MILITAIRE BELANGENVEREENIGINGEN
Donderdag 20 April 1933
31e Jaargang No. 249
DE MINISTER GEEFT EEN
REGLEMENT
Toezicht door de
regeering
UIT DE STAATSCOURANT
ARBITRAGEVERDRAG MET
JAPAN
De roode Vulpenhouder
'Alleen militairen mogen
lid zijn A
Bij resolutie van den Minister van Dc
fensie d.d. IS dezer, is vastgesteld liet vol
gende reglement, houdende beginselen no
pens de werkzaamheid van militaire belan-
genvereenigingen, toegelaten voor militairen
hencden den rang van officier.
Artikel 1.
Onder een militaire belangen-vereeniglng
wordt in dit reglement verstaan een vcr-
ccniging van militairen, behoorende tot het
berocpspersoneel van de zee- of landmacht,
welke zich uitsluitend of mede ten doei
stelt het bevorderen of behartigen van de
met de militaire positie verband houdende
belangen van haar leden.
Artikel 2.
Zij, die een militaire belangenvereniging
wensclien op te richten, moeten van du
voornemen kennis geven van den comman
deerenden officier van de zeemacht, onder
scheidenlijk den garnizoenscommandant ter
plaatse waar de oprichtingsvergadering zai
worden gehouden. Dag, uur en plaats de
zer vergadering worden hierbij opgegeven.
Artikel 3.
1. De werkzaamheid met betrekking tot
de in artikel 1 omschreven doelstelling van
cc-n militaire belangenvcreeniging en van
haar afdceiingcn bepaalt zich. met inacht
neming van de op ieder militair uit hoofde
van zijn militaire positie en op grond van
dc krijgstucht rustende verplichtingen en
onverminderd hetgeen te dien aanzien m
het Reglement betreffende de krijgstucht ls
bepaald tot:
a het bespreken van de met de militaire
positie verband boudende belangen der le
den in vergaderingen van (hoofd- en afdoe
lings-) besturen, in afdeelings- en algemee-
ne vergaderingen, zoomede in haar orgaan
b. het kenbaar maken van met bedoelde
belangen verband houdende verzoeken en
bezwaren aan de bevoegde macht.
2. Onvereenigbaar mot de krijgstucht Is
het door militaire belangenverenigingen
verleenen van eenigcrlei steun aan of het
betuigen van sympathie met gestrafte mi
litairen of uit de weermacht verwijderde
personen
Artikel 4.
1. Een militaire belangenvcreeniging mag
oncier welke benaming ook, geen andere
personen als lid -annëmen, in liaar midden
hebben, of aan haar werkzaamheden laten
deelnemen dan meerderjarige militairen,
behoorende tot het berocpspersoneel, en die
hun eerste opleiding hebben voltooid.
2. De vereeniging mag slechts bestaan
\jjt één van onderstaande categorieën van
militairen, met uitsluiting der andere:
a. onderofficieren met den rang (of tilu
lajrcn rang) van sergeant en hooger:
b. korporaals;
c. militairen die geen rang bekleeden:
tenzij de Minister van Defensie in uitzonde
ringsgevallen tot wederopzegging toe ver
gunning heeft verleend tot het samengaan
van twee of meer categorieën in een be
paalde vereeniging.
3. Het Europeesche en bet Inlandsche per
soneel van de zeemacht in Nederlandsch
Indiè mag niet van een en dezelfde mill
taire belangenvcreeniging deel uitmaken.
4. Onverminderd het bepaalde in het
tweede lid mogen militairen, behoorende toi
het wapen der Koninklijke Marechaussee of
tot bet korps Politietroepen. behoudens en
kele uitzonderingen, door deri Minister van
Defensie te stellen, alleen deel uitmaken van
militaire belangenverenigingen, die uit
sluitend voor militairen van dat wapen of
dat korps open staan
Artikel 5.
