50 DE BEZUINIGINGEN OP ONDERWIJS BeldanopNo.42 ONZE VERHOUDING MET BELGIE WETSONTWERP INZAKE COLLEGEGELDEN Hebt U een Taxi of Auto noodig 'ledië DE MINISTER ZET ZIJN STANDPUNT UITEEN VOORZORG OP BORNEO Geen onmiddellijk gevaar aanwezig Ingezonden HEEFT v. d. BROEK EEN TWEEDE GOAL GEMAAKT? MODERNE MEUBELEN Fa. J. W. van ACHTERBERG» f|lectrische\ Installaties n Reparaties J Radioprogramma as 'Maatregelen tegen misbruiken bij de vivisectie te verwachten Minister Terpstra's Memorie van Antwoord Verschenen is de Memorie van Antwoord op het Voorloopig verslag der Eerste Ka nier over de begrooting van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Daarin zegt do minister: De bezuinigingsmaatregelen. Te meenen, dat van het effect der bezui nigingsmaatregelen, die mogelijk blijken, iets zou overblijven, indien men daarnaast tot nieuwe omvangrijke uitgaven zou over gaan, verraadt toch wel een ernstig gemis aan gevoel voor de realiteit. Niet verantwoord acht de Minister het dan ook, in de tegenwoordige omstandig heden maatregelen voor te stellen ter be vordering van de gelijkstelling ten aanzien van het bewaarschoolonderwijs, de verla ging van de lcerlingenschaal en do verhoo ging van den leerplichtigen leeftijd. Gesteld voor de harde noodzakelijkheid, ook op liet nijverheidsonderwijs -te bezuini gen, heeft de Minister er met grooten ernst naar gestreefd dit zóó tc doen, dat niet al leen dit onderwijs in zijn vitale deolcn niet wordt geschaad, doch dat dit nog beter aan zijn eigenlijk doel kan beantwoorden. Wat betreft de bezwaren, ingebracht te- gen het leerplan der gymnasia (waarvan men ten onrechte schijnt te onderstellen, datjhet cosmographie voorschrijft), gaat do minister niet zoover, tc beweren, dat zij allen grond missen. Inderdaad staat het ooklvoor hem nog niet vast, dat het moge lijk is aan gymnasia zoodanig ondorwijs in de exacte wetenschappen te geven, dat het vrijwel overeenkomt met het onder wijs, in deze vakken aan de hoogere bur gerscholen met 5-jarigen cursus B ver strekt, zonder dat het onderwijs in de klas sieke talen te veel in het gedrang komt. Deze zaak zal niet uit het oog mogen wor den verloren bij het in het leven roepen van de voorschriften, die noodig zullen we zen, indien het bij rle Tweede Kamer aan hangig ontwerp van wet tot regeling van het Voorbereidend Ilooger en Middelbaar onderwijs tot wet wordt verheven. Het vraagstuk der spelling. Het voorschrijven van een nieuwe offi- cieele spelling, zooals in het Voorloopig Verslag wordt aanbevolen, ligt thans niet in het voornemen der Regeering. Het vraagstuk van de beperking van de vivi sectie heeft dc volle aandacht der Regee- ring. De Minister van Binnenlandsche Za- kenjoverweegt op dit terrein eenigc regelen te treffen, teneinde tegemoet te komen aan de klachten, die nog wel eens worden ge hoord omtrent misbruiken, welke op dit terrein zouden bestaan. Het ligt in hot voornemen door een commissie uit den Ge zondheidsraad een onderzoek te doen in- sf elfen naar de mogelijkheid, positieve voorschriften te geven ten aanzien van do yi 'iBectie. Da Minister van Binnehlandsclie Zaken heeft van zijn ambtgenoot van On derwijs de medewerking ingeroepen ter aanwijzing van eenige deskundigen, die aan oo commissie zouden kunnen worden toe gevoegd De bezuiniging op het hooger onderwijs. De leden dis, hoewel erkennende, dat ook op de uitgaven van het hooger onderwijs bezuiniging geboden was, evenwel van oor dcel waren, dat op dit onderwijs te krach tig besnoeid is in vergelijking met het la ger onderwijs en die daarom dc hoop uit spraken, dat een aanzienlijke bezuiniging op het lager onderwijs alsnog in overwe