ART8HELEN LUNCHROOM VONK CREME GEBAK K. DIKKESGHEY LETTERKUNDIGE KRONIEK VARIA KINDEREN IN DE FILM CYCLOSTYLE PAPIER INKT en STENCILS Fa. H. ELZENAAR VOOR NAAR H. M. WATELER—v. DIJK VONK'S BEROEMDE BANKETKOEKJES? Neemt U eens onze bekende Nougatine Mokka Marasquin Sinaasappel 75 cent per stuk Concertgebouw „DE VALK" P. GROENHUIZEN SCHATORJÉ VACANT VACANT Dameskapper PERMANENT Do Erven Burdée, door M. C. van Zeggelen. (Uitgave Schelte- ma en Holkema, Amsterdam). De „Erven Burdée 13, zooals wij uit den titel al op kunnen maken een familie ro man. En het is ook wel een gezellige roman. Wij zijn dit van Marie van Zeggelen ge wend. Zij is in de literatuur de gezellige vertelster niet alleen, zij is ook de bemin nelijke, lieve gastvrouw, die ons binnen leidt in de weidsche milieus der oude hui zen aan de Vecht, waar. haar naam onher roepelijk aan verbonden zal blijven, die ons de Amsterdamsclie patriciërswoningen noodigend laat zien, en die ons ook intro ductie weet to verschaffen in de artistieke schildersateliers in haar geliefd Amster dam. En zij doet dit in den regel met zoo'n gracieuse, gastvrije beminnelijkheid, dat wij ons dadelijk in al die verschillende mili eu's thuisvoelen, terwijl het ons een beet je aan 't hart gaat, ze weer te moeten ver laten. Maar, is het mogelijk, dat er bij deze laatste introductie voor de „Erven Burdée" een zekere matheid in haar noodigend gebaar ligt? Kan het zijn, dat de druk der tijden, deze oudo huizen, waarvan zij zoo houdt, zoowel van buiten als van binnen zoo veranderd heeft, dat zij hun oude bekoring gaan verliezen, waardoor het haar moeilijker dan anders valt, do vlotte beminnelijk gastvrouw te spelen? De hartelijkheid der uitnoodiging komt ons ditmaal to geforceerd voor, en dat is jammer. Want wij vrcezen, dat de schrijf ster zich zelf te veel gaat herhalen, waar door wij een zekere eentonigheid in haar werk gaan bespeuren. Is dit niet een euvel, waaraan meerdere kunstenaars zich schuldig makenop een eenmaal succesvol thema hardnek kig in ieder volgend werk door te blijven borduren, overtuigd, telkens nieuwe suc cessen daarmede te zullen behalen, terwijl zij niet inzien, dat zij daardoor aan kracht van uitbeelding gaan verliezen? Er is misschien maar één kunstenaar in onze Hollandscke literatuur die dat kan, zonder gevaar vervelend of eentonig te worden, en dat is Herman de Man. Maar hij toovert ons onze ITollandsche landschappen ook in steeds nieuwe facet ten voor de oogen, zooals Maris ons zijn weiden met koeien in voortdurend sappi ger tinten gaf. Maar Marie van Zeggelen's thema's hoe boeiend, hoe prettig in haar vorige boe ken behandeld, zij loopen gevaar, afge zaagd te worden, en dat is jammer voor baar talent. Moge dan dit werk al of niet geforceerd zijn, wij laten ons nu maar binnenleiden in den fajniliekring, waaromheen zij haar ro man heeft gespannen, en wij gaan kennis maken met de kinderen der Erven Burdée, met Josien en Anne-Marie en met het zieke lijke broertje Robert of Kokkie. Annc-Marie komen wij tegen op het trapbordes van liet oudo Patriciërshuis der „Erven Burdée" op de Keizersgracht, het huis, dat na don dood van haar vader, Jan Willem Burdce uitsluitend als kan toor voor den papierhandel dienst doet. De weduwe Burdée woont op een bui tentje in Gelderland, „de Ravenberg" met haar oudste dochter Josien en het zwakke ziekelijke broertje, de 10-jarige stamhou der der Erven Burdée, die zooals wij be grijpen wel nooit opvolger in de Erven zal worden. De schrijfster nu geeft ons, als wij Anne Marie die daar op liet bordes wordt uitge laten door een jongenman, Taco Tjeerda, den neef en plaatsvervaneer van Jan Wil lem Burdée, zij geeft ons, zeg