DE 100e HOLLAI
-INDIE VLUCHT
ART!FORT
FAUTEUILS
NAAR HET EINDDOEL
alleenverkoop
FirmaJ.W.van ACHTERBERG»
meubileering - westsingel 10-13
UIT HET LAND VAN DE
SWASTIKA
Militaire organisatie van
't derde rijk
10 JAAR
GARANTIE
De mensch in hei luchtruim
(Slot.)
Boven Birma.
We vliegen boven Birma.
Onder ons -schuiven tientallen coulissen
voorbij, gevormd door zwaarbegroeide
bergruggen, de een na de ander, als de
coulissen van een monsterachtig groot
schouwtoon'q'éï, waarbij wij, hoog in de
lucht, niet behooreu.
Wij, rijn los van de aarde.
Wij vliegen hoog boven de landen, hoog
boven de menschen en hun klein gedoe,
bun strijden en vechten, hun leven en lij
den, hun lieven en halen.
Hierboven is geen haat.
Hier is alleen de wijde, de ijle ruimte, de
oneindigheid. Hier vliegen we voort, zwe
vend op de luchten, glijdend over de wol-
kcnsliertcn. in pijlsnelle vaart voortgedre
ven door onze drie machtige metalen paar
den, die te zamen de kracht van een ont
zagwekkende kudde van 1350 paardenlij
ven in,zich sluiten.,
Diep onder ons, meer dan 3000 meters
diep, werken cn zwoegen de menschen.
Met het blootc oog zijn zij nog te nau-
vernood waarneembaar. We moeten hun
aanwezigheid meer raden dan zien uit en
kele kleine oneffenheden van den bodem,
waar we hun dorpen en steden in gissen.
Hun kleine daden zijn geheel voor ons
oog verborgen, nog meer hun kleine twis
ten en oneonigheden.
Hierboven hcerschl de eenheid. Hier be
gint. de oneindigheid. Hier is men dichter
bij de bron van alle Zijn.
Van hieruit krijgen we een zuiverder
kijk op de beperktheid en bekrompenheid
Aan alle verhoudingen op onze Moeder-
Aard o.
Daar diep onderons, ergens langs een
rivier of'bergrug, of misschien zelfs langs
een geheel denkbeeldige lijn, daar hebben
de menschen, daar hebben de staatslieden
een fiduciare afscheiding getrokken, een
grens tus6chen twee landen. Tor weerszij
den van die grens hebben de menschen
verschillende belangen, aan den ccncn kant
ervan houdt men geen rekening meer met
degenen die ter andere zijde wonen, aan
beide kanten tracht men zooveel mogelijk
het eigen ik te bevoordeelen. En wanneer
de belangen vermeend of terecht tegen el
kaar botsen, dan trekken ze aan beide zij
den op, ter verdediging van die grenslijn
on dan liggen ze, als mieren, bij millioenen
in ondiepe loopgraven, die van deze hoogte
zelfs met geen vergrootglas meer te zien
zijn
Daar trachten ze dan elkaar af tc slach
ten, zooals twee groote mierenlegers el
kaar bekampen, omdat ze waarschijnlijk
eikaars jachtgebied hebben betreden.
Maar hoe we ook schouwen cn hoe wc
ook turen, de Aarde toont geen verschil
ter weerszijden van die grens. De grond is
gelijk, de plantengroei, de dieren, ja zelfs
de menschen gelijken op elkaar cn hun
lalen zijn zoo niet gelijk dan toch ver
want. Voor ons op dezo hoogte is er geen
onderscheid, verdwijnen alle kleinmcnsche-
lijke geschillen en twisten, is er maar een
Menschheid.
De mensch zou door vliegen do juiste
verhoudingen weer kunnen loeren kennen.
Zijn eigen grootte en zijn eigen geringheid
in het bestel der dingen.
De verovering der lacht.
Dp mensch heeft de luchten veroverd.
Daar kan niets ter wereld meer afbreuk
aan doen. die verovering is een voldongen
ioit. Zelfs ondanks alle onvolkomenheden
in het werk van menschcnhandcn.
