AMERSFOORTSCH DAGBLAD
Het adres voor Cadeaux
SIR NORMAN ANGELL IN ONS LAND
TENTEN
A. VAN DE WEG - Langestraat 23 - Tel. 217
Zaterdag 6 Mei 1933
31e Jaargang No. 263
NOENMAAL IN DEN HAAG
TWEEDE BLAD
ook in huur
IEUW PARIJS
Langestraat 35
Lijstenmakerij en Kunsthandel
DR. COLIJN WENDT ZICH
TOT DE FRACTIES
UIT DE STAATSCOURANT
In het Paleis van den Koning
„De economische chaos is in de eer-,
sle plaats te wijten aan de onti
wrichtingen, welke het ge
volg van den oorlog zijn"
De arbeid der All Peoples
Association
's-Gravenhage, 5 Mei. Hedenmiddag
heeft de Nederlandsche „AU peoples asso
ciation" met de vereeniging voor Volken
bond en vrede in restaurant „Royal" aan
Sir Norman Angell een noenmaal aange
boden, waaraan tal van figuren, werkzaam
ter bevordering van de internationale ge
dachte, met den gast aanzaten.
Bij den aanvang van het maal heette
Staatsraad Limburg Sir Norman, die
lid is van het bestuur van de Engelsche
„All peoples association", welkom, met een
toespeling op het bekende boek, door Sir
Norman geschreven, opmerkende, dat „de
groote illusie" der Hollandschc vrienden,
hem in hun midden te zien, thans was ver
wezenlijkt. Spr. maakte gewag van Sir Nor
man's laatste werk, waarvan onder den ti
tel „De Ongeziene moordenaars", korten
lijd geleden een Nederlandsche vertaling
is verschenen en waarin de schrijver zich
met betrekking tot den tegenwoordigen tijd
heeft uitgesproken.
Sir Norman Angell heeft aan het
einde van den maaltijd een rede gehouden,
waarin hij, sprekende over het werk van
Apa (All peoples association), verklaarde,
dat elke organisatie, welke zich zuiver er
toe bepaalt om de volkeren van verschil
lende naties met elkaar in contact te bren
gen, zeer weinig zou bereiken. Contacten
leiden geenszins noodzakelijkerwijs tot den
vrede. Ecnigc van de ergste vijandigheden
bestaan tus6chcn volkeren, die wonen aan
dezelfde straat. Voorbeelden daarvan le
verden in het verleden de vijandigheden
op tusschen katholieken en protestanten
(tot op zekere hoogte doen zij dit nog in
Ierland). Iets dergelijks kan worden ge
zegd van de godsdiensttwisten in India en
van de tegenstelling tusschen Joden en
„Ariër#' in Duitschland. Met het tezamen
brengen van de volkeren bewerkstelligt
men weinig. Wat noodzakelijk 16, is een
beter begrijpen van de beginselen, welke
onmisbaar zijn, ais de moderne samcnlc
ving vlot moet werken.
Overal spreekt men nu over een donker
tijdperk, waarin wij verkecren. Iedereen
wenschl \rede en iedereen volgt een poli
tiek, welke een oorlog bijna onvermijdelijk
maakt. Wij zien eenvoudig niet het ver
band tusschen de politiek welke wij volgen,
en haar uitloopen in een oorlog. Niet de
bedoeling is slecht, maar er bestaat een ge
brek aan begrip van wat noodzakelijk is
in een vreedzame samenleving.
De soort opvoeding, welke wij ontvan
gen, helpt ons niet veel om de wezenlijke
voorwaarden van den vrede, de natuur
van de wereld, waarin wij leven, te begrij
pen. De wereld, die in 1914 in den oorlog
ging, had zeer veel opvoeding ontvangen,
maar zij volgde een politiek, welke tot zelf
moord leidt. Waarom 6telde de opvoeding
de naties niet in staat om in te zien, dat
haar politiek inderdaad die van den zelf
moord was?
De instorting van het tegenwoordige eco
nomische r'elsel is niet veroorzaakt door
socialisten of communisten. Zij is veroor
zaakt door kapitalisten. De economische
chaos is in de eerste plaats te wijten aan
de ontwrichtingen, welke het gevolg zijn
\an den oorlog. Maar deze oorlog was het
directe resultaat van een politiek, welke
gevolgd werd, toen de regeeringen in han
den waren van de kapitalistische orde. De
financieele en economische instorting van
Centraal- en West-Europa en van Amerika
is niet het werk van socialistische agitato
ren geweest. Veeleer is zij veroorzaakt door
de excessen van het nationalisme. Toch
blijft de tegenwoordige wereld bij het na
tionalisme.
