DE MOORDZAAK ESCHAUZIER „L'HIRONDELLE" A. H. VAN NIEUWKERK N.V. A.s. Dinsdag een belangrijke mededeeling. NOG ALTIJD „HET BRIEFJE" ALS TWISTPUNT - W. K. VAN ROSSUM 18 LANGESTRAAT Voorjaarshoeden WIJZIGING DER DRANKWET HUMORHOEKJE Korte Beekstr. 6 Tel. 543 Beekenst.!aan 10 COMPLETE MEUBILEERING 18 M ODELKAMERS /'r. Robert Saiidek. is van de echtheid overtuigd 'a-Gravenhage, 23 Febr. Tiet Haag- scbe gerechtshof heeft hedenochtend de be handeling van do strafzaak in hooger bo- roep tegen den 32-jarigen technikor J. A. J. H. K. en den 20-jarigen kantoorbediende J. G. W. P., verdacht van den moord op den heer W. G. J. Eschauzier, op 9 Mei 1931, in een perceel aan de Prins Hendrikstraat te 's-Gravcnhage, voortgezet. Er is weder veel belangstelling. 'Als deskundige wordt thans eerst ge hoord dr. W. F. liessol ink, die in zijn rapport tot de conclusie is gekomen, dat het briefje uit het zakboekje, dat door den heer E. aan K. geschreven zou zijn en waar bij de heer E. zou erkennen aan K. 100.000 schuldig te zijn, echt is, zulks in tegen spraak met andere deskundigen, die het als valsch verklaarden. Mij handhaaft die conclusie. Dr Hesselink wenscht voorop te stel len, dat men zich moet houden aan het briefje zelf en niet aan de vergrootingen er van. Hot schrift is volkomen harmonisch, evenals het gewone handschrift van den heer E. was. De deskundige demonstreert dit met de beschikbare documenten op do tafel van den president. President: liet gestelde op hot blaad je zou dus op een gemakkelijke, vlotte manier geschreven zijn en niet letter voor letter geconstrueerd? Doskundige. Inderdaad. Dr. Schrijver (één van de deskundi gen, die het briefje als een falsificatie beeft verklaard) staat uit. de getuigcnzelcls op en maakt een Interruptie. De verdediger rnr. Bourlier roept hem toe: Hou je mond' De president: Ik heb de leiding! In terrupties kan ik niet toelaten. (Van do verdere beschouwingen en dis cussie tussehen president, raadsheeren, ad vocaat-generaal, verdedigers en deskundige is op de perstafel niets te volgen of te ver staan). Mr. J. A. dc Visser, advocaat-generaal: Dit kladje maakt toch alleszins den Indruk letter voor letter te zijn geschreven. Het is geen gewoon vloeiend schrift. Niemand, die een kladje schrijft, maakt zulke tee kons en op zichzelf staande letters. Dr. Hesselink betwist deze opmerkin gen en wijst op een aantal kenmerken van echtheid. Dè tweede deskundige, dr. van Wae geningh uit Maastricht, komt eveneens tot do conclusie, dat hot bewuste briefje niet door verdachte K. is geschreven Uit voerig toont getuige aan dc hand van re producties aan, dat K. niet in staat is dit schrift zoo te produceercn. Bovendien maakt het volgens deskundige geheel den indruk achter elkaar vloeiend en regel matig te zijn geschreven. President: Is het naar uw meening niet mogelijk, dat het is vervalscht door iemand die voldoende materiaal, o.a. hand schrift, van den heer E. tot zijn beschik king had en die de kunst van het maken van verval6chingcn verstond? Dr. Van Waegeningh antwoordt zeer beslist, dat zulks ten aanzien van dit briefje niet mogelijk is. President: Verdachte K. heeft de dos sier#, waarin brieven van den heer E. voor komen, in het Huis van Bewaring eonigen tijd ter inzage gehad en hij zou de letters enz. van het schrift van den heer E. dus hebben kunnen nabootsen. Dr. Van Waegeningh zet verder uit een, dat het geperforeerde blaadje uit het boekjo moet zijn gescheurd en dat het pas daarna moet zijn beschreven. Immers, ware dit niet het geval, dan zouden op het vol gende blaadje in het boekje sporen van den druk der potloodletters aanwezig moe ten zijn; dit is echter niet het geval. Voort3 dragen diverse letters kenmerken van onder gelegen hebbende verticale hout nerven van een tafel of zoo. Hier en daar zijn de letters door die nerven ietwat be ïnvloed, hetgeen verschil met het gewone origineele schrift van den heer E. kan ver klaren. De deskundige wijst verder op een aan tal strepen e.d., door