ging zou worden genomen, zijn, naar de Minister uiteenzet bij hun beschouwingen uitgegaan van gegevens, die niet juist zijn. De Minister houdt zich overtuigd, dat de getroffen maatregelen het hooger onder wijs niet in zijn bestaansgrond hebben aan getast; zij zijn daartoe ook te zeer in over leg met de curatorcncollcges genomen. Aangezien de minister het voornemen heeft, naar aanleiding van de voorstellen der Commissie Weiter, een wetsont werp inzake de collegegelden in te dienen, meent hij zich thans van ge- dachtenwisseling omtrent dit onderwerp te mogen onthouden. Naar het den Minister voorkomt, is het geen in het Voorloopig Verslag met betrek king tot toekenning van studiebeurzen wordt betoogd ten aanzien van dé verlee ning van rcntelooze voorschotten niet vrij van overdrijving en zou de van deze zaak gegeven voorstelling licht tot misverstand kunnen leiden, wat nader wordt uiteenge zet. De Minister heeft er geen bezwaar tegen na te gaan, of de verwachtingen, door jon gelieden aan gymnasium of hoogere bur gerschool gewekt, bij hun studie aan de universiteit of hoogeschool zoo vaak teleur gesteld hebben als uit de beweringen van leden valt af te leiden. Hij stelt zich dan cok voor, om, zoo zoover dit nog niet ge schiedde, aan de curatorencolleges een op gave te verzoeken van het verloop der stu die van de met een beurs begiftigden over bet tijdvak, waarover gegevens dienaan gaande kunnen worden verstrekt, waarbij ten aanzien van hen, wier studie niet met 't gcwenschte gevolg mocht zijn bekroond, zal zijn na to gaan, aan welke redenen dit tc wijten is. Bizondere leerstoelen. De Minister stemt toe, dat dc groote vrij heid, welke de Hooger Onderwijswet ten aanzien van het bezetten van bijzondere leerstoelen heeft geschonken en de zeer ge ringe eischcn, voor de instelling en de be zetting van een bijzonderen leerstoel door do wet bepaald, inderdaad misbruik van dit instituut niet denkbeeldig maken. Hij wijst er ep, dat selectie dan ook in som mige gevallen reeds is toegepast. Overwo gen wordt, of door wetswijziging het in stellen van bijzondere leerstoelen aan stren gere eischen moet worden gebonden. De Minister betreurt dat het antwoord door hem in de Tweede Kamer gegeven met betrekking tot de bezoldiging der leeraren, door verscheidene leden niet vol doende wordt geacht. Te meer doet hem dit leed, omdat hij, op dat oogenblik voor dezelfde vraag gesteld, moeilijk een ander antwoord zou kunnen geven. Hij kan slechts herhalen, dat cr voor hem geen reden is om te betwijfelen, dat de Centrale commissie voor georganiseerd overleg bij haar adviezen van 1928 ernstig heeft na gegaan, welke verhouding er moet komen tusschcn de salarissen der leeraren aan R.H.B. Scholen eenerzijds en die van dc overige Rijksambtenaren anderzijds. Dc Minister beroept zich op een verkla ring van het Centraal Bureau van voor bereiding voor ambtenarenzaken, voorzitter der desbetreffende subcommissie. Bij de bcoordecling van dc leerplannen voor liet Nijverheidsonderwijs dfe tot we deropzegging worden goedgekeurd en waar van de jaarlijks of halfjaarlijks in te die- nen lesroosters zijn afgeleid, wordt o.m ook gelet op een behoorlijke verhouding tusschcn do aantallen practischc, theore tische' en dc toeken-lesuren per weck. Het aantal practijkuron bedraagt aan dc mees te ambachtsscholen gemiddeld één meer dan do helft van liet totaal aantal school uren per week, met een kleine toeneming van do prac tij klossen in dc hoogere leer jaren. De Minister deelt niet in dc moening, dat een aantal van 38'/s lessen van GO minuten per weck ternauwernood een goed rcsul taat van het ambaehtsonderwijs kan waar