ART8HELEN
LUNCHROOM VONK
CREME GEBAK
K. DIKKESGHEY
LETTERKUNDIGE KRONIEK
VARIA
KINDEREN IN DE FILM
CYCLOSTYLE PAPIER
INKT en STENCILS
Fa. H. ELZENAAR
VOOR
NAAR
H. M. WATELER—v. DIJK
VONK'S BEROEMDE
BANKETKOEKJES?
Neemt U eens onze bekende
Nougatine Mokka
Marasquin Sinaasappel
75 cent per stuk
Concertgebouw
„DE VALK"
P. GROENHUIZEN
SCHATORJÉ
VACANT
VACANT
Dameskapper
PERMANENT
Do Erven Burdée, door M. C.
van Zeggelen. (Uitgave Schelte-
ma en Holkema, Amsterdam).
De „Erven Burdée 13, zooals wij uit den
titel al op kunnen maken een familie ro
man.
En het is ook wel een gezellige roman.
Wij zijn dit van Marie van Zeggelen ge
wend. Zij is in de literatuur de gezellige
vertelster niet alleen, zij is ook de bemin
nelijke, lieve gastvrouw, die ons binnen
leidt in de weidsche milieus der oude hui
zen aan de Vecht, waar. haar naam onher
roepelijk aan verbonden zal blijven, die
ons de Amsterdamsclie patriciërswoningen
noodigend laat zien, en die ons ook intro
ductie weet to verschaffen in de artistieke
schildersateliers in haar geliefd Amster
dam.
En zij doet dit in den regel met zoo'n
gracieuse, gastvrije beminnelijkheid, dat wij
ons dadelijk in al die verschillende mili
eu's thuisvoelen, terwijl het ons een beet
je aan 't hart gaat, ze weer te moeten ver
laten.
Maar, is het mogelijk, dat er bij deze
laatste introductie voor de „Erven Burdée"
een zekere matheid in haar noodigend
gebaar ligt? Kan het zijn, dat de druk der
tijden, deze oudo huizen, waarvan zij zoo
houdt, zoowel van buiten als van binnen
zoo veranderd heeft, dat zij hun oude
bekoring gaan verliezen, waardoor het
haar moeilijker dan anders valt, do vlotte
beminnelijk gastvrouw te spelen?
De hartelijkheid der uitnoodiging komt
ons ditmaal to geforceerd voor, en dat is
jammer. Want wij vrcezen, dat de schrijf
ster zich zelf te veel gaat herhalen, waar
door wij een zekere eentonigheid in haar
werk gaan bespeuren.
Is dit niet een euvel, waaraan meerdere
kunstenaars zich schuldig makenop
een eenmaal succesvol thema hardnek
kig in ieder volgend werk door te blijven
borduren, overtuigd, telkens nieuwe suc
cessen daarmede te zullen behalen, terwijl
zij niet inzien, dat zij daardoor aan kracht
van uitbeelding gaan verliezen?
Er is misschien maar één kunstenaar in
onze Hollandscke literatuur die dat kan,
zonder gevaar vervelend of eentonig te
worden, en dat is Herman de Man.
Maar hij toovert ons onze ITollandsche
landschappen ook in steeds nieuwe facet
ten voor de oogen, zooals Maris ons zijn
weiden met koeien in voortdurend sappi
ger tinten gaf.
Maar Marie van Zeggelen's thema's hoe
boeiend, hoe prettig in haar vorige boe
ken behandeld, zij loopen gevaar, afge
zaagd te worden, en dat is jammer voor
baar talent.
Moge dan dit werk al of niet geforceerd
zijn, wij laten ons nu maar binnenleiden in
den fajniliekring, waaromheen zij haar ro
man heeft gespannen, en wij gaan kennis
maken met de kinderen der Erven Burdée,
met Josien en Anne-Marie en met het zieke
lijke broertje Robert of Kokkie.
