Voor praeventieve geneeskunde HCMCEOPATüiSCHEMiDDELEN CREMEGEBAK LUNCHROOM VONK 5 NIEUWE SOORTEN KOEKJES \s LLTTERKUNDIGE KRONIEK CYCLOSTYLE-PAPIER Inkt en Stencils Vraagt prijsopgaaf Fa. H. ELZENAAR Dr. MADAUS Co. DRUPPELS f 0.G3 POEDERS 0.50 H. M. WATELER-v. DIJK Hebt U al eens kennis gemaakt met VONK'S BEROEMDE BANKETKOEKJES? NsemtU eens onze bekende In vier smaken Nougatine Mokka Marasquin Sinaasappel 75 cent per stuk Concertgebouw „DE VALK" P. GROENHUIZEN SCHA.TORJE 4 C. DE JAGER HOEDEN DROGISTERIJ „DE GAPER" VACANT Begin, Roman van Diet Kramer. Uitgeversmaatschappij Holland. Amsterdam. 't Was con goede genius, die mij eenige weken geleden, toen ik het boek van deze schrijfster zocht, juist het boek van Anna Kachina „Geef mij een kind", in de han den speelde, waarvoor Diet Kramer's gees teskind toen het veld moest ruimen. Want 't. is eigenaardig, hoe deze Holland fiche schrijfster dezelfde vragen en proble men opwerpt als de Russische, zij het dan ook in eenigszin§ anderen vorm. Komen ze bij Anna Kachina nog schuch ter en soms aarzelend naar voren, Diet Kramer maakt er of een vragen- en ant- woordenspel van, stoeiend, speelsch en gril lig, óf zij laat ze als een stortvloed op ons aankomen, heftig, soms zwaar als een drei gende orkaan. En hebben dan al die problemen ons over spoeld, overmand of overdonderd, zie, dan vloeien ze als golfjes terug en laten ons staan, een beetje ontnuchterd, wél opge- frischt misschien, maar toch óók nog wat huiverig en verwonderd voor dit „Begin", dat wij meer voelen als een „Einde", omdat wij den weg niet zien, die Diet Kramer ons wil doen inslaan, omdat wij ondanks haar bewering tóch nog de oplossing van alles, wat zij overhoop haalt, niet als een lich tende toekomst voor ons kunnen zien. IJet kan zijn, dat dit aan ons ligt Het kan zijn, dat wij niet in de juiste stemming waren om dit boek in ons te laten doordringen, waardoor het ons soms kregelig maakte, en wij het op zij legden, om het dan weer op te nemen, intuitief aanvoelend, dat het toch veel goeds moest bevatten, wat het dan ook doet, en waarom dit boek zeker recht heeft met volle aan dacht gelezen en besproken te worden. Maar, wij hebben er eerst mee moeten vechten, met dit „Begin". Feitelijk kan Anna Kachina's boek als een gevoelig praeludium beschouwd wor den voor Diet Kramer's „Begin". Ik schijf met opzet, een „gevoelig prae ludium", want „Geef mij een kind", is te beschouwen als een kreet van het hart, die ons het antwoord op vele vragen schul dig blijft. En nu komt Diet Kramer, die ongeveer een zelfde thema behandelt met baar weloverwogen, in moderne, korte zin nen gezette boek en geeft slag op slag 'haar in romanvorm gezette beschouwingen en ideeën weer over opvoeding, over huwe lijksopvattingen, over maatschappelijke en godsdienstige vraagstukken, als een moder ne, vrouwelijke Rousseau, met Ruth, de zelfstandig in de maatschappij staande, on afhankelijke jonge vrouw als hÓQfclpersoon. Deze Ruth heeft als privé-secretaresse op een..solide bankkantoor een goed inkomen, en woont in Amsterdam op een flat samen met haar vriendin Élsa, een rijke, verwen de jonge dame, die auto rijdt, bridget, kunstzinnige vriendinnen en vrienden heeft, en die, als zij zich verveelt, probeert tooneel6tukken te schrijven. Diet Kramer schijft wel dat dit meisje ernstig is, maar wij hebben het nergens in haar boek kun nen ontdekken. Ruth is een meisje met een schijnbaar koel, nuchter en zakelijk karakter. Zij is de dochter van een wedu we, die pension houdt en zij helpt zooveel zij kan finantieel en moreel haar moeder bij de opvoeding van haar jongere kinde ren. Deze zijn achtereenvolgens Reindert, een frisscke boy, Ruth's lievelingsbroer, die zij met raad en daar bijstaat, en die opge leid moet worden voor koopvaardijofficier. Liselotte, het oppervlakkige, ietwat frivole zusje, die een betrekking in Amsterdam krijgt en als Dritte im Bunde