AMERSFOORTSCH DAGBLAD Maandag 22 Mei 1933 31e Jaargang No. 276 DE KABINETSCRISIS Inbrekers betrapt NIJVERDAL ROEPT OM HULP In het Paleis van den Koning Namen die onder voorbehoud worden medegedeeld Naar dc N.R.Ct. verneemt schijnt de stand van zaken op dit o.ogcnblik te zijn, dat dr. Colijn do portefeuille van Binnen- landschc Zaken zal nemen. Voor Waterstaat komt ir. J. A. Ivallf (lib.) d6 voormalige directeur der Ned. Spoorwe gen, voorzitter van den Ondernemingsraad voor Ned.-Indië, in aanmerking. Verder zouden er twee vrijzinnig-demo craten in het ministerie worden opgeno men en wel mr. P. J. Oud en mr. H. P. Merchant, aan wie resp. de portefeuilles van Financiën en Onderwijs zouden zijn toegedacht. Vrij zeker schijnt het ook te zijn, dat Ko loniën aan dr. A. A. L. Rutgers (a.r.), gou verneur van Suriname, wordt toegedacht. Voor een nieuw ministerie van sociale zaken wordt prof. dr. J. R. Slotemaker dc Bruine (c.h.) genoemd. Bij de volgende departementen moet de kans, dat de daarvoor genoemde personen met het bestier daarvan belast zullen wor den of daartoe bereid zullen worden bevon den, nog zeer onzeker zijn: Buitenlandsche Zaken: jhr. mr. A. W. L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer (po- tick kleur onbekend); Landbouw, Handel en Nijverheid (het voormalige, weder in te stellen departement van dien naam): mr. T. J. Verschuur (r.k.) dc tegenwoordige minister van Economi sche Zaken en Arbeid; Defensie: mr. L. N. Deckers (r.k.), de te genwoordige minister van Defensie; en Justitie: mr. J. R. H. van Schaik (r.k.), voorzitter van de Tweede Kamer. Ónder alle voorbehoud worden al deze namen medegedeeld. Ons was de naam van dr. De Vlugt, de tegenwoordigen burgemeester van Amster dam, als toekomstigen minister van Wa terstaat en die van den heer Weiter als minister van Koloniën genoemd. Den Haag, 20 Mei. In den afgeloopen nacht zijn door do waakzaamheid van een beambte van den eersten gecontroleerden particulieren nachtveiligheidsdienst twee inbrekers in het perceel Spuistraat 39, waarin gevestigd is Huf's schoenenmaga zijn, op heeterdaad betrapt, toen zij door forceering van de brandkast reeds ruim 1000 hadden buit gemaakt. De inbrekers zijn naar het hoofdbureau van politie over gebracht en daar in bewaring gesteld. BOSCHBRAND NABIJ OOSTERBEEK. Oosterbeek, 21 Mei. Vanmiddag om streeks half drie heeft in de Doorwerther bosschen tusschen den Richtersweg en den Ouden Oosterbeekscheweg een ernstigo boschbrand gewoed. De boschbrandweer uit Oosterbeek was spoedig ter plaatse met de autospuit. Deze spuit kon echter geen dienst doen, daar er geen water in de buurt aan- wezjg was. De brandweer, geholpen door eenige burgers, slaagde erin den brand te beperken. Ongeveer 4 H.A. hakhout werd verbrand. Tegen kwart over drie was men den brand meester. IR. A. VAN DER LAAN f. In den ouderdom van 74 jaar is te 's-Gra- venhage overleden ir. A. van der Laan. I)e verassching heeft plaats Maandag a.s. in het crematorium to Velsen. MINISTER REIJMER WEER BURGEMEESTER? Na Hilversum thans Beverwijk. Naar de Rott. Crt. uit zeer goede bron zegt vernomen te hebben, is dezer dagen de benoeming te verwachten van den minister van Waterstaat, mr. P. J. Reijmcr, tot bur gemeester van Beverwijk. VOOR DE RATIFICATIE VAN HET VERDRAG VAN OUCHY. Een brief aan de ministers van buitenlandsche zaken in België, Luxemburg en Ne derland. Dc N.R.C.