ik, door een geheimzinnig oogknipjo als dadelijk te kennen, dat deze neef misschien eens nog wel door teederder banden dan die der bloedverwantschap aan de „Erven Burdée" verbonden zal worden. Deze Anne-Maric, in de wandeling Amie genoemd, beoefent de schilderkunst en heeft een kunstvriend en leermeester, Toni Rulke, dien wij later ook leeren kennen en door wiens toedoen wij een vluchtig, o, lieel vluchtig kijkje in de schilders wereld in Amsterdam krijgen, doch toch niet zóó vluchtig, of wij zien wel dat veel liefs daar samen gaat met veel leed. In tegenstelling tot de spontane, harte lijke en ontvankelijke Amie, is Josien, de oudere zuster een mooi, doch rneer hoog hartig meisje, een die onder koole voor naamheid haar aandoeningen vorbergt. Zij koestert een stille liefde voor Taco Tjeerda, doch, als zij die niet beantwoord weet, vindt zij vergoeding in de liefde van den predikant van het dorp waar „de Ra venberg" ligt, een weduwnaar met zijn zoontje Jaap, een vriendje van Kokkie, die door Kokkie zelf als zijn latere opvolger in de „Erven Burdée" wordt aangewezen. Araiet je, die wij beurtelings in Amster dam of op den „Ravenberg" aantreffen, waar zij haar zieko broertje schildert, een portret dat haar meesterwerk wordt, heeft liet meest de sympathio cn aandacht der schrijfster. Zij laat ons zien, welk een trouwe ka meraad zij is voor haar kunstvriend en leermeester, met hoeveel liefde zij diens ongeneeslijk zieke vriendinnetje steunt en laat verzorgen, hoe zij gehecht is aan haar teere, zwakke broertje, en ook, welk een lieve vriendin zij is voor Tootje, het eerzuchtige dochtertje van haar hospita. Taco Tjeerda's karakter leeren wij het beste kennen in zijn verhouding tot zijn grootmoeder Omi, het levenslustige oude dametje, dat op haar ouden dag muziek- resencente wordt. Door toevallige omstandigheden, (een aanrijding van dit oude dametje) komt het eerzuchtige typistetje Tootje op het kan toor van de „Erven Burdée als secretares se van Taco Tjeerda, met den heimelijk ge- koesterden wensch, misschien eenmaal zijn vrouw te worden. Dit Tootje is noodig om een misverstand tusschen de twee geliefden, Amietje en Taco te doen ontstaan. Want het verlief de Tootje vergeet half onbewust, half moedwillig een briefje, door Amietje aan Taco gericht met haar jawoord. Het vergeten van dit vodje papier sleept allerlei verdriet achter zich aan, tenslotte zelfs een vliegongeluk, waardoor Taco tij delijk blind wordt. Doch gelukkig lost alles zich tot een happy end op. Taco's oogen worden weer ziende, evenals Tootje's tijdelijke verblind heid geneest, en zij blijft, zij het dan ook in - ander verband dan zij gedroomd had, bij de „Erven Burdée. Een booze, hebzuchtige oom en voogd van de kleine Kokkie komt zoo nu en dan in het verhaal om den hoek kijken. Hij heeft ook al vues op de „Erven Burdée", in den vorm van een compagnonschap, cn door zijn speculatiezucht doet hij bijna het fortuin van de kleine Kokkie te niet gaan. Maar ook deze dreigendo ramp wordt tijdig gekeerd cn de „Erven Bur dée" blijven voor de familie behouden. Dit boek is verdeeld in verschillende be titelde hoofdstukken, die hot den lezer ge makkelijk maken, de verschillende-gebeur tenissen en intriges in dezen roman te over zien cn te doen begrijpen. Marie v. Zeggelen is er meesterlijk in ge slaagd, al deze hoofdstukken, die ieder op zich zelf gelezen kunnen worden, toch in nauw verband met elkaar te brengen en ze tesamen op te voeren tot een mooie een heid, een apotheose, voor de „Erven Bur- dee". Wij voelen hier onmiddellijk de ge routineerde romancière, want steeds zorgt zij, dat de lezer den draad van haar verhaal niet verliezen kan, steeds houdt