Gedurende tien jaar hebben alle deskun
digen, alle economen, de machtige regee
ringen der wereld aangespoord om een be
paalde politiek te volgen, om reparatie- en
andere schulden te verlagen of uit te wis
schen en om de tarieven te verlagen. Maar
alle regccringen hebben precies het tegen
overgestelde gedaan.
Deze weigering van de regecringon aan
te doen, wat iedere deskundige had ver
klaard, dat gedaan moest worden voor een
herstel van de welvaart, heeft de wereld
het een economische chaos gemaakt en
heeft de economische verwarring, wtslkc de
oorlog had teweeg gebracht en die reeds
erg genoeg was, nog ontzaggelijk vergroot
Het meest recente voorbeeld daarvan is dt
houding, door politici en publiek in Ame
rika met betrekking tot de schulden aan
genomen, een houding, precies tegenover
gesteld aan die, waartoe w-as aangespoord
door Amerikaansche bankiers en deskun
digen.
Waarom, vroeg Sir Norman, hebben dc
rogceringen aldus, dwars tegen den raad
van haar deskundigen in, volhard bij een
politiek, welke de depressie heeft verergerd
en den chaos heeft verlengd?
Eenvoudig, omdat, als zij er niet in had
den toegestemd om de verkeerde politiek
te volgen, als zij er prijs op hadden gesteld,
de juiste politiek te volgen, haar de macht
ontnomen zou zijn door booze kiezers, die
er zeker van waren, dat zij van financieele
aangelegenheden meer verstand hadden
dan de financieele deskundigen, dat zij van
de economische kwesties meer wisten dan
de economen.
In China en in India is het westerschen
geneeskundigen onmogelijk gemaakt om
cholera, pest en tyfus te doen verdwijnen,
omdat de bevolking dezer landen heeft ge
lachen om wat zij zeiden, namelijk, dat zij
geen water moesten drinken, dat rioolslijk
bevatte, en dat zij het ongedierte uit haar
huizen moe6t houden. De bevolking zag
niet in de juistheid van de ziektctheorie
der microben. Toch begrijpt de bevolking
van het Westen wel, dat zij juist is.
In bepaalde zaken, waarvan de voorko
ming van economische ziekten afhangt,
staan de kiezers van Europa op dezelfde
trap van begrip van economische kwesties,
als de Oosterschc volkeren ten aanzien van
de gezondheidsleer.
Geneeskundigen zijn het over vele din
gen oneens, maar zij zijn het niet oneens
met betrekking tot de maatregelen, om
pc6t en cholera te voorkomen, en ofschoon
zij deze ziekten niet kunnen genezen, kun
nen zij ze voor een groot deel voorkomen.
Zoo ook zijn de. economische genecskun
digen het over \elc dingen oneens, maar zij
zijn het in het geheel niet oneens over de
maatregelen, welke vele van de economi
sche ziekten, waaraan wij lijdende zijn,
zouden hebben voorkomen, en ofschoon het
uiterst moeilijk is om de depressie of de
financieele wanorde te genezen, wanneer
het vertrouwen eenmaal is verloren gegaan
kunnen deze dingen in groote mate wor
den vermeden.
Maar toen, na den oorlog, Keynes naar
Lloyd George ging om hem te zeggen, dat
het \oor de Duitschers onmogelijk zou zijn
om 24 milliard, het destijds vastgestelde be
drag, te betalen, antwoordde Lloyd George
„Je mag blij zijn, dat de verkiezingen geen
twee maanden later worden gehouden, an
ders zou het 50 milliard geworden zijn!"
Zeker zien wij soms niet. dat de richting,
welke wij inslaan, verwoestend is voor on
ze welvaart. Als wij duidelijker zagen, dat
de weg naar den afgrond leidt, zouden wij
Arnh. weg 32
Tel. 1069
steeds iets aparts tegen
billijke prijzen.
er minder belust op zijn dien in te 6laan.
Waar is, dat wij zien, wat wij wenschen te
zien, maar waar is ook, dat, wanneer wij
zien, dat datgene wat wij wenschen in het
geheel niet is, wat wij veronderstelden, dat
het zijn zou, wij beginnen het niet te
wenschen.
Als de Amerikaan werkelijk zag, dat hij,
door koppig te blijven staan op de betaling
van de schulden der rcgceringcn, het her
stel van de welvaart vertraagt en de sol
vabiliteit van duizend banken, inclusief
misschien zijn eigen bedreigt, zou hij dan
nog aanhouden?
