten een der grootste volksverzamelingen, die de Dam- behoudens dan bij een koninklijk be zoek- ooit heeft gekend. Daarin hadden Brinkman's uitvoerige in structies niet voorzien. Hij was een kalrn politieman, die de situatie oogenblikkclijk doorzag, die besefte, dat er hier alleen met goede woorden iets te bereiken viel en de eerste poging tot verkeersregelen eindigde in een soort hagepreek tot de menigte: Men- schen blijf nou niet staande politie doet dit toch in jullie belang, dat zij zich met het verkeer gaat bemoeienhet komt heusch allemaal in ordedoorloo- pen nou menschen, niet blijven staan Doch niet voor dat Brinkman zich terug trok in het Posthuis Molsteeg verspreidde zich de opgewonden bevolking. Maar in structies zijn instructies. Later op den mid dag, toen de drukste uren voorbij waren, trok Brinkman er weer op uit en wist zich inderdaad weer wat langer te handhaven. Zoo voetje, voor voetje, moest in die barre dagen van verkeersregeling, de Amsterdam- schc politic het terrein veroveren, zoo moest er gepionierd worden om de menschen be kend te maken met de meest elementaire principes van het verkeer cn hen in de eer ste plaats te doen verstaan, toch maar goed rechts te houden. Dat er tallooze conflicten zijn geweest ligt wel voor de hand. Ook toen al waren er recalcitrante weggebruikers, die niet wil den inzien waarmee de politie zich toch eigenlijk bemoeide. Een Amsterdamsch hoogleeraar b.v. uit dien tijd toonde zich zelfs zeer verbolgen toen hij op een ver- keersfout werd opmerkzaam* gemaakt: „Moet ik nu van een politieagent iecren rij den" betoogde de docent „Het is me wat moois" liet werd een oploop, do situ atie scheen nijpend en om erger te voorko men werd de professor naar het bureau ge leid om daar te worden vcrbaliseerd en zoo te worden overtuigd Tact was er noodig om in die dagen den grondslag te leggen voor een werkelijke verkeersregeling, een verkeersregeling, die wij noode meer kunnen missen. Tact voor al ook was er noodig in de eerste plaats om het publiek op te voeden en bekend te ma ken met de regels van den weg. Wat is het alles snel gegaan. Brinkman regelt nog steeds het verkeer maar nu met een leger van 300 verkeersagenten, die el- ken dag op vaste tijden en vaste plaatsen hun posten bezetten. Hun armgebaren, hun aanwijzigingen zijn wet geworden en 1G000 Amsterdamsche auto's, 200.000 wielrijders, handkarren en sleeperswagens volgen ge hoorzaam zijn wenken en worden door hen gedirigeerd langs goede banen veilig en snel. Een snelle motorcombinatie voort thans den eersten Ncderlandschcn verkeersregc- laar langs die posten heen. Hii is opge groeid met het snelverkeer, met de ont wikkeling van den automobiel. Vijf duizend auto's gaan naar een inter nationalen voetbalwedstrijd: Brinkman staat als een rots in een zee van benzine wagens. Een bijzondere schouwburgvoor stelling of concertuitvoering; onze eerste verkeersregelaar zorgt voor minimum op onthoud, voor parkeergelegenheid cn tijdig voorkomen, alsof hij immer van dezen tijd was, alsof hij de oerdagen van dit verkeer niet heeft gekend. Duizenden automobielen gaan naar een R.A.I. tentoonstelling in Amsterdam. Glan zende limousines, kleurige sedans, sier lijke torpedo's en sportieve two-seaters glij den geruischloos den eersten aller verkeers regelaar voorbij. Hij is de gesymboliseerde verkeersrege ling zelf, deze eerste verkeersagent, die het snelverkeer aan zijn gebaren, aan zijn aan wijzingen heeft kunnen onderwerpen en die in twintig jaar het verkeer heeft zien groei- 9! Amersfoort. Zaterdag 4 Febrluari. Teut 12. Verkoop van een inboedel. V/s uur n.ra. Woensdag 8 Februari. Verkooplokaal Muurhuizon 47. Verkoop van een inboedel. 