DE MOORDZAAK ESCHAUZIER PRIMAIRE MOORD? 't Bedwelmen betwist B. SCHOOLEMAN Onze Postvliegers onderweg Radioprogramma Het O. M. eischt tegen den ver dachte K. levenslang en tegen den verdachte P. acht jaar (Vierde dag). F *s G r a v e n h a g e, 28 Febr. De behande ling van de zaak in kooger beroep tegen den 32-jarigen technlker J. A. J. H. K. en den 20-jarigen kantoorbediende J. G. W. P. wegens moord op den heer W. Esehauzier, gepleegd op 9 Mei 1931 in een perceel aan de Prins Hendrikstraat te 's Gravenhage, is hedenochtend onder groote belangstelling voortgezet. Na verhoor van nog enkele getuigen werd overgegaan tot het verhoor van do verdachten. President: Nu de oorzaak van den ddod van den heer Esehauzier. De heer E. was met u in relatie en had zich bereid ver klaard u te helpen, o.a. in verband met een Engelschc transactie en met een vinding anderzijds voor de vervaardiging van af weergeschut. Hij zou u daarvoor een groote som gelds, zelfs wel f 100.000 hebben be loofd, doch deze later niet hebben willen geven. Hebt u wel eens gezegd: Ik zou je met geweld kunnen dwingen. Verdachte K: Ik heb wel eens ge zegd: „Ik zou u kunnen dwingen." De lieer E. antwoordde toen: „Als je dat kunt, ben je 'n knappe jongen." President: U hebt op 9 Mei een onder houd met den heer E. afgesproken. Verdachte K.: Inderdaad, meneer de president en daarbij is het plan opgekomen om den lieer E. te dwingen tot betaling van de f 100.000, U moet niet vergeten, dat ook mijn vader reeds geruineerd was doordat menschcn, die hem groote sommen geld schuldig waren, deze niet voldeden. Vcr- dachtes vader heeft meermalen gezegd: Je moest zulke lui op de een of andere manier kunnen dwingen. Toen verdachte nu zelf voor zulk een ge val kwam te staan, heeft hij zich die woor den herinnerd. President: U hadt toch reeds dagen tevoren de noodige maatregelen genomen, op den Ssten Mei had U het pakhuis ge huurd en een kist gekocht. Verdachte K.: Dat was alleen voor het vervoer van den lieer E. van de Prins Hendrikstraat naar een rustiger plaats, waar wij hem tot teekening zouden kunnen afpersen. President: Op welke wijze? Verdachte K.: We hadden afgespro ken, den heer E. te knevelen. President: U had toch afgesproken met den heer, dezen in hotel Central te ontmoeten Verdachto K.: Inderdaad cn toen heb ik Pendcrs met 'n briefje naar Central ge stuurd met het verzoek, naar de Prins Hen drikstraat te komen, omdat ik mijn voet had verstuikt. President: Toen hebben P. en u den beer E. vastgegrepen, hem gekneveld en een prop met aether in den mond gestopt? Verdachte K.: Een prop met. vlekken water. De deskundigen hebben de verkeerde prop onderzocht. President: En toen hebben jullie den heer E. gebonden cn hem op een bed ge legd en u hebt Penders opgedragen den heer E. te bewaken cn hem 'n tik te geven als deze zich verroerde? In zooverre dat ik erbij gezegd heb: maar dan 'n zachte. JDe bedoeling was alleen, den heer E. hinten staat van verweer te houden. President: Toen hebt u de kist voor I 'den dag gehaald en den heer E. daarin vast- I gebonden, met touwen om den hals. En u bent daarna weggegaan om den auto te ha- I len. Was de heer E. loon u terug kwam nog ft niet overleden Verdachte K.: Toen ik na anderhalf uur rnet den auto terug kwam om, de kist te halen voor het vervoer naar het pakhuis, zei P.: De heer