Een opgevoed man behoorde stellig in
staat te zijn om te begrijpen, waarom de
ontzaggelijke sommen, geïnvolveerd in
schulden of reparaties, slechts in goederen
of diensten kunnen worden betaald.
Maar een feit is, dat groote aantallen op
gevoede menschen het nipt. begrijpen. Ten
zij onze democratieën bankroet gaan, moet
de opvoeding iets doen om deze soort pro
blemen te maken lot icte, dat de milliocncn
tot hun gemeen goed kunnen maken. Om
dit te doen moet zij de milliocncn weer be
wust maken van de dwaasheid, waarin wij
thans vervallen, bewust van de gevaren
van onze eigen natuur, bewust van de na
tuur der samenleving, van het karakter
van haar mechanieme. Ontwikkeld moet
worden de bijzondere bekwaamheid, welke
ons instaat stelt om de bctcckcnis te be
grijpen der ervaring van eiken dag en om
deze toe te passen op onze maatschappe
lijke problemen.
De milliocncn vragen zich vaak zelfs niet
af, in welk verband de politiek, welke zij
ondersteunen, 6taat tot de dingen, welke
zij verlangen.
Vermoedelijk wenschen wij welvaart,
voorspoed. Maar klaarblijkelijk heeft de
politiek, welke wij zoo geestdriftig volgen,
heel weinig met welvaart te maken.
Dit alles beteekent in werkelijkheid, dat
wij ons niet hebben afgevraagd, waarvoor
de rcgcering dient, waarvoor de georgani
seerde samenleving dient, en dat wij het
instinct en de opwelling niet hebben laten
leiden door die maatschappelijke intelli
gentie, welke het de taak der opvoeding is
te ontwikkelen. (Applaus).
's-Gravenhage, 5 Mei. Naar wij ver
nemen heeft dr. H. Colijn in verband met
de hem verleende opdracht tot vorming van
een parlementair kabinet zich gewend tot
de navolgende Tweede Kamerleden: de
Roomsch-Kutholiekc, de anti-revolution-
naire, de chr. historische, de Libcralo en
de vrijz. -democratische met verzoek, zoo
mogelijk as. Dinsdagavond hun opvatting
to mogen vernemen over een door hem
ontworpen regeeringsprogram.
Nog geen kabinet.
Naar wij vernemen vergadert de anti-
re volutionnaire Tweede Kamer-fractie
ter bespreking van de voorstellen, welke de
kabinetsformateur haar heeft voorgelegd.
Ook andere fracties zullen bijeenkomsten
houden ter bespreking van den politieken
toestand.
Het Volk verneemt uit parlementairen
kring het gerucht, dat de heer Colijn vrij
wel geslaagd was met de vorming van een
uitsluitend recht6 kabinet en dat de sa
menstelling daarvan nog heden bekend zou
worden gemaakt.
De heer Colijn, tot wien men zich om inlich
tingen wendde, lachte lang en smakelijk
en zeidc toen: „Wat voor dag is het? Vrij
dag, nietwaar? Welnu, het nieuwe kabinet
zal dezen Vrijdag niet worden medegedeeld
en ook nog wel de volgende week Vrijdag
niet!"
Hieruit blijkt wel, dat de kabinetsfor
matie niet zoo vlot van stapel loopt. Het
lijkt niet ongeoorloofd aan de verklaring
van den heer Colijn de 6lolsom te verbin
den, dat hij bij zijn pogingen tot vorming
van een 'ministerie op niet geringe moiy
lijkheden is gestuit.
DE NIEUWE TWEEDE KAMER.
De voorzitter van het Centraal Stem
bureau heeft in de vacature, ontstaan door
het niet aannncmcn van zijn benoeming
door Jhr. Bcelacrts van Blokland, thans tot
lid van de Tweede Kamer benoemd ver
klaard den heer J. M. Krijger Jr. te Vriezen
veen.
DE VERKIEZING VAN SARDJONO.
In „De Tribune" lezen wij, dat op 28
April een radio-telegram aan Sardjono in
Boven-Digoel is gezonden onderteekend
door L. de Visser waarin medegedeeld
verd, dat de Nederlandsche arbeiders hem
tot Kamerlid hadden verkozen.