9uur v.m. Dinsdag 14 Februari. Hotel „de Zwaan." Verkoop van do helft eencr dub bele villa, Steven v. d. Ilagenlaan 10. 7 uur n.m. Ba am. Donderdae 9 Februari. Café v. Oostcrom, (Lage Vuursche), verkoop van hout. 10 uur v.m. Eemncs-Buitendijk. Donderdag 16 Februari. Koffiehuis „de Lindeboom", verkoop van de helft van een dubbel woon huis, Laardcrwcg 50. ~'/3 uur n.m. II a m e r s v e 1 d. Dinsdag 7 Februari. Café „de Ros Bayert." Verkoop voor afbraak van huis met schuur llamersvcldschen- straatweg E 47. 11 uur v.m. en van niets tot een integrecrend deel van onze samenleving, dat dagelijks met al z'n facetten om aandacht vraagt, dat do auto riteiten vele zorgen baart maar den strijd heeft gewonnen, het automobilisme tot ze gen. ONTWIKKELING VAN WERKLOOZEN. Voorstel van B. en W. van Rotterdam. Rotterdam, 1 Februari. B. en W. stel len den gemeenteraad voor, op advies van do onderwijscommissie over 1933 voor den ontwikkelingsarbeid, onder do werkloozcn beschikbaar to stellen oen bedrag van 77.538, te verdoelen onder het Centraal comité voor jonge werkloozcn, hot comité tot ontwikkeling en ontspanning van werk loozcn, het R.K. comité tot ontwikkeling en ontspanning van werkloozcn en het Prot. comité voor moreelcn steun aan werkloo- zen. Dat het voor het werk onder de jonge werkloozen beschikbaar te stellen bedrag zooveel hooger is, dan dat voor den arbeid onder de ouderen, hangt samen met de om standigheid, dat het werk voor de jongeren er op gericht is hun dagen geheel te vul len, terwijl dc ouderen over het algemeen slechts enkele cursussen volgen. Van de regeering is de mcdedeeling ont vangen, dat voor Rotterdam van overheids wege (door rijk en gemeente tezamen) voor het ontwikkelingswerk over 1932 niet meer zal mogen worden besteed dan 154.448. Van dit bedrag zal het rijk dan een nader te bepalen bedrag, doch niet meer dan 75 voor zijn rekening nemen. Het thans ter be schikking te stellen bedrag van ƒ77.538 ver meerderd met dc geraamde onkosten van de gemeentelijke vakcursussen over het eer ste halfjaar van 1933 ad ƒ29.771.73 blijft be rieden het door den minister genoemde maximum, zoodat mag worden aangenomen dat zelfs, wanneer het aantal deelnemers aan de gemeentelijke cursussen in den loop van het jaar nog belangrijk mocht toene men en daarom voor een tweede helft van het jaar een grooter bedrag daarvoor beschikbaar zou moeten worden gesteld dan voor de eerste 6 maanden, dit maxi mum niet zal worden bpreikt. OLYMPISCH COMITÉ TEGEN WEELDE BELASTING. Het Ned. Olympisch Comité deelt ons mede. dat het zich met een adres tot de Tweede Kamer heeft gericht, waarin op grond van verschillende motieven wordt verzocht, niet tot heffing van een belasting of van een bijzonder invoerrecht op sport- matcriaal te besluiten als voorgesteld in het wetsontwerp tot heffing eener weelde- verteringsbelasting. Afschrift van dit adres werd gezonden naar den minister van fi nanciën. Een wijze raad is meer waard dan vele handen. EURIPIDES. Geautoriseerde vertaling naar 't Engeisch van Molly Thynne, door A. W. v. E.