J. A. SCHOTEMAN En.
ST. EMILION GEVESTIGD 1878 UTR.STRAA T17
BEGROOTING ZUIDERZEEFONB5
1928 per f les ch f 1.45. per anker (58.
A. II. VAM MIEUW1CEIÏE M.V.
„L'HIRONDELLE"
HET GRONDONDERZOEK IN
DE WIERINGERMEER
NEDERLAND'S HULP AAN
OOSTENRIJK
WIJZIGING VAN DE
DRANKWET
WIJNHANDEL
TEL. 14S
DE RAMP VAN HET S.S.
„PRINCIPESSA MAFALDA"
Onze Postvliegers
onderweg
W. K. VAN ROSSUM
18 LANGESTRAAT
V oorjaarshoeden
Kos?ê© Beekstp. 6 Tel. 543 Beeke^st.laass 10
COMPLETE MEUBILEERING 18 M 9DELKAMEI1S
HUMORHOEKJE
De minister van waterstaat over den
inpolderingsarbeid
Inzake de begroeting Zuiderzcefonds '33
wordt aan de Memorie van Antwoord aan
de Tweede Kamer het volgende ontleend:
Wat de in de Wicringermeer gevonden
grondsoorten betreft, is het den minister
niet bekend, dat grondmonsters door el
kaar zouden zijn geraakt. Het behoeft
echter niet te verwonderen dat het door
Prof. van Beminden in 1830 ingestelde on
derzoek, omvattende een 120-tal boringen
op een oppervlakte van ongeveer 20.000
H. A. en ook de later nog verrichte aan
vullende 51 boringen geen nauwkeurig
beeld van de ligging en de geaardheid van
de gronden van dezen polder heeft kunnen
geven, daar deze in iiooge mate heterogeen
zijn gebleken Hiermede is geenszins be
aamd, dat het gewonnen land zou tegen
vallen, want hoewel do Wicringermeer
meer zandige gronden bevat dan verwacht
was, stemmen in het algemeen de voorloo-
pige cultuurresultaten op de nog zeer jongo
gronden tot tevredenheid.
Een betrouwbaarder beeld is verkregen
van de gronden in den N.O. polder, aan
gezien uit bovendien veel intensievere bo
ring is gebleken, dat deze homogener zijn
van samenstelling. Op grond van het in
1932 in dezen polder ingestelde onderzoek
mag worden aangenomen, dat de hier aan
wezige grondsoorten grootendeels van goe
de hoedanigheid zijn.
De mcdedeeling, dat de waterstand op
de Wadden gemiddeld 84 c.M. hoogor is
geworden, moet op een misverstand berus
ten. Wel is buiten den afsluitdijk vermeer
dering van het tijverschil (verschil tus-
schen de gemiddelde standen van hoog en
laag water) waargenomen, doch de gemid
delde waterstand in de Waddenzee is na
afsluiting enkele c.M. verlaagd.
De waargenomen veranderingen van hoog
cn laag water stemmen overeen met de
uitkomsten van de daaromtrent door de
commissie-Lorentz opgestelde berekenin
gen, waarmede op zich zelf reeds de waar
schijnlijkheid stijgt, dat ook haar bereke
ningen omtrent de stormvloedshoogten na
de afsluiting zullen worden bevestigd. In
verband hiermede behoeft geen vrees te
bestaan, dat do dijken van Friesland en
Noord-Holland benoorden de afsluiting on
voldoende veiligheid zouden bieden; men
heeft immers de verhooging van die dijken
vastgesteld naar stormvioedsverhoogingen
ten minste 20 pCt. hooger dan de commis-
sie-Lorentz als meest waarschijnlijk aan
nam.
De afwatering.
De stelling, dat de afwatering door den
hoogeren waterstand van het IJselmeer,
veel slechter zou zijn geworden dan werd
verwacht kan de minister niet als juist
erkennen. Wel zijn gedurende den eersten
tijd na de afsluiting en na ongewoon zwa-
ren regenval, hooger waterstanden op het
IJselmeer veroorzaakt dan anders het geval
zou zijn geweest, cn wel doordat wegens
werkzaamheden aan de afwateringssluizcn
deze niet onmiddellijk alle met vol vermo
gen konden werken, maar ook hierdoor is
de afwatering niet ongunstig geworden. Er
is dan ook geen reden om loozing van het
IJselmeer via het Noordzeckanaal te
JJmuiden te overwegen, noch om daartoe
machines op te richten.