borgen. Hr. Ms. HEEMSKERK. H. M.'s pantserschip „Heemskerk" is Maandag uit Funchal vertrokken met be stemming Nieuwediep. OFFICIEREN FELS EN VAN BOOVEN IN HET HOSPITAAL. Batavia, G Maart (Aneta) Naar wij ver nemen zijn dc zeeofficieren Fels cn Van Boovcn in het Militair Hospitaal opge nomen. Geen bezoek wordt bij hen toegelaten. Op Onrust. Batavia, 6 Maart (Aneta) De geest op Onrust laat niets te wcnschcn over. OFFICIEREN ONDER LICHTEN VORM VAN ARREST. B a t a v i a, 7 Maart. (Aneta). Naar wij vernemen zijn alle officieren, die tijdens de muiterij aan boord van de „De Zeven Provinciën" aanwezig waren, onder lichten vorm van arrest gesteld, xi-1. met waarna ming van den dienst. NA DE MUITERIJ Rapport van den Commandant der Zeven Provinciën. Batavia, 7 Maart (Aneta). Dc com mandant van de Zeven Provinciën, kapi tein ter zee P. Eijkenboom, die in inmid dels van deze functie werd ontheven en later geschorst, diende een rapport in over het verlies van den oorlogsbodem opgrond van provisioneele instructies van het Hoog Militair Gerechtshof, welke voorschrijven, dat, de commandant die aljn bodem ver liest aan den vijand" tegenover het Hoog Militair Gerechtshof dit verlies moet justi ficeeren. Of het begrip vijand op dit geval toepasselijk is, is nog niet vastgesteld. Het rapport van den heer Eijkenboom werd in gediend via den commandant der zee macht van Indië en doorgezonden naar het Hoog Militair Gerechtshof in Neder land, waarop de advocaat-fiscaal aldaar zal beslissen of termen tot vervolging aan wezig zijn. HET VERHOOR DER SCHEPELINGEN. Batavia, 7 Maart (Aneta). Het verhoor der honderden inheemsche schepelingen van de marine, die op Madoora in arrest zijn, wordt regelmatig voortgezet. Evenals dit bij de andere schepelingen het geval is, zullen zij na de verhooren tijdens het voorloopig onderzoek in tweede instantie onder cede worden gehoord en vervolgens naar den krijgsraad worden verwezen Hij zal geen stukken meer openbaar H maken tijdens de onder: handelingen Blijkens het voorloopig verslag d*»- Kerste Kamer werden bij het afdeelingsonderzoek uiteenloopendc meeningen geuit met be trekking tot het tijdelijk laten rusten van de besprekingen over de herziening van dc verdragen van 1839. Tegenover verscheidene leden, die daarover hun voldoening uit spraken, waren er eenigc andere, die het zeer betreurden, dat dientengevolge bcdoel- d herziening niet binnen de tegenwoordige parlementaire periode kan worden ten ein de gebracht. Dc Minister deelt, blijkens zijn Memorie van Antwoord, uiteraard in het gevoelen te dezen opzichte door laatst be doelde leden aan den dag gelegd; hij heeft zichlrecds vroeger in gelijken zin uilgela ten. De hij diezelfde ledfn blijkbaar bestaan de mecning, dat hij door af tc treden de totstandkoming van dc herziening zou heb ben kunnen bespoedigen, mag evenwel niet onweersproken blijven. In dc eerste plaats zien deze leden daar bij over liet hoofd, dat, zooals bij herhaling in de Staten Generaal is verklaard, inzake de herziening van dc tractate» van 1839 het tegenwoordig kabinet steeds homogeen is geweest, zoodat er geen enkele reden is. om den Minister van zijn ambtgenooten te willen scheiden. De redenen, waarom het kabinet van oordeel was, dat. nu over liet herzieningstractaat niet vóór Paschen 1933 overeenstemming kon worden verkregen de totstandkoming daarvan tot na de ver kiezingen in 1933 zou moeten worden ver schoven, zijn door den Minister in de ver gadering der Tweede Kamer van 29 No vember 1.1. in bijzonderheden uiteengezet cn hebben geen tegenspraak ontmoet. Het is dan ook nauwelijks denkbaar, dat een ander kabinet tc dien aanzien een andere