DE MOORDZAAK ESCHAUZIER
„L'HIRONDELLE"
A. H. VAN NIEUWKERK N.V.
A.s. Dinsdag een belangrijke
mededeeling.
NOG ALTIJD „HET BRIEFJE"
ALS TWISTPUNT
- W. K. VAN ROSSUM
18 LANGESTRAAT
Voorjaarshoeden
WIJZIGING DER DRANKWET
HUMORHOEKJE
Korte Beekstr. 6 Tel. 543 Beekenst.!aan 10
COMPLETE MEUBILEERING 18 M ODELKAMERS
/'r. Robert Saiidek. is van
de echtheid overtuigd
'a-Gravenhage, 23 Febr. Tiet Haag-
scbe gerechtshof heeft hedenochtend de be
handeling van do strafzaak in hooger bo-
roep tegen den 32-jarigen technikor J. A. J.
H. K. en den 20-jarigen kantoorbediende J.
G. W. P., verdacht van den moord op den
heer W. G. J. Eschauzier, op 9 Mei 1931, in
een perceel aan de Prins Hendrikstraat te
's-Gravcnhage, voortgezet. Er is weder veel
belangstelling.
'Als deskundige wordt thans eerst ge
hoord dr. W. F. liessol ink, die in zijn
rapport tot de conclusie is gekomen, dat
het briefje uit het zakboekje, dat door den
heer E. aan K. geschreven zou zijn en waar
bij de heer E. zou erkennen aan K. 100.000
schuldig te zijn, echt is, zulks in tegen
spraak met andere deskundigen, die het
als valsch verklaarden. Mij handhaaft die
conclusie.
Dr Hesselink wenscht voorop te stel
len, dat men zich moet houden aan het
briefje zelf en niet aan de vergrootingen er
van. Hot schrift is volkomen harmonisch,
evenals het gewone handschrift van den
heer E. was. De deskundige demonstreert
dit met de beschikbare documenten op do
tafel van den president.
President: liet gestelde op hot blaad
je zou dus op een gemakkelijke, vlotte
manier geschreven zijn en niet letter voor
letter geconstrueerd?
Doskundige. Inderdaad.
Dr. Schrijver (één van de deskundi
gen, die het briefje als een falsificatie
beeft verklaard) staat uit. de getuigcnzelcls
op en maakt een Interruptie.
De verdediger rnr. Bourlier roept
hem toe: Hou je mond'
De president: Ik heb de leiding! In
terrupties kan ik niet toelaten.
(Van do verdere beschouwingen en dis
cussie tussehen president, raadsheeren, ad
vocaat-generaal, verdedigers en deskundige
is op de perstafel niets te volgen of te ver
staan).
Mr. J. A. dc Visser, advocaat-generaal:
Dit kladje maakt toch alleszins den Indruk
letter voor letter te zijn geschreven. Het is
geen gewoon vloeiend schrift. Niemand,
die een kladje schrijft, maakt zulke tee
kons en op zichzelf staande letters.
Dr. Hesselink betwist deze opmerkin
gen en wijst op een aantal kenmerken van
echtheid.
Dè tweede deskundige, dr. van Wae
geningh uit Maastricht, komt eveneens
tot do conclusie, dat hot bewuste briefje
niet door verdachte K. is geschreven Uit
voerig toont getuige aan dc hand van re
producties aan, dat K. niet in staat is dit
schrift zoo te produceercn. Bovendien
maakt het volgens deskundige geheel den
indruk achter elkaar vloeiend en regel
matig te zijn geschreven.
President: Is het naar uw meening
niet mogelijk, dat het is vervalscht door
iemand die voldoende materiaal, o.a. hand
schrift, van den heer E. tot zijn beschik
king had en die de kunst van het maken
van verval6chingcn verstond?
Dr. Van Waegeningh antwoordt
zeer beslist, dat zulks ten aanzien van dit
briefje niet mogelijk is.
President: Verdachte K. heeft de dos
sier#, waarin brieven van den heer E. voor
komen, in het Huis van Bewaring eonigen
tijd ter inzage gehad en hij zou de letters
enz. van het schrift van den heer E. dus
hebben kunnen nabootsen.