Men geeft, er zich zoo geen rekenschap
van, maar het is oen overwinning die van
de oudste tijden af don'menschelijkcn geest
beeft pezig gehouden en die in onzen tijd,
eindelijk, afgedwongen is. Do menscholijkc
geest heeft mei zijn spankracht de matc-
rieelc ruimte overspannen. Hij bouwde in
zijn verbeelding den weg door de lucht cn
bij dwong zijn handen dien geest te volgen
en ziet, er groeide oen werk, dat boven do
Aarde cn het aaidsche in den mensch uit
groeide.
De mensch van deze twintigste eeuw vol
bracht wat Ikaros, dc symbolie.kc zoon van
baidalos reeds in zijn geest nastreefde toen
bij trachtte zijn gevangenis op Kreta te
ontvluchten, Kreta, vaar we een paar da
gen geleden nog maar zijn overgevlogen,
op de wieken die Ikaros zich destijds aan
bond.
Wèl hebben w c niet de winden in onze
heerschappij gekregen, zooals Aeolus, dien
stamvader der Grieken, in 's menschen grij
ze oudheid reeds had weten tc verkrijgen,
Aeolus, wiens verre eilanden we in de
Thyreensche Zee konden vermoeden, toen
we de Italiaanscho kust aan stuurboord
lieten liggen, maar wc hebben een schep
ping gebouwd, die machtiger is clan de
stormwind.
Aan het stuurwiel.
We zitten in dc cockpit.
We zitten op één der twee pilotcnplaat-
sen.
Tsa, dat is nog heel iets anders dan
daarachter in die cabine.
Hier hebben v.e uitzicht naar alle kan
ten, naar links en rechts, naar boven en
beneden cn ver vooruit tot over den wijden
horizon.
Wc drijven op 2000 M. hoogte.
Pal voor ons dendert de metalen schroef
van den middelsten motor, gouden licht
flitsen sprankelen er over heen en doen
een glansschijnsel ontstaan in de lucht. Aan
onze rechterhand zoemt de stuurboordmo-
tor, aan onze linkerhand de derde van dit
driemanschap.
Met een lichten handdruk houden we het
toestel in dc horizontale haan. De kop van
de machine teekent zich een handbreed af
onder de vage horizon, die als een breedc
doezelige lijn, altijd even oneindig van ons
verwijderd blijft. Met een uiterst lichten
druk, een beweging waar n u bijna geen
physiekc kracht voor noodig is, houden we
de neus van de machine op de juiste hoog
te, altijd die eene handbreed onder den ho
rizon. Als zij gaat dalen, trekken we met
het stuurwiel den stuurstok iets naar ons
toe, een paar millimeter, een enkele centi
meter hoogstens en als ze wil stijgen, du
wen wc haar even van ons af, juist genoeg
om haar op rechte hoogte tc houden.
Met het stuurwiel zelf kunnen we door
een enkele draaiing elke afwijking over
dc een of andere zijde controlcercn cn onze
voeten rusten op het voetenstuur, waarmee
wc wijde verre bochten kunnen maken, die
we nu niet noodig hebben.
Het doel ligt vooruit.
Dc wind is ons gunstig.
Op liet ih6trumcntenbord voor ons vol
gen wc den gang der machine.
Dc drie loerentcllers van dc drie moto
ren wijzen alle 1710 toeren voor onze was-
pen. Dc beide snelheidsmeters die de no
minale snelheid van de machine aanwij
zen, onafhankelijk dus van wind of drift,
wijzen 200 K.M. De bochtenaanwijzer ligt
nu stil, totdat wc straks van koers ver
anderen. De Sperrey-horizon, dc kunstma
tige horizon, die dc al of niet horizontale
ligging va.i het toestel aanduidt, is nu uit
geschakeld, omdat de horizon ofschoon
niet scherp, zich toch voldoende duidelijk
afteekent om erop te vliegen. Als zij in
werking wordt gesteld, dan danst die
streep een tijdlang sidderend en trillend
op en neer, totdat zij eindelijk lot rust ge
komen. ons precies onze ligging in dc
lucht verraadt. Dit is hel belangrijkste in
strument, wanneer* nevel cn mist of wol-
kon elke natuurlijke controle daarop on
mogelijk maakt.
