SCHOONMAAK-
ARTIKELEN
Crème Gebak
LUNCHROOM VONK
LUNCHROOM VONK
K. DIKKESCHEY
LETTERKUNDIGE KRONIEK
BOT AAN BOD
Schrijfmachinelinten
Carbon
Steeds het beste
Fa. H. ELZENAAR
Keest
VOOR
NAAR
H. M. WATELER-v. DIJK
Hebt U al eens kennis
gemaakt met
VONK'S BEROEMDE
BANKETKOEKJES?
Nsemt U eens onze bekende
In vier smaken
Nougatine Mokka
Marasquin Sinaasappel
75 cent per stuk
Concertgebouw
„DE VALK"
P, GROENHUIZEN
SCHATORJE 4
VACANT
VACANT
DROGISTERIJ „DE GAPER"
Dameskapper
PERMANENT
Carrière, van Ferenc Körmendi,
uit het Hongaarsch vertaald
door M. SzékelyLulöf6. Uit
gave H. J. W. 13echt, Amster
dam.
Carrière, het boek van Körmendi, dat den
prijs heeft gewonnen in den grooten inter
nationalen romanprijsvraag, uitgeschreven
door de Amerilcaansche en Fngelsche uit
geversfirma Chapman en Mali, Carrière,
dit nieuwe boek ligt in groote stapels in
de étalages der verschillende boekwinkels,
zooals de speculaaspoppen in de bakkers
winkels tegen St. Nicolaas. En zij liggen
daar, even massief, even dik als die pop
pen, tot onmiddellijk gebruik gereed,' verze
kerd als zij zijn, gekocht te willen worden.
Want, zooals de sinterklaaspoppcn een
onontbeerlijk artikel zijn in den SI. Nico-
laastijd, waardoor er gretig naar gegrepen
wordt, zóo zal er ook gegrepen worden naar
dit boek niet die voor allen zoo fascinee-
renden titel Carrière. Immers, ieder
worstelend sterveling in dezen winhopigen
tijd zoekt, hijgt, reikhalst naar carrière, en
ziet, in dat boek ligt misschien de moge
lijkheid tot verwezenlijking van dun droom
van zoo menigeen, in dat boek ligt mis
schien het wonder besloten waar velen zich
als een stroohalm aan vastgrijpen.
Dit boek belooft dus wel het succesboek
van dezen tijd te worden.
Maar evenals alleen het zien van zoo
reusachtig veel speculaaspoppen tegen St.
Nicolaastijd bij ons het associatie denkbeeld
van kiespijn doet ontstaan, waardoor wij die
poppen juist in dien tijd meestal niet ver
dragen kunnen, zoo bezorgde het zien van
die groóte hoeveelheid caiTière-ineken ons
bijna geestelijke kiespijn, waardoor wij, uit
een boosaardige geest van contradictie ge
neigd waren, juist dit boek nu eens niet te
lezen.
Maar ziet, de titel bleef trekken, wij be
zweken voor dc verleiding, en éér we 't wis
ten, waren we in Carrière verdiepi. had het
ons te pakken èn, liet het ons niet meer los.
In één ademlooze spanning is dit wonder
lijke boek geschreven, zooals uit een hoog
oven het gloeiend vloeiend metaal neerge
goten wordt, zóó is al wat woelt en kookt
en sist in een menschelijk brein als een
vloeiende stroom neergegolen op het pa
pier. En in dien stroom wordt de lezer mee
gesleept en gedwongen het groote mensche
lijk drama tnee te beleven, hij wordt ge
dwóngen méé te schreien, méé te worste
len,'mee te lijden en soms mede te juichen,
onmachtig als hij is om aan deze massa-
suggestie te ontkomen.
Deze ménschelijke tragedie speelt zich
groötendeels in de Donaulanden al. Op vier
groote levenstooneelen Iaat de schrijver zijn
drama opvoeren, liet speelt in Weenen en
Londen met als begin- en eindtooneel Bu
dapest.
