SCHOONMAAK- ARTIKELEN Crème Gebak LUNCHROOM VONK LUNCHROOM VONK K. DIKKESCHEY LETTERKUNDIGE KRONIEK BOT AAN BOD Schrijfmachinelinten Carbon Steeds het beste Fa. H. ELZENAAR Keest VOOR NAAR H. M. WATELER-v. DIJK Hebt U al eens kennis gemaakt met VONK'S BEROEMDE BANKETKOEKJES? Nsemt U eens onze bekende In vier smaken Nougatine Mokka Marasquin Sinaasappel 75 cent per stuk Concertgebouw „DE VALK" P, GROENHUIZEN SCHATORJE 4 VACANT VACANT DROGISTERIJ „DE GAPER" Dameskapper PERMANENT Carrière, van Ferenc Körmendi, uit het Hongaarsch vertaald door M. SzékelyLulöf6. Uit gave H. J. W. 13echt, Amster dam. Carrière, het boek van Körmendi, dat den prijs heeft gewonnen in den grooten inter nationalen romanprijsvraag, uitgeschreven door de Amerilcaansche en Fngelsche uit geversfirma Chapman en Mali, Carrière, dit nieuwe boek ligt in groote stapels in de étalages der verschillende boekwinkels, zooals de speculaaspoppen in de bakkers winkels tegen St. Nicolaas. En zij liggen daar, even massief, even dik als die pop pen, tot onmiddellijk gebruik gereed,' verze kerd als zij zijn, gekocht te willen worden. Want, zooals de sinterklaaspoppcn een onontbeerlijk artikel zijn in den SI. Nico- laastijd, waardoor er gretig naar gegrepen wordt, zóo zal er ook gegrepen worden naar dit boek niet die voor allen zoo fascinee- renden titel Carrière. Immers, ieder worstelend sterveling in dezen winhopigen tijd zoekt, hijgt, reikhalst naar carrière, en ziet, in dat boek ligt misschien de moge lijkheid tot verwezenlijking van dun droom van zoo menigeen, in dat boek ligt mis schien het wonder besloten waar velen zich als een stroohalm aan vastgrijpen. Dit boek belooft dus wel het succesboek van dezen tijd te worden. Maar evenals alleen het zien van zoo reusachtig veel speculaaspoppen tegen St. Nicolaastijd bij ons het associatie denkbeeld van kiespijn doet ontstaan, waardoor wij die poppen juist in dien tijd meestal niet ver dragen kunnen, zoo bezorgde het zien van die groóte hoeveelheid caiTière-ineken ons bijna geestelijke kiespijn, waardoor wij, uit een boosaardige geest van contradictie ge neigd waren, juist dit boek nu eens niet te lezen. Maar ziet, de titel bleef trekken, wij be zweken voor dc verleiding, en éér we 't wis ten, waren we in Carrière verdiepi. had het ons te pakken èn, liet het ons niet meer los. In één ademlooze spanning is dit wonder lijke boek geschreven, zooals uit een hoog oven het gloeiend vloeiend metaal neerge goten wordt, zóó is al wat woelt en kookt en sist in een menschelijk brein als een vloeiende stroom neergegolen op het pa pier. En in dien stroom wordt de lezer mee gesleept en gedwongen het groote mensche lijk drama tnee te beleven, hij wordt ge dwóngen méé te schreien, méé te worste len,'mee te lijden en soms mede te juichen, onmachtig als hij is om aan deze massa- suggestie te ontkomen. Deze ménschelijke tragedie speelt zich groötendeels in de Donaulanden al. Op vier groote levenstooneelen Iaat de schrijver zijn drama opvoeren, liet speelt in Weenen en Londen met als begin- en eindtooneel Bu dapest. In November 1918 keert Antal Kadar van het front terug, wetende, dat de strijd ver loren is; hij keert terug met 70 overgeble ven mannen uit zijn compagnie, haveloos, vcrloopcn cn hongerig. Zij keeren terug, deze mannen, bedelend als landloopers, ste lend als struikroovers, alleen maar vech tend om levensbehoud, het armzalige brok je le\en, dat zij onder 't geloei der kogels, bet gekets der handgranaten hadden kun nen behouden. ITel gefluit der kogels achtervolgt hen tot in den trein, die hen tcnWatste naar Buda pest brengen zal, de vijandelijke kogels, die, nu zij zoo dicht bij dc vrijheid