Dr. Van Waegeningh zet verder uit
een, dat het geperforeerde blaadje uit het
boekjo moet zijn gescheurd en dat het pas
daarna moet zijn beschreven. Immers, ware
dit niet het geval, dan zouden op het vol
gende blaadje in het boekje sporen van
den druk der potloodletters aanwezig moe
ten zijn; dit is echter niet het geval.
Voort3 dragen diverse letters kenmerken
van onder gelegen hebbende verticale hout
nerven van een tafel of zoo. Hier en daar
zijn de letters door die nerven ietwat be
ïnvloed, hetgeen verschil met het gewone
origineele schrift van den heer E. kan ver
klaren.
De deskundige wijst verder op een aan
tal strepen e.d., door dr. Van Leddon Hulse-
bos aangebracht op de reproducties van
het briefje en betoogt naar aanleiding daar
van dat dit peuterwerk is, dat hij niet van
dr. Van Ledden Hulsebos had verwacht.
Spr. acht Konings niet in staat zulk een
briefje, als hier is geschreven, te produ-
ceeren, en demonstreert dat o.a. aan do
hand van het origineele schrift van den
heer E.
Ook het uiteenloopcn van de strepen op
de handteekeningen van den heer E., welke
streep op het briefje verder van den naam
zou zijn verwijderd dan gewoonlijk bij
diens haiuHcckening, bewijst niets tegen de
echtheid, daar spr. dit beschouwt als een
vrijheid van beweging bij het schrijven.
Dr. Van Waegeningh herinnert verder aan
oen onderzoek naar dc vervalsching van
100 pondbiljetten, die hier door allerlei
deskundigen voor echt waren gehouden,
doch waarvan alleen de Bank of Engeland
onmiddellijk de valschheid ontdekte o.a.
aan de letter K, van het woord Bank. Dat
was workelijk buitengewoon bedriegelijk
knoeiwerk.
Spr. zou op het oogenblik niet kunnen
loggen hoeveel blaadjes uit het boekje wa
ren gescheurd, hij vindt het echier wel op
merkelijk, dat de politie autoriteiten ver
klaren, dal bij het vinden van het boekje
op het slachtoffer er slechts één blaadje
uit miste.
President: Daarvan heeft de hoofdcom
missaris een zeer logische verklaring ge
geven.
Verder i9 hot zeer vreemd, dat Konings
nooit eerdor over het briefje, waarop de
schuldbokentonis van den heer E. voor
kwam, hoeft geropl.
Dr. Van Waegeningh houdt zijn opvatting
staunde, dat het briefje echt is en voegt
daaraan toe, dat het de sporen, o.a. een
vouw. draagt van gcruimen tijd in een vest
zak verborgen te zijn geweest,
Dè advocaat-goneraal mr. De Visser zou
gaarne van den deskundige dr. Schrijver
(dr. van Ledden Hulsebos is helaas ver
trokken) vernemen of hij daarmee instemt.
Dr. Schrijver betwist dit en zegt, dat het
briofje dan allicht scheuren e.d. zou ver-
toonen.
Dr. Waegeningh: Die zijn er!
Mr. Bourlier: Dr. Schrijver heeft hot
briefje zelf nooit gezien.
I)r. Schrijver: Bceds na twee dagen kun
nen do bcdoeldo schourtjcs aanwezig zijn.
Dr. Van W aegeningh leest nog oen schrif-
telijko verklaring voor van een deskundi
ge in maleisch, den heer Jaspers te Arn
hem, oud-onderwijzer aan do inlandsche
school te Probolingo en oud leernar in het
maleisch aan een H.B.S. die verhinderd
Is heden te verschijnen wolke verklaring
hierop neerkomt, dat het maleischo onder
schrift op het briefje gewone allcdaagsche
passartaal is.
Te een uur wordt pauze gehouden.
Te 2.10 wordt de zitting heropend.
Dr. Schneikert, privaat-docent aan de
universiteit te Berlijn, als deskundige ge
hoord, verklaart in te stemmen met het
oordeel van dr. Hesselink uit Arnhem.