Annc-Marie komen wij tegen op het
trapbordes van liet oudo Patriciërshuis der
„Erven Burdée" op de Keizersgracht, het
huis, dat na don dood van haar vader,
Jan Willem Burdce uitsluitend als kan
toor voor den papierhandel dienst doet.
De weduwe Burdée woont op een bui
tentje in Gelderland, „de Ravenberg" met
haar oudste dochter Josien en het zwakke
ziekelijke broertje, de 10-jarige stamhou
der der Erven Burdée, die zooals wij be
grijpen wel nooit opvolger in de Erven zal
worden.
De schrijfster nu geeft ons, als wij Anne
Marie die daar op liet bordes wordt uitge
laten door een jongenman, Taco Tjeerda,
den neef en plaatsvervaneer van Jan Wil
lem Burdée, zij geeft ons, zeg ik, door een
geheimzinnig oogknipjo als dadelijk te
kennen, dat deze neef misschien eens nog
wel door teederder banden dan die der
bloedverwantschap aan de „Erven Burdée"
verbonden zal worden.
Deze Anne-Maric, in de wandeling Amie
genoemd, beoefent de schilderkunst en
heeft een kunstvriend en leermeester, Toni
Rulke, dien wij later ook leeren kennen en
door wiens toedoen wij een vluchtig, o,
lieel vluchtig kijkje in de schilders
wereld in Amsterdam krijgen, doch toch
niet zóó vluchtig, of wij zien wel dat veel
liefs daar samen gaat met veel leed.
In tegenstelling tot de spontane, harte
lijke en ontvankelijke Amie, is Josien, de
oudere zuster een mooi, doch rneer hoog
hartig meisje, een die onder koole voor
naamheid haar aandoeningen vorbergt.
Zij koestert een stille liefde voor Taco
Tjeerda, doch, als zij die niet beantwoord
weet, vindt zij vergoeding in de liefde van
den predikant van het dorp waar „de Ra
venberg" ligt, een weduwnaar met zijn
zoontje Jaap, een vriendje van Kokkie, die
door Kokkie zelf als zijn latere opvolger
in de „Erven Burdée" wordt aangewezen.
Araiet je, die wij beurtelings in Amster
dam of op den „Ravenberg" aantreffen,
waar zij haar zieko broertje schildert, een
portret dat haar meesterwerk wordt, heeft
liet meest de sympathio cn aandacht der
schrijfster.
Zij laat ons zien, welk een trouwe ka
meraad zij is voor haar kunstvriend en
leermeester, met hoeveel liefde zij diens
ongeneeslijk zieke vriendinnetje steunt en
laat verzorgen, hoe zij gehecht is aan
haar teere, zwakke broertje, en ook, welk
een lieve vriendin zij is voor Tootje, het
eerzuchtige dochtertje van haar hospita.
Taco Tjeerda's karakter leeren wij het
beste kennen in zijn verhouding tot zijn
grootmoeder Omi, het levenslustige oude
dametje, dat op haar ouden dag muziek-
resencente wordt.
Door toevallige omstandigheden, (een
aanrijding van dit oude dametje) komt het
eerzuchtige typistetje Tootje op het kan
toor van de „Erven Burdée als secretares
se van Taco Tjeerda, met den heimelijk ge-
koesterden wensch, misschien eenmaal zijn
vrouw te worden.
Dit Tootje is noodig om een misverstand
tusschen de twee geliefden, Amietje en
Taco te doen ontstaan. Want het verlief
de Tootje vergeet half onbewust, half
moedwillig een briefje, door Amietje aan
Taco gericht met haar jawoord.
Het vergeten van dit vodje papier sleept
allerlei verdriet achter zich aan, tenslotte
zelfs een vliegongeluk, waardoor Taco tij
delijk blind wordt.