-correspondcnt te Brussel meldt: Dc Commissie voor de verlaging der tol muren en opheffing der belemmeringen in het handelsverkeer, welke 12 April j.l. in het Academiënpaleis alhier een groote ver gadering heeft gehouden, belegd voor de in België gevestigde buitenlandsche Ka mers van Koophandel, de Belgische Ka mers van Koophandel en de Belgische Syn dicale Kamers, heeft zich nu gewend tot de regeeringen van België, Luxemburg en Ne dcrland, met het verzoek de ratificatie van het verdrag van Ouchy te willen bespoedi gen. In België is het verdrag van Ouchy te gelijk met het nieuwe Nederlandsch-Bel- gische handelsverdrag bij de Kamer en den Senaat ingediend. Tijdens de Kamervacan tie, welke tot einde Juli zal duren, zullen de bevoegde commissies do twee verdragen in studie nemen. De Commissie voor de verlaging der tol muren heeft, in verband hiermee een brief aan den Nederland6chcn minister van bui tenlandsche zaken gericht, waarin zij de op genoemde vergadering aangenomen mo tie in herinnering brengt, waarbij de bui tenlandsche Kamers van Koophandel in België gevestigd evenals do Belgische Ka mers van Koophandel en Fabrieken, be sluiten tot hun leden het dringend verzoek te richten in de vereenigingen, waarvan zij deel uitmaken, een krachtige poging ie doen met het doel de publieke opinie guns tig te stemmen ten opzichte van een ver laging der tolmuren en opheffing van de hindernissen in het handelsverkeer tus schen alle landen. Het Comité is van meening, dat het hoogst vvenschelijk is het Ouchy-Tractaat al6 voldongen feit onder do aandacht van de Internationale Oeconomische Conferen tie te brengen en het verzoekt den minis ters van buitenlandsche zaken in de drie landen dan ook eerbiedig mede te werken SUBSIDIES AAN TRAMWEGEN OVER 1932. Mr. Knottenbelt vraagt specificatie. Het lid der Tweede Kamer, de heer Knot tenbelt, heeft den minister van Waterstaat do volgende vragen gesteld: 1. Is het niet juist, dat de minister bij brief van 18 Januari 1932 aan de Neder- landscho Vereeniging voor Locaalspoor- en Tramwegen de beginselen heeft medege deeld, volgens welke de uitkeering van sub sidies aan de tramwegen voor het jaar 1932 zou geschieden? 2. Zouden niet volgens die beginselen de subsidies worden ingedeeld in de volgen de drie groepen: 1. Uitkeering aan alle tramwegen van 80 pCt, van liet tot dusverre genoten subsidie, 2. uitkeering uit het restant van den be- grootingspost, van subsidies tot gelijke be dragen als die der subsidies welke de be trokken streek ter beschikking heeft ge steld, 3. uitkeering uit het dan nog overblijven de van bedragen tot evenredige dekking van tekorten van alle ondernemingen? 3. Is de minister bereid mede te dealen, welke bestemming aan post 204 der begroo ting van zijn departement voor het jaar 1932 groot f 1.250.000 is gegeven, door opga ven te verstrekken van de bedragen, die aan elke tramwegonderneming zijn of zul- worden uitgeleerd, niet splitsing dier bedra gen voor elke onderneming afzonderlijk naar de in vraag 2 bedoelde groepen? Indrukwekkende bijeenkomst der bevolking Een dringende bede aan de regeering A1 m c 1 o, 20 Mei. Op het marktplein van Nijvcrdal, gemeente Hellendoorn, heeft he denmiddag eon indrukwekkende bijeen komst der geheele bevolking plaats gehad, om uitdrukking te geven aan den grooten nood, waaronder deze gemeente gebukt gaat in verband met de toenemende werk loosheid in de textielindustrie, de massa ontslagen en de opnieuw dreigende ontsla gen op de Kon. Stoomwevei