50
DE BEZUINIGINGEN OP ONDERWIJS
BeldanopNo.42
ONZE VERHOUDING MET BELGIE
WETSONTWERP INZAKE
COLLEGEGELDEN
Hebt U een
Taxi of Auto noodig
'ledië
DE MINISTER ZET ZIJN
STANDPUNT UITEEN
VOORZORG OP BORNEO
Geen onmiddellijk gevaar
aanwezig
Ingezonden
HEEFT v. d. BROEK EEN
TWEEDE GOAL GEMAAKT?
MODERNE
MEUBELEN
Fa. J. W. van ACHTERBERG»
f|lectrische\
Installaties
n Reparaties J
Radioprogramma
as
'Maatregelen tegen misbruiken bij de
vivisectie te verwachten
Minister Terpstra's Memorie van
Antwoord
Verschenen is de Memorie van Antwoord
op het Voorloopig verslag der Eerste Ka
nier over de begrooting van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen. Daarin zegt
do minister:
De bezuinigingsmaatregelen.
Te meenen, dat van het effect der bezui
nigingsmaatregelen, die mogelijk blijken,
iets zou overblijven, indien men daarnaast
tot nieuwe omvangrijke uitgaven zou over
gaan, verraadt toch wel een ernstig gemis
aan gevoel voor de realiteit.
Niet verantwoord acht de Minister het
dan ook, in de tegenwoordige omstandig
heden maatregelen voor te stellen ter be
vordering van de gelijkstelling ten aanzien
van het bewaarschoolonderwijs, de verla
ging van de lcerlingenschaal en do verhoo
ging van den leerplichtigen leeftijd.
Gesteld voor de harde noodzakelijkheid,
ook op liet nijverheidsonderwijs -te bezuini
gen, heeft de Minister er met grooten ernst
naar gestreefd dit zóó tc doen, dat niet al
leen dit onderwijs in zijn vitale deolcn niet
wordt geschaad, doch dat dit nog beter
aan zijn eigenlijk doel kan beantwoorden.
Wat betreft de bezwaren, ingebracht te-
gen het leerplan der gymnasia (waarvan
men ten onrechte schijnt te onderstellen,
datjhet cosmographie voorschrijft), gaat do
minister niet zoover, tc beweren, dat zij
allen grond missen. Inderdaad staat het
ooklvoor hem nog niet vast, dat het moge
lijk is aan gymnasia zoodanig ondorwijs
in de exacte wetenschappen te geven, dat
het vrijwel overeenkomt met het onder
wijs, in deze vakken aan de hoogere bur
gerscholen met 5-jarigen cursus B ver
strekt, zonder dat het onderwijs in de klas
sieke talen te veel in het gedrang komt.
Deze zaak zal niet uit het oog mogen wor
den verloren bij het in het leven roepen
van de voorschriften, die noodig zullen we
zen, indien het bij rle Tweede Kamer aan
hangig ontwerp van wet tot regeling van
het Voorbereidend Ilooger en Middelbaar
onderwijs tot wet wordt verheven.
Het vraagstuk der spelling.
Het voorschrijven van een nieuwe offi-
cieele spelling, zooals in het Voorloopig
Verslag wordt aanbevolen, ligt thans niet
in het voornemen der Regeering. Het
vraagstuk van de beperking van de vivi
sectie heeft dc volle aandacht der Regee-
ring. De Minister van Binnenlandsche Za-
kenjoverweegt op dit terrein eenigc regelen
te treffen, teneinde tegemoet te komen aan
de klachten, die nog wel eens worden ge
hoord omtrent misbruiken, welke op dit
terrein zouden bestaan. Het ligt in hot
voornemen door een commissie uit den Ge
zondheidsraad een onderzoek te doen in-
sf elfen naar de mogelijkheid, positieve
voorschriften te geven ten aanzien van do
yi 'iBectie. Da Minister van Binnehlandsclie
Zaken heeft van zijn ambtgenoot van On
derwijs de medewerking ingeroepen ter
aanwijzing van eenige deskundigen, die aan
oo commissie zouden kunnen worden toe
gevoegd
De bezuiniging op het hooger
onderwijs.
De leden dis, hoewel erkennende, dat ook
op de uitgaven van het hooger onderwijs
bezuiniging geboden was, evenwel van oor
dcel waren, dat op dit onderwijs te krach
tig besnoeid is in vergelijking met het la
ger onderwijs en die daarom dc hoop uit
spraken, dat een aanzienlijke bezuiniging
op het lager onderwijs alsnog in overwe
ging zou worden genomen, zijn, naar de
Minister uiteenzet bij hun beschouwingen
uitgegaan van gegevens, die niet juist zijn.
