AMERSFOORTSCH DAGBLAD
Dinsdag 21 Februari 1933
31e Jaargang No. 201
TWEEDE BLAD
TWEEDE KAMER BIJEEN
ERNSTIG AUTO-ONGELUK
MET DOCDELIJK GEVOLG
UIT BE STAATSCOURANT
„ONS BELANG" EN DE
MUITERIJ IN INDIË
Onze Postvliegers
onderweg
De roode Vulpenhouder
-./tók
Zitting van 20 Februari.
De voorzitter deelt mede, dat dc regee
ring voornemens is een witboek te doen
verschijnen betreffende de gebeurtenissen
in Indiè.
De lieer K o r t e n li o r s t vraagt verlof
de regeering te interpelleeren over de on-
derhandclingen niet Duitschland, en de ver
hooging der invoerrechten op groenten,
I kaas en eieren.
i Hierover zal nader worden beslist.
Do V o o r z i 11 c r stelt voor dc interpel
latie Albarda over dc Zeven Provinciën toe
tc staan en deze te doen houden op een na
der te bepalen dag.
De heer Albarda stelt voor de inter
pellatie tc houden na die van den heer
Knottenbelt. Na eenig debat stelt spr. na
der voor zijn interpellatie tc houden na de
Surinaamsche begrooting. Dit voorstel
wordt verworpen met 50 tegen 23 stemmen.
I Voor stemmen de soc. democraten en de
communisten.
Het voorstel van den voorzitter wordt
z.h.st. aangenomen.
Dc Voorzitter acht de interpellatie
de Visser over dc Zeven Provinciën, thans
overbodig en stelt voor deze niet toe tc
staan.
Dc heer de Visser betoogt, dat zijn
interpellatie de voorkeur had.
Het voorstel van den voorzitter wordt
aangenomen met 69 tegen 3 stemmen. (Flo-
ris Vos en de communisten).
Aan de ordo is de interpellatie-Knotten
belt i.z. de kamerontbinding, en de ver
houding tusschcn regeering en Kamer
daardoor ontstaan.
De heer Knottenbelt betoogt, dat er
geen enkel symptoon is geweest, dat de
Kamer in het algemeen dc reegering in
haar bezuinigingsplannen niet heeft ge
volgd. Zij had den minister van justitie
kunnen laten vallen.
Spr. betoogt dat dc oude Kamer nog be
langrijk werk had kunnen doen. Verbijste
rend is het dat de regeering ook het ont
werp wecldcbelastingwet nog wenscht af tc
doen. Spr. vraagt dc regeering of dc ver
dere samenwerking met de Kamer niet
wordt bemoeilijkt. De thans door de regee
ring geschapen figuur is een staatsrechter
lijke dwaling.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
fcegt dat db economische omstandigheden
hun stempel op dit kabinet hebben ge
drukt Uit het votum der Kamer over de
motie-Boon is dc regeering gebleken, dat ze
niet steeds op de medewerking der Kamer
kan rekenen. Vandaar spr.'s advies aan de
Koningin. Dc omstandigheden eischcn dat
de wetgever elk oogenblik paraat is en
blijft.
In het ontstane conflict mocht de regee
ring niet toegeven. Spreker hoopt dat de
Kamer zal medewerken aan cenige onder
werpen welke in het algemeen landsbelang
moeten worden afgehandeld.
De heer Knottenbelt (lib.) repliceert.
De heer Merchant (V.D.) is van oor
deel dat de motiveering der ontbinding niet
overeenkomt met de werkelijkheid. Alge
meen is de overtuiging dat de teugels van
het bewind niet in goede handen zijn. Spr
acht vervanging van dit kabinet gewenscht.
De heer Albarda (S.D.) zegt dat het
ontbindingsbesluit, van alle zijdon bezien,
een dwaasheid is. Het is in strijd met art.
73 der Grondwet.
De heer Snoeck II enkemans (C.H
wenscht de motiveering van het advies aan
de Koningin niet te critiseeren, nu dit kabi
net blijkbaar een parlementaire regeering
mogelijk acht.
