Voor praeventieve geneeskunde
HCMCEOPATüiSCHEMiDDELEN
CREMEGEBAK
LUNCHROOM VONK
5 NIEUWE
SOORTEN KOEKJES
\s
LLTTERKUNDIGE KRONIEK
CYCLOSTYLE-PAPIER
Inkt en Stencils
Vraagt prijsopgaaf
Fa. H. ELZENAAR
Dr. MADAUS Co.
DRUPPELS f 0.G3 POEDERS 0.50
H. M. WATELER-v. DIJK
Hebt U al eens kennis
gemaakt met
VONK'S BEROEMDE
BANKETKOEKJES?
NsemtU eens onze bekende
In vier smaken
Nougatine Mokka
Marasquin Sinaasappel
75 cent per stuk
Concertgebouw
„DE VALK"
P. GROENHUIZEN
SCHA.TORJE 4
C. DE JAGER
HOEDEN
DROGISTERIJ „DE GAPER"
VACANT
Begin, Roman van Diet Kramer.
Uitgeversmaatschappij Holland.
Amsterdam.
't Was con goede genius, die mij eenige
weken geleden, toen ik het boek van deze
schrijfster zocht, juist het boek van Anna
Kachina „Geef mij een kind", in de han
den speelde, waarvoor Diet Kramer's gees
teskind toen het veld moest ruimen.
Want 't. is eigenaardig, hoe deze Holland
fiche schrijfster dezelfde vragen en proble
men opwerpt als de Russische, zij het dan
ook in eenigszin§ anderen vorm.
Komen ze bij Anna Kachina nog schuch
ter en soms aarzelend naar voren, Diet
Kramer maakt er of een vragen- en ant-
woordenspel van, stoeiend, speelsch en gril
lig, óf zij laat ze als een stortvloed op ons
aankomen, heftig, soms zwaar als een drei
gende orkaan.
En hebben dan al die problemen ons over
spoeld, overmand of overdonderd, zie, dan
vloeien ze als golfjes terug en laten ons
staan, een beetje ontnuchterd, wél opge-
frischt misschien, maar toch óók nog wat
huiverig en verwonderd voor dit „Begin",
dat wij meer voelen als een „Einde", omdat
wij den weg niet zien, die Diet Kramer ons
wil doen inslaan, omdat wij ondanks haar
bewering tóch nog de oplossing van alles,
wat zij overhoop haalt, niet als een lich
tende toekomst voor ons kunnen zien.
IJet kan zijn, dat dit aan ons ligt
Het kan zijn, dat wij niet in de juiste
stemming waren om dit boek in ons te
laten doordringen, waardoor het ons soms
kregelig maakte, en wij het op zij legden,
om het dan weer op te nemen, intuitief
aanvoelend, dat het toch veel goeds moest
bevatten, wat het dan ook doet, en waarom
dit boek zeker recht heeft met volle aan
dacht gelezen en besproken te worden.
Maar, wij hebben er eerst mee moeten
vechten, met dit „Begin".
Feitelijk kan Anna Kachina's boek als
een gevoelig praeludium beschouwd wor
den voor Diet Kramer's „Begin".
Ik schijf met opzet, een „gevoelig prae
ludium", want „Geef mij een kind", is te
beschouwen als een kreet van het hart,
die ons het antwoord op vele vragen schul
dig blijft. En nu komt Diet Kramer, die
ongeveer een zelfde thema behandelt met
baar weloverwogen, in moderne, korte zin
nen gezette boek en geeft slag op slag 'haar
in romanvorm gezette beschouwingen en
ideeën weer over opvoeding, over huwe
lijksopvattingen, over maatschappelijke en
godsdienstige vraagstukken, als een moder
ne, vrouwelijke Rousseau, met Ruth, de
zelfstandig in de maatschappij staande, on
afhankelijke jonge vrouw als hÓQfclpersoon.