—v. R. „En achteraf bent u toch niet gegaan?" „Dan zou ik nu niet hier zijn," zei Leslie ongeduldig. „Ik kreeg een telegram, dat mijn komst niei noodig was.' „Wat was dc afspraak, als ik vragen mag?" In weerwil van zichzelf voelde Leslie zich geprikkeld. Zijn zenuwachtigheid was aan het verdwijnen, zonder twijfel dank zij dc koffie, die zijn moeheid had verdreven. „Ik moest naar het gerechtshof," zei hij droog. „Evenwel niet in de bank der be klaagden. Alleen maar voor een zeer eer biedwaardig getuigenis, dat ik moest af leggen. Een zaak van een gestolen auto, om het precies te zeggen. Ongelukkig voor mij was ik met den eigenaar in gesprek, toen we den kerel er met de kar vandoor zagen gaan." „Het ging er dus om, den dief te herken nen," merkte Brace met ambtelijke belang stelling op. „Precies. Ik wou nu waarachtig, dat ik 'gegaan tvas, dan zou ik met dit alles nu lÜets hebben uit te staan. Maar de zaak werd uitgesteld. U zou dat alibi toch zeker hebben aangenomen, sergeant?" „Ik zou elk alibi aannemen, dat u mij gaf, als het geloofwaardig was, mr. Leslie," antwoordde Brace kort. Dat de heele zaak uiterst onaangenaam voor hem was, was reeds sinds zijn eerste onderhoud met Brace langzaam tot Leslie doorgedrongen. Maar nu was er iets in de stem van den sergeant, dat hem voor de eerste maal een gevoel van vrees gaf. „Ik zou er u een geven, dat klonk als een klok, als ik dat kon," antwoordde hij snel. Brace richtte de lantaren zoo. dat het licht vol op Leslie's gelaat viel. „Ilebt u miss Allen kort geleden nog ge zien?" vroeg hij plotseling. Verblind door het schijnsel van de lan taren cn in de war gebracht door het on logische van die \raag, aarzelde Leslie. „Miss Allen? Ik sprak haar gisteren in het dorp neen eergisteren. Waarom?" „Zei zij iets van een bezoek, dat zij ver wachtte'?" Leslie knipte met de oogen en keerde zijn gezicht van het schelle licht af. „Zij zei, dat zij haar zuster verwachtte mrs. Die cn Die. Zij noemde den naam, maar ik ben hem vergeten." „Zou u die dame herkennen, als u haar zag?" „Ik zou denken van niet, of ik moest haar in een andere wereld hebben ontmoet. Hier heb ik haar nooit gezien, als u dat bedoelt.'" „Zij was niet dikwijls bij haar zuster, wel?" „Ik geloof van niet. Miss Allen zei niet veel van haar, maar naar wat zij vertelde raadde ik, dat zij niet erg bevriend mot el kaar waren. Ze vertelde, dat haar zuster zichzelve had uitgenoodigd en scheen daar nogal verbaasd over Hij vond het niet noodig, miss Allen's eigen woorden te herhalen. Die bejaarde rondborstige, ongehuwde dame had met haar gewone scherpe vrijmoedigheid ge sproken. „Wat Tine in haar schild voert, weet ik niet, en dat verlang ik ook niet te woten Een of ander kattekwaad, wil ik wedden, cn misschien wel iets heel verkeerds. Ik vertrouw haar niet." Zij moet een g »cclc reden hebben, om een weck bii haar nu Ie zuster te willen doorbrengen. Ik heb haar gezegd, dat zij kon blijven, zoo lang zij ver koos, op voorwaarde, dat zij niet op mijn paarden zou rijden. Zij zit er op als een zak aardappelen cn dan die hanJen van haar! Geparfumeerde sigaretten en cei. stoel bij den haard liggen meer in haar lijn!" De wind was gaan liggen en voor het eerst in drie dagen viel cr een fijne regen. Toen zij de schuur verlieten, hoorden zij het geluid van een auto, die den weg af kwam. „Dat zal de dokter zijn, denk ik," zei Bra ce, zichtbaar opgelucht. „Als die cr geweest is, kunnen we naar bed gaan." De