AMERSFOORTSCH DAGBLAD Het adres voor Cadeaux SIR NORMAN ANGELL IN ONS LAND TENTEN A. VAN DE WEG - Langestraat 23 - Tel. 217 Zaterdag 6 Mei 1933 31e Jaargang No. 263 NOENMAAL IN DEN HAAG TWEEDE BLAD ook in huur IEUW PARIJS Langestraat 35 Lijstenmakerij en Kunsthandel DR. COLIJN WENDT ZICH TOT DE FRACTIES UIT DE STAATSCOURANT In het Paleis van den Koning „De economische chaos is in de eer-, sle plaats te wijten aan de onti wrichtingen, welke het ge volg van den oorlog zijn" De arbeid der All Peoples Association 's-Gravenhage, 5 Mei. Hedenmiddag heeft de Nederlandsche „AU peoples asso ciation" met de vereeniging voor Volken bond en vrede in restaurant „Royal" aan Sir Norman Angell een noenmaal aange boden, waaraan tal van figuren, werkzaam ter bevordering van de internationale ge dachte, met den gast aanzaten. Bij den aanvang van het maal heette Staatsraad Limburg Sir Norman, die lid is van het bestuur van de Engelsche „All peoples association", welkom, met een toespeling op het bekende boek, door Sir Norman geschreven, opmerkende, dat „de groote illusie" der Hollandschc vrienden, hem in hun midden te zien, thans was ver wezenlijkt. Spr. maakte gewag van Sir Nor man's laatste werk, waarvan onder den ti tel „De Ongeziene moordenaars", korten lijd geleden een Nederlandsche vertaling is verschenen en waarin de schrijver zich met betrekking tot den tegenwoordigen tijd heeft uitgesproken. Sir Norman Angell heeft aan het einde van den maaltijd een rede gehouden, waarin hij, sprekende over het werk van Apa (All peoples association), verklaarde, dat elke organisatie, welke zich zuiver er toe bepaalt om de volkeren van verschil lende naties met elkaar in contact te bren gen, zeer weinig zou bereiken. Contacten leiden geenszins noodzakelijkerwijs tot den vrede. Ecnigc van de ergste vijandigheden bestaan tus6chcn volkeren, die wonen aan dezelfde straat. Voorbeelden daarvan le verden in het verleden de vijandigheden op tusschen katholieken en protestanten (tot op zekere hoogte doen zij dit nog in Ierland). Iets dergelijks kan worden ge zegd van de godsdiensttwisten in India en van de tegenstelling tusschen Joden en „Ariër#' in Duitschland. Met het tezamen brengen van de volkeren bewerkstelligt men weinig. Wat noodzakelijk 16, is een beter begrijpen van de beginselen, welke onmisbaar zijn, ais de moderne samcnlc ving vlot moet werken. Overal spreekt men nu over een donker tijdperk, waarin wij verkecren. Iedereen wenschl \rede en iedereen volgt een poli tiek, welke een oorlog bijna onvermijdelijk maakt. Wij zien eenvoudig niet het ver band tusschen de politiek welke wij volgen, en haar uitloopen in een oorlog. Niet de bedoeling is slecht, maar er bestaat een ge brek aan begrip van wat noodzakelijk is in een vreedzame samenleving. De soort opvoeding, welke wij ontvan gen, helpt ons niet veel om de wezenlijke voorwaarden van den vrede, de natuur van de wereld, waarin wij leven, te begrij pen. De wereld, die in 1914 in den oorlog ging, had zeer veel opvoeding ontvangen, maar zij volgde een politiek, welke tot zelf moord leidt. Waarom 6telde de opvoeding de naties niet in staat om in te zien, dat haar politiek inderdaad die van den zelf moord was? De instorting van het tegenwoordige eco nomische r'elsel is niet veroorzaakt door socialisten of communisten. Zij is veroor zaakt door kapitalisten. De economische chaos is in de eerste plaats te wijten aan de ontwrichtingen, welke het gevolg zijn \an den oorlog. Maar deze oorlog was het directe resultaat van een politiek, welke gevolgd werd, toen de regeeringen in han den waren van de kapitalistische orde. De financieele en economische instorting van Centraal- en West-Europa en van Amerika is niet het werk van