In November 1918 keert Antal Kadar van
het front terug, wetende, dat de strijd ver
loren is; hij keert terug met 70 overgeble
ven mannen uit zijn compagnie, haveloos,
vcrloopcn cn hongerig. Zij keeren terug,
deze mannen, bedelend als landloopers, ste
lend als struikroovers, alleen maar vech
tend om levensbehoud, het armzalige brok
je le\en, dat zij onder 't geloei der kogels,
bet gekets der handgranaten hadden kun
nen behouden.
ITel gefluit der kogels achtervolgt hen tot
in den trein, die hen tcnWatste naar Buda
pest brengen zal, de vijandelijke kogels,
die, nu zij zoo dicht bij dc vrijheid zijn, nog
het loven benemen aan den kleinen Iveledy,
het soldaatje dat bij hen is, cn wiens lijk
zij in een mantel gewikkeld, door een
raampjo werpen.
Hun aantal, als zij in Budapest komen
16 verminderd van 70 tot zeventien.
Zoo ongeveer vangt de levensbeschrijving
van Antal Kédar aan. En in die beschrij
ving van dien terugtocht, zoowel als in de
koortsphantasiön en angstdroomen die Ka-
dar langen tijd nog door al zijn latere avon
turen heen hebben zal, wordt ons de we
reldoorlog met al zijn nasleep schrijnender
cn aangrijpender afgeschilderd, dan één
groot boek over den oorlog geschreven dit
vormag te doen. Deze, door den oorlog ont
wrichte jongeman probeert, als hij bij een
oom cn tante in Budapest opgenomen
wordt, zich weer bij het gewono leven aan
te passen. Hij aanvaardt een werkkring,
die hem niet aantrekt, doch ook niet tegen
staat, cn hij voelt het leven eenigen tijd als
een lauwen, olieachtigcn stroom voorbij
gaan. Doch, dón komt verzet hiertegen, hij
kan zich niet aanpassen, hij wil weg, cn
gaat na-ar Wcenon, ook omdat nationalisti
sche elementen hem T leven in Budapest
zuur maken. In Weenen vangt hij zijn uni
versitaire studie voor architect aan. Want
één droom heeft hij, hij wil architect wor
den, een beroemd architect, wiens plannen
overal navolging zullen vinden, cn die
droom verlaat hem niet, evenmin als zijn
drnömcn over den oorlog hem verlaten.
Het studentenleven in Weenen, door de
nieuwe maatschappij vervormd, veranderd
en ook al ontwricht, grijpt hem daar aan.
Tusschen zijn werk door houdt hij debat
ten met communistische elementen, maakt
kennis met de nieuwe stromingen op in
tellectueel en wetenschappelijk gebied, cn
knoopt een verhouding aan mei een gou
vernante, die hem roodvonk bezorgt, waar
door hij in een ziekenhuis terecht komt.
En 't is in dat ziekenhuis, waar voor het
eeret do groote opoffcrendo vrouwelijke
liefde in don meest hoogen zin hem wordt
geopenbaard, dat hij ook don man, of eigen
lijk don jongen vindt, die hem den eersten
stoót tot zijn toekomstig geluk, hot wonder
zal goven. Deze jonge man is zijn kamer
genoot Paul, een schatrijke verwende jon
gen, met al dat cynisme, al die sceptiek in
zijn levenshouding, die zijn rijkdom hem
kan veroorloven. Hij wordt Paul's vriend
cn repetitor, hij die in levenshouding zich
verre dc mindere van zijn leerling voelt.
Door dezen jongen man wordt hij meege
sleept in het Weensehc, na-oorlogsche mon
daine leven, met de huwelijk-in-kameraad-
schapsideeên, welker ideeen Kadar in prak
tijk brengt met een schatrijk, hysterisch,
roodharig jodenmeisje Tilly, die hem, én
door haar exotische, geraifineerde schoon
heid, én duur haar wonderlijk pianospel be
dwelmt, cn beangstigt, tevens, want evenals
de doorgestane ellende van den oorlog, zal
hij steeds in zijn droomen terugkccren.