Doch gelukkig lost alles zich tot een
happy end op. Taco's oogen worden weer
ziende, evenals Tootje's tijdelijke verblind
heid geneest, en zij blijft, zij het dan ook
in - ander verband dan zij gedroomd had,
bij de „Erven Burdée.
Een booze, hebzuchtige oom en voogd
van de kleine Kokkie komt zoo nu en dan
in het verhaal om den hoek kijken. Hij
heeft ook al vues op de „Erven Burdée",
in den vorm van een compagnonschap, cn
door zijn speculatiezucht doet hij bijna het
fortuin van de kleine Kokkie te niet
gaan. Maar ook deze dreigendo ramp
wordt tijdig gekeerd cn de „Erven Bur
dée" blijven voor de familie behouden.
Dit boek is verdeeld in verschillende be
titelde hoofdstukken, die hot den lezer ge
makkelijk maken, de verschillende-gebeur
tenissen en intriges in dezen roman te over
zien cn te doen begrijpen.
Marie v. Zeggelen is er meesterlijk in ge
slaagd, al deze hoofdstukken, die ieder op
zich zelf gelezen kunnen worden, toch in
nauw verband met elkaar te brengen en
ze tesamen op te voeren tot een mooie een
heid, een apotheose, voor de „Erven Bur-
dee". Wij voelen hier onmiddellijk de ge
routineerde romancière, want steeds zorgt
zij, dat de lezer den draad van haar verhaal
niet verliezen kan, steeds houdt zij de aan
dacht gespannen.
Dit is de goede zijde van haar werk. Een
der mooiste hoofdstukken is wel „de Moe
der." Zij stelt ons Mevrouw Burdée voor, al
hakende aan een rose sjaal, zittend in den
tuin van den Ravenberg bij haar zieke jon
getje, het jongetje, dat om zijn gedachten
af te leiden de toeren aftelt die zijn moe
der met de glinsterend witte naald haakt.
En ook ons laat Marie v. Zeggelen meetel
len. Iedere toer wordt een. hoofdstuk uit
het leven der Moeder, van jong gevierd
meisje tot verloofde van Jan Wilem Bur
dée, tot zijn gelukkige jonge vrouw, tot de
Moeder zijner twee dochters, tot in haar
liefde bedrogen en teleurgestelde vrouw,
tot wanhopige, die de laatöte vrucht harer
liefde wil vernietigen, om dan ten slotte in
martelend zelfverwijt dit eens zoo weinig
begeerde kind, haar arme jongetje, met al
de koesterende liefde terug te geven wat ze
hem eenmaal heeft willen ontnemen, het
warme, zonnigo leven. Dit stukje is zóó ont
roerend, dat ons tegelijk mot de Moeder bij
de laatste toer de tranen in de oogen komen
cn wij met het zieko jongetje vragen: „Zeg
Moeder, huil je?"
Ook het zieke jongetje zelf is goed be
schreven, het kind, dat maar twee idealen
in zijn leventje heeft, vliegen cn zwijgen
als Gandhi; het zijn juist de twee idealen,
die hij nooit bereiken zal.
Maar naast het goedo geeft deze roman
van Marie v. Zeggelen ook vele redenen tot
opmerkingen.
Allereerst plaatst de schrijver dit hoek in
het kader van eon bepaalden tijd, aldus toe
gevend aan eon bepaalden voorkeur van het
lezend publiek, terwijl zij er, voor dit ver
haal geen enkele reden toe heeft, en het ge
volg is dan ook, dat zij het Kelloggpact, de
oorlog tusschen China en Japan, de Volken
bond, de Vredesbeweging, in een vloek en
een zucht behandelt, zooals het zou ge
beuren op een gezellig avondje tusschen een
partijtje bridge door. Dit is zeer oppervlak
kig, cn wij zijn haast geneigd te vragen of
zij hier opzettelijk jongere schrijfsters gaat
imiteeren, die gewend zijn soortgelijke mo
tieven op eenzelfde luchtige wijze te behan
delen.