zijn, nog het loven benemen aan den kleinen Iveledy, het soldaatje dat bij hen is, cn wiens lijk zij in een mantel gewikkeld, door een raampjo werpen. Hun aantal, als zij in Budapest komen 16 verminderd van 70 tot zeventien. Zoo ongeveer vangt de levensbeschrijving van Antal Kédar aan. En in die beschrij ving van dien terugtocht, zoowel als in de koortsphantasiön en angstdroomen die Ka- dar langen tijd nog door al zijn latere avon turen heen hebben zal, wordt ons de we reldoorlog met al zijn nasleep schrijnender cn aangrijpender afgeschilderd, dan één groot boek over den oorlog geschreven dit vormag te doen. Deze, door den oorlog ont wrichte jongeman probeert, als hij bij een oom cn tante in Budapest opgenomen wordt, zich weer bij het gewono leven aan te passen. Hij aanvaardt een werkkring, die hem niet aantrekt, doch ook niet tegen staat, cn hij voelt het leven eenigen tijd als een lauwen, olieachtigcn stroom voorbij gaan. Doch, dón komt verzet hiertegen, hij kan zich niet aanpassen, hij wil weg, cn gaat na-ar Wcenon, ook omdat nationalisti sche elementen hem T leven in Budapest zuur maken. In Weenen vangt hij zijn uni versitaire studie voor architect aan. Want één droom heeft hij, hij wil architect wor den, een beroemd architect, wiens plannen overal navolging zullen vinden, cn die droom verlaat hem niet, evenmin als zijn drnömcn over den oorlog hem verlaten. Het studentenleven in Weenen, door de nieuwe maatschappij vervormd, veranderd en ook al ontwricht, grijpt hem daar aan. Tusschen zijn werk door houdt hij debat ten met communistische elementen, maakt kennis met de nieuwe stromingen op in tellectueel en wetenschappelijk gebied, cn knoopt een verhouding aan mei een gou vernante, die hem roodvonk bezorgt, waar door hij in een ziekenhuis terecht komt. En 't is in dat ziekenhuis, waar voor het eeret do groote opoffcrendo vrouwelijke liefde in don meest hoogen zin hem wordt geopenbaard, dat hij ook don man, of eigen lijk don jongen vindt, die hem den eersten stoót tot zijn toekomstig geluk, hot wonder zal goven. Deze jonge man is zijn kamer genoot Paul, een schatrijke verwende jon gen, met al dat cynisme, al die sceptiek in zijn levenshouding, die zijn rijkdom hem kan veroorloven. Hij wordt Paul's vriend cn repetitor, hij die in levenshouding zich verre dc mindere van zijn leerling voelt. Door dezen jongen man wordt hij meege sleept in het Weensehc, na-oorlogsche mon daine leven, met de huwelijk-in-kameraad- schapsideeên, welker ideeen Kadar in prak tijk brengt met een schatrijk, hysterisch, roodharig jodenmeisje Tilly, die hem, én door haar exotische, geraifineerde schoon heid, én duur haar wonderlijk pianospel be dwelmt, cn beangstigt, tevens, want evenals de doorgestane ellende van den oorlog, zal hij steeds in zijn droomen terugkccren. Kadar gaat een studiereis met zijn vriend Paul naar Londen maken, waar deze, net slachtoffer in de liefde wordend van een Hindoe'sch, aldaar studccrend meisje, een ongeneeslijke ziekte krijgt en zelfmoord pleegt, Kadctr achterlatend bijna zonder geld, totaal ontredderd en niet in staat zich in het Londensche leven to bewegen, daar hij er zich nooit heeft thuisgevoeld. Nu vangt een der mooiste stukken in dit boek aan, het doelloos loopen van Antal Kadar door de oneindige eentonige straten van Londen, op zoek naar uitkomst, naar het wonder, dat hij onwillekeurig aan zijn vaderland verbindt, doop tc zoeken naar Hongaarschc namen op winkels of huisdeu ren. En in zijn afgetobd brein verwart bij deze tochten door Londen met marschcn die hij maakte in den oorlog. Een klein stuk laat ik hier volgen: „Den volgenden dag laat hij zich met een autobus naar een stadsgedeelte