opvatting zou hebben gehad. Daaruit volgt, dat de stagnatie in het internationaal over leg daargelaten dat. gelijk ook in het Voorl. Verslag is opgemerkt, deze stagnatie uit anderen hoofde nuttig kon zijn door een aftreden van het kabinet allerminst zou voorkomen. Niet het door dc Regeering gevoerde beleid, maar het feit, dat, toen met Paschen 1932 met België nog geen overeenstemming was verkregen, een daar na wellicht nog te sluiten verdrag niet meer \óór de verkiezingen in het Staatsblad zou kunnen verschijnen, was oorzaak van het onderbreken der besprekingen. Deze zijn sedert dien niet hervat. Van de inmiddels verloopcn maanden heeft dc Regeering gebruik gemaakt om overeenkomstig de ten vorige jare door den Minister gedane toezegging, met België de economische onderhandelingen voort te zet ten, welke, na de zoogenaamde Conventie van Oucliy, in de vorige maand hebben ge leid tot het afsluiten aan een nieuw han delsverdrag, een vestigings- cn arbcidsver- drag cn een verdrag tot het voorkomen van dubbele belasting. In zijn 29 November j.l. in dc Tweede Kamer bij de behandeling van het onder havige hoofdstuk gehouden rede, merkte de Minister op, dat wel eens twijfel bij hem was opgekomen aangaande de vraag of het wel goed is geweest, dat hij in 1929, dus midden in dc in 1928 wederopgevatte ge dachtewisseling met België, de bescheiden heeft openbaar gemaakt, die toen met de Belgische regecring te dier zake waren ge wisseld. De Minister meent, dat het verloop dezer zaak, voor elk kabinet een waarschuwing cn een aansporing zal moeten zijn, geen stukken openbaar te maken botreffende een nict-beeindigde onderhandeling, hoe lang deze ook moge duren, opdat de beteekenis dier stukken niet kunne worden misver staan cn de regecring zelve niet worde be lemmerd in de onderhandelingsvrijheid. Het komt der regeering voor, dat ook op dit punt moot worden teruggekeerd tot een politiek, die zich nauwkeuriger bij de be ginselen van ons staatsrecht aansluit. Niet de pers, niet de meeting hebben aaïi te ge ven, hoe onderhandeld moet worden, maar dc regeering onder de uiteindelijke controle der Volksvertegenwoordiging. De Minister wcnscht daarom niet in te gaan op de in het voorloopig verslag ge maakte opmerkingen. Alleen wenscht hij nog zijn instemming tc betuigen met de opvatting, dat bij de door hem nagestreef de economische toenadering tot Belgié, om zichtigheid niet uit het oog mag worden verloren opdat Nederland niet verzeile in een staatkundige omgeving, waar het naar de welgevestigde opvatting der regeering niet behoort. Betrekkingen met de Sovjet unie. De regeering acht geen termen aanwezig, de Sovjet-Unie dc jure te erkennen. Afge scheiden van andere overwegingen staan aan het onderhouden van diplomatieke be trekkingen met de Sovjet-Unie bedenkin gen in den weg. die den Minister voorko men. in dezen tijd, waarin onze staatsorde niet onnoodig aan haar in den grond vij andige invloeden behoort te worden bloot gesteld, niet te worden gecompenseerd dooi de materieele voordeelen, die daartegen over zouden kunnen staan. Dc beteekenis van die voordcelen zal trouwens niet moe ten worden overschat Deel der militie opgeroepen in ver band met den toestand in het Verre Oosten Naar de Telegraaf verneemt, is con deel van de militio op Borneo onder de wapenen geroepen in verband met den ge spannen toestand in het Verre Oosten. Dit wil niet zeggen, dat onmiddellijk gevaar zou dreigen. De toestand wordt echter door de autoriteiten als van dusdanigen aard be schouwd, dat enkele buitengewone maatre gelen niet achterwege kunnen blijven. Aan het oproepen van dc militie welker getalsterkte overigens