In het voorloopig verslag werd verdere
inpoldering vooreerst ontraden, omdat be
twijfeld wordt of de verbouwers van den
grond daarop een bestaan zullen kunnen
vinden on omdat de landbouw door de
huidige exportmoeilijkheden wordt gedwon
gen de productie te beperken, zoodat het
in cultuur brengen van nieuw land daar
mede volkomen in strijd zou zijn. Hierin
moge onder de huidige crisisomstandighe
den waarheid liggen en zulks moge tot
voorzichtigheid manen hij liet nemen van
een besluit tot voortzetting van den inpol-
deringsarbeid, doch niet mag uit het oog
worden verloren, dat ook deze crisis in
haar tegenwoordigen vorm niet van blij-
venden aard is cn dat onze landbouw, ge
lijk deze zulks bij herhaling deed, door
zich te voegen naar gewijzigde toestanden,
zich za' weten te herstellen. Tegen dat tijd
stip zal in verband met toenemende bevol
king ook nieuwe behoefde aan cultuur
gronden zich doen gevoelen.
Het is mogelijk, dat de rente van het in
de eerste jaren voor de inpoldering van
den N.O.-polder benoodigde kapitaal zal
blijven beneden hetgeen als werkloozen-
uitkeerin? van het geschatte getal der be
noodigde arbeidskrachten zou moeten wor
den uitgekeerd, doch daarbij moet worden
bedacht, dat deze gunstige verhouding na
cenige jaren zal vervallen.
Ten laste van de Waterstaatsbegrooting
werden betaald hierbij niet in aanmer
king genomen de bijdrage van 646.500
's jaars. wegens vervroegde droogmaking
van den Noord-Westpolder, noch de uit-
keering ter uitvoering van de Zuiderzee-
eieunw et: in 1928 6.525.000; in 1927
7 000.000; in 1928 f 14.400.000; in 1929
20.610.000: in 1930 35.460.000 en in 1931
38.107.C00.
Voor de jaren 1932 cn 1933. welke nog
niet zijn afgesloten, kunnen geen defini
tieve cijfers worden verstrekt
Daar de jaren 1926/28 voor de Rijksbe-
grooting een batig saldo hebben opgele
verd, zood.it voor die jaren niet behoeft te
worden geleend, kunnen de hierboven bp
doelde uitgaven ook, voorzoover zij als ka
pitaalsuitgaven zijn te beschouwen, geacht
worden te zijn betaald uit de gewone uit
gaven.
Ook de jaren 1929/30 hebben voor den ge
wonen dienst een batig saldo opgeleverd,
dat echter in het reservefonds is gestort.
Gezegd kan worden, dat in 1929 en alle
daarop volgende jaren dc financiering van
de Zuiderzeewerken uit lccninggelden is
geschied.
Ter beantwoording van een gestelde
vraag kan de minister als zijn meaning te
kennen geven, dat de wijze, waarop de Mij.
tot Uitvoering van Zuiderzeewerken de
haar opgedragen werken heeft uitgevoerd,
zijn volle tevredenheid heeft gewekt.
De minister herhaalt gaarne zijn reeds
meermalen afgelegde verklaring, dat bij
doordrongen is van de grootc belangen,
verhonden aan verlaging van het peil van
het IJsselmeer, zoodat hij zooveel in zijn
vermogen is ertoe zal medewerken om die
verlaging zoo spoedig mogelijk tot stand te
brengen.
Zuidcrzeesteunwet.
De minister beijvert zich deze wet zoo
toe te passen, dat goed, snel cn afdoend
ten aanzien van de Zui derzee visscher
wordt opgetreden. Hij voegt daaraan nog
toe, dat wijziging van het K.B. van 19 Mei
1932 op eenige punten door hem wordt be
vorderd.