rijden, zon der doel, zoo maar in het wilde weg; er gens tusschen onbekende huizon, 6tapt hij van de bus af en begint zijn wandeltocht. Om één uur een kop soep en wat eten ih een café, daarna wandelen lot zes. Op den vijfden ochtend golft bij het wakker' worden de grauwe kleur van het asphalt al voor zijn oogen en als hij de straat op stapt, en de grauwe kleur werkelijk weer voor zich ziet, overmeestert hem een gevóel van misselijkheid. Vooruit Zijn voeten gaan in machinalen regelmaat, hij verandert het tempo van het loopen niet, hij is economisch met zijn ademhaling: ja, dit loopen, dat heb je wel geleerd in dienst, bij oefeningen en lange marschen, jammer, dat je er aan het front niets aan had, want aan het front moest je heclemaai niet zóó loopen, maar héél anders; B, Die kens ons I n g. Mech. Agz., aan het front m >est je zóó loopen, dat je zoo weinig mogelijk mikpunt opleverde, Horvard Horvard, den tists, en als je überhaupt loopen moest. T u r n o French Taylor for La d i cs, maar je moest niet veel loopen, natuurlijk in de loopgraven, British Wcs 1-i n- d i a n Company for Import of Ba-, nan as en hij het terugkeeren kon het nie mand een lor schelen hoe je liep, B. H a y o s, Agent en Je had hem ook een oplababber gegeven als iemand Zijn gedachtengang breekt hij af, hij blijft staan, doet een stap terug. B. Hayo s, Agent. Dit staat op een klein koperen schild op de poort van een huis in dc Rodney- straat." Hayos Hajós Hongaar? Zijn hart klopt in zijn keel, hij bedenkt zich geen moment cn voor hij liet weet Ï6 hij al op de tweede verdieping. Deze uiterst sugges tieve beschrijvingen, wij komen ze herhaal delijk tegen in dit boek, en vooral in dit Londensche gedeelte herhalen ze zich voort durend, in steeds sneller tempo, in steeds meeslepender rythme Hot zijn wel de mooiste voorbeelden van den modernen stijl. Maar, om na dit intermezzo op ons verhaal terug te komen- na telkens vergeefs bij Hongaarsche fami lies te hebben aangeklopt, na vernederend te zijn afgewezen door een rijken jeugd vriend uit Budapest dip hij toevallig ont moette, na een leven vol ellende en verne dering, (hij wordt tenslotte bediende-schoen poetser en vatéiiwasscher in een Hongaar schc kroeg), komt dan eindelijk bet won der, de eindelijke, eindehjke verwezenlij king van zijn gedroomde illusie. Want, nvat gebeurt? Door de toevallige komst van een Hongaarsche bediende van bet Hongaarsch gezantschap, die hij in de kroeg, waar hij werkzaam is spreekt, hoort hij van een groote bouwmaatsch ippij, die haar werken tot in Zuid-Afrika uitstrekt en waarvan een der firmanten een Hongaar sche vrouw is, een mooie jonge weduwe, dié de plaats van haar gestDrven echtgenoot' zelf heeft ingenomen. Daar voelt, hij het initiatief, het wonder, hij grijpt, én het gelukt. Door deze jonge vrouw, die, wij begrijpen het al, verliefd wordt op den grooten, knap pen, blonden Hongaar uit haar vaderland, wordt bij opgevoerd tot directeur en mede firmant in haar geweldige, grootschc bouw onderneming en hij brengt het tot millio- Hicrmce zou het verhaal uit kunnen zijn. Doch nu laai Körmendi, heel geniaal, ons de keerzijde van de schitterende medaille zien, die hij heeft geboetseerd. Zagen wij in den persoon van Antal Ka dar, den inensch, aan wicn het wonder zich voltrekt, aan Kélémen, Antafs jeugdvriend cn benijdcr uit Budapest zien wij het nood lot zich voltrekken. Deze Kélémen ontdekt toevallig, dat An tal Kad&r, op zijn Engclscli Anton Cadar," de millionair dezelfde is als Antal Kadèr, de een beetje door hem verachte gymna siumvriend uit Budapest. Door een briefje, dat Kélémen, namens alle vrienden aan Ka dér, schrijft, wordt in Kódar, die