ij, welke de voornaamste bestaansbron van deze plaats uitmaakt. Duizenden personen uit alle lagen der bevolking waren daar vergaderd. Do bur gemeester van Hellendoorn, Mr. D. van der Steen van Ommeren en Ds. Heijmans ver tolkten hier de gevoelens der burgerij en deden een dringend beroep op do regee ring om door spoedig ingrijpen de dreigen de ondergangder gemeente te voorkomen. Na met enkele woorden ingeleid te zijn door den heer II. Willems, voorzitter van de afdeeling Nijverdal van den ChristeliJ- ken Textielarbeidersbond „Unitas", van wien het initiatief voor deze vergadering was uitgegaan, hield de burgemeester een rede, waarin hij o.m. zeide: „De bevolking is hier samengestroomd onafhankelijk van geloof en religie, politieke of geeste'ijke wereldbeschouwing om kenbaar te maken welk ramp ons bedreigt, als niet spoedig uitkomst komt. Het water stijgt ons naar de lippen. Met den moed der wanhoop brengen de fabrieken in toepassing de oud- hollandsche leuze „Pompen of verzuipen", om nog te redden wat nog te redden valt. Het pompen baat niet meer. Wij gaan naar den kelder, wij hier en anderen elders als niet spoedig geholpen wordt. In een bezie lende en warme redo deed de burgemees ter een beroep op de zoo vaak getoonde energie der bevolking om het hoofd ook nu niet te laten hangen. In deze voor ons ge heele volk zoo moeilijke oogenblikkcn wen den wij ons tot de regeering en zeggen: Helpt ons want *.vij zien geen uitkomst meer. Ook onze regeering kan niet alles, maar als hulp mogelijk is, moet die van haar komen. Daarop deed hij voorlezing van een tele gram aan den tijdelijken voorzitter van den Ministerraad: „De in vergadering bijeen zijnde bevol king der gemeente Hellendoorn heeft zoo juist het nu weer voor honderden textiel arbeidersgezinnen dreigende ontslag be sproken. Bij de reeds heerschende groote werkloosheid beteekent dit ontslag niets anders dan een ramp voor de burgerij in al haar geledingen, waardoor ook de ge meente voor schier onoverkomelijke moei- 'ijkheden wordt geplaatst." Onder algemecne instemming werd uit gesproken dat al het mogelijke moet wor den gedaan om te trachten den zwaren slag niet alleen voor de betreffende arbei ders maar voor do geheele gemeente te voorkomen. Betreurd werd, dat nog steeds geen doel treffende maatregelen konden worden ge troffen om b.v. door tijdelijke contingcn- tecring van katoenen manufacturen in Ne- dcrlandsch-Indié onze Ncderlandsche ka toenindustrie de zoo noodige steun te vcrleencn, zulks weder ter bestrijding van de catostrophale wcrKloosheid, die ook reeds nu onder de textielarbeiders bestaat. De geheele bevolking van Hellendoorn doet een dringend beroep op Uwe Excellentie en do Ncderlandsche regeering om spoedig zoodanige maatregelen tot steun van het textielbedrijf te willen treffen, waardoor o.a. het nu dreigende ontslag van honder denden arbeiders te Nijverdal alsnog kan worden voorkomen cn do gemeente voor de ernstige ramp, die daarvan anders het gevolg zal zijn, gespaard blijft. Namens de bevolking van Hellendoorn de Burgemees ter Mr. Dr. van der Stem van Ommeren". Hierna sprak Ds. Heijmans een bemoe digend woord. „Ga zoo zeide do predi kant Zondag naar Uwo kerken en smeekt God, dat Hij kracht moge schen ken, om in deze moeilijke dagen het hoofd hoog te houden en het Geloof te geven dat het eenmaal beter zal worden." Rustig begaven dc duizenden zich daar na naar huis. DOOR MOTORRMDER OVERREDEN EN GEDOOD. Ongeval