DENK ER AAN; MORGEN „KEITJES-DAG
Twintig jaar met de manchet
Vrijdag 3 Februari 1933
31e Jaargang No. 186
TWEEDE BLAD
DE OPHEFFING VAN
RECHTBANKEN
Schade voor het
platteland
DE VERANDERING IN HET
WEER
De eerste verkeers
agent
en
De roode Vulpenhouder
TWEEDE KAMER
1 Veel critiek op het wetsontwerp
Bij den aanvang der Tweede Kamerzit
ting van heden, werd gestemd voor het
amendement van den heer v. d. Bergh i.z.
doorvoering van het stelsel der grootste ge
middelden behalve voor kleine gemeenten.
Het amendement werd aangenomen met
46 tegen 40 stemmen (voor de soc. democra
ten en de R.K.).
De overige amendementen zijn daardoor
.vervallen.
Het wetsontwerp tot wijziging der kies
wet zelf wordt aangenomen met 46 tegen 41
ötemmen (voor de soc.-democraten en de
R.K.).
Aan de orde is het wetsontwerp betref
fende wijziging der rechterlijke indeeling.
Mevr. B a k k erNort wijst op de be
zwaren van de voorgestelde wijziging voor
het platteland en op de economische gevol
gen der voorgestelde opheffingen op de be
trokken plaatsen. In het bizonder is spreek
ster tegen opheffing der rechtbank te Zut-
phen, welke het historisch gegroeid recht
gebied der Geldersche graafschappen om
vat, Voorts komt spr. speciaal op tegen op
heffing der rechtbank te Winschoten.
De Heer Boon is van oordeel, dat er hiet
te ruw wordt ingegrepen. Het is een nadeel
het. cultureele leven van kleine plaatsen
aan te tasten, althans te concentreeren in
de groote steden.
Uit adressen uit Dordrecht, Tiel en Zut-
phen blijkt duidelijk, dat de door den mi
nister verwachte bezuiniging niet zal wor
den bereikt. Waarom moeten juist de recht
banken in die plaatsen en die te Winscho
ten verdwijnen. Voorts onderschat de mi
nister de positie der kantonrechters als
Vrederechter te plattelande.
De heer D-ambrink (a.r.) zou liever
andere middelen zien toegepast, b.v. ver
hooging der griffierechten met honderd
procent, en pereoneels-ieorginisatie. De
minister neme dit ontwerp terug en stelle
een commissie in
De heer Flo ris Vos (zonder partij)
wenscht eveneens een reorganisatiecommis-
eie.
De heer Van Voorst tot Voorst
(r.k.) wijst op de financieele lasten van het
ontwerp voor do justiciabelen ten platte
lande. Spr. wil een instituut van reizende
kantonrechters met behoud van het aantal
kantongerechten. Spr. wil eveneens een re
organisatie-commissie.
De heer Van Wijnbergen (r.k.) heeft
geen commissie noodig, nu de regeering
verklaart, geen andere bezuinigingsmoge
lijkheid te 'nebben gevonden. Het gaat hier
om algemeene, niet om locile belangen.
Wat Gelderland betreft, de bevolking is er
zool, vredelievend, dat dit gewest aan één
rechtbank genoeg heeft. Spr maakt alleen
bezwaar tegen opheffing van het kanton
gerecht te Waalwijk.
De heer Van Rappard (lib) hoopt
'dat de Kamer zich onomwonden uitspreekt
van dit ontwerp niet gediend te zijn.
Mej. Katz (c.h.) betoogt, dat de rechter
lijke macht bij de pogingen ter bezuini
ging niet voldoende gekeni is. Spr. acht
het wetsontwerp schadelijk voor een goede
rechtspraak.
De heer Kersten (Staatk geref.) ziet
van dit wetsontwerp schade voor het plat
teland.
De beer F a b e r (s.dwij6t er op, dat in
de grootste provincie het aantal rechtban
ken van drie op één teruggebracht wordt.
Spr. wijst op de schade voor het platteland
van het ontwerp.
De heer Schaper (s.d.) deelt de alge
meene bezwaren tegen het ontwerp.
Spreker overweegt een motie om den mi
nister uit te noodigen, naar andere bczul-
nigingsmogelijkheden om te zien.
De heer Peereboom (herv. ger.) ziet
stelselloosheid in de voorstellen van den
minister. De centralisatie in de rechtspraak
is noodzakelijk.