nu reeds jarenlang in Afrika woont, het heimwee naar zijn vaderland ge wekt; en hij gaat met zijn vrouw Ilonka, de jonge weduwe van de bouwmaatschap pij. naar zijn geboorteplaats. Ifier verschijnt hij als de Maecaenas- te midden van een naar geld, roem en eer dor stende vriendenschaar, en nu begint de dans om het gouden kalf, die reeds langen tijd voor Kadans komst was voorbereid. Kélémen, Kaders manager, danst vóór in de rij. En Kadar. hij beleeft opnieuw zijn jeugd, zijn jeugd die zoo bitter was, of neemt wraak, wraak op alles en ieder, die hem toen vernedering bracht of leed. Maar dit geeft hem geen voldoening, want Kadèr hij beleeft ook opnieuw zijn jeugdbedwcl- raing, hij loopt gevaar verstrikt tc worden in dc listen cn lagen, die het mooie, jonge, geraffineerde zusje van Kélémen hem legt, dit roodharige meisje, dat de herinnering aan Tilly in hem wakker roept, het bedwel mende Jodenmeisje, uit zijn Wcensche stu dententijd. Dit mooie zusje van Kélémen, zij speelt te samen met haar broer het spel van het geluk, dat zij van Kadar verwachten. Doch zij verliezen: Kadèrs vrouw Honka behaalt de overwinning, cn Kadór keert terug naar zijn bloeiende onderneming 111 Zuid-Afrika, in ervaring en zelfkennis rijker geworden. En Kélémen, beseffend dat hij het spel verloren heeft, zoekt eeuwige rust in de wateren van de Donau, die zich boven zijn hoofd sluiten Twoe hoofdfiguren komen in dit boek duidelijk naar voren, die de schrijver hoogst waarschijnlijk bedoeld heeft als twee gigo lo levensfacetten. De overeenkomst van bei den is bun zucht n^ ir liet avontuur. Doch dit avonturierschap komt bij de éen voort uit het kunstenaarschap, de drang óm te scheppen cn na al het leed, dat het kun stenaarschap met zich brengt, kan hij het wonder, de verwerkelijkte illusie, het Kadür grijpen. Bij de ander is de zucht naar het avon tuur niet anders dan de speelzucht, het dobbelen om de hoofdprijs, waardoor zijn noodlot, het Kélémen hem ten onder doet gaan. De schrijver is er meesterlijk in geslaagd deze heide figuren voor ons ie laten leven, zoodat zijn boek werkelijk is geworden „eöh document van algemcen-menschelijkc waar de", zooals op den omslag vermeld staat. Ook als tijdsroman is Carrière niet zon der waarde. Het geeft ons, ofschoon heel vluchtig en summier, een kijk op het voort woekerend communisme, óp dé verschillen de tijdsstroomingen en nieuwere idééën. Het is, dat hebben wij reeds aangetoond, meeslepend van stijl, een moderne stijl, die ook door de vertaalster prachtig is begre pen cn in het bock is volgehouden, een stijl, die bij den inhoud van dit bock zoo volko men past. Toch vreezen wij, dat dit boek als een komeet plotseling zal komen èn weer ver dwijnen, doch niet. als een vaste ster zal blijven schitteren aan het boeken-firma- ment. Daarvoor heeft het te weinig bezonken heid, te weinig filosophlsche inslag. Het doet daarom misschien ook onrustig aan, het brengt eerder een omwenteling in ons te weeg dan dat het ons opheft naar de hoogere regionen van levenswijs heid cn zielenadel. Ook Is het dikwijls te platrealistisch, vooral in de verschil lende beschrijvingen der licfdcstoonecl- tjes; maar dat. schijnen we tegenwoordig in bijna ieder bock te moeten slikken. Er worden verder vaak: grove uitdrukkingen gebruikt, die lang niet altijd noodig zijn, cn onaangenaam aandoen. Nog een bezwaar, of laat ik liever zeggen een verschijnsel, dat ik meende op te mer ken in dit boek, en dat wij vrouwen spe ciaal bezwaarlijk zullen vinden, is, dat de schrijver de vrouw steeds op het tweede plan houdt, haar bijna altijd alleen ten tooneolc voert, als begeerd of bewonderd liefdes-object. Heeft de zuidelijke