dr. Van Leddon Hulse- bos aangebracht op de reproducties van het briefje en betoogt naar aanleiding daar van dat dit peuterwerk is, dat hij niet van dr. Van Ledden Hulsebos had verwacht. Spr. acht Konings niet in staat zulk een briefje, als hier is geschreven, te produ- ceeren, en demonstreert dat o.a. aan do hand van het origineele schrift van den heer E. Ook het uiteenloopcn van de strepen op de handteekeningen van den heer E., welke streep op het briefje verder van den naam zou zijn verwijderd dan gewoonlijk bij diens haiuHcckening, bewijst niets tegen de echtheid, daar spr. dit beschouwt als een vrijheid van beweging bij het schrijven. Dr. Van Waegeningh herinnert verder aan oen onderzoek naar dc vervalsching van 100 pondbiljetten, die hier door allerlei deskundigen voor echt waren gehouden, doch waarvan alleen de Bank of Engeland onmiddellijk de valschheid ontdekte o.a. aan de letter K, van het woord Bank. Dat was workelijk buitengewoon bedriegelijk knoeiwerk. Spr. zou op het oogenblik niet kunnen loggen hoeveel blaadjes uit het boekje wa ren gescheurd, hij vindt het echier wel op merkelijk, dat de politie autoriteiten ver klaren, dal bij het vinden van het boekje op het slachtoffer er slechts één blaadje uit miste. President: Daarvan heeft de hoofdcom missaris een zeer logische verklaring ge geven. Verder i9 hot zeer vreemd, dat Konings nooit eerdor over het briefje, waarop de schuldbokentonis van den heer E. voor kwam, hoeft geropl. Dr. Van Waegeningh houdt zijn opvatting staunde, dat het briefje echt is en voegt daaraan toe, dat het de sporen, o.a. een vouw. draagt van gcruimen tijd in een vest zak verborgen te zijn geweest, Dè advocaat-goneraal mr. De Visser zou gaarne van den deskundige dr. Schrijver (dr. van Ledden Hulsebos is helaas ver trokken) vernemen of hij daarmee instemt. Dr. Schrijver betwist dit en zegt, dat het briofje dan allicht scheuren e.d. zou ver- toonen. Dr. Waegeningh: Die zijn er! Mr. Bourlier: Dr. Schrijver heeft hot briefje zelf nooit gezien. I)r. Schrijver: Bceds na twee dagen kun nen do bcdoeldo schourtjcs aanwezig zijn. Dr. Van W aegeningh leest nog oen schrif- telijko verklaring voor van een deskundi ge in maleisch, den heer Jaspers te Arn hem, oud-onderwijzer aan do inlandsche school te Probolingo en oud leernar in het maleisch aan een H.B.S. die verhinderd Is heden te verschijnen wolke verklaring hierop neerkomt, dat het maleischo onder schrift op het briefje gewone allcdaagsche passartaal is. Te een uur wordt pauze gehouden. Te 2.10 wordt de zitting heropend. Dr. Schneikert, privaat-docent aan de universiteit te Berlijn, als deskundige ge hoord, verklaart in te stemmen met het oordeel van dr. Hesselink uit Arnhem. Spr. geeft een schets van zijn studie en loopbaan als grapholoog en schriftkundige en van zijn verbintenissen bij rechterlijke colleges. Wat het onderhavige briefje betreft, spr. is spoedig tot zijn conclusie gekomen, om dat de echtheid z.i. vrij gemakkelijk aan toonbaar was. Wel geeft hij toe, dat het briefje meer rustig geschreven moet zijn dan het gewo ne schrift van den heer E., doch hierbij speelt de stemming van den schrijver een rol: het meer langzame, als 't ware letter- voor-letter schrijven is te verklaren op grond van de geringe afmetingen van het blaadje papier. Er 2ijn volgens dezen des kundige geen positieve kenteekenen van vervalsching aanwezig. Ook het onder schrift stemt met het karakter van hel briefje overeen. Men moet wel bedenken, dat het handschrift van den mensch geen mechanisch product is en dat psycholo gische invloeden hun weerspiegeling in het handschrift kunnen vinden, zoodat dit onderlinge verschillen kan tooncn wanneer men het met handschrift van denzelfde op andere tijdslippm onder oen andere stem ming geschreven, vergelijkt. Bij een verdere demonstratie door dezen deskundige van de kenmerkende eigen schappen van het handschrift van den heer E. ten aanschouwe van president- raadsheeren, advocaat generaal en verdedi