De heer Goseling (r.k.) verdedigt het
ontwerp; concentratie is een middel om te
komen tot betere organisatie.
De heer Smeenk (a.r.) acht de bezwa
ren tegen het ontwerp overdreven. Geen
bezuiniging is mogelijk zonder ongerief.
De vergadering wordt verdaagd tot a.s.
Dinsdag één uur.
Er ontwikkelde zich een diepe
depressie, waarop een storm
veld volgde
Onze weerkundige medewerker schrijft
Na het invallen van de dooi heeft de
weerstoestand zich spoedig op een wijze
ontwikkeld, die geen twijfel meer laat.
Wekenlang bleven de depressies, die do
vorst hadden kunnen verstoren, heel ver at
en er waren eerst geen aanwijzingen, dat
zij spoedig in onze nabijheid zouden komen.
Het gebeurt echter nu en dan, dat plotseling
en over een groot gebied een geweidigi-,
actie in den dampkring tot ontwikkeling
komt, waarvan dan een algehcelc omslag
van het weer het gevolg is.
Dit is nu ook het geval.
Ongeveer anderhalve etmaal geleden hield
hier te lande de sterke barometerstijging
op, om spoedig daarop over te gaan in eer.
vrij snelle daling en de temperatuur steeg
na de vorst zoo sterk, dat aan een ophan
den zijnden weersomslag moest worden ge
dacht.
Gisteren is in den loop van den dag de
Zuidwestelijke wind zeer in kracht toege
nomen en binnen enkele uren aangewak
kerd tot een storm, vooral zwaar omstreeks
vijf uur en in den avond.
De oorzaak van dezen weersomslag moet
gezocht worden in een zeer warmen lucht
stroom, die, uit het Zuidwesten komende,
Europa van de Westzijde binnendrong en
waarschijnlijk in verband met een zeer kou
den luchtstroom in het hooge Noorden aan
leiding heeft gegeven tot de ontwikkeling
van een ongewoon diepe depressie, die sis
teren tusschcn IJsland en de Xoorsche kust
lag. Als aanhangsel van deze groote de
pressie vormde zich een secundaire over de
Noordzee, en voor zooverre dit te beoordec-
len viel, heeft deze laatste zich in den loop
van dag tot dag een storm veld ontwikkeld,
waarin zware Zuidwestelijke storm woedde
over het Zuidelijk gedeelte der Noordzee.
Daar nieuwe luchtdruk-minima in het
Westen in aantocht zijn, kan men wel aan
nemen, dat de ingevallen warmen lucht
stroom, die bij ons de temperatuur boven
10 graden deed stijgen van zoo grooto
kracht en uitgebreidheid is, dat hij den
weerstoestand in West-Europa langoren tijd
zal beheerschen en dat op terugkeer van
de vorst voorloopig niet meer te rekenen
valt.
(Nadruk verboden).
Brigadier Brinkman uit Amsten
dam, de pionier der ven
keersregelaars
Amsterdam gaf zich niet
spoedig gewonnen
In de geschiedenis van het Ncderlandsche
verkeer zal de dag - van 3 December 1013
immer een gedenkwaardige datum zijn.
Amsterdam bracht den eersten verkeers
agent op straat cn daarmede was in ons
land officieel de verkeerregelcndc taak
der overheid begonnen. liet publiek achtte
deze ovcrhcidslyfmoeiing natuurlijk over
bodig. Men liep cn men reed zooals men
dat wenschte, zonder zich van iemand of
iets wat aan te trekken cn van verkcers-
voorschriften nog minder. Men vroeg zich
of met dit handje-vol auto's, waarvan het
meerendeel nog uit goedmoedige electri-
sche a tax en bestond, dio niemand ooit
kwaad schenen te doen, of er eigenlijk wel
iets to regelen viel. Maar do autoriteiten
dachten er anders over en reeds in die da
gen voorzagen zij terecht de neiging tot ex
pansie van wat toen snelverkeer werd ge
noemd cn de noodzakelijkheid om in te
grijpen.