I-Jet is den tot het beroepspersoneel bchoo-
enden militair verboden zich aan tc slui
ten bij of op eenigcrlei wijze steun te ver
leenen aan:
a. Meer dan één militaire belangenvcr
eeniging;
b. eenige vak vereeniging van burgers;
c. groepen of verenigingen van niet tot
lipt militaire berocpspersoneel behoorende
personen, die op een wijze, welke den mili
tair niet geoorloofd zou zijn, zich bemoeien
met de belangen van den militair.
Artikel G
1. Het (hoofd) bestuur en de afdeclingcn
van een militaire belangenvcreeniging mo
gen uitsluitend gevestigd zijn aan den wal,
ter plaatse waar zich een commandccrontl
officier der zeemacht bevind', onderschei
denlijk in dc garnizoensplaatsen
2. Aan boord van oorlogsvaartuigen, In
de kazerne of in eenigo andere inrichtingen
der zee- of landmacht mogen geen afdee-
lingen worden gevormd. Ook andere ver
takkingen onder welke benaming ook
zijn daar niet toegelaten, behoudens cor
respondentschappen, mits hun werkzaam
heid zich uitsluitend bepaalt tot het innen
van de contribution en de commandecrcnde
officier of andere militaire chef toestem
ming daartoe heeft verleend.
Artikel ,7.
De militaire belangenvereniging mag
zich niet, aansluiten bij eenige vakvereni
ging of standsorganisatic van burgers en
aan zoodanige vereeniging of organisatie
geen medewerking of steun verleenen.
Hetzelfde verbod geldt ten aanzien van
groepen of verenigingen van nict-militai-
ren, die zich op een wijze, welke den mili
tair niet geoorloofd zou zijn, bezig houden
met de belangen van den militair.
Federaties of verbonden van militair
belangenverenigingen zijn verboden.
Dc vereeniging mag geen algemeenc oi
bijzondere vertegenwoordigers aanstellen.
Artikel S.
1. Alle thoofd- en afdeelings) bestuursle
den zijn krijgstuclitelijk verantwoordelijk
voor alle handelingen, geschriften en publl
caties \nn dc vereniging (waaronder mede
begrepen het orgaan der vereeniging), on
derscheidenlijk van de betrokken afdeeling.
2. Het (hoofd) bestuur moet van elke afle
vering van het orgaan der vereeniging en
van elk der andere van de vereeniging uit
gaande publicaties drie exemplaren zenden
aan den Minister van Defensie.
Artikel 5»
1. Afdeelings- of algemeenc vergaderingen
mogen uitsluitend worden gehouden:
a. door verenigingen van militairen, be
hoorende tot de Koninklijke Marine ter
plaatse waar zich een commandecrend of
ficier der zeemacht bevindt;
b. door voreenigingen van militairen, be
hoorende tot. de Koninklijke Landmacht ln
de garnizoensplaatsen.
2. Vergaderingen in de open lucht, aan
boord van oorlogsvaartuigen, in kazernes
of in eenige andere inrichting der zee- m
landmacht zijn verboden.
3. De com mandoer nde officieren der zee
macht en dc garnizoenscommandanten zijn
bevoegd tot het houden van vergaderingen
in door die autoriteiten aan te wijzen ge
bouwen te verbieden.
4. Van elke voorgenomen afdeelings- oi
algemeenc vergadering moet het betrokken
afdeelings- of het hoofdbestuur ten minste
driemaal 24 uur tevoren onder opgaven
van dag, uur, plaats en agenda der verga
dering kennis geven aan den ter plaatse,
waar de vergadering zal worden gehouden,
gevesligden commandeerenden officier der
zeemacht, onderscheidenlijk garnizoens
commandant, en wanneer het een algemee
nc vergadering betreft, bovendien aan den
Minister van Defensie.
Artikel 10.
1 In vergaderingen van militaire belan
genverenigingen of afdóèlingen daarvan
mogen geen voordrachten of besprekingen
worden gehouden, welke buiten de doel
stelling van dc vereeniging vallen.