Wetsontwerp om voor 3 miU
lioen schilling garant
te blijven
Ingediend is een wetsontwerp tot goed
keuring van het Oostenrijksche Protocol
van 15 Juli 1932, alsmede voorzieningen
ten aanzien van die goedkeuring.
Het hierbij ter goedkeuring aangebeden
Protocol, waarbij aan de. Oostenrijksche
regecring een nieuwe buitenlandsche lee
ning van 300 millioen goud-schillingen in
het uitzicht gesteld wordt, is opgesteld
door een door den Volkenbondsraad op 21
Mei 1932 ingestelde commissie.
Het nieuwe Protocol houdt in een be
vestiging van het Protocol no. 1 van 4 Oc
tober 1922 door de landen die dat Proto
col indertijd hebben aanvaard. Staten ech
ter. die indertijd, gelijk Nederland, niet
tot bovengenoemd Protocol no. 1 zijn toe
getreden, nemen bij hun toetreding tot het
Protocol van 15 Juli 1932 geen deel aan
cenige verbintenis ten aanzien van het po
litiek statuut van Oostenrijk.
Krachtens art. 1 van het Protocol zullen
de deelnemende staten aan de Oostenrijk
sche regeering het verkrijgen van een be
drag in vreemd geld mogelijk maken, dat
ten hoogste 300 millioen goudschillingen
netto zal bedragen
Blijkens art. 2 van het onderhavige wets
ontwerp vraagt de Nederlandscho regee
ring machtiging om een netto-bedrag van
ten hoogste 3 millioen goud-schillingen in
hoofdsom cn rente van dc voorgenomen
lecning te garandeeren.
Tot heden hebben behalve Nederland, de
onderstaande landen de volgende bedragen
toegezegd:
Groot Brittinniö 100 millioen schilling
Frankrijk 100
Italië 30
België 5
Zwitserland 8
CERISTELIJK-HISTORISCHE VROUWEN
Bijeenkomst te 's-Gravenhagc.
Het werkcomité voor Christelijk-Histori-
sche Vrouwenactie hield Donderdag to
's-Gravenhage een christelijk-historischc
nationale vrouwendag onder leiding van
den heer J. ter Haar Jr., den waarnemen-
den voorzitter der C.-H. U.
Mej. mr. C. Frida Katz, lid van de Twee
de Kamer, sprak over: „Waarom is poli
tieke belangstelling plicht?'
Spr. wekte de vrouwen op naar den idea
len kant van de politiek te zien: „het die
nen van het volksgeheel".
Zij gaf als redenen op, waarom politieke
belangstelling plicht is: een wettelijke, mo-
reele en practische.
Naast algemeene mannen- en vrouwen
kiesrecht staat de stemplicht, van over
heidswege opgelegd.
Het gaat in de politiek om belangrijke
zaken. Bij deze verkiezingen zal beslist
worden over de samenstelling van de Twee
de Kamer
Spr. hoopte, dat iedere vrouw zal gaan
gevoelen van hoeveel belang het is, door
welke beginselen regecring en volksverte
genwoordiging bij dit alles geleid worden.
Mevr. J. C. van AmstelVan Löben Seis
sprak over „De Chr.-Hist. Unie en de wer
kende vrouw".
Hoevele werkende vrouwen, aldus spr.,
koesteren nog slechts een gedachte: niet
werkloos worden, zich niet laten ontmoedi
gen door de afnemende arbeidsmogelijkhe
den. Loonsverlaging! Zij berust er in, maar
dat houdt niet in, dat thuis niet de zorgen
groeien.
Maar er zijn ook christelijk werkende
vrouwen, die zich sterk weten in en door
God.
Haar beginselen vormen de stuwkracht
opnieuw van iedere komende prot. gene
ratie.
Mevr. A. L. A. RingelingVerhoef be
handelde het onderwerp: „De C.-H. Unie
en de huisvrouw".
Spr. onderstreepte de wisselwerking tus-
schen gezins- en staatkundig leven met
een voorbeeld. Zij aclrtte het o.m. onduld
baar, dat radio-uitzendingen en couranten,
clie het leidend gezag afbreken, toegang
trachten te krijgen tot onze huiskamers.
Jonkvrouwe mr. C. W. M. Wttewaal van
Stoetwegen besprak het vraagstuk: „De
Chr.-IIist Unie en dc Jongeren".
