AMERSFOORTSCH DAGBLAD
Maandag 22 Mei 1933
31e Jaargang No. 276
DE KABINETSCRISIS
Inbrekers betrapt
NIJVERDAL ROEPT OM
HULP
In het Paleis van den Koning
Namen die onder voorbehoud
worden medegedeeld
Naar dc N.R.Ct. verneemt schijnt de
stand van zaken op dit o.ogcnblik te zijn,
dat dr. Colijn do portefeuille van Binnen-
landschc Zaken zal nemen.
Voor Waterstaat komt ir. J. A. Ivallf (lib.)
d6 voormalige directeur der Ned. Spoorwe
gen, voorzitter van den Ondernemingsraad
voor Ned.-Indië, in aanmerking.
Verder zouden er twee vrijzinnig-demo
craten in het ministerie worden opgeno
men en wel mr. P. J. Oud en mr. H. P.
Merchant, aan wie resp. de portefeuilles
van Financiën en Onderwijs zouden zijn
toegedacht.
Vrij zeker schijnt het ook te zijn, dat Ko
loniën aan dr. A. A. L. Rutgers (a.r.), gou
verneur van Suriname, wordt toegedacht.
Voor een nieuw ministerie van sociale
zaken wordt prof. dr. J. R. Slotemaker dc
Bruine (c.h.) genoemd.
Bij de volgende departementen moet de
kans, dat de daarvoor genoemde personen
met het bestier daarvan belast zullen wor
den of daartoe bereid zullen worden bevon
den, nog zeer onzeker zijn:
Buitenlandsche Zaken: jhr. mr. A. W. L.
Tjarda van Starkenborgh Stachouwer (po-
tick kleur onbekend);
Landbouw, Handel en Nijverheid (het
voormalige, weder in te stellen departement
van dien naam): mr. T. J. Verschuur (r.k.)
dc tegenwoordige minister van Economi
sche Zaken en Arbeid;
Defensie: mr. L. N. Deckers (r.k.), de te
genwoordige minister van Defensie; en
Justitie: mr. J. R. H. van Schaik (r.k.),
voorzitter van de Tweede Kamer.
Ónder alle voorbehoud worden al deze
namen medegedeeld.
Ons was de naam van dr. De Vlugt, de
tegenwoordigen burgemeester van Amster
dam, als toekomstigen minister van Wa
terstaat en die van den heer Weiter als
minister van Koloniën genoemd.
Den Haag, 20 Mei. In den afgeloopen
nacht zijn door do waakzaamheid van een
beambte van den eersten gecontroleerden
particulieren nachtveiligheidsdienst twee
inbrekers in het perceel Spuistraat 39,
waarin gevestigd is Huf's schoenenmaga
zijn, op heeterdaad betrapt, toen zij door
forceering van de brandkast reeds ruim
1000 hadden buit gemaakt. De inbrekers
zijn naar het hoofdbureau van politie over
gebracht en daar in bewaring gesteld.
BOSCHBRAND NABIJ OOSTERBEEK.
Oosterbeek, 21 Mei. Vanmiddag om
streeks half drie heeft in de Doorwerther
bosschen tusschen den Richtersweg en den
Ouden Oosterbeekscheweg een ernstigo
boschbrand gewoed. De boschbrandweer uit
Oosterbeek was spoedig ter plaatse met de
autospuit. Deze spuit kon echter geen dienst
doen, daar er geen water in de buurt aan-
wezjg was. De brandweer, geholpen door
eenige burgers, slaagde erin den brand te
beperken. Ongeveer 4 H.A. hakhout werd
verbrand. Tegen kwart over drie was men
den brand meester.
IR. A. VAN DER LAAN f.
In den ouderdom van 74 jaar is te 's-Gra-
venhage overleden ir. A. van der Laan. I)e
verassching heeft plaats Maandag a.s. in
het crematorium to Velsen.
MINISTER REIJMER WEER
BURGEMEESTER?
Na Hilversum thans Beverwijk.
Naar de Rott. Crt. uit zeer goede bron
zegt vernomen te hebben, is dezer dagen de
benoeming te verwachten van den minister
van Waterstaat, mr. P. J. Reijmcr, tot bur
gemeester van Beverwijk.