gers, verklaart dr. Scheikert op een vraag van mr. Nedervecn, dat de op het briefje to vinden afwijkingen van het gewone schrift van den hear F.. niet buiten het ka der van iiens normale schrift vallen. Dr. Robort Saudck uit London, privaat geleerde, verklaart, dat hij tot een va6te conclusie is gekomen. Hij heeft zoowel van <lr. Hesselink als van dr. van Ledden Hul sebos de rapporten bestudeerd naar aan leiding van een in September j.l door dr. H. tot hem gericht verzoek en een reeks van graphologischo kenmerken van over eenstemming met het schrift van den heer E. gevonden In het briefje. Met absolute autoriteit kan geen deskun dige iels verklaren; het blijft een zoo ge perfectioneerd mogelijk zoeken naar de waarheid. In elk schrift komt een zekere ruimte van verschillen voor. Wanneer een hand- leekening absoluut identiek is aan een an dere, dan is er eerder aanleiding om van een reproductie of nabootsing te gewagen, dan wanneer er geringe verschilpunten zijn aan te toonen. Bij potloodschrift gaat het om den aard van het potlood, de afmeiing, de onderlaag enz. Het schrijven van kleinere lettere omdat men slechts een klein stukje papier tot zijn beschikking heeft, verlangzaamt het tempo van den schrijfarbeid. Niemand is in staat met eenzelfde snel heid verkleind schrift te schrijven als hij met normaal schrift k-:i verwerken. Kenmerkende neerhalen in het schrift van den heer E. zijn niet in het schrift van verdachte K. te vinden. Daarentegen zijn er wel verscheidene kenmerken van eerstgenoemd schrift op het kalender blaadje te vinden. Wanneer men drie boomen op één rij ziet staan, dan is dat nog geen overtuigend bewijs, dat die boomen daar door men- schen en niet door de natuur zijn gekomen, doch wanneer men er 24 op een rechte rij ziet staan dan kan men met absolute overtuiging aannemen, dat men met mcD- schenwerk te doen neeft. Ook in het schrift van den heer E. en in dat van het briefje zijn zooveel overeenko mende kenmerken, dat het niet aanneme lijk is, dat het een vervalsching zou zijn. En wat de endosseering op de kwitantie betreft, indien deze door Konings is ge schreven, dan is er geen sterker bewijs, dat het kalenderblaadje niet door K. is geschreven. Spr. kent de détails van deze zaak niet Hij heeft alleen uit de ochtendbladen ver nomen wat hier gisteren is behandeld. Slechts heeft hij het verzoek van mr. Ne- derveen ontvang ;n om den oorsprong van het schrift op kwitantie en agendablaadje te onderzoeken. De president geeft een toelichting van de zaak ten gerieve van dr. Saudek en yvijst erop, dat Konings niet wegens vervalsching van een agenda-briefje wordt vervolgd, doch dat de verdediging en verdachte met dit briefje voor den dag zijn gekomen ten einde den verdaebto cenigermate to ont lasten. Dr. Saudek, vernomen hebbende, dat de heer E. oon rheumatlschon rechtorarm had, verklaart dit zoor in overeenstemming te achton mot eenige typische afwijkingen van het gewone schrift van den heer verge leken met dat op het blaadje. Mr. do Vi9sar: Waaruit verklaart u, dat de heer E., die het blaadje aan beide kan ten had kunnen beschrijven, met dien rheumatischen arm zooveel moeite zou bobben aangewend om met kleine lettertjes op één kantje te schrijven? Dr. Saudek Dat is geen graphologische zaak. Mr. De Visser: Maar u bent toch ook psycholoog? Dr. Saudek Als zoodanig kan ik daar voor gean verklaring verstrekken. Dr. J. P. L. Hulst, deskundige uit Leiden, komt tot de algemeens conclusie, dat het briefje meer is te beschouwen als een echt, door den heer E. geschreven stukje, dan nis een vervalsching. Het draagt niet zoo zeer het kenmerk vin het volle losso loo- pende schrift van den heer E., doch is iet wat meer gedrongen en daardoor moeilij ker te beoordeelen. Niettemin houdt spr. vast aan zijn indruk, dat het briefje door den hear E. zal zijn geschrovcn. De politic-inspecteur Waltmann, als des kundige gehoord, concludeert, dat het briefje niet door den heer E., doch door Konings is