te Amsterdam. Amsterdam, 21 Mei. Hedenmorgen omstreeks half tien werd een tot nu toe on bekend voetganger op de Ceintuurbaan bij de Amsteldijk door een m Horrijder overre den. Da man werd zeer ernstig gewond en stierf na enkele oogenblikkcn. Het lijk is naar het Wilhelmina gasthuis vervoerd. Waarschijnlijk treft den bestuurder geen schuld, daar de voetganger plotseling den rijweg overstak. De identiteit van het slachtoffer is nog onbekend. De politie stelt een onderzoek in. DE REIS VAN DE NEDERLANDSCHE JOURNALISTEN NAAR HONGARIJE. Ontvangst bi] den Bonds kanselier Doiiuss. W o e n e n, 19 Mei. (V.D.) Op de terug reis van Hongarije naar Nederland werden de Nederlandsche journalisten, die een stu diercis naar Oostenrijk cn Hongarije heb ben gemaakt, gisteravond in het ministerie van Defensie to Weenen door de regcering ontvangen. Na een begroeting door den Staatssecre taris voor het Verkeer Neustadter Stürmcr, vereenigden de journalisten zich aan een cenvoudigen maaltijd, waaraan ook ver schillende Oostenrijksche autoriteiten aan zaten. Tijdens den maaltijd verscheen de Bondskanselier Dolfuss. in het gezelschap en begroette de Nederlandsche journalis ten, namens de Oostenrijksche regeering. In het kort zette hij het doel uiteen, dat zijn regeering in Oostenrijk nastreeft. Vervolgens wees hij op de vriendschappe lijke betrekkingen, die tusschen Nederland en Oostenrijk bestaan en hij sprak de hoop uit. dat dit bezoek van 'Nederlandsche jour nalisten zal bijdragen tot verdere uitbrei ding van de vriendschapsbanden tusschen beide landen. Namens de Nederlandsche journalisten dankte de heer L. A. P. M. van den Broeke voor de ontvangst. BEZOEK AAN DUITSGHE JEUGD HERBERGEN. Men make nog geen plannen. Amsterdam, 20 Mei. Het bestuur van de Nederlandsche Jeugdherberg Cen trale heeft met groote bezorgdheid de ont wikkeling van het jeugdherbergwerk in Duitschland gevolgd. Ten einde met de toe standen die thans in de Duitsche Jeugdher bergen heerschen, nader bekend to worden, bezochten twee leden, in opdracht van het bestuur, een aantal jeugdherbergen, die het meest door Nederlandsche trekkers worden bezocht. Op grond van het door hen aan het be stuur uitgebrachte rapport, meent het be stuur ernstig in overweging te moeten ge ven vooralsnog geen plannen te maken voor een bezoek aan Duitsche Jeugdherbergen. Zeer binnenkort zullen besprekingen tus schen het bestuur der N.J.H.C. cnden nicuwbenoemden leider der Duitsche Jeugd herbergbeweging plaats vinden. Na afloop daarvan zal het bestuur in overleg met den Raad van Toezicht en Advies een besluit nemen omtrent de wederkcerigheid overeen komst ,die vroeger met de Duitsche organi satie werd gesloten. Mot het oog hierop meent het bestuur zich thans tot boven staand advies te moeten bepalen. Houding der openbare onderwijzers Dr. W. Emmens neemt ontslag als lid der redactie van Volksontwikkeling In Volksontwikkeling, het tijdschrift uil- gegeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, schrijft dr. W. Emmens het volgende: „Het is van algemecne bekendheid, dat het openbaar lager onderwijs in de laat ste jaren met snelle schreden achteruit gaat. De voorstanders van het openbaar onderwijs schrijven dit aan verschillende oorzaken toe; een van de voornaamste oor zaken, die gewoonlijk niet wordt genoemd, ligt m. i. in het optreden van de onder wijzers. De redactie van Volksontwikkeling heeft meermalen opstellen gepubliceerd over het openbaar