MILITAIRE BELANGENVEREENIGINGEN Donderdag 20 April 1933 31e Jaargang No. 249 DE MINISTER GEEFT EEN REGLEMENT Toezicht door de regeering UIT DE STAATSCOURANT ARBITRAGEVERDRAG MET JAPAN De roode Vulpenhouder 'Alleen militairen mogen lid zijn A Bij resolutie van den Minister van Dc fensie d.d. IS dezer, is vastgesteld liet vol gende reglement, houdende beginselen no pens de werkzaamheid van militaire belan- genvereenigingen, toegelaten voor militairen hencden den rang van officier. Artikel 1. Onder een militaire belangen-vereeniglng wordt in dit reglement verstaan een vcr- ccniging van militairen, behoorende tot het berocpspersoneel van de zee- of landmacht, welke zich uitsluitend of mede ten doei stelt het bevorderen of behartigen van de met de militaire positie verband houdende belangen van haar leden. Artikel 2. Zij, die een militaire belangenvereniging wensclien op te richten, moeten van du voornemen kennis geven van den comman deerenden officier van de zeemacht, onder scheidenlijk den garnizoenscommandant ter plaatse waar de oprichtingsvergadering zai worden gehouden. Dag, uur en plaats de zer vergadering worden hierbij opgegeven. Artikel 3. 1. De werkzaamheid met betrekking tot de in artikel 1 omschreven doelstelling van cc-n militaire belangenvcreeniging en van haar afdceiingcn bepaalt zich. met inacht neming van de op ieder militair uit hoofde van zijn militaire positie en op grond van dc krijgstucht rustende verplichtingen en onverminderd hetgeen te dien aanzien m het Reglement betreffende de krijgstucht ls bepaald tot: a het bespreken van de met de militaire positie verband boudende belangen der le den in vergaderingen van (hoofd- en afdoe lings-) besturen, in afdeelings- en algemee- ne vergaderingen, zoomede in haar orgaan b. het kenbaar maken van met bedoelde belangen verband houdende verzoeken en bezwaren aan de bevoegde macht. 2. Onvereenigbaar mot de krijgstucht Is het door militaire belangenverenigingen verleenen van eenigcrlei steun aan of het betuigen van sympathie met gestrafte mi litairen of uit de weermacht verwijderde personen Artikel 4. 1. Een militaire belangenvcreeniging mag oncier welke benaming ook, geen andere personen als lid -annëmen, in liaar midden hebben, of aan haar werkzaamheden laten deelnemen dan meerderjarige militairen, behoorende tot het berocpspersoneel, en die hun eerste opleiding hebben voltooid. 2. De vereeniging mag slechts bestaan \jjt één van onderstaande categorieën van militairen, met uitsluiting der andere: a. onderofficieren met den rang (of tilu lajrcn rang) van sergeant en hooger: b. korporaals; c. militairen die geen rang bekleeden: tenzij de Minister van Defensie in uitzonde ringsgevallen tot wederopzegging toe ver gunning heeft verleend tot het samengaan van twee of meer categorieën in een be paalde vereeniging. 3. Het Europeesche en bet Inlandsche per soneel van de zeemacht in Nederlandsch Indiè mag niet van een en dezelfde mill taire belangenvcreeniging deel uitmaken. 4. Onverminderd het bepaalde in het tweede lid mogen militairen, behoorende toi het wapen der Koninklijke Marechaussee of tot bet korps Politietroepen. behoudens en kele uitzonderingen, door deri Minister van Defensie te stellen, alleen deel uitmaken van militaire belangenverenigingen, die uit sluitend voor militairen van dat wapen of dat korps open staan Artikel 5. I-Jet is den tot het beroepspersoneel bchoo- enden militair verboden zich aan tc slui ten bij of op eenigcrlei wijze steun te ver leenen aan: a. Meer dan één militaire belangenvcr eeniging; b. eenige vak vereeniging van burgers; c. groepen of verenigingen van niet tot lipt militaire berocpspersoneel behoorende personen, die op een wijze, welke den mili tair niet geoorloofd zou zijn, zich bemoeien met de belangen van den militair. Artikel G 1. Het (hoofd) bestuur en de afdeclingcn van een militaire belangenvcreeniging mo gen