E. zal toch niet dood zijn? Ik B heb toen mijn hand op zijn hart gelegd cn B dat was warmer dan mijn hand. President: Toen hebt u de kist met den heer E. in den auto geheschcn cn naar I' het smerige pakhuis overgebracht U bent daarna een biertje gaan drinken ft en hebt P. weggestuurd om papier en inkt 1 te halen. De president neemt verder den ver dachte Penders een verhoor af. Spr. vraagt I of een afspraak met Konings was gemaakt l om den heer E. naar de Prins Hendrik- straat te laten komen. Verdachte P. antwoordt bevestigend. President: En u bent toen een pak- l huis gaan huren? Op 9 Mei bent U naar Centraal gegaan m^t de boodschap dat K. zijn voet had ver stuikt? President: Toen bent u 9 Mei naar Centraal gegaan met de boodschap dat K. f zijn voet had verstuikt? Verdachte P.: Ilc heb den heer E. in Centraal opgezocht en daar ik hem niet kende gevraagd: „Bent u de meneer die aan K. gekl schuldig is? De heer K. ver zoekt u, daar hij wegens verstuikten voet verhinderd is in Centraal te komen, rhet mij mee te gaan naar zijn kamer.1' Toen keek de heer E. wel even wat verwonderd op, öoch hij is toch met mij meegegaan. Op verzoek van mr. Nederveen wordt i nog gehoord ce gevangenbewaarder G. Plettenberg uit het Huis van Bewa il ring, die verklaart, dat verdachte K. hem «en briefje had getoond. Requisitoir van den procureur- generaal. Mr. J. A. de Visser, procureur-gene raal, komt thans aan het woord. Spr. wijst erop, dat bij zaken als de on derhavige zoo licht het gevaar ontstaat, dat door allerlei tusschenbeide gebrachte de tails de hoofdzaak uit het oog wordt ver loren. Daarbij komt de groote vertraging, die in de behandeling van de zaak is ge bracht, niet door de schuld van het Hof of van den procureur-generaal, doch in dit geval door den verdachte K. zelf: het briefje. Het Hof kón niet anders doen, dan toen dit briefje werd geproduceerd, een onder zoek gelasten naar de echtheid. Ook in deze zaak is getracht het daar heen te leiden, dat het slachtoffer werd be trokken in de oorzaken, cn als zou de heer E. nalatig zijn gebleven aan zijn verplich ting jegens IC, een verplichting die nog wel 100.000 zou beloopcn, te voldoen. Spr. wenscht deze zaak op dezelfde rechtstrcekscho wijze te bezien als de offi cier van justitie bij de rechtbank heeft go- daan. Op de kwestie van het briefje komt hij straks uitvoerig terug. Spr. wenscht do zaak achtereenvolgens aldus te beschouwen: eerst de kwestie van do valsche kwitantie, daarna de tenlasteleg ging van moord, vervolgens den diefstal, aan IC, en de heling aan P. ten laste ge legd, om dan zijn gevolgtrekkingen te ma ken. De valsche quitantie. Wat de kwitantie betreft, die op 15 April 1931 door het jongentje Visser op order van IC bij Heldring en Pierson werd aangebo den, daarvan staat vast, dat deze was ver- valscht. De verdedigers zullen dezen jongen niet kunnen wegredeneeren. Zoowel de portemonnaic als IC zelf zijn aan het hoofdbureau van politie door den jongen Visser positief herkend. De porte- monnaie, waaruit IC den jongen een kwar tje had gegeven, had dezelfde sluiting (pa tentsluiting) als de portemonnaic die bij K.'s arrestatie in beslag is genomen. En wat de persoonsherkenning betreft: Visser heeft op het politiebureau zonder aarzelen ge zegd: Dat is de meneer van het Groote Kerkplein. De deskundige dr. Hesselink heeft de