VOOR DE RATIFICATIE VAN HET
VERDRAG VAN OUCHY.
Een brief aan de ministers
van buitenlandsche zaken in
België, Luxemburg en Ne
derland.
Dc N.R.C.-correspondcnt te Brussel meldt:
Dc Commissie voor de verlaging der tol
muren en opheffing der belemmeringen in
het handelsverkeer, welke 12 April j.l. in
het Academiënpaleis alhier een groote ver
gadering heeft gehouden, belegd voor de
in België gevestigde buitenlandsche Ka
mers van Koophandel, de Belgische Ka
mers van Koophandel en de Belgische Syn
dicale Kamers, heeft zich nu gewend tot de
regeeringen van België, Luxemburg en Ne
dcrland, met het verzoek de ratificatie van
het verdrag van Ouchy te willen bespoedi
gen. In België is het verdrag van Ouchy te
gelijk met het nieuwe Nederlandsch-Bel-
gische handelsverdrag bij de Kamer en den
Senaat ingediend. Tijdens de Kamervacan
tie, welke tot einde Juli zal duren, zullen
de bevoegde commissies do twee verdragen
in studie nemen.
De Commissie voor de verlaging der tol
muren heeft, in verband hiermee een brief
aan den Nederland6chcn minister van bui
tenlandsche zaken gericht, waarin zij de
op genoemde vergadering aangenomen mo
tie in herinnering brengt, waarbij de bui
tenlandsche Kamers van Koophandel in
België gevestigd evenals do Belgische Ka
mers van Koophandel en Fabrieken, be
sluiten tot hun leden het dringend verzoek
te richten in de vereenigingen, waarvan
zij deel uitmaken, een krachtige poging ie
doen met het doel de publieke opinie guns
tig te stemmen ten opzichte van een ver
laging der tolmuren en opheffing van de
hindernissen in het handelsverkeer tus
schen alle landen.
Het Comité is van meening, dat het
hoogst vvenschelijk is het Ouchy-Tractaat
al6 voldongen feit onder do aandacht van
de Internationale Oeconomische Conferen
tie te brengen en het verzoekt den minis
ters van buitenlandsche zaken in de drie
landen dan ook eerbiedig mede te werken
SUBSIDIES AAN TRAMWEGEN OVER
1932.
Mr. Knottenbelt vraagt specificatie.
Het lid der Tweede Kamer, de heer Knot
tenbelt, heeft den minister van Waterstaat
do volgende vragen gesteld:
1. Is het niet juist, dat de minister bij
brief van 18 Januari 1932 aan de Neder-
landscho Vereeniging voor Locaalspoor- en
Tramwegen de beginselen heeft medege
deeld, volgens welke de uitkeering van sub
sidies aan de tramwegen voor het jaar 1932
zou geschieden?
2. Zouden niet volgens die beginselen de
subsidies worden ingedeeld in de volgen
de drie groepen:
1. Uitkeering aan alle tramwegen van 80
pCt, van liet tot dusverre genoten subsidie,
2. uitkeering uit het restant van den be-
grootingspost, van subsidies tot gelijke be
dragen als die der subsidies welke de be
trokken streek ter beschikking heeft ge
steld,
3. uitkeering uit het dan nog overblijven
de van bedragen tot evenredige dekking
van tekorten van alle ondernemingen?
3. Is de minister bereid mede te dealen,
welke bestemming aan post 204 der begroo
ting van zijn departement voor het jaar
1932 groot f 1.250.000 is gegeven, door opga
ven te verstrekken van de bedragen, die
aan elke tramwegonderneming zijn of zul-
worden uitgeleerd, niet splitsing dier bedra
gen voor elke onderneming afzonderlijk
naar de in vraag 2 bedoelde groepen?
Indrukwekkende bijeenkomst
der bevolking
Een dringende bede aan de regeering
A1 m c 1 o, 20 Mei. Op het marktplein van
Nijvcrdal, gemeente Hellendoorn, heeft he
denmiddag eon indrukwekkende bijeen
komst der geheele bevolking plaats gehad,
om uitdrukking te geven aan den grooten
nood, waaronder deze gemeente gebukt
gaat in verband met de toenemende werk
loosheid in de textielindustrie, de massa
ontslagen en de opnieuw dreigende ontsla
gen op de Kon. Stoomwevei ij, welke de
voornaamste bestaansbron van deze plaats
uitmaakt.