zij de aan dacht gespannen. Dit is de goede zijde van haar werk. Een der mooiste hoofdstukken is wel „de Moe der." Zij stelt ons Mevrouw Burdée voor, al hakende aan een rose sjaal, zittend in den tuin van den Ravenberg bij haar zieke jon getje, het jongetje, dat om zijn gedachten af te leiden de toeren aftelt die zijn moe der met de glinsterend witte naald haakt. En ook ons laat Marie v. Zeggelen meetel len. Iedere toer wordt een. hoofdstuk uit het leven der Moeder, van jong gevierd meisje tot verloofde van Jan Wilem Bur dée, tot zijn gelukkige jonge vrouw, tot de Moeder zijner twee dochters, tot in haar liefde bedrogen en teleurgestelde vrouw, tot wanhopige, die de laatöte vrucht harer liefde wil vernietigen, om dan ten slotte in martelend zelfverwijt dit eens zoo weinig begeerde kind, haar arme jongetje, met al de koesterende liefde terug te geven wat ze hem eenmaal heeft willen ontnemen, het warme, zonnigo leven. Dit stukje is zóó ont roerend, dat ons tegelijk mot de Moeder bij de laatste toer de tranen in de oogen komen cn wij met het zieko jongetje vragen: „Zeg Moeder, huil je?" Ook het zieke jongetje zelf is goed be schreven, het kind, dat maar twee idealen in zijn leventje heeft, vliegen cn zwijgen als Gandhi; het zijn juist de twee idealen, die hij nooit bereiken zal. Maar naast het goedo geeft deze roman van Marie v. Zeggelen ook vele redenen tot opmerkingen. Allereerst plaatst de schrijver dit hoek in het kader van eon bepaalden tijd, aldus toe gevend aan eon bepaalden voorkeur van het lezend publiek, terwijl zij er, voor dit ver haal geen enkele reden toe heeft, en het ge volg is dan ook, dat zij het Kelloggpact, de oorlog tusschen China en Japan, de Volken bond, de Vredesbeweging, in een vloek en een zucht behandelt, zooals het zou ge beuren op een gezellig avondje tusschen een partijtje bridge door. Dit is zeer oppervlak kig, cn wij zijn haast geneigd te vragen of zij hier opzettelijk jongere schrijfsters gaat imiteeren, die gewend zijn soortgelijke mo tieven op eenzelfde luchtige wijze te behan delen. Het schijnt ook en vogue te zijn, typiste- tjes achter matglazen ramen te beschrijven. Dat jongere schrijfsters dit onderwerp nu erg interessant vinden is misschien nog be grijpelijk. Maar Mario v. Zeggelen's gedach- tensfeer ligt, zoover wij het altijd uit haar boeken hebben opgemaakt, op ander ter rein. Misschien doet zij het ook, evenals zij de nieuwe aanbouw in Amsterdam beschrijft, om hot boek in het kader van dozen tijd te plaatsen, maar wij hebben èn over tijpistes op kantoren, èn over de nieuwbouw van Amsterdam èn over dc Sandwich-corner al zooveel moeten lezen, dat wij er werkelijk een beetje beu van worden, en wij voelen dat alles in haar werk niet als een tijdsge beuren aan. Nog een bezwaar is, dat wij, behalve door het geheimzinnig oogknipje, dat de schrijfster ons gaf in het begin van haar roman, om do opkomende genegenheid tus schcn Amietje en Taco Tjeerda te accentec ren, nergens iets van een groeiende liefde tusschen die twee bespeuren, totdat Taco Tjeerda zijn nichtje Amietje uit een moei lijke impasse redt, waar zij door de boos aardige oom in is gekomen. Dc plotseling juichende semming van Ameitje moet ons dit dan verklaren, maar wij zijn eerder ge neigd te denken dat dit aanstaand huwelijk heel ouderwets, zooals het Fransche gezeg de luidt, tusschen „Monsieur lo Curé" et Monsieur le Nolaire" is beklonken, tot bloei en groei van de „Erven Burdee". Het begin, waarin wij een liefde vermoe den tusschen Amie en haar kunstvriend Toni Rulke, deed ons er tragisch ontknoo ping verwachten, waarin wij werden te leurgesteld. Het loopt, zooals meerdere gevallen in dit boek, met