Spr. geeft een schets van zijn studie en
loopbaan als grapholoog en schriftkundige
en van zijn verbintenissen bij rechterlijke
colleges.
Wat het onderhavige briefje betreft, spr.
is spoedig tot zijn conclusie gekomen, om
dat de echtheid z.i. vrij gemakkelijk aan
toonbaar was.
Wel geeft hij toe, dat het briefje meer
rustig geschreven moet zijn dan het gewo
ne schrift van den heer E., doch hierbij
speelt de stemming van den schrijver een
rol: het meer langzame, als 't ware letter-
voor-letter schrijven is te verklaren op
grond van de geringe afmetingen van het
blaadje papier. Er 2ijn volgens dezen des
kundige geen positieve kenteekenen van
vervalsching aanwezig. Ook het onder
schrift stemt met het karakter van hel
briefje overeen. Men moet wel bedenken,
dat het handschrift van den mensch geen
mechanisch product is en dat psycholo
gische invloeden hun weerspiegeling in
het handschrift kunnen vinden, zoodat dit
onderlinge verschillen kan tooncn wanneer
men het met handschrift van denzelfde op
andere tijdslippm onder oen andere stem
ming geschreven, vergelijkt.
Bij een verdere demonstratie door dezen
deskundige van de kenmerkende eigen
schappen van het handschrift van den
heer E. ten aanschouwe van president-
raadsheeren, advocaat generaal en verdedi
gers, verklaart dr. Scheikert op een vraag
van mr. Nedervecn, dat de op het briefje
to vinden afwijkingen van het gewone
schrift van den hear F.. niet buiten het ka
der van iiens normale schrift vallen.
Dr. Robort Saudck uit London, privaat
geleerde, verklaart, dat hij tot een va6te
conclusie is gekomen. Hij heeft zoowel van
<lr. Hesselink als van dr. van Ledden Hul
sebos de rapporten bestudeerd naar aan
leiding van een in September j.l door dr.
H. tot hem gericht verzoek en een reeks
van graphologischo kenmerken van over
eenstemming met het schrift van den heer
E. gevonden In het briefje.
Met absolute autoriteit kan geen deskun
dige iels verklaren; het blijft een zoo ge
perfectioneerd mogelijk zoeken naar de
waarheid.
In elk schrift komt een zekere ruimte
van verschillen voor. Wanneer een hand-
leekening absoluut identiek is aan een an
dere, dan is er eerder aanleiding om van
een reproductie of nabootsing te gewagen,
dan wanneer er geringe verschilpunten
zijn aan te toonen.
Bij potloodschrift gaat het om den aard
van het potlood, de afmeiing, de onderlaag
enz.
Het schrijven van kleinere lettere omdat
men slechts een klein stukje papier tot zijn
beschikking heeft, verlangzaamt het tempo
van den schrijfarbeid.
Niemand is in staat met eenzelfde snel
heid verkleind schrift te schrijven als hij
met normaal schrift k-:i verwerken.
Kenmerkende neerhalen in het schrift
van den heer E. zijn niet in het schrift
van verdachte K. te vinden. Daarentegen
zijn er wel verscheidene kenmerken van
eerstgenoemd schrift op het kalender
blaadje te vinden.
Wanneer men drie boomen op één rij
ziet staan, dan is dat nog geen overtuigend
bewijs, dat die boomen daar door men-
schen en niet door de natuur zijn gekomen,
doch wanneer men er 24 op een rechte rij
ziet staan dan kan men met absolute
overtuiging aannemen, dat men met mcD-
schenwerk te doen neeft.
Ook in het schrift van den heer E. en in
dat van het briefje zijn zooveel overeenko
mende kenmerken, dat het niet aanneme
lijk is, dat het een vervalsching zou zijn.
En wat de endosseering op de kwitantie
betreft, indien deze door Konings is ge
schreven, dan is er geen sterker bewijs,
dat het kalenderblaadje niet door K. is
geschreven.