socialistische agitato ren geweest. Veeleer is zij veroorzaakt door de excessen van het nationalisme. Toch blijft de tegenwoordige wereld bij het na tionalisme. Gedurende tien jaar hebben alle deskun digen, alle economen, de machtige regee ringen der wereld aangespoord om een be paalde politiek te volgen, om reparatie- en andere schulden te verlagen of uit te wis schen en om de tarieven te verlagen. Maar alle regccringen hebben precies het tegen overgestelde gedaan. Deze weigering van de regecringon aan te doen, wat iedere deskundige had ver klaard, dat gedaan moest worden voor een herstel van de welvaart, heeft de wereld het een economische chaos gemaakt en heeft de economische verwarring, wtslkc de oorlog had teweeg gebracht en die reeds erg genoeg was, nog ontzaggelijk vergroot Het meest recente voorbeeld daarvan is dt houding, door politici en publiek in Ame rika met betrekking tot de schulden aan genomen, een houding, precies tegenover gesteld aan die, waartoe w-as aangespoord door Amerikaansche bankiers en deskun digen. Waarom, vroeg Sir Norman, hebben dc rogceringen aldus, dwars tegen den raad van haar deskundigen in, volhard bij een politiek, welke de depressie heeft verergerd en den chaos heeft verlengd? Eenvoudig, omdat, als zij er niet in had den toegestemd om de verkeerde politiek te volgen, als zij er prijs op hadden gesteld, de juiste politiek te volgen, haar de macht ontnomen zou zijn door booze kiezers, die er zeker van waren, dat zij van financieele aangelegenheden meer verstand hadden dan de financieele deskundigen, dat zij van de economische kwesties meer wisten dan de economen. In China en in India is het westerschen geneeskundigen onmogelijk gemaakt om cholera, pest en tyfus te doen verdwijnen, omdat de bevolking dezer landen heeft ge lachen om wat zij zeiden, namelijk, dat zij geen water moesten drinken, dat rioolslijk bevatte, en dat zij het ongedierte uit haar huizen moe6t houden. De bevolking zag niet in de juistheid van de ziektctheorie der microben. Toch begrijpt de bevolking van het Westen wel, dat zij juist is. In bepaalde zaken, waarvan de voorko ming van economische ziekten afhangt, staan de kiezers van Europa op dezelfde trap van begrip van economische kwesties, als de Oosterschc volkeren ten aanzien van de gezondheidsleer. Geneeskundigen zijn het over vele din gen oneens, maar zij zijn het niet oneens met betrekking tot de maatregelen, om pc6t en cholera te voorkomen, en ofschoon zij deze ziekten niet kunnen genezen, kun nen zij ze voor een groot deel voorkomen. Zoo ook zijn de. economische genecskun digen het over \elc dingen oneens, maar zij zijn het in het geheel niet oneens over de maatregelen, welke vele van de economi sche ziekten, waaraan wij lijdende zijn, zouden hebben voorkomen, en ofschoon het uiterst moeilijk is om de depressie of de financieele wanorde te genezen, wanneer het vertrouwen eenmaal is verloren gegaan kunnen deze dingen in groote mate wor den vermeden. Maar toen, na den oorlog, Keynes naar Lloyd George ging om hem te zeggen, dat het \oor de Duitschers onmogelijk zou zijn om 24 milliard, het destijds vastgestelde be drag, te betalen, antwoordde Lloyd George „Je mag blij zijn, dat de verkiezingen geen twee maanden later worden gehouden, an ders zou het 50 milliard geworden zijn!" Zeker zien wij soms niet. dat de richting, welke wij inslaan, verwoestend is voor on ze welvaart. Als wij duidelijker zagen, dat de weg naar den afgrond leidt, zouden wij Arnh. weg 32 Tel. 1069 steeds iets aparts tegen billijke prijzen. er minder belust op zijn dien in te 6laan. Waar is, dat wij zien, wat wij wenschen te zien, maar waar is ook, dat, wanneer wij zien, dat datgene wat wij wenschen in het geheel niet