bij Ruth en Elsa komt wonen, te midden van de kunst- zinnige of fuivende vriendenschaar, en dan Bas en Eefje, de twee jongsten; Bas, die \ien inzinking krijgt, omdat hij zijn wensen, vliegenier te worden niet in vervuinr-g ziet gaan, en die troost en 6teun van zijn oude re zuster verwacht, en Eeefje, een tooneel- speelster of schrijfster in den dop. Ruth zelf heeft een liefdesverhouding met een student, een zekere Pim, wat op een mislukking dreigt uit te draaien. De wijze, waarop de schrijfster den lezer dit al in den aanvang van haar roman laat voelen, waar zij tevens de hand legt op de wonde plek in 't hart van deze kordate, manhaftige jonge vrouw, doet ons beseffen, dat hier een talentvolle schrijfster aan 't woord i6, die op buitengewoon handige wij ze de juiste personen weet in te leiden, noo- dig, om haar theorieën to verkondigen, en die de juiste situaties weet te scheppen om den aard van dc problemen, die zij op werpt, aannemelijk te doen zijn. Die wondcplek in 't hart van Ruth, 't is het dualisme in haar karakter. En omdat dit dualisme, (een veel voorkomend tijdver schijnsel) ook de quintessence vormt van dit boek, lijkt het mij niet kwaad, een klein stukje uit den aanvang van dezen roman te citceren. „Het ging een goede weekend worden. Zo schoot vlug in de ruime, lichte voor- jiarsjas en met de vilten dop nog in de band, kwam ze voor het raam even af scheid nemen van de veilige beslotenheid der stadsgracht. En dan ineens en waarom juist nu? zag je weer Pim's oogen, zooals die haar gisterenavond in de taxi aangezien haddenover zijn strak, verbeten ge zicht. Ze was moe geweest, doodmoe. En zijn slapheid, zijn onrust kon haar zoo irri- teeren de laatste tijd. Maar zijn ongewoon- heftige woorden: „Er is veel waar jij nog niet aan toe bentwaar je ook nooit a-an toe ruit komen als je zoo doorgaat. Het is niet waar, dacht Ruth bezeerd, er kan me niets ontgaan, er mag me niets ontgaan. Makkelijk heb ik 't toch ook niet. Ik ben een dochter, een zuster, een vriendin zoo goed als ik kan. Ik hou van m'n werk... ik doe toch niets uit sleur. Ia het zoo verkeerd, zoo absurd dat ik het alles neem, zooals hot naar me toekomt, dat ik van 't leven, van m ij n leven hou? Ik ervaar toch alles intens? Als Pim be doelt, dat ik oppervlakkig leef, heeft hij ongelijk. Ik ben, wat ik in me heb. Ik wil niet anders cn ik kan niet anders. Ik be grijp Pim niet, ik kan het in zijn sfeer niet uithouden. Als dat oppervlakkig is, zijn wc allemaal oppervlakkig. Maar ergens was een kleine onrust. Miste je iets? Vcrlangdo jc naar iets? liet leven wachtte immers steeds, het leyen wachtte orn nóg schooner te worden. Wachtte het vergeefs? er is veel, waar jij nooit aan toe zult komen Gleed er iets tusschcn je vingers door? Ging er iets aan je voorbij dat onbereik baar was, dat je toch eens missen zou? Ruth leunde het voorhoofd tegen het koele glas." Dit. dualisme, het zich handhaven als jonge, intellectueel© zelfstandige vrouw ©enerzijds en hei, verilangen naar, kom laten we het maar ronduit zeggen, naar de sterke arm anderzijds, is het telkens terugkcerende thema in Diet Kramers werk. We bespeuren het bij het vrijwil lig verlaten van haar goed gesalarieerde betrekking, omdat zij zich niet door an dere. dan door eerlijk door haar verrichte werkzaamheden wil laten bclooncn door haar jongste chef, wij bespeuren het bij het verbreken van hare verhouding met Pim. in wien zij de sterke arm niet vindt. Eu wij bespeuren hot in haren strijd tegen een opkomende genegenheid voor den koopvaardij-officicr Steven, den man tot wien zij zich door alles heen steeds aangetrokken voelt, en wien zij tenslotte strijdensmoe in de armen valt. En dit is don het „Begin van Ruth's nieuwe leven, wat verder voor ons verborgen blijft, want hiermede eindigt dat Begin. Door dit jonge meisjesleven van Ruth heen vlechten zich in bonte afwisseling filmachtig de lotgevallen