2. Dc comrnandeerende officier der zee
macht, onderscheidenlijk dc- garnizoenscom
mandant ter plaatse waar de vergadering
wordt gehouden kan, op verzoek van he:
betrokken bestuur, zoo noodig onder door
hem tc stellen voorwaarden, ontheffing van
het in het eerste lid bedoelde verbod ver
leenen.
Artikel 11.
De militaire belangenvcreeniging opgods-
dienstigen grondslag kan zich laten bij
staan door een geestelijk adviseur. De gees
telijk adviseur heeft het recht allo verga
deringen van bestuur en leden bij te wo
nen.
Artikel 12.
1. Alle afdeelings- en algemeenc vergade
ringen zijn behoudens het bepaalde in
het derde en vierde lid cn in dc art. 11 en
14uitsluitend toegankelijk voor leden dei-
betrokken vereeniging.
2. Het is den leden niet vergund dc in
het eerste lid bedoelde vergaderingen Jri
burgerklccding bij te wonen.
3. De comrnandeerende officieren der zee
macht, onderscheidenlijk de garnizoenscom
mandanten, zijn bevoegd elke vergadering,
als bedoeld in het eerste lid, bij tc wonen
of door een of meer door hen aangewezen
militairen te doen bijwonen.
4. Op verzoek van het bestuur kan de
Minister van Defensie in bijzondere geval
len ontheffing verleenen van het bepaalde
in het eerste lid.
Artikel 13.
1. In de vercenigingsgebouwcn of -lokalen
moet gedurende den tijd, dat deze voor
militairen toegankelijk zijn, desvcrlangd
toegang moeten worden verleend aan den
betrokken commandeerenden officier der
zeemacht, onderscheidenlijk garnizoenscom
mandant cn aan dc daartoe door die auto
riteiten aangewezen militairen.
2-. Alleen met toestemming van den com
mandeerenden ufficier der zeemacht, on
derscheidenlijk den garnizoenscommandant,
mogen de in het eerste lid bedoelde gebou
wen of lokalen worden gebezigd voor bij
eenkomsten van niet-rnilitaircn.
3. In de in liet eerste lid bedoelde vcr-
eenigingsgebouw en of -lokalen mogen niet
aanwezig zijn de geschriften, welke op
grond van het bepaalde in artikel 10, aan
hef cn sub c, van het Reglement, betreffen
de krijgstucht aan boord van de oorlogs
vaartuigen, in de kazernes of in de onder
eenige benaming tot huisvesting of verblijf
aanwezige inrichtingen der zee of land
macht worden geweerd, noch andere ge
schriften. welke de krijgstucht ondermijnen
of het gezag der meerderen aantasten.
Artikel 14.
1. Indien en voor zoo lang de Minislei
van Defensie daartoe vergunning verleent,
kan de vereeniging burgers in dienst heb
ben of op andere wijze, van dc diensten var.
burgers gebruik maken. Restuurs- of ver
tegenwoordigende bevoegdheden kunnen
niet worden toegekend. Het bestuur kan
hun toestaan de vergaderingen bij tc wo
nen tot het geven van ui lichtingen.
2. Neemt de dienstbetrekking of het ge
bruik maken van de diénsten een einde,
dan moet het betrokken bestuur daarvan
kennis geven aan den Minister van Defen
sie
Artikel 15.
Het (hoofd) bestuur van een militaire be
langenvereniging moet onmiddellijk aan
den Minister van Defensie kennis geven
van:
a. wijziging in de statuten;
b. oprichting van nieuwe en opheffing van
bestaande afdeelingen.
Bij de kennisgeving van de oprichting
van een nieuwe afdeeling moet een opgave
gevoegd worden van de namen en dc mili
taire positie barer bestuursleden.
Artikel 1U
Dc Verenigingen zullen zich bij haar ar
beid voegen naar dc voorschriften, door oi
vanwege den Minister van Defensie gege
ven.
2. Wanneer hij dit in het belang van do
weermacht of om andere redenen noodig
acht, kan de Minister van Defensie dc
werkzaamheden van de vereeniging tijde
lijk beperken of doen staken.