Zoo werden er zes van de grootste Am-
stcrdamsche politiemannen voor dit speciale
werk afgericht. De tegenwoordige Brigadier
aan de afdeel ing Verkeerswezen, Gerrit
Brinkman, zou het eerst de vuurproef moe
ten doorstaan. Hem was de uost Dam aan
gewezen en op den vastgestclden tijd trok
Brinkman zijn zwart-witte manchet aan, die
fel afstak bij de voorgeschreven zwarte
handschoenen uit dien tijd, hii bezette het
bedreigde, lang van te voren grondig be
studeerde en uitgemeten punt en ging liet
verkeer regelen
Zoo stond het tenminste in ziin instruc
ties. Maar de Amsterdammers gaven zich
maar niet zonder slag of stoot gewonnen
en zouden hun duurgekochte onafhankelijk
heid slechts in het uiterste geval prijsge
ven. Een niewigheidje bespeuren de Am
sterdammers al gauw en het resultaat van
den nieuwen verkeerspost was nu niet be
paald het verhinderen van verkeersstagna-
tie. liet tegendeel was het onmiddellijke re
sultaat van Brinkman's ostentatieve arm
bewegingen en zijn goed bestudeerde for-
sche gebaren, die groote bochten naar links
cn kleine naar rechts beschreven tot leering
van vrijheidslievende wielrijders en onaf
hankelijke koetsiers en handkarbestuur
ders, veroorzaakten binnen vijf minuten een
der grootste volksverzamelingen, die de
Dam- behoudens dan bij een koninklijk be
zoek- ooit heeft gekend.
Daarin hadden Brinkman's uitvoerige in
structies niet voorzien. Hij was een kalrn
politieman, die de situatie oogenblikkclijk
doorzag, die besefte, dat er hier alleen met
goede woorden iets te bereiken viel en de
eerste poging tot verkeersregelen eindigde
in een soort hagepreek tot de menigte: Men-
schen blijf nou niet staande politie
doet dit toch in jullie belang, dat zij zich
met het verkeer gaat bemoeienhet
komt heusch allemaal in ordedoorloo-
pen nou menschen, niet blijven staan
Doch niet voor dat Brinkman zich terug
trok in het Posthuis Molsteeg verspreidde
zich de opgewonden bevolking. Maar in
structies zijn instructies. Later op den mid
dag, toen de drukste uren voorbij waren,
trok Brinkman er weer op uit en wist zich
inderdaad weer wat langer te handhaven.
Zoo voetje, voor voetje, moest in die barre
dagen van verkeersregeling, de Amsterdam-
schc politic het terrein veroveren, zoo moest
er gepionierd worden om de menschen be
kend te maken met de meest elementaire
principes van het verkeer cn hen in de eer
ste plaats te doen verstaan, toch maar
goed rechts te houden.
Dat er tallooze conflicten zijn geweest ligt
wel voor de hand. Ook toen al waren er
recalcitrante weggebruikers, die niet wil
den inzien waarmee de politie zich toch
eigenlijk bemoeide. Een Amsterdamsch
hoogleeraar b.v. uit dien tijd toonde zich
zelfs zeer verbolgen toen hij op een ver-
keersfout werd opmerkzaam* gemaakt:
„Moet ik nu van een politieagent iecren rij
den" betoogde de docent „Het is me
wat moois" liet werd een oploop, do situ
atie scheen nijpend en om erger te voorko
men werd de professor naar het bureau ge
leid om daar te worden vcrbaliseerd en zoo
te worden overtuigd
Tact was er noodig om in die dagen den
grondslag te leggen voor een werkelijke
verkeersregeling, een verkeersregeling, die
wij noode meer kunnen missen. Tact voor
al ook was er noodig in de eerste plaats om
het publiek op te voeden en bekend te ma
ken met de regels van den weg.
Wat is het alles snel gegaan. Brinkman
regelt nog steeds het verkeer maar nu met
een leger van 300 verkeersagenten, die el-
ken dag op vaste tijden en vaste plaatsen
hun posten bezetten. Hun armgebaren, hun
aanwijzigingen zijn wet geworden en 1G000
Amsterdamsche auto's, 200.000 wielrijders,
handkarren en sleeperswagens volgen ge
hoorzaam zijn wenken en worden door hen
gedirigeerd langs goede banen veilig en
snel.
Een snelle motorcombinatie voort thans
den eersten Ncderlandschcn verkeersregc-
laar langs die posten heen. Hii is opge
groeid met het snelverkeer, met de ont
wikkeling van den automobiel.
Vijf duizend auto's gaan naar een inter
nationalen voetbalwedstrijd: Brinkman
staat als een rots in een zee van benzine
wagens. Een bijzondere schouwburgvoor
stelling of concertuitvoering; onze eerste
verkeersregelaar zorgt voor minimum op
onthoud, voor parkeergelegenheid cn tijdig
voorkomen, alsof hij immer van dezen tijd
was, alsof hij de oerdagen van dit verkeer
niet heeft gekend.