van Liselotte, haar vriendin Elsa en do andere personen, opgeluisterd door feestavondjes met Jazz muziek, dinertjes, soupertjes, beschrijvin gen van Amsterdam, mislukte opvoerin gen van Elsa's tooneelstuk enz. Liselotte, het mooie, gevierde zusje, dat door Elsa's vrienden èn Elsa bedorven dreigt te worden, verlooft zich op 't juisto moment met een blozond, onschuldig ten- nisvriendje, Else zoekt haar geluk, verge telheid óf ondergang, dat hooren wij niet verder, in een verhouding met een ge trouwd, gevierd acteur. Bns, herstelt, zicli, na een mislukte po ging om zich te verdrinken, waarvan Stein de koopvaardijofficier hern terughoudt, een episode, die zich voor altijd in Ruth's her innering blijft vasthechten, en de vrienden en vriendinnen, zij gaan hun weg, al naar hun aard er hen toe drijft. 't Is heel moeilijk, over dit boek een zuiver omlijnde critiek te geven. Hot komt ons voor, dat do schrijfster veel van wat zij zegt wel scherp en duidelijk voor zich heeft gezien, doch het heeft de diepste ve zelen harer ziel niet geroerd, waardoor zij ook niet bij machto was, om te ontroeren. Daardoor gaat heel haar werk mank aan hetzelfde gebrek, waarmee zij Ruth, haar hoofdpersoon, geteekehd heeft, die zooals zij schrijft, door een masker van onbewo genheid de roerselen harer ziel bedekt. Doch zij bedekt ze zóó, dat wij van die roerselen héél weinig bespeuren, en bijna geneigd zijn te vragen: Dient dit masker soms ora een gemis aan roerselen Ic ver bergen? Het kan zijn, dat de schrijfster nog te jong, te onervaren is, om al de problemen, die velen onzer op het oogenblik bezighou den of bezielen, volkomen te verwerken. Maar dan moet zij niet met den grootcn stroom meeholten, maar liever een onder werp kiezen, dat haar beter ligt. Want schrijven kan zij zeker. Hier heeft zij het ook bereikt, ons to ontroeren. Ook, waar zij de in c^e maat schappij werkende, gehuwde vrouw aan tijgt, die, beveiligd door het huwelijk, dat kinderloos blijft, het groote inkomen, dat zij heeft bij dat van haar man kan voegen cn zoodoende zich auto, zeilboot en wat niet meer kan aanschaffen, onverschillig, of zij daardoor aan een gezin, waarvan de man tevergeefs werk zoekt, het brood ont houdt. De tegenstelling die zij dan maakt tusschcn deze vrouw en een arm kantoor meisje, dat, ongehuwd, een baby verwacht, en het behouden van dit kind stelt boven het behouden van haar goede betrekking, is treffend mooi. Vele critici hebben deze schrijfster in een unslig daglicht tegenover Alie Smeding gesteld, waar het betreft hei beschrijven van feest- en dansavondjes. Maar toch heeft Alie C meding, ondanks haar al te realistische, vulgaire beschrij vingen de ziel van een gemarteld, tot el lende gedoemd menschenkind, dat 't slachtoffer is van dezen tijd, meer begre pen dan Diet Kramer ons dit wil laten doen met Ruth's vriendin Elsa, die wjj eigenlijk alleen een beetje aanstellerig vin den. Een heel enkele maal komt zij er boven uit. Dit is b.v., waar Ruth, het loven be minnende meisje, dat in een overdaad van energie zich soms kleine zorgjes wensebt, cm die te kunnen overwinnen, eindelijk do groote zorg leert konnen, doordat zij zonder betrekking komt en moet sollicitee- ren. Dén leert zij ook de ellende, én door dié ellende heen toch dc ware levensmoed ken nen van zoovele harer medezusteren, arme, zwoegende schepseltjes, die, ora een eerlijk stuk brood te verdienen, na haar zware dagtaak nog werken bij familie om vergoe ding in de onderhoudskosten to krijgen. Na de klacht van zoo'n meisje beschreven te hebben, schrijft zij: „Zeg nu eens tegen zoo'n kind, dat dit voor allen en ook voor baar de eerste wet is: het leven met blijde en open han den te ontvangen.... Ze zal het met een storn gezicht langs zich heen laten gaan en denken aan de zolen en hakken, die de volgende week onder haar schoenen moe ten. En tochen tocheen kleine vechter. Trek dc riem van je jas nog maar een gaatje dichter om je mager lijf. Doe nog maar kwiek met je petje op één oor, boven jc muizensnoetje. Overdag op kan toor. 