Artikel 17
Aan boord van schepen, in kazernes cn
andere militaire verblijven wordt geen pro
paganda voor een vereeniging gemaakt
Artikel IS.
Waar in de artt 12 cn 1G gesproken wordt
van den Minister van Defensie treedt ten
aanzien van het zich in Nederlandsch-Indlè
bevindende gedeelte der zeemacht voor dien
Minister dc Commandant der Zeemacht in
Ncdcrlandsch-Indiö in de plaats
Dit reglement is toegezonden aan de be
turen der verschillende bonden van be
roepspersoneel van zee- cn landmacht be
neden den rang van officier. Deze zijn ;n
de gelegenheid gesteld vóór een bepaalden
datum den Minister de toelating te ver
zoeken van hun organisatie als militaire
bclangcnvereeniging, onder ovciTegging van
een exemplaar van de statuten, welke met
de in het reglement neergelegde beginselen
ten volle rekening moeten houden.
In afwachting hiervan wordt erop gerc
kend, dut do betrokken bonden zich b;j
hun arbeid zooveel mogelijk naar deze be
inselcn zullen gedragen.
Bij K. B is benoemd tol officier in do
Orde van Oranjc-Nassau Dr. H. E. Grove te
's-Gravenhage, secretaris dor Centra lp Ver
eeniging van Openbare Leeszalen cn Bi
bliotheken
Verzekeringsraad.
Dc Werkgevers-leden van den Vcrzcko
ringsraad met hun plaatsvervangers heb
hen mot ingang van 18 April voor den tijd
van drie jaren aangewezen als lid van den
Raad van Toezicht, als bedoeld in artikel
11 der Wet op de Rijksverzekeringsbank.
Staatsblad 1020, No. 780; II. J. F. Smulders,
Utrecht; F. L. van der Bom, Amsterdam,
Jhr. Mr. P. J. A. A. M. van Xispcn tot Sc-
venaor, Arnhem; D. IL Wicherson. Stcen-
wijk: cn als plaatsvervangend lid van dicn
Raad: Dr. L G. Korlchhorst. 's Gravenhago
J. A. E. Verkade, Zaandam; W. F. Pick,
Wassenaar; Mr. W. P. .1 H. Cort van der
Linden. "s-Gravcnhagc.
De werknemers-ledcn van den Verzeke
ringsraad met hun plaatsvervangers heb
ben met ingang van genoemden datum
aangewezen als lid van voornoemden Raad
van Toezicht: A. C. de Bruyn, Utrecht; A.
A. A. A. Slcyscr, 's-Gravenhage; F. S.
Noordhoff. Haarlem; J. S. Rupport Jr.,
Utrecht; en als plaatsvervangend lid van
dien raad*. J. Veldman, Utrecht; B. dc Boer
's-Gravenhage; F. van dc Wallc, Amster
dam cn G J. Leppink, Lonncker.
HAARLEMSCH INSLUIPER
GEARRESTEERD.
Haarlem, 19 April. Dc ITaarlemsclic
politie is erin geslaagd den dader aan te
houden van verschillende inbraken, di.-> in
den laatstcn lijd in Haarlem en omstreken
plaats hadden.
De aangehoudene, de 36-jarige timn er
man v. L., ging bij alle insluipingen op de
zelfde wijze te werk.
Bij huizen, waarvan hij wist. dat do bc
woners afwezig waren, sloeg hij oen ruitje
van dc voordeur stuk cn opende het siot,
waarna hij de woning doorzocht. Meerma
len maakte hij zich van vrij belangrijke be
dragen buit. Van L.. die reeds een beken
tcnis heeft afgelegd, is een goede bekende
van do justitie. Dc man is in het huis van
bewaring ingesloten.
DE OPENSTELLING VAN DEN
AFSLUITDIJK.
In antwoord op een desbetreffend ver
zoek deelt de directeur-generaal van de
Zuiderzee wérken aan den A. N. W. B. en
de K. N. .A. C. mede, dat algeheclc open
stelling van den weg over den afsluitdijk
waraschijnlijk in Juli a.s. tegemoet kan
worden gezien.