Betaald was voor bevestiging van ont
vang6t. Op 2 Mei wa6 hierover nog niets
ontvangen. Bij informatie op 2 Mei waar
om deze bevestiging zoo lang uitbleef, is
op 3 Mei meegedeeld door de Holland-Ra
dio-dienst, dat het telegram eerst besteld
kan worden op 13 Mei. aangezien slecht6
om de veertien dagen een motorboot van
kamp Digocl naar het kamp der onver-
zocniijkcn vaart en er geen enkele andere
verbinding is, die het telegram zou kun
nen medenemen.
In verband met deze mededeeling en in
gevolge het advies van het centraal stem
bureau aan den heer de Visser, heeft het
comm. partijsecretariaat onmiddellijk ra
dio-telegrafisch geld overgemaakt voor het
terugzenden van een telegram aan den voor
zitter van het centraal stembureau in Den
Haar. waarin Sardjono verklaren kan, dat
bij zijn benoeming aanvaardt.
HET CONFLICT BIJ DE KI*X.
De piloten hebben bun ont
slagaanvrage verzonden.
Amsterdam, 5 Mei. De piloten van dz
K.L.M., die Dinsdagavond recd6 hebben be
sloten tegen 1 Juli a.s. hun dienstverban/i
met de K.L.M. te becindigen, hebben van
daag aan dit besluit uitvoering gegeven.
De ontslagaanvragen zijn vandaag aan
dc directie der K.L.M. verzonden.
Benoemd lot commies ter secretarie van
den Raad van State G. M. J. van Roesscl,
thans adjunct-commies.
Bij K.B. is de aanwijzing van dr. II. C.
Rümke, benoemd bijzonder uoogleeraar
aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, al6 des
kundige, bevoegd tot het afgeven van een
verklaring als bedoeld in artikel 39, 3e lid
van de Armenwet, op zijn verlangen inge
trokken en is voor het tijdvak eindigende
31 December 1934 als zoodanig benoemd R.
Le Coultre, assistent bij de Psychiatrische
en Neurologische afdeeling van het Wil-
helmina-Gasthui6, te Amsterdam.
Bij K.B. zijn dc ontvangers der directe
belastingen, invoerrechten en accijnzen: H.
K. Bcrghuijs te Rotterdam, buitengemeen
ten, 2e afdeeling; J. B. Kloosterman te Eind
hoven, 2e afdeeling; P. J. van Kerkoerle te
Hooger.and; C. A. Mulder te Amsterdam,
directe belastingen; J. D. Moraal te Am
sterdam, directe belastingen en J. R. Boon
stra te Almelo, met ingang van 1 Mei 1933
benoemd tot inspecteur dier middelen op
hun tegenwoordige standplaats.
DE ANONIEME BR1EFSCHRIJVERIJ TE
WINTERSWIJK.
Men meldt uit Winterswijk aan de N*
R. Ct.:
Van dr. Hesselink, die deskundige is ge
weest in de zaak van de anonieme brief-
schrijvcrij tegen ds. R., is dezer dagen in
de Winterswijksche en de Amersfoort6Che
courant een ingezonden stuk verschenen,
waaruit blijkt, dat aan hem verzocht is de
onlangs tijdens de gevangenschap van ds.
R. ingekomen kaarten te willen onderzoe
ken. Dr. Hesselink wcn6cht daaraan niet
te voldoen, o.m. omdat deze kaarten in
blokschrift zijn geschreven en het hem on
mogelijk voorkomt, dat ze zijn nagebootst.
Het bevreemdt hem, dat Anonymus zich
niet bediend heeft van gewoon schuin
schrift, waarin de vroegere briefkaarten
geschreven waren.
Of Anonymus hierop heeft willen reagee-
ren is moeilijk uit te maken, maar een feit
is, dat gietermorgen aan het adres van den
heer Roobol een briefkaart is gepo6t ujt
Amersfoort, thans geschreven in gewoon
schrift en bevattende overgeschreven be
richten uit de Amersfoort6che courant van
Dinsdag. Ook was deze kaart gemerkt met
pen olievlek, zooals er vroeger verschei
dene zijn ontvangen. Op dat oogenblik zat
de heer R. nog in de gevangenis, die hij,
naar wij vernemen, Vrijdag zal verlaten.
ONGEVAL OP ONBEWAAKTEN
OVERWEG.
Amsterdam, 5 Mei. Op der. onbewaak-
ten overweg van de spoorlijn Amstelveen
Amsterdam, i6, door onoplettendheid van
den bestuurder, een met paard bespan
nen scbillenwagen aangereden, waardoor
iiet paard werd gedood.
De trein bad 3 minuten vertraging.