ander wijs, n.aar dit optreden bui ten bespreking gelaten. In de redactie stelde ik voor, naar aan leiding van een artikel van iemand, die in de N. R Ct. over de houding van de on derwijzers zijn meenmg had uitgesproken, dc inzender van dit artikel uit te noodigen, daarover in Volksontwikkeling tc schrijven. Men achtte dit niet gewenscht. In de redactie stelde ik daarna voor, dat deze zelf artikelen o^cr de houding van de onderwijzers zou publicecren Hiertoe be stond wel eenige neiging, maar om rede nen, waarmee de redactie als zoodanig niets had te maken, meende men het toch niet te moeten doen. In de redactie 6teldo ik ten slotte voor, een uiteenzetting te geven van art. 42 van dc wet op het lager onderwijs, om in ver band daarmede te eischen, dat alvast de onderwijzers, aangesloten bij de communis tische partij, uit het onderwijs werden ver wijderd. Art. 42 stelt namelijk aan de on derwijzers don eisch: „opleiding tot alle christelijke cn maatschappelijke deugden". Daar een onderwijzer door zijn aansluiting bij de communistische partij openlijk ge tuigenis aflegt van zijn strijd tegen eiken godsdienst en inzonderheid tegen het chris tendom, van zijn strijd voor gezinsontbin- ding en voor de ondei mijning van het ge zag, is hij niet in staat aan den in art. 42 gestelden eisch te voldoen, en moet daar om op grond van hetzelfde artikel worden geschorst De voorstanders van het open baar onderwijs hebben, op grond van art. 42 hot recht, voor hun kinderen onderwij zers te verlangen, die niet de christelijke leer bestrijden en niet het gezag ondermij nen of helpen ondermijnen." Dr. Emmens vermeldt dan de openings rede van den voorzitter van de Vereeni ging van hoofden van scholen in Neder land, op de laatste jaarlijksche vergade ring, waarin een ergerlijk geval van min achting voor het gezag wordt gesignaleerd, dat noch door den Amsterdamschen wet houder van onderwijs, noch door den rijks inspecteur van het 1 o. is afgedaan. Hij meent, dat deze „muiterij aan boord van het schip van het lager onderwijs" moet onderdrukt worden. Maar daar de andere leden der redactie gemeend hebben, geen enkele zijner pogingen in deze richting te kunnen steunen, treedt dr. Emmens uit de redactie. KNAAPJE DOOR AUTO OVERREDEN EN GEDOOD. Kat w ij k a. Z e e, 21 Mei. Zaterdagmid dag omstreeks half vier is het vijfjarig zoontje van den heer v. d. Plas, wonende aan den Zwanenburgstraat alhier, in Duin oord door oen met steenen beladen auto overreden. Het knaapje werd naar het Aca demisch ziekenhuis te Leiden vervoerd, waar het in den afgeloopen nacht aan de bekomen verwondingen is overleden. Zelfstandigheid is een woord, maar zoo als gewoonlijk, is de zaak nog veel mooier dan het woord. fiatt A^^asgeschiedenis uit het oude Madrid door F. MARION CRAWFORD. Naar het Engelsch door W. H. C. B. Hij kon niet toelaten dat Don Jan van Oostenrijk verder ongemoeid zou worden gelaten, alsof hij niet openlijk geweigerd had een uitdrukkelijk bevel op te volgen en al9of hij niet in het geheim kuipte om zich van den troon meester to maken. Dat was onmogelijk. Gedurende twee jaren groeide zijn populairiteit, niet alleen bij het volk, maar ook cn dat was veel ge vaarlijker bij het leger. In dezelfde mate. ja. in nog vlugger tempo, namen 's ko ning* jaloezie en haat toe, zoodat zelfs de soldaten, als dc officieren hen niet konden hooren. cr over spraken cn er grappen over maakten. Hoewel er geen bepaalde reden voor