Ook de jeugd en ook dc vrouwen moeten
leorcn kiezen, zekle zij, d.w.z. een beslis
sende keus doen. Op ander terrein,zijn de
vrouwen heusch niet zoo aarzelend, waar-
cm weten zo het ineens niet moer als het
over politiek gaat?
De opmerkingen der Tweede
Kamer beantwoord
Aan de memorie van antwoord betreffen
de het wetsontwerp tot wijziging van dc
artikelen 1, 56, 76, 79 cn 81 cn toevoeging
van artikel 81a der Drankwet, wordt hot
volgende ontleend:
De onrust, die met betrekking tot de
Drankwet hier cn daar ontstaan is, werd
veroorzaakt door den verderen teruggang
van het oeconomisch leven; dit was de di
recte aanleiding tot het voorstellen van
eenige wijzigingen. Had die aanleiding niet
bestaan dan zou vermoedelijk een wetsont
werp, beperkt tot art. 56 van de wet, zijn
ingediend.
De minister betreurt het, dat zeer vele
leden aandrongen op terugneming van
art. II van het wetsontwerp, betreffende
het dansen in verlofs- en vergunningsloka
liteiten. dat een voor do moraliteit van
vele kringen in ons volk zeer noodige voor
ziening inhoudt.
Deze voorziening is voorbereid door het
uitnemende rapport van do commissie in
zake het dansvraagstuk; niemand behoeft
dus onvoorbereid tegenover dit artikel te
staan. De minister acht dit artikel zóó
noodzakelijk, dat hij tot zijn leedwezen aan
den aandrang, het terug te nemen, niet kan
voldoen, maar daartegenover met klem, er
op moet aandringen, dat de Kamer de regee
ring steunt bij haar poging, om een moreel
kwaad, dat zich nog geleidelijk uitbreidt,
zoo krachtig mogelijk tegen te gaan.
Het wetsontwerp was inderdaad voor in
diening gereed toen het ontbindingsbeslii't
viel. De minister heeft gemeend het onver
anderd te mogen en te moeten indienen, ter-
wille van h«t bovenbedoelde groote belang.
De minister geeft bij nota van wijziging
gevolg aan de bij dit artikel gemaakte op
merking. Voor de Nederlandschc wetten
geldt nog als norm een temperatuur van
vijftien graden.
Artikel II. De vraag, of, indien de onder
havige bepaling wet zal zijn geworden, het
dansen in voor het publick toegankelijke
localiteiten, waarvoor een vergunning ot
verlof A, is verleend, bij gemeentelijke ver
ordening zal kunnen worden verboden, be
antwoordt de minister ontkennend.
Artikel IV. Nadat de Drankwet tot stand
kwam cn de onderhandelingen over de li
quidatie van dc pacht toestanden begonnen,
is in de bedrijvm van restaurants, koffie
huizen, enz. de crisis sterk doorgedrongen
cn het bestaan van veel zaken zeer ver
zwakt. Dit maakt het in verschillende ge
vallen moeilijk tot een accoord te komen; de
vraag van den vergunninghouder cn de
draagkracht van den pachter staan te ver
van elkaar af. Het besef, dat de neergang
van het maatschappelijk leven niet maar
een zeer tijdelijk en voorbijgaand schijnsel
is, dringt meer door cn dat zal doen besef
fon, dat ook de waarde van dergelijke za
ken en daarmede de voor die zaken te be
dingen prijzen sterk zijn gedaald.
D3 minister meent, dat hiermede het voor
stel alleszins gemotiveerd is; dit voorstel,
wordt ook door pachters gewaardeerd, al
zijn er ook verschillende pachters, die daar
anders over denken in de verwachting, dat
ie vergunninghouder wel murw zal wor
den, al6 hij maar ziet, dat hij vóór 1 April
den pachter moet toegeven of zijn vergun
ning zal verliezen. Nu de omstandigheden
partijen min of meer hebben overvallen tij
deris het loopende vergunningsjaar, meent
de minister dat haar de gelegenheid om tol
bezinning cn overeenkomst te geraken moet
worden gegeven. Een verdere verlenging
van dezen termijn zou hij bedenkelijk ach
ten, omdat daardoor feitelijk een van de
hoofdbeginselen van de wet van 1931 zou
worden 'Uitgeschakeld voor een groot deel
van het bedrijf. De minister ziet er geen be
zwaar in, dat de wijziging, voorgesteld voor
het tweede lid van art. 79, wordt uitgebreid
tot hen, die op 1 Mei 1931 hun eigen ver
gunning exploiteerden. De billijkheid pleil
daarvoor; de uitbreiding wordt alsnog bij
nota van wijziging aangebracht.