LIJK OPGEHAALD.
Sas v a n Gent, 19 April. Iloden word
uit dc midden Kanaalarm te Sas van Gent
het lijk opgevischt van den 21-jarigcn G
Stccnhoek uit Vlaardingen. S. behoorde
thuis op het stoomschip Roseuburg, welk
schip dezer dagen nabij de phosfaatfabriek
tc Sas van Gent werd gelost. Op een ge
geven moment werd hij als vermist opge
geven
AARDAPPELEN VOOR.... 30 CENT
PER 100 K.G
Dat de verbouw ers van aardappelen volop
reden hebben tot klagen, moge blijken uit
het feit, dat dc prijzen thans zoo laag zijn
als ze nooit tevoren waren. Per adverten
tie in een der locale bladen van het Land
van Cuijk maakt een opkooper bekend, dat
/e bij hem kunnen worden afgehaald voor
den ongelooflijken prijs van 30 cent per 100
K.G
Woensdagmiddag te 's-Gra:
venhage onderleekend
-Gr ravenhag c, 19 April, lieden is to
s G raven hoge tusschen Nederland cn Ja
pan een verdrag ond'.rteekend tol beslech
ting van geschillen door conciliate, recht
spraak en arbitrage, over welk verdrag do
laatste maanden onderhandelingen hebben
plaats gehad, nadat reeds eenige jaren ge
leden over dc sluiting van zoodanig ver
drag in gedachtcnw isscling was getreden.
Het verdrag, dat bet eenige is van zoo
algemeenc strekking, totnutoc door Japan
gesloten, is ecno ni.niwo bevestiging van
lc eeuwenoude vriendschappelijke betrek
kingen tusschen do heide landen.
De regeling voorziet du instelling cener
Permanente ConciliaMc-conunissic, samen
gesteld en functionneercnde op dezelfde wij
ze als dergelijke commissies bij reeds vele
door Nederland gesloten verdragen ingo-
telcl. Voor alle rechtsgeschillen is daaren
boven, al naar Partijen overeenkomen, het
zij het Permanente Mof van Internationale
Justitie, hetzij een arbitrale rechtbank cn
hij niet-ovcrcenstemming genoemd Hof be
voegd. Geschillen worden door een in elk
hijzonder geval door Partijen te 6luiten
compromis aan een dezer instanties onder
worpen. Het verdrag wijkt in dit opzicht
af van dc meeste door Nederland in do
laatste jaren gesloten verdragen, welke bij
gebreke van overeenstemming tusschen»
Partijen het rechtstreeks brengen van een
geschil voor het Hof door eene der partijen
mogelijk maakte; het vertoont in dit op
zicht meer gelijkenis met de oudere ver
dragen en met het in 1930 tusschen Ne
derland cn dc Vercenigde Staten van Ame
rika gesloten verdrag.
Daar de Japansche regeering bedacht
wenschte te zijn op de mogelijkheid dat het
uittreden van Japan uit den Volkenbond
verandering zou tengevolge kunnen heb
ben met betrekking tot de rechtspositie van
Japan tegenover het Permanente Ilof van
Internationale Justitie, is in een bij het ver
drag gevoegd protocol voor dat geval een
nader gemeenschappelijk overleg voorzien
over cle vraag of er reden zou kunnen be
staan, om zekere bepalingen van het ver
drag, die op het Permanente Hof betrek
king hebben, tc wijzigen.
PAASCHVUREN IN TWENTE.
Men schrijft uit Goor aan de N.R.Ct.r
Hoewel in ons mooie Twente tal van
oude gebruiken zijn verdrongen, schijnt het
branden van Paaschvuren hierop een uit
zondering to maken In onze gemeente,
waar vroeger tal van kleine vuren werden
ontstoken, wérd thans op initiatief van de
vereeniging Goor Vooruit slechts 6ón groot
Paaschvuur ontstoken. De grootte van dit
vuur liet niets tc wensclien over, daar niet
minder dan 150 wagens hout waren bijeen
gebracht. De middenlijn van den houtsta
pel bedroeg 12 meter. Het aansteken van
den brandstapel ging vooraf door een mu
zikale rondgang door dc gemeente, waarna
zich eenige duizenden toeschouwers naar
het gemeentelijke sportpark begaven, om
getuige van de ontsteking van dc „Baoko"
te zijn
EEN VERBODEN FUIF.