uitsluitend gevestigd zijn aan den wal, ter plaatse waar zich een commandccrontl officier der zeemacht bevind', onderschei denlijk in dc garnizoensplaatsen 2. Aan boord van oorlogsvaartuigen, In de kazerne of in eenigo andere inrichtingen der zee- of landmacht mogen geen afdee- lingen worden gevormd. Ook andere ver takkingen onder welke benaming ook zijn daar niet toegelaten, behoudens cor respondentschappen, mits hun werkzaam heid zich uitsluitend bepaalt tot het innen van de contribution en de commandecrcnde officier of andere militaire chef toestem ming daartoe heeft verleend. Artikel ,7. De militaire belangenvereniging mag zich niet, aansluiten bij eenige vakvereni ging of standsorganisatic van burgers en aan zoodanige vereeniging of organisatie geen medewerking of steun verleenen. Hetzelfde verbod geldt ten aanzien van groepen of verenigingen van nict-militai- ren, die zich op een wijze, welke den mili tair niet geoorloofd zou zijn, bezig houden met de belangen van den militair. Federaties of verbonden van militair belangenverenigingen zijn verboden. Dc vereeniging mag geen algemeenc oi bijzondere vertegenwoordigers aanstellen. Artikel S. 1. Alle thoofd- en afdeelings) bestuursle den zijn krijgstuclitelijk verantwoordelijk voor alle handelingen, geschriften en publl caties \nn dc vereniging (waaronder mede begrepen het orgaan der vereeniging), on derscheidenlijk van de betrokken afdeeling. 2. Het (hoofd) bestuur moet van elke afle vering van het orgaan der vereeniging en van elk der andere van de vereeniging uit gaande publicaties drie exemplaren zenden aan den Minister van Defensie. Artikel 5» 1. Afdeelings- of algemeenc vergaderingen mogen uitsluitend worden gehouden: a. door verenigingen van militairen, be hoorende tot de Koninklijke Marine ter plaatse waar zich een commandecrend of ficier der zeemacht bevindt; b. door voreenigingen van militairen, be hoorende tot. de Koninklijke Landmacht ln de garnizoensplaatsen. 2. Vergaderingen in de open lucht, aan boord van oorlogsvaartuigen, in kazernes of in eenige andere inrichting der zee- m landmacht zijn verboden. 3. De com mandoer nde officieren der zee macht en dc garnizoenscommandanten zijn bevoegd tot het houden van vergaderingen in door die autoriteiten aan te wijzen ge bouwen te verbieden. 4. Van elke voorgenomen afdeelings- oi algemeenc vergadering moet het betrokken afdeelings- of het hoofdbestuur ten minste driemaal 24 uur tevoren onder opgaven van dag, uur, plaats en agenda der verga dering kennis geven aan den ter plaatse, waar de vergadering zal worden gehouden, gevesligden commandeerenden officier der zeemacht, onderscheidenlijk garnizoens commandant, en wanneer het een algemee nc vergadering betreft, bovendien aan den Minister van Defensie. Artikel 10. 1 In vergaderingen van militaire belan genverenigingen of afdóèlingen daarvan mogen geen voordrachten of besprekingen worden gehouden, welke buiten de doel stelling van dc vereeniging vallen. 2. Dc comrnandeerende officier der zee macht, onderscheidenlijk dc- garnizoenscom mandant ter plaatse waar de vergadering wordt gehouden kan, op verzoek van he: betrokken bestuur, zoo noodig onder door hem tc stellen voorwaarden, ontheffing van het in het eerste lid bedoelde verbod ver leenen. Artikel 11. De militaire belangenvcreeniging opgods- dienstigen grondslag kan zich laten bij staan door een geestelijk adviseur. De gees telijk adviseur heeft het recht allo verga deringen van bestuur en leden bij te wo nen. Artikel 12. 1. Alle afdeelings- en algemeenc vergade ringen zijn behoudens het bepaalde in het derde en vierde lid cn in dc art. 11 en 14uitsluitend toegankelijk voor leden dei- betrokken vereeniging. 2. Het is den leden niet vergund dc in het eerste lid bedoelde vergaderingen Jri burgerklccding bij te wonen. 