is, wat wij veronderstelden, dat het zijn zou, wij beginnen het niet te wenschen. Als de Amerikaan werkelijk zag, dat hij, door koppig te blijven staan op de betaling van de schulden der rcgceringcn, het her stel van de welvaart vertraagt en de sol vabiliteit van duizend banken, inclusief misschien zijn eigen bedreigt, zou hij dan nog aanhouden? Een opgevoed man behoorde stellig in staat te zijn om te begrijpen, waarom de ontzaggelijke sommen, geïnvolveerd in schulden of reparaties, slechts in goederen of diensten kunnen worden betaald. Maar een feit is, dat groote aantallen op gevoede menschen het nipt. begrijpen. Ten zij onze democratieën bankroet gaan, moet de opvoeding iets doen om deze soort pro blemen te maken lot icte, dat de milliocncn tot hun gemeen goed kunnen maken. Om dit te doen moet zij de milliocncn weer be wust maken van de dwaasheid, waarin wij thans vervallen, bewust van de gevaren van onze eigen natuur, bewust van de na tuur der samenleving, van het karakter van haar mechanieme. Ontwikkeld moet worden de bijzondere bekwaamheid, welke ons instaat stelt om de bctcckcnis te be grijpen der ervaring van eiken dag en om deze toe te passen op onze maatschappe lijke problemen. De milliocncn vragen zich vaak zelfs niet af, in welk verband de politiek, welke zij ondersteunen, 6taat tot de dingen, welke zij verlangen. Vermoedelijk wenschen wij welvaart, voorspoed. Maar klaarblijkelijk heeft de politiek, welke wij zoo geestdriftig volgen, heel weinig met welvaart te maken. Dit alles beteekent in werkelijkheid, dat wij ons niet hebben afgevraagd, waarvoor de rcgcering dient, waarvoor de georgani seerde samenleving dient, en dat wij het instinct en de opwelling niet hebben laten leiden door die maatschappelijke intelli gentie, welke het de taak der opvoeding is te ontwikkelen. (Applaus). 's-Gravenhage, 5 Mei. Naar wij ver nemen heeft dr. H. Colijn in verband met de hem verleende opdracht tot vorming van een parlementair kabinet zich gewend tot de navolgende Tweede Kamerleden: de Roomsch-Kutholiekc, de anti-revolution- naire, de chr. historische, de Libcralo en de vrijz. -democratische met verzoek, zoo mogelijk as. Dinsdagavond hun opvatting to mogen vernemen over een door hem ontworpen regeeringsprogram. Nog geen kabinet. Naar wij vernemen vergadert de anti- re volutionnaire Tweede Kamer-fractie ter bespreking van de voorstellen, welke de kabinetsformateur haar heeft voorgelegd. Ook andere fracties zullen bijeenkomsten houden ter bespreking van den politieken toestand. Het Volk verneemt uit parlementairen kring het gerucht, dat de heer Colijn vrij wel geslaagd was met de vorming van een uitsluitend recht6 kabinet en dat de sa menstelling daarvan nog heden bekend zou worden gemaakt. De heer Colijn, tot wien men zich om inlich tingen wendde, lachte lang en smakelijk en zeidc toen: „Wat voor dag is het? Vrij dag, nietwaar? Welnu, het nieuwe kabinet zal dezen Vrijdag niet worden medegedeeld en ook nog wel de volgende week Vrijdag niet!" Hieruit blijkt wel, dat de kabinetsfor matie niet zoo vlot van stapel loopt. Het lijkt niet ongeoorloofd aan de verklaring van den heer Colijn de 6lolsom te verbin den, dat hij bij zijn pogingen tot vorming van een 'ministerie op niet geringe moiy lijkheden is gestuit. DE NIEUWE TWEEDE KAMER. De voorzitter van het Centraal Stem bureau heeft in de vacature, ontstaan door het niet aannncmcn van zijn benoeming door Jhr. Bcelacrts van Blokland, thans tot lid van de Tweede Kamer benoemd ver klaard den heer J. M. Krijger Jr. te Vriezen veen. DE VERKIEZING VAN SARDJONO. In „De Tribune" lezen wij, dat op 28 April een radio-telegram aan Sardjono in Boven-Digoel is gezonden onderteekend door L. de Visser waarin