Tusschen ons staat het kompas, waarop
wc nu pal Oostwaarts sturen. Onder ons
in den bodern van dc cockpit is een klepje
opgeslagen, waardoor we diep onder ons
de aarde zien wegglijden over een graden
boog, waarop twee dwarslijncn getrokken
zijn. Zoo bepalen wc onze drift.
Daartusschcn staan de 2 maal drie knop
pen, waarmee we don gastoevoer naar de
motoren kunnen regelen. Een stel onder
normale omstandigheden, 'n tweede stel
als wc in hoogere luchtlagen een minder
rijk gasmengsel moeten geven omdat dc
lucht te ijl is geworden.
Links in de cockpit wijst dc hoogtemeter
aan hop ver wc ongeveer van dc aarde ver
wijderd zijn. Ongeveer, want temperatuur
en plaatselijke barometerstand spelen daar
bij een groote rol. De hoogtemeter kan niet
anders dan cêri relatieve aanwijzer zijn.
Ikaros' hoogmoed.
Zoo vliegen wc voort. Een lichte wind
stoot, niet anders dan een werveling in de
luchten, doet de machine even dalen. Ter
nauwernood een handdruk op hel stuur
een kind zou het kunnen doen - cn de
afwijking is weer hersteld. Wat wrou die
wind als wij over 1350 paarden beschik
ken in de hand, terwijl dc andere hand
het stuurwiel luchtigjes vasthoudt
Wat wou die wind.
Is het niet om tc lichen, dat hij ons zou
willen tegenhouden'?
Een minzame lach krult om onze lip
pen. Ha, ha, die wind
Alsof die ons iets zou kunnen doen, zoo
lang die donderende paarden van ons maar
blijven draaien. En dan zoo'n liefkoozing..
Neen, als die wind iets wil doen, als die
zijn krachten w il moten met dc onze, dan
moet hij anders opkomen. Dan moet hij
zijn eigen denderende snelheid meebren
gen, dan moet hij zich als een worstelaar
tegen ons opgooien, ons slaan nu op den
neus, dan op dc staart, op de vleugels, van
onder en van boven.
En dan nog? Vaster omklemt onze liand
liet stuurwiel. Wat dan nog?
Hebben wc niet geloond dat wc niet bang
voor hem zijn, voor do erfenis van Aeolus?
Hebben we niet met hem gestreden? Een
eerlijke strijd. Een reuzenstrijd, waarin hij
al zijn trawanten van mist, wolken en
stroomen regens tegen ons in liet veld
bracht. Waarin hij ons uren lang achter
volgde, ons hamerde en sloeg, ons deed
buitelen en neerbonkte. Waarin wij, men
schen overwinnaar blijven.
Tsa, dat is nog eens een bestaaan, liier
zoo in de cockpit tc zitten.
Met eigen door dc tropenzon bruinge
brande, sterke hand, het stuurwiel te hou
den, dc machine van 7500 Kilo zwaarte,
met den lichtstcn druk der hand te leiden
en te sturen.
Wie, wie zou daaraan iets willen doen....?
Dit is voor menigeen geen goede plaats,
dezo cockpit.
Men zou er beneveld kunnen worden,
men zou er zijn zinnen kunnen verliezen.
Met die suizende cn bruisende motoren,
met het stuurwiel in dc hand, zou men zich
kunnen verbeelden de hcerschcr der luch
ten te zijn.
Ilct duizelt ons een oogenblik
Maar dan beseffen we ook al weer eigen
kleinheid, eigen onbeteekenendheid.
En wie dat niet zou beseffen, die zou liet
wel leeren. In de nevels en inislen boven
Holland. Met ijsafzetting op vleugels on
motoren, die het toestel met ijzige klauw
naar beneden dwingt. Mot stormen en re
gen, waarin dat gevaarte in de lucht wordt
op en neergeworpen als een stroohalm, als
een veder. Krachten die kaatsen cn bal
spelen met 7500 Kilo, alsof- het een sierlijke
plumcau ware.
En als dan de overige opvarenden een
grapje uithalen cn allen tegelijk naar ach
teren loopen. dan zegt opeens do druk op
het stuur, dat men ook hier in deze onbe
wogen lucht, ntct droomen kan van 'sracn-
schens overwinning op den afstand.
De laatste loodjes.