Kadar gaat een studiereis met zijn vriend
Paul naar Londen maken, waar deze, net
slachtoffer in de liefde wordend van een
Hindoe'sch, aldaar studccrend meisje, een
ongeneeslijke ziekte krijgt en zelfmoord
pleegt, Kadctr achterlatend bijna zonder geld,
totaal ontredderd en niet in staat zich in
het Londensche leven to bewegen, daar hij
er zich nooit heeft thuisgevoeld.
Nu vangt een der mooiste stukken in dit
boek aan, het doelloos loopen van Antal
Kadar door de oneindige eentonige straten
van Londen, op zoek naar uitkomst, naar
het wonder, dat hij onwillekeurig aan zijn
vaderland verbindt, doop tc zoeken naar
Hongaarschc namen op winkels of huisdeu
ren. En in zijn afgetobd brein verwart bij
deze tochten door Londen met marschcn
die hij maakte in den oorlog. Een klein stuk
laat ik hier volgen:
„Den volgenden dag laat hij zich met een
autobus naar een stadsgedeelte rijden, zon
der doel, zoo maar in het wilde weg; er
gens tusschen onbekende huizon, 6tapt hij
van de bus af en begint zijn wandeltocht.
Om één uur een kop soep en wat eten ih
een café, daarna wandelen lot zes. Op
den vijfden ochtend golft bij het wakker'
worden de grauwe kleur van het asphalt
al voor zijn oogen en als hij de straat op
stapt, en de grauwe kleur werkelijk weer
voor zich ziet, overmeestert hem een gevóel
van misselijkheid. Vooruit Zijn voeten gaan
in machinalen regelmaat, hij verandert het
tempo van het loopen niet, hij is economisch
met zijn ademhaling: ja, dit loopen, dat
heb je wel geleerd in dienst, bij oefeningen
en lange marschen, jammer, dat je er aan
het front niets aan had, want aan het front
moest je heclemaai niet zóó loopen, maar
héél anders; B, Die kens ons I n g.
Mech. Agz., aan het front m >est je zóó
loopen, dat je zoo weinig mogelijk mikpunt
opleverde, Horvard Horvard, den
tists, en als je überhaupt loopen moest.
T u r n o French Taylor for La d i cs,
maar je moest niet veel loopen, natuurlijk
in de loopgraven, British Wcs 1-i n-
d i a n Company for Import of Ba-,
nan as en hij het terugkeeren kon het nie
mand een lor schelen hoe je liep, B.
H a y o s, Agent en Je had hem ook een
oplababber gegeven als iemand Zijn
gedachtengang breekt hij af, hij blijft
staan, doet een stap terug. B. Hayo s,
Agent. Dit staat op een klein koperen schild
op de poort van een huis in dc Rodney-
straat."
Hayos Hajós Hongaar? Zijn hart
klopt in zijn keel, hij bedenkt zich geen
moment cn voor hij liet weet Ï6 hij al op
de tweede verdieping. Deze uiterst sugges
tieve beschrijvingen, wij komen ze herhaal
delijk tegen in dit boek, en vooral in dit
Londensche gedeelte herhalen ze zich voort
durend, in steeds sneller tempo, in steeds
meeslepender rythme
Hot zijn wel de mooiste voorbeelden
van den modernen stijl. Maar, om na dit
intermezzo op ons verhaal terug te komen-
na telkens vergeefs bij Hongaarsche fami
lies te hebben aangeklopt, na vernederend
te zijn afgewezen door een rijken jeugd
vriend uit Budapest dip hij toevallig ont
moette, na een leven vol ellende en verne
dering, (hij wordt tenslotte bediende-schoen
poetser en vatéiiwasscher in een Hongaar
schc kroeg), komt dan eindelijk bet won
der, de eindelijke, eindehjke verwezenlij
king van zijn gedroomde illusie.