Spr. kent de détails van deze zaak niet
Hij heeft alleen uit de ochtendbladen ver
nomen wat hier gisteren is behandeld.
Slechts heeft hij het verzoek van mr. Ne-
derveen ontvang ;n om den oorsprong van
het schrift op kwitantie en agendablaadje
te onderzoeken.
De president geeft een toelichting van de
zaak ten gerieve van dr. Saudek en yvijst
erop, dat Konings niet wegens vervalsching
van een agenda-briefje wordt vervolgd,
doch dat de verdediging en verdachte met
dit briefje voor den dag zijn gekomen ten
einde den verdaebto cenigermate to ont
lasten.
Dr. Saudek, vernomen hebbende, dat de
heer E. oon rheumatlschon rechtorarm had,
verklaart dit zoor in overeenstemming te
achton mot eenige typische afwijkingen van
het gewone schrift van den heer verge
leken met dat op het blaadje.
Mr. do Vi9sar: Waaruit verklaart u, dat
de heer E., die het blaadje aan beide kan
ten had kunnen beschrijven, met dien
rheumatischen arm zooveel moeite zou
bobben aangewend om met kleine lettertjes
op één kantje te schrijven?
Dr. Saudek Dat is geen graphologische
zaak.
Mr. De Visser: Maar u bent toch ook
psycholoog?
Dr. Saudek Als zoodanig kan ik daar
voor gean verklaring verstrekken.
Dr. J. P. L. Hulst, deskundige uit Leiden,
komt tot de algemeens conclusie, dat het
briefje meer is te beschouwen als een echt,
door den heer E. geschreven stukje, dan
nis een vervalsching. Het draagt niet zoo
zeer het kenmerk vin het volle losso loo-
pende schrift van den heer E., doch is iet
wat meer gedrongen en daardoor moeilij
ker te beoordeelen. Niettemin houdt spr.
vast aan zijn indruk, dat het briefje door
den hear E. zal zijn geschrovcn.
De politic-inspecteur Waltmann, als des
kundige gehoord, concludeert, dat het
briefje niet door den heer E., doch door
Konings is geschreven.
Mr. Nederveen: Dat is dc eerste, die zoo
knap is.
De heer Waltmann licht toe, dat hij niet
van hetzelfde materiaal als de andere des
kundigen gebezigd hebbon ls uitgegaan,
doch van materiaal, beschikbaar gesteld
gestold door den heer W. Kschauzier, broo
der van het slachtoffer. De buitengewone
regelmatigheid van het schrift op het
briefje komt in het gewone schrift van den
heer E. niet voor. Ook de stijlheid van de
letters is kenmerkend verschillend. De ver
binding van de letters op liet blijkbaar
langzaam en bedachtzaam geschreven
briefje is veel minder vloeiend dan die in
het werkelijke schrift van den heer E., die
ook klaarblijkelijk over een grooto schrijf
vaardigheid beschikte.
Bijzondere kenmerken in het schrift van
den heer E. heeft spr. op 't briefjo niet
kunnen vinden. De holle stok in de letters
k, 1 en t van het schrift van den heer
Eschauzier is geheel anders in die letters
op het briefje evenals de slothaaltjes van
de e en dc n. De verbinding van de letters
in het schrift van d^n heer E. is logischer
dan die van de letters op het briefje. De af
wijking van de hoofdletter M op het briefje
vergeleken bij dc M, zaoals de heer E. die
placht te schrijven,u is opvallend. Ook de
w is andera geschreven, blijkbaar opzette
lijk, om het verschil met de M begrijpelijker
te maken.
De letters van het werkelijke schrift van
den heer E. tooncn vrijwel geen onderbre
kingen, de letters op het briefje echter
vele.
Op een vraag van mr. Nederveen ant
woordde get. Waltmann, dat het schrift
zeer slecht op het briefje is nagemaakt.
De heer Waltmann toont nog een hand-
teekening, zooals die 9 dngon voor den dood
van den heer E. door dezen is geschreven
en constateert naar aanleiding daarvan,
dat deze geheel andere kenmerken draagt
dan de ondortcckaning op het blief je.