De heer W ij n k o o p (comm.) betoogt dat
'dc ontbinding weer gericht is tegen de mas
sa des volks. De regeering wil van haar
verantwoordelijkheid voor het gebeurde
met „De Zeven Provinciën" af.
Spreker dient een motie van wantrouwen
jegens dc regering in; zo wordt niet vol
doende ondersteund.
Dc heer Zandt (Staatk. Gcr.) komt op
tegen elke coalitic-regcering.
De heer Aalbcrsc (R.K.) betoogt dat
dc regeering niet heeft gehandeld in strijd
met art. 73 der Grondwet. Deze ontbinding
der Kamer is wel geen gewone figuur doch
door dc omstandigheden geoorloofd.
Dc heer Bcumer (A.R.) is het hiermede
eens.
De M i n i st e r dupliceert. Dc regeering
mocht niet den schijn wekken, voor moei
lijkheden, het gezag betreffende, uit den
weg te gaan.
Na eenig vorder debat tusschen den heer
Knottenbelt en den Minister werd
de interpellatie gesloten.
Baron J. P. van Heeckeren van
Molecate uit Wassenaar
het slachtoffer
Moergestel, 20 Febr. Vanmiddag te
omstreeks drie uur heeft op den Tilburg
sclien Weg onder deze gemeente een ern
stig auto-ongeluk plaats gehad. Een luxe
auto, bestuurd door baron .1. P. van lleec
keren van Molecate uit Wassenaar, ko
mende uit do richting Tilburg, wilde een
vrachtwagen van dc Herofabriekcn tc Bre
da op dezen weg voorbijrijden. Waarschijn
lijk is de luxe wagen geslipt, waardoor het
achtergedeelte met het linkervoorwiel van
de vrachtauto in aanraking kwam. Beide
voertuigen maakten daarop een zwenking
naar rechts en kwamen gedeeltelijk in een
langs den weg loopende sloot terecht. De
luxe wagen, een twoseatcr, geraakte be
klemd tusschen de vrachtauto en een boom
en werd geheel ingedrukt. Dc bestuurder
was op slag dood. Dc chauffeur van de
vrachtauto bleef ongedeerd. Om het slacht
offer te bevrijden heeft men den boom,
waarlegen de auto was opgebotst, moeten
afzagen.
Baron van Heeckeren van Molecate was
inspecteur van dc Nederlandsche Zuivel
Centrale. Hij was gehuwd.
De vrachtauto werd ernstig beschadigd.
Bij K. B. is aan den reserve ecrste-luite-
nant E. J. Gratama van liet 13c regiment
infanterie een eervol ontslag als zoodanig
verleend uit den militairen dienst.
Bij K. B. i9 benoemd tot reserve-paarden
arts der tweede klasse de veearts R.
Lunsche.
I3ij Kon. Besluit is onderscheidenlijk tc
rekenen van 5 en 11 Januari 1933 eervol
ontslag verleend als adjunct-commies bij de
Rijksverzekeringsbank aan Mevrouw M. C.
Ticman—Fercken en Mevrouw C. W. E. van
der HeijdenWijnsma de Boer;
is toegekend de aan de Orde van Oranje-
Nassau verbonden eere-medaille, in goud
aan: G. Jarigsma, administialeur bij de
Erven van Reede te Tiel en de bronzen me
daille dier orde aan Chr. de Kleijn, letter
zetter te Tiel en aan mej. Th. W. M. Busch,
dienstbode bij baronesse van Oldeneel te
Waal re.
ONVERKOOPBARE GROENTEN.
Men meldt uit Broek op Langendijk:
De vorige weck zijn aan de veilingen in
het Langendijker tuinbouwdistrict niet min
der dan 100 spoorwegwagons kool van
10.000 k.g. aangevoerd, welke onverkoopbaar
waren en als veevoeder zijn gebruikt, voor
zoover ze niet door het Leger des Heils zijn
afgenomen.