Het schijnt ook en vogue te zijn, typiste-
tjes achter matglazen ramen te beschrijven.
Dat jongere schrijfsters dit onderwerp nu
erg interessant vinden is misschien nog be
grijpelijk. Maar Mario v. Zeggelen's gedach-
tensfeer ligt, zoover wij het altijd uit haar
boeken hebben opgemaakt, op ander ter
rein.
Misschien doet zij het ook, evenals zij de
nieuwe aanbouw in Amsterdam beschrijft,
om hot boek in het kader van dozen tijd te
plaatsen, maar wij hebben èn over tijpistes
op kantoren, èn over de nieuwbouw van
Amsterdam èn over dc Sandwich-corner al
zooveel moeten lezen, dat wij er werkelijk
een beetje beu van worden, en wij voelen
dat alles in haar werk niet als een tijdsge
beuren aan.
Nog een bezwaar is, dat wij, behalve
door het geheimzinnig oogknipje, dat de
schrijfster ons gaf in het begin van haar
roman, om do opkomende genegenheid tus
schcn Amietje en Taco Tjeerda te accentec
ren, nergens iets van een groeiende liefde
tusschen die twee bespeuren, totdat Taco
Tjeerda zijn nichtje Amietje uit een moei
lijke impasse redt, waar zij door de boos
aardige oom in is gekomen. Dc plotseling
juichende semming van Ameitje moet ons
dit dan verklaren, maar wij zijn eerder ge
neigd te denken dat dit aanstaand huwelijk
heel ouderwets, zooals het Fransche gezeg
de luidt, tusschen „Monsieur lo Curé" et
Monsieur le Nolaire" is beklonken, tot bloei
en groei van de „Erven Burdee".
Het begin, waarin wij een liefde vermoe
den tusschen Amie en haar kunstvriend
Toni Rulke, deed ons er tragisch ontknoo
ping verwachten, waarin wij werden te
leurgesteld. Het loopt, zooals meerdere
gevallen in dit boek, met een sisser af. en
alles, dat schreef ik reeds, komt zoo
keurig op zijn pootjes terecht, en zoo te
juistortijd, dat het wel een beetje goedkoop
aandoet.
Alle gegevens had zij in den opzet bij dc
hand voor een prachtig, grootsch en tra
gisch gebeuren. Doch zij hoeft or onvoldoen
de gebruik van gemaakt, het bij een schets
matige aanduiding gelaten, terwijl zij het
aan onze phantasie over laat, alles verder
uit te werken. Ik wil niet zeggen, dat het
niet goed zou zijn. de phantatsio van den le
zer een beetje te prikkelen, doch ik geloof
niet, dat dit in de bedoeling van de schrijf
ster heeft gelegen. Wij kunnen dan ook de
„Erven Burdée", al heeft het vele goede
qualiteiten, niet in alle opzichten een ge
slaagd bock noemen. De schrijfster heeft
mee willen roeien in dc moderne stroomin
gen van literatuur, doch zij bleek tegen de
draaikolken, die zich daarin bevinden niet
opgewassen.
Daarom geloovcn wij, dat het beter is
voor dc schrijfster en haar werk, zich te
laten deinen op de kabbelende golfjes van
de Vecht of soortgelijke stroomen.
Het kan niet anders, of zij moet zich
krachtens haar aard, daar beter thuis
voelen.
C. M. BITTER—LANDRÉ.
GEBREK AAN IDEALISME.