Duizenden personen uit alle lagen der
bevolking waren daar vergaderd. Do bur
gemeester van Hellendoorn, Mr. D. van der
Steen van Ommeren en Ds. Heijmans ver
tolkten hier de gevoelens der burgerij en
deden een dringend beroep op do regee
ring om door spoedig ingrijpen de dreigen
de ondergangder gemeente te voorkomen.
Na met enkele woorden ingeleid te zijn
door den heer II. Willems, voorzitter van
de afdeeling Nijverdal van den ChristeliJ-
ken Textielarbeidersbond „Unitas", van
wien het initiatief voor deze vergadering
was uitgegaan, hield de burgemeester een
rede, waarin hij o.m. zeide: „De bevolking
is hier samengestroomd onafhankelijk van
geloof en religie, politieke of geeste'ijke
wereldbeschouwing om kenbaar te maken
welk ramp ons bedreigt, als niet spoedig
uitkomst komt. Het water stijgt ons naar
de lippen. Met den moed der wanhoop
brengen de fabrieken in toepassing de oud-
hollandsche leuze „Pompen of verzuipen",
om nog te redden wat nog te redden valt.
Het pompen baat niet meer. Wij gaan naar
den kelder, wij hier en anderen elders als
niet spoedig geholpen wordt. In een bezie
lende en warme redo deed de burgemees
ter een beroep op de zoo vaak getoonde
energie der bevolking om het hoofd ook nu
niet te laten hangen. In deze voor ons ge
heele volk zoo moeilijke oogenblikkcn wen
den wij ons tot de regeering en zeggen:
Helpt ons want *.vij zien geen uitkomst
meer. Ook onze regeering kan niet alles,
maar als hulp mogelijk is, moet die van
haar komen.
Daarop deed hij voorlezing van een tele
gram aan den tijdelijken voorzitter van
den Ministerraad:
„De in vergadering bijeen zijnde bevol
king der gemeente Hellendoorn heeft zoo
juist het nu weer voor honderden textiel
arbeidersgezinnen dreigende ontslag be
sproken. Bij de reeds heerschende groote
werkloosheid beteekent dit ontslag niets
anders dan een ramp voor de burgerij in
al haar geledingen, waardoor ook de ge
meente voor schier onoverkomelijke moei-
'ijkheden wordt geplaatst."
Onder algemecne instemming werd uit
gesproken dat al het mogelijke moet wor
den gedaan om te trachten den zwaren
slag niet alleen voor de betreffende arbei
ders maar voor do geheele gemeente te
voorkomen.
Betreurd werd, dat nog steeds geen doel
treffende maatregelen konden worden ge
troffen om b.v. door tijdelijke contingcn-
tecring van katoenen manufacturen in Ne-
dcrlandsch-Indié onze Ncderlandsche ka
toenindustrie de zoo noodige steun te
vcrleencn, zulks weder ter bestrijding van
de catostrophale wcrKloosheid, die ook
reeds nu onder de textielarbeiders bestaat.
De geheele bevolking van Hellendoorn doet
een dringend beroep op Uwe Excellentie en
do Ncderlandsche regeering om spoedig
zoodanige maatregelen tot steun van het
textielbedrijf te willen treffen, waardoor
o.a. het nu dreigende ontslag van honder
denden arbeiders te Nijverdal alsnog kan
worden voorkomen cn do gemeente voor
de ernstige ramp, die daarvan anders het
gevolg zal zijn, gespaard blijft. Namens de
bevolking van Hellendoorn de Burgemees
ter Mr. Dr. van der Stem van Ommeren".
Hierna sprak Ds. Heijmans een bemoe
digend woord. „Ga zoo zeide do predi
kant Zondag naar Uwo kerken en
smeekt God, dat Hij kracht moge schen
ken, om in deze moeilijke dagen het hoofd
hoog te houden en het Geloof te geven dat
het eenmaal beter zal worden."