3. De comrnandeerende officieren der zee macht, onderscheidenlijk de garnizoenscom mandanten, zijn bevoegd elke vergadering, als bedoeld in het eerste lid, bij tc wonen of door een of meer door hen aangewezen militairen te doen bijwonen. 4. Op verzoek van het bestuur kan de Minister van Defensie in bijzondere geval len ontheffing verleenen van het bepaalde in het eerste lid. Artikel 13. 1. In de vercenigingsgebouwcn of -lokalen moet gedurende den tijd, dat deze voor militairen toegankelijk zijn, desvcrlangd toegang moeten worden verleend aan den betrokken commandeerenden officier der zeemacht, onderscheidenlijk garnizoenscom mandant cn aan dc daartoe door die auto riteiten aangewezen militairen. 2-. Alleen met toestemming van den com mandeerenden ufficier der zeemacht, on derscheidenlijk den garnizoenscommandant, mogen de in het eerste lid bedoelde gebou wen of lokalen worden gebezigd voor bij eenkomsten van niet-rnilitaircn. 3. In de in liet eerste lid bedoelde vcr- eenigingsgebouw en of -lokalen mogen niet aanwezig zijn de geschriften, welke op grond van het bepaalde in artikel 10, aan hef cn sub c, van het Reglement, betreffen de krijgstucht aan boord van de oorlogs vaartuigen, in de kazernes of in de onder eenige benaming tot huisvesting of verblijf aanwezige inrichtingen der zee of land macht worden geweerd, noch andere ge schriften. welke de krijgstucht ondermijnen of het gezag der meerderen aantasten. Artikel 14. 1. Indien en voor zoo lang de Minislei van Defensie daartoe vergunning verleent, kan de vereeniging burgers in dienst heb ben of op andere wijze, van dc diensten var. burgers gebruik maken. Restuurs- of ver tegenwoordigende bevoegdheden kunnen niet worden toegekend. Het bestuur kan hun toestaan de vergaderingen bij tc wo nen tot het geven van ui lichtingen. 2. Neemt de dienstbetrekking of het ge bruik maken van de diénsten een einde, dan moet het betrokken bestuur daarvan kennis geven aan den Minister van Defen sie Artikel 15. Het (hoofd) bestuur van een militaire be langenvereniging moet onmiddellijk aan den Minister van Defensie kennis geven van: a. wijziging in de statuten; b. oprichting van nieuwe en opheffing van bestaande afdeelingen. Bij de kennisgeving van de oprichting van een nieuwe afdeeling moet een opgave gevoegd worden van de namen en dc mili taire positie barer bestuursleden. Artikel 1U Dc Verenigingen zullen zich bij haar ar beid voegen naar dc voorschriften, door oi vanwege den Minister van Defensie gege ven. 2. Wanneer hij dit in het belang van do weermacht of om andere redenen noodig acht, kan de Minister van Defensie dc werkzaamheden van de vereeniging tijde lijk beperken of doen staken. Artikel 17 Aan boord van schepen, in kazernes cn andere militaire verblijven wordt geen pro paganda voor een vereeniging gemaakt Artikel IS. Waar in de artt 12 cn 1G gesproken wordt van den Minister van Defensie treedt ten aanzien van het zich in Nederlandsch-Indlè bevindende gedeelte der zeemacht voor dien Minister dc Commandant der Zeemacht in Ncdcrlandsch-Indiö in de plaats Dit reglement is toegezonden aan de be turen der verschillende bonden van be roepspersoneel van zee- cn landmacht be neden den rang van officier. Deze zijn ;n de gelegenheid gesteld vóór een bepaalden datum den Minister de toelating te ver zoeken van hun organisatie als militaire bclangcnvereeniging, onder ovciTegging van een exemplaar van de statuten, welke met de in het reglement neergelegde beginselen ten volle rekening moeten houden. In afwachting hiervan wordt erop gerc kend, dut do betrokken bonden zich b;j hun arbeid zooveel mogelijk naar deze be inselcn zullen gedragen. Bij K. B is benoemd tol officier in do Orde van Oranjc-Nassau Dr. H. E. Grove te 's-Gravenhage, secretaris dor Centra lp Ver eeniging van Openbare Leeszalen cn Bi bliotheken Verzekeringsraad. Dc Werkgevers-leden van den Vcrzcko ringsraad met hun plaatsvervangers heb hen mot ingang van 18 April voor den tijd van drie jaren aangewezen als lid van den Raad van Toezicht, als bedoeld in artikel 11 der Wet op de Rijksverzekeringsbank. Staatsblad 1020, No. 780; II. J. F. Smulders, Utrecht; F. L. van der Bom, Amsterdam, Jhr. Mr. P. J. A. A. M. van Xispcn tot Sc- venaor, Arnhem; D. IL Wicherson. Stcen- wijk: cn als plaatsvervangend lid van dicn Raad: Dr. L G. Korlchhorst. 