Duizenden automobielen gaan naar een
R.A.I. tentoonstelling in Amsterdam. Glan
zende limousines, kleurige sedans, sier
lijke torpedo's en sportieve two-seaters glij
den geruischloos den eersten aller verkeers
regelaar voorbij.
Hij is de gesymboliseerde verkeersrege
ling zelf, deze eerste verkeersagent, die het
snelverkeer aan zijn gebaren, aan zijn aan
wijzingen heeft kunnen onderwerpen en die
in twintig jaar het verkeer heeft zien groei-
9!
Amersfoort. Zaterdag 4 Febrluari.
Teut 12. Verkoop van een inboedel. V/s
uur n.ra.
Woensdag 8 Februari. Verkooplokaal
Muurhuizon 47. Verkoop van een inboedel.
9uur v.m.
Dinsdag 14 Februari. Hotel „de
Zwaan." Verkoop van do helft eencr dub
bele villa, Steven v. d. Ilagenlaan 10. 7
uur n.m.
Ba am. Donderdae 9 Februari. Café
v. Oostcrom, (Lage Vuursche), verkoop van
hout. 10 uur v.m.
Eemncs-Buitendijk. Donderdag
16 Februari. Koffiehuis „de Lindeboom",
verkoop van de helft van een dubbel woon
huis, Laardcrwcg 50. ~'/3 uur n.m.
II a m e r s v e 1 d. Dinsdag 7 Februari.
Café „de Ros Bayert." Verkoop voor afbraak
van huis met schuur llamersvcldschen-
straatweg E 47. 11 uur v.m.
en van niets tot een integrecrend deel van
onze samenleving, dat dagelijks met al z'n
facetten om aandacht vraagt, dat do auto
riteiten vele zorgen baart maar den strijd
heeft gewonnen, het automobilisme tot ze
gen.
ONTWIKKELING VAN WERKLOOZEN.
Voorstel van B. en W. van
Rotterdam.
Rotterdam, 1 Februari. B. en W. stel
len den gemeenteraad voor, op advies van
do onderwijscommissie over 1933 voor den
ontwikkelingsarbeid, onder do werkloozcn
beschikbaar to stellen oen bedrag van
77.538, te verdoelen onder het Centraal
comité voor jonge werkloozcn, hot comité
tot ontwikkeling en ontspanning van werk
loozcn, het R.K. comité tot ontwikkeling en
ontspanning van werkloozcn en het Prot.
comité voor moreelcn steun aan werkloo-
zen.
Dat het voor het werk onder de jonge
werkloozen beschikbaar te stellen bedrag
zooveel hooger is, dan dat voor den arbeid
onder de ouderen, hangt samen met de om
standigheid, dat het werk voor de jongeren
er op gericht is hun dagen geheel te vul
len, terwijl dc ouderen over het algemeen
slechts enkele cursussen volgen.
Van de regeering is de mcdedeeling ont
vangen, dat voor Rotterdam van overheids
wege (door rijk en gemeente tezamen) voor
het ontwikkelingswerk over 1932 niet meer
zal mogen worden besteed dan 154.448.
Van dit bedrag zal het rijk dan een nader
te bepalen bedrag, doch niet meer dan 75
voor zijn rekening nemen. Het thans ter be
schikking te stellen bedrag van ƒ77.538 ver
meerderd met dc geraamde onkosten van
de gemeentelijke vakcursussen over het eer
ste halfjaar van 1933 ad ƒ29.771.73 blijft be
rieden het door den minister genoemde
maximum, zoodat mag worden aangenomen
dat zelfs, wanneer het aantal deelnemers
aan de gemeentelijke cursussen in den loop
van het jaar nog belangrijk mocht toene
men en daarom voor een tweede helft
van het jaar een grooter bedrag daarvoor
beschikbaar zou moeten worden gesteld
dan voor de eerste 6 maanden, dit maxi
mum niet zal worden bpreikt.
OLYMPISCH COMITÉ TEGEN WEELDE
BELASTING.
Het Ned. Olympisch Comité deelt ons
mede. dat het zich met een adres tot de
Tweede Kamer heeft gericht, waarin op
grond van verschillende motieven wordt
verzocht, niet tot heffing van een belasting
of van een bijzonder invoerrecht op sport-
matcriaal te besluiten als voorgesteld in
het wetsontwerp tot heffing eener weelde-
verteringsbelasting. Afschrift van dit adres
werd gezonden naar den minister van fi
nanciën.