De laaUstc loodjes wogen hier heelc-
maal niet het zwaarst.
Daar was alleen nog een keer het opstij
gen te Calcutta in een dichte mist, die de
auto bijna den weg naar bet vliegveld deed
missen. Maar toen we op oen goeie 100 M.
hoogte zagen, toen lag die mistlaag als een
dun veder dak over dc stad onder ons.
En boven was liet. helder vol vergezicht.
We drijven over een donzen dak, waar
in zachtkens dc rivieren vaag glanzen,
waardoor we dc rook der morgenvuren
langzaam naar den einder zien wegtrek
ken.
Wc komen weer boven een waterland.
Rivieren cn kanalen wisselen elkaar af,
brcede en smalle, waterloopen kruisen el
kaar, totdat we boven de delta van dc
Gangesmonding komen, een waterland
waar Holland een klein kindje bij is. Met
een stopwatch moten we, ten ruwste, de
breedte van verschillende dier mondingen,
waarbij verscheiden eenige kilometers
breed zijn.
Dan komt de zee, de zee met riffen ci\
eilandjes. Dan kunnen we zien hoe gevaar
lijk liet navigceren kan zijn.
Eindelijk komt Birma in zicht; de vlak
ke kuststrook en dan dc bergen, dc ber
gen die als coulissen het schouw toonecl van
dit landschap vormen.
Weer klimmen we hooger cn wc passec-
ren cn passant de waterscheiding, het valt
ons op, dat dit wel de eerste keer is dat
wc dergelijke scheidingen zonder zweet
droppels overtrekken. We zien dalen zich
vormen en groen worden, we zien dichte
tropische bosschen op de berghellingen, wc
zien ondanks alle beloften van onze be
manning geen olifanten, al zien wc tal
van paden die vermoedelijk de heinvegen
der olifaiiterikudden in het dichte oerbosch
zijn.
Eindelijk dan zien we de Irawadcli, even
later de gouden pagode der Schwc Dagon,
bel schitterend in de middagzon. We zijn
in Rangoon.
We logéeren in het Strand Hotel, met
uitzicht op de haven in dc rivier gelegen.
Wc bewonderen Rangoon, een ruim ge
bouwde, goed aangelegde tropenstad. Rui
me. luchtige woonwijken, mooie openbare
gebouwren, tuinen cn parken. Er heerscht
orde en regel. Alleen is het er warm. De be
woners zeggen dat liet er nog koel is. Ver
schil van appreciatie.
Laatste étappe.
Den volgenden morgen zijn we weer
vroeg op weg. Weer dat aanslaaan van die
motoren, de laatste sigaret, in het toestel
mogen we niet rooken en al rooken wo
anders 's morgens nooit, dan dringt dit er
natuurlijk loe dat we tot vlak voor en da
delijk na het instappensigaretten rooken,
dan rollen we al over liet veld en weer
vliegen we.
't Is tijd dat de reis eindigt.
IIoc machtig interessant ook, lioe over
weldigend dit alles is, de menschclijko
geest kan niet zoo langen tijd gespannen
blijven, heeft behoefte aan nieuwe prik
kelingen, verlangt naar dc aankomst.
't Is schande om het te zeggen, maai 'l
wordt ééntonig.
Ondankbare mciisch!
Enfin, we schieten al weer op, al hebben
we vandaag, van Rangoon naar Medan,
1800 K.M. ie doen.
We dalen in Bangkok, zién de noodlot
tige plaats waar ook eens zoo'n groote
blauwe vogel wilde opstijgen
Siamecsche ambtenaren helpen ons vlug,
we vliegen alweer.
In dc gansche breedte overzien we het
schiereiland Malakku. de landengte van
Kra, waar Siam en do. Maleische Staten
aan elkaar gezet zijn, een belachelijk smal
le strook land, met de zee ter weerszijden.
Dan komt A lor Star, onze tweede stop
plaats.
We verliezen hier onzen reismakker. We
hebben een goeden tijd gehad, old chap,
hebben opnieuw gaarne kennis gemaakt
met dc goede zijden van je volksaard. Vaar
wel, goede reis en tot weerziens.
We krijgen haast. Wc moeten naar Me
dan.
Naar Deli.
