HET NEDERL. DUITSCHE VERDRAG
Pracht NOTEN EETKAMER
A. H. VAN NIEUWKERK N.V.
VEELZIJDIG EN
ONTROUW
V erduisteringen
UIT DE STAATSCOURANT
HET NEDERLANDSCH-DUITSCH
HANDELSVERDRAG
GOEDERENVERVOER
VRACHTAUTO
PER
Wetsontwerp ingediend
WAT HET INHOUDT
Korte Beekstr. 6 Tel. 543 Beekenst.laan 10
COMPLETE MEUBILEERING 18 MODELKAMERS
HUMORHOEKJE
T»
Een brievenbesteller uit Maassluis,
die, o.m. als agent van een
Utrechtsche spaarkas
vreemde praktijken
huldigde
Rotterdam, 27 April. De posterijen te
Maassluis zijn wel in een slecliten reuk ko
men te staan. Behandelde de rechtbank te
Rotterdam kort geleden een zaak tegen een
assistent-brievenbesteller, die er zijn werk
van maakte om allerlei pakketten, die aan
de post ten vervoer waren toevertrouwd, te
verduisteren, thans moest voor dezelfde
rechtbank terechtstaan de 43-jarige brieven
besteller P. de L., gedetineerd, wien vier de
licten ten laste waren gelegd.
Behalve brievenbesteller was verdachte
ook agent van een spaarkas te Utrecht. Bij
deze spaarkas kónden de mcnschen sparen
en wanneer een zeker bedrag gespaard was,
konden de deelnemers een keuze doen uit
een lijst van artikelen. Verdachte was er
echter toe overgegaan om naast de belan
gen van de spaarkas te Utrecht ook zijn
eigen belangen te behartigen, want hij had
diverse gegadigden voor de spaarkas te
Utrecht wel een spaarkaart verstrekt, doch
niet de bijbehoorende polis. Het gevolg was
nu, dat deze menschen wel wekelijks spaar
den, doch nic-t als deelnemer stonden inge
schreven. Was er voldoende gespaard om
in de termen te vallen van het uitzoeken
van een der artikelen van de lijst, dan kocht
verdachte in een winkel te Maassluis liet
gevraagde. Hel ging echter niet altijd even
vlot en de spaarders hadden wel eens wat
te klagen Zoo gebeurde het, dat de echtge-
noote van G. v. d. Kooy. die al vier of vijf
jaren dacht deelneemster te zijn aan de
spaarkas te Utrecht doch in werkelijkheid
haar spaargelden aan verdachte ten goede
deed komen, zich met een brief met ern
stige klachten wende tot do spaarkas te
Utrecht, die echter geen antwoord op haar
brief gaf. Aangezien mén wantrouwen ge
kregen had tegen verdachte, werd ander
maal een brief naar Utrecht gezonden,
waarbij de voorzorgsmaatregel werd ge
troffen het epistel in Delft op de bus te
doen en aan de spaarkas te Utrecht te vra
gen een antwoord te geven onder ccn enve
loppe zonder firmahoofd. Thans kwam cr
wel een antwoord, waarhij tevens de copie
was ingesloten van een briefkaart, die op de
eerste klachten was afgezonden. In dien
brief stond, dat Van der Kooy niet als deel
nemer aan de spaarkas 6tond ingeschreven.
Verdachte, die met de bezorging van de
briefkaart belast was, had deze verscheurd
Naast de lucratieve zaken van de spaar
kas, behartigde verdachte als penningmees
ter ook do belangen van de verecniging van
Prot. Christelijk P.T.T.-personeel Door
plicht tot recht. In die kwaliteit had hij
een bedrag van 171 aan contributie ont
vangen en niet afgedragen. Deze verduiste
ring was al eerder aan het licht gekomen,
doch er wa6 geen aangifte van gedaan on
der voorwaarde, dat verdachte het bedrag
zou aanzuiveren. Inderdaad had verdachte
van het tekort een bedrag van 80 in we-
kelijk6che afdragen betaald. Ten slotte had
verdachte zich nog misdragen als penning
meester van de commissie van bijstand voor
ziekenverzorging, uitgaande van de gere
formeerde diaconie. Een bedrag van 40,
dat hij als contributie geïnd had, had hij
niet afgedragen.