De Minister houdt zich overtuigd, dat de
getroffen maatregelen het hooger onder
wijs niet in zijn bestaansgrond hebben aan
getast; zij zijn daartoe ook te zeer in over
leg met de curatorcncollcges genomen.
Aangezien de minister het voornemen
heeft, naar aanleiding van de voorstellen
der Commissie Weiter, een wetsont
werp inzake de collegegelden
in te dienen, meent hij zich thans van ge-
dachtenwisseling omtrent dit onderwerp te
mogen onthouden.
Naar het den Minister voorkomt, is het
geen in het Voorloopig Verslag met betrek
king tot toekenning van studiebeurzen
wordt betoogd ten aanzien van dé verlee
ning van rcntelooze voorschotten niet vrij
van overdrijving en zou de van deze zaak
gegeven voorstelling licht tot misverstand
kunnen leiden, wat nader wordt uiteenge
zet.
De Minister heeft er geen bezwaar tegen
na te gaan, of de verwachtingen, door jon
gelieden aan gymnasium of hoogere bur
gerschool gewekt, bij hun studie aan de
universiteit of hoogeschool zoo vaak teleur
gesteld hebben als uit de beweringen van
leden valt af te leiden. Hij stelt zich dan
cok voor, om, zoo zoover dit nog niet ge
schiedde, aan de curatorencolleges een op
gave te verzoeken van het verloop der stu
die van de met een beurs begiftigden over
bet tijdvak, waarover gegevens dienaan
gaande kunnen worden verstrekt, waarbij
ten aanzien van hen, wier studie niet met
't gcwenschte gevolg mocht zijn bekroond,
zal zijn na to gaan, aan welke redenen dit
tc wijten is.
Bizondere leerstoelen.
De Minister stemt toe, dat dc groote vrij
heid, welke de Hooger Onderwijswet ten
aanzien van het bezetten van bijzondere
leerstoelen heeft geschonken en de zeer ge
ringe eischcn, voor de instelling en de be
zetting van een bijzonderen leerstoel door
do wet bepaald, inderdaad misbruik van
dit instituut niet denkbeeldig maken. Hij
wijst er ep, dat selectie dan ook in som
mige gevallen reeds is toegepast. Overwo
gen wordt, of door wetswijziging het in
stellen van bijzondere leerstoelen aan stren
gere eischen moet worden gebonden.
De Minister betreurt dat het antwoord
door hem in de Tweede Kamer gegeven
met betrekking tot de bezoldiging der
leeraren, door verscheidene leden niet vol
doende wordt geacht. Te meer doet hem
dit leed, omdat hij, op dat oogenblik voor
dezelfde vraag gesteld, moeilijk een ander
antwoord zou kunnen geven. Hij kan
slechts herhalen, dat cr voor hem geen
reden is om te betwijfelen, dat de Centrale
commissie voor georganiseerd overleg bij
haar adviezen van 1928 ernstig heeft na
gegaan, welke verhouding er moet komen
tusschcn de salarissen der leeraren aan
R.H.B. Scholen eenerzijds en die van dc
overige Rijksambtenaren anderzijds.
Dc Minister beroept zich op een verkla
ring van het Centraal Bureau van voor
bereiding voor ambtenarenzaken, voorzitter
der desbetreffende subcommissie.
Bij de bcoordecling van dc leerplannen
voor liet Nijverheidsonderwijs dfe tot we
deropzegging worden goedgekeurd en waar
van de jaarlijks of halfjaarlijks in te die-
nen lesroosters zijn afgeleid, wordt o.m
ook gelet op een behoorlijke verhouding
tusschcn do aantallen practischc, theore
tische' en dc toeken-lesuren per weck. Het
aantal practijkuron bedraagt aan dc mees
te ambachtsscholen gemiddeld één meer
dan do helft van liet totaal aantal school
uren per week, met een kleine toeneming
van do prac tij klossen in dc hoogere leer
jaren.
De Minister deelt niet in dc moening, dat
een aantal van 38'/s lessen van GO minuten
per weck ternauwernood een goed rcsul
taat van het ambaehtsonderwijs kan waar
borgen.
Hr. Ms. HEEMSKERK.
H. M.'s pantserschip „Heemskerk" is
Maandag uit Funchal vertrokken met be
stemming Nieuwediep.