's Avonds in het huishouden. En al les in het fatsoenlijke." Hier is de schrijfster waarachtig cn mooi, in tegenstelling tot andere plaatsen in haar bock. Want, het lijkt ons toch al te dwaas, dat zij, al cocktail-mengend en tango-dansend met een cigarette tusschen dc vingers, tusschcn schetterend jazzmuziek geestelijke cocktails te gaan mengen van paedagogische, filo sofische, ethische, aesthetische en gods dienstige problemen. Wij vinden hier iels van heiligschennis in, zoowel wat weten schap en kunst als godsdienst betrefL En de criticus, die dit boek heeft ge noemd oen boek dat van ware godsdienst getuigenis gaf, heeft alleen in zooverre gelijk, dat het wel godsdienstige thema's aanroert. Maar zijn woorden als het Eeuwi ge, Onzienlijke of Alomtegenwoordige, die zij herhaaldelijk gebruikt dan voldoende om getuigenis af te leggen van een diep, in nig geloof? Dit heb ik nergens gevonden. Het bock mag dan van godsdienst getuigen, geloovig is het. niet En w a t is gods dienst zonder geloof? Het zelfde kunnen wij zeggen van liet liefdesprobleem, dat hier behandeld wordt. Want, zoolang Ruth op de gezellige flat woont, te midden der jolige, vroolijko ben- do, kan zij wel de sterke, zelfstandige, vroo lijko jonge vrouw uithangen. Doch, zoodra is dc eenzaamheid daar, gaan de vrienden weg en is zij aan zichzelf overgegeven, zie, dan grijpt ze al gauw de haar toegestoken hand van Steven, de koop- vaardij-officier, die haar de veilige haven binnenloodst. Maar van dat eene, innige door alles heen doorbrekende verlangen naar dat, wat de vrouw het meest begeert, en waarvan cn Anna Kachina, én Kitty Josselin de Jong zoo schoon en ontroerend getuigen in haar werk, kunnen wij bij Diet Kramer niet veel bespeuren. Althans zij kan het ons niet duidelijk maken, al voelt zij het misschien wel aan. Wat wij uit het werk van Diet Kramer hebben begrepen is, dat zij ons verschillende phasen uit het jonge vrouwen- of meisjes leven heeft willen teekenen: Ten eerste: Dc worsteling om zelfstandig heid. Ten tweede: De bereikte zelfstandigheid geeft niet de volle bevrediging. Ten derde: Teleurstelling hierover doet de vrouw dc veilige haven invaren van het huwelijk. Maar wat wij hierin tevergeefs gezocht hebben, is de consequentie van den maat- schappelijken arbeid der vrouw. Wij bedoe len hiermee dit, dat de vrouw, juist dóór haar maatschappelijken arbeid in staat kan zijn, naast vrouw en moeder, ook de sterke kameraad van den man te zijn, hem in het gezinsleven steunend zooveel zij kan om den zoo moeilijken strijd, die tegenwoordig voor ieder zoo zwaar is, te helpen strijden. En nu heb ik nog iets op het hart. Waarom prijst deze schrijfster zonder eenig verband Royal Mixture-tabak voor rolsigaretlen aan? Op dezelfde wijze noemt zij b.v. Marsman cn Menno Ter Braak, ook zonder eenig ver band, zonder dat zij ook maar in 't minst iets in het werk te maken hebben, noch zijdelings met eenig gegeven in betrekking staan. Zij heeft toch geen aandeeltjes in een of andere tabaksonderneming? Of is zij propagandiste van een of ander literair on deronsje? 't Heeft er alle schijn van, en dit moeten wij toch vooral in de literaire wereld vermijden. C. M. RITTER—LANDRÊ. Van do instellingen in ons land, welker werkzaamheid gericht is op de bevordering van dc volksgezondheid, kan zeker het sinds 1920 bestaande Instituut voor Prae ventieve Geneeskunde als een der belang- riiksto worden beschouwd. Het doel van dit instituut, dat het karakter draagt van een stichting, is, zooals artikel '2 der statuten 't kort omschrijft: bevordering van de stu die der praeventieve geneeskunde in ge heel Nederland. De stichting tracht dit doel te bereiken door dc bestudeering van nieu- wo vraagstukken der praeventieve genees kunde, door de toepassing