Deze Ruth heeft als privé-secretaresse op
een..solide bankkantoor een goed inkomen,
en woont in Amsterdam op een flat samen
met haar vriendin Élsa, een rijke, verwen
de jonge dame, die auto rijdt, bridget,
kunstzinnige vriendinnen en vrienden
heeft, en die, als zij zich verveelt, probeert
tooneel6tukken te schrijven. Diet Kramer
schijft wel dat dit meisje ernstig is, maar
wij hebben het nergens in haar boek kun
nen ontdekken. Ruth is een meisje met
een schijnbaar koel, nuchter en zakelijk
karakter. Zij is de dochter van een wedu
we, die pension houdt en zij helpt zooveel
zij kan finantieel en moreel haar moeder
bij de opvoeding van haar jongere kinde
ren. Deze zijn achtereenvolgens Reindert,
een frisscke boy, Ruth's lievelingsbroer, die
zij met raad en daar bijstaat, en die opge
leid moet worden voor koopvaardijofficier.
Liselotte, het oppervlakkige, ietwat frivole
zusje, die een betrekking in Amsterdam
krijgt en als Dritte im Bunde bij Ruth en
Elsa komt wonen, te midden van de kunst-
zinnige of fuivende vriendenschaar, en dan
Bas en Eefje, de twee jongsten; Bas, die
\ien inzinking krijgt, omdat hij zijn wensen,
vliegenier te worden niet in vervuinr-g ziet
gaan, en die troost en 6teun van zijn oude
re zuster verwacht, en Eeefje, een tooneel-
speelster of schrijfster in den dop.
Ruth zelf heeft een liefdesverhouding
met een student, een zekere Pim, wat op
een mislukking dreigt uit te draaien. De
wijze, waarop de schrijfster den lezer dit
al in den aanvang van haar roman laat
voelen, waar zij tevens de hand legt op de
wonde plek in 't hart van deze kordate,
manhaftige jonge vrouw, doet ons beseffen,
dat hier een talentvolle schrijfster aan 't
woord i6, die op buitengewoon handige wij
ze de juiste personen weet in te leiden, noo-
dig, om haar theorieën to verkondigen, en
die de juiste situaties weet te scheppen om
den aard van dc problemen, die zij op
werpt, aannemelijk te doen zijn.
Die wondcplek in 't hart van Ruth, 't is
het dualisme in haar karakter. En omdat
dit dualisme, (een veel voorkomend tijdver
schijnsel) ook de quintessence vormt van
dit boek, lijkt het mij niet kwaad, een klein
stukje uit den aanvang van dezen roman
te citceren.
„Het ging een goede weekend worden.
Zo schoot vlug in de ruime, lichte voor-
jiarsjas en met de vilten dop nog in de
band, kwam ze voor het raam even af
scheid nemen van de veilige beslotenheid
der stadsgracht.
En dan ineens en waarom juist nu?
zag je weer Pim's oogen, zooals die
haar gisterenavond in de taxi aangezien
haddenover zijn strak, verbeten ge
zicht.
Ze was moe geweest, doodmoe. En zijn
slapheid, zijn onrust kon haar zoo irri-
teeren de laatste tijd. Maar zijn ongewoon-
heftige woorden: „Er is veel waar jij nog
niet aan toe bentwaar je ook nooit
a-an toe ruit komen als je zoo doorgaat.
Het is niet waar, dacht Ruth bezeerd,
er kan me niets ontgaan, er mag me niets
ontgaan. Makkelijk heb ik 't toch ook
niet. Ik ben een dochter, een zuster, een
vriendin zoo goed als ik kan. Ik hou van
m'n werk... ik doe toch niets uit sleur.
Ia het zoo verkeerd, zoo absurd dat ik het
alles neem, zooals hot naar me toekomt,
dat ik van 't leven, van m ij n leven hou?
Ik ervaar toch alles intens? Als Pim be
doelt, dat ik oppervlakkig leef, heeft hij
ongelijk. Ik ben, wat ik in me heb. Ik wil
niet anders cn ik kan niet anders. Ik be
grijp Pim niet, ik kan het in zijn sfeer
niet uithouden. Als dat oppervlakkig is,
zijn wc allemaal oppervlakkig.
Maar ergens was een kleine onrust.