dokter ontmoette hen bij de deur. Na cenige verklarende woorden van weerszij den, haastte hij zich naar de zitkamer en knielde naast het lichaam neer, zijn dikke handschoenen onderwijl afstroopend. Zijn handen waren koud en het scheen hem eenige moeite te kosten, ze van het stijve leer te bevrijden. Terwijl hij aan de hand schoenen trok, namen zijn vlugge oogen het lijk nauwkeurig op, waarvan geen uiter lijke bijzonderheden hem ontgingen. Leslie, die precies tegenover hem stond, werd getroffen door zijn scherpen, waakza- men blik en kreeg nu een andere meening over hem. dan hij eerst gehad had. Gregg had hem altijd vrij dom geleken, en hij trok er de les uit, dat men een man niet moet beoordeelen, voordat men hem in zijn werk gezien heeft. Gregg streek het haar opzij van het hoofd weg, juist als Brace gedaan had. „Goede God, doodgeschoten!" riep hij uit, Leslie merkte op, dat de handen, waar mee hij de japon van de vrouw losmaakte, om een verder onderzoek in te stellen, niet erg vast waren, en kwam weer tot het be sluit, dat hij dien man nooit recht had laten wedervaren. Ilij was klaarblijkelijk oprecht bewogen bii het gezicht van die deernis waardige figuur voor hem. „Kunt u zeggen, hoe lang zij al dood is?" vroeg Brace, toen dc schouwing was afge- loopen. „Moeilijk te zeggen bij zoo'n vluchtig on dcrzock, maar, ruw. geschat, zal het wel vier of vijf uur zijn." „Niet langer?" „Dat geloof ik niet. Maar ik zou hot niet op een uur na kunnen zeggen. In elk geval niet langer dan zes uur!" „Is de dood onmiddellijk ingetreden?" „Zoo goed als zeker. Een schot in de slaap. Wie vermoordde haar?" Nog op zijn knieën liggend; draaide hij zich om en keek naar den sergeant op. Brace antwoordde hem met een andere, evon scherpe vraag. „Golooft u aan de mogelijkheid van zelf moord?" „Best mogelijk, voor een vrouw, die linksch is. De wond zit aan den verkeerden kant." „Aan den verkeerden kant voor iemand, die rechtsch is," merkte Brace op. Maar wij hebben geen reden om aan to nemen, dat zij rechtsch was!" Gregg stond op cn sloeg zich het stof van de knieën. „Misschien niet. Vele vrouwen zijn het niet," zei hij langzaam. Hij bukte zich en hek eek de handen zorgvuldig. „Zij schreef In elk geval met de rechterhand." zei hij. „kijk maar!" Er zaten lichte vlekken, klaarblijkelijk van inkt, aan den eersten cn tweeden vin ger van de rechterhand. „Een goede aantcekening voor u, dokter," zei Brace in zijn schik. „Afgezien daarvan hebt u het bij het rechte eind gehad. Wij hebben geen wapen gevonden." „Wie vond haar?" „Mr. Leslie hier. Do dader schijnt ge vlucht te zijn." Brace keck Leslie scherp aan. „Een vervelende geschiedenis, niet? Voelt u zich goed?" „Zeker, dank u. Maar het is een afschu- svelijke zaak, en ik wou, dat het ergens an ders gebeurd was." „Hebt u de dame wel eens gezien, dok ter?" vroeg Brace. Gregg bekeek de fijne gelaatstrekken van de ongelukkige vrouw nauwkeurig. „Geen kennis van mij," zei hij kortaf. „Hebt u eenig idee, wie zij is?" „Gunnet hier heeft haar herkend als een dame, die bij miss Allen van Greycross lo geerde. Ilij denkt, dat het haar zuster is." Leslie's verschrikte uitroep werd door Gregg overstemd. „Groote God!" riep hij uit. „Toch niet miss Allen's zuster? „Ik vrees van wel. naar wat Gunnet zegt. Wij zullen het evenwel gauw genoeg we ten-" (Wordt yervplgdfc

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 5