BRILLEN
VERBANDSTOFFEN
ZIEKENVERPLEGING5ARTIKELEN
De stem der ervaring moet men niet laten
verstommen.
Amundsen.
Een liefdesgeschiedenis uit het oude Madrid
door
F. MARION CRAWFORD.
Naar het E"gelsch door W. H. C. B
13
„Je zuli t wel 't best weten," antwoordde
Dolores, die zeer gerust was gesteld door
hetgeen hij omtrent haar vader meJedeeldc.
„Laten we dan gaan zitten. Je zult wel
moe zijn na alles wat je achter den rug
hebt. En we hebben elkaar zooveel te zeg
gen.
„Iloe zou ik nu moe kunnen zijn? vroeg
zij met een licfdevollen glimlach. Maar toch
ging zij op den stccnen bank in den uitbouw
dicht bij het venster zitten.
Er was juist genoeg plaats voor twee en
Don Jan ging naast haar zitten, terwijl hij
een barer handen tusschen zijn beide nam
en de toppen van haar vingers herhaalde
lijk kuste. Maar zij voelde dat hij haar aan
keek en toen zag hij haai- in de oogen,
waarna weer eenigen tijd voorbij ging voor
dat zij konden spreken Beiden waren niet
veel meer dan een jongen en een meisje,
heel jong nog en eikaars eenste. groote lief
de. Want de held van den dag, dc onder
werper der Moorcn, dc man die Granada
had herwonnen, die reeds Groot-Admiraal
van Spanje en tien maanden later dc groote
overwinning bij Lepanto zou bevechten,
was een jongeling van drie en twintig zo
mers hij was twintig jaar toen hij Dolo
res voor de eerste maal ontmoette, en zij
toen zeventien. Thans w as het bijna twee ja
ren geleden dat zij elkaar voor het laatst
hadden gezien.
Hij begon liet eerst te spreken, want hij
was een man, die snelle en juiste besluiten
nam, welke altijd tot snelle en even schit
terende als stoutmoedige daden leidden.
Wat Dolores hem omtrent den twist met
haar vader had verteld, was voldoende om
gansch zijn energie gaande te maken. Wat
het ook moge kosten,nooit mocht zij de poor
ten van Las Huelgas binnentreden, want
zou zij eenmaal op skonings bevel daar
zijn wat gelijk zou 6taan met een wcl-
bewaakte gevangene le wezen dan zou
slechts een godslasterlijke aanval en gewa
pend geweld baar weer in de wereld kun
nen terugvoeren. Dat wist hij, en ook dat
hij daoelijk handelen moest om het onheil
te voorkomen, want Mcndoza's karakter
kennende, twijfelde hij er geen oogenblik
aan of hij zou zijn bedreiging ton uitvoer
leggen. Het was daarom vóór alles noodig
Dolores buiten het bereik zoowel van haar
vader als van den koning te brengen, wat
!n 'skonings eigen paleis en jui6t op dezen
avond niet gemakkelijk was. Don Jan had
slechts weinig aan het hof verkeerd en was
zoo goed als geheel onbekend met de daar
bestaande intriges en de onderlinge ver
houdingen tusschen de mannel-jke en vrou
welijke hofdignitarisscn, die in "net Alcazar
hun vertrekken hadden. In zijn eigen gevolg
had hij natuurlijk geen vrouwen. Dolores'
broeder, die bij Granada aan zijn zijde had
gestreden, had verzocht daar met het gar
nizoen te mogen achterblijven, teneinde niet
gedwongen te zijn zijn vader le ontmoeten.
Dona Magdalena Quixada, Don Jan's pleeg
moeder, was te Villagarcia, dus ver weg.
Dc hertogin Alvarez, die wel veel van Dolo
res hield, w as echter hofdame, die "het toe
zicht had op de garderobe der jonge ko
ningin en er was geen denken aan, dat zij
zich bloot zou stellen aan de gevolgen van
's konings ongenade, indien werd ontdekt,
dat zij tegen zijn wensch in Dolores een
schuilplaats had gegeven. Toch was het ab
soluut noodzakelijk, dat Doljres binnen een
uur veilig was verscholen, dat zij'vóór het
aanbreken van den dag het palcis had ver
iaten en zoo mogelijk op weg was naar Vil
lagarcia. Don Jan begreep dadelijk, dat er
niemand was tot wien of wie hij zich kon
wenden.
Opnieuw nam hij Dolor.-s' hand in de
zijne, maar thans met een zekeren ernst en
beschermende autoriteit. Toen legde hij
haar op zachten en rustigen toon den toe
stand uit.