In zijn tooneclkroniek in „De Nieuwe
Eeuw" maakt Chr. de Graaff een opmer
king in verband met do tooneelcrisis, dio
inderdaad geldigheid heeft:
,Wel mag er, dunkt mij, eens op gewe
zen worden, dat in de meeste beschouwin
gen over den nood van het theater zoo wei
nig gezegd is over het gebrek aan idealis
me bij de meeste Nedcrlandschc tooneel-
dircctcuren van tegenwoordig. Het moge
waar zijn, dat de kunstenaar niet van idea
len kan leven, zonder artistiek idealisme
kan hij geen kunstenaar zijn. En van vele
acteurs, die op het oogenblik in ons land
een gezelschap leiden, moet inderdaad wor
den gezegd dat zij als leider geen kunste
naar zijn, dikwijls wel als acteur, soms ook
als regisseur van enkele stukken, doch
slechts zeer zelden in den zin waarin bij
voorbeeld Stanislawsky, Rcinhart, Copcau
of Royaards tooneelleidcrs zijn of waren.
Dit is niet alleen eon kwestie van talent,
maar vooral ook van artistiek verantwoor-
delijkshcidsgevocl. Wie zijn verantwoorde
lijkheid als kunstenaar kent, kan tot het
publiek afdalen door kasstukken te geven,
wanneer hij meent dat dit onvermijdelijk
is ofschoon het meestal het begin van
het einde beteekent, ervan af to zien, het
publiek op te voeden, maar hij zal nooit
met knoeiwerk voor den dag komen.
Royaards heeft tal van blijspelen van nogal
ering allooi opgevoerd, maar ook die op
voeringen waren steeds tot in de kleinste
détails voortreffelijk verzorgd. Hij heeft
vaak met zeer middelmatige spelers moe
ten werken, maar hij rustte niet, oer hij
ook met zulke acteurs behoorlijk voor den
dag kon komen: zijn repetitielokaal was
tevens een tooncelschool.
Tegenwoordig is daarvan bij de meeste
gezelschappen geen sprake. Het moge dan
waar zijn, dat de financieele nood de be
hoorlijke voorbereiding zeer bemoeilijkt,
even zeker is het, dat er thans in Neder
land roofbouw op tooneelgebied wordt ge
pleegd, met het gevolg dat men van kwaad
voortdurend tot erger vervalt."
DE BEROEMDSTE DIAMANTEN
TER WERELD.
Wellicht zal het onzen lezers intcressee-
ren iets tc weten omtrent eenige der be-
roemdste diamanten ter wereld.
De Koh-I-Noor, de Orloff, do Regent, de
Excelsior, do Florentijn, dc Sancy, de
Blauwe Hope Diamant.
De Koh-I-Noor.
Dc Koh-I-Noor of Berg des Lichts wordt
reeds in het laatst der 12e eeuw in de
historie genoemd cn zijn geschiedenis is
een verzameling van dc meest romantische
avonturen. Hij behoorde eeuwen lang aan
Indische vorsten en later aan de Oost-In
dische Compagnie, die hem ten geschenke
gaf aan de Engelscho Koningin Victoria.
Toentertijd woog hij 1S6% karaat. Daarna
werd hij om enkele vlekken weg te nemen,
verslepen en zijn gewicht was daardoor
106 karaat geworden.
Do Orloff.
De Orloff is een steen van het allerzui
verste water en weegt 193 X karaat. Men
zegt dat, toen hij ontdekt werd, hij het
eene oog vormde van een afgodsbeeld in
Indie. Een Fransch soldaat brak hem eruit
omstreeks 1700, cn hij ging van hand tot
hand, tot een Engelsch zeekapitein hem
kocht voor 2000. De Russische prins Or
loff kocht hem in 1791 te Amsterdam en
vereerde hem aan keizerin Katarina van
Rusland.
Do Regent
Dc Regent (of Pitt) was in ruwen staat
een der grootste en zuiverste der Indische
steenen. Hij werd door een slaaf gevonden
en werd gekocht door don onderkoning
Pltt te Madras.
In 1717 kocht de Hertog van Orleans
hem voor een millioen dollars. De ruwe
steen woog 410 karaat; maar na 't slijpen
nog slechts 136%.
In 1792 werd hij gestolen, maar kwam
weer terecht. Napoleon I gaf hem in pand,
toen hij een leening wilde sluiten, maar
kreeg hem later weer in bezit.