gering is moet niet een te groote beteekenis worden gehecht. De zaak is namelijk deze, dat het Indische leger in den loop der laatste jaren, vcor- zooverre het berocpspersoneel betreft, zoo zeer is ingekrompen, dat men, zoodra zich iets bijzonder voordoet, al spoedig tot bui tengewone maatregelen als de bovengenoem de moet overgaan. Dit oproepen van een deel der militie heeft zooals gezegd dus niet de beteekenis, dat onmiddellijk gevaar dreigt. Er zijn bij de Borneosche olie havens stukken geschut opgesteld, die met het oog op den bijzonderen toestand thans bedieningsmanschappen behoeven (Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie). „EET MEER KAAS". Geachte Redactie, In de avondbladen van Zaterdag j.l. werd een interview met dr. Posthuma, oud-rni- nister van Landbouw, Handel cn Nijverheid, gepubliceerd, over het noodzakelijke van het meerdere gebruik van nationale landbouw producten van eigen bodem. Volgens dr. Posthuma zou 50 gram kaas per week meer gegeten door ieder Neder lander boven de 10 jaar den kaashandel in ons land zeer ten goede komen. Natuurlijk kan deze grooterc hoeveelheid als belegging van den boterham gebruikt worden, maar het is misschien niet onge schikt om de huisvrouwen tc laten zien op welke wijze kaas in verschillende gerechten verwerkt kan worden. Dit bracht mij op dc gedachte een kleine tentoonstelling van dergelijke gerechten te organiseeren. De tentoonstelling zal gehouden worden a.s. Vrijdag van 3—5 uur in de Industrie- cn Huishoudschool. Wij hopen op groote belangstelling. C. J. TEN BOSCH, directrice der Huishoudschool. Een verschil tusschen het Nederlandsche en het Belgische reglement De heer C. J. Groothoff schrijft aan do N.R.Ct.: Volgens meening van velen, die op dc hoogte van het door de Hongaren in de eerste helft van den wedstrijd verdedigde doel zaten, heeft Nederland in deze helft door v. d. Broek een tweede doelpunt ge maakt, dat door den scheidsrechter niet is toegekend. Het betrof hier een schot, dat vlak onder dc lat door ging. De bal beroer de even den bovenkant van het net, hij werd toen door den doelman weggewerkt. De lieer Langenus heeft dit niet kunnen constatceren, daar hij recht voor het doel stond. Het eigenaardige is echter, dat de heer Langenus, zelfs indien hij het zou hebben gezien, geen doelpunt zou hebben toegekend, daar op dit punt het Nederland sche reglement, dat in overeenstemming is met het Engelsche, afwijkt van het Belgi sche reglement, dat blijkbaar door den heer Langenus wordt toegepast. Dit laatste bleek ook uit enkele andere beslissingen. In het Belgische regiement staat, dat dc doellijn even breed moet zijn als de doel palen, derhalve 1234 c.M. en dat een doel punt eerst is gemaakt als de bal geheel over den achterkant van de doellijn is ge weest. In het Nederlandsche reglement staat evenwel, dat de bal over de binnen zijde de naar het veld gekeerde zijde van de doellijn geweest moet zijn, om een doelpunt te kunnen erkennen. Dat maakt dus een verschil van 1234 c.M.. De bal is wel over de voorzijde van dc doellijn ge weest, daar hij het net achter den paal aanraakte, doch niet over de achterzijde, zoodat het volgens het Belgische reglement geen, doch volgens het Nederlandsche re glement wèl een doelpunt was! Hot Belgische reglement gaat van de stelling uit, dat, zooals gezegd, de lijn 1234 c.M. breed is. Nu zijn echter de lijnen in het Stadion slechts 5 c.M. breed. Daar het Belgische reglement voorschrijft, dat de bal geheel en al het vlak, gevormd door de bui tenzijde van dwarslat en doelpalen aan den kant van het net dus overschreden moet hebben, moet de bal in het Amster- EIKEN- MET