geschreven. Mr. Nederveen: Dat is dc eerste, die zoo knap is. De heer Waltmann licht toe, dat hij niet van hetzelfde materiaal als de andere des kundigen gebezigd hebbon ls uitgegaan, doch van materiaal, beschikbaar gesteld gestold door den heer W. Kschauzier, broo der van het slachtoffer. De buitengewone regelmatigheid van het schrift op het briefje komt in het gewone schrift van den heer E. niet voor. Ook de stijlheid van de letters is kenmerkend verschillend. De ver binding van de letters op liet blijkbaar langzaam en bedachtzaam geschreven briefje is veel minder vloeiend dan die in het werkelijke schrift van den heer E., die ook klaarblijkelijk over een grooto schrijf vaardigheid beschikte. Bijzondere kenmerken in het schrift van den heer E. heeft spr. op 't briefjo niet kunnen vinden. De holle stok in de letters k, 1 en t van het schrift van den heer Eschauzier is geheel anders in die letters op het briefje evenals de slothaaltjes van de e en dc n. De verbinding van de letters in het schrift van d^n heer E. is logischer dan die van de letters op het briefje. De af wijking van de hoofdletter M op het briefje vergeleken bij dc M, zaoals de heer E. die placht te schrijven,u is opvallend. Ook de w is andera geschreven, blijkbaar opzette lijk, om het verschil met de M begrijpelijker te maken. De letters van het werkelijke schrift van den heer E. tooncn vrijwel geen onderbre kingen, de letters op het briefje echter vele. Op een vraag van mr. Nederveen ant woordde get. Waltmann, dat het schrift zeer slecht op het briefje is nagemaakt. De heer Waltmann toont nog een hand- teekening, zooals die 9 dngon voor den dood van den heer E. door dezen is geschreven en constateert naar aanleiding daarvan, dat deze geheel andere kenmerken draagt dan de ondortcckaning op het blief je. Wat nu het schrift van K. betreft, dit toont schoolsche vormen. Het is meer in stijlen vorm geschreven, met uitzondering van de kleine ra en n, die schuiner ge schreven zijn. Mr. Nederveen vraagt, hoe de heer Walt mann als deskundige is aangewezen. Spr. heeft daarvan geen verklaring in dc dos siers gezien. De heer Waltmann meent, dat op de vo rige zitting mr. Bourlier hem gevraagd heeft of hij verstand had van schriftbeoor- deeling. Mr. Bourlier: Dat kan ik u niet govraagd hebben; ik zou dat niet aan de politie vra gen. Dc hoer Waltmann: Het is mij gevraagd. Mr. Nederveen: De heer Waltmann heeft zijn rapport opgesteld onder ambtscedig proces verbaal. Spr. vindt dit een vreemde constructie. Mr. De Visser: Bij groote politiekorpsen heeft men deskundige inspecteurs op be paalde gebieden. Zoo neemt de heer Walt mann bij de Haagsche politie een eervolle plaats in Mr. Nederveen* Het is voor het eerst, dat ik van dit instituut van deskundigheid- ondcr-ambtsced kennis neem, wellicht, om dat ik van een kleine plaats korn. Spr. wijst erop, dat de deskundigen zoo veel punten van verschil hebben gevonden; hij zou dezen deskundige willen vraggen of hij ook punten van overeenkomst heeft aangetroffen. De heer Waltmann: Die heb ik niet ge teld, omdat het m.i. geen punten van be lang waren. Dr. R. R. Rochat wordt vervolgens nog maals gehoord. Mr De Visser vraagt hem of in verband met het vinden van den schoen, die uit de kist stak volgens den getuige B., dc moge lijkheid bestaat dat de heer E. in die kist nog kan hebben geleefd. Dr Rochat; Vijf minuten na het inbren gen van de prop in den mond kan hij nog geleefd hebben, .loch niet langer, zoodat de heer E. reeds overleden moet zijn geweest toen hij in de kist in bet pakhuis was op-, gesloten. Mr. Bourlier vraagt of dr. Rochat kan verklaren, dat de dood door het touw om den hals Is veroorzaakt Dr. Rochat aebt dit mogelijk, dceb geens zins zeker. Mr. Bourlier vraagt verder of dr. Ro chat het niet mogelijk acht dat de heer E. door den schik 19 verlamd of gestorven. Dr Rochat antwoordt dat uit het sectie- ondorzoek is gebleken, dat het hart nog WIJ ETALEEREN DE EERSTE ATELIER VOOR VERVORMEN EN VERANDEREN moet