Wat nu het schrift van K. betreft, dit
toont schoolsche vormen. Het is meer in
stijlen vorm geschreven, met uitzondering
van de kleine ra en n, die schuiner ge
schreven zijn.
Mr. Nederveen vraagt, hoe de heer Walt
mann als deskundige is aangewezen. Spr.
heeft daarvan geen verklaring in dc dos
siers gezien.
De heer Waltmann meent, dat op de vo
rige zitting mr. Bourlier hem gevraagd
heeft of hij verstand had van schriftbeoor-
deeling.
Mr. Bourlier: Dat kan ik u niet govraagd
hebben; ik zou dat niet aan de politie vra
gen.
Dc hoer Waltmann: Het is mij gevraagd.
Mr. Nederveen: De heer Waltmann heeft
zijn rapport opgesteld onder ambtscedig
proces verbaal. Spr. vindt dit een vreemde
constructie.
Mr. De Visser: Bij groote politiekorpsen
heeft men deskundige inspecteurs op be
paalde gebieden. Zoo neemt de heer Walt
mann bij de Haagsche politie een eervolle
plaats in
Mr. Nederveen* Het is voor het eerst, dat
ik van dit instituut van deskundigheid-
ondcr-ambtsced kennis neem, wellicht, om
dat ik van een kleine plaats korn.
Spr. wijst erop, dat de deskundigen zoo
veel punten van verschil hebben gevonden;
hij zou dezen deskundige willen vraggen
of hij ook punten van overeenkomst heeft
aangetroffen.
De heer Waltmann: Die heb ik niet ge
teld, omdat het m.i. geen punten van be
lang waren.
Dr. R. R. Rochat wordt vervolgens nog
maals gehoord.
Mr De Visser vraagt hem of in verband
met het vinden van den schoen, die uit de
kist stak volgens den getuige B., dc moge
lijkheid bestaat dat de heer E. in die kist
nog kan hebben geleefd.
Dr Rochat; Vijf minuten na het inbren
gen van de prop in den mond kan hij nog
geleefd hebben, .loch niet langer, zoodat de
heer E. reeds overleden moet zijn geweest
toen hij in de kist in bet pakhuis was op-,
gesloten.
Mr. Bourlier vraagt of dr. Rochat kan
verklaren, dat de dood door het touw om
den hals Is veroorzaakt
Dr. Rochat aebt dit mogelijk, dceb geens
zins zeker.
Mr. Bourlier vraagt verder of dr. Ro
chat het niet mogelijk acht dat de heer
E. door den schik 19 verlamd of gestorven.
Dr Rochat antwoordt dat uit het sectie-
ondorzoek is gebleken, dat het hart nog
WIJ ETALEEREN DE EERSTE
ATELIER VOOR VERVORMEN
EN VERANDEREN
moet hebben gefunctionneerd toen de
luchtwegen reeds waren afgesloten.
(Eenigo discussie ontstaat over de dikte
van do groeven, door het touw om den
hals voroorzaakt.)
Dr. Rochat mcont, dat dio groeven 2 o.M.
dik waren.
Verdaebto K.: In hot proces-verbaal van
het Hof staat dat u gezegd hebt 2 milli
meter.
Dr. Rochat; Dat kan Ik niet gezegd heb
ben.
(Na voortgezette discussie blijkt, dat de
breedte van 2 millimeter alleen de bloed
uitstorting op den hals betreft en dat dr.
Rochat dat zcor logisch acht.)
Verdachte K. vraagt nog of dr. R. than9
van mocnlng is, dat de dood door het touw
kan zijn veroorzaakt, terwijl hij den vori-
Indiening van een wetsontwerp
dat o.tnde kwestie van het
dansverbod regelt
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging van de artlkolen 1, 50, 76, 79 en BI
en toevoeging van artikel 81a der Drank
wet. Ann de meniorio van toelichting wordt
hot volgende ontleend:
De bepnling Inhoudende de definitio van
„sterken drank" behoeft wijziging, omdat ls
gebleken, dat het voorschrift bctroffendo
een temporatuur van vier graden techni
sche bezwaren heeft opgeleverd, die het
toezicht op dc naleving der Drankwet be
lemmeren. Een temperatuur van 20 gradon
stemt overeen met hetgeen reedstferuimon
tijd praktijk is. Na verschillende interna
tionale overeenkomsten van don laatsten
lijd is deze temparatuur ook als grondslag
bij alle bepalingen genomen.