van de wijzen van voorkómen van ziekten, door het ge ven van onderwijs cn voorts door al dat gene, wat voor het doel bevorderlijk kan zijn. Do gebouwen, waarin het instituut is ge huisvest er bevinden zich daar o.m. de laboratoria, de poliklinieken, do consulta- tie-buroaux voor moeilijke kinderen, voor kankeronderzoek en voor alcoholisme be- inden zich aan dc, Boerhaavostraat 2022 te Leidon; het dagciijksch bestuur bestaat uit do heeren dr. N. M. Josephus Jitta, voor zitter van den Gezondheidsraad, voorzitter: prof. dr. E. Gorter te Leiden, mr. L. Lic- taert Peerbolte, directeur-generaal van de Volksgezondheid en prof, dr. S. T. Bok te Leiden, secretaris. Voorzitter van den Al gemecncn Raad is mr. A. van de Sande Bakhuyzcn, Leiden's burgemeester. Meerdere stoun noodzakelijk. Waar in de belangen, die het Instituut dienen wil, onder vele anderen ook diegene betrokken zijn het onderwijs! welke mede een zaak van rcgceringszorg uitma ken, bestaat er uiteraard tusschcn Instituut en overheid een samenwerkende band. Maar bovendien hebben naast andere pu- bliek-rechteüjkc administraties, particulie ren, groote ondernemingen, levensverzeke ring-maatschappijen en vele anderen zóó groot behing bij of interesso voor de toe passing der praeventieve geneeskunde, dat ook op steun en hulp uit deze kringen voor groote organisaties bestaande uit min of meer vrijwillige bijdragen destijds niet vergeefs een beroep is gedaan. Over dezen steun valt de laatste jaren allerminst to klagen; niettemin acht hot bestuur van het Instituut, uitbreiding van zijn werkzaamheden op verschillend gebied, de praeventieve geneeskunde betreffend, in hooge mate noodzakelijk. Al deze zaken zijn echter niet te entameeren bij gebrek aan voldoende financicele middelen en liet is daarom dat het bestuur bij monde van prof. Gorter en prof Bok gaarne door mid del van do pers een beroep zou willen doen op het particulier initiatief tot het bijeen brengen van do gelden, die de uitvoering van do in plan aanwezige zaken mogelijk zullen maken. Om daaruit slechts een greep te doen, kan vermeld worden dat het plan bestaat tot bestudcering van het groote vraagstuk betreffende dc prophylaxis der Engelschc ziekte, welke vooral in ons klimaat nog steeds, zij het in lichten zin, veel voorkomt. Wel is op dit gebied dc wetenschap ver ge noeg gevorderd om to kunnen zeggen dat het mogelijk is om bij het kind Engelsche ziekte te voorkomen; het komt er echter op aan den vorm te vinden, volgens welke dc methoden, waarover men beschikt, alge meen ingevoerd kunnen worden. In plan is ook aanwezig een onderzoek omtrent de hoeveelheid ultraviolet licht, welke in onze streken door de atmosfeer wordt doorgelaten, teneinde daaruit te kun nen beoordeolen of extra voorziening met kunstmatig ultraviolet licht noodzakelijk is. Daarnevens bestaat het plan om op uit gebreide schaal te onderzoeken, op welke wijze men er het beste voor zal kunnen zorgen dat alle lagen van de bevolking in voldoende mate van alle vitaminen krijgen. In dit verband kan als frappant voorbeeld gemeld worden, dat in de oorlogsjaren in Denemarken veol blindheid is voorgekomen omdat men niet bekend was met het feit. dat bepaalde vitaminen noodzakelijk zijn om dezen vorm van blindheid te voorkomen Deze vitaminen komen wel in boter voor, doch niet in margarine en waar in die jaren de boter in enorme hoeveelheden nuai Duitschland werd uitgevoerd en vele Denen zelf van dit kostelijk voedsel verstoken ble ven, deden zich bij verschillenden de ge melde gevallen van blindheid voor Periodieke keuringen. Een ander plan, dat het Instituut voor Praeventievo Geneeskunde gaarne tot uit voering zou willen brengen, betreft het langzamerhand ingang doen vinden van periodieke keuringen, en wel van gezonde inenschen. Dergelijke keuringen toch kun nen leiden tot tijdige ontdekking van kleine afwijkingen of storingen in het organisme, welker