OFFICIEREN FELS EN VAN BOOVEN IN
HET HOSPITAAL.
Batavia, G Maart (Aneta) Naar wij ver
nemen zijn dc zeeofficieren Fels cn Van
Boovcn in het Militair Hospitaal opge
nomen.
Geen bezoek wordt bij hen toegelaten.
Op Onrust.
Batavia, 6 Maart (Aneta) De geest op
Onrust laat niets te wcnschcn over.
OFFICIEREN ONDER LICHTEN
VORM VAN ARREST.
B a t a v i a, 7 Maart. (Aneta). Naar wij
vernemen zijn alle officieren, die tijdens
de muiterij aan boord van de „De Zeven
Provinciën" aanwezig waren, onder lichten
vorm van arrest gesteld, xi-1. met waarna
ming van den dienst.
NA DE MUITERIJ
Rapport van den Commandant
der Zeven Provinciën.
Batavia, 7 Maart (Aneta). Dc com
mandant van de Zeven Provinciën, kapi
tein ter zee P. Eijkenboom, die in inmid
dels van deze functie werd ontheven en
later geschorst, diende een rapport in over
het verlies van den oorlogsbodem opgrond
van provisioneele instructies van het Hoog
Militair Gerechtshof, welke voorschrijven,
dat, de commandant die aljn bodem ver
liest aan den vijand" tegenover het Hoog
Militair Gerechtshof dit verlies moet justi
ficeeren. Of het begrip vijand op dit geval
toepasselijk is, is nog niet vastgesteld. Het
rapport van den heer Eijkenboom werd in
gediend via den commandant der zee
macht van Indië en doorgezonden naar
het Hoog Militair Gerechtshof in Neder
land, waarop de advocaat-fiscaal aldaar
zal beslissen of termen tot vervolging aan
wezig zijn.
HET VERHOOR DER SCHEPELINGEN.
Batavia, 7 Maart (Aneta). Het verhoor
der honderden inheemsche schepelingen
van de marine, die op Madoora in arrest
zijn, wordt regelmatig voortgezet. Evenals
dit bij de andere schepelingen het geval
is, zullen zij na de verhooren tijdens het
voorloopig onderzoek in tweede instantie
onder cede worden gehoord en vervolgens
naar den krijgsraad worden verwezen
Hij zal geen stukken meer openbaar
H maken tijdens de onder:
handelingen
Blijkens het voorloopig verslag d*»- Kerste
Kamer werden bij het afdeelingsonderzoek
uiteenloopendc meeningen geuit met be
trekking tot het tijdelijk laten rusten van
de besprekingen over de herziening van dc
verdragen van 1839. Tegenover verscheidene
leden, die daarover hun voldoening uit
spraken, waren er eenigc andere, die het
zeer betreurden, dat dientengevolge bcdoel-
d herziening niet binnen de tegenwoordige
parlementaire periode kan worden ten ein
de gebracht. Dc Minister deelt, blijkens zijn
Memorie van Antwoord, uiteraard in het
gevoelen te dezen opzichte door laatst be
doelde leden aan den dag gelegd; hij heeft
zichlrecds vroeger in gelijken zin uilgela
ten.
De hij diezelfde ledfn blijkbaar bestaan
de mecning, dat hij door af tc treden de
totstandkoming van dc herziening zou heb
ben kunnen bespoedigen, mag evenwel niet
onweersproken blijven.
In dc eerste plaats zien deze leden daar
bij over liet hoofd, dat, zooals bij herhaling
in de Staten Generaal is verklaard, inzake
de herziening van dc tractate» van 1839
het tegenwoordig kabinet steeds homogeen
is geweest, zoodat er geen enkele reden is.
om den Minister van zijn ambtgenooten te
willen scheiden. De redenen, waarom het
kabinet van oordeel was, dat. nu over liet
herzieningstractaat niet vóór Paschen 1933
overeenstemming kon worden verkregen
de totstandkoming daarvan tot na de ver
kiezingen in 1933 zou moeten worden ver
schoven, zijn door den Minister in de ver
gadering der Tweede Kamer van 29 No
vember 1.1. in bijzonderheden uiteengezet
cn hebben geen tegenspraak ontmoet. Het
is dan ook nauwelijks denkbaar, dat een
ander kabinet tc dien aanzien een andere
opvatting zou hebben gehad. Daaruit volgt,
dat de stagnatie in het internationaal over
leg daargelaten dat. gelijk ook in het
Voorl. Verslag is opgemerkt, deze stagnatie
uit anderen hoofde nuttig kon zijn door
een aftreden van het kabinet allerminst
zou voorkomen. Niet het door dc Regeering
gevoerde beleid, maar het feit, dat, toen
met Paschen 1932 met België nog geen
overeenstemming was verkregen, een daar
na wellicht nog te sluiten verdrag niet meer
\óór de verkiezingen in het Staatsblad zou
kunnen verschijnen, was oorzaak van het
onderbreken der besprekingen. Deze zijn
sedert dien niet hervat.