,.Voor deze daad kan geen
verschooning zijn
Wij lezen in het Alg. Militair Weekblad
(het orgaan van Ons Belang):
Dc schokkende gebeurtenissen welke bij
onze Marine in Nedcrlandsch Indië plaats
vonden en die zich ontwikkelden tot het
voor ons land en volk dramatisch gebeuren
op „Dc Zeven Provinciën", hebben, begrij
pelijkerwijze, ook in onzen kring diepe ont
roering gewekt. Een ontroering, dio zich
uitte in verontwaardiging en onvoorwaar
delijke afkeuring van een daad, vijandig
tegen den Staat, tegen het wettig gezag. Een
daad. ondenkbaar en onbestaanbaar voor
den goeden cn eerlijken militair, die boven
dien geheel vrijwillig dienst heeft genomen
in de Weermacht - ad us als waker en
verdediger voor dc eer cn veiligheid van
het Vaderland. Maar in plaats van dien
éérsten plicht, onder ailc omstandigheden,
na tc komen, hebben de bij dit verbijste
rend feit betrokken militairen niet ge
schroomd dien inct voeten te treden, trouw
ridderlijkheid cn krijgtucht over boord te
werpen, do eer en het welzijn der Neder
landschc Weermacht cn Natie in gevaar te
brengen.
Voor deze daad welke motieven daar
voor ook mogen worden aangevoerd Is
geen verschooning, kan geen verschooning
zijn, dan mogelijk alleen bij hen, die volko
men gespeend zijn van nationaliteitsgevoel
en vaderlandsliefde.
Men kan, om er politieke munt uit te
slaan of om andere redenen van duisteren
aard, deze daad trachten goed tc praten
of te vergoelijken, voor ons, voor den goe
den militair, kan het gebeurde niet anders
zijn. dan een onduldbare plichtsverzaking,
een militair onwaardig verzet tegen tucht
cn orde, die het vertrouwen in onze weer
macht ernstig schaadt, ons prestige, ons ge
zag aantast en tot nog belangrijke schade
voor ons Land cn Volk kan leiden in de
toekomst.
De groepen cn partijen die zich nu zoo
zonder voorbehoud scharen aan dc zijde
dier opstandelingen, moeten maar eens be
denken hoe zij oordeelden cn handelden ten
aanzien van verraders cn plichtsvcrzakcrs
in eigen groep, in eigen partij.
Hoe hard en wreed zijn de genootcn dan
tegen die verraders on plichtsverzekers!
Voor zulko partijleden kent men geen
pardon.
In Nederland schijnt een zeker volksdeel
voor militaire plichtsvcrzakers en muiters
gunstiger gestemd te zijn.
Welke „aanleiding", „oorzaak" of „om
standigheid" echter ook aangegrepen wordt,
om deze mcnschcn zelfs tot helden cn mar
telaars te verheffen, de daad blijft een daad
van ontrouw en verraad, welke tot dc meest
ernstige gevolgen voor land cn volk had
kunnen leiden cn wij veroordeclen deze ten
sterkste.
Dc regeering kon, tot het bedwingen daar
van, niet anders handelen dan zij heeft ge
daan cn al betreuren wij diep dat er bloed
heeft gevloeid, dat cr slachtoffers zijn ge
vallen, wie zal ons zeggen hoe onnoemelijk
groot het leed cn de ellende zouden zijn ge
weest, als teruggedeinsd was voor een
krachtig cn welbcwuust optreden tegen dc
muiters?
Het Iloofdbestur van Ons Belang lieeft
dan ook onmiddellijk na het bekend worden
der onderdrukking van dc muiterij op de
„Zeven Provinciën", een wclgcmeenden ge-
lukwensch gezonden aan den Minister van
Defensie wetende daardoor tc handelen in
den geest der organisatie van beroepsonder-
officicren, die te allen tijde trouw aan hun
plicht, trouw aan het vaandel, trouw aan
het Vaderland, als hoogste militaire deug
den hebben beschouwd en zullen blijven
beschouwen, in voorspoed cn in tegenspoed.
DE VERDEDIGING DER MUITERS.