NOTENHOUT WESTSINGEL MEUBILEERINGEN damsche stadion 734 c.M. over de doellijn zijn om een doelpunt op te leveren! Hoe klopt dat met do internationale bepalin gen? Het merkwaardige is, dat deze afwijking van het Belgische reglement, die op een blijkbaar onjuisto officieelo verklaring van de F.I.F.A. berust, bij de spelregclcom- missie van den K.N.V.B. onbekend is. Een andere afwijking, die niet in over eenstemming met de Engelsche reglemen ten en ook niet met ons reglement is. stel den wij vast bij het ingooien. Dc heer Lan genus wil hebben, dat men don bal over het hoofd ingooit cn dat men hem boven het hoofd reeds moet loslaten. Dit is bij ons niet voorgeschreven. Dc lieer Langenus bestrafto spelers, dis den bal over het hoofd ingooiden, doch hem eerst vlak voor hun gelaat loslieten, zooals spelers in Engeland herhaaldelijk doen. Het is overigens wel jammer, dat ook bij internationale wedstrijden geen overeen stemming bestaat omtrent het aanvallen van den doelvcrdcdiger. De opvatting van den heer Langenus stemde b.v. niet over een met die van den Engelschman Rous, dio don wedstrijd tegen Zwitserland heeft geleid. Wij laten daarbij in het midden, welke opvatting juist is. Hilversum: Donderdag 9 Maart, 8.00 Tijdsein A.V.R.O.-klok. 8.0110.00 (8.15 Precisie-tijdsein). Grarno- foonmuziek. 10.00 Tijdsein A.V.R.O.-Klok. 10.0110.15 Morgenwijding. 10.1510.30 Gramofoonmuziek. 10.3011.00 Solistenconcert. Eveline Ro driguez Perira, piano. G. Beths, viool. (Aan de vleugel: Egbert Veen). 12.00 Tijdsein A.V.R.O.-Klolc. 12.012.15 Lunchconcert door 't Omroep orkest o.l.v. Nico Treep. 2.15—2.30 Rustpoos voor de N.S.F. voor het verzorgen van den zpnder. 2.303.00 Omroeporkest. 3.00—3.45 (3.15 Precisie-tijdsein). Naaicur sus door Mevr. Ida de Leeuw van Rees. 18 les. 3.454.00 Gramofoonmuziek. 4.004.30 Mevr. Ant. van Dijk spreekt voor zieken cn ouden-van-dagen, m.m.v. Dr. J. £- Gunning JHzn. 4.30—5.00 Piano-recital door Jaap Brill. 5.00—5.30 Verhalen voor grootere kinderen door Mevr. Ant. van Dijk. 5.30—6.30 Kovacs Lajos en zijn Orkest. (Refreinzang: Bob Scholte). 6.307.00 Sportpraatje door II. Hollander. 7.007.30 (7.15 Precisie-tijdsein). Kovacs Lajos. 7.30—8.00 Engelsche les voor gevorderden door Fred Fry. 18e los. 8.00 Tijdsein A.V.R.O.-Klok. 8.01—8.15 Gramofoonmuziek. 8.15±10.30 Aansluiting met het Concert gebouw tc Amsterdam. Abonnementscon cert door het Concertgebouworkest o.I.t. Pierre Monteux. Solist: Darius Milhaud, piano. ±10.30—11.30 (11.15 Precisie-tijdsein). Aan sluiting met het Theater 2arré te Amster dam. Uitzending van het tweede gedeelte van Bouwmeescr's revue: „Dat 's goed be keken!" met Buziau cn Siem Nieuwenhuy- sen. 11.30—12.00 Gramofoonmuziek. 12.00 Tijdsein A.V.R.O.-Klok. Sluiting Huizen: 8.00—9.15 K.R.O. Gramofoonpl. 10.00 N.C.R.V. Gramofoonpl 10.15 Morgendienst. 10.45 K.R.O. Gramofoonpl. 11.3012.00 Godsd. halfuur. 12.15 Orkestconcert en Gramofoonpl. 2.00 N.C.R.V. Middagvergadering v.d. Chr. Historische Vrouwendag uit Hotel De Twee Steden Palace. Den Haag 4.00 Bijbellezing m.m.v. Zang en orgel. 5.00 Zang door P. C. Brcderode (bas-bari ton), m.m.v. Mevr. A. Brederode-Bett*nk (piano). 5.45 Cursus handenarbeid v. d. jeugd. G.15 Causerie door A. Kuiper. 6.45 Knipcursus. 7.00 Weekoverzicht door C. A. Crayé. 7.45 Ds. D. .T. Couvée: Het geweten in de litteratuur. 8.15 Ged. uitzending v. d. Willem de Zwij ger Herdenking in dc Mathenesser-Kerk te Rotterdam (W.). 9.00 Vervolg causerie Ds. D. J. Couveé. 9.40 Ned. Chr. Persbureau. 9.50 Vaz Dias. 10.00 Orgelconcert door L. Mens, m.m.v. J, Stotijn (iiobo). 11.0011.30 Gramofoonpl.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 7