Van de inmiddels verloopcn maanden
heeft dc Regeering gebruik gemaakt om
overeenkomstig de ten vorige jare door den
Minister gedane toezegging, met België de
economische onderhandelingen voort te zet
ten, welke, na de zoogenaamde Conventie
van Oucliy, in de vorige maand hebben ge
leid tot het afsluiten aan een nieuw han
delsverdrag, een vestigings- cn arbcidsver-
drag cn een verdrag tot het voorkomen
van dubbele belasting.
In zijn 29 November j.l. in dc Tweede
Kamer bij de behandeling van het onder
havige hoofdstuk gehouden rede, merkte
de Minister op, dat wel eens twijfel bij hem
was opgekomen aangaande de vraag of het
wel goed is geweest, dat hij in 1929, dus
midden in dc in 1928 wederopgevatte ge
dachtewisseling met België, de bescheiden
heeft openbaar gemaakt, die toen met de
Belgische regecring te dier zake waren ge
wisseld.
De Minister meent, dat het verloop dezer
zaak, voor elk kabinet een waarschuwing
cn een aansporing zal moeten zijn, geen
stukken openbaar te maken botreffende een
nict-beeindigde onderhandeling, hoe lang
deze ook moge duren, opdat de beteekenis
dier stukken niet kunne worden misver
staan cn de regecring zelve niet worde be
lemmerd in de onderhandelingsvrijheid. Het
komt der regeering voor, dat ook op dit
punt moot worden teruggekeerd tot een
politiek, die zich nauwkeuriger bij de be
ginselen van ons staatsrecht aansluit. Niet
de pers, niet de meeting hebben aaïi te ge
ven, hoe onderhandeld moet worden, maar
dc regeering onder de uiteindelijke controle
der Volksvertegenwoordiging.
De Minister wcnscht daarom niet in te
gaan op de in het voorloopig verslag ge
maakte opmerkingen. Alleen wenscht hij
nog zijn instemming tc betuigen met de
opvatting, dat bij de door hem nagestreef
de economische toenadering tot Belgié, om
zichtigheid niet uit het oog mag worden
verloren opdat Nederland niet verzeile in
een staatkundige omgeving, waar het naar
de welgevestigde opvatting der regeering
niet behoort.
Betrekkingen met de Sovjet
unie.
De regeering acht geen termen aanwezig,
de Sovjet-Unie dc jure te erkennen. Afge
scheiden van andere overwegingen staan
aan het onderhouden van diplomatieke be
trekkingen met de Sovjet-Unie bedenkin
gen in den weg. die den Minister voorko
men. in dezen tijd, waarin onze staatsorde
niet onnoodig aan haar in den grond vij
andige invloeden behoort te worden bloot
gesteld, niet te worden gecompenseerd dooi
de materieele voordeelen, die daartegen
over zouden kunnen staan. Dc beteekenis
van die voordcelen zal trouwens niet moe
ten worden overschat
Deel der militie opgeroepen in ver
band met den toestand in
het Verre Oosten
Naar de Telegraaf verneemt, is con
deel van de militio op Borneo onder de
wapenen geroepen in verband met den ge
spannen toestand in het Verre Oosten. Dit
wil niet zeggen, dat onmiddellijk gevaar zou
dreigen. De toestand wordt echter door de
autoriteiten als van dusdanigen aard be
schouwd, dat enkele buitengewone maatre
gelen niet achterwege kunnen blijven.
Aan het oproepen van dc militie welker
getalsterkte overigens gering is moet niet
een te groote beteekenis worden gehecht.
De zaak is namelijk deze, dat het Indische
leger in den loop der laatste jaren, vcor-
zooverre het berocpspersoneel betreft, zoo
zeer is ingekrompen, dat men, zoodra zich
iets bijzonder voordoet, al spoedig tot bui
tengewone maatregelen als de bovengenoem
de moet overgaan. Dit oproepen van een
deel der militie heeft zooals gezegd dus niet
de beteekenis, dat onmiddellijk gevaar
dreigt. Er zijn bij de Borneosche olie
havens stukken geschut opgesteld, die met
het oog op den bijzonderen toestand thans
bedieningsmanschappen behoeven
(Buiten verantwoordelijkheid van
de Redactie).