Rustig begaven dc duizenden zich daar
na naar huis.
DOOR MOTORRMDER OVERREDEN
EN GEDOOD.
Ongeval te Amsterdam.
Amsterdam, 21 Mei. Hedenmorgen
omstreeks half tien werd een tot nu toe on
bekend voetganger op de Ceintuurbaan bij
de Amsteldijk door een m Horrijder overre
den. Da man werd zeer ernstig gewond en
stierf na enkele oogenblikkcn. Het lijk is
naar het Wilhelmina gasthuis vervoerd.
Waarschijnlijk treft den bestuurder geen
schuld, daar de voetganger plotseling den
rijweg overstak.
De identiteit van het slachtoffer is nog
onbekend. De politie stelt een onderzoek in.
DE REIS VAN DE NEDERLANDSCHE
JOURNALISTEN NAAR HONGARIJE.
Ontvangst bi] den Bonds
kanselier Doiiuss.
W o e n e n, 19 Mei. (V.D.) Op de terug
reis van Hongarije naar Nederland werden
de Nederlandsche journalisten, die een stu
diercis naar Oostenrijk cn Hongarije heb
ben gemaakt, gisteravond in het ministerie
van Defensie to Weenen door de regcering
ontvangen.
Na een begroeting door den Staatssecre
taris voor het Verkeer Neustadter Stürmcr,
vereenigden de journalisten zich aan een
cenvoudigen maaltijd, waaraan ook ver
schillende Oostenrijksche autoriteiten aan
zaten. Tijdens den maaltijd verscheen de
Bondskanselier Dolfuss. in het gezelschap
en begroette de Nederlandsche journalis
ten, namens de Oostenrijksche regeering.
In het kort zette hij het doel uiteen, dat
zijn regeering in Oostenrijk nastreeft.
Vervolgens wees hij op de vriendschappe
lijke betrekkingen, die tusschen Nederland
en Oostenrijk bestaan en hij sprak de hoop
uit. dat dit bezoek van 'Nederlandsche jour
nalisten zal bijdragen tot verdere uitbrei
ding van de vriendschapsbanden tusschen
beide landen.
Namens de Nederlandsche journalisten
dankte de heer L. A. P. M. van den Broeke
voor de ontvangst.
BEZOEK AAN DUITSGHE JEUGD
HERBERGEN.
Men make nog geen plannen.
Amsterdam, 20 Mei. Het bestuur
van de Nederlandsche Jeugdherberg Cen
trale heeft met groote bezorgdheid de ont
wikkeling van het jeugdherbergwerk in
Duitschland gevolgd. Ten einde met de toe
standen die thans in de Duitsche Jeugdher
bergen heerschen, nader bekend to worden,
bezochten twee leden, in opdracht van het
bestuur, een aantal jeugdherbergen, die het
meest door Nederlandsche trekkers worden
bezocht.
Op grond van het door hen aan het be
stuur uitgebrachte rapport, meent het be
stuur ernstig in overweging te moeten ge
ven vooralsnog geen plannen te maken voor
een bezoek aan Duitsche Jeugdherbergen.
Zeer binnenkort zullen besprekingen tus
schen het bestuur der N.J.H.C. cnden
nicuwbenoemden leider der Duitsche Jeugd
herbergbeweging plaats vinden. Na afloop
daarvan zal het bestuur in overleg met den
Raad van Toezicht en Advies een besluit
nemen omtrent de wederkcerigheid overeen
komst ,die vroeger met de Duitsche organi
satie werd gesloten. Mot het oog hierop
meent het bestuur zich thans tot boven
staand advies te moeten bepalen.
Houding der openbare
onderwijzers
Dr. W. Emmens neemt ontslag
als lid der redactie van
Volksontwikkeling
In Volksontwikkeling, het tijdschrift uil-
gegeven door de Maatschappij tot Nut van
't Algemeen, schrijft dr. W. Emmens het
volgende:
„Het is van algemecne bekendheid, dat
het openbaar lager onderwijs in de laat
ste jaren met snelle schreden achteruit
gaat. De voorstanders van het openbaar
onderwijs schrijven dit aan verschillende
oorzaken toe; een van de voornaamste oor
zaken, die gewoonlijk niet wordt genoemd,
ligt m. i. in het optreden van de onder
wijzers.