We volgen van Alor Star den weg naaf
Singapore. Als een scherp lint teekent zich
de asfaltbaan onder ons af. Wc kijken uit
De v reemdeling merkt niets van
Jodenvervolgingen
Dezer dagen worden wij telkens opge
schrikt door de meest krasse staaltjes van
Jodenvervolging, die bij onze oostelijke
buren aan de orde zijn. Nu pas weer de
brutale overval op dc synagoge te Geiscn-
kirchen. Geen wonder, dat do bedaarde
Nederlander langzaam, maar zeker huive
rig wordt om naar Duitschland te gaan,
tenzij dit uiterst noodzakelijk is. Men kijkt
een reislustige aan, alsof men zeggen wil:
„Je bent er je leven niet zeker!"
Wij zijn in de gelegenheid geweest een
landgenoot, te spreken, die een maand lang
te Berlijn vertoefd heeft, dc opening van
den rijksdag, den boycot-dag. fakkeloptoch
ten en andere demonstraties heeft bijge
woond. Hij deelde ons mede, dat er van
openlijke anti-semitische demonstraties
geen sprake was, behalve op den len April,
dat men zelfs op dien dag te Berlijn geheel
ongehinderd in Joodsche zaken heeft kun
nen koopen, zonder dat er ook maar één
woord tegenin gebracht werd. De Joden
konden ongehinderd over dc straten loopen.
niemand dacht cr ook maar aan hen één
haar te krenken.
Curieus is, aldus onze zegsman, dat ik
zelf heb bijgewoond, dat oen Jood, voor
wiens winkel eenige Nazi's postten, begon
met. een klap te geven cn te schelden. De
nazi's stelden zich niet te weer, doch één
hunner haalde een Schupo, die den man
meenam. Wanneer in drukke straten als
de Lcipzigcrstrasse oploopjes dreigden te
ontstaan voor Joodsche zaken'! dan waren
het de S A.-lieden, die dc menschen tot
doorloopen aanmaanden. Van wapens of
gummistokken werd geen gebruik gemaakt,
hoewel alle S.A.- en S.S.-manncn gcrech
tigd zijn in te grijpen cn daartoe ook ka
rabijnen en groote pistolen dragen. Men
las weliswaar in dc kranten van razzia's,
die werden gehouden, doch van eenige
wanordelijkheden was niets tc merken, ja:
men kon gerust zeggen, dat men thans
veiliger in Berlijn dan te Amsterdam kan
rondloopeh. (Onze landgenoot doelde hier
wellicht op dc herhaalde communistische
relletjes, die de laatste dagen te Amsterdam
plaats hebben). Ook de communisten wor
den niet mishandeld, doch uitsluitend op
gepakt en naar de concentratiekampen ge
bracht.
Men deelde ons mede, dat bij het sluiten
van het Joodsche warenhuis Tictz op den
eersten April het ongeveer 2000 man sterke,
voor een zeer groot deel Joodsche, perso
neel geheel ongehinderd, zonder dat er
zelfs gescholden werd, de gebouwen kon
verlaten. Joodsche restaurants en cabarets
naar dc auto van onzen reisgenoot, die hem
naar Pcnang moet brengen en die een half
uur eerder vertrokken is. We zouden hem
gemakkelijk inhalen, maar blijkbaar is bij
nog in Alor Star opgehouden.
We laten Pinang aan bakboord liggen,
steken vandaar de straat van Malakka in
rechte lijn over. Wat is dat water effen on
der ons, dat hebben we op een dansend
bootje wel eens anders gekend.
Wc worden ongeduldig, gaan nog wat le
zen cn ordenen. Soezen nog even in.
Als we wakker schrikken zien we aan
stuurboord een kustlijn.
Dat moet Sumatra zijn.
Een rivier, die een eilandje omsluit. Dat
moet Belawan zijn.
Waarachtig,' we zijn cr.
Dan eerst de vloedbosschcn, de voorbe
werkte tabaksvelden, de droogschuren, dc
zaadbedden onder pajons. Dat is Deli
Dan daagt Medan op. Het eerst zien we
de nieuwe passar als duidelijk herken-
ningstceken, dan liet Station, dc spoorlijn,
dc watertoren, al die bekende punten. Het
vliegveld. We dalen. Pal onder ons duikt
een ander toestel naar liet wachtende aero-
droom, dat moet dc Knilm-machine van
Java zijn.