een sisser af. en alles, dat schreef ik reeds, komt zoo keurig op zijn pootjes terecht, en zoo te juistortijd, dat het wel een beetje goedkoop aandoet. Alle gegevens had zij in den opzet bij dc hand voor een prachtig, grootsch en tra gisch gebeuren. Doch zij hoeft or onvoldoen de gebruik van gemaakt, het bij een schets matige aanduiding gelaten, terwijl zij het aan onze phantasie over laat, alles verder uit te werken. Ik wil niet zeggen, dat het niet goed zou zijn. de phantatsio van den le zer een beetje te prikkelen, doch ik geloof niet, dat dit in de bedoeling van de schrijf ster heeft gelegen. Wij kunnen dan ook de „Erven Burdée", al heeft het vele goede qualiteiten, niet in alle opzichten een ge slaagd bock noemen. De schrijfster heeft mee willen roeien in dc moderne stroomin gen van literatuur, doch zij bleek tegen de draaikolken, die zich daarin bevinden niet opgewassen. Daarom geloovcn wij, dat het beter is voor dc schrijfster en haar werk, zich te laten deinen op de kabbelende golfjes van de Vecht of soortgelijke stroomen. Het kan niet anders, of zij moet zich krachtens haar aard, daar beter thuis voelen. C. M. BITTER—LANDRÉ. GEBREK AAN IDEALISME. In zijn tooneclkroniek in „De Nieuwe Eeuw" maakt Chr. de Graaff een opmer king in verband met do tooneelcrisis, dio inderdaad geldigheid heeft: ,Wel mag er, dunkt mij, eens op gewe zen worden, dat in de meeste beschouwin gen over den nood van het theater zoo wei nig gezegd is over het gebrek aan idealis me bij de meeste Nedcrlandschc tooneel- dircctcuren van tegenwoordig. Het moge waar zijn, dat de kunstenaar niet van idea len kan leven, zonder artistiek idealisme kan hij geen kunstenaar zijn. En van vele acteurs, die op het oogenblik in ons land een gezelschap leiden, moet inderdaad wor den gezegd dat zij als leider geen kunste naar zijn, dikwijls wel als acteur, soms ook als regisseur van enkele stukken, doch slechts zeer zelden in den zin waarin bij voorbeeld Stanislawsky, Rcinhart, Copcau of Royaards tooneelleidcrs zijn of waren. Dit is niet alleen eon kwestie van talent, maar vooral ook van artistiek verantwoor- delijkshcidsgevocl. Wie zijn verantwoorde lijkheid als kunstenaar kent, kan tot het publiek afdalen door kasstukken te geven, wanneer hij meent dat dit onvermijdelijk is ofschoon het meestal het begin van het einde beteekent, ervan af to zien, het publiek op te voeden, maar hij zal nooit met knoeiwerk voor den dag komen. Royaards heeft tal van blijspelen van nogal ering allooi opgevoerd, maar ook die op voeringen waren steeds tot in de kleinste détails voortreffelijk verzorgd. Hij heeft vaak met zeer middelmatige spelers moe ten werken, maar hij rustte niet, oer hij ook met zulke acteurs behoorlijk voor den dag kon komen: zijn repetitielokaal was tevens een tooncelschool. Tegenwoordig is daarvan bij de meeste gezelschappen geen sprake. Het moge dan waar zijn, dat de financieele nood de be hoorlijke voorbereiding zeer bemoeilijkt, even zeker is het, dat er thans in Neder land roofbouw op tooneelgebied wordt ge pleegd, met het gevolg dat men van kwaad voortdurend tot erger vervalt." DE BEROEMDSTE DIAMANTEN TER WERELD. Wellicht zal het onzen lezers intcressee- ren iets tc weten omtrent eenige der be- roemdste diamanten ter wereld. De Koh-I-Noor, de Orloff, do Regent, de Excelsior, do Florentijn, dc Sancy, de Blauwe Hope Diamant. De Koh-I-Noor. Dc Koh-I-Noor of Berg des Lichts wordt reeds in het laatst der 12e eeuw in de historie genoemd cn zijn geschiedenis is een verzameling van dc meest romantische avonturen. Hij behoorde eeuwen lang aan Indische vorsten en later aan de Oost-In dische Compagnie, die hem ten geschenke gaf aan de Engelscho