„Je ziet dus", sprak hij tenslotte, „dat
ons maar één weg open staat. Dolores, heb
je volkomen vertrouwen in me?"
Zij schrok cenigszins en plotseling druk
ten haar vingers zijn hand.
„Jdu vertrouwen? O, met mijn heele ziel!"
„Denkt goed door voordat je me ant
woordt," zei hij, „je begrijpt 't niet heele-
maal en 't is mij een beetje moeilijk 't
je te zeggen, maar 't moet. Ik weet dat je
mij in vele opzichten vertrouwt, ik weet
dat je overtuigd bent dat ik *Je altijd trouw
zal liefhebben, altijd de waarheid tegen je
zal spreken, je altijd zal beschermen en
zelfs mijn leven voor je zal laten, als je in
nood zult verkeeren. Je weet dat ik jo lief
heb, zooals jij mij. Hebben wo elkaar dat
niet dikwijls gezegd? Jo schreef het ook
nog in je brief ik dank je daarvoor nog
wel, lieveling. Ja, ik heb hem gelezen; hier
ligt hij, dicht bij mijn hand, en ik zal hem
herlezen voordat ik ga slapen."
Zonder een woord te spreken en steeds
luisterende boog zij zich iets voorover om
haar lippen te drukken op de plaats waar
haar brief lag. Hij kuste heur haar en ging
voort met spreken, toen zij weer tegen den
muur leunde
„Maar nu moet je een nog grooler ver
trouwen in mij 6tcllcn. Om je te redden
moet je bij iemand, waarin ik zelf vertrou
wen kan stellen, verscbo'en worden en
zoo iemand is er noch in het palcis, noch
in heel Madrid te vinden ik ken niemand
tot wien ik mij kan wenden, bij wien je
veilig zou zijn geen levend wezen behal
ve mijzelf."
„Behalve jezelf!" Heerlijk klonken Dolo
res die woorden in de ooren, en zachtjes
drukte zij zijn hand.
„Dank je, mijn schat maar weet Je wel,
wat dat beteekent? Begrijp je dat ik je in
mijn eigen vertrekken moet verschuilen en
dat je daar raoet blijven totdat ik je vóór
het aanbreken van den dag buiten het pa
leis kan brengen?"
Een oogenblik zweeg zij, terwijl zij haar
hoofd van hem afwendde.
„Neen, lieveling," sprak hij bedroefd, „ik
merk het al, daarvoor vertrouw Je me niet
genoeg welke vrouw zou 't ook doen!"
„Je vergist je", antwoordde zij, terwijl
haar stem trilde. „Ik heb je Hef, zooals nog
nooit een vrouw een man lief had, veel
meer dan alle woorden zouden kunnen uit
drukken. Ik zal je liefhebbon tot mijn dood,
en ook daarna voor eeuwig, zelfs al zou
ik nooit je vrouw kunnen worden. Ik ben
niet meer het kind, waarvan je bijna twee
jaren geleden afscheid nam. Ik ben nu een
vrouw, want ik heb 6inds dien veel nage
dacht en veel gezien en ik heb je nog
meer lief dan toen. God weet dat er aan
het hof maar al te veel te zien en op te
merken is, dat diep verborgen móest blij
ven voor het oog van een fatsoenlijke
vrouw! Jij en ik zullen een hemel op aarde
hebben, indien het God moge behagen dat
wij met elkaar verccnigd worden want
dan zal ik heclemaal voor jou leven en je
dienen en alle leed, dat je op je levenspad
zou ontmoeten, uit den weg ruimen cn
in ruil daarvoor zal ik niets anders dan je
liefde vragen. En als we niet kunnen trou
wen, dan zal ik met mijn hart voor je le
ven en je met mijn ziel dienen en God
smeeken dat nooit ccnig leed je zal treffen.
Ik zal zoo innig bidden, dat God mij moet
verhooren. En zoo zal jij voor mij bidden,
evenals je voor mij zou willen vechten, als
je kon. Herinner je altijd, dat wanneer je
voor Spanje strijdt, je jc zwaard hebt ge
trokken niet alleen voor Spanje's eer, maar
ook voor dc eer van iedere Spaansche chris
tenvrouw dus ook voor de mijne!"
Hij wa6 diep getroffen door haar woor
den cn plotseling balde hij zijn linkerhand
tot een vuist.
„Je zou lafaards als wolven doen vechten,
als je hen zóó toesprak!" zei hij.
.(Wordt vervolgd)