Dc heer Albarda heeft aan den Minister
van Koloniën dc volgendo vragen gericht:
1. Is het mogelijk, dat de schepelingen
van Dc Zeven Provinciën in de processen,
die tegen hen zullen worden gevoerd, rechts
kundigen bijstand ontvangen van ccn of
meer van dc Regeering onafhankclijko ver
dedigers?
2. Indien de eerste vraag, in verband met
bestaande bepalingen, ontkennend moet
worden beantwoord, wil dc Regeering dan
bevorderen, dat ten spoedigste dc in die
vraag bedoelde mogelijkheid worde gescha
pen.
„HET VOLK" EN DE MUITERIJ
IN INDIE
Dc lieer E. dc Lang, directeur van Het
Vaderland, schrijft in de Mcdedcelingcn van
Do Ned. Dagbladpers, Vcrccniging van uit
gevers van dagbladen:
Het is eigenlijk een geluk, dat do Arbei
derspers geen lid meer is van onze Ver-
eeniging, want wij zouden den heer v. d.
Veen moeilijk meer in ons midden kunnen
toelaten cn hem met het noodigo respect
behandelen. De collega's zullen vermoede
lijk in dc dagen na 4 Febr. de berichtgeving
in dc Arbeiderspers hebben gevolgd en ik
geloof wel, dat ik uit liet hart van velen
hunner spreek, wanneer wij hier don gron-
digen afkeer tc kennen geven over dc wij
ze van redigeeren cn dirigeeren van dc Ar
beiderspers in Nederland gedurende de
laatste week.
Dc Arbeiderspers cn de leiders van dc
S.D.A.P. hebben hun mond immer vol over
inktkoelies cn broodschrijvers, maar we
hebben nu kennis kunnen nemen van een
voorbeeld van koelieschap van do ergste
giaad. De lieer v. d. Veen is dus verplicht
op dergelijke wijze dc massa cn den lezers
in het gevlij tc komen.
In ieder geval, ik heb op mijn zetterij,
bevolkt met vele roode vrienden, toch ook
kunnen constatceren, dat er velen waren
die eveneens voor den directeur van de Ar
beiderspers maar weinig respect hadden.
De leerschool voor de leiders van dc S.D.
A.P. der toekomst, is niet bepaald verhef
fend. Met een dergelijke pers kunnen moei
lijk mannen van karakter worden gevormd.
-3r zijn naar mijn mcening heel wat mcn
schcn in Nederland de oogon opengegaan
n bij dc a.s. verkiezingen zal de S.D.A.P.
zulks wel aan den lijve voelen.
Laten wij allen toch in onze bladen die
erderfelijke methode van dc Arbeiderspers
regelmatig signaleeren en aan dc Neder
landsche groot-industrie toch telkens voor
houden hoeveel kwaad zij sticht door ge
bruik tc maken van de publiciteit van de
Arbeiderspers. Wij weten allen veel te goed,
dat de groot-industrie tlic pers nog niet eens
noodig heeft ook; wil men de arbeiders
klasse in Nederland bereiken, dan zijn er
genoeg bladen met groote oplagen in bijna
alle steden van ons land en in de provin
cie is menig blad aan tc wijzen, dat een
tienvoudige oplaag heeft van de kopbladen
van Het Volk.
NOODLOTTIGE VAL.
Dronkeman nlt de tram gezet.
Zondagavond zat in de Geldcreche tram,
die uit de richting Gendringen kwam de
Duitschcr W. C. De man, die zwaar be
schonken was, maakte het den aanwezigen
meisjes zoo lastig, dat de conducteur met
behulp van den wagenbestuurder hem uit
de tram heeft gezet.
C. trachtte weer in de tram te komen,
doch viel daarbij van dc treeplank en
kwam met zijn hoofd op de straat terecht.
Met zware hoofdwonden, een kaakfractuur
en een hersenschudding werd hij opgeno
men en per autobus naar het algemeen
ziekenhuis te Doetinchem vervoerd.
(Msb.)