Verdachto legde een volledige bekentenis
af. Hij zeide tot die daden te zijn gekomen,
doordat hij door ziekte van zijn vrouw in
financieele moeilijkheden was geraakt.
Het O.M., waargenomen door mr. H. A. J.
Reumcr, wees er op, dat in de dagvaarding
nog slechts enkele feiten z»n opgenomen.
In werkelijkheid heeft verdachte, die door
zijn uniform van de post vertrouwen wist
te wekken, een groot aantal menschen ge
dupeerd. In verband met den ernst van het
feit eischte het O.M. 1 jaar en zes maanden
gevangenisstraf
De verdediger, mr A. F. J. de Greve, voer
de verzachtende omstandigheden aan en
pleitte oplegging van een voorwaardelijke
straf.
Uitspraak 11 Mei,
Benoemd tot notaris te Oldenzaal Mr.
M. M. J. A. Janssen de Limpcns, candidaat
notaris te Bussum.
Met ingang van 1 Mei eervol ontslagen
uit den zeedienst wegens langdurigen,
dienst dc officier der marinestoomvaart
dienst tweede klasse, J. A. Habig.
Bij K. B. is in de orde van Ornnje-Nas-
sau bevorderd tot commandeur II. Ma. ad
judant in buitengewonen dienst, de vice-
admiraal jhr. G. L. Schorer, het versiersel
te dragen met de zwaarden;
is benoemd tot officier in de Orde van
Oranjc-Nassau de heer Ir. J. W. F. C. Pro
per, hoofdingenieur, hoofd van den dienst
der Solovalleiwcrken in Nederlandsch-In-
die;
is met ingang van 1 Mei 1933 aan den
commies bij deri P. T. T.-dienst S. Buzuma
op zijn verzoek eervol ontslag verleend;
is toegekend de aan dc orde van Oranje-
Nassau verbonden ecrc-medaille in brons,
aan: M. Platvoot, knecht bij de firma H.
Speijer te Amsterdam; J. A. Goldenbcrg,
zetter bij de Naamloozc Vennootschap A.
W. Sijthoffs Uitgeversmaatschappij to Lei
den.
Bij beschikking van den Minister van
Financien is de ontvanger der diroctc be
lastingen enz. II. Eshuis, verplaatst van
het kantoor Asten naar het kantoor Baarle-
Xassau.
Dc positie van Holland gaat er door
dit verdrag op achteruit
Naar aanleiding van het totstandkomen
van het nieuwe Nederlandsch-Duitsch han
delsverdrag hebben wij ons gewend tot het
Centraal Bureau van Tuinbouwveilingen in
Nederland en den secretaris van dat bureau
Mr. L. Niemöllej verzocht ons over dit ver
drag zijn meening tp zeggen, speciaal met
betrekking tot den export van tuinbouw
producten. Mr. Niemóller zeide, dat het
nieuwe verdrag voor den tuinbouw-export
naar Duitschland geen enkele verlichting
brengt.
Als voorbeeld noemde hij de sla; hiervoor
is het invoerrecht verlaagd van 20 op 15
R.M. In de eerste plaats is dit een veel te
kleine verlaging. Onder het vorige handels
verdrag bedroeg het invoerrecht 7 R.M. Een
ieder zal inzien, dat dit invoerrecht (het
nieuwe), dat dus ruim het dubbele is van
het oude, practisch neerkomt op een invoer-
verbod, te meer daar de koopkracht van
het Duitsehe volk aanzienlijk gedaald is,
waardoor iedere prijsverhooging oogenblik-
kelijk haar invloed doet gelden.
Een belangrijk punt is voorts nog, dat
het verdrag niet dadelijk in werking treedt.