Een wijze raad is meer waard dan vele
handen.
EURIPIDES.
Geautoriseerde vertaling naar 't Engeisch
van Molly Thynne,
door A. W. v. E.—v. R.
„En achteraf bent u toch niet gegaan?"
„Dan zou ik nu niet hier zijn," zei Leslie
ongeduldig. „Ik kreeg een telegram, dat
mijn komst niei noodig was.'
„Wat was dc afspraak, als ik vragen
mag?"
In weerwil van zichzelf voelde Leslie zich
geprikkeld. Zijn zenuwachtigheid was aan
het verdwijnen, zonder twijfel dank zij dc
koffie, die zijn moeheid had verdreven.
„Ik moest naar het gerechtshof," zei hij
droog. „Evenwel niet in de bank der be
klaagden. Alleen maar voor een zeer eer
biedwaardig getuigenis, dat ik moest af
leggen. Een zaak van een gestolen auto,
om het precies te zeggen. Ongelukkig voor
mij was ik met den eigenaar in gesprek,
toen we den kerel er met de kar vandoor
zagen gaan."
„Het ging er dus om, den dief te herken
nen," merkte Brace met ambtelijke belang
stelling op.
„Precies. Ik wou nu waarachtig, dat ik
'gegaan tvas, dan zou ik met dit alles nu
lÜets hebben uit te staan. Maar de zaak
werd uitgesteld. U zou dat alibi toch zeker
hebben aangenomen, sergeant?"
„Ik zou elk alibi aannemen, dat u mij
gaf, als het geloofwaardig was, mr. Leslie,"
antwoordde Brace kort.
Dat de heele zaak uiterst onaangenaam
voor hem was, was reeds sinds zijn eerste
onderhoud met Brace langzaam tot Leslie
doorgedrongen. Maar nu was er iets in de
stem van den sergeant, dat hem voor de
eerste maal een gevoel van vrees gaf.
„Ik zou er u een geven, dat klonk als een
klok, als ik dat kon," antwoordde hij snel.
Brace richtte de lantaren zoo. dat het
licht vol op Leslie's gelaat viel.
„Ilebt u miss Allen kort geleden nog ge
zien?" vroeg hij plotseling.
Verblind door het schijnsel van de lan
taren cn in de war gebracht door het on
logische van die \raag, aarzelde Leslie.
„Miss Allen? Ik sprak haar gisteren in
het dorp neen eergisteren. Waarom?"
„Zei zij iets van een bezoek, dat zij ver
wachtte'?"
Leslie knipte met de oogen en keerde zijn
gezicht van het schelle licht af.
„Zij zei, dat zij haar zuster verwachtte
mrs. Die cn Die. Zij noemde den naam,
maar ik ben hem vergeten."
„Zou u die dame herkennen, als u haar
zag?"
„Ik zou denken van niet, of ik moest haar
in een andere wereld hebben ontmoet. Hier
heb ik haar nooit gezien, als u dat bedoelt.'"
„Zij was niet dikwijls bij haar zuster,
wel?"
„Ik geloof van niet. Miss Allen zei niet
veel van haar, maar naar wat zij vertelde
raadde ik, dat zij niet erg bevriend mot el
kaar waren. Ze vertelde, dat haar zuster
zichzelve had uitgenoodigd en scheen daar
nogal verbaasd over
Hij vond het niet noodig, miss Allen's
eigen woorden te herhalen. Die bejaarde
rondborstige, ongehuwde dame had met
haar gewone scherpe vrijmoedigheid ge
sproken.
„Wat Tine in haar schild voert, weet ik
niet, en dat verlang ik ook niet te woten
Een of ander kattekwaad, wil ik wedden,
cn misschien wel iets heel verkeerds. Ik
vertrouw haar niet." Zij moet een g »cclc
reden hebben, om een weck bii haar nu Ie
zuster te willen doorbrengen. Ik heb haar
gezegd, dat zij kon blijven, zoo lang zij ver
koos, op voorwaarde, dat zij niet op mijn
paarden zou rijden. Zij zit er op als een
zak aardappelen cn dan die hanJen van
haar! Geparfumeerde sigaretten en cei.
stoel bij den haard liggen meer in haar
lijn!"
De wind was gaan liggen en voor het
eerst in drie dagen viel cr een fijne regen.
Toen zij de schuur verlieten, hoorden zij
het geluid van een auto, die den weg af
kwam.