„EET MEER KAAS".
Geachte Redactie,
In de avondbladen van Zaterdag j.l. werd
een interview met dr. Posthuma, oud-rni-
nister van Landbouw, Handel cn Nijverheid,
gepubliceerd, over het noodzakelijke van het
meerdere gebruik van nationale landbouw
producten van eigen bodem.
Volgens dr. Posthuma zou 50 gram kaas
per week meer gegeten door ieder Neder
lander boven de 10 jaar den kaashandel in
ons land zeer ten goede komen.
Natuurlijk kan deze grooterc hoeveelheid
als belegging van den boterham gebruikt
worden, maar het is misschien niet onge
schikt om de huisvrouwen tc laten zien op
welke wijze kaas in verschillende gerechten
verwerkt kan worden.
Dit bracht mij op dc gedachte een kleine
tentoonstelling van dergelijke gerechten te
organiseeren.
De tentoonstelling zal gehouden worden
a.s. Vrijdag van 3—5 uur in de Industrie- cn
Huishoudschool.
Wij hopen op groote belangstelling.
C. J. TEN BOSCH,
directrice der Huishoudschool.
Een verschil tusschen het
Nederlandsche en het
Belgische reglement
De heer C. J. Groothoff schrijft aan do
N.R.Ct.:
Volgens meening van velen, die op dc
hoogte van het door de Hongaren in de
eerste helft van den wedstrijd verdedigde
doel zaten, heeft Nederland in deze helft
door v. d. Broek een tweede doelpunt ge
maakt, dat door den scheidsrechter niet is
toegekend. Het betrof hier een schot, dat
vlak onder dc lat door ging. De bal beroer
de even den bovenkant van het net, hij
werd toen door den doelman weggewerkt.
De lieer Langenus heeft dit niet kunnen
constatceren, daar hij recht voor het doel
stond. Het eigenaardige is echter, dat de
heer Langenus, zelfs indien hij het zou
hebben gezien, geen doelpunt zou hebben
toegekend, daar op dit punt het Nederland
sche reglement, dat in overeenstemming is
met het Engelsche, afwijkt van het Belgi
sche reglement, dat blijkbaar door den heer
Langenus wordt toegepast. Dit laatste bleek
ook uit enkele andere beslissingen.
In het Belgische regiement staat, dat dc
doellijn even breed moet zijn als de doel
palen, derhalve 1234 c.M. en dat een doel
punt eerst is gemaakt als de bal geheel
over den achterkant van de doellijn is ge
weest. In het Nederlandsche reglement
staat evenwel, dat de bal over de binnen
zijde de naar het veld gekeerde zijde
van de doellijn geweest moet zijn, om een
doelpunt te kunnen erkennen. Dat maakt
dus een verschil van 1234 c.M.. De bal is
wel over de voorzijde van dc doellijn ge
weest, daar hij het net achter den paal
aanraakte, doch niet over de achterzijde,
zoodat het volgens het Belgische reglement
geen, doch volgens het Nederlandsche re
glement wèl een doelpunt was!
Hot Belgische reglement gaat van de
stelling uit, dat, zooals gezegd, de lijn 1234
c.M. breed is. Nu zijn echter de lijnen in
het Stadion slechts 5 c.M. breed. Daar het
Belgische reglement voorschrijft, dat de bal
geheel en al het vlak, gevormd door de bui
tenzijde van dwarslat en doelpalen aan
den kant van het net dus overschreden
moet hebben, moet de bal in het Amster-
EIKEN- MET NOTENHOUT
WESTSINGEL MEUBILEERINGEN
damsche stadion 734 c.M. over de doellijn
zijn om een doelpunt op te leveren! Hoe
klopt dat met do internationale bepalin
gen?
Het merkwaardige is, dat deze afwijking
van het Belgische reglement, die op een
blijkbaar onjuisto officieelo verklaring
van de F.I.F.A. berust, bij de spelregclcom-
missie van den K.N.V.B. onbekend is.
Een andere afwijking, die niet in over
eenstemming met de Engelsche reglemen
ten en ook niet met ons reglement is. stel
den wij vast bij het ingooien. Dc heer Lan
genus wil hebben, dat men don bal over
het hoofd ingooit cn dat men hem boven
het hoofd reeds moet loslaten. Dit is bij
ons niet voorgeschreven.