be stond, was zijn argwaan niet zonder schijn baren grond. Terwijl Philips in zijn parti culiere werkkamer met onbeholpen stap pen heen en weer liep. meer dan eens strui kelend over een voetkussen, dat voor zijn armstoel lag, zag hij duidelijk de groote afmetingen, dio.de macht, waartoe hij zelf zijn broeder tegen wil en dank had verhe ven, had aangenomen. Philips was oud ge noeg om Don Jan's vader te hebben kunnen zijn, cn hij herinnerde zich hoe onverschil lig hij den aanvalligèn twaalfjarigen jon gen, die Juan Quixadra werd genoemd, be liandeld had, toen hij, na erkend te zijn als zoon van Keizer Karei, naar het hoJ te Valladolid was gebracht Hoewel hij zijn halfbroeder was had hij hem toen niet eens het voorrecht verleend in het paleis te wonen,, en hij glimlachte bij de gedachte dat hij met „doorluchtige hoogheid" moest worden toegesproken. Reeds als jongen was hij belust op vechten, cn Philips herinner de zich hoe hij zich altijd oefende met het zwaard of den degen, en kracht cn behen digheidstoeren op half versleten paarden volbracht behalve wanneer Donn Mag dalena Quixada, de eenige persoon ter we reld, die hij zonder nader vragen gehoor zaamde, hem aan de studie hield. Iedereen had altijd van den jongen gehouden cn sinds dien tijd dateerde Philips jaloezie, want hij, die door niemand bemind en door iedereen gevreesd werd. snakte naar popu lariteit en naar bemind te zijn, zoodat hij met bitteren wrok bezield was jegens de wereld, die hem wel gehoorzaamde, m^ar hem dat. wat hij het liefst had gehad, wei gerde tc geven. liet was nu tien jaren geleden dat de jongen gekomen was. en thans was hij tot een jongen man opgegroeid, die verreweu de belangrijkste persoonlijkheid in Spanje was. Hij was behandeld geworden als on dergeschikte. maar het volk had hem tot zijn godheid verheven. Hij was aan het hoofd gesteld van expedities, in de hoop dat hij zou fa len en in ongenade vallen. Maar hij had getoond grondiger kennis te bezit ten dan ouderen, en met roem en eer beladen was hij teruggekeerd, tot hem op gedragen werd Spanjc's eindstrijd tegen de Mooren te strijden, in de hoop dat hij, nu hij eenmaal niet in ongenade kon vallen, zou sneuvelen. Maar inplaats hiervan was hij wederom in triomf teruggekeerd, na de onstuimigste krijgslieden van Europa ten onder te hebben gebracht, om daarna op een leeftijd, waarop anderen nog beginne lingen waren in de krijgskunde, den rijpen oogst van zijn militairen roem binnen te ha len en als held en gunsteling te worden toegejuicht door een hof, dat nauwelijks zijn stem kon verheffen voor een hoera voor zijn eigen koning. Dat alle9 was in tien jaren geschied. De tien volgende, mis schien zelfs slechts vijf, zouden het overige kunnen bewerkstelligen. Het kon niet an ders, of de jonge man had eerzucht, en die zou zeker op niets minder dan op het bezit van een troon zijn gericht. En toch was hierover nooit zelfs gefluisterd; van zijn roem, evenals van zijn leven ging slechts bekoring uit. Vruchteloos had Philips zoo wel Antonio Perez als de prinses van Eboli gelast al hun scherpzinnigheid te gebrui ken om te bewijzen dat hij kuipte om zich van den troon meester to maken. Zij kon den slechts berichten dat hij een meisje van de ho-riouding liefhad, Mendozas doch ter, en dat hij, behalve om den oorlog, als een soort sport, om niets en niemand ter wereld gaf dan om Dolores en zijn pleeg moeder. Zij spraken de waarheid en zij hadden alle reden om