16—2
16—2
17—2
18—2
19—2
Amsterdam
Parijs
Marseille
Rome
Athene
Mersamatruh
Cairo
Rutbawells
Bagdad
Boeshir
Diask
Karachi
Jodpoer
Allahabad
Calcutta
Rangoon
Rangkok
Koh-Lak
Modan
Batavia
Bandoeng
Rilstvog.
502
18—2
19—2
17—2
17—2
Vertrek van het eerstvolgende post
vliegtuig van Amsterdam 23 Februari.
VROUWEN AANGERAND.
Zwolle, 20 Febr. Zaterdagavond j.l.
keerde de 21 jarige boerendienstbode van O.
omstreeks half 10 terug van een bezoek te
Zwolle, toen zij even buiten de stad op een
eenzaam weggedeelte werd, aangerand door
een onbekend gebleven manspersoon. Deze
sleurde haar van haar rijwiel cn trachtte
haar tc overrompelen. Hiorbij werden haar
klecren door middel van een mes aan Har
ren gesneden, terwijl zij verschillende bloe
dende verwondingen bekwam. Door Dr.
Schccrs uit Zwollo werden de wonden ge
hecht. De marechaussee stelt een onder
zoek in.
Zaterdagavond heeft de marechaussee te
Grave een 27-jarigcn zwerver gearresteerd,
die verdacht wordt van aanranding van do
22-jarige gehuwde vrouw Van Houtem uit
Mill. Vrijdagmiddag reed genoemde vrouw
per fiets van Grave naar haar woonplaats,
liven voorbij het dorpje Langcnboom sloeg
zij het fietspad in, dat door dc heide naar
Mill leidt Langs dit fietspad bevinden zich
dichte dennenbosschcn. Opeens werd zij
door een man, die uit bet bosch naar vo
ren sprong, van haar fiets getrokken en
in bet bosch gesleurd. Zij schreeuwde luid
keels om hulp; het individu bracht haar
ecnigo slagen toe en randde haar aan.
Hierna nam hij de vlucht. Dc vrouw deed
van het gebeurde onmiddellijk aangifto bij
do marechaussee tc Grave. Deze stelde een
onderzoek in, dat tot arrestatie van den
zwerver leidde. Hij is met de vrouw ge
confronteerd. Zij heeft hern pertinent als
den aanrander herkend. Do man is opge
sloten en zal ter beschikking van den of
ficier van justitie te 's-IIcrtogcnbosch wor
den gesteld.
COMMUNISTISCHE KAMER-
CANDEDATEN.
Men 6chrijft aan „Ancta-Holland":
Het Partijbestuur van de Communisti
sche Partij Holland heeft besloten bij dc
a.s. Tweede Kamerverkiezingen uit te ko
men met een lij6t, waarop om de beurt Ne
derlanders en Indonesiërs voorkomen, in
verband met dc gebeurtenissen in Indone
sië.
De Indonesische candidaten op deze lijst,
waarvan de heer L. L. H. de Visser lijst
aanvoerder is, zijn de volgende: Alimin
Prawiradirdja, Sardjono (voorzitter van de
Partai Komraunie Indonesia), Rocstam Ef-
fendi, Boedisoetjitro (secretaris van de Par
tai Kommuni8 Indonsesia), Moesso.
Van bovengenoemde candidaten zijn de
tweede en vierde candidaten op dit mo
ment geinterneerd in het Digoelkamp in
Nicuw-Guinea.
Rond to speuren naar hetgeen onze buur
man doet is con kleinmoedig ontwijken van
ons eigen werk.
Geautoriseerde vertaling naar 't Engelsch
van Molly Thynne,
door A. W. v. E.—v. R.
20
„Hebt u gehoord, dat ze onzen vriend,
den landlooper, die dien avond op dc boer
derij was, gepakt hebben?" zei hij. „De po
litie schijnt er eens een keer vlug bij te
zijn geweest."
„Hebben ze iels uit hem gekregen?"