Het verlof A. moet in deze bepaling naast
de vergunning worden genoemd.
BRAND TE ARNHEM.
Arnhem. 9 Maart. Hedenavond is brand
ontstaan op de bovenverdieping van het
perceel van Pallandtstraat 33, waar geves
tigd is het pension Jansen. Een rechercheur
van politie, die langs het huis liep, bemerk
te dat rook uit het pand opsteeg en waar
schuwde tersfond de bewoners, die zich in
allerijl in veiligheid moesten brengen. Do
inmiddels gewaarschuwde brandweer kon
niet verhinderen, dat de geheelc zolderver
dieping en de bovenste étage geheel uit
brandden, terwijl een groot gedeelte van
den inboedel verloren ging.
De benedenverdieping bleef gespaard. De
oorzaak van den brand is onbekend.
DE DOODSLAG TE OSS.
Den Bosch, 9 Maart De rechtbank te
Den Bosch veroordeelde heden den 30-jari-
gen koopman L. v. d. E. te Oss wegens
doodslag op den 23-jarigen J. van Dijk op
29 Dcc. 1.1. te Oss gepleegd, tot 10 maanden
gevangenisstraf.
De officier van justitie had 2Va jaar ge
vangenisstraf geëischt
ltaliaansche onderscheidingen voor
leden der bemanning van het
Nederlandsche s.s. Alhena
Amsterdam, 9 Maart. Men zal zich
nog herinneren, dat vijf jaar geleden het
groote ltaliaansche stoomschip „Princi-
pessa Mafalda" op de Braziliaansche kust
verging op 27 October 1927. De bemanning
van liet Nederlandschc stoomschip „Alhe
na" van de N.V. Stoomvaart Maatschappij
Van Xievclt Goudriaan te Rotterdam red
de 536 opvarenden van het in nood verkee-
rende ltaliaansche schip.
Het moedig optreden van kapitein H.
Smoolenaars en zijn mannen heeft in Ita
lië grooten indruk gemaakt en eenige
maanden geleden heeft de ltaliaansche re
geering getoond, dat zij dat beleidvol op
treden niet was vergeten. Door den consul
van Italië te Rotterdam werden toen red-
dingsmedailles uitgereikt, verleend door de
ltaliaansche regeering. Echter daarmee
bleek dc hulde aan de bemanning van de
„Alkema" niet ten einde.
De koning van Italië heeft toch den eer
sten officier C. H Bakker te I Jmuiden, den
derden officier C. Sissingh te Leeuwarden
en de vierde officieren IT. J. Krijnen te
IJmuiden en W. Raadscn, thans te Ham
burg, benevens den marconist M. A. Wcnt-
zel te Batavia benoemd tot ridder in de
Kroonorde van Italië.
Twee van deze onderscheidingen werden
hedenmorgen hier ter stede ten huize van
den consul-generaal van Italië uitgereikt
en wel aan den eersten officier C. H. Bak
ker en den vierden officier II. J. Krijnen.
De plechtigheid geschiedde in tegen-
wnoi.'dighcid van de hecrcn C- de.Booy se
nior en junior cn Paul den Tex van de
NooH en Zuid-Hollandsche Redding-Maat
schappij en dc lieercn baron Sweerts de
Landas en C. D. Julius van de Zuid-Hol
landsche Maatschappij tot redding van
schipbreukelingen te Rotterdam benevens
den inspecteur van de Scheepvaart te Am
sterdam, dsn heer C. A. G. van der Boom.