's Gravenhago J. A. E. Verkade, Zaandam; W. F. Pick, Wassenaar; Mr. W. P. .1 H. Cort van der Linden. "s-Gravcnhagc. De werknemers-ledcn van den Verzeke ringsraad met hun plaatsvervangers heb ben met ingang van genoemden datum aangewezen als lid van voornoemden Raad van Toezicht: A. C. de Bruyn, Utrecht; A. A. A. A. Slcyscr, 's-Gravenhage; F. S. Noordhoff. Haarlem; J. S. Rupport Jr., Utrecht; en als plaatsvervangend lid van dien raad*. J. Veldman, Utrecht; B. dc Boer 's-Gravenhage; F. van dc Wallc, Amster dam cn G J. Leppink, Lonncker. HAARLEMSCH INSLUIPER GEARRESTEERD. Haarlem, 19 April. Dc ITaarlemsclic politie is erin geslaagd den dader aan te houden van verschillende inbraken, di.-> in den laatstcn lijd in Haarlem en omstreken plaats hadden. De aangehoudene, de 36-jarige timn er man v. L., ging bij alle insluipingen op de zelfde wijze te werk. Bij huizen, waarvan hij wist. dat do bc woners afwezig waren, sloeg hij oen ruitje van dc voordeur stuk cn opende het siot, waarna hij de woning doorzocht. Meerma len maakte hij zich van vrij belangrijke be dragen buit. Van L.. die reeds een beken tcnis heeft afgelegd, is een goede bekende van do justitie. Dc man is in het huis van bewaring ingesloten. DE OPENSTELLING VAN DEN AFSLUITDIJK. In antwoord op een desbetreffend ver zoek deelt de directeur-generaal van de Zuiderzee wérken aan den A. N. W. B. en de K. N. .A. C. mede, dat algeheclc open stelling van den weg over den afsluitdijk waraschijnlijk in Juli a.s. tegemoet kan worden gezien. LIJK OPGEHAALD. Sas v a n Gent, 19 April. Iloden word uit dc midden Kanaalarm te Sas van Gent het lijk opgevischt van den 21-jarigcn G Stccnhoek uit Vlaardingen. S. behoorde thuis op het stoomschip Roseuburg, welk schip dezer dagen nabij de phosfaatfabriek tc Sas van Gent werd gelost. Op een ge geven moment werd hij als vermist opge geven AARDAPPELEN VOOR.... 30 CENT PER 100 K.G Dat de verbouw ers van aardappelen volop reden hebben tot klagen, moge blijken uit het feit, dat dc prijzen thans zoo laag zijn als ze nooit tevoren waren. Per adverten tie in een der locale bladen van het Land van Cuijk maakt een opkooper bekend, dat /e bij hem kunnen worden afgehaald voor den ongelooflijken prijs van 30 cent per 100 K.G Woensdagmiddag te 's-Gra: venhage onderleekend -Gr ravenhag c, 19 April, lieden is to s G raven hoge tusschen Nederland cn Ja pan een verdrag ond'.rteekend tol beslech ting van geschillen door conciliate, recht spraak en arbitrage, over welk verdrag do laatste maanden onderhandelingen hebben plaats gehad, nadat reeds eenige jaren ge leden over dc sluiting van zoodanig ver drag in gedachtcnw isscling was getreden. Het verdrag, dat bet eenige is van zoo algemeenc strekking, totnutoc door Japan gesloten, is ecno ni.niwo bevestiging van lc eeuwenoude vriendschappelijke betrek kingen tusschen do heide landen. De regeling voorziet du instelling cener Permanente ConciliaMc-conunissic, samen gesteld en functionneercnde op dezelfde wij ze als dergelijke commissies bij reeds vele door Nederland gesloten verdragen ingo- telcl. Voor alle rechtsgeschillen is daaren boven, al naar Partijen overeenkomen, het zij het Permanente Mof van Internationale Justitie, hetzij een arbitrale rechtbank cn hij niet-ovcrcenstemming genoemd Hof be voegd. Geschillen worden door een in elk hijzonder geval door Partijen te 6luiten compromis aan een dezer instanties onder worpen. Het verdrag wijkt in dit opzicht af van dc meeste door Nederland in do laatste jaren gesloten verdragen, welke bij gebreke van