onmiddellijke behandeling in velo gevallen een ernstige ziekte zal kunnen voorkomn. Wat overigens het belangrijkste werk be treft, dat het Instituut reeds tot uitvoering heeft kunnen brengen, moge uit het daar omtrent beschikbare materiaal vermeld worden dat de stichting overal in het 'and cursussen organiseert voor artsen, die hun kennis van bepaalde medische kwesties gaarne zouden willen verrijken, speciaal wat den praeventieven kant daarvan aan gaat. Een dergelijke cursus bestaat uit vier avonden van twee voordrachten cn wordt tot nu toe hoofdzakelijk gehouden op het gebied van tuberculose cn kinderge neeskunde. Vooral voor min of meer afge legen streken zijn deze cursussen buitenge woon aantrekkelijk; Hoorn, Gouda, Deven ter, Middelburg, Zierikzee en Zeeuwsch Vlaanderen kunnen daarvan als voorbeelden gelden. Het Rijk kent hiervoor een sub sidie toe. Waar voorts onder leiding van de Inspec tie voor de Volksgezondheid geregeld in entineen plaats vinden tegen dipht^rie, worden door bemiddeling van het Instituut daarheen telkens studenten in de genees kunde gedetacheerd, teneinde deze inentin gen bij 1c wonen en daarbij te assisteer en. Detachceringen geschieden ook naar con sultatie-bureaux voor zuigelingen, opdat de studenten ook met dien kant der genees kunde, welke op het terrein van de prophy laxis ligt, bekend worden. Het onderwijs toch is een belangrijke propaganda-factor onder de komende medici. Strijd tegen de griep. Als een zeer belangrijk en geheel nieuw feit op het gebied der praeventieve genees kunde kan vermeld worden, dat dfzer dagen een studiefonds in het leven is geroe pen, dat uitsluitend bestemd is om een door het Instituut aan te wijzen medicus in staat te stellen, zich gedurende een jaar geheel te wijden aan een reeks van onder zoekingen betreffende de prophylaxis van griep en de daarbij zoo vaak optredende complicaties. De gelden voor dit fonds zijn ter bescr.ik king gesteld door Mevrouw Salomonson te 's-Gravenbage, die haar echtgenoot aan deze gevreesde ziekte heeft verloren. Stel slechts dat het mogelijk ware, het griep- cijfer belangrijk te drukken; welke enorme bedragen aan geld en hoeveel leed zouden hierdoor kunnen worden bespaard I Een dergelijk studiefonds is tot stand ge komen in samenwerking met de Verceni ging tot bestrijding van tandbederf, welk fonds zich zal bezig houden met de studie- van de factoren, welke tijdens de ontwik keling van het gebit van belang zijn ora later optredend tandbederf te vermind'-rer- of te verhinderen. Voor beide fondsen is een bedrag beschikbaar, dat gewoonlijk be steed wordt voor de uitzending van men- schen onder het Pasteurfonds. Met nadruk moge er nog op gewezen wor den, dat het Instituut voor Praeventievo Geneeskunde geen specifiek Leidsche instel ling is; het wil de belangen dienen van het geheele land; de samenstelling van het be stuur en van den Algemeenen Raad is daar mede een waarbrg voor. En waar de prae ventieve geneeskunde naast die van de overheid, gelijkelijk de belangstelling op- eischt van bedrijfsleiders en van den enke ling, hoopt het bestuur van het Instituut dan ook, dat in de naaste toekomst een ruime toevloeiing van de zoo noodzakelijk? gelden en van financieele toezegggingen niet achterwege xal blijven. Langestiaat 8i Teloloon 528 Ueschjes a 10 gr. DROGISTERIJ. Apoth. Ass. Hendr. v. Viandenstr. 30. Tel. 1313. Telefoon 281 Groote en kleine zalen disponibel voor feesten, pariijen enz. ,5W5P*e*- 336 BANKETBAKKER en KOKj' AMERSFOORTS IANGESTRAAT 19 ONTVANGEN 0E NIEUWE COLLECTIE DAMESKAPSALON Tel. 435 Ulrechtscheweg 77 Vakkundige en aangename bediening JULÏANAPLEIN 4. TELEFOON 635 NAAST APOTHEEK HAAN In voorraad: Devco-Occnlta Spatader- en Stoun- kousen zonder gummi en Lasticflor elastieken kousen met gummi. Pracht kousen, welke aan alle verwachtinnen voldoen pei paar 18.75.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 14