In het eerste lid van art. 56 van de
Drankwet wordt bepaald, dat het verboden
is m gemeenten, door de Kroon daarvoor
aangewezen in een voor het publiek toe
gankelijke localiteit, waarvoor B. en W.
een vergunning of oen verlof A hebben
verleend of in de aanhoorigheid van zoo
danige localiteit zonder toestemming van
den burgemeester gelegenheid tot dansen
te geven.
Do regeringscommissie inzake het dans-
vraagstuk adviseert in haar rapport aan
de regeering om in art. 56 der Drankwet
een bepaling op te nemen, die aan de re-
gcering de vrijheid geeft om in een alge-
meenen maatregel van bestuur do normen
te stellen, die als minima in alle gemeen
ten zouclon bohooren te worden ln acht
genomen.
Blijkens haar toelichting is de commissie
van oordeel, dat het dansgevaar zich alleen
zal voordoen in localltoiten, waarvoor ver
gunning of verlof A is verleend. Zij acht
daarom art. 56 van de Drankwet de aan
gewezen plaats om een wettelijken grond
slag voor een nieuw „Elschenbesluit" te
leggen.
Met dit door dc commissie ingenomen
standpunt kan de minister zich voreeni
gen. Hij onderschrijft ook de meening der
commissie, dat een regeling dezer materie
in de Drankwet meer op haar plaats is
dan in een afzonderlijke wet, zooais dat in
het buitenland wel wordt gevonden. Er is
immers een verband tussehen den alcohol
en het dansgevaar.
Voor wat betreft de voorwaarden, waar-
ender de toeslemming tot hot gelegenheid
geven tot dansen door den burgemeester
mag worden verleend, welke in een alge-
meenen maatregel van bestuur zullen moe
ten worden opgenomen, biedt het rapport
der commissie naar de meening van den
minister eveneens belangrijk materiaal.
Inzake de strekking van het voorgestelde
artikel wordt nog hot volgende opgemerkt:
Het verbod om in een voor het publiek
toegankelijke localitoit, waarvoor een ver
gunning of een verlof A is verleend, zon
der toestemming van den burgemeester ge
legenheid tot dansen te geven is niet be
perkt tot de gemeenten, door de Kroon
daarvoor aangewezen, maar zal krachtons
het voorgestelde artikel voor alle gemeen
ten van toepassing zijn. Naar de meening
van den minister verdient een uniforme
regeling, welke zien over het geheele land
uitstrekt, in deze de voorkeur. Verder ver
dient vermelding, dat ook do sociëteiten en
de hotels ond3r de voorgestelde regeling
vallen.
Voorts strekt het verbod zich niet alleen
gen keer zou hebben verklaard, dat ije
dood moest zijn veroorzaakt óf door cJe
prop óf door het touw.
Dr. Rochat: Of door beiden tezamen. In.
tussehen kan één der oorzaken den dood
ten gevolge hebbon gehad; het moet ech-
ter zijn geweest of de prop, of hot snoer,
of beide t
Dr. Van Rijssel, die met dr. Rochat het
sectie ondorzoek verrichtte, acht hot even
eens waarschijnlijk, dat de prop do lucht
wegen geheel heeft afgesloten.
De blauwe, paarsachtige kleur van het
hoofd van den verslagone schrijft dr. Van
Rijsscl eraan löè, dat hét touw de aderen
heeft afgesloten, niet den slagader en ook
niet dén luchtweg De afsluiting van dezen
laatsten moet door de prop zijn geschied.
Br. Rochat onderschrijft deze moening.
Nog Ontstaat een verschil van roeenii^
tussehen dr. Rochat on dén verdachte K.
omtrent dc vraag of er één winding of
twoo windingen om den hal9 waren.