overeenstemming tusschen» Partijen het rechtstreeks brengen van een geschil voor het Hof door eene der partijen mogelijk maakte; het vertoont in dit op zicht meer gelijkenis met de oudere ver dragen en met het in 1930 tusschen Ne derland cn dc Vercenigde Staten van Ame rika gesloten verdrag. Daar de Japansche regeering bedacht wenschte te zijn op de mogelijkheid dat het uittreden van Japan uit den Volkenbond verandering zou tengevolge kunnen heb ben met betrekking tot de rechtspositie van Japan tegenover het Permanente Ilof van Internationale Justitie, is in een bij het ver drag gevoegd protocol voor dat geval een nader gemeenschappelijk overleg voorzien over cle vraag of er reden zou kunnen be staan, om zekere bepalingen van het ver drag, die op het Permanente Hof betrek king hebben, tc wijzigen. PAASCHVUREN IN TWENTE. Men schrijft uit Goor aan de N.R.Ct.r Hoewel in ons mooie Twente tal van oude gebruiken zijn verdrongen, schijnt het branden van Paaschvuren hierop een uit zondering to maken In onze gemeente, waar vroeger tal van kleine vuren werden ontstoken, wérd thans op initiatief van de vereeniging Goor Vooruit slechts 6ón groot Paaschvuur ontstoken. De grootte van dit vuur liet niets tc wensclien over, daar niet minder dan 150 wagens hout waren bijeen gebracht. De middenlijn van den houtsta pel bedroeg 12 meter. Het aansteken van den brandstapel ging vooraf door een mu zikale rondgang door dc gemeente, waarna zich eenige duizenden toeschouwers naar het gemeentelijke sportpark begaven, om getuige van de ontsteking van dc „Baoko" te zijn EEN VERBODEN FUIF. De Haagsche Kunstkring krijgt een proces-verbaal 's Nachts omstreeks 2 uur, ls door dc po litic een overtreding van de Drankwet ge constateerd in dc localileiten van den Haagschen Kunstkring, gelegen onder dc Grafelijke zalen oji het Binnenhof. In deze localitciten werd een fuif gehouden van studenten met hun dames. Een 5-tal flcs- schen met sterken drank werd door de po litie in beslag genomen. Proces-verbaal is terzake tegen de vereeniging „de Haagsclie Kunstkring" opgemaakt. DOOR EEN AUTO GEDOOD. Sas van Gent, 19 April. Dezer dagen reed de auto van Dr. van Looy alhier een zekere A. v. A. aan, die plotseling den weg overstak. Zeer érnstig gewond werd het slachtoffer naar het ziekenhuis overge bracht, waar hij aan de gevolgen van de hekomen verwondingen is overleden. Voor een nieuw ideaal (v strijden, is de haard der vaderenvernemen. Geautoriseerde vertaling naar t Engeisch van Molly Thy nil e, door A. \Vv v E.—v. li. Toen hij weer lot zich/el!' kwam en op- heek, zag hij Cynthia naast zich staan. „Wat is er, oom I'ayre? Sybil toch niet?" In zoo weinig woorden, als mogelijk was, verklaarde hij ham den toestand en \or- zwcog daarbij geheel Kcan's bekentenis Daar kon hij haar nu niet over spreken. Zij was hevig geschokt, maar zij weer hield haar tranen, totdat zij hem naar de eetkamer had gebracht en hem een sterken dronk had toebereid. Terwijl hij dien op- dronk, telefoneerde zij om een taxi, en bin nen vijf minuten was hij op den terugleg •aar Westminster. Het was al laaf, toen hij, uitgeput van ver moeidheid en gekweld door* zelfverwijt, naar zijn club terugging. Als hij zoo fijngevoelig was gevveest, bij Kean le blijven, had hij die slotcatastrofe misschien kunnen verhin deren. Maar toen hij, te moe en mistroostig om tot uitklecden te komen, in zijn kamer zat, kwani zijn gezond verstand weer boven en begreep hij, dat Kean den epnig mogelijkcn uitweg had gevonden. Sybil was dood, en niets kon haar meer deren. Wist hij maar met zekerheid, dat zij niets had geraden! Met een uitroep stond hij op en nam dc portefeuille op, die hij op tafel had gewor pen, locn hij dc kamer binnentrad. Mij haalde er haar brief uit en opende het ingesloten schrijven. Voordat hij een twaalf tal regels had gelezen, w as zijn ergste vrees bewaarheid. ..Het valt mij heel moeilijk dit