„Ik weet het niet. Behalve de oude Gun
net houden zij allen hun mond dicht. Dc
kerel kan in elk geval niet weg. Letterlijk
aan het been geblokkeerd in het zieken
huis te Whitbury. Hij werd door een idioten
jongen ezel op een motorfiets aangereden
en heeft zijn enkel gebroken. Ik hoorde, dat
hij dien avond op de boerderij was bij
wilde er slapen. Iets schijnt hem op het
laatste sogenbLk tc hebben afgeschrikt.
Misschien de komst van do politie. Als hij
de dader blijkt te zijn, is Leslie uit den
brand!"
Leslie's procureur komt vandaag en ik
ga hem afhalen. Het zal hem toch worden
toegestaan Leslie te spreken, als hij dat
Wenscht?"
Dat denk ik wel. Kan ik van dienst
zijn? Ik moet van hier naar Whitbury, en
kan er u in ongeveer een half uur bren
gen."
Fayre nam bet aanbod aan, blij met de
kans, don man 1e spreken, die zeker het
meest van dc bewoners in den omtrek af
wist. Gregg had bij het verhoor geen bij
zonder gunstigon indruk op hem gemaakt,
en hij had niet veel met hem op. Als ge
tuige was hij vrij knorrig geweest; heden
was hij praatziek, ongetwijfeld, omdat hij
zich aangenaam poogde voor te doen, en
toch scheen hij weinig op zijn gemak. Fay
re wi3t, dat hij den naam had, een goed
dokter te zijn, hoewel hij wat ruw was.
Toen hij in de hall zijn hoed en jas
zocht, voegde lord Staveley zich bij hem
en bevestigde zijn meening omtrent den
dokter.
„Een knappo kerel, die Gregg," zei hij,
„om jc de waarheid te zeggen, ben ik blij,
dat ik hem bij dc hand heb als Sybil hier
is. Het is altijd ecnigszins een verantwoor
delijkheid, en ik denk wel eens, dat Kean
ons zou vermoorden, als haar wat over
kwam. Verbaz;nd, zooals die man in haar
opgaat. Ik had het nooit van hem gedacht.
Mijn vrouw is zoowat de eenige, wie hij
haar toevertrouwt. Goddank kunnen we
op Gregg aan."
„Een rare kerel," zei Fayre nadenkend.
,.Een soort ruwe diamant, is het niet?"
Lord Staveley lachte.
Het heeft er veel van weg. Hij kon in het
begin niet erg opschieten met do dames
hier in do buurt. Maar de oude dokter in
Whitbury is zoo'n sukkel, dat zij er wel
toe gedwongen waren en nu zweren ze
bij hem. Hij is een self-made man. Zoon
van een veearts in het noorden, zegt men."
Terwijl hij sprak, verscheen Gregg boven
aan do trap, en spoedig waren hij en Fayre
op weg naar het station.
„liet ziet or leelijk uit voor Leslie, als
het blijkt, dat ze toch niet den rechten
rnan gepakt hebben," zei Gregg onver
wacht. „Ik ontmoette lady Cynthia boven
en zij zag er nogil gedrukt uit. Het doet
mijn patiënte ook geen goed."
„U bent toch niet bang voor haar?" viel
Fayre snel in
„Het is niet erger met haar, als u dat
bedoelt, maar zij kan niet tegen verdriet.
Ik zou het beter voor haar vinden, als zij
hier vandaan was. Als ik mijn zin had.
zou zij nu in Londen in haar bed' liggen."
„Wat denkt u van Leslie's kansen?"
„Die staan slecht. U en ik weten, dat
hij er niet de man naar is, zooiets te doen,
maar de schijn is sterk tegen hem. Het
hangt er van af, wat voor oude wijven er
in de jury zitten, als het zoo ver komt. Ik
hoop van niet, nu ze dien landlooper heb
ben."
„Het motief ontbreekt. Wat mij persoon
lijk aanbaat, geloof ik niet, dat hij mrs.
Draycott ooit in zijn leven gezien had vóór
dien avond. U was daar immers? Welken
indruk maakte hij op u?"