Koningin Victoria. Toentertijd woog hij 1S6% karaat. Daarna werd hij om enkele vlekken weg te nemen, verslepen en zijn gewicht was daardoor 106 karaat geworden. Do Orloff. De Orloff is een steen van het allerzui verste water en weegt 193 X karaat. Men zegt dat, toen hij ontdekt werd, hij het eene oog vormde van een afgodsbeeld in Indie. Een Fransch soldaat brak hem eruit omstreeks 1700, cn hij ging van hand tot hand, tot een Engelsch zeekapitein hem kocht voor 2000. De Russische prins Or loff kocht hem in 1791 te Amsterdam en vereerde hem aan keizerin Katarina van Rusland. Do Regent Dc Regent (of Pitt) was in ruwen staat een der grootste en zuiverste der Indische steenen. Hij werd door een slaaf gevonden en werd gekocht door don onderkoning Pltt te Madras. In 1717 kocht de Hertog van Orleans hem voor een millioen dollars. De ruwe steen woog 410 karaat; maar na 't slijpen nog slechts 136%. In 1792 werd hij gestolen, maar kwam weer terecht. Napoleon I gaf hem in pand, toen hij een leening wilde sluiten, maar kreeg hem later weer in bezit. De Regent behoort tot de Fransche Rijks- juweelen, die door belangstellenden kun nen worden bezichtigd. De Excelsior. Do Excelsior of Jubilé-diamant werd 35 jaar geleden gevonden te Jagersfontein in Zuid-Afrika. Hij is volmaakt van kleur en zonder eenig gebrek. Toon hij go vonden werd, bleek het noodzakelijk hem te kloo- ven, omdat er in zijn middelpunt een zwarte plek zat. Ongekloofd woog de steen 971% karaat, na het klooven 239 karaat. De Florentijn. De Florentijn wordt soms ook genoemd de Groothertog van Toskane. Zijn gewicht wordt geschat op 133% karaat en hij be hoorde tot de Oostenrijksche Kroonjuwce- len. Hij is schitterend, helder, vurig en schoon, maar heeft een duidelijk waar neembare gele kleur. De Blauwe Hope-Diamant. De Blauwe Hope-Diamant is een won dervolle steen saficr-blauw van kleur en van buitengewonen luister. Een eeuw gele den werd hij gevonden en maakt een deel uit van de rijke verzameling edelstee- nen van den bankier Henry Philip Hope. In zijn tegenwoordigen vorm geslepen weegt hij 144% karaat. Eigenlijke hoorspelacteurs heeft ons land tot dusver nog niet gevonden. Het Teeken des Kruises. In Filmliga hoeft Fritz Rosenfeld een aantrekkelijk artikel over kinderen in de film, waarin hij zeer juiste beschouwin gen plaatst. „Op het gewone tooneel, zegt bij, „is het effect van een acteerend kind op zijn best genoemen iets „liefs", meestal echter is liet iets onnatuurlijks eü daardoor pijn lijks. Het zegt, half naar het publiek kij kend, zijn claus en weet niet hoe het een gemakkelijk applausje in ontvangst moet nemen. Voor den waren kindervriend hebben zulke theatrale dressuurscènes nu eenmaal iets onteerends en neerdrukkends. Nu is weliswaar het werk onder de schijnwerpers van een filmstudio in geen enkel opzicht makkelijker dan op de plan ken van het tooneel, maar dc goede kinder film, zooals er thans reeds velen gemaakt worden, heeft het groolc voordeel, dat het een frisch en oorspronkelijk speeltalent van een kind niet in het keurslijf van het grootemenschendrama perst, maar, zich aan passend aan den eigenaard en do psycho logie van het kind, met veel meer liefde de individualiteit van den jongen acteur naar voren tracht te brengen. In de film speelt het kind geen „rol", het speelt „zichzelf". De grenzen tusschen spel en werkelijkheid zijn opgeheven, de schijn, gaat voor het kind over in het wezen. Als er in een kinder film gevochten wordt, wordt er ook werke lijk gevochten, als oen kind antipathieën tegen bepaalde mcnschen moet spelen: moet het dit ook wérkelijk voelen, het kan liefde even weinig huichelen als het belangstelling voor een