De redactie van Volksontwikkeling heeft
meermalen opstellen gepubliceerd over het
openbaar ander wijs, n.aar dit optreden bui
ten bespreking gelaten.
In de redactie stelde ik voor, naar aan
leiding van een artikel van iemand, die in
de N. R Ct. over de houding van de on
derwijzers zijn meenmg had uitgesproken,
dc inzender van dit artikel uit te noodigen,
daarover in Volksontwikkeling tc schrijven.
Men achtte dit niet gewenscht.
In de redactie stelde ik daarna voor, dat
deze zelf artikelen o^cr de houding van de
onderwijzers zou publicecren Hiertoe be
stond wel eenige neiging, maar om rede
nen, waarmee de redactie als zoodanig
niets had te maken, meende men het toch
niet te moeten doen.
In de redactie 6teldo ik ten slotte voor,
een uiteenzetting te geven van art. 42 van
dc wet op het lager onderwijs, om in ver
band daarmede te eischen, dat alvast de
onderwijzers, aangesloten bij de communis
tische partij, uit het onderwijs werden ver
wijderd. Art. 42 stelt namelijk aan de on
derwijzers don eisch: „opleiding tot alle
christelijke cn maatschappelijke deugden".
Daar een onderwijzer door zijn aansluiting
bij de communistische partij openlijk ge
tuigenis aflegt van zijn strijd tegen eiken
godsdienst en inzonderheid tegen het chris
tendom, van zijn strijd voor gezinsontbin-
ding en voor de ondei mijning van het ge
zag, is hij niet in staat aan den in art. 42
gestelden eisch te voldoen, en moet daar
om op grond van hetzelfde artikel worden
geschorst De voorstanders van het open
baar onderwijs hebben, op grond van art.
42 hot recht, voor hun kinderen onderwij
zers te verlangen, die niet de christelijke
leer bestrijden en niet het gezag ondermij
nen of helpen ondermijnen."
Dr. Emmens vermeldt dan de openings
rede van den voorzitter van de Vereeni
ging van hoofden van scholen in Neder
land, op de laatste jaarlijksche vergade
ring, waarin een ergerlijk geval van min
achting voor het gezag wordt gesignaleerd,
dat noch door den Amsterdamschen wet
houder van onderwijs, noch door den rijks
inspecteur van het 1 o. is afgedaan. Hij
meent, dat deze „muiterij aan boord van
het schip van het lager onderwijs" moet
onderdrukt worden. Maar daar de andere
leden der redactie gemeend hebben, geen
enkele zijner pogingen in deze richting te
kunnen steunen, treedt dr. Emmens uit
de redactie.
KNAAPJE DOOR AUTO OVERREDEN
EN GEDOOD.
Kat w ij k a. Z e e, 21 Mei. Zaterdagmid
dag omstreeks half vier is het vijfjarig
zoontje van den heer v. d. Plas, wonende
aan den Zwanenburgstraat alhier, in Duin
oord door oen met steenen beladen auto
overreden. Het knaapje werd naar het Aca
demisch ziekenhuis te Leiden vervoerd,
waar het in den afgeloopen nacht aan de
bekomen verwondingen is overleden.
Zelfstandigheid is een woord, maar zoo
als gewoonlijk, is de zaak nog veel mooier
dan het woord.
fiatt A^^asgeschiedenis uit het oude Madrid
door
F. MARION CRAWFORD.
Naar het Engelsch door W. H. C. B.
Hij kon niet toelaten dat Don Jan van
Oostenrijk verder ongemoeid zou worden
gelaten, alsof hij niet openlijk geweigerd
had een uitdrukkelijk bevel op te volgen
en al9of hij niet in het geheim kuipte om
zich van den troon meester to maken. Dat
was onmogelijk. Gedurende twee jaren
groeide zijn populairiteit, niet alleen bij
het volk, maar ook cn dat was veel ge
vaarlijker bij het leger. In dezelfde mate.
ja. in nog vlugger tempo, namen 's ko
ning* jaloezie en haat toe, zoodat zelfs de
soldaten, als dc officieren hen niet konden
hooren. cr over spraken cn er grappen over
maakten.