Was dit wel het geval, dan zouden enkele
tuinbouwproducten in deze weken nog van
de verlagingen kunnen, profiteeren. Wan
neer het verdrag echter pas in begin Mei in
werking zou treden, is dit voordeel ook
verdwenen. Zijn conclusie samenvattende
zeide Mr. Niemóller: „Voor den tuinbouw
is het verdrag van geenerlci beteekenis. Het
is niet veel meer dan een gebaar
Vervolgens hebben wij den secretaris van
den Algemeen Nederlandschen Zuivelbond,
den heer J. A. Geluk, om zijn mcening ge
vraagd. Deze zeide, dat het verdrag voor
den zuivel hierop neerkomt, dat wij 70%
van het kwantum van 1931 en 1932 kunnen
uitvoeren, en dan tegen een gemiddeld in
voerrecht van ongeveer R.M. 30.—, dit be-
teekent: een inkrimping van de hoeveel
heid gepaard gaande met een verhooging
van het invoerrecht met ongeveer 50%. Een
ieder begrijpt wat dit zeggen wil voor zui
velproducten, wanneer men hierbij ook in
oogenschouw neemt de gedaalde koop
kracht der Duitsehe bevolking.
De heer Geluk merkte nog op, dat het
bezwaarlijk is reeds thans het verdrag in
zijn geheel te overzien. Maar toch blijkt
reeds duidelijk dat de positie van Holland
door dit verdrag er op achteruit gaat, al
thans wanneer men deze vergelijkt bij den
toestand onder bet afgeloopen handelsver
drag.
Natuurlijk kan niet ontkend worden, dat
er cenige verbetering is, wanneer men een
vergelijking maakt met den toestand na 15
Februari. Wanneer men echter een tijd lang
zéér slecht is behandeld, on dan blijkt, dat
men het iets heter kan krijgen, dan accep
teert men dat, maar dan is er werkeiijk
geen reden tot blijdschap.
De heer Geluk besloot zijn beschouwing
met te zeggen: „Wij kunnen blijven expor
teeren, maar het beteekent een niet onbe-
langrijken achteruitgang."
Concessiestelsel voor hei open
baar vervoer
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging van de wet Openbare Vervoermid
delen.
Dat de snelle toeneming van het vervoer
per auto betere ordening van dit vervoer
steeds dringender gcwcnscht maakt, lijdt,
aldus do minister van waterstaat in de
memorie van toelichting, bij weinigen twij
fel. Of bij de daaromtrent geuito velerlei
wenschen en wenken de grens van uitvoer
baarheid ten volle wordt geëerbiedigd,
schijnt niet steeds vast te staan. Het wets
ontwerp beoogt uit dat velerlei zoo te kie
zen, dat ccn redelijke kans op uitvoerbaar
heid mag worden aangenomea
Wat het openbaar personenvervoer be
treft, behoeft de regeling der wet Openbare
Vervoermiddelen omtrent autobussen aan
vulling en verduidelijking. Naar het voor
beeld van hetgeen sedert 1926 voor het
personenvervoer geldt, wordt ook voor het
openbaar goederenvervoer een vergun
ningsstelsel voorgedragen. Ten aanzien
beide soorten vervoer worden beproefd ze
kere uitwassen tegen te gaan of te voor
komen van de zoogenaamde „wilde" dien
sten, die vergunde of daarmco gelijk to
stellen vervoerdiensten een te weinig ge
breidelde concurrentie kunnen aandoen.
Beoogd wordt o.a. het gebruik van niet
oponbarc en dus vergunning niet behoeven
de vervoermiddelen op een wijze, die de
algemeene vervoervoorziening schaadt, te
gen te gaan. Wil men, dat het met „coör
dinatie" op vervoergebied inderdaad ernst
zal tijn, dan behoort dc wetgever bet euvel
der versnippering tegen te gaan door sa
menvoeging en samenwerking van open-
ba r« vervoermiddelen nader te bevorderen.
Het ontwerp stelt bet beginsel, dat aanvra
gen van ondernemers van spoorwegdiensten
(naar dc omschrijving van artikel 1 der
Locaalspoor- en Tramwegwet omvat dit
woord ook tramwegdiensten om vergunning
vocy aanvullende of vervangende busdien
sten worden ingewilligd behoudens de mo
gelijkheid, dat overwegende redenen van
vervoer-economischen aard zich hiertegen
verzetten. Dit voorbehoud geeft gelegenheid
cm de schakeeringen van elk bijzonder ge
val tot haar recht te doen komen.