Miste je iets? Vcrlangdo jc naar iets?
liet leven wachtte immers steeds, het
leyen wachtte orn nóg schooner te worden.
Wachtte het vergeefs? er is veel,
waar jij nooit aan toe zult komen
Gleed er iets tusschcn je vingers door?
Ging er iets aan je voorbij dat onbereik
baar was, dat je toch eens missen zou?
Ruth leunde het voorhoofd tegen het
koele glas."
Dit. dualisme, het zich handhaven als
jonge, intellectueel© zelfstandige vrouw
©enerzijds en hei, verilangen naar, kom
laten we het maar ronduit zeggen, naar
de sterke arm anderzijds, is het telkens
terugkcerende thema in Diet Kramers
werk. We bespeuren het bij het vrijwil
lig verlaten van haar goed gesalarieerde
betrekking, omdat zij zich niet door an
dere. dan door eerlijk door haar verrichte
werkzaamheden wil laten bclooncn door
haar jongste chef, wij bespeuren het bij
het verbreken van hare verhouding met
Pim. in wien zij de sterke arm niet vindt.
Eu wij bespeuren hot in haren strijd
tegen een opkomende genegenheid voor
den koopvaardij-officicr Steven, den man
tot wien zij zich door alles heen steeds
aangetrokken voelt, en wien zij tenslotte
strijdensmoe in de armen valt. En dit is
don het „Begin van Ruth's nieuwe leven,
wat verder voor ons verborgen blijft, want
hiermede eindigt dat Begin.
Door dit jonge meisjesleven van Ruth
heen vlechten zich in bonte afwisseling
filmachtig de lotgevallen van Liselotte,
haar vriendin Elsa en do andere personen,
opgeluisterd door feestavondjes met Jazz
muziek, dinertjes, soupertjes, beschrijvin
gen van Amsterdam, mislukte opvoerin
gen van Elsa's tooneelstuk enz.
Liselotte, het mooie, gevierde zusje, dat
door Elsa's vrienden èn Elsa bedorven
dreigt te worden, verlooft zich op 't juisto
moment met een blozond, onschuldig ten-
nisvriendje, Else zoekt haar geluk, verge
telheid óf ondergang, dat hooren wij niet
verder, in een verhouding met een ge
trouwd, gevierd acteur.
Bns, herstelt, zicli, na een mislukte po
ging om zich te verdrinken, waarvan Stein
de koopvaardijofficier hern terughoudt, een
episode, die zich voor altijd in Ruth's her
innering blijft vasthechten, en de vrienden
en vriendinnen, zij gaan hun weg, al naar
hun aard er hen toe drijft.
't Is heel moeilijk, over dit boek een
zuiver omlijnde critiek te geven. Hot komt
ons voor, dat do schrijfster veel van wat
zij zegt wel scherp en duidelijk voor zich
heeft gezien, doch het heeft de diepste ve
zelen harer ziel niet geroerd, waardoor zij
ook niet bij machto was, om te ontroeren.
Daardoor gaat heel haar werk mank aan
hetzelfde gebrek, waarmee zij Ruth, haar
hoofdpersoon, geteekehd heeft, die zooals
zij schrijft, door een masker van onbewo
genheid de roerselen harer ziel bedekt.
Doch zij bedekt ze zóó, dat wij van die
roerselen héél weinig bespeuren, en bijna
geneigd zijn te vragen: Dient dit masker
soms ora een gemis aan roerselen Ic ver
bergen?
Het kan zijn, dat de schrijfster nog te
jong, te onervaren is, om al de problemen,
die velen onzer op het oogenblik bezighou
den of bezielen, volkomen te verwerken.
Maar dan moet zij niet met den grootcn
stroom meeholten, maar liever een onder
werp kiezen, dat haar beter ligt. Want
schrijven kan zij zeker.