Dan staan ook wij al op den grond. Be
kende gezichten. Handdrukken, begroetin
gen.
Wc zijn weer thuis... Ons tweede thuis.
Innig, innig dankbaar K.L.M.
J. J. VAN DER LAAN.
als de „Iiakadu" op den Kurfürstendamra
gingen om 12 uur des nachts gewoon weer
open en op het oogenblik kan weer geheel
ongestoord gekocht worden in Joodsche za
ken, Joodsche restaurants of cabarets be
zocht. Men ziet aan naast elkander gelegen
tafeltjes Joden cn nazi's zitten, zonder dat
er iets voorvalt.
Tot zoover de Joodsche kwestie. Wij wil
len hierbij opmerken, dat dc beschrijving
van den toestand in Berlijn natuurlijk geen
weerspiegeling is, van wat er in geheel
Duitschland gebeurt. Integendeel: een on
zer Duilsche kennissen zeide nog dezer da
gen, dat de excessen legen de Joden juist
in de kleine plaatsen zulke scherpe vormen
hadden aangenomen.
Do Duitsche vriend vertelde levens, dat
naar zijn mecning Duitschland volslagen
weerloos was en dat, indien het tot e°n
oorlog kwam, Berlijn binnen enkele dagen
bezet zou zijn door Franscben, Polen en
Tsjechen. Als een koude douche viel het
hem echter op het lijf, toen hij van de
greote w apensmokkelarijen hoorde. Daar
van was hem totaal niets bekend! Nu gaf
hij toe, dat in de Duitsche pers slechts re-
geeringsvoorschriften lezen kon. Van eenii
gc objectieve berichtgeving is geen sprake,
zoodat de Duitschcrs pas buiten de gren
zen hooren wat er in hun eigen land ge
schiedt.
Onze Nederlandschc voorlichter zeide ons
ook, dat die weerloosheid nu niet al to
ernstig opgevat moet worden. Stalilhelm*
S.A. en S.S., verschillende weerbaarheids
corpsen en z.g. „gymnastiek"-verecnigingen
kregen geregeld les in schieten, avond aan
avond! Op spoorwegen cn vliegvelden oven
al is politie, niet met gumnistokken, maar
met geladen karabijnen. Do sportvliegtui-i
gen bezitten verrassend hooge P.K.'s en be
schikken alle over steunpunten voor mri
trailleurs.
Dc Duitschers, die hoewel nationalis
tisch niet voor 100 Ilitleriaan zijn
(de Hugcnbergiancn dus) betuigen welis
waar hun instemming met het regime van
Hitler, doch vreezen, dat hij op oorlog zal
aansturen.
Toen het woord „oorlog" op het tapijt
kwam, werd natuurlijk direct de verhou
ding tot de vreemdelingen in Duitschland
besproken. Het is voor den roizenden Ne
derlander absoluut veilig in Duitschland,
aldus onze landgenoot, cn er behoeft dan
ook geen enkele reden te zijn, waarom men
Duitschland mijdt. Den Nederlanders, En-
gelschen en Amerikanen wordt geen haar
gekrenkt. Franschcn en Polen echter wor
den fel gehaat.
Natuurlijk verlaten veel ongcwenschte
elementen het Duitsche rijk cn het deed
ons dan ook genoegen tc vernemen, dat de
controle aan dc Nederlandschc grenzen
verscherpt was. Want behalve vluchtelin
gcn-om-het-gcloof trachten natuurlijk vele
communistische individuen de grenzen te
overschrijden, hetgeen moet worden tegen--
gegaan.
Wij laten de verschillende opmerkingen
natuurlijk geheel voor dc rekening van
hem, die ons inlichtte Ongetwijfeld zullen
er in deze woelige tijden vele onjuiste be
richten omtrent de toestanden in Duitsch
land gelanceerd worden. Maar, v.oorzoover
het de Jodenvervolgingen betreft, er moet
ons toch één opmerking van het hart:
Waarom zouden er zoo vele duizende Jo
den naar Nederland vluchten, wanneer al
les inderdaad koek en ei was in het derde
rijk?