„Dat zal de dokter zijn, denk ik," zei Bra
ce, zichtbaar opgelucht. „Als die cr geweest
is, kunnen we naar bed gaan."
De dokter ontmoette hen bij de deur. Na
cenige verklarende woorden van weerszij
den, haastte hij zich naar de zitkamer en
knielde naast het lichaam neer, zijn dikke
handschoenen onderwijl afstroopend. Zijn
handen waren koud en het scheen hem
eenige moeite te kosten, ze van het stijve
leer te bevrijden. Terwijl hij aan de hand
schoenen trok, namen zijn vlugge oogen
het lijk nauwkeurig op, waarvan geen uiter
lijke bijzonderheden hem ontgingen.
Leslie, die precies tegenover hem stond,
werd getroffen door zijn scherpen, waakza-
men blik en kreeg nu een andere meening
over hem. dan hij eerst gehad had. Gregg
had hem altijd vrij dom geleken, en hij
trok er de les uit, dat men een man niet
moet beoordeelen, voordat men hem in zijn
werk gezien heeft.
Gregg streek het haar opzij van het hoofd
weg, juist als Brace gedaan had.
„Goede God, doodgeschoten!" riep hij uit,
Leslie merkte op, dat de handen, waar
mee hij de japon van de vrouw losmaakte,
om een verder onderzoek in te stellen, niet
erg vast waren, en kwam weer tot het be
sluit, dat hij dien man nooit recht had laten
wedervaren. Ilij was klaarblijkelijk oprecht
bewogen bii het gezicht van die deernis
waardige figuur voor hem.
„Kunt u zeggen, hoe lang zij al dood is?"
vroeg Brace, toen dc schouwing was afge-
loopen.
„Moeilijk te zeggen bij zoo'n vluchtig on
dcrzock, maar, ruw. geschat, zal het wel
vier of vijf uur zijn."
„Niet langer?"
„Dat geloof ik niet. Maar ik zou hot niet
op een uur na kunnen zeggen. In elk geval
niet langer dan zes uur!"
„Is de dood onmiddellijk ingetreden?"
„Zoo goed als zeker. Een schot in de
slaap. Wie vermoordde haar?"
Nog op zijn knieën liggend; draaide hij
zich om en keek naar den sergeant op.
Brace antwoordde hem met een andere,
evon scherpe vraag.
„Golooft u aan de mogelijkheid van zelf
moord?"
„Best mogelijk, voor een vrouw, die
linksch is. De wond zit aan den verkeerden
kant."
„Aan den verkeerden kant voor iemand,
die rechtsch is," merkte Brace op. Maar wij
hebben geen reden om aan to nemen, dat
zij rechtsch was!"
Gregg stond op cn sloeg zich het stof van
de knieën.
„Misschien niet. Vele vrouwen zijn het
niet," zei hij langzaam. Hij bukte zich en
hek eek de handen zorgvuldig. „Zij schreef
In elk geval met de rechterhand." zei hij.
„kijk maar!"
Er zaten lichte vlekken, klaarblijkelijk
van inkt, aan den eersten cn tweeden vin
ger van de rechterhand.
„Een goede aantcekening voor u, dokter,"
zei Brace in zijn schik. „Afgezien daarvan
hebt u het bij het rechte eind gehad. Wij
hebben geen wapen gevonden."
„Wie vond haar?"
„Mr. Leslie hier. Do dader schijnt ge
vlucht te zijn."
Brace keck Leslie scherp aan.
„Een vervelende geschiedenis, niet? Voelt
u zich goed?"
„Zeker, dank u. Maar het is een afschu-
svelijke zaak, en ik wou, dat het ergens an
ders gebeurd was."
„Hebt u de dame wel eens gezien, dok
ter?" vroeg Brace.
Gregg bekeek de fijne gelaatstrekken van
de ongelukkige vrouw nauwkeurig.
„Geen kennis van mij," zei hij kortaf.
„Hebt u eenig idee, wie zij is?"
„Gunnet hier heeft haar herkend als een
dame, die bij miss Allen van Greycross lo
geerde. Ilij denkt, dat het haar zuster is."
Leslie's verschrikte uitroep werd door
Gregg overstemd.
„Groote God!" riep hij uit. „Toch niet
miss Allen's zuster?
„Ik vrees van wel. naar wat Gunnet zegt.
Wij zullen het evenwel gauw genoeg we
ten-"
(Wordt yervplgdfc