aard van den schrijver hier misschien schuld aan Alleen Ilonka, de vrouw van KAdar, komt hier iels bovenuit, als „de vrouw, die hem niet alleen met haar geld maar ook met haar vergevende, alles begrijpende liefde uittilt boNen het rnoeras; waarin hij dreigt te verzinken", zooals ook op den omslag van het titelblad vermeld staat. Doch rnet dat al is deze vrouw zeer va ïg geteekend; wij zien juist haar niet duidelijk, scherp omlijnd voor ons. Maar zij is ook de ver persoonlijking van des schrijvers illusie, en juist daarom misschien vaag en onwezen lijk. Neen, de vrouwen komen er bij Ferenc Körmendi niet goed af, en dat vinden wij niet aardig van hem. Maar, wij zijn vergevensgezind, omdat bij ons tóch door alles heen heeft weten te boeien, omdat liij ons heeft laten genieten van het schitterend vuurwerk van zijn geest. Eén zin in dit bock trof ons tóch, waaruit wij wellicht kunnen opmaken, dat de schrijver de vrouwen tóch hooger 6Chat, dan wij geneigd zijn te vermoeden. liet is, waar KA dór zich afvraagt, hoe het komt, dat hot altijd vrouwen moeten zijn, bij wie hij ter biecht gaat. Wij hebben hier met liem over gedacht, en meencn dc op lossing tc hebben gevonden. 't Is in dc eerste plaats, omdat de vrouw geneigd is in het Wonder te gclooven, waar óók de kunstenaar, doch niet de man aan gelooft. "I Is verder, omdat de kunstenaar bij de vrouw eerder bewondering, erkenning weet lo vinden dan bij den man, een er kenning, die hij noodig heeft, waar hij niet buiten kan voor zijn kunst. En als dan alles om hem hoen dreigt ineen te 6torten, als hij vernederd cn vertrapt aan zich zelf gaat wanhopen, dan is hel ook de vrouw bij wie hij instinctief, zich als man de meer dere voelt, on die hem het geloof aan zicli- zelvcn terug geeft. C. M. RITTER—LANDRÉ. (In het IJsclmcer wordt zeer veel bot gevangen en dc vis- schers bestellen overal nieuwe netten). Met zijn botter (is 't een botter?) Vangt de looze visscher weer, In deez' tijd van 't nieuwe botten Nieuwe botten in het meer. Er zijn hcele reeksen soorten, Schijnt het, op dit vischgebied. Welke bot zich nu laat vangen, Weet ik echter waarlijk niet. 'tls in elk geval toch heilbot Voor den braven visschersman, En ook is het (IJscl)meerbot, Meei hot, dan hij bergen kan. Alle visschers koopen netten. Nieuwe netten, voor die buit, 'tZal de bot Siberisch laten, Maar daar spreekt toch netheid uit. Ik verheug mij, met de visschers, In hun anders zure lot. Er wordt nu althans gevangen, Ook al vangen zij dan bot. Nu ik zoover ben gekomen, Kriebelt in mijn botten Wat, Heb ik het niet over betten Kortgeleden nog gehad? Dat is wel oen beetje pijnlijk, Maar u hebt ook geen idee, Dagelijks iets nieuws te vinden, Dat valt ook niet altijd mee. 'klleb geen tijd meer voor iets anders, Want dc krant wachl en per slot, Mag ik dit dan nog wel zeggen: Dit is weer heel nieuwe bot. En mócht ook dit niet genoeg zijn, Houdt gij uw bezwaar nog vol, Wel, dan bied ik een accoord aan, En dan noemen wij het: schol. Langestraat 84 Teletooo 525- EEN SCHRIJFSTER, DIE HAAR EIGEN BOEK BEOORDEELT EN.... SLECHT BEOORDEELT! In de Maart-aflevering van „GrööUNéder- land" trof ons eén novum op het gebied der letterkundige kritiek. In dit nummer toch bespreekt R.