De Haagsche Kunstkring krijgt
een proces-verbaal
's Nachts omstreeks 2 uur, ls door dc po
litic een overtreding van de Drankwet ge
constateerd in dc localileiten van den
Haagschen Kunstkring, gelegen onder dc
Grafelijke zalen oji het Binnenhof. In deze
localitciten werd een fuif gehouden van
studenten met hun dames. Een 5-tal flcs-
schen met sterken drank werd door de po
litie in beslag genomen. Proces-verbaal is
terzake tegen de vereeniging „de Haagsclie
Kunstkring" opgemaakt.
DOOR EEN AUTO GEDOOD.
Sas van Gent, 19 April. Dezer dagen
reed de auto van Dr. van Looy alhier een
zekere A. v. A. aan, die plotseling den weg
overstak. Zeer érnstig gewond werd het
slachtoffer naar het ziekenhuis overge
bracht, waar hij aan de gevolgen van de
hekomen verwondingen is overleden.
Voor een nieuw ideaal (v strijden, is de
haard der vaderenvernemen.
Geautoriseerde vertaling naar t Engeisch
van Molly Thy nil e,
door A. \Vv v E.—v. li.
Toen hij weer lot zich/el!' kwam en op-
heek, zag hij Cynthia naast zich staan.
„Wat is er, oom I'ayre? Sybil toch niet?"
In zoo weinig woorden, als mogelijk was,
verklaarde hij ham den toestand en \or-
zwcog daarbij geheel Kcan's bekentenis
Daar kon hij haar nu niet over spreken.
Zij was hevig geschokt, maar zij weer
hield haar tranen, totdat zij hem naar de
eetkamer had gebracht en hem een sterken
dronk had toebereid. Terwijl hij dien op-
dronk, telefoneerde zij om een taxi, en bin
nen vijf minuten was hij op den terugleg
•aar Westminster.
Het was al laaf, toen hij, uitgeput van ver
moeidheid en gekweld door* zelfverwijt, naar
zijn club terugging. Als hij zoo fijngevoelig
was gevveest, bij Kean le blijven, had hij
die slotcatastrofe misschien kunnen verhin
deren.
Maar toen hij, te moe en mistroostig om
tot uitklecden te komen, in zijn kamer zat,
kwani zijn gezond verstand weer boven en
begreep hij, dat Kean den epnig mogelijkcn
uitweg had gevonden. Sybil was dood, en
niets kon haar meer deren.
Wist hij maar met zekerheid, dat zij niets
had geraden!
Met een uitroep stond hij op en nam dc
portefeuille op, die hij op tafel had gewor
pen, locn hij dc kamer binnentrad. Mij
haalde er haar brief uit en opende het
ingesloten schrijven. Voordat hij een twaalf
tal regels had gelezen, w as zijn ergste vrees
bewaarheid.
..Het valt mij heel moeilijk dit tc schrij
ven," luidde de brief, „en toch moet ik het
iemand zeggen. Ik ben zoo wanhopig bang
voor hetgeen Edward misschien gedaan
heeft. En het vrecselijke er van is, dat ik
misschien ongelijk heb cn toch kan ik hem
niet om een verklaring vragen. Als wat ik
denk, waar is, en hij het voor mij verbor
gen heeft gehouden, komt dat, omdat het,
(erwille van mij, zijn hart zou gebroken
hebben, als ik het had geweten. Er steekt
iets zeer "geheimzinnigs achter dat alles. Ik
kan je alleen dit vertellen. Hatter, ik weet
bijna zeker, dat de ponhouder, dien je na
den moord vond, van mij was. Dat was op
den dag dat Edward mij in dc auto naar
Londen reed en eenige loovertjes vn Mrs.