Dc lieer Langenus bestrafto spelers, dis
den bal over het hoofd ingooiden, doch hem
eerst vlak voor hun gelaat loslieten, zooals
spelers in Engeland herhaaldelijk doen.
Het is overigens wel jammer, dat ook bij
internationale wedstrijden geen overeen
stemming bestaat omtrent het aanvallen
van den doelvcrdcdiger. De opvatting van
den heer Langenus stemde b.v. niet over
een met die van den Engelschman Rous,
dio don wedstrijd tegen Zwitserland heeft
geleid. Wij laten daarbij in het midden,
welke opvatting juist is.
Hilversum:
Donderdag 9 Maart,
8.00 Tijdsein A.V.R.O.-klok.
8.0110.00 (8.15 Precisie-tijdsein). Grarno-
foonmuziek.
10.00 Tijdsein A.V.R.O.-Klok.
10.0110.15 Morgenwijding.
10.1510.30 Gramofoonmuziek.
10.3011.00 Solistenconcert. Eveline Ro
driguez Perira, piano. G. Beths, viool. (Aan
de vleugel: Egbert Veen).
12.00 Tijdsein A.V.R.O.-Klolc.
12.012.15 Lunchconcert door 't Omroep
orkest o.l.v. Nico Treep.
2.15—2.30 Rustpoos voor de N.S.F. voor
het verzorgen van den zpnder.
2.303.00 Omroeporkest.
3.00—3.45 (3.15 Precisie-tijdsein). Naaicur
sus door Mevr. Ida de Leeuw van Rees. 18
les.
3.454.00 Gramofoonmuziek.
4.004.30 Mevr. Ant. van Dijk spreekt voor
zieken cn ouden-van-dagen, m.m.v. Dr. J. £-
Gunning JHzn.
4.30—5.00 Piano-recital door Jaap Brill.
5.00—5.30 Verhalen voor grootere kinderen
door Mevr. Ant. van Dijk.
5.30—6.30 Kovacs Lajos en zijn Orkest.
(Refreinzang: Bob Scholte).
6.307.00 Sportpraatje door II. Hollander.
7.007.30 (7.15 Precisie-tijdsein). Kovacs
Lajos.
7.30—8.00 Engelsche les voor gevorderden
door Fred Fry. 18e los.
8.00 Tijdsein A.V.R.O.-Klok.
8.01—8.15 Gramofoonmuziek.
8.15±10.30 Aansluiting met het Concert
gebouw tc Amsterdam. Abonnementscon
cert door het Concertgebouworkest o.I.t.
Pierre Monteux. Solist: Darius Milhaud,
piano.
±10.30—11.30 (11.15 Precisie-tijdsein). Aan
sluiting met het Theater 2arré te Amster
dam. Uitzending van het tweede gedeelte
van Bouwmeescr's revue: „Dat 's goed be
keken!" met Buziau cn Siem Nieuwenhuy-
sen.
11.30—12.00 Gramofoonmuziek.
12.00 Tijdsein A.V.R.O.-Klok. Sluiting
Huizen:
8.00—9.15 K.R.O. Gramofoonpl.
10.00 N.C.R.V. Gramofoonpl
10.15 Morgendienst.
10.45 K.R.O. Gramofoonpl.
11.3012.00 Godsd. halfuur.
12.15 Orkestconcert en Gramofoonpl.
2.00 N.C.R.V. Middagvergadering v.d. Chr.
Historische Vrouwendag uit Hotel De Twee
Steden Palace. Den Haag
4.00 Bijbellezing m.m.v. Zang en orgel.
5.00 Zang door P. C. Brcderode (bas-bari
ton), m.m.v. Mevr. A. Brederode-Bett*nk
(piano).
5.45 Cursus handenarbeid v. d. jeugd.
G.15 Causerie door A. Kuiper.
6.45 Knipcursus.
7.00 Weekoverzicht door C. A. Crayé.
7.45 Ds. D. .T. Couvée: Het geweten in de
litteratuur.
8.15 Ged. uitzending v. d. Willem de Zwij
ger Herdenking in dc Mathenesser-Kerk te
Rotterdam (W.).
9.00 Vervolg causerie Ds. D. J. Couveé.
9.40 Ned. Chr. Persbureau.
9.50 Vaz Dias.
10.00 Orgelconcert door L. Mens, m.m.v. J,
Stotijn (iiobo).
11.0011.30 Gramofoonpl.