ding of voor een dier kan huichelen, zijn spel is hem heilige ernst en moet het voor hem zijn, omdat de film zooveel mccdoogenloozcr en wreeder rogistreert en allo gedachte aan het op zeggen van een lesje in een zeer onder geschikte rol op het tooneel hier verval len is. In de film moet het kind in de eerste plaats bijgebracht worden, dat het geen too neel spoelt on niet door camera en micro foon bcspionneerd wordt. Een kinderfilm kan alleen gemaakt worden als de regis seur een soort oompje is dat meespeelt en zijn kameraden moeten in de eerste plaats werkelijke speelnootjes zijn. De drilmetho- de, voor do vertooning in den schouwburg van avond tot avond noodig, wordt in de moderne kinderfilm vervangen door het volle, oprechte, psychologisch verantwoor de aandocl van het kind aan het spel van het geheel, waarvan het onbewust in het centrum staat. Dat dan mettertijd dc oorspronkelijke cn natuurlijke vreugde van het kind aan het spel toch verandert in bewust comedian- tendom cn het kind waanwijs en ijdel wordt, is uitsluitend de schuld van een commercieel filmbedrijf dat om zakelijko redenen ook uit de kinderen kleine „ster ren" maakt." Het opvallendste en treurigste voorbeeld van de vervlakking van een oorspronkelijk groot talent tot tooneclmatige routine biedt, aldus Rosenfeld, de ontwikkelingsgang van Jackie Coogan. Kinderfilms zijn en blijven een speciali teit van Hollywood. De tooncelalluro van de Amerikaansche film was van jongs af natuurlijker en minder „theatraal" dan die van het ongecultiveerde cn overbewus- te Europa. „Moester in het regisseeren van kinder films in hun eigen sfeer is Norman Tau rogg, die voor de Paramount een heele serie draaide, waaronder de prachtige film „Skippy" met den begaafden kleinen Jackie Cooper, met Jackie Searl cn Mitzi Green, daarna de film „Zijne Majesteit staakt", die eon welgeslaagde parodie op den kin- der-stcrrencultus van Hollywood is, en naar Mark Twain's bekend kinderbook ook „Huckleberry Finn", met Junior Dur- kin in de titelrol en den reeds halfwassen Jackie Coogan als Tom Sawyer." „In Europa werden de laatste jaren twee groote kinderfilms vertoond: in Berlijn „Emil und die Detcktive", naar het heer lijke kinderboek van Erich Kastner, in Rusland „Der Weg ins Lcben", een aangrij pende film uit de wereld van hot ver waarloosde kind, zooals zij na den burger oorlog ouderloos in de straten der groote stoden en in de dorpen rondzwierven, klei ne dievenbenden vormden en door mo derne, verstandige opvoeders eerst na lan ge en opofferende zorgen aan de maat schappij teruggegeven konden worden. Een andere brillonte Russische kinderfilm, „Kastnnka", de allerminst sentimcnteele geschiedenis van een armen hond cn zijn kleinen meester, heeft men in het Westen heiaas nog niet vertoond-" VRAAGT PRIJSOPGAAF Langestraat 84 Telefoon 528 DROGISTERIJ. Apoth. Ass. Hcndr. v. Viandenstr. 30. Tel. 1213, Hebt U al eens kennis gemaakt met In vie.r smaken Telefoon 281 Groote on kleine zalen disponibel voor feesten, partijen enz. EIGEN FABRIKAAT PAASCHEITJES. NOUGATEIEREN SLAGROOM. TWEE BELANGRIJKE PUNTEN ,0 1^*7) JTJ U voor UEd.l BANKETBAKKER EN KOK)' A M E RS F O O RT NEEMT ZONDAGS VERSCH GEBAK. VOORAL IN SLAGROOM GROOTE SORTEERING. Bezorginq Zondags aan huis tot 1 uur n.m. WINKEL GEOPEND van 113 uur n.m. DROGISTERIJ „DE GAPER" JULIANAPLEIN 4. TELEFOON 635 NAAST APOTHEEK HAAN In voorraad: Devco-Occulta Spatader- en Steun- kousen zonder gummi en Lasticflor elastieken kousen met gummi. Pracht kousen, welke a3n alle verwachtingen voldoen per paar 18.75. H. v .Viandenstraat 20 Tel. 1681 Vertrouwd en vakkundig adres voor Uw

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 14