Dr. Rochat licht toe, dat er van voren
twee windingen waren, waarvan eon over
de boord liep en oen op op den hals zelf,
Dr. Hulst gelóóft niet, dat de dood door
hot snoer is veroorzaakt. F.on mogelijkheid
is cr, dat dc heer E. door schrik zijn weer-
standsvennogén heeft verloren.
Dr. Rochat heeft wel aanwijzlngon van
dood door verstikking gevonden, doch niet
van con verlamming vun het hart,
Dr. Hulst acht do positieve aanwijzingen
van dood door verstikking niet groot.
To 6.25 wordt de zitting geschorst tot
Vrijdagochtend Hen uur. Het getulgonyer-
hoor wordt dan voortgezet.
uit tot do voor hot publiek toégankelijke j
localiteit, waarvoor eon vergunning of oen
oorlof A ls verleond, maar ook tót de aan- j
hoerigheid van zoodanige localiteit, die j
mot zoodanige localitoit binnenshuis go-1
meenschap hoofL
De tijdsomstandigheden hebbon golójfl r
tot eon storko inzinking in het bedrijf van
vergunning- en verlof (A)-houdors. Velon
dozer personen verkoeren In financluelo
moeilijkheden on zijn daardoor niot In
staat, de bodragen, dio voor oon overeon-
komst tot liquidatie van do pachtverhou- f
ding noodig zijn, te betalen. Dit leidt er
too, dat ten aanzion van veel zakon art
79 van do wet niet tijdig, d.i. vóór 1 April
1933 kan zijn toegepast. Blijft de termijn I
in dit artikel gesteld," onveranderd, dan
zuilon volen brooJeloos worden.
Op grond von vcrschlllondö overwegln-
gongon hoeft de minister het voorstel ge
daan den tormijn van één jaar, gesteld in 1
de artikelen 79 en 81, to verlengen tot twtt
jaar, opdat nog eenige gelegenheid worde
gelaten om eon uitvoerbare overeenkomst
te maken.
Voorts merkt do minister nog het vol-1
gondo op* Er zijn personen, vennootschap- j
pon endor firma's on commanditaire von-
nootschappen, die 1 Mei 1931 pachters van
vorgunninge.n waren, maar eon rochtspor-
soon hebben opgericht of willen oprichten,
die voldoet aan de eischon, neergelegd In
art 79, lid 2 ten einde op die recluspor-
soon de vergunning te laten overschrijven.
Verschalende gemeentebesturen weige- j
ren zulks mogelijk te rnakon, omdat de ju
ridische persoon, ook al is hij slechts een l
nieuwe vorm voor de economlscho eenheid
van 1 Mei 1931, op dien dag niet bestond.
Door de voorgestelde wijziging wordt over
schrijving alsnog mogelijk gemaakt.
Teneinde eon gelijke toepassing der wet
te bevorderen er» te voorkomen, dat enkele
belanghebbenden door een interpretatie g
van burgemeester en wethouders, afwijken
de van do beslissingen, dio elders wor
den genomen, hun vergunningen zien ver-
vallen, wordt Invoeging van art. 81a voor- 1
gestold. Volgens het eerste lid moeten do
verzool;en van overschrijving van vergun
ningen. welker houders tussehen 1 April
1931 en 1 April 1932 zijn overledon, zijn in
gediend voor 1 Juli 1932; dit cm vat ook
de verzoeken, die nog in 1931 zijn inge
diend.
LEIDSCH STUDENTENCORPS.
Het collegium van het Leidsch Studenten
corps voor het studiejaar 1933/1934 bestaat
uit: \V. TI. Fockema Andreae, praeses; F- J-
Kranenburg, ab actis; B. F. Everts, quaes
tor; M. W. C. de Jonge, assessor I; M- A.
Beelaerts van Blokland, assessor II.
ft oen verbaasd dat Je me weigert,
die rijksdaalder te leenen: de eene vriend
moet immers altijd den andere nelpen?
Ja. maai wilt alttjd de andere sija.
ifituttacarter DllUStHTte).