Hier heeft zij het ook bereikt, ons to
ontroeren. Ook, waar zij de in c^e maat
schappij werkende, gehuwde vrouw aan
tijgt, die, beveiligd door het huwelijk, dat
kinderloos blijft, het groote inkomen, dat
zij heeft bij dat van haar man kan voegen
cn zoodoende zich auto, zeilboot en wat
niet meer kan aanschaffen, onverschillig,
of zij daardoor aan een gezin, waarvan de
man tevergeefs werk zoekt, het brood ont
houdt. De tegenstelling die zij dan maakt
tusschcn deze vrouw en een arm kantoor
meisje, dat, ongehuwd, een baby verwacht,
en het behouden van dit kind stelt boven
het behouden van haar goede betrekking,
is treffend mooi.
Vele critici hebben deze schrijfster in een
unslig daglicht tegenover Alie Smeding
gesteld, waar het betreft hei beschrijven
van feest- en dansavondjes.
Maar toch heeft Alie C meding, ondanks
haar al te realistische, vulgaire beschrij
vingen de ziel van een gemarteld, tot el
lende gedoemd menschenkind, dat 't
slachtoffer is van dezen tijd, meer begre
pen dan Diet Kramer ons dit wil laten
doen met Ruth's vriendin Elsa, die wjj
eigenlijk alleen een beetje aanstellerig vin
den.
Een heel enkele maal komt zij er boven
uit. Dit is b.v., waar Ruth, het loven be
minnende meisje, dat in een overdaad van
energie zich soms kleine zorgjes wensebt,
cm die te kunnen overwinnen, eindelijk
do groote zorg leert konnen, doordat zij
zonder betrekking komt en moet sollicitee-
ren.
Dén leert zij ook de ellende, én door dié
ellende heen toch dc ware levensmoed ken
nen van zoovele harer medezusteren, arme,
zwoegende schepseltjes, die, ora een eerlijk
stuk brood te verdienen, na haar zware
dagtaak nog werken bij familie om vergoe
ding in de onderhoudskosten to krijgen.
Na de klacht van zoo'n meisje beschreven
te hebben, schrijft zij:
„Zeg nu eens tegen zoo'n kind, dat dit
voor allen en ook voor baar de eerste wet
is: het leven met blijde en open han
den te ontvangen.... Ze zal het met een
storn gezicht langs zich heen laten gaan
en denken aan de zolen en hakken, die de
volgende week onder haar schoenen moe
ten. En tochen tocheen kleine
vechter. Trek dc riem van je jas nog maar
een gaatje dichter om je mager lijf. Doe
nog maar kwiek met je petje op één oor,
boven jc muizensnoetje. Overdag op kan
toor. 's Avonds in het huishouden. En al
les in het fatsoenlijke."
Hier is de schrijfster waarachtig cn mooi,
in tegenstelling tot andere plaatsen in haar
bock.
Want, het lijkt ons toch al te dwaas, dat zij,
al cocktail-mengend en tango-dansend met
een cigarette tusschen dc vingers, tusschcn
schetterend jazzmuziek geestelijke cocktails
te gaan mengen van paedagogische, filo
sofische, ethische, aesthetische en gods
dienstige problemen. Wij vinden hier iels
van heiligschennis in, zoowel wat weten
schap en kunst als godsdienst betrefL
En de criticus, die dit boek heeft ge
noemd oen boek dat van ware godsdienst
getuigenis gaf, heeft alleen in zooverre
gelijk, dat het wel godsdienstige thema's
aanroert. Maar zijn woorden als het Eeuwi
ge, Onzienlijke of Alomtegenwoordige, die
zij herhaaldelijk gebruikt dan voldoende
om getuigenis af te leggen van een diep, in
nig geloof? Dit heb ik nergens gevonden.
Het bock mag dan van godsdienst getuigen,
geloovig is het. niet En w a t is gods
dienst zonder geloof? Het zelfde kunnen wij
zeggen van liet liefdesprobleem, dat hier
behandeld wordt.
Want, zoolang Ruth op de gezellige flat
woont, te midden der jolige, vroolijko ben-
do, kan zij wel de sterke, zelfstandige, vroo
lijko jonge vrouw uithangen.