die te kennen, want alle mid delen. die binnen hun bereik lagen, hadden zij aangewend om uit te vorschen, of hij te bewegen zou zijn om met Philips te twis ten en aan te sturen op een burgeroorlog, die slechts één afloop zou kunnen hebben, want heel Spanje zou zich aangesloten heb ben om hem als koning uit te roepen. Hij was door allerlei handige vragen en dis cussies door hen in verzoeking gebracht en zij verwachtten dat hij hun eenige hoop zou geven. Maar zoowel zij zelf als hun medewerkers verloren den moed wegens de onoverkomelijke hindernis, die gevormd werd door zijn loyaliteit. Weliswaar kuste hij nooit de kling van zijn getrokken zwaard hij zwoer niet bij de Heilige Maagd dat hij zijn laatste druppel bloed voor zijn sou- verein en zijn vaderland zou storten, cn nooit legde hij plechtige beloften af om te streven naar doeleinden, die onbereikbaar waren. Maar weerklonk het signaal voor den aanval, dan drukte hij zijn stalen helm wat dieper op zijn hoofd, ging zonder ge praat wat 9teviger in den zadel zitten en reed als de duivel in eigen persoon den dood tegemoet meer niet. Maar ook kon hij wachten cn uitkijken cn weken lang manoeuvreeren, tot hij den vijand dAAr had, waar hij hem wilde hebben, met een geduld, dat zijn officieren en soldaten op een te zware proef zou hebben gestel*!, ware het niet dat zij hem altijd bereid tot dadelijk handelen en opgewekt zagen, en zeker van zijn zaak, zoodat, al zou hij twin tig maal falen aen vijand in de klem te krijgen, hij tenslotte toch altijd zijn doel bereikte. Philips liep peinzend en boos in zijn werkkamer op en neer. Indien op dat oogenblik iemand had aangeboden hem van zijn broeder te verlossen, zou hij dadelijk met een ruime bclooning voor den moorde naar hebben klaar gestaan. Maar sinds lang koesterde de koning het plan om Don Jan te laten trouwen inct koningin Maria van Schotland wiens huwelijk met Bothwell gemakkelijk ontbonden zou kunnen wor den teneinde aan zijn aanmatigende eer zucht te voldoen, cn levens zijn nieuwe koninkrijk een machtigen bondgenoot tegen Elisabeth van Engeland te maken. Het v\as om deze reden dat hij reeds lang tot het besluit was gekomen het huwelijk van zijn broeder mot Maria Dolores de Mendoza te beletten. Perez cn Dona Ana de la Cerda daarentegen, vreesden, dat indien Don Jan zou worden toegestaan het meisje, dat hij met heel zijn hart lief had. te trouwen, hij alles, dus ook het te volde gaan, zou opge ven en slechts de onbeduidendo positie van een door cn door gelukkig getrouwd man zou innemen. Zij kenden, van hun stand punt gezien, de wereld goed: geluk verlamt dikwijls iemands energie, maar lijden en gevaar doen zoowel zijn geest- als lichaams kracht ontwaken. Al hadden de koning en zijn verraderlijke gunsteling diametraal tegenover elkaai staande bedoelingen, eenzelfde soort ge dachte was door hun brein gegaan, zelfs voordat Don Jan zijn kamp buiten de stadswallen had verlaten om naar de poort van het palcis te rijden. Beiden kwamen tot de slotsom dat degene, die zoo'n recht door zee gaand man. die bovendk™ geer. gevaar kendo, zou moeten beïnvloeden, vóór alles de persoon geheel in zijn macht moest hebben, voor wie Don Jan zelfs zijn leven zou willen opofferen en die per soon was, zooals beiden wisten, Dolores zelf. En toch, toen Anthonio Perez Philips' studeerkamer binnentrad, hadden geen van beiden eikaars gedachte geraden. 'Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 5