Hoewel er geen bepaalde reden voor be
stond, was zijn argwaan niet zonder schijn
baren grond. Terwijl Philips in zijn parti
culiere werkkamer met onbeholpen stap
pen heen en weer liep. meer dan eens strui
kelend over een voetkussen, dat voor zijn
armstoel lag, zag hij duidelijk de groote
afmetingen, dio.de macht, waartoe hij zelf
zijn broeder tegen wil en dank had verhe
ven, had aangenomen. Philips was oud ge
noeg om Don Jan's vader te hebben kunnen
zijn, cn hij herinnerde zich hoe onverschil
lig hij den aanvalligèn twaalfjarigen jon
gen, die Juan Quixadra werd genoemd, be
liandeld had, toen hij, na erkend te zijn
als zoon van Keizer Karei, naar het hoJ
te Valladolid was gebracht Hoewel hij zijn
halfbroeder was had hij hem toen niet
eens het voorrecht verleend in het paleis
te wonen,, en hij glimlachte bij de gedachte
dat hij met „doorluchtige hoogheid" moest
worden toegesproken. Reeds als jongen was
hij belust op vechten, cn Philips herinner
de zich hoe hij zich altijd oefende met het
zwaard of den degen, en kracht cn behen
digheidstoeren op half versleten paarden
volbracht behalve wanneer Donn Mag
dalena Quixada, de eenige persoon ter we
reld, die hij zonder nader vragen gehoor
zaamde, hem aan de studie hield. Iedereen
had altijd van den jongen gehouden cn
sinds dien tijd dateerde Philips jaloezie,
want hij, die door niemand bemind en door
iedereen gevreesd werd. snakte naar popu
lariteit en naar bemind te zijn, zoodat hij
met bitteren wrok bezield was jegens de
wereld, die hem wel gehoorzaamde, m^ar
hem dat. wat hij het liefst had gehad, wei
gerde tc geven.
liet was nu tien jaren geleden dat de
jongen gekomen was. en thans was hij tot
een jongen man opgegroeid, die verreweu
de belangrijkste persoonlijkheid in Spanje
was. Hij was behandeld geworden als on
dergeschikte. maar het volk had hem tot
zijn godheid verheven.
Hij was aan het hoofd gesteld van
expedities, in de hoop dat hij zou fa
len en in ongenade vallen. Maar hij
had getoond grondiger kennis te bezit
ten dan ouderen, en met roem en eer
beladen was hij teruggekeerd, tot hem op
gedragen werd Spanjc's eindstrijd tegen de
Mooren te strijden, in de hoop dat hij, nu
hij eenmaal niet in ongenade kon vallen,
zou sneuvelen. Maar inplaats hiervan was
hij wederom in triomf teruggekeerd, na de
onstuimigste krijgslieden van Europa ten
onder te hebben gebracht, om daarna op
een leeftijd, waarop anderen nog beginne
lingen waren in de krijgskunde, den rijpen
oogst van zijn militairen roem binnen te ha
len en als held en gunsteling te worden
toegejuicht door een hof, dat nauwelijks
zijn stem kon verheffen voor een hoera
voor zijn eigen koning. Dat alle9 was in
tien jaren geschied. De tien volgende, mis
schien zelfs slechts vijf, zouden het overige
kunnen bewerkstelligen. Het kon niet an
ders, of de jonge man had eerzucht, en die
zou zeker op niets minder dan op het bezit
van een troon zijn gericht. En toch was
hierover nooit zelfs gefluisterd; van zijn
roem, evenals van zijn leven ging slechts
bekoring uit. Vruchteloos had Philips zoo
wel Antonio Perez als de prinses van Eboli
gelast al hun scherpzinnigheid te gebrui
ken om te bewijzen dat hij kuipte om zich
van den troon meester to maken. Zij kon
den slechts berichten dat hij een meisje
van de ho-riouding liefhad, Mendozas doch
ter, en dat hij, behalve om den oorlog, als
een soort sport, om niets en niemand ter
wereld gaf dan om Dolores en zijn pleeg
moeder.