Dc overweging, dat bij autobusdiensten
veelal strcckbelangen op den voorgrond ko
men, werd bij dc wetswijziging van 1926
beslissing in eerste aanleg opgedragen aan
Gedeputeerde Staten. Al komen ook bij
vrachtautodienstcn streckbclangcn te pas,
de omstandigheden leiden hier aanstonds
tot andere voorziening, vooral sedert meer
en meer blijkt van diensten over zeer lan
gen afstand. Provinciesgewijze behandeling
zou dan omslachtig worden. Aan gecentra
liseerde behandeling door een commissie
van ten hoogste vijf personen wordt de
voorkeur gegeven. Voorshands denkt do
minister zich do keuze aldus, dat de leden
noch ten aanzien van dc belangen van het
openbaar autovervoer, noch ten aanzien
van die der spoor- en tramwegen of van
vervoer te water actieve bemoeiingen heb
ben. Een algemecne maatregel van bestuur
omtrent dc werkwijze der commissie kan
een cn ander nader omschrijven.
Voorgesteld wordt voorts straf te bedrei
gen tegen dengene, die zonder houder van
een vergunning voor bus- of vrachtauto-
dienst te zijn, met een motorrijtuig tegen
eenigerlci vergoeding vervoer verricht of
doet verrichten, ten behoove waarvan
reeds zulk een vergunning of ccn spoor-
of tramwegconcessie van kracht is. Be
oogd wordt ten bate van de duurzame ver
voervoorziening do met goedvinden der
overheid werkende en aan hare vergun
ning of concessie gebonden onderneming tc
beschermen tegen den vrijbuiter, die wel de
lusten begeert, doch de lasten volgaarne
aan anderen overlaat.
De woorden „doet verrichten" kunnen het
bezigen van stroomanncn tegengaan. Uit
gezonderd wordt het geval, dat ccn geheel
rij- of voertuig is verhuurd. Tegen ge
bruik van autobussen voor vervoer van ar
beiders naar cn van een fabriek, voor
schoolreizen e.d. kan uit algemeen vervoer-
oogpunt geen bezwaar worden gemaakt.
Verhuring voor den geheelen af te leggen
weg wordt gevorderd om kans op ontdui
king door schijnhandelingen tegen te gaan.
Evenmin beoogt de bepaling ritten met
„touringcars" te belemmeren.
Bij het inwerking treden van de wet zal
de bedoelde commissie gereed behooren
te staan. Daar hiervoor eenige voorberei
ding noodig is, zal de dag van in werking
treden nader moeten worden bepaald.
Het rapport van de Staatscommissie-
Patijn inzake het voorontwerp van bet tot
wijziging van de wet op de openbare ver
voermiddelen, is met enkele bijbehoorende
bescheiden aan dc memorie toegevoegd.
CONTINGENTEERING VAN
GLOEILAMPEN.
De Staatscourant van hedenavond zal een
Koninklijk besluit bevatten, waarbij de con-
tingenteering van den invoer van gloeilam
pen ongewijzigd wordt verlengd voor den
tijd van 6 maanden. De nieuwe bepalingen
gelden dus tot 1 Nov. a.s
Verschillende invoer
rechten verlaagd
Met betrekking tot het resultaat der on
derhandelingen over het Nedcrlandsch-
Duitsche handelsverdrag kan het volgende
worden medegedeeld:
De besprekingen hebben geleid tot een
verdrag dat geldt tot 31 December 1933 en
van Duitsehe zijde zoo 6poedig mogelijk,
uiterlijk 10 Mei a.s., in werking zal worden
gesteld. De volgende invoerrechten zijn
daarbij vastgesteld, alle per 100 Kg., en in
R.M.; dc thans geldende rechten zijn tus-
schcn haakjes geplaatst:
Pootaardappelen van 1 Sept. tot 31 Dec.
4 (4), witte kool van 1 tot 31 Mei 4 (8), roode
cn savoyc kool van 1 tot 31 Mei 6 (S).
Ten aanzien van deze witte, roode en sa-
voyclcool is de invoer gecontingeerd op 50
pCt. van den invoer in dc overeenkomstige
periode van 1932.
Spruitkool 10 (20), kropsla: van 1 tot 31
Mei 15 (20), van 1 Juni tot 30 Sept. 10 (20),
Rhododendrons, Azalea's (met uitzondering
van Azalea indica) met kluit, Magnolia's,
laurieren, Auxus, aucuba's, taxus, blauwe
sparren en chamaccyparis met kluit 20 (40),
hyacintben, tulpen- en narcissenbollen 20
(391, kruisbessen versch 10 (20).