medegedeeld verd, dat de Nederlandsche arbeiders hem tot Kamerlid hadden verkozen. Betaald was voor bevestiging van ont vang6t. Op 2 Mei wa6 hierover nog niets ontvangen. Bij informatie op 2 Mei waar om deze bevestiging zoo lang uitbleef, is op 3 Mei meegedeeld door de Holland-Ra dio-dienst, dat het telegram eerst besteld kan worden op 13 Mei. aangezien slecht6 om de veertien dagen een motorboot van kamp Digocl naar het kamp der onver- zocniijkcn vaart en er geen enkele andere verbinding is, die het telegram zou kun nen medenemen. In verband met deze mededeeling en in gevolge het advies van het centraal stem bureau aan den heer de Visser, heeft het comm. partijsecretariaat onmiddellijk ra dio-telegrafisch geld overgemaakt voor het terugzenden van een telegram aan den voor zitter van het centraal stembureau in Den Haar. waarin Sardjono verklaren kan, dat bij zijn benoeming aanvaardt. HET CONFLICT BIJ DE KI*X. De piloten hebben bun ont slagaanvrage verzonden. Amsterdam, 5 Mei. De piloten van dz K.L.M., die Dinsdagavond recd6 hebben be sloten tegen 1 Juli a.s. hun dienstverban/i met de K.L.M. te becindigen, hebben van daag aan dit besluit uitvoering gegeven. De ontslagaanvragen zijn vandaag aan dc directie der K.L.M. verzonden. Benoemd lot commies ter secretarie van den Raad van State G. M. J. van Roesscl, thans adjunct-commies. Bij K.B. is de aanwijzing van dr. II. C. Rümke, benoemd bijzonder uoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, al6 des kundige, bevoegd tot het afgeven van een verklaring als bedoeld in artikel 39, 3e lid van de Armenwet, op zijn verlangen inge trokken en is voor het tijdvak eindigende 31 December 1934 als zoodanig benoemd R. Le Coultre, assistent bij de Psychiatrische en Neurologische afdeeling van het Wil- helmina-Gasthui6, te Amsterdam. Bij K.B. zijn dc ontvangers der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen: H. K. Bcrghuijs te Rotterdam, buitengemeen ten, 2e afdeeling; J. B. Kloosterman te Eind hoven, 2e afdeeling; P. J. van Kerkoerle te Hooger.and; C. A. Mulder te Amsterdam, directe belastingen; J. D. Moraal te Am sterdam, directe belastingen en J. R. Boon stra te Almelo, met ingang van 1 Mei 1933 benoemd tot inspecteur dier middelen op hun tegenwoordige standplaats. DE ANONIEME BR1EFSCHRIJVERIJ TE WINTERSWIJK. Men meldt uit Winterswijk aan de N* R. Ct.: Van dr. Hesselink, die deskundige is ge weest in de zaak van de anonieme brief- schrijvcrij tegen ds. R., is dezer dagen in de Winterswijksche en de Amersfoort6Che courant een ingezonden stuk verschenen, waaruit blijkt, dat aan hem verzocht is de onlangs tijdens de gevangenschap van ds. R. ingekomen kaarten te willen onderzoe ken. Dr. Hesselink wcn6cht daaraan niet te voldoen, o.m. omdat deze kaarten in blokschrift zijn geschreven en het hem on mogelijk voorkomt, dat ze zijn nagebootst. Het bevreemdt hem, dat Anonymus zich niet bediend heeft van gewoon schuin schrift, waarin de vroegere briefkaarten geschreven waren. Of Anonymus hierop heeft willen reagee- ren is moeilijk uit te maken, maar een feit is, dat gietermorgen aan het adres van den heer Roobol een briefkaart is gepo6t ujt Amersfoort, thans geschreven in gewoon schrift en bevattende overgeschreven be richten uit de Amersfoort6che courant van Dinsdag. Ook was deze kaart gemerkt met pen olievlek, zooals er vroeger verschei dene zijn ontvangen. Op dat oogenblik zat de heer R. nog in de gevangenis, die hij, naar wij vernemen, Vrijdag zal verlaten. ONGEVAL OP ONBEWAAKTEN OVERWEG. Amsterdam, 5 Mei. Op der. onbewaak- ten overweg van de spoorlijn Amstelveen Amsterdam, i6, door onoplettendheid van den bestuurder, een met paard bespan nen scbillenwagen aangereden, waardoor iiet paard werd