Droycott's japon in den wagen gevonien
werden. In de kranten stond, dat zij die
japon aan had, toen zij gevonden werd, cn
zij droeg baar op Staveley, den avond voor
haar vertrek. En toch weet ik. dat dc auto
toen in Londen was! Ik begrijp het niet.
Maar Halter, den avond, voordat mrs.
Draycott Staveley verliet, kwam ik uit mijn
kamer om naar beneden te gaan voor het
diner, en vond tpen haar cn Edward bi) dc
deur van haar kamer in gesprek. Ik moet
mijn deur heel zacht hebben geopend, want
zij hoorden mij niet, maar ik hoorde mrs.
Draycott zeggen: „Dit is de tweede keer. dat
u het uitstelt. U weet, wat u te wachten
staat, als u dezen keer geen beslissing
neemt!" Ik ging weer in mijn kamer te
rug en sloot de deur, zonder dat zij mij za
gen.
Ik begrijp het niet, HatterEdward
kan dien avond niet op de boerderij zijn ge
weest, hij ging 's middags naar de stad te
rug. Mijn versland zegt mij, dat ik mij ver
gist moet hebben, en toch voel ik aldoor,
dat er iets gebeurd is iels vrceselijks, dat
ik niet begrijp. Edward heeft zich nog nooit
zoo druk gemaakt over een zaak Dezen
keer spelen zijn zenuwen hem parten Ik
weet niet, wat te doen, maar ik word ge
kweld door dc vrees, dat ik sterven za.,
voordat het gerechtelijk onderzoek voorbij
is, cn dat Edward, in zijn verlangen, mij 'e
sparen, iets zal doenIk weet niet, wat
ik schrijf. Hatter. Ik ben nog zoo onzinnig
zwak cn mijn hersens schijnen nog niet
goed te werken, maar ik wou, dat je dir.
aan Edward liet zien cn hem vroeg John
Leslie, tcrwillc van mij, niet tc laten lij
den. Ik word gekweld door dc gedachte, dat
hij zich tot iets zul laten vervoeren, dat iu
het geheel niets voor hem is, zooals ik hem
ken iets, dat hij tot aan zijn dood zou
betreuren en dat ik cr niet meer zijn
zal om hem dat tc besparen. Ik ben zoo
moe. Ik kan niet verder schrijven, maar
doe je best voor mij, Hatter!"
SybiL
De brief viel uit Fayre's handen cn flati
derde op den grond.
Hoe hij ook door smart cn ontzetting was
aangegrepen, was hij tocli dankbaar voor
twee dingen: Kean had nooit geraden, dat
zijn vróuw bet wist, en bij was gestor
ven in liet geloof, dat de misdaad, die
hij tcrwillc van haar had begaan, niet te
vergeefs was geploegd cn Sybil was ge
storven. onbewust van het tragische feit,
dat haar eerste echtgenoot nog in leven was.
HOOFDSTUK XXVII.
Op een prachtigcn Julidag, zooals de be
woners van deze landen maar zelden ken
nen, werden Cynthia Bell cn John Leslie in
het huwelijk verbonden. Ze hadden een ou
de kerk, die in een eenvoudige buurt van
Zuid-Londen stond, uitgekozen voor de in
zegening, cn hadden alleen diegenen uit
genoodigd, van wie zij het bijwonen der
plechtigheid werkelijk op prijs stolden.
„Het is, maar goed. dat lady Galston er
niet bij is geweest!" beweerde dc vrouw, die
in Cynthia's moeilijke dagen zoo moederlijk
voor haar was geweest, locn zij cn Hatter
Fayre tezamen van de kerk naar het hu:a
van de Staveley's reden, dat dezen vior die
geleeenheid hadden afgestaan.
„Zij is nooit ook maar een greintje goed
voor het kind geweest van dc geboorte af
aan, en in haar tegenwoordige stemming
zou zij zelfs een bachanaal bedorven heb
ben!"
(Slot volgt^