Want, nvat gebeurt? Door de toevallige
komst van een Hongaarsche bediende van
bet Hongaarsch gezantschap, die hij in de
kroeg, waar hij werkzaam is spreekt, hoort
hij van een groote bouwmaatsch ippij, die
haar werken tot in Zuid-Afrika uitstrekt en
waarvan een der firmanten een Hongaar
sche vrouw is, een mooie jonge weduwe, dié
de plaats van haar gestDrven echtgenoot'
zelf heeft ingenomen.
Daar voelt, hij het initiatief, het wonder,
hij grijpt, én het gelukt.
Door deze jonge vrouw, die, wij begrijpen
het al, verliefd wordt op den grooten, knap
pen, blonden Hongaar uit haar vaderland,
wordt bij opgevoerd tot directeur en mede
firmant in haar geweldige, grootschc bouw
onderneming en hij brengt het tot millio-
Hicrmce zou het verhaal uit kunnen zijn.
Doch nu laai Körmendi, heel geniaal, ons
de keerzijde van de schitterende medaille
zien, die hij heeft geboetseerd.
Zagen wij in den persoon van Antal Ka
dar, den inensch, aan wicn het wonder zich
voltrekt, aan Kélémen, Antafs jeugdvriend
cn benijdcr uit Budapest zien wij het nood
lot zich voltrekken.
Deze Kélémen ontdekt toevallig, dat An
tal Kad&r, op zijn Engclscli Anton Cadar,"
de millionair dezelfde is als Antal Kadèr,
de een beetje door hem verachte gymna
siumvriend uit Budapest.
Door een briefje, dat Kélémen, namens
alle vrienden aan Ka dér, schrijft, wordt
in Kódar, die nu reeds jarenlang in Afrika
woont, het heimwee naar zijn vaderland ge
wekt; en hij gaat met zijn vrouw Ilonka,
de jonge weduwe van de bouwmaatschap
pij. naar zijn geboorteplaats.
Ifier verschijnt hij als de Maecaenas- te
midden van een naar geld, roem en eer dor
stende vriendenschaar, en nu begint de
dans om het gouden kalf, die reeds langen
tijd voor Kadans komst was voorbereid.
Kélémen, Kaders manager, danst vóór
in de rij.
En Kadar. hij beleeft opnieuw zijn jeugd,
zijn jeugd die zoo bitter was, of neemt
wraak, wraak op alles en ieder, die hem
toen vernedering bracht of leed. Maar dit
geeft hem geen voldoening, want Kadèr
hij beleeft ook opnieuw zijn jeugdbedwcl-
raing, hij loopt gevaar verstrikt tc worden
in dc listen cn lagen, die het mooie, jonge,
geraffineerde zusje van Kélémen hem legt,
dit roodharige meisje, dat de herinnering
aan Tilly in hem wakker roept, het bedwel
mende Jodenmeisje, uit zijn Wcensche stu
dententijd.
Dit mooie zusje van Kélémen, zij speelt
te samen met haar broer het spel van het
geluk, dat zij van Kadar verwachten. Doch
zij verliezen: Kadèrs vrouw Honka behaalt
de overwinning, cn Kadór keert terug naar
zijn bloeiende onderneming 111 Zuid-Afrika,
in ervaring en zelfkennis rijker geworden.
En Kélémen, beseffend dat hij het spel
verloren heeft, zoekt eeuwige rust in de
wateren van de Donau, die zich boven zijn
hoofd sluiten
Twoe hoofdfiguren komen in dit boek
duidelijk naar voren, die de schrijver hoogst
waarschijnlijk bedoeld heeft als twee gigo
lo levensfacetten. De overeenkomst van bei
den is bun zucht n^ ir liet avontuur. Doch
dit avonturierschap komt bij de éen voort
uit het kunstenaarschap, de drang óm te
scheppen cn na al het leed, dat het kun
stenaarschap met zich brengt, kan hij het
wonder, de verwerkelijkte illusie, het Kadür
grijpen.