De Regent behoort tot de Fransche Rijks-
juweelen, die door belangstellenden kun
nen worden bezichtigd.
De Excelsior.
Do Excelsior of Jubilé-diamant werd 35
jaar geleden gevonden te Jagersfontein in
Zuid-Afrika. Hij is volmaakt van kleur en
zonder eenig gebrek. Toon hij go vonden
werd, bleek het noodzakelijk hem te kloo-
ven, omdat er in zijn middelpunt een
zwarte plek zat. Ongekloofd woog de steen
971% karaat, na het klooven 239 karaat.
De Florentijn.
De Florentijn wordt soms ook genoemd
de Groothertog van Toskane. Zijn gewicht
wordt geschat op 133% karaat en hij be
hoorde tot de Oostenrijksche Kroonjuwce-
len. Hij is schitterend, helder, vurig en
schoon, maar heeft een duidelijk waar
neembare gele kleur.
De Blauwe Hope-Diamant.
De Blauwe Hope-Diamant is een won
dervolle steen saficr-blauw van kleur en
van buitengewonen luister. Een eeuw gele
den werd hij gevonden en maakt een
deel uit van de rijke verzameling edelstee-
nen van den bankier Henry Philip Hope.
In zijn tegenwoordigen vorm geslepen
weegt hij 144% karaat.
Eigenlijke hoorspelacteurs
heeft ons land tot dusver
nog niet gevonden. Het
Teeken des Kruises.
In Filmliga hoeft Fritz Rosenfeld
een aantrekkelijk artikel over kinderen in
de film, waarin hij zeer juiste beschouwin
gen plaatst.
„Op het gewone tooneel, zegt bij, „is het
effect van een acteerend kind op zijn best
genoemen iets „liefs", meestal echter is
liet iets onnatuurlijks eü daardoor pijn
lijks. Het zegt, half naar het publiek kij
kend, zijn claus en weet niet hoe het een
gemakkelijk applausje in ontvangst moet
nemen. Voor den waren kindervriend
hebben zulke theatrale dressuurscènes nu
eenmaal iets onteerends en neerdrukkends.
Nu is weliswaar het werk onder de
schijnwerpers van een filmstudio in geen
enkel opzicht makkelijker dan op de plan
ken van het tooneel, maar dc goede kinder
film, zooals er thans reeds velen gemaakt
worden, heeft het groolc voordeel, dat het
een frisch en oorspronkelijk speeltalent van
een kind niet in het keurslijf van het
grootemenschendrama perst, maar, zich aan
passend aan den eigenaard en do psycho
logie van het kind, met veel meer liefde de
individualiteit van den jongen acteur naar
voren tracht te brengen. In de film speelt
het kind geen „rol", het speelt „zichzelf". De
grenzen tusschen spel en werkelijkheid zijn
opgeheven, de schijn, gaat voor het kind
over in het wezen. Als er in een kinder
film gevochten wordt, wordt er ook werke
lijk gevochten, als oen kind antipathieën
tegen bepaalde mcnschen moet spelen:
moet het dit ook wérkelijk voelen, het
kan liefde even weinig huichelen als het
belangstelling voor een ding of voor een
dier kan huichelen, zijn spel is hem heilige
ernst en moet het voor hem zijn, omdat de
film zooveel mccdoogenloozcr en wreeder
rogistreert en allo gedachte aan het op
zeggen van een lesje in een zeer onder
geschikte rol op het tooneel hier verval
len is.
In de film moet het kind in de eerste
plaats bijgebracht worden, dat het geen too
neel spoelt on niet door camera en micro
foon bcspionneerd wordt. Een kinderfilm
kan alleen gemaakt worden als de regis
seur een soort oompje is dat meespeelt en
zijn kameraden moeten in de eerste plaats
werkelijke speelnootjes zijn. De drilmetho-
de, voor do vertooning in den schouwburg
van avond tot avond noodig, wordt in de
moderne kinderfilm vervangen door het
volle, oprechte, psychologisch verantwoor
de aandocl van het kind aan het spel van
het geheel, waarvan het onbewust in het
centrum staat.