De consul-generaal van Italië, de heer
N. II. Ferruccio Luppis di Fcrrara bracht
daarbij de ramp in herinnering cn fiet
moedig optreden van de bemanning van
de „Alhena" cn hechtte daarna namens den
koning van Italië de ridderkruizen op de
borst van de beide officieren.
Door baron Sweerts de Landas werd
dank gezegd voor de onderscheidingen.
Dc onderscheidingen aan drie overige
officieren zullen worden opgezonden naar
hun tegenwoordige woonplaats.
Rijstvog.
Havik
Oehoe
9-3
2—3
Amsterdam
Parijs
9—3
2—3
Mhisci.U»
9—3
3—8
Rome
Athene
Mersanialruh
9—3
4—8
Cairo
Rutbawells
5—3
Bagdad
Bocshir
8—3
6—8
'i-ask
Karachi
7—3
7—3
Jotlpoer
Allahabad
6—8
fi9
Calcutta
5—8
9—S
Rangoon
Bangkok
Knh-I.ak
Modan
Batavia
Bandoeng
4—3
3—3
3—3
Vertrek van het eerstvolgende post
vliegtuig van Amsterdam 16 Maart.
WIJ ETALEEREN DE EERSTE
ATELIER VOOR VERVORMEN
EN VERANDEREN
WILLEM DE ZWIJGER.
Aula-herdenking te Amsterdam.
Amsterdam, 9 Maart. Op initiatief van
de „Wilhelmus van Nas6auwp-Comrnissie 'e
Amsterdam" zal eer. plechtige openbare bij
eenkomst plaats vinden in de Aula der Ge
meentelijke Universiteit op Zaterdag 11
Maart a.s., des namiddags te drie uur, ter
herdenking van de geboorte van Prins Wil
lem van Oranje.
Na oen openingswoord van den Rector-
Magnificus, prof. mr. I. II. Ilijmans, zal
prof. dr. A. A. van Schelven het woord
voeren over: „Een nieuw öpoor bij het Wil
li e.lmus-onderzoek waarna dr. P. N. van
Eijck een rede zal uitspreken over „Het
Wilhelmus".
Voer gesrie Meubelen steeds foSj Nieuwkerk.
Wij hsbbea steeds een uitgebreide sortsering Huiskamer-, Slaapka
mer- en Salenmeubeien, Linoleums, Karpetten, Loapers, Tafel en
ESivankieeden.
sMBaMBBMaaaManBa
EEN TRAM VOL ARRESTANTEN
Dinsdagavond kwam te Rotterdam mevr.
M. A. O. II. S„ die op den Linker Maasoever
woont, met een tram vau lijn 2 uit de stad.
Bij de Vischmarkt bemerkte de reizigster,
dat zij een portemonnaie met 25 gulden
kwijt was. Zij maakte zich erg zenuwachtig
en zocht overal naar haar eigendom. Toen
mevr. H. nergens haar eigendom vond,
waarschuwde ze onmiddellijk den conduc
teur. Inmiddels was de tram in de Reederij-
straat gekomen. Daar waarschuwde de con
ducteur een politie-agcnt. Deze stapte op de
tram cn gaf bevel, dat niemand den motor
wagen mocht verlaten. Men reed naar liet
bureau Nassaukadc. waarna dc tram op
dood spoor in de Oranjeboomstraat werd ge-
eden, zoo vertelt Voorwaarts.
Een der passagiers werd aangehouden,
omdat de benadeelde verklaarde, dat deze
man dicht tegen haar aan gestaan had en
wel in de gelegenheid wa6 geweest om haar
portemonnaie te rollen. Deze „verdachte"
werd uit de tram gehaald en op het politie
bureau gefouilleerd. Men vond evenwel
niets van het eigendom van mevr. H. Nog
vijf andere personen werden gefouilleerd,
maar ook bij hen vond de politie niets van
het verdwenen geld.
Dc tram werd doorzocht, doch ook dit le
verde geen resultaat op. Met een kwartier
vertraging kon de tram de reis naar Char-
lois voortzetten.
Vrouw „Maar ik heb toch een vijltje ver
stopt in dc laatste cake die ik je zond."
Gedetineerde „Dat is weer die verdraaide
bakkferij van jou, Lies, ik heb liet ding niet
(Humorist)