hebben gefunctionneerd toen de luchtwegen reeds waren afgesloten. (Eenigo discussie ontstaat over de dikte van do groeven, door het touw om den hals voroorzaakt.) Dr. Rochat mcont, dat dio groeven 2 o.M. dik waren. Verdaebto K.: In hot proces-verbaal van het Hof staat dat u gezegd hebt 2 milli meter. Dr. Rochat; Dat kan Ik niet gezegd heb ben. (Na voortgezette discussie blijkt, dat de breedte van 2 millimeter alleen de bloed uitstorting op den hals betreft en dat dr. Rochat dat zcor logisch acht.) Verdachte K. vraagt nog of dr. R. than9 van mocnlng is, dat de dood door het touw kan zijn veroorzaakt, terwijl hij den vori- Indiening van een wetsontwerp dat o.tnde kwestie van het dansverbod regelt Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging van de artlkolen 1, 50, 76, 79 en BI en toevoeging van artikel 81a der Drank wet. Ann de meniorio van toelichting wordt hot volgende ontleend: De bepnling Inhoudende de definitio van „sterken drank" behoeft wijziging, omdat ls gebleken, dat het voorschrift bctroffendo een temporatuur van vier graden techni sche bezwaren heeft opgeleverd, die het toezicht op dc naleving der Drankwet be lemmeren. Een temperatuur van 20 gradon stemt overeen met hetgeen reedstferuimon tijd praktijk is. Na verschillende interna tionale overeenkomsten van don laatsten lijd is deze temparatuur ook als grondslag bij alle bepalingen genomen. In het eerste lid van art. 56 van de Drankwet wordt bepaald, dat het verboden is m gemeenten, door de Kroon daarvoor aangewezen in een voor het publiek toe gankelijke localiteit, waarvoor B. en W. een vergunning of oen verlof A hebben verleend of in de aanhoorigheid van zoo danige localiteit zonder toestemming van den burgemeester gelegenheid tot dansen te geven. Do regeringscommissie inzake het dans- vraagstuk adviseert in haar rapport aan de regeering om in art. 56 der Drankwet een bepaling op te nemen, die aan de re- gcering de vrijheid geeft om in een alge- meenen maatregel van bestuur do normen te stellen, die als minima in alle gemeen ten zouclon bohooren te worden ln acht genomen. Blijkens haar toelichting is de commissie van oordeel, dat het dansgevaar zich alleen zal voordoen in localltoiten, waarvoor ver gunning of verlof A is verleend. Zij acht daarom art. 56 van de Drankwet de aan gewezen plaats om een wettelijken grond slag voor een nieuw „Elschenbesluit" te leggen. Met dit door dc commissie ingenomen standpunt kan de minister zich voreeni gen. Hij onderschrijft ook de meening der commissie, dat een regeling dezer materie in de Drankwet meer op haar plaats is dan in een afzonderlijke wet, zooais dat in het buitenland wel wordt gevonden. Er is immers een verband tussehen den alcohol en het dansgevaar. Voor wat betreft de voorwaarden, waar- ender de toeslemming tot hot gelegenheid geven tot dansen door den burgemeester mag worden verleend, welke in een alge- meenen maatregel van bestuur zullen moe ten worden opgenomen, biedt het rapport der commissie naar de meening van den minister eveneens belangrijk materiaal. Inzake de strekking van het voorgestelde artikel wordt nog hot volgende opgemerkt: Het verbod om in een voor het publiek toegankelijke localitoit, waarvoor een ver gunning of een verlof A is verleend, zon der toestemming van den burgemeester ge legenheid tot dansen te geven is niet be perkt tot de gemeenten, door de Kroon daarvoor aangewezen, maar zal krachtons het voorgestelde artikel voor alle gemeen ten van toepassing zijn. Naar de meening van den minister verdient een uniforme regeling, welke zien over het geheele land uitstrekt, in deze de voorkeur. Verder ver dient vermelding, dat ook do sociëteiten en de hotels ond3r de voorgestelde regeling vallen. Voorts strekt het verbod zich niet alleen gen keer zou hebben verklaard, dat ije dood moest zijn veroorzaakt óf door cJe prop óf door het touw. Dr. Rochat: Of door beiden tezamen. In. tussehen kan één der oorzaken den dood ten gevolge hebbon gehad; het moet ech- ter zijn geweest of de prop, of hot snoer, of beide t Dr. Van Rijssel, die met dr. Rochat het sectie ondorzoek verrichtte, acht hot even eens waarschijnlijk, dat de prop do lucht wegen geheel heeft afgesloten. De blauwe, paarsachtige kleur van het hoofd van den verslagone schrijft dr. Van Rijsscl eraan löè, dat hét touw de aderen heeft afgesloten, niet den slagader en ook niet dén luchtweg De afsluiting van dezen laatsten moet door de prop zijn geschied. Br. Rochat onderschrijft deze moening. Nog Ontstaat een verschil van roeenii^ tussehen dr. Rochat on dén verdachte K. omtrent dc vraag of er één winding of twoo windingen om den hal9 waren. Dr. Rochat licht toe, dat er van voren twee windingen waren, waarvan eon over de boord liep en oen op op den hals zelf, Dr. Hulst gelóóft niet, dat de dood door hot snoer is veroorzaakt. F.on mogelijkheid is cr, dat dc heer E. door schrik zijn weer- standsvennogén heeft verloren. Dr. Rochat heeft wel aanwijzlngon van dood door verstikking gevonden, doch niet van con verlamming vun het hart, Dr. Hulst acht do positieve aanwijzingen van dood door verstikking niet groot. To 6.25 wordt de zitting geschorst tot Vrijdagochtend Hen uur. Het getulgonyer- hoor wordt dan voortgezet. uit tot do voor hot publiek toégankelijke j localiteit, waarvoor eon vergunning of oen oorlof A ls verleond, maar ook tót de aan- j hoerigheid van zoodanige localiteit, die j mot zoodanige localitoit binnenshuis go-1 meenschap hoofL De tijdsomstandigheden hebbon golójfl r tot eon storko inzinking in het bedrijf van vergunning- en verlof (A)-houdors. Velon dozer personen verkoeren In financluelo moeilijkheden on zijn daardoor niot In staat, de bodragen, dio voor oon overeon- komst tot liquidatie van do pachtverhou- f ding noodig zijn, te betalen. Dit leidt er too, dat ten aanzion van veel zakon art 79 van do wet niet tijdig, d.i. vóór 1 April 1933 kan zijn toegepast. Blijft de termijn I in dit artikel gesteld," onveranderd, dan zuilon volen brooJeloos worden. Op grond von vcrschlllondö overwegln- gongon hoeft de minister het voorstel ge daan den tormijn van één jaar, gesteld in 1 de artikelen 79 en 81, to verlengen tot twtt jaar, opdat nog eenige gelegenheid worde gelaten om eon uitvoerbare overeenkomst te maken. Voorts merkt do minister nog het vol-1 gondo op* Er zijn personen, vennootschap- j pon endor firma's on commanditaire von- nootschappen, die 1 Mei 1931 pachters van vorgunninge.n waren, maar eon rochtspor- soon hebben opgericht of willen oprichten, die voldoet aan de eischon, neergelegd In art 79, lid 2 ten einde op die recluspor- soon de vergunning te laten overschrijven. Verschalende gemeentebesturen weige- j ren zulks mogelijk te rnakon, omdat de ju ridische persoon, ook al is hij slechts een l nieuwe vorm voor de economlscho eenheid van 1 Mei 1931, op dien dag niet bestond. Door de voorgestelde wijziging wordt over schrijving alsnog mogelijk gemaakt. Teneinde eon gelijke toepassing der wet te bevorderen er» te voorkomen, dat enkele belanghebbenden door een interpretatie g van burgemeester en wethouders, afwijken de van do beslissingen, dio elders wor den genomen, hun vergunningen zien ver- vallen, wordt Invoeging van art. 81a voor- 1 gestold. Volgens het eerste lid moeten do verzool;en van overschrijving van vergun ningen. welker houders tussehen 1 April 1931 en 1 April 1932 zijn overledon, zijn in gediend voor 1 Juli 1932; dit cm vat ook de verzoeken, die nog in 1931 zijn inge diend. LEIDSCH STUDENTENCORPS. Het collegium van het Leidsch Studenten corps voor het studiejaar 1933/1934 bestaat uit: \V. TI. Fockema Andreae, praeses; F- J- Kranenburg, ab actis; B. F. Everts, quaes tor; M. W. C. de Jonge, assessor I; M- A. Beelaerts van Blokland, assessor II. ft oen verbaasd dat Je me weigert, die rijksdaalder te leenen: de eene vriend moet immers altijd den andere nelpen? Ja. maai wilt alttjd de andere sija. ifituttacarter DllUStHTte).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 6