Ten aanzien van kruisbessen is over
eengekomen, dat omtrent den prijs, waar
voor zij in Duitschland zullen worden ge
leverd vooraf tusschen Nedcrlandsche cn
Duitsehe belangengroepen overleg zal wor
den gepleegd.
Spek 20 (36).
Ten aanzien van spek i6 bepaald, dat
het invoerrecht van 20 Mark slechts zal
gelden voor een hoeveelheid overeenko
mende met 60 van die, welke in dc periode
1 Mei tot 31 Dcc. 1932 uit on6 land in
Duitschland is ingevoerd. Gezouten harin
gen, geheel in heele, halve, vierde of acht
ste tonnen 65 van het geldende invocr-
rocht per vat (dit is thans 9 Mark per vat).
Harde kaas niet in afzonderlijke ver
pakkingen van 2Vs Kg., bruto of minder:
voor een boeveelheid van 50 van den ge
middelden invoer uit Nederland in Duitsch
land in dc periodes 1 Mei tot 31 Dcc. der
jaren 1931 cn 1932 20 (60) voor een hoeveel
heid van 20 van dc bovenstaande hoe
veelheid 50 (60). Eieren van kippen voor
een hoeveelheid van 00 van de hoeveel
heid, welke in de periode van 1 Mei tot
31 December 1932 uit. Nederland cn Duitsch
land aan eieren van pluimvee en wildgc-
vogelte is ingevoerd, mits zij aan de voor
schriften der Duitsehe eierverordening om
trent kwaliteit en gewicht der handels-
klassen GIS, G1A of GIB in dc periode
van 1 Sept. tot 31 Dec. ook der handcls-
klasase G1C beantwoorden, van 1 Mei tot
30 Sopt. 40 (70), van 1 Oct. tot 31 Dec. 30 (70).
Eendeneieren rauw tot een hoeveelheid
van 90 can de hoeveelheid welke over-
enkomstig gemeenschappelijk overleg is
gevastgcsteld als zijnde de hoeveelheid,
welke van 1 Mei tot 31 Doe. uit ons land in
Duitschland is ingevoerd 30 (70).
Blokmelk met tenminste 40 suiker in
blokken van 10 Kg. of meer ten behoeve
van dc bereiding van chocolade in eigen
bedrijf op invoervergunning van oude
douaneloezicht wat betreft het gebruik
60 (90).
Glycerine (zuivere) 4 (5); zout (chloor
natrium) (kook6tcen cn zeezout) in een
hoeveelheid van ten hoogste 1000 ton voor
dc periode 1 Mei tot 31 Dec. 1932 1.25 (0.80).
Superphosphaat 0.90 (1.50). Het invoer
recht van 0.90 mark per 100 Kg. geldt voor
een hoeveelheid van 50 van de gemid
delde hoeveelheden welke uit ons land in
Duitschland zijn ingevoerd in dc periode 1
Mei tot 31 Dec. per jaren 1931 en 1932.
Kunsthoorn uit Caseine (zonder vulstof)
in ruwe ongevormde stukken, ruwe gesne
den of getrokken bladen, blokken, platen,
buizen of staven in een hoeveelheid van
40,000 Kg. in den tijd van 1 Mei tot 31 Dec.
1932 35 (50); strookarton 2.25 (3.50); kabels
voor geleiding van electrisclicn stroom
14.10 (16).
Voorts is bepaald dat ten aanzien van
den invoer van steenkolen noch van Ne
dcrlandsche, noch van Duitsehe zijde maat
regelen zullen worden getroffen, waardoor
een ongunstiger toestand dan dc bestaan
de in hot leven zal worden geroepen.
Van Nedcrlandsche zijde heeft men zich
echter dc bevoegdheid voorbehouden den
invoer te conlingcntccren, waarbij echter
aan Duitschland een invoer gelijk aan die
van 1932 is gewaarborgd.
HET AFZETGEBIED DER LIMBURGSCHE
KOLENMARKT.
De overeenkomst tusschen S.H.V
en de mijnen.