— de C., die sedert eenigen tijd Vele boeken in „Groot-Nederland" recenseert en van wie iedere ingewijde weet, dat deze initialen aan Eva Raedt—de Canter moet worden toegeschreven het boek „Huwelijk" door E. Raedt—dc Cantcr. De schrijfster i6 herlemaal niet to 6prekcn over haar werk: ..Allereerst hebben wij op dit boekje te gen, dat de titel niet harmonieert met zijn inhoud. De meeste schetsen hebben maar vnor een klein deel, de andere in het geheel niet, met een huwelijk van doen. Het komt ons voor. dat door dezen verzamelnaam de indruk gewekt wil worden, als zou deze schetsenbundel een roman zijn, wat waar schijnlijk de verkoopbaarheid ten goede zal komen, maar niet bevorderlijk is voor de goede verstandhouding tusschen lezer en auteur. Wat het literaire gedeelte van deze schet sen betreft, ondergingen wij hoofdzakelijk een gevoel van géne bij het uitstallen van zooveel intimiteiten. In het uiterste geval accepteeren wij een dergelijke openhartig heid in poëzie, en dan nog slechts ten deele en wanneer er een gecomprimeerde en zui verder vorm voor gevonden werd dan hier het geval is. Vele van deze korte verhalen komen echter niet boven een middelmatige journalistieke waarde uil en wij vinden, dat de schrijfster zich wel wat al te gauw en met zeer weinig tevreden stelt. Het beste in dezen bundel leek ons, „de Reis", maar ook hier ontbreekt een va6te lijn, het is allemaal wat vaag en verward, rommelig oh niet uit de verf. Er versche nen. in dil genre, heel wat betere producten. Wij hopen, dat de schrijfster nog jong ge noeg is om het een cn ander in de toekomst te verbeteren en alsnog onze aandacht te ageïi voor serieuzer werk." MATTHAUS PASSION. Concertgebouw. De jaarlijkscho uitvoering van de Mat- thaus-Passion onder leiding van Dr. Wil lem Mengelberg in het Concertgebouw, zal plaatsvinden op den Palmzondagmiddag 9 April. Medewerkenden zijn: Jo Vincent, Ilöna DürigOj Karl Erb, Louis van Tulder, Thorn Denijs, Felix Loeffel, Toonkunstkoor, Concertgebouw-orkest, Mr. Joh. den Her tog (cembalo), Jan Nieland (orgel), Jongens koor v. d. Ver. t. Verb. v. d. Volkszang (Dir. IT. J. den Hertog). Aanvang half 2. PRIJSVRAAG NEDERLANDSCHE COMPOSITIE. Uitgeschrevon door het Sodali- cium Studiosorum Muslcum „J. Pzn. Sweelinck". Het Amstcrdamsche Studenten-Muziekge zelschap „J. Pzn. Sweelinck" looft een prijs uit van 250 gulden voor een werk voor or kest met koor (mannen- en/of vrouwen en/of gemengd koor) op Nederlandschen tekst, dat voor dilettanten goed uitvoerbaar moet zijn (orkestpartijen technisch niet moeilijk, koor niet meer dan vierstemmig, ohivang der stemmen niet groot). Bij de bezetting «loeten instrumenten, die dilettanten niet plegen te be&pelen, verme den worden. Er kan gebruik gemaakt wor den van strijkorkest, fluit, klarinet, saxo- phoon, trompet, slagwerk en klavier. De jury bestaat uit de heeren: Eduard van Beinum, Sem Dresden, Willem Pijper, Hendrik Rijnbergen en Willem \an War- melo. Zij is gemachtigd, het uitgeloofde be drag, indien zij dat gewenscht acht, tus schen componisten van gelijkwaardige wer ken te verdéelen. Niêl-bekroonde werken künnen èervoi vermeld worden en voor uitvoering in aanmerking komen. Het só- dalicium „J. Pzn. Sweelinck" heeft zonder verdero kosten het recht het door de jurv bekroonde werk od zijn Lustrum-concert in 1934 voor het eerst uit te voeren. DROGISTERIJ. Apoth. Ass. Hcndr. v. Viandenstr. 30. Tel. 1313. Telefoon 281 Groote en kleine zalen disponibel voor feesten, partijen enz. EIGEN FARRIKAAT PAASCHEITJES. NOUGATEIEREN SLAGROOM. Q TWEE BELANGRIJKE PUNTEN j I» voor UEd BANKETBAKKER EN KOKV AMERSFOORT. NEEMT ZONDAGS VERSCH GEBAK. VOORAL IN SLAGROOM GROOTE SORTEERING. Bezorging Zondags aon huis tot 1 nor n.m. WINKEL GEOPEND van 11—3 nur n.m. JULIANAPLEIN 4. TELEFOON 635 NAAST APOTHEEK HAAN In voorraad: Deveo-Occulta Spatader- en Steun- kousen zonder gnmmi en Lasticflor elastieken kousen mot gummi. Pracht kousen, welke aan alle verwachtingen voldoen per paar 18.75. H. v .Viandenstraat 20 Tel. 1681 Vertrouwd en vakkundig adres voor Uw

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 14