gedood. De trein bad 3 minuten vertraging. BRILLEN VERBANDSTOFFEN ZIEKENVERPLEGING5ARTIKELEN De stem der ervaring moet men niet laten verstommen. Amundsen. Een liefdesgeschiedenis uit het oude Madrid door F. MARION CRAWFORD. Naar het E"gelsch door W. H. C. B 13 „Je zuli t wel 't best weten," antwoordde Dolores, die zeer gerust was gesteld door hetgeen hij omtrent haar vader meJedeeldc. „Laten we dan gaan zitten. Je zult wel moe zijn na alles wat je achter den rug hebt. En we hebben elkaar zooveel te zeg gen. „Iloe zou ik nu moe kunnen zijn? vroeg zij met een licfdevollen glimlach. Maar toch ging zij op den stccnen bank in den uitbouw dicht bij het venster zitten. Er was juist genoeg plaats voor twee en Don Jan ging naast haar zitten, terwijl hij een barer handen tusschen zijn beide nam en de toppen van haar vingers herhaalde lijk kuste. Maar zij voelde dat hij haar aan keek en toen zag hij haai- in de oogen, waarna weer eenigen tijd voorbij ging voor dat zij konden spreken Beiden waren niet veel meer dan een jongen en een meisje, heel jong nog en eikaars eenste. groote lief de. Want de held van den dag, dc onder werper der Moorcn, dc man die Granada had herwonnen, die reeds Groot-Admiraal van Spanje en tien maanden later dc groote overwinning bij Lepanto zou bevechten, was een jongeling van drie en twintig zo mers hij was twintig jaar toen hij Dolo res voor de eerste maal ontmoette, en zij toen zeventien. Thans w as het bijna twee ja ren geleden dat zij elkaar voor het laatst hadden gezien. Hij begon liet eerst te spreken, want hij was een man, die snelle en juiste besluiten nam, welke altijd tot snelle en even schit terende als stoutmoedige daden leidden. Wat Dolores hem omtrent den twist met haar vader had verteld, was voldoende om gansch zijn energie gaande te maken. Wat het ook moge kosten,nooit mocht zij de poor ten van Las Huelgas binnentreden, want zou zij eenmaal op skonings bevel daar zijn wat gelijk zou 6taan met een wcl- bewaakte gevangene le wezen dan zou slechts een godslasterlijke aanval en gewa pend geweld baar weer in de wereld kun nen terugvoeren. Dat wist hij, en ook dat hij daoelijk handelen moest om het onheil te voorkomen, want Mcndoza's karakter kennende, twijfelde hij er geen oogenblik aan of hij zou zijn bedreiging ton uitvoer leggen. Het was daarom vóór alles noodig Dolores buiten het bereik zoowel van haar vader als van den koning te brengen, wat !n 'skonings eigen paleis en jui6t op dezen avond niet gemakkelijk was. Don Jan had slechts weinig aan het hof verkeerd en was zoo goed als geheel onbekend met de daar bestaande intriges en de onderlinge ver houdingen tusschen de mannel-jke en vrou welijke hofdignitarisscn, die in "net Alcazar hun vertrekken hadden. In zijn eigen gevolg had hij natuurlijk geen vrouwen. Dolores' broeder, die bij Granada aan zijn zijde had gestreden, had verzocht daar met het gar nizoen te mogen achterblijven, teneinde niet gedwongen te zijn zijn vader le ontmoeten. Dona Magdalena Quixada, Don Jan's pleeg moeder, was te Villagarcia, dus ver weg. Dc hertogin Alvarez, die wel veel van Dolo res hield, w as echter hofdame, die "het toe zicht had op de garderobe der jonge ko ningin en er was geen denken aan, dat zij zich bloot zou stellen aan de gevolgen van 's konings ongenade, indien werd ontdekt, dat zij tegen zijn wensch in Dolores een schuilplaats had gegeven. Toch was het ab soluut noodzakelijk, dat Doljres binnen een uur veilig was verscholen, dat zij'vóór het aanbreken van den dag het palcis had ver iaten en zoo mogelijk op weg was naar Vil lagarcia. Don Jan begreep dadelijk, dat er niemand was tot wien of wie hij zich kon wenden. Opnieuw nam hij Dolor.