Doch, zoodra is dc eenzaamheid daar,
gaan de vrienden weg en is zij aan zichzelf
overgegeven, zie, dan grijpt ze al gauw de
haar toegestoken hand van Steven, de koop-
vaardij-officier, die haar de veilige haven
binnenloodst.
Maar van dat eene, innige door alles heen
doorbrekende verlangen naar dat, wat de
vrouw het meest begeert, en waarvan cn
Anna Kachina, én Kitty Josselin de Jong
zoo schoon en ontroerend getuigen in haar
werk, kunnen wij bij Diet Kramer niet veel
bespeuren. Althans zij kan het ons niet
duidelijk maken, al voelt zij het misschien
wel aan.
Wat wij uit het werk van Diet Kramer
hebben begrepen is, dat zij ons verschillende
phasen uit het jonge vrouwen- of meisjes
leven heeft willen teekenen:
Ten eerste: Dc worsteling om zelfstandig
heid.
Ten tweede: De bereikte zelfstandigheid
geeft niet de volle bevrediging.
Ten derde: Teleurstelling hierover doet
de vrouw dc veilige haven invaren van het
huwelijk.
Maar wat wij hierin tevergeefs gezocht
hebben, is de consequentie van den maat-
schappelijken arbeid der vrouw. Wij bedoe
len hiermee dit, dat de vrouw, juist dóór
haar maatschappelijken arbeid in staat kan
zijn, naast vrouw en moeder, ook de sterke
kameraad van den man te zijn, hem in het
gezinsleven steunend zooveel zij kan om
den zoo moeilijken strijd, die tegenwoordig
voor ieder zoo zwaar is, te helpen strijden.
En nu heb ik nog iets op het hart.
Waarom prijst deze schrijfster zonder
eenig verband Royal Mixture-tabak voor
rolsigaretlen aan?
Op dezelfde wijze noemt zij b.v. Marsman
cn Menno Ter Braak, ook zonder eenig ver
band, zonder dat zij ook maar in 't minst
iets in het werk te maken hebben, noch
zijdelings met eenig gegeven in betrekking
staan. Zij heeft toch geen aandeeltjes in
een of andere tabaksonderneming? Of is zij
propagandiste van een of ander literair on
deronsje? 't Heeft er alle schijn van, en
dit moeten wij toch vooral in de literaire
wereld vermijden.
C. M. RITTER—LANDRÊ.
Van do instellingen in ons land, welker
werkzaamheid gericht is op de bevordering
van dc volksgezondheid, kan zeker het
sinds 1920 bestaande Instituut voor Prae
ventieve Geneeskunde als een der belang-
riiksto worden beschouwd. Het doel van dit
instituut, dat het karakter draagt van een
stichting, is, zooals artikel '2 der statuten
't kort omschrijft: bevordering van de stu
die der praeventieve geneeskunde in ge
heel Nederland. De stichting tracht dit doel
te bereiken door dc bestudeering van nieu-
wo vraagstukken der praeventieve genees
kunde, door de toepassing van de wijzen
van voorkómen van ziekten, door het ge
ven van onderwijs cn voorts door al dat
gene, wat voor het doel bevorderlijk kan
zijn.
Do gebouwen, waarin het instituut is ge
huisvest er bevinden zich daar o.m. de
laboratoria, de poliklinieken, do consulta-
tie-buroaux voor moeilijke kinderen, voor
kankeronderzoek en voor alcoholisme be-
inden zich aan dc, Boerhaavostraat 2022
te Leidon; het dagciijksch bestuur bestaat
uit do heeren dr. N. M. Josephus Jitta, voor
zitter van den Gezondheidsraad, voorzitter:
prof. dr. E. Gorter te Leiden, mr. L. Lic-
taert Peerbolte, directeur-generaal van de
Volksgezondheid en prof, dr. S. T. Bok te
Leiden, secretaris. Voorzitter van den Al
gemecncn Raad is mr. A. van de Sande
Bakhuyzcn, Leiden's burgemeester.
Meerdere stoun noodzakelijk.
Waar in de belangen, die het Instituut
dienen wil, onder vele anderen ook diegene
betrokken zijn het onderwijs! welke
mede een zaak van rcgceringszorg uitma
ken, bestaat er uiteraard tusschcn Instituut
en overheid een samenwerkende band.