Op de vroeger door ons vermelde vragen
van den heer Braat in verband met de ont
werpovereenkomst omtrent dc verdeeling
van het afzetgebied der Nederlandsehe ko-
lenmarkt tusschen de Limburgsclie mijnen
en de Steenkolenhandelsvereeniging, heeft
thans de heer Reymer, Minister van Water
staat, mede namens den Minister van Eco
nomische Zaken cn Arbeid cn Minister
Ruys dc Bcercnbrouck, medegedeeld, dat de
regeering geen vrijheid kan vinden om de
bedoelde ontwerp-overeenkomst, waarbij
ook particuliere mijnondernemingen cn ko-
lenimporteurs partij zijn, aan do Kamer
over te leggen.
De overeenkomst is het resultaat van in
volle vrijheid gevoerde onderhandelingen;
voor dc onderstelling, dat een der partijen
haar wil aan dc overige zou kunnen opleg
gen, is geen plaats.
Dc invloed van dc overeenkomst op de
kolenprijzen beperkt zich tot een geringe
verhooging voor bepaalde soorten, waar te
genover staat, dat van andere soorten dc
prijzen nog gedaald zijn Te verwachten is,
dat de overeenkomst niet zal leiden tot
prijsverhooging van ccnigc boteekenis, doch
eerder tot stabilisatie van het tegenwoor
dige peil der kolenprijzen, welke, zooals he
kend is, in ons land buitengewoon laag
zijn. Van een offer, dat de overeenkomst
zou vragen van do kolenverbruikers in Ne
derland, kan dan ook moeilijk sprake zijn.
De overeenkomst belemmert de Regee
ring in geenen dcele in haar vrijheid om
zoodanige maatregelen to treffen als het
Landsbelang vordert.
STREMMING VAN VERKEER.
II edel, schipbrug wordt verlegd, over
tocht per veerpont.
Dressoir, Schuiftafel, 2 fauteuils, 4 stoelen met uitneembare
zitting, bekleed met moderne Handweefstof f 270—
HET LAATSTE VLIEGTUIG VAN DEN
VRIJDAG-DIENST BATAVIA—
AMSTERDAM.
Amsterdam, 28 April. Sinds25 Sep
tember 1930 toen de veertiendaagsche dienst
geopend werd en ook daarna sedert 1 Octo
ber 1931 toen deze in een wekelijkschcn
diens werd omgezet, is steeds het postvlieg
tuig uit Batavia op Vrijdag vertrokken. De
„Snip" die hedenavond 8 uur 20 op Schip
hol is geland, is het laatste vliegtuig van
dezen Vrijdag-dienst en heeft daaraan op
waardige wijze een einde gemaakt. Op Vrij
dag vertrokken, kwam het ook op Vrijdag
aan. Dit was mogelijk, doordat het traject
BagdadAmsterdam in slechts twee dagen
werd afgelegd, n.l. BagdadAthene via
Cairo en AtheneAmsterdam via Rome cn
Parijs. De „Snip" was tevens het laatste
vliegtuig dat de winterroute volgde.
MIDDELEN DER CRISISCOMITó'S NIET
TOEREIKEND.
Regeeringsbijdrage noodig geacht.
Dr. I. H. J. Vos, lid van dc Tweede Kamer,
heeft den* minister van Financiën en van
Economische Zaken en Arbeid gc\raagd:
Is het den ministers bekend, dat vele
plaatselijke crisiscomité's bij gebrek aan
geldmiddelen niet of niet voldoende in staat
zijn tot het verleenen van financieelen steun
aan noodlijdende middenstanders en dat
ook het Nationaal Crisis-Comité hierin blijk
baar niet kan voorzien?
Zijn de ministers, in verband met den stij
genden nood, bereid op korten termijn een
toereikend bedrag voor dit doel ter beschik
king van het Nationaal Crisis-Comité t'e
stellen? v
Amerikaansche rechtbank.
„Zijn alle persfotografen aanwezig?"
„Ja, edelachtbare."
„De zoeklichten zijn in orde?"
„Ja, edelachtbare."
„Geluidsfilm-apparaten ingesteld?"
„Ja, edelachtbare."
„Goed, laat dan het recht zijn loop;
uemen."y' (Judge).