Dat dan mettertijd dc oorspronkelijke cn
natuurlijke vreugde van het kind aan het
spel toch verandert in bewust comedian-
tendom cn het kind waanwijs en ijdel
wordt, is uitsluitend de schuld van een
commercieel filmbedrijf dat om zakelijko
redenen ook uit de kinderen kleine „ster
ren" maakt."
Het opvallendste en treurigste voorbeeld
van de vervlakking van een oorspronkelijk
groot talent tot tooneclmatige routine biedt,
aldus Rosenfeld, de ontwikkelingsgang van
Jackie Coogan.
Kinderfilms zijn en blijven een speciali
teit van Hollywood. De tooncelalluro van
de Amerikaansche film was van jongs af
natuurlijker en minder „theatraal" dan
die van het ongecultiveerde cn overbewus-
te Europa.
„Moester in het regisseeren van kinder
films in hun eigen sfeer is Norman Tau
rogg, die voor de Paramount een heele
serie draaide, waaronder de prachtige film
„Skippy" met den begaafden kleinen Jackie
Cooper, met Jackie Searl cn Mitzi Green,
daarna de film „Zijne Majesteit staakt",
die eon welgeslaagde parodie op den kin-
der-stcrrencultus van Hollywood is, en
naar Mark Twain's bekend kinderbook
ook „Huckleberry Finn", met Junior Dur-
kin in de titelrol en den reeds halfwassen
Jackie Coogan als Tom Sawyer."
„In Europa werden de laatste jaren twee
groote kinderfilms vertoond: in Berlijn
„Emil und die Detcktive", naar het heer
lijke kinderboek van Erich Kastner, in
Rusland „Der Weg ins Lcben", een aangrij
pende film uit de wereld van hot ver
waarloosde kind, zooals zij na den burger
oorlog ouderloos in de straten der groote
stoden en in de dorpen rondzwierven, klei
ne dievenbenden vormden en door mo
derne, verstandige opvoeders eerst na lan
ge en opofferende zorgen aan de maat
schappij teruggegeven konden worden. Een
andere brillonte Russische kinderfilm,
„Kastnnka", de allerminst sentimcnteele
geschiedenis van een armen hond cn zijn
kleinen meester, heeft men in het Westen
heiaas nog niet vertoond-"
VRAAGT PRIJSOPGAAF
Langestraat 84
Telefoon 528
DROGISTERIJ.
Apoth. Ass.
Hcndr. v. Viandenstr. 30. Tel. 1213,
Hebt U al eens kennis
gemaakt met
In vie.r smaken
Telefoon 281
Groote on kleine zalen
disponibel
voor feesten, partijen enz.
EIGEN FABRIKAAT PAASCHEITJES.
NOUGATEIEREN SLAGROOM.
TWEE BELANGRIJKE PUNTEN
,0 1^*7)
JTJ U
voor
UEd.l
BANKETBAKKER EN KOK)'
A M E RS F O O RT
NEEMT ZONDAGS VERSCH GEBAK.
VOORAL IN SLAGROOM GROOTE
SORTEERING.
Bezorginq Zondags aan huis tot 1 uur n.m.
WINKEL GEOPEND van 113 uur n.m.
DROGISTERIJ „DE GAPER"
JULIANAPLEIN 4. TELEFOON 635
NAAST APOTHEEK HAAN
In voorraad:
Devco-Occulta Spatader- en Steun-
kousen zonder gummi en
Lasticflor elastieken kousen met
gummi. Pracht kousen, welke a3n
alle verwachtingen voldoen per paar
18.75.
H. v .Viandenstraat 20 Tel. 1681
Vertrouwd en vakkundig adres
voor Uw