Bij de ander is de zucht naar het avon
tuur niet anders dan de speelzucht, het
dobbelen om de hoofdprijs, waardoor zijn
noodlot, het Kélémen hem ten onder doet
gaan.
De schrijver is er meesterlijk in geslaagd
deze heide figuren voor ons ie laten leven,
zoodat zijn boek werkelijk is geworden „eöh
document van algemcen-menschelijkc waar
de", zooals op den omslag vermeld staat.
Ook als tijdsroman is Carrière niet zon
der waarde. Het geeft ons, ofschoon heel
vluchtig en summier, een kijk op het voort
woekerend communisme, óp dé verschillen
de tijdsstroomingen en nieuwere idééën.
Het is, dat hebben wij reeds aangetoond,
meeslepend van stijl, een moderne stijl, die
ook door de vertaalster prachtig is begre
pen cn in het bock is volgehouden, een stijl,
die bij den inhoud van dit bock zoo volko
men past.
Toch vreezen wij, dat dit boek als een
komeet plotseling zal komen èn weer ver
dwijnen, doch niet. als een vaste ster zal
blijven schitteren aan het boeken-firma-
ment.
Daarvoor heeft het te weinig bezonken
heid, te weinig filosophlsche inslag. Het
doet daarom misschien ook onrustig aan,
het brengt eerder een omwenteling in
ons te weeg dan dat het ons opheft
naar de hoogere regionen van levenswijs
heid cn zielenadel. Ook Is het dikwijls
te platrealistisch, vooral in de verschil
lende beschrijvingen der licfdcstoonecl-
tjes; maar dat. schijnen we tegenwoordig
in bijna ieder bock te moeten slikken. Er
worden verder vaak: grove uitdrukkingen
gebruikt, die lang niet altijd noodig zijn, cn
onaangenaam aandoen.
Nog een bezwaar, of laat ik liever zeggen
een verschijnsel, dat ik meende op te mer
ken in dit boek, en dat wij vrouwen spe
ciaal bezwaarlijk zullen vinden, is, dat de
schrijver de vrouw steeds op het tweede
plan houdt, haar bijna altijd alleen ten
tooneolc voert, als begeerd of bewonderd
liefdes-object. Heeft de zuidelijke aard van
den schrijver hier misschien schuld aan
Alleen Ilonka, de vrouw van KAdar, komt
hier iels bovenuit, als „de vrouw, die hem
niet alleen met haar geld maar ook met
haar vergevende, alles begrijpende liefde
uittilt boNen het rnoeras; waarin hij dreigt
te verzinken", zooals ook op den omslag
van het titelblad vermeld staat. Doch rnet
dat al is deze vrouw zeer va ïg geteekend;
wij zien juist haar niet duidelijk, scherp
omlijnd voor ons. Maar zij is ook de ver
persoonlijking van des schrijvers illusie, en
juist daarom misschien vaag en onwezen
lijk.
Neen, de vrouwen komen er bij Ferenc
Körmendi niet goed af, en dat vinden wij
niet aardig van hem.
Maar, wij zijn vergevensgezind, omdat bij
ons tóch door alles heen heeft weten te
boeien, omdat liij ons heeft laten genieten
van het schitterend vuurwerk van zijn
geest. Eén zin in dit bock trof ons tóch,
waaruit wij wellicht kunnen opmaken, dat
de schrijver de vrouwen tóch hooger 6Chat,
dan wij geneigd zijn te vermoeden.
liet is, waar KA dór zich afvraagt, hoe het
komt, dat hot altijd vrouwen moeten zijn,
bij wie hij ter biecht gaat. Wij hebben hier
met liem over gedacht, en meencn dc op
lossing tc hebben gevonden.