tc schrij ven," luidde de brief, „en toch moet ik het iemand zeggen. Ik ben zoo wanhopig bang voor hetgeen Edward misschien gedaan heeft. En het vrecselijke er van is, dat ik misschien ongelijk heb cn toch kan ik hem niet om een verklaring vragen. Als wat ik denk, waar is, en hij het voor mij verbor gen heeft gehouden, komt dat, omdat het, (erwille van mij, zijn hart zou gebroken hebben, als ik het had geweten. Er steekt iets zeer "geheimzinnigs achter dat alles. Ik kan je alleen dit vertellen. Hatter, ik weet bijna zeker, dat de ponhouder, dien je na den moord vond, van mij was. Dat was op den dag dat Edward mij in dc auto naar Londen reed en eenige loovertjes vn Mrs. Droycott's japon in den wagen gevonien werden. In de kranten stond, dat zij die japon aan had, toen zij gevonden werd, cn zij droeg baar op Staveley, den avond voor haar vertrek. En toch weet ik. dat dc auto toen in Londen was! Ik begrijp het niet. Maar Halter, den avond, voordat mrs. Draycott Staveley verliet, kwam ik uit mijn kamer om naar beneden te gaan voor het diner, en vond tpen haar cn Edward bi) dc deur van haar kamer in gesprek. Ik moet mijn deur heel zacht hebben geopend, want zij hoorden mij niet, maar ik hoorde mrs. Draycott zeggen: „Dit is de tweede keer. dat u het uitstelt. U weet, wat u te wachten staat, als u dezen keer geen beslissing neemt!" Ik ging weer in mijn kamer te rug en sloot de deur, zonder dat zij mij za gen. Ik begrijp het niet, HatterEdward kan dien avond niet op de boerderij zijn ge weest, hij ging 's middags naar de stad te rug. Mijn versland zegt mij, dat ik mij ver gist moet hebben, en toch voel ik aldoor, dat er iets gebeurd is iels vrceselijks, dat ik niet begrijp. Edward heeft zich nog nooit zoo druk gemaakt over een zaak Dezen keer spelen zijn zenuwen hem parten Ik weet niet, wat te doen, maar ik word ge kweld door dc vrees, dat ik sterven za., voordat het gerechtelijk onderzoek voorbij is, cn dat Edward, in zijn verlangen, mij 'e sparen, iets zal doenIk weet niet, wat ik schrijf. Hatter. Ik ben nog zoo onzinnig zwak cn mijn hersens schijnen nog niet goed te werken, maar ik wou, dat je dir. aan Edward liet zien cn hem vroeg John Leslie, tcrwillc van mij, niet tc laten lij den. Ik word gekweld door dc gedachte, dat hij zich tot iets zul laten vervoeren, dat iu het geheel niets voor hem is, zooals ik hem ken iets, dat hij tot aan zijn dood zou betreuren en dat ik cr niet meer zijn zal om hem dat tc besparen. Ik ben zoo moe. Ik kan niet verder schrijven, maar doe je best voor mij, Hatter!" SybiL De brief viel uit Fayre's handen cn flati derde op den grond. Hoe hij ook door smart cn ontzetting was aangegrepen, was hij tocli dankbaar voor twee dingen: Kean had nooit geraden, dat zijn vróuw bet wist, en bij was gestor ven in liet geloof, dat de misdaad, die hij tcrwillc van haar had begaan, niet te vergeefs was geploegd cn Sybil was ge storven. onbewust van het tragische feit, dat haar eerste echtgenoot nog in leven was. HOOFDSTUK XXVII. Op een prachtigcn Julidag, zooals de be woners van deze landen maar zelden ken nen, werden Cynthia Bell cn John Leslie in het huwelijk verbonden. Ze hadden een ou de kerk, die in een eenvoudige buurt van Zuid-Londen stond, uitgekozen voor de in zegening, cn hadden alleen diegenen uit genoodigd, van wie zij het bijwonen der plechtigheid werkelijk op prijs stolden. „Het is, maar goed. dat lady Galston er niet bij is geweest!" beweerde dc vrouw, die in Cynthia's moeilijke dagen zoo moederlijk voor haar was geweest, locn zij cn Hatter Fayre tezamen van de kerk naar het hu:a van de Staveley's reden, dat dezen vior die geleeenheid hadden afgestaan. „Zij is nooit ook maar een greintje goed voor het kind geweest van dc geboorte af aan, en in haar tegenwoordige stemming zou zij zelfs een bachanaal bedorven heb ben!" (Slot volgt^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 5