Maar bovendien hebben naast andere pu-
bliek-rechteüjkc administraties, particulie
ren, groote ondernemingen, levensverzeke
ring-maatschappijen en vele anderen zóó
groot behing bij of interesso voor de toe
passing der praeventieve geneeskunde, dat
ook op steun en hulp uit deze kringen
voor groote organisaties bestaande uit min
of meer vrijwillige bijdragen destijds niet
vergeefs een beroep is gedaan.
Over dezen steun valt de laatste jaren
allerminst to klagen; niettemin acht hot
bestuur van het Instituut, uitbreiding van
zijn werkzaamheden op verschillend gebied,
de praeventieve geneeskunde betreffend, in
hooge mate noodzakelijk. Al deze zaken
zijn echter niet te entameeren bij gebrek
aan voldoende financicele middelen en liet
is daarom dat het bestuur bij monde van
prof. Gorter en prof Bok gaarne door mid
del van do pers een beroep zou willen doen
op het particulier initiatief tot het bijeen
brengen van do gelden, die de uitvoering
van do in plan aanwezige zaken mogelijk
zullen maken.
Om daaruit slechts een greep te doen,
kan vermeld worden dat het plan bestaat
tot bestudcering van het groote vraagstuk
betreffende dc prophylaxis der Engelschc
ziekte, welke vooral in ons klimaat nog
steeds, zij het in lichten zin, veel voorkomt.
Wel is op dit gebied dc wetenschap ver ge
noeg gevorderd om to kunnen zeggen dat
het mogelijk is om bij het kind Engelsche
ziekte te voorkomen; het komt er echter op
aan den vorm te vinden, volgens welke dc
methoden, waarover men beschikt, alge
meen ingevoerd kunnen worden.
In plan is ook aanwezig een onderzoek
omtrent de hoeveelheid ultraviolet licht,
welke in onze streken door de atmosfeer
wordt doorgelaten, teneinde daaruit te kun
nen beoordeolen of extra voorziening met
kunstmatig ultraviolet licht noodzakelijk
is. Daarnevens bestaat het plan om op uit
gebreide schaal te onderzoeken, op welke
wijze men er het beste voor zal kunnen
zorgen dat alle lagen van de bevolking in
voldoende mate van alle vitaminen krijgen.
In dit verband kan als frappant voorbeeld
gemeld worden, dat in de oorlogsjaren in
Denemarken veol blindheid is voorgekomen
omdat men niet bekend was met het feit.
dat bepaalde vitaminen noodzakelijk zijn
om dezen vorm van blindheid te voorkomen
Deze vitaminen komen wel in boter voor,
doch niet in margarine en waar in die jaren
de boter in enorme hoeveelheden nuai
Duitschland werd uitgevoerd en vele Denen
zelf van dit kostelijk voedsel verstoken ble
ven, deden zich bij verschillenden de ge
melde gevallen van blindheid voor
Periodieke keuringen.
Een ander plan, dat het Instituut voor
Praeventievo Geneeskunde gaarne tot uit
voering zou willen brengen, betreft het
langzamerhand ingang doen vinden van
periodieke keuringen, en wel van gezonde
inenschen. Dergelijke keuringen toch kun
nen leiden tot tijdige ontdekking van kleine
afwijkingen of storingen in het organisme,
welker onmiddellijke behandeling in velo
gevallen een ernstige ziekte zal kunnen
voorkomn.
Wat overigens het belangrijkste werk be
treft, dat het Instituut reeds tot uitvoering
heeft kunnen brengen, moge uit het daar
omtrent beschikbare materiaal vermeld
worden dat de stichting overal in het 'and
cursussen organiseert voor artsen, die hun
kennis van bepaalde medische kwesties
gaarne zouden willen verrijken, speciaal
wat den praeventieven kant daarvan aan
gaat. Een dergelijke cursus bestaat uit
vier avonden van twee voordrachten cn
wordt tot nu toe hoofdzakelijk gehouden op
het gebied van tuberculose cn kinderge
neeskunde. Vooral voor min of meer afge
legen streken zijn deze cursussen buitenge
woon aantrekkelijk; Hoorn, Gouda, Deven
ter, Middelburg, Zierikzee en Zeeuwsch
Vlaanderen kunnen daarvan als voorbeelden
gelden. Het Rijk kent hiervoor een sub
sidie toe.