Zij spraken de waarheid en zij hadden
alle reden om die te kennen, want alle mid
delen. die binnen hun bereik lagen, hadden
zij aangewend om uit te vorschen, of hij
te bewegen zou zijn om met Philips te twis
ten en aan te sturen op een burgeroorlog,
die slechts één afloop zou kunnen hebben,
want heel Spanje zou zich aangesloten heb
ben om hem als koning uit te roepen. Hij
was door allerlei handige vragen en dis
cussies door hen in verzoeking gebracht
en zij verwachtten dat hij hun eenige hoop
zou geven. Maar zoowel zij zelf als hun
medewerkers verloren den moed wegens de
onoverkomelijke hindernis, die gevormd
werd door zijn loyaliteit. Weliswaar kuste
hij nooit de kling van zijn getrokken zwaard
hij zwoer niet bij de Heilige Maagd dat hij
zijn laatste druppel bloed voor zijn sou-
verein en zijn vaderland zou storten, cn
nooit legde hij plechtige beloften af om te
streven naar doeleinden, die onbereikbaar
waren. Maar weerklonk het signaal voor
den aanval, dan drukte hij zijn stalen helm
wat dieper op zijn hoofd, ging zonder ge
praat wat 9teviger in den zadel zitten en
reed als de duivel in eigen persoon den
dood tegemoet meer niet. Maar ook kon
hij wachten cn uitkijken cn weken lang
manoeuvreeren, tot hij den vijand dAAr
had, waar hij hem wilde hebben, met een
geduld, dat zijn officieren en soldaten op
een te zware proef zou hebben gestel*!,
ware het niet dat zij hem altijd bereid tot
dadelijk handelen en opgewekt zagen, en
zeker van zijn zaak, zoodat, al zou hij twin
tig maal falen aen vijand in de klem te
krijgen, hij tenslotte toch altijd zijn doel
bereikte.
Philips liep peinzend en boos in zijn
werkkamer op en neer. Indien op dat
oogenblik iemand had aangeboden hem van
zijn broeder te verlossen, zou hij dadelijk
met een ruime bclooning voor den moorde
naar hebben klaar gestaan. Maar sinds lang
koesterde de koning het plan om Don Jan
te laten trouwen inct koningin Maria van
Schotland wiens huwelijk met Bothwell
gemakkelijk ontbonden zou kunnen wor
den teneinde aan zijn aanmatigende eer
zucht te voldoen, cn levens zijn nieuwe
koninkrijk een machtigen bondgenoot tegen
Elisabeth van Engeland te maken. Het v\as
om deze reden dat hij reeds lang tot het
besluit was gekomen het huwelijk van zijn
broeder mot Maria Dolores de Mendoza te
beletten. Perez cn Dona Ana de la Cerda
daarentegen, vreesden, dat indien Don Jan
zou worden toegestaan het meisje, dat hij
met heel zijn hart lief had. te trouwen, hij
alles, dus ook het te volde gaan, zou opge
ven en slechts de onbeduidendo positie van
een door cn door gelukkig getrouwd man
zou innemen. Zij kenden, van hun stand
punt gezien, de wereld goed: geluk verlamt
dikwijls iemands energie, maar lijden en
gevaar doen zoowel zijn geest- als lichaams
kracht ontwaken.
Al hadden de koning en zijn verraderlijke
gunsteling diametraal tegenover elkaai
staande bedoelingen, eenzelfde soort ge
dachte was door hun brein gegaan, zelfs
voordat Don Jan zijn kamp buiten de
stadswallen had verlaten om naar de poort
van het palcis te rijden. Beiden kwamen
tot de slotsom dat degene, die zoo'n recht
door zee gaand man. die bovendk™ geer.
gevaar kendo, zou moeten beïnvloeden,
vóór alles de persoon geheel in zijn macht
moest hebben, voor wie Don Jan zelfs zijn
leven zou willen opofferen en die per
soon was, zooals beiden wisten, Dolores
zelf.
En toch, toen Anthonio Perez Philips'
studeerkamer binnentrad, hadden geen van
beiden eikaars gedachte geraden.
'Wordt vervolgd.)