-s' hand in de zijne, maar thans met een zekeren ernst en beschermende autoriteit. Toen legde hij haar op zachten en rustigen toon den toe stand uit. „Je ziet dus", sprak hij tenslotte, „dat ons maar één weg open staat. Dolores, heb je volkomen vertrouwen in me?" Zij schrok cenigszins en plotseling druk ten haar vingers zijn hand. „Jdu vertrouwen? O, met mijn heele ziel!" „Denkt goed door voordat je me ant woordt," zei hij, „je begrijpt 't niet heele- maal en 't is mij een beetje moeilijk 't je te zeggen, maar 't moet. Ik weet dat je mij in vele opzichten vertrouwt, ik weet dat je overtuigd bent dat ik *Je altijd trouw zal liefhebben, altijd de waarheid tegen je zal spreken, je altijd zal beschermen en zelfs mijn leven voor je zal laten, als je in nood zult verkeeren. Je weet dat ik jo lief heb, zooals jij mij. Hebben wo elkaar dat niet dikwijls gezegd? Jo schreef het ook nog in je brief ik dank je daarvoor nog wel, lieveling. Ja, ik heb hem gelezen; hier ligt hij, dicht bij mijn hand, en ik zal hem herlezen voordat ik ga slapen." Zonder een woord te spreken en steeds luisterende boog zij zich iets voorover om haar lippen te drukken op de plaats waar haar brief lag. Hij kuste heur haar en ging voort met spreken, toen zij weer tegen den muur leunde „Maar nu moet je een nog grooler ver trouwen in mij 6tcllcn. Om je te redden moet je bij iemand, waarin ik zelf vertrou wen kan stellen, verscbo'en worden en zoo iemand is er noch in het palcis, noch in heel Madrid te vinden ik ken niemand tot wien ik mij kan wenden, bij wien je veilig zou zijn geen levend wezen behal ve mijzelf." „Behalve jezelf!" Heerlijk klonken Dolo res die woorden in de ooren, en zachtjes drukte zij zijn hand. „Dank je, mijn schat maar weet Je wel, wat dat beteekent? Begrijp je dat ik je in mijn eigen vertrekken moet verschuilen en dat je daar raoet blijven totdat ik je vóór het aanbreken van den dag buiten het pa leis kan brengen?" Een oogenblik zweeg zij, terwijl zij haar hoofd van hem afwendde. „Neen, lieveling," sprak hij bedroefd, „ik merk het al, daarvoor vertrouw Je me niet genoeg welke vrouw zou 't ook doen!" „Je vergist je", antwoordde zij, terwijl haar stem trilde. „Ik heb je Hef, zooals nog nooit een vrouw een man lief had, veel meer dan alle woorden zouden kunnen uit drukken. Ik zal je liefhebbon tot mijn dood, en ook daarna voor eeuwig, zelfs al zou ik nooit je vrouw kunnen worden. Ik ben niet meer het kind, waarvan je bijna twee jaren geleden afscheid nam. Ik ben nu een vrouw, want ik heb 6inds dien veel nage dacht en veel gezien en ik heb je nog meer lief dan toen. God weet dat er aan het hof maar al te veel te zien en op te merken is, dat diep verborgen móest blij ven voor het oog van een fatsoenlijke vrouw! Jij en ik zullen een hemel op aarde hebben, indien het God moge behagen dat wij met elkaar verccnigd worden want dan zal ik heclemaal voor jou leven en je dienen en alle leed, dat je op je levenspad zou ontmoeten, uit den weg ruimen cn in ruil daarvoor zal ik niets anders dan je liefde vragen. En als we niet kunnen trou wen, dan zal ik met mijn hart voor je le ven en je met mijn ziel dienen en God smeeken dat nooit ccnig leed je zal treffen. Ik zal zoo innig bidden, dat God mij moet verhooren. En zoo zal jij voor mij bidden, evenals je voor mij zou willen vechten, als je kon. Herinner je altijd, dat wanneer je voor Spanje strijdt, je jc zwaard hebt ge trokken niet alleen voor Spanje's eer, maar ook voor dc eer van iedere Spaansche chris tenvrouw dus ook voor de mijne!" Hij wa6 diep getroffen door haar woor den cn plotseling balde hij zijn linkerhand tot een vuist. „Je zou lafaards als wolven doen vechten, als je hen zóó toesprak!" zei hij. .(Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 5