Waar voorts onder leiding van de Inspec
tie voor de Volksgezondheid geregeld in
entineen plaats vinden tegen dipht^rie,
worden door bemiddeling van het Instituut
daarheen telkens studenten in de genees
kunde gedetacheerd, teneinde deze inentin
gen bij 1c wonen en daarbij te assisteer en.
Detachceringen geschieden ook naar con
sultatie-bureaux voor zuigelingen, opdat de
studenten ook met dien kant der genees
kunde, welke op het terrein van de prophy
laxis ligt, bekend worden. Het onderwijs
toch is een belangrijke propaganda-factor
onder de komende medici.
Strijd tegen de griep.
Als een zeer belangrijk en geheel nieuw
feit op het gebied der praeventieve genees
kunde kan vermeld worden, dat dfzer
dagen een studiefonds in het leven is geroe
pen, dat uitsluitend bestemd is om een
door het Instituut aan te wijzen medicus in
staat te stellen, zich gedurende een jaar
geheel te wijden aan een reeks van onder
zoekingen betreffende de prophylaxis van
griep en de daarbij zoo vaak optredende
complicaties.
De gelden voor dit fonds zijn ter bescr.ik
king gesteld door Mevrouw Salomonson te
's-Gravenbage, die haar echtgenoot aan
deze gevreesde ziekte heeft verloren. Stel
slechts dat het mogelijk ware, het griep-
cijfer belangrijk te drukken; welke enorme
bedragen aan geld en hoeveel leed zouden
hierdoor kunnen worden bespaard I
Een dergelijk studiefonds is tot stand ge
komen in samenwerking met de Verceni
ging tot bestrijding van tandbederf, welk
fonds zich zal bezig houden met de studie-
van de factoren, welke tijdens de ontwik
keling van het gebit van belang zijn ora
later optredend tandbederf te vermind'-rer-
of te verhinderen. Voor beide fondsen is
een bedrag beschikbaar, dat gewoonlijk be
steed wordt voor de uitzending van men-
schen onder het Pasteurfonds.
Met nadruk moge er nog op gewezen wor
den, dat het Instituut voor Praeventievo
Geneeskunde geen specifiek Leidsche instel
ling is; het wil de belangen dienen van het
geheele land; de samenstelling van het be
stuur en van den Algemeenen Raad is daar
mede een waarbrg voor. En waar de prae
ventieve geneeskunde naast die van de
overheid, gelijkelijk de belangstelling op-
eischt van bedrijfsleiders en van den enke
ling, hoopt het bestuur van het Instituut
dan ook, dat in de naaste toekomst een
ruime toevloeiing van de zoo noodzakelijk?
gelden en van financieele toezegggingen
niet achterwege xal blijven.
Langestiaat 8i
Teloloon 528
Ueschjes a 10 gr.
DROGISTERIJ.
Apoth. Ass.
Hendr. v. Viandenstr. 30. Tel. 1313.
Telefoon 281
Groote en kleine zalen
disponibel
voor feesten, pariijen enz.
,5W5P*e*-
336
BANKETBAKKER en KOKj'
AMERSFOORTS
IANGESTRAAT 19
ONTVANGEN 0E
NIEUWE COLLECTIE
DAMESKAPSALON
Tel. 435
Ulrechtscheweg 77
Vakkundige en
aangename bediening
JULÏANAPLEIN 4. TELEFOON 635
NAAST APOTHEEK HAAN
In voorraad:
Devco-Occnlta Spatader- en Stoun-
kousen zonder gummi en
Lasticflor elastieken kousen met
gummi. Pracht kousen, welke aan
alle verwachtinnen voldoen pei paar
18.75.