't Is in dc eerste plaats, omdat de vrouw
geneigd is in het Wonder te gclooven, waar
óók de kunstenaar, doch niet de man aan
gelooft. "I Is verder, omdat de kunstenaar
bij de vrouw eerder bewondering, erkenning
weet lo vinden dan bij den man, een er
kenning, die hij noodig heeft, waar hij niet
buiten kan voor zijn kunst. En als dan
alles om hem hoen dreigt ineen te 6torten,
als hij vernederd cn vertrapt aan zich zelf
gaat wanhopen, dan is hel ook de vrouw bij
wie hij instinctief, zich als man de meer
dere voelt, on die hem het geloof aan zicli-
zelvcn terug geeft.
C. M. RITTER—LANDRÉ.
(In het IJsclmcer wordt zeer
veel bot gevangen en dc vis-
schers bestellen overal nieuwe
netten).
Met zijn botter (is 't een botter?)
Vangt de looze visscher weer,
In deez' tijd van 't nieuwe botten
Nieuwe botten in het meer.
Er zijn hcele reeksen soorten,
Schijnt het, op dit vischgebied.
Welke bot zich nu laat vangen,
Weet ik echter waarlijk niet.
'tls in elk geval toch heilbot
Voor den braven visschersman,
En ook is het (IJscl)meerbot,
Meei hot, dan hij bergen kan.
Alle visschers koopen netten.
Nieuwe netten, voor die buit,
'tZal de bot Siberisch laten,
Maar daar spreekt toch netheid uit.
Ik verheug mij, met de visschers,
In hun anders zure lot.
Er wordt nu althans gevangen,
Ook al vangen zij dan bot.
Nu ik zoover ben gekomen,
Kriebelt in mijn botten Wat,
Heb ik het niet over betten
Kortgeleden nog gehad?
Dat is wel oen beetje pijnlijk,
Maar u hebt ook geen idee,
Dagelijks iets nieuws te vinden,
Dat valt ook niet altijd mee.
'klleb geen tijd meer voor iets anders,
Want dc krant wachl en per slot,
Mag ik dit dan nog wel zeggen:
Dit is weer heel nieuwe bot.
En mócht ook dit niet genoeg zijn,
Houdt gij uw bezwaar nog vol,
Wel, dan bied ik een accoord aan,
En dan noemen wij het: schol.
Langestraat 84
Teletooo 525-
EEN SCHRIJFSTER, DIE HAAR EIGEN
BOEK BEOORDEELT EN.... SLECHT
BEOORDEELT!
In de Maart-aflevering van „GrööUNéder-
land" trof ons eén novum op het gebied der
letterkundige kritiek.
In dit nummer toch bespreekt R.—
de C., die sedert eenigen tijd Vele boeken
in „Groot-Nederland" recenseert en van wie
iedere ingewijde weet, dat deze initialen
aan Eva Raedt—de Canter moet worden
toegeschreven het boek „Huwelijk" door
E. Raedt—dc Cantcr. De schrijfster i6
herlemaal niet to 6prekcn over haar werk:
..Allereerst hebben wij op dit boekje te
gen, dat de titel niet harmonieert met zijn
inhoud. De meeste schetsen hebben maar
vnor een klein deel, de andere in het geheel
niet, met een huwelijk van doen. Het komt
ons voor. dat door dezen verzamelnaam de
indruk gewekt wil worden, als zou deze
schetsenbundel een roman zijn, wat waar
schijnlijk de verkoopbaarheid ten goede zal
komen, maar niet bevorderlijk is voor de
goede verstandhouding tusschen lezer en
auteur.
Wat het literaire gedeelte van deze schet
sen betreft, ondergingen wij hoofdzakelijk
een gevoel van géne bij het uitstallen van
zooveel intimiteiten. In het uiterste geval
accepteeren wij een dergelijke openhartig
heid in poëzie, en dan nog slechts ten deele
en wanneer er een gecomprimeerde en zui
verder vorm voor gevonden werd dan hier
het geval is. Vele van deze korte verhalen
komen echter niet boven een middelmatige
journalistieke waarde uil en wij vinden, dat
de schrijfster zich wel wat al te gauw en
met zeer weinig tevreden stelt.