„Hij sprak de waarheid. Hij gedroeg zich
precies als u en ik ons onder die omstan-
heden gedragen zouden hebben. Het is
vreeselijk, het lijk van een vreemde vrouw
in jc zitkamer te vinden. Over het geheel
gedroeg hij zich kranig."
„Ik wou, dat ze een spoor konden vin
den, waaruit viel op tc maken, waarom
mrs. Draycott naar de boerderij ging. Ik
geloof, dat de oplossing van de heele ver-
vvenschte zaak daarin ligt."
Het is een geheimzinnige geschiedenis.
Hoewel, naar wat ik van de dame gehoord
heb, is dat nog niet het vreemdste van alle
vreemde dingen, waarin zijn gemoeid was"
zei Gregg droogjes.
„Is er al weer kwaad gesproken? Dat
konden ze zeker niet laten. Ze hadden het
arme schepsel maar liever in vrede moeten
laten rusten."
„Als u hier woonde, zoudt u weten, dat
dat het laatste zou zijn, wat ze zouden
doen. Als het waar is, wat zij zeggen, was
er niets aan verloren."
Fayre werd getroffen door de bitter
heid in Gregg's stem.
„U hebt haar nooit ontmoet, wel?" vroeg
hij.
„Ik heb verscheidene bezoeken op Sta
veley afgelegd, terwijl zij er was, maar ik
heb haar nooit ontmoet. Volgens het alge-
mcene oordeel was zij ccn echte kletstan-
te."
Gregg's toon was ruw en Fayre voelde
zijn instinctieve afkeer van den man toe
nemen.
„Ik heb dat soort vrouwen een of twee
keer in mijn leven ontmoet, en ik laak
den man niet, die haar doodde," ging
Gregg voort. „Zij verdiende het waarschijn
lijk ten volle!"
„Nu, de arme vrouw is dood, en onge
lukkig heeft zij haar geheim, wat het ook
was, mee in het graf genomen," antwoord
de Fayre op een toon die duidelijk te
kennen gaf, dat hij een eind aan het ge
sprek wilde maken. Maar Gregg was niet
zoo gemakkelijk tot zwijgen te brengen.
„Heel gevoelig gaf hij met een spotlachje
ten antwoord, „maar noch juist, noch lo
gisch. Het is hard, maar waar, dat de da
den van slechte menschen nog na hun
dood invloed hebben, en ik geloof zelf
niet aan bet louteringsproces. De wereld is
gebaat bij haar dood, waarom zou ik het
dan niet zeggen?"
„Dat is kras gezegd van een vrouw, die,
op zijn ergst uitgedrukt, harteloos en be
rekenend was, cn, in aanmerking genomen,
dat ik haar slechts oppervlakkig, en u haar
heelemaal niet kende, kunnen wij er ons
niet over uitlaten." herinnerde Fayre hem.
In weerwil van zich zelf stelde hij toch
belang in het gezichtspunt van een man,
dio zich zoo opwond over een vrouw, die
hem toch vreemd was. Zijn eerste gedachte
was geweest het onderwerp te laten rus
ten, maar nu merkte hij, dat hij den dok
ter verlangde uit te hooren.
,Mijn ondervinding is, dat het de dom-
rncn en bcgcerigen zijn, die werkelijk
kwaad doen in deze wereld, niet de slech
ten. De slechte man werkt met een doel, cn
heeft hij dat eenmaal bereikt, dan laat hij
gewoonlijk zijn mcdemensch met rust. De
domme man sukkelt op zijn stuntelige ma
nier voort cn laat overal een spoor van
onheil achter."
„Brandmerkt u mrs. Draycott als een
domme vrouw?"
Fayre was zelf getroffen geweest door
de intense domheid, die onder de opper
vlakkige kennis van mrs. Draycott verbor
gen had gelegen, en hij was verbaasd over
dc juistheid, waarmee Gregg haar beoor
deelde.
„Naar ik van haar gehoord heb, behoor
de zij tot het gevoellooze, ziellooze type
en was zij een geboren intrigante. Maar
misschien heb ik ongelijk. Ik ga af op
wat ik gehoord heb, ziet u."
pYordt, .tejyolMÖ j