en- dosseering verklaard als door IC te zijn ge schreven. Had hij nu maar anders ver klaard, dan zou hij de verdediging daarme de uit een moeilijk parket hebben geholpen, want K. ontkent pertinent de kwitantie te hebben vervalscht. Wel zullen de verdedi gers zich beroepen op de deskundigheid van den zelfden dr. Hesselink, die het briefje uit het agendaboekje verklaarde als dooi den heer E. geschreven, terwijl zij in de kwestie van de kwitantie diens deskundig beid thans moeten betwisten. Spr. is be nieuwd te vernemen, hoe de verdedigers deze ondcrlingen inconsequentie zullen ver klaren. Verder wijst spr. erop dat de heer E. broe der van het slachtoffer heeft erkend dat de handteekening mooi was nagemaakt. Mr. B o u r 1 i e r: Volstrekt niet mooi! Mr. Do Visser: De heer Bourlier, die langzamerhand een groote ervaring in de beoordeeling van valsche kwitanties heeft gekregen zegt dat de handteekening niet mooi was nagemaakt. Do kwitantie is echter bovendien aange boden in een enveloppe van hetzelfde merk als het merk, waarvan IC eenige dagen te voren enveloppen had gekocht, blijkens ge tuigen verklaring. Voor spr. staat vast, dat IC deze kwitan tie had vervalscht. K. heeft zelf meermalen verklaard, dat hij zich ten koste van den heer E. wilde verrijken, o.m. met de z.g. uitvinding. Niets dan geldzucht heeft hem tot zijn daad ge dreven. Te 1 uur wordt de zitting geschorst tot 2 u',r- Do middagzitting. Te 2.10 uur wordt de zitting heropend. Mr. J. A. de Visser, zijn requisitoir voortzettend, komt tot de eigenlijke ten laste legging van den moord. Spr. wil een kort overzicht geven van de feiten, hoe deze zich hebben toegedragen, 2e van de factoren van opzet om te dooden cn 3e van het mo tief tot de daad zelf. Hoe is deze verdachte IC in handen der politie gevallen? Doordat de heer Eschau zier niet thuis was verschenen heeft men de politie gewaarschuwd en deze is op het idee gekomen, te zoeken naar iemand met vvien de heer E. wel eens een onderhoud kon hebben gehad. Des avonds is deze toon gearresteerd en gehoord door den in spccteur Amiabel, 'doch op de pertinente ontkenning, dat hij dien dag met den heer E. in relatie was geweest, dien avond weder losgelaten. Echter is hij den volgenden dag opnieuw gearresteerd in verband met de aangifte van een valsche kwitantie. Commissaris Kramer heeft toen IC weder in verband met de vermissing van den heer E. aan een verhoor onderworpen. De heer E. is destijds door tusschenkomst van mr. van Velzen in contact met Konings gekomen naar aanleiding van de vinding van laatste genoemde betreffende de ver- zoolbare klomp. In een contract dienaan gaande was reeds vastgelegd dat de heer E, voor 5000 het patent van IC zou verkrij gen. Minutieus was daarin het contract was geteekend op 7 Januari 1930 all vastgelegd. Do heer E. zelf noemt het een hoog bedrag, hetgeen ook bleek uit de voor waarden. Immers, wanneer niet binnen twee jaar 100.000 verstelbare klompen, vol gens de vinding van IC, zouden zijn ver kocht, dan zou de heer E. de 5000 niet ^.huldig zijn. Diezelfde heer E. zou echter slordig weg met 'n potloodje do erkenning van 100.000 aan IC schuldig te zijn op een agendablaad je hebben neergeschreven. Spr. wijst er verder op, dat het misdrijf tevoren in alle bijzonderheden was gere geld. Dat IC op zijn kamer van den heer E. 100.had