Het beste in dezen bundel leek ons, „de
Reis", maar ook hier ontbreekt een va6te
lijn, het is allemaal wat vaag en verward,
rommelig oh niet uit de verf. Er versche
nen. in dil genre, heel wat betere producten.
Wij hopen, dat de schrijfster nog jong ge
noeg is om het een cn ander in de toekomst
te verbeteren en alsnog onze aandacht te
ageïi voor serieuzer werk."
MATTHAUS PASSION.
Concertgebouw.
De jaarlijkscho uitvoering van de Mat-
thaus-Passion onder leiding van Dr. Wil
lem Mengelberg in het Concertgebouw, zal
plaatsvinden op den Palmzondagmiddag 9
April. Medewerkenden zijn: Jo Vincent,
Ilöna DürigOj Karl Erb, Louis van Tulder,
Thorn Denijs, Felix Loeffel, Toonkunstkoor,
Concertgebouw-orkest, Mr. Joh. den Her
tog (cembalo), Jan Nieland (orgel), Jongens
koor v. d. Ver. t. Verb. v. d. Volkszang
(Dir. IT. J. den Hertog). Aanvang half 2.
PRIJSVRAAG NEDERLANDSCHE
COMPOSITIE.
Uitgeschrevon door het Sodali-
cium Studiosorum Muslcum „J.
Pzn. Sweelinck".
Het Amstcrdamsche Studenten-Muziekge
zelschap „J. Pzn. Sweelinck" looft een prijs
uit van 250 gulden voor een werk voor or
kest met koor (mannen- en/of vrouwen
en/of gemengd koor) op Nederlandschen
tekst, dat voor dilettanten goed uitvoerbaar
moet zijn (orkestpartijen technisch niet
moeilijk, koor niet meer dan vierstemmig,
ohivang der stemmen niet groot).
Bij de bezetting «loeten instrumenten, die
dilettanten niet plegen te be&pelen, verme
den worden. Er kan gebruik gemaakt wor
den van strijkorkest, fluit, klarinet, saxo-
phoon, trompet, slagwerk en klavier.
De jury bestaat uit de heeren: Eduard
van Beinum, Sem Dresden, Willem Pijper,
Hendrik Rijnbergen en Willem \an War-
melo. Zij is gemachtigd, het uitgeloofde be
drag, indien zij dat gewenscht acht, tus
schen componisten van gelijkwaardige wer
ken te verdéelen. Niêl-bekroonde werken
künnen èervoi vermeld worden en voor
uitvoering in aanmerking komen. Het só-
dalicium „J. Pzn. Sweelinck" heeft zonder
verdero kosten het recht het door de jurv
bekroonde werk od zijn Lustrum-concert in
1934 voor het eerst uit te voeren.
DROGISTERIJ.
Apoth. Ass.
Hcndr. v. Viandenstr. 30. Tel. 1313.
Telefoon 281
Groote en kleine zalen
disponibel
voor feesten, partijen enz.
EIGEN FARRIKAAT PAASCHEITJES.
NOUGATEIEREN SLAGROOM.
Q TWEE BELANGRIJKE PUNTEN j
I»
voor
UEd
BANKETBAKKER EN KOKV
AMERSFOORT.
NEEMT ZONDAGS VERSCH GEBAK.
VOORAL IN SLAGROOM GROOTE
SORTEERING.
Bezorging Zondags aon huis tot 1 nor n.m.
WINKEL GEOPEND van 11—3 nur n.m.
JULIANAPLEIN 4. TELEFOON 635
NAAST APOTHEEK HAAN
In voorraad:
Deveo-Occulta Spatader- en Steun-
kousen zonder gnmmi en
Lasticflor elastieken kousen mot
gummi. Pracht kousen, welke aan
alle verwachtingen voldoen per paar
18.75.
H. v .Viandenstraat 20 Tel. 1681
Vertrouwd en vakkundig adres
voor Uw