ontvangen, heeft hij erkend, cn er aan toegevoegd dat Penders toen nog niet boven was. De werkelijkheid is echter aldus spr. dat IC de 100.uit de portefeuille van den heer E. moet hebben gestolen, toen de heer E. reeds in de kist gebonden in het pakhuis lag. Verdachten zouden den heer E. hebben illen bedwelmen; verdachten echter heb ben den heer E. eerst gebonden en hem een prop in den mond geduwd, en pas later hebben zij hem met wat aether bedwelmd. De klaarblijkelijke opzet was, den heer te vermoorden en indien hij nog eenig levensteeken mocht geven, hem den gena deslag toe te dienen. Zóó is do heer E. naar het pakhuis over gebracht en daar door IC nog van 100. beroofd. Spreker gaat dan ook-accoord met de ten lastelegging van moord en medeplichtigheid aan doodslag, reep. ten aanzien van K. en Thans komt spr. tot datgene wat pleit voor de tenlastelegging van primairen moord. Heeft men ooit gehoord, dat iemand een strop om den hals was gedaan om hem even te bedwelmen? Nu kan de verdediging trachten twijfel te wokken, o.a. door de doodsoorzaak te be twisten. Uitdrukkelijk hebben de deskundi gen echter verklaard, dat dood door schrik of hartzwakte moet zijn uitgesloten. Het briefje van den tandarts was binnen gekomen nó, sluiting van het dossier bij de rechtbank. In de hoogerberoepzaak heeft de officier dit briefje aan spr. toegezonden, die hot aan het dossier heeft toegevoegd. Ook is het klopgcluid, dat mej. H., boven het pakhuis wonende, zou hebben gehoord op den Zondagochtend, geenszins als een geluid van den heer E. op te vatten, doch als het geluid van vallende droge bananen in het pakhuis er naast. DAMES! Eenmaal per Jaar UW STOFZUIGER schoongemaakt is noodzakelijk. Tarief 2.50 Eet bespaart U groote onkosten. Electro-Technlsch-Bureau v. Perseynstiaat 19. TeL 423 Een zoor bezwarend feit Het huren van het pakhuis is voor spr. een voor verdachten zeer bezwarend feit. Spr. is daar eens gaan kijken cn toen is het hem opgevallen dat het een pakhuis met losse steen op een zandvloer was. Wel nu, is het niet zeer aannemelijk dat zij een dergelijke vloer hebben uitgezocht om het stoffelijk overschot van den heer E. daaron der te begraven? Spr. komt dan tot de kwestie van het briefje. In de eerste plaats is het onbegrij pelijk, dat indien dit briefje echt ware, IC daarmee niet eerder voor den dag zou zijn gekomen, want er kwam een öchuldbeken ten is van 100.000 op voor. En dat voor een financier als deze verdachte. Wat het oordeel van de deskundigen over de echtheid van het briefje betreft, spr. heeft met belangstelling de verklaringen ook van de buitenlandsche deskundigen hoord. Dr. Schneichert had zich daartoe zelf min of meer aanbevolen. Spr. heeft er wel uit geleerd, dat men niet in détails de letters zonder onderling verband moet beschouwen. Het Hof zal moeten erkennen, dat we hier te doen hebben met een verdachte, die in elk geval in staat is een valsch briefje op te stellen met nabootsing van andermans schrift. En ook de verdediging zal dat moe ten erkennen. Mr. Nederveen: Neen. Mr. De Visser: Gij meent ook te moe ten verklaren, dat IC de endosseering op de kwitantie niet had vervalscht. Het is onaannemelijk, dat, indien hij in het bezit ware van een briefje, waarop met zooveel woorden de heer E. zou erkennen 100.000 aan K. schuldig te zijn, verdachte IC dat briefje niet onmiddellijk aan de po litie heeft getoond. Spr. heeft in dit verband ook de vrouw van den verdachte K. willen hooren, doch deze vrouw heeft er voor bedankt. Zij beriep zich op het verschoonings- recht ongetwijfeld haar recht en dat heeft een cigenaardigen indruk gemaakt. Voor spreker gaat het niet om voor den verdachte bezwarend materiaal te verza melen, doch om de materieele waarheid, de naakte waarheid. Bovendien is het briefje valsch, omdat het niet aannemelijk is, dat de heer E„ een beschaafd man, schriftelijk het woord „ver d d" zou hebben gebezigd. Bovendien werd het woord „Loe" met een uilroeptee ken geschreven, hetgeen niet gebruikelijk is in het maleisch, terwijl dit evenals hot woord blnaleng ccn scheldwoord betec kende. Bovendien verstond IC geen ma leisch. Maar wel is thans gebleken, dat een oud exemplaar in De Prins met het artikel „Ervaringen van een oud-koloniaal" door Jan Huselies, in het Huis van Bewaring door verdachte is gelezen. Ook komt op het briefje het woord „me- morcur" voor. Datzelfde woord is in brie ven van Konings meermalen gebruikt, doch in de correspondentie van den heer E. zelf heeft spr. het niet kunnen vinden. Spr. zet verder uiteen, dat het tijdperk van eerlijke onderhandelingen met K. bij den heer E. was afgesloten op het moment, dat de vervalsching in de kwitantie bij Heldring en Pierson was ontdekt. Van dat oogenblik af is K. in correspon dentie getreden met de Zuidlandbank te Londen en nu werd het zijn belang, dat de heer E. uit het land der levenden ver dween, want anders zou hij de zaak als valsch verklaren. Ook het opsluiten van den heer E. in het pakhuis wijst op een opzettelijken moord. Nog herinnert spr. aan een verklaring, door dr. Scholtcns in de geheime zitting gedaan, dat de heer E. Teeds op de KameV van IC moet zijn gestorven. Spr. komt nu tot do tenlastelegging van Penders. Deze verdachte heeft niet de lij delijke rol gespeeld, die de verdediging hem toedenkt. Veeleer is hier sprake van mededaderschap. De heer E. was in de kist niet gelegd, doch gestampt. Het argument, dat IC en P. niet meer de gelegenheid zouden hebben gehad om naar het pakhuis terug te keeren, aan vaardt spr. niet. Deze verdachten hebben dat verzuimd. Zij hebban het kostbaarste wat iemand be zit, aan den heer E., den weldoener van één hunner, ontnomen. Zij hebben op af schuwelijke wijze uit roofzucht den moord gepleegd. Gelukkig is in dezen tijd, waarin een menschenlcven niet meer zoo in tel schijnt, lilt misdrijf in den lande met grootcn, al gemecnen weerzin vernomen. Spr. heeft rustig naar verzachtende om standigheden gezocht, doch hij heeft er niet één kunnen vinden. Hij acht bewezen, dat verdachte IC schuldig is aan moord, diefstal en valschheid in geschrifte cn vraagt tc dier zake K.'s veroordeeling lot levenslange gevangenisstra!. Verdachte P. acht hij schuldig aan moord cn heling en spr. eischt diens ver oordeeling tot acht jaar gevangenisstraf. Beide verdachten hooren dezen eisch schijnbaar kalm aan. Op een vraag van den president of zij nog iels in het midden hebben te brengen, antwoorden beiden ont kennend. Mr. Nederveen. verdedigt den verdachte E. Het woord is thans aan mr. Neder veen uit Roermond, den verdediger van verdachte IC Deze schetst eerst met eenige woorden van algemCenen aard de taak des verdedi- ;ing, die zoo geheel anders is dan die van het O.M., dat de vertolker is van den af schuw van het publiek, waartegenover het de plicht der verdediging is tc zoeken naar alles, wat den verdachte in een gunstiger licht kan plaatsen. Als zoodanig heeft de verdediger hoogcre idealen voor le staan dan het O.M. Het requisitoir op den voet volgende, komt pleiter eerst tot de wissel-affaire, Eenige verklaring van den heer E. van hetgeen in de weken voor zijn dood is ge schicd ten deze, ontbreekt hier ten eenen male. Daarover schijnt vóór do tragische gebeurtenis van 9 Mei 1931 niet meer ge sproken te zijn. Toen de heer E. verdwenen was op Mei, heeft K. eigener beweging aan de po lilie inlichtingen verschaft. Van een ver denking van moord was geen sprake. Plei ter critiscert voorts de methode, waarop aan het hoofdbureau de confrontatie heeft plaats gehad. Wat het gevonden briefje aangaat, plei ter heeft dit onmiddellijk toen hij het in handen kreeg aan het Hof afgestaan met het verzoek dit te laten onderzoeken door denzelfden deskundige, die door het O.M. v.-as aangezocht, dr. Hesselink, die do cn dosseering op de kwitantie verklaard had als door K. tc zijn geschreven, terwijl K. dit ontkende. Deze loyaliteit van pleiter heeft het O.M. beloond door thans do des kundigheid van dr. H. te betwisten. Pleiter wijst er vervolgens op, dat met verschillende schrijfmachines schrift met overeenkomstige lettcrafwijkingen kan worden geproduceerd. Hij herinnert aan de verklaring van de hospita van K. en aan het ATAM rapport, waarin zou blijken, dat verdachte K. op het tijdstip van de aanbieding van den wissel aan het jongentje Visser elders was dan bij hot Groote Kerkplein, zoodat niet K den wissel aan het jongentje kan heb ben aangeboden. Pleiter onderbreekt hier zijn pleidooi. Tc ruim 5 uur wordt de zitting geschorst tot Donderdagochtend tien uur. A X. Pelikaan Ijsvogel 23—2 Amsterdam Parijs Marseille 0;j2 Rome 24—2 Athene Mersamatruh •25—2 Cairo Ruthawells 262 Bagdad Boeshir 27—2 Dj ask 28—2 Karachi 28—2 Jodpoer 27—2 Allahabad Calcutta Rangoon 26—2 Bangkok 25—2 Koh-Lak Medan 24—2 Batavia Bandoeng 24—2 Y Vertrek van het eerstvolgende post- vliegtuig van Amsterdam 2 Maart De Maart-allovering van „Meisjesleven". Het eerste bal blijft in het leven van het jonge meisje een belangrijke gebeurtenis. In het nieuwe nummer van „Meisjesleven' (uitg. Valkhoff en Co. te Amersfoort) wijdt N. van SillevoldtHaasse er een gevoelig en geestig versje aan in een toepasselijke pagina-versiering van Willy Bredijk. Met het einde van de vorige eeuw viel het meisjesleven samen van de grootmoe ders van het tegenwoordige geslacht. Het belangrijke verschil tusschen het meisjesleven van toen en nu schetst Anna Polak in haar bijdrage „Grootmoeders Meisjesleven". Herman Besselaar beschrijft do betoovering van Venetié, hoe het won dere sprookje van de lagunen-stad zich openbaart aan den vreemdeling, die de stad bij avond voor de eerste maal binnenkomt. Een verhaal van dezen tijd, „Afzetgc bied", is geschreven door R. W. Doode waardGodschalk, de schrijfster die 1932 met het bekroonde meisjesboek: „Be roepsfilm" naam maakte. Cissy van Marxveldt vervolgt haar cor respondentie van Joop ter Heul, de redac trice, Willy Pétillon, schrijft over omgang met huisdieren, Mr. Coops zet zijn rubriek „Handschrift en Karakter" voort. De prijs vraag „Wat zou je het liefst willen?" gaf aanleiding tot het samenstellen van een bloemlezing uit de binnengekomen ant- woorden, die een raak beeld geeft van wat het moderne meisje zich wenscht. „Meisjesleven" blijft een levendig en on derhoudend blad. EEN NIEUW PERIODIEK. Soest. In onze gemeente is bij, cLa uit gevers gebrs. Alders het eerste nummer van het gccycIostiLeerde maandblad „Uit da Raadszaal" verschenen, waaraan mede werken de hecren Rinke Tolman, Aary v. d. Lcm, P. v. d. Freemen, e.a. De be doeling van dit tijdschrift do naam geeft het reeds aan is om regelmatig raads- crslagen dezer gemeente tc brengen, be nevens verschillende artikelen en ponteckc- ningen van den heer Aary v. d. Lem. In de rubriek „Onze Sterretjes" kunnen de lezers van het blad commentaar geven op dc raadszaal-historie cn al wat daarmee samenhangt. Op de voorpagina van het blad prijkt ccn teekening van het Raadhuis. Donderdag 2 Maart. Hilversum. 8.00 Tijdsein A.V.R.O.-klok. 8.01—10.00 (8.15 Precisie-lijdsein). Gramo- foonmuziek. 10.00 Tijdsein A.V.R.O.-klok, 10.0110.15 Morgenwijding. 10.1510.30 Gramofoonmuziek 10.3011.00 Solistenconcert. Mej. Solange Cats, piano. R. Krol, cello. 11.00—11.30 Cursus knippen van kinder- kleeding door mevrouw Ida de Leeuw van Rees. 5e les. 11.3012.00 Voortzetting Soliatenconcert. 12.00 Tijdsein A.V.R.O.-klok. 12.01—2.00 Lunchconcert door '6 A.V.R.O. klein-orkest o.l.v. Nico Treep. 2.002.30 Halfuur voor de vrouw (na mens de Ned. Ver. van Huisvrouwen).. Me vrouw E. Bosmande Jong: „Vlekken uit maken". 2.302.45 Rustpoos voor de N.S.F. voor het verzorgen van den zender. 2.453.00 Gramofoonmuziek. 3.003.45 (3.15 Precisie-tijdsein). Naaicur sus door mevr. Ida de Leeuw van Rees. 17e les. 3.454.00 Gramofoonmuziek. 4.004.30 Mevr. Ant. van Dijk spreekt voor zieken en ouden van. dagen. 4.305.00 Pianorecital door Lotte Kramp. 5.005.30 Verhalen voor grooiere kinde ren door mevr. Ant. van Dijk. 5.306.30 Vooravondconcert door het A.V.R.O.-karaerorkest o.l.v. Nico Gerharz. 6.307 00 Sportpraatje door H. Hollander, 7.00—7.39 (7.15P recisietijdsein), A.V.R.O. kamerorkest. 7.308.00 Engelscbe les voor gevorderden door Fred Fry. 17e les. 8.00 Tijdsein A.V.R O.-klok. 8.018.05 Nieuwsberichten van Vaz Dias. 8.058.15 Gramofoonmuziek. 8.1510.30 Aansluiting met het Concert-- gebouw te Amsterdam. Abonnementscon cert door het Concertgebouworkest o. 1. v. Pierre Monteux. Solist: Gaspar Cassado, ceilo. O.m. Passacagla en Fuga, Bach, bew. Respighi. Celloconcert, Schubert-Cassadó. In de pauze: voordracht door mr. Ch. C. la Chapelle. 10.3011.00 Kovacs Lajos en zijn orkest. 11.0011.10 Nieuwsberichten van Vaz Dias. 11.1012.00 Kovacs Lajos. 12.00 Tijdsein A.V.RO.-klok Sluiting Huizen: 8.00—9.15 K.R.O. Gramofoonplaten, 10.00 N.C.R.V. Gramofoonplaten, 10.15 Morgendienst. 10.45 Gramofoonplatcn. 11.00 K.R.O. Godsd. halfuurtje. 12.15 Orkestconcert en gram. platem- 2.00 N.C.R.V. Handwerkcursus- 3.00 Voor de vrouw. 4.00 Bijbellezing. 5.00 Orgelbespeling. 5.45 Handenarbeid voor de jeug<x 6.15 Causerie. 6.45 Naaicursus. 7.00 Weekoverzicht 7.45 Ned. Chr. Persbureau. 8.00 Concert door het Gem Zangkoor Ket Lied, o.l.v. G. Akkerman en Gramofoon- platen. 9.0o Causerie door A. J. Drewes. 